RONA Van Houtens Cacao Ingezonden Mededeelingen Uit de Pers. DE TWEE VRIENDEN. Zuiver en oplosbaar. Vol vetgehalte (cacaoboter). Volkomen ontwikkelde, pittige cacaosmaak. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 28 Sept, no. 904. De Katholieke Universiteit. Het Centrum citeert de volgende, ook doior ons overgenomen, passage uit een artikel van de „Maasbode" pver de Katholieke universiteit: „Zij zal op de Katholieke jongelui Heel wat meer aantrekkingskracht uitoe fenen, wanneer ze zich bevindt in hurtne IjRoomschei omgeving, dan wanneer ze, geestelijk! gesproken, in den vreemde gesticht is1. Daarom moet de Katholieke Universiteit ook ergens in het Katholieke zuiden Icomen. Haar wetenschappelijk! karakter, kan daar onmogelijk oinld'eai lijden- Het blad' laat daarop volgen: „Neen» dat zal wel niemand van' ons gelooven. Maar daarmee is nog niet gezejgjd, dat Haar wetenschappelijk karakter wèl zou Jijden, wanneer ziji in het meer noor delijke gedeelte des lands werd geves tigd. Evenmin als haar katholiek! karakieit Waarom toch zou onze Universiteit «erst „een wezenlijke, echte Katholieke Universiteit" zijn, indien zij ergens be neden den Moerdijk werd gevestigd;? Wij kunnen wijzen op uitmuntende ka tholieke inrichtingen voor lager, mid delbaar en hooger onderwijs bovlen den Moerdijk. Waarom zou dit niet het geval kun nen zijn met een inrichting voor univer sitair onderwijs - Er zijn zeer zeker argumenten aan te voeren voor de vestiging der Katho lieke Universiteit in het Zuidenmaar er Zijn óók argumenten aan te voeren voor haar vestiging in het meer noordelijke gedeelte des lands. Haar karakter blijft in beide ge vallen hetzelfde. Wanneer zij er komt, dan _zal ze er zijn voor geheel Nederland en niet om tot het middelpunt, of wat ook, te dienen van een bepaald gewest, of een bepaalde streek des lands. De verspreiding van katholieke we renschap is evenmin aan een vaste om geving gebonden als de verkondiging! v.an het 'katholiek geloof. Men zal daarom wèl doen, dunkt ons, de oprichting eener katholieke Univer siteit niet bij voorbaat te willen monopo lise eren voor een zeker deel des lands met uitsluiting van het overige, waar ten overvloede de meerderheid der jkatliolieken woont. En men zal nóg beter doen met alles voorbarigheid te vermijden en ook in deze zaak der toekomst de beslissing te laten aan hen, die daartoe geroepen zijn en met het noodige gezag bekleed!. Een vreemd telegram. De Evangelische Maatschappij, heeft, zooals on^e lezers bekend is, te Gro ningen een algemeene vergadering ge houden. Zooals gebruikelijk, werd aan TH. M. de Koningin een telegram ge zonden. Dit was van den volgenden inhoud „De Evangelische Maatschappijn in algemeene vergadering in het Concert- huis te Groningin, brengt Uwe Majes teit eerbiedige hulde, betuigt hare inni ge aanhankelijkheid aan ,Uwer Majes teits persoon en huis, spréékt hare diep gevoelde dankbaarheid uit voor Uwer 'Majesteits warm getuigenis, gewijd aan de nagedachtenis van den grooten Co- ligny en bidt Haar Gods bestendigen bijstand toe in deze voor Vorsten huis, Vaderland en Protestantisme zoo moeilijke dagen." De Gelderlander teékent hierbij aan Wie de Evangelische Maatschappij maar een weinig kent, weet dat naar haar meening de „moeilijke dagen voor Vaderland en Protestantisme" door ka tholieken en katholicisme worden ver oorzaakt FEUILLETON. Inleiding. HEX VERRAAD. I. DE HERBERG DE GOUDEN LEEUW. Het sloeg negen uur in den avond op j kien toren van de kerk Notre Dame te Lamballe, een mooi en vreedzaam stadje 'in Bretagne. Er woei een hevige storm uit het Noordwesten, die de oude gebouwen van graniet op hun grondvesten deed trillen. Het was 17 October 1793. De vensters waren gesloten, de huizen geleken uitgestorven. In dezen tijd van onrust en verschrik kingen was men nergens vroolijk, bij .dag noch bij avond, zelfs niet^ in de •meest afgelegen streken. De bewoners sloten zich in hun huizen op, ongerust, -bevreesd verdacht te zullen worden. Zij kwamen niet meer te voor schijn dan sirikt noodzakelijk was om zich van levensmiddelen te voorzien, zoo goed ftn zoo kwaajd dai ging of u,it Immers het heele program1 van de Maatschappij omvat slechts het ééne woord „anti-papisme." Dit voor oogen gehouden moet nood zakelijkerwijze treffen, het telegram van antwoord van H. M. de Koningin, dat als volgt luidt: - j „H. M. de Koningin draagt mij op Hoogst Derzelver dank over te brengen voor idle gevoelens uitgedrukt in ont vangen telegram. Het is voor Hoogst- derzelve eene groote voldoening, dat Hoogstderzelver gevoelens door zoovelen gedeeld worden. i Adjudant van Dienst, Scbimmelpennmckl"' Dit telegram 'mtint niet uit door dui delijkheid. Men zal er toch niet uit mogen opm'aken, dat H. M. onze geëer biedigde Koningin de bekende ideeën der Eyangelische Maatschappij zou hul digen ook omtrent het zoogenaamd staatsgevaarlijke der katholieken. W.are dit het geval, dan zou het telegram krenkend zijn voor twee vijfdein van Ha- rer Majesteits onderdanen, en wel juist voor diegenen, welke zeker niet het minst vaderlandlievend gezind zijn, en zeker niet het minst bewijzen van trouw en aanhankelijkheid ,aan Hare Majesteit hebben gegeven. Niets mee te maken? In de zuidelijke provincies zal men vergaderingen gaan belegden om te ageeren tegen de Tariefwet, zegt het Huisgezin. Bij voorbaat wordt reeds door de aan stichters dezer campagne verzekerd, dat de protectie hier in het Zuiden aller wegen terrein verliest. Hiertoe zou veel bijgedragen hebben de omstandigheid, dat meer en meer wordt ingezien dat de relegie met deze vraag van handelspolitiek niets te ma ken heeft. Dit laatste is eqn handigheidje van de heeren van het anti-Tariefwetco-, mité Inderdaad heeft de religie niet te ma ken in et de vraag, of men b>v. voor of tegen een hooger recht op sinaasappelen is Maar anders staat de zaak, als men de vraag stelt, of de doctrinair-liberale leer van den vrijhandel in haar toepas sing moet worden bestendigd. Anders, als men bedenkt, dat een hoo ger tarief onze eigen nijverheid zal doen opbloeien. Anders, als men in het oog houdt dat de actie tegen de Tariefwet een politieke actie is tegen het rechtsche bewind. Anders, als men overweegt dat uit de hoogere opbrengst van het tarief de kós ten der sociale wetgeving moeten wor den bestreden. Anders, als men ziet dat de oppositie het op geen stukken na eens is noch over de sociale wetgeving, noch over de fiuancieele maatregelen waarmee zij de uitgaven voor sociale wetgeving wil dek ken. 1 Afbreken is haar leus. En aan dit afbrdkingswerk zullen de 'katholieken in de zuidelijke provincies zoo min als die in het Noorden mee doen, al heeft dan ook de religie niets te maken met een recht of geen recht op dit of dat artikel. Zij zullen den slimmen Jiberalen vo gelaar laten fluiten en wel oppassen zich niet in het door hem gespanlnten net te laten verstrikken. Oe Week in het Buitenland. Als 'men zijn geest laat gaan over het groote wereld-gebeurendringt zich krachtig en onweerstaanbaar de gedachte bij ons op, door Schaepman neergelegd in de dichtregels: „De scheppingen der menschen ver rijzen en vergaan." .Waar vandaag jedereen vol van is, waar de couranten niet over uitgeschre ven kunnen raken, wat men beschouwt als een machtige manifestatie van het menschelijk kunnen, als een sublieme uiting van de menschelijke cultuur, dat is over eenigen tijd voorbij, vergaan en veigeten. Zoo gaat het met de schep pingen der menschen, zoo is het ook nieuwsgierigheid om berichten in te winnen. Meestal waren het slechte berichten. Overal 'neerschte verdeeldheid twee kampen: de aanhangers van 'de nieuwe denkbeelden, die aan het langste eind trokken, want zij hadden de financiën, de openbare macht, de ministeries, de gen darmen, de nationale garde, de secties van Parijs, het leger, dal bij Coblenz streed tegen den inval der vreemdelingen en tegen de binnenlandsche vijanden, die even talrijk waren als die aan de grenzen, en de aanhangers van het oude regiem, die aan de denkbeelden van het verleden met duizend banden nog gehecht waren en die bicter vervólgd en bestreden werden. Alles-ging slecht. Het geld was schaarsch, het goud als door een tooverslag verdwenen, de assignaten waren nu betaalmiddel, maar men vertrouwde dat papieren geld niet. Het .Westen en een gedeelte van het Zuiden des lands was opgestaan. De Vendée stond onder de wapenen, in de Beneden-Maine, in Normandië en in Bretagne vooral roerde men zich aan alle zijden. De koningsgezinden, die hi het land gebleven waren, opgesloten op hun land goederen, ouderlijeld^u ,een ijverige bri,g£- met de menschen zelf. Deze week is ge storven een Duitsch politicus, van wien gezegd kan wdrden, dat er na Bismarck in het Duitsch Rijk niemand is geweest, die krachtiger dan hij lijn en richting heeft gegeven aan de politiek, 't Is Frei- herr Marschall von Bieberstein, Duitsch gezant te Londen. Plotseling, door een onver wachten dood, is een einde gemaakt aan diens politieke loopbaan, aan diens diplomatieke bemoeiingen, die van zulk een grooten invloed waren op de verhou ding tusschen Duitschland en Engeland. Men schrijft nu no^ wat over de vele talenten, waarmede de diplomaat begif tigd was, maar bij dat geschrijf dringt zich reeds de vraag, wie hem zal op volgen, op ;den voorgrond, en de over ledene zelf zal spoedig vergeten zijn. 't Is de loop "Her wereldsche dingen. Maar of hij vergeten zal worden of niet, hij heeft voor den Rechterstoel slechts te getuigen wat voor „goed" en wat voor „kwaad" hij heeft gedaan, ongeacht wat de men schen tijdens zijn leven of daarna van hem zeiden, welke waardeering zij hem gaven. Een typisch staaltje van de waar deering der menschen gaf de „Köln. Volkszeitung" naar aanleiding van het overlijden van den Japanschen keizer. Het blad herinnerde aan een gezegde van den Japanschen gezant te Parijs na den door Japan succesvol gestreden oor log in Mantsjourije. „Vroeger", zoo zeide de gezant, „werd er overal met minachting over ons gesproken; eerst nadat wij hebben getoond te kunnen schieten en vele menschen te kunnen dooden, respecteert men ons overal." Door die woorden gaf de Japansche diplomaat een kaakslag aan de Wester- sche beschaving! Maar laten wij het er aanstonds bijvoegen 't is in zijn land niet beter gesteld met de cultuur. De lezers herinneren zich, dat een Ja- pansch generaal, Nogi, zelfmoord heeft gepleegd, om zichzelf op te dragen als een offer aan zijn gestorven keizer. Zulk een Harakiri-waanzin trachten nu wa rempel sommige liberale bladen nog goed te praten en voor te stellen als een daad, die men eerbiedigen moet. Ja wel, de eerbied voor 'n anders overtui ging schijnt hun diep ingeprent te zijn, behalve... behalve waar het de Katho lieken geldt. Wij zijn vast jgeraakt op beschouwin gen, maar de welwillende lezer veront- schuldige het ons. Voor iemand, die 'n enkelen keer den. oceaan der buiten- landsche politiek bevaart, zooals ik bij ontstentenis van mijnheer V. zijn zulke klippen moèilijk te ontwijken. Nog 'n 'enkel woord dan over den hui digen politiek en toestand in het bui tenland. Op de eerste plaats vraagt ieder, die de buitenlandsche politiek volgt, al is 't in de verte, zich af: hoe staat het nu met de Vredesonderhandelingen tus schen Italië en Turkije? Van de meest verschillende zijden wordt beweerd, dat deze zicli'in een gunstig stadium bevin den en zeer waarschijnlijk spoedig tot een goed einde zullen komen. Maar zeker is het toch, dat er nog deze week duchtig tusschen Italianen en Turken is gevochten. Op de tweede plaats dringt zich de vraag bij ons op: zal het komen tot een oorlog tusschen Turkije en Bul garije met Griekenland, Servië en Mon tenegro aan de zijde van de laatste mo gendheid? Ik' geloof, dat ik, al was ik een diplomaat als von Bieberstein, waar over we het straks hadden, nog op die vraag geen stellig antwoord zou kunnen geven. Maar buiten twijfel staat, dat de verscheidene Balkanstaten het Turkije wel benauwd maken, en ik haast alle mogelijke baantjes liever zou bekleeden dan op den troon te zitten van het Rijk van de Halve Maan! J. Weekpraatje. Ik heb van de week een goeden zin gehad. Om de verandering van het weer? Ook al, maar voornamelijk om de ma noeuvres. En dat is nu geen hardvochtig heid, geen akelig egoïsme, geen blijheid, omdat je er zelf niets mee te maken hebt. Volstrekt niet; die goede zin had een heel andere reden. En wel deze: op de eene bladzijde van de courant wisseling met de uitgewekenen eti de prinsen, die een toevlucht hadden ge zocht, hetzij te Coblenz, hetzij aan de overzijde van het Kanaal, te Londen, waar zij den burgeroorlog organiseer den, den broederstrijd tusschen kinderen van één land. Van het eene einde van Frankrijk tot het andere, in de steden zoowel als in de dorpen, was haat en wantrouwen in de harten der ingezetenen geslopenmen vertrouwde zijn stadgenooten, zijn dorps- genooten, zelfs zijn eigen familieleden niet meer; overal heerschte vrees voor verdenking, vrees voor het schavot en den ondergang. Lamballe maalde geen uitzondering op dien regel. Men sprak er met gedempte stein, men durfde elkaar niet vrij in de oogen zien. Nu en dan verschenen er onbekenden, die er voor korten tijd ver toefden, inlichtingen inwonnen omtrent de meedingen van dezen en genen, aan- teekêningen maakten en zich dan weer verwijderden, om een gevoel van onrust en beklemdheid achter te laten. Van waar kwamen zij?. Waarschijnlijk van Parijs, of van Rennes en Saint-Brieux, waar afgevaardigden zetelden van de Nationale Conventie, die toen almachtig was, zich op de hoogte hielden van de .taistois ffiSSOingen &St vpljc las ik allerlei akelige berichten over oorlogvoerenover doodschieten met honderden tegelijk, -'twas om er van te rillen, als je tenminste nog eenig Christeii|é besef hebt van de mensdien- waarde en op de andere bladzijde las ik van vijandelijke troepen, van forten en stellingen, van schieten en op den loer liggen, enz. enz., en dat alles in onze onmiddellijke omgeving, terwijl het toch pais en vrede was in den lande, pais en vrede ook tusschen cuns land en de andere mogendheden. En wie zich door de courant op de hoogte laat hou den van de oorlogstafereelen en oorlogs gruwelen, vindt er toch werkelijk wel een reden voor blijdschap en "tevreden heid in, als zijn land de vrede weet te bewaren. Maar... maar waarom dan die manoeuvres? zal wellicht de een of ander vragen. Een leger dient toch om oorlog te voeren? Die manoeuvres, 73ie schijn- oorlog, was toch een oefening voor een w e*r lc e 1 ij k e n oorlog Als ik even van antwoord mag dienen, dan zou ik graag dit willen opmerken: Eerstens, al is de oorlog nog zoo gruwelijk, alle gruwelijke dingen zijn niet te ontwijken; tweedens: er is een, ik geloof Latijnsch, spreek woord, dat op z'n Hollandsch luidt: „Als men den vrede wil, moet men zich ge reed houden voor den oorlog." Als je op een eenzamen weg loopt met een zwaren knuppel bij je, heb je meer kans met je medemenschen den vrede te be waren, dan wanneer je heel en al zonder wapenen bent. Zoo gaat het met de menschen onderling, zoo is het óök ge steld met de onderlinge verhouding der mogendheden Maar iets anders. Wat is 'teen mooie week geweest voor onze patronaten De patronaatshesturen van het bisdom Haar lem hebben vergaderd, die van het Aarts bisdom, en ik geiooi ook üie van het bisdom Breda.' Ik heb gezien, dat de courant om het belang van de gehouden besprekingen, het voornaamste van die vergaderingen in ons bisdom en in het aartsbisdom heeft medegedeeld. Toch wil ik ook nog wel een duitje in het zakje gooien, en er eens op wijzen, dat de socialisten vooral zooveel werk maken van de z.g. jeugdorganisatie. Wat zou het een schande zijn, als wij ons door hein in de schaduw lieten stellen! En daarom is het te hopen, dat het meeningsverschil, of, en, zoo ja, wanneer de jongens uit het patronaat moeten gaan naar aspi- ranten-afdeelingen van R. K. vakafdeelin- gen, spoedig wordt opgelost, opdat de hoofdzaak en aller wensch de jeugd georganiseerd! er niet onder lijde! Dan is er van de week nog iets ge beurd, wat je treurig en grappig zoudt kunnen noementragi-comisch dus, zoo als je het met «en geleerd woord noemt. De befaamde Evangelische Maatschappij vergaderde te Groningen (we vernamen dat zij 929 leden telt. Heusch geen aantal om zooveel ophef te maken, en ook heusch geen aantal om bang voor te worden. De meesten, verreweg de meesten, onzer niet-Katholieke landgew nooten schijnen te verdraagzaam te zijn pm lid te worden van die maatschappij!), In een voorvergadering of gezellig sa^ menzijn werden de vrouwen aangespoord! de maatschappij in haar strijd tegen het ultramontanisme, de Katholieke Kerk, tq steunen. En 'tis werkelijk zóó gezegd'! ze moesten dit vooral doen door dei huisgenooten des geloofs te bevoordeel leni Wat -n ergerlijke onverdraagzaam heid! Die aansporing wil in dit geval niets anders zeggen dankoopt in geen geval bij Katholieken! Gelukkig, dat dq Katholieken zelf en ook de meeste niet- Katholieken dat groepje van de Evan gelische Maatschappij uitgezonderd er anders over denken! Ik voor mij namelijk boycot geen enkelen winkelierja, toch boycot ik er wel, zonder het zelf te weten* Ik lees n.l. alleen de Katholieke courant, en weet van alle aanbiedingen, die wel in 'n ander, maar niet in mijn Katholiek, blad staan, niets, letterlijk niets. Dat is' het soort boycotten, dat ik beoefen, maar ook het eenige. En ik hoop alle Katho lieken met mij! JAN. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Invaliditeits- en ouderdoms- verzekering. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft aan de Tweede Kamer doen toekomen een nader verslag van prof. dr. Jr C. Kluyver, met bijbehoorendq tabellen. Dit verslag bevat een onderzoek naar het evenwicht van baten en lasten der, invaliditeits- en ouderdoinsverzekering volgens het nader gewijzigd ontwerp. Nu de berekeningen van zijn in April 1911. ingediend verslag moesten worden her haald met den aangenomen rentevoet van 31/2 pet., heeft prof. Kluyver het noodig geoordeeld alle grondslagen zooveel mo gelijk in overeenstemming te brengen met de thans beschikbare gegevens. Zoo ist behalve dat de rentevoet veranderd ist gebruik gemaakt van de uitkomsten der Beroepstelling, gehouden 31 Dec. 1909, en berust de statistiek der huwelijken thans op de uitkomsten der toen gehou den volkstelling, terwijl de mannentafel (tijdvak 1809—1900) vervangen is door. (de overeenkomstige sterftetafel, tijdperk 1900—1910. Bij het vaststellen der inva- liditeitskansen kon in aanmerking worden genomen de ondervinding, in Duitschland verkregen gedurende de jaren 1908—. 1910, en eindelijk is de vermoedelijke verdeeling der verzekerden over.de I0011- klassen herzien met behulp van de laatste uitkomsten der Duitsche zegelstatistiek. Volgens de schattingen van prof. Kluy ver zal de verandering van art. 62 (4) alleen dan uitvoerbaar zijn, indien de in art. 19 genoemde rijksbijdrage tot 10 millioen gulden wordt verhoogd. Aan het slot van 'het verslag heeft hij als antwoord op een hem gestelde vraag en eiken dag lange lijsten opmaakten met namen van verdachten. Dien avond had de kleine stad, die eenige jaren te voren zoo vroolijk en onbekommerd was, een bijna _somber aanzien. De storm woedde met heftigheid voort. Geen licht aan de vensters, geen ster ren aan den hemel. Wanneer men zich op straat waagde, stelde men zich bloot aan het gevaar een steen op het hoofd te krijgen, die van een der hooge schoorsteenen was afgerukt, of een dakpan, meegesleept door den wind. Evenwel, op de Place Cornemuse duidde een 1 antaarn, die boven de poort van een groot huis hing en een onzeker licht wierp op een uithangbord, een gastvrij verblijf aan. Op dat uithangbord kon men, als het dag was, lezen In den Gouden Leeuw. 1 ERANQOIS GOURAY. Logement en Stalling. Nu en dan gleed, ondanks den storm, 'een donkere gedaante door de nauwe straten, die op het plein uitkwamen, en sloop met de omzichtigheid van een samenzweerder of 'n lid van een of ander gejie.im gen,Q,otsc,hap deze herberg binnen In de gelagkamer, die uitkwam op de binnenplaats en slecht verlicht was door 2 of 3 walmende kaarsen, vereenigden zich eiken avond een twaalftal trouwe bezoekers. Tot weLke partij behoorden zij? Wanneer men naar hun woorden oor deelde, zou men hen moeten houden voor patriotten, met vurigen ijver be zield en voorstanders van de krachtigste zelfs bloedige maatregelen. Men kon echter ook gelooven, dat er onder hen eenige waren, wier geestdrift voor de beginselen der Groote Revolutie werd opgewekt door den machtigen factor, dien men vrees noemt, en inder daad gebeurde er genoeg, dat vrees kon opwekken, want de rechters der revo- lutionnaire rechtbanken kenden slechts twee straffen: schavot en verbanning, nog verergerd door de verbeurdverkla ring der goederen van veroordeelden. Francois Gouray, de kastelein, was een forsch gebouwd man van omstreeks 40 jaren, kort van gestalte en met een gebronsde gelaatstint, breede schouders, een gespierden nek en armen, helderq oogen en zwart haar, geheel het uiter lijk van een zeeman, welke zoo talrijk zijn op de Bretonsche kust, met haar klippen en haar nevelen. iW/0.rd,t vervolgd.) v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5