DE TWEE VRIENDEN.
BUITENLAND.
4e Jaargang,
No. 911.
ESjLSjrépO-Sj 05JÖES SINICbESL* S4, LEIDEN,
interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
ƒ1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post f L50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/» cent. met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Benoemingen.
.Ha, de twistappel.
Juist zoo.
En de vrijzinnige pers bijt er dezer
dagen weer stevig in.
.De regeering benoemde n.l. den nog
jeugdigen heer B. C. de Savornin Loh-
iman tot hoojgieeraar in het staatsrecht,
ide wijsbegeerte van het recht, en het
administratief recht, aan de Utrechtsche
iHoogeschool. Toen deze nog studeerde
-vvat weinige jaren geleden is
iging hij door voor „den knapsten jurist
zijner tijklgenooten", wat geen geringe
loftuiting is, terwijl alleszins juist is
te achten wat mr. v. d. Laar in zijn
Beukelaar schrijft over de benoe
ming van nog jonge mannen tot het
hoogleeraarsambt
„Zoo men altoos ouderen kiest,
kan dit veeleer het Hooger Onderwijs
tot schade wezen. Op jonge mannen
van veel aanleg wordt immers vaak
reeds spoedig beslag belegd. Veler
lei arbeid eischt dan hun tijd en aan-
•dacht. En als vanzelf wordt aan streng
wetenschappelijke studie wat minder
tijd ingeruimd. Zoo zijn zij: dan later,
ook door heel de richting hunner prac-
tische werkzaamheid, voor een hoog
leeraarsambt minder aangewezen, al
was hun wetenschappelijke aanleg ze
ker niet gering. En aldus kan door de
benoeming van een nog jongen man
van buitengewone gaven, voor het
Hooger Onderwijs in zekeren zin blij
ven bewaard, wie anders hiervoor licht
verloren ging."
Nu spreekt het vanzelf, dat een jonge
!man nog niet op een belangrijken staat
van dienst kan wijzen hij staat in alles
ibij den aanvang; moet nog bewijzen,
'dat hij niet ten onrechte schoone ver
wachtingen opwekte. Indien te eeniger
|tijd mocht blijken, dat die verwachtin
gen ijdel waren, .ja, dan mag zijn be
noeming vrij een misgreep worden ge
noemd, maar tot zoolang dieqst minstens
vertrouwen gesteld te worden in den
ernst van wie hem uitverkozen hebbeir,
ook om den nieuwbenoemde geen strui
kelblokken op den weg- te leggen.
Toch wordt de benoeming van prof.
Lobman in de vrijzinnige pers zeer aan
gevochten. U moet n.l. weten, dat deze
jurist van Christelijk-Historischen huize
is en een overtuigd voorstander der
anti-revolutionaire Staatsleer. Daarom
wordt luide geschreeuwd over een par-
[tijbenoeming.
'i Is waar, dat de heer Lobman is be
noemd buiten de voordracht der Facul
teit om, doch als wij met het plaatsen
onzer mannen in liooge ambten moeten'
wachten tot de aanstaande collega's hen
daarvoor aanwijzen, dan zouden we nog
lang kunnen wachten. 'Menige voordracht
toch getuigde reeds van een merkwaar
dig liberaal exclusivisme, waartegenover
<lan wel dè vrije uitverkiezing moet -
worden gesteld.
En nu is dit merkwaardig: we heb
ben al meermalen critiek op dergelijke
benoemingen vernomen, maar ze ver
stomde steeds. Als de benoemde aan 't
FEUILLETON.
8)
Niet zonder moeite antwoordde hij:
Over een hachelijken toestand, dien
ak zoolang als ik kon voor u verborgen
(heb gehouden.
En die is?
De vader streek de hand over het
Voorhoofd, dat klam van het zweet was.
Hij zei de beschroomd:
Ik wil u geen verwijten doen, Hu
bert, dat uw opvoeding, uw studie en
juw verblijf te Parijs, nu al meer dan
tien jaren mijn zaken in de war ge
bracht hebben.
De dokier wendde onverschillig liet
(hoofd, en zeide met een zweem van
spotlust
Neen, dat heb ik nooit kunnen ver-
Onderstellen en nu nog heb ik moeite
het te gelooven.
Ik zou het niet zeggen als het niet
waar was.
Het'is'tenminste toch zeer onwaar
schijnlijk. Wat zijt gij, vader? Een rent-
ïneester, de beheerder der goederen van
werk toog, bleek zijn aanwijzing ten
volle gerechtvaardigd.
Zoo zal het met professor Lobman ook
wel weer gaan.
V Katholieken-haat.
Wij lezen in het liberale „Vaderland"
onder het nieuws uit Engeland:
„Hans Gasparod Schintz, het onlangs
overleden lid van de firma Schintz en Co.
heeft een vermogen nagelaten, dat onge
veer op 12 mdllioen gulden wordt geschat.
In zijn testament, dat eergisteren ge
opend werd, blijkt hij o.a. het volgende
bepaald te hebben:
Ik verklaar hierbij, dat elk kir.d of ver
dere afstammeling van mij, die uit mijn
testament of uit de hierblij gevoegde co
dicillen eenig voordeel zal trekken, zijn.
voordeelen zal verbeuren, indien hij lid
van de Rooiinsch-Katholieke kerk is of zai
worden, of een lid van die kerk gehuwd
heeft of zal huwen; en dat de persoon
die zijn voordeelen aldus verbeurd heeft,
zal worden beschouwd als gedurende zijn
leven gestorven zonder nakomelingschap.
Dit is het tweede geval binnen korten
tijd, dat een inillionair een dergelijke
antikatholieke bepaling in zijn testament
maakt."
Een woord van protest zou van libera
le (1), van vrijzinnige zijde toch wel
op zijn plaats zijn. Toch blijft het in de
pen van de redactie!
Zulk een uitsluiting van een bepaald
Kerkgenootschap moest eens door een
Katholieken erflater zijn gebeurd.' O, je-
rum, jerumHoe zouden de zaken dan
anders staan!
algemeen overzicht.
Steeds onrustbarender worden de be
richten uit den Balkan, die nu reeds
doen vermoeden dat we aan den
vooravond van den oorlog
staan. Een niet zeer duidelijk telegram
in de „Köln. Ztg." zou doen vermoe
den dat de diplomatieke betrekkingen
tusschen Turkije en Servië zijn afge
broken. Het blad meldt toch dat de Ser
vische gezarrt Zaterdag zou vertrokken
zijn. De oorlog acht men dan ook vol
gens hetzelfde telegram, te Konstanti-
nopel voor onvermijdelijk. De toestand
toch is feitelijk zoo, dat de qipbilisatie-
kosten de financieele draagkracht van
die toch reeds diep in de schuld zitten
de eii economisch sterk achtergebleven
Balkanstaten, tot het uiterse gespannen
hieeft en dat de regeeringen de kolossa
le kósten tegenover de bevolking niet
kunnen rechtvaardigen, als zij daardoor
niets bereiken. Een intrekking van de
mobilisatie zonder dat men er iets door
gekregen had, schijnt onmogelijk te zijn,
want dan kwam het in alle vier de Bal
kanstaten tot een burgeroorlog en dan
zou de toestand eerst recht verward wor
den. In dezën geest sprak men in de di
plomatieke kringen te Belgrado tegen
over den correspondent van de Deutsche
Tageszeitung.
Miet het uur wordt de toestand ge
vaarlijker. De stemming aan beide zij
een aantal adellijke( families die ailes
aan u overlaten ,en die zelf niet in staat
zijn hun bezit te bieheeren wan,t zij
dragen dat .aan u ,op. Hejeft men ooit
gehoord van rentmieesters die arm wa
ren? Integendeel, hun rijkdom is spreek
woordelijk gewoodien en uw zaken zou
den in wanorde zijn? Dan moiet gij wel
een uitzondering op den regel maken
en dat nog wel in een tijd dat men zoo.
gemakkelijk rijk kan w.orden door de na
tionale goederen aan te koopen, het
verbeurd verklaarde onmetelijke grond
bezit van kerken en kloosters en de goe
deren van aristocraten, 'die uitgeweken
ken zijn.
De grijsaard boog het hoofd.
Zijn zoon had kalm en luchthartig ge
spreken, na een mededeeling, die hem als
een slag had moeien treffen.
Hij had van niet de minste ontstelte
nis blijk gegeven, zelfs niet van ver
wondering of teleurstelling.
Hubert N.ollan wist zijn indrukken
meesterlijk te verbergen.
Dc oude man nam een kloek besluit,
zooals een wanhopige, die de hand aan
zichzelf slaat.
Anderen kunnen 'zch aldus verrijkt
-hebben, zeide hij, maar dan moeten zij
niet zoo nauw van geweten zijn als ik
was. Al .wat ik weet en weten wil is, dat
den wordt steeds ernstiger. Zoo meldt
men dat te Konstantinopel een fana
tieke volksmenigte ree_ds tot tweemaal
toe een aanval deed op de Grieksche
en Bulgaarsche consulaten te Constan-
tinopel. De ruiten werden verbrijzeld en
Bulgarije op grové wijze beleedigd.
De Oostenrijksche gezant te Belgrado
Verklaarde dan ,ook Zaterdag in een
piersgesp'rek, „dat hij meende te kunnen
zeggen, dat zonder een spoedige onver
wachte tusschenkomst van d'e mogend
heden de oorlog vandaag of aan liet be
gin van de volgende week zal worden
verklaard."
De. mobilisaties
gaan. intusscheh rustig voort. Servië is
geheel klaargekomen en gaat nu verder
met iroepenzCiidingen naar de grenzen.
Ook Bulgarije zou naar men verwachtte
gister daarmede gereed zijn; de anderen
zijn ten dee'e nog zoovéél ten achte
ren, dat er nog 10 tot 12 dagen noodig
zullen zijn, voor zij klaar zijn. Bovendien
is nog een vertragende factor, dat de
vier Balkanregeeringen bij hun mede
deelingen te Konstantinopel toch in elk
geval gemeenschappelijk willen optre
den, waartoe een overleg noodig is, dat
in de tegenwoordige omstandigheden
niet zoo snel plaats kan vinden. Ook
meenen sommigen dat eerst in de zittin
gen der Servische en Bulgaarsche ka
mers, die Zaterdag zijn geopend, de za
ken zullen besproken moeten worden,
ofschoon toch de meening de overhand
heeft dat het optreden der Balkansfeten
zelfs reeds heden kan plaats vinden.
Uit de Troonreden
Zaterdag te Sofia en Belgrado voorge
lezen onder groot enthousiasme der aan
wezigen kunnen we het volgende aan
stippen ter kenschetsing van de ge
zindheid in beide landen. Koning Fer
dinand .van Bulgarije zeide o.m. het vol
gende
De gezanten van de groote mogendhe
den hebben dezer dagen ieder voor zich
der Bulgaarsche regeering den raad ge
geven om zich niet door den loop der
gebeurtenissen te laten meesleepn, maar
de groote mogendheden den tijd te laten
om tusschen beide te komen, ten einde
een oorlog te vermijden. De Bulgaar
sche regeering heeft hun te kennen ge
geven, dat Bulgarije den loop der ge
beurtenissen niet vermocht tegen te hou
den.
Het vooruitzicht, dat de tusschenkomst
der groote mogendheden met goeden uit
slag zal worden bekroond, bestaat
slechts dan ,als men Turkije noopt, om
de gevraagde hervormingen te verwezen
lijken.
Ondertusschen schijnt het niet geheel
onmogelijk dat voor het einde van
deze week de vier Ballcan-Staten geen
gemeenschappelijke nota nopens de
hervormingen in Macedonië zullen uit
reiken en evenmin eenigen anderen maat
regel zullen nemen.
De Servische troonrede zegt: Wij heb
ben ons altijd bezig ge|houden met den
ondragelijken toestand van onze geloofs-
genooten in Turkije, doch konden toch
wij tot armoede zijn vervallen.
Is het mogelijk?
Volkomen en zonder hoop op her
stel.
De dokter haalde de schouders op.
Dat treft n.og te meer ongelukkig,
zeide hij, .omdat ik juist hierheen geko
men was, .oin u geld te vragen, dat ik
dringend Jioodig heb. Dus uw kas is
ledig?
Zoo zelfs, dat ik nog niet voor de
helft Ijan vpldoen aan mijn duurste ver
plichtingen.
Tegenover wie?
Tegenover hen, wier volle vertrou
wen ik geniet, wier goederen ik bestuur,
wier gelden ik heb .ontvangen, pacht en
rente, tegenover mijn lastgevers .in één
w.oord.
De zoon vroeg met onverstoorbare
kalmte
Wie zijn zijv
Hij had die laatste w,oorden op hoo-
gen to,on gesproken, alsof hij een bevel
gaf.
De grijsaard had weifelend gesproken
gebukt .als hij ging onder den last van
zijn ve rantw.otord ejlijkh eid, onder de
schaamte ,over het misbruik van ver
trouwen dat hij had gepleegd, pnder de
vrees voor 'n beschuldiging waarop hij
niet zoy hebban jyeten te antwoorden.
in het belang van den Europêescjhen
vrede geen rekening houden met de ge
voelens, die dé gansche natie bezielen.
In plaats van met hervormingen, waar
door aan onze geloofsgenooten een rus
tig bestaan en gelegenheid, om zich'
vreedzaam te ontwikkelen, verzekerd zou
worden, werden wij verrast aan de gren
zen. De groote mogendheden, ik merk
dit met voldoening en groote erkente
lijkheid op, hebben Jot Turkije vriend-
schappelijke raadgevingen gericht, doch
tevergeefs. Op de mobilisatie van Tur
kije konden wij slechts één antwoord
gevende mobilisatie van het Servi
sche leger. Onze toestand is duidelijk
en helder afgebakend. Wij hebben den
plicht om maatregelen te nemen, tenein
de onze veiligheid te handhaven en in
overeenstemming met de overige Chris
telijke Balkan-staten alles te doen, wat
in onze macht is, om een zoodanige»
toestand te scheppen, dat een werkelijke
en blijvende vrede op den Balkan ge
waarborgd is.
De mogendheden
zullen, naar de „Köln. Zeit." meldt, zoo
wel bij de Porte als bij de regeeringen
der Balkanstaten een verklaring afgeven.
De tekst van deze verklaring is reeds
ontworpen. Op het oogenblik is men
doende, d>e goedkeuring van alle zes
groote mogendheden tot dit ontwerp te
verkrijgen. Of het overhandjgen van die
verklaring als een gemeenschappelijke
stap der mogendheden zal geschieden,
dan wel Rusland of 'Oostenrijk als
de meest belanghebbende mogendheden
haar zullen overhandigen, is nog niet be
paald.
Indien het overhandigen van de ver
klaring nog kan geschieden voor het
uitbreken der vijandelijkheden, dan heeft
men wel niet op een onmiddellijke de
mobilisatie te rekenen, die niet zoo spoe
dig en gemakkelijk zal plaats hebben,,
maar er zal altijd gewonnen zijn, die
men kaïn gebruiken om tot het behoud
van den vrede werkzaam te zijn.
Hoewel de verschillende mcgend'hedeh
het vrijwel eens moeten zijn over het op
treden schijnt Engeland een kink in de
kabel te willen maken. De „Temps"
meldt dat de Engelsche onder-staatsse
cretaris aan den Franschen gezant ver
klaarde, dat de vertaling in het Engelscfh
der woorden: „de terhandneming van
:het tot stand brengen der hervormin
gen" (prendre en mains le réalisation
des réformes") een betekenis heeft, die
de bedoelingen van zijn regeering over
schrijdt.
Engeland plaatst zich th?"~ op een
standpunt, geheel verschil; van dat,
hetwelk het vroeger heeft gekomen.
Het wil zich niet borg stellejn voor 'ttot
stand brengen van hervormingen, maar
volkomen de söiivsreine rechten van Tur
kije eerbiedigen en aan artikel 23 van
het Verdrag van Berlijin de meest breede
uitlegging geven. Oostenrijk liet zich in
•ongeveer gelijken zin uit.
Toch hoopt men nog tot overeenstem
ming te komen. Wat aangaat
vredesgeruchten
heet het nu weer in ambtelijke Turksche
De snijdende toon, waarop zijn zoon
nu tot hem sprak, trof hem als een
zweepslag en deed hem van zijn stoel
.opspringen.
Ik geloof, God vergeve het mij, riep
hij uit, dat de gewoonten van Parijs
dat ons iu het verderf heeft gestort en
dat gij niet wilt verlaten en het leven in
een maatschappij, waarin alles is ver
anderd, ook u tot een geheel ander
mensch hebben gemaakt en u hebben
doen breken met alles, waarvoor men
vroeger eerbied en ontzag had. Gij ver
geet waar gij zijt en tegen wien gij
spreekt.
En zijn grijze ocgen, die nu onafge
wend op zijn zoon waren gericht, fon
kelden van rechtmatige verontwaardi
ging.
Hubert NoJlan verroerde zich niet.
De verontwaardiging van zijn vader
maakte al evenmin induik op hem als
de verpletterende tijding, die de oude
man hem zooeven had medegedeeld.
Geen van beiden hoorden de lichte
voetstappen, die door het aangrenzend
vertrek schreden, dat met de kamer van
•den rentmeester gemeenschap hield door
een dubbele deur, die wijd openstond, en
evenmin zagen zij het beeldschoone meis
je, dat, geheel in het zwart gekleed, zoo
dat haa.r gestajte niet tegen den don-
kringep, dat omtrent de vredespriliminai-
ren in de eerste tien dagen geen mede
deelingen worden gedaan. Daarentegen
meldt men uit Ouchy aan liet „Journal
de Genève" dat de overeenkomst tus
schen Italië én Turkije Woensdag defi
nitief zal worden vastgesteld. Alleen de
bekrachtiging der betrokken regeeringen
ontbreekt nog. Naar de „Gazette de
Lasanne" meldt zijn Resjid pasja en
Bertolini na Vrijdag tweemaal samen
gekomen te zijn, gisteren vertrokken.
Resjid over Weenen naar Konstanti
nopel en Bertolini naar Cavour. Zij
brengen de voorloopige vredesvoorwaar,
den over, gelijk zij ze bij hun onder
handelingen hebben opgesteld.
Aangezien zij bij die onderhandelingen
voortdurend met hun regeering in ver
binding zijn geweest, is er reden om aan
te nemen, dat hun voorstellen zonder
nieuwe moeielijkheden zullen aanvaard
worden. Turkije erkent metterdaad het
besluit tot inlijving van Tripolis door
Italië en Italië erkent het godsdienstige
gezag van den chalief te Konstantinopel
over de Muzelmannen van het ingelijf
de gebied. Italië betaalt aan Turkije een
schadevergoeding, Turkije verbindt zich
zijn geregelde troepen uit Tripolis terug
te trekken, die telien trouwens niet
meer dan 2000 man, en zijn gods-
dienstigen en zedelijken invloed op de
Arabieren aan te wenden om hen te be
wegen de vijandelijkheden te staken.
Zoodra de twee regeeringen de vre
desvoorwaarden hebben aangenomen,
zullen de gevolmachtigden het vredes
verdrag aanstonds onderteekenen, waar
schijnlijk te Ouchy, waar Bertolini zijn
kamers heeft aangehouden. Daarna zul
len de vijandelijkheden worden ge
schorst.
De staking in Spanje
is geschorst. Daar minister Canalejas
aangeboden heeft om bij de Kamers een
ontwerp in te dienen, strekkend tot ver
hooging der salarissen van spoorweg
ambtenaren en tot vermindering van den
arbeidstijd, besloot het centraal comité
tot opschorting der staking. In dien zin
werd aan de provincies getelegrafeerd.
De staking is dus uitgesteld tot na de
opening van de Kamer. Echter meldt
men uit Barcelona aan de Petit Parisien:
De koning van Spanje zal in verband
met de spoorwegstaking een tweede be
sluit teekenen, waardoor de 2e reserve
en het territoriale leger gemobiliseerd
zullen zijn. Hieronder zijn 7000 spoor
wegambtenaren begrepen. Onder dit
aantal bevindt zich ook de leider van de
staking, Ribalta. Dit besluit zal aan de
goedkeuring van de Cortes onderwor
pen worden. De Cortes zal den Ssten
dezer weder bijeenkomen.
GEMENGD.
De Katholieken te Brest hebben
een groote betooging gehouden voor het
gemeenteraadsgebouw om te protestee
ren legen de inbeslagneming van
een patronaatsgebouw, waarna zij
naar het stadhuis trokken. Zij zongen
godsdienstige liederen; een 300 socialis
ten, die 'n tegenbetooging hielden, zon
gen de „Internationale". De zitting van
keren achtergrond afstak, aan die deur
bleef staan.
Zij leunde tegen den deurpost alsof zij
een steun noodig had om te blijven staan,
ontzetting teekende zich af op haar en
gelrein gelaat en, met een hand tegen
de borst gedrukt, hield zij haar adem
in.
Het w,as Thérèse NoJlan, de dochter
van den grijsaard, de zuster van den
dokter.
Door hef gejuid van de deuren, die
geopend en gesloten werden, was zij
uit haar slaap opgeschrikt en, nieuws
gierig wie de late bezoeker wel kon
wezen, had zij haastig haar kleeren
.aangetrokken en haar kamer verlaten.
In de kamer van haar vader had zjj
nog Jicht gezien en daa,r was zij heen
gegaan.
Toen zij in het naburige vertrek kwam
had zij de laatste woorden van het ge
sprek opgevangen en de stem van haar
broeder en van haar vader herkend,
maar de woorden, die haar oor hadden
getroffen, deden haar nu als aan haar
plaats genageld staan.
Waarom wond haar vader zich zoo op,
hij, die anders altijd, zoo kalm en zoef
zacht was
{Wftrdt vervolgd.)'