50 cent
bij vooruitbetaling.
Uit de Pers.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courantvan
Woensdag 4 Sept, no. 883.
STATEN-GENERAAL.
TW EEDE KAMER.
Kort Verslag van de vergaderingen
der Kamer.
Het Kort Verslag der vergaderingen
van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal verschijnt in den ^vond van eiken'
dag, waarop de Kamer vergadert.
De abonnementsprijs bedraagt f 1.
[Men abonneert zich voor den tijd van
een geheel zittingsjaar. Voor de verzen
ding van het Verslag aan abonnementen
binnenslands is geen port verschuldigd-
Wij stellen onze lezers echter in de
gelegenheid, mits zij dit TIJDIG opge
ven, het Kort of Analytisch verslag te
bekomen voor den prijs van j
De verzending van het Verslag ge
schiedt ook in dit geval portvrij.
Alle betalingen van het Kort Verslag
geschieden
De aandacht van hen, die reeds voor
de vorige zitting op het Kort Verslag
waren geabonneerd, wordt er op ge
vestigd, dat het noodig is, om, wan
neer zij ook gedurende de nieuwe
zitting het Verslag weder wenschen
te ontvangen, zich opnieuw te abon-
neeren, en dat het, met het oog op
eene geregelde toezending van het
begin der zitting af, gewenscht is
dat vooral TIJDIG te doen.
Om de bestelling te vergemakkelijken,
komt in dit nummer een formulier voor,
hetwelk duidelijk ingevuld, aan
de Administratie, OUDE
SINGEL 54, LEIDEN,
moet gezonden worden.
DE DIRECTIE.
Teere banden, die trekken?
Onder dezen titel schrijft de (A. R.)
Rotterdammer:
Opmerkelijk is dat de groofe liberale
pers eenstemmig de weigering van den
jjiaagschen Burgemeester in zake de ma
nifestatie op den „Rooden Dinsdag" af
keurt.
Alles slooft zich af om te betoogen dat
ten vorigen jare de optocht ordelijk ver
liep en dies alle reden ontbrak om thans
een spaak in het wiel te steken.
Dat die redeneering buiten de kern
der zaak omgaat, is niet moeilijk te
doorzien.
Immers, wat aan die kiesrechtdemon
stratie haar hatelijk karakter gaf, was
de keuze van den dag, waarop ze wierd
gehouden.
Daar zijn "in het jaar 1912 driehonderd
en veertien werkdagen, waarop men zijn
hart met demonstreeren kan ophalen.
Of als men de liefde van hei roode
hart aan een Dinsdag verpand had,
dan nog had men buiten den derden Dins
dag van September, de keuze uit twee
en vijftig Dinsdagen
Maar juist die 3de Dinsdag van Sep
tember, voor ons volk van zoo hooge
nationale beteekenis, moest het wezen.
In stee van den koninklijken stoet de
fanfares der S.D.A.P.En nu en immer!
Volkomen terecht leende de Haagsche
Burgemeester zich niet voor dat partijge-
doe.
Zeker had hij sterker gestaan indien
reeds ten vorigen jare geen verlof was
gegund, al verklaren de buitengewone
omstandigheden van dat jaar dit ook ten
deele.
Nu echter lag de plicht tot weigeren
zoo voor de hand, dat men zich verbaast,
hoe de vrijzinnige pers hier met het Volk
koekoek één zang zingt
Of zijn er teere banden, die trekken?
Dat zou veel, zoo niet alles verklaren!
FEUILLETON.
De Erfgenaam van hertog Jean.
NAAR HET FRANSCH.
35)
De „Roche-Courbe" had inderdaad 'n
slechten naam.
Ofschoon een middelmatige hoogte,
had zij schier ongenaakbare gedeelten,
gevaarlijke steilten. Men sprak van on
gelukken, die hadden plaats gehad, ter-
Avijl er sneeuw lag, en wijl haar steile
flanken slechts schaarsch met gras, struik
gewassen en kreupelhout was begroeid,
.werd zij maar zelden bestegen door de
herders-zelven, die elders veel beter te
bereiken en weliger plekken vonden, om
er hun vee te laten weiden.
Nooit nog was ij< dien kant, de meest
troostelooze plaats van den omtrek, uitge
gaan, maar mijn onkunde hield mij niet
terug. Tegenover die dingen der natuur
had ik de onbewuste driestheid der kin
deren, die in de stad zijn opgevoed, en
ik verbeeldde me kort en goed, dat in
die weinige maanden mijn dreutel-wande
lingen in den tuin of in het dorp, onze
rijtuigritten en twee of drie jachtpartij
Theorie en practijk.
Het Volk bevatte Zaterdagavond
een hoofdartikel, waarin het tracht duide
lijk te maken, waarom het met zijn par-
tijgenooten niet mee wil feestvieren op
Koninginnedag.
Naar aanleiding daarvan maakt het
Centrum de volgende kantteekenin-
gen, die zeer ad rem zijn.
Of de socialistische redactie en haar
publiek het al dan niet goedvinden, de
verjaardag der Koningin wordt er met
niet minder opgewektheid om gevierd,
ook in de kringen en wijken der arbei
ders.
Het wereldschokkend feit, dat het
hoofdorgaan der S. D. A. P. telken jare
op 31 Augustus uit zijn humeur raakt,
en moppert, doet daarvan niets af.
En wjj zouden van deze baloorige
ontboezeming dan ook geen melding ge
maakt hebben, wanneer daarin niet deze
merkwaardige passage ware te lezen ge
weest
Toen onlangs in Luxemburg de kon-
stitutioneele vorstin weigerde een wet,
door de eigenlijke wetgevende macht
aangenomen, te bekrachtigen met haar
handteeken.ing, ging er een sensatie
van verbazing door heel Europa en de
koppige vorstin heeft het geen maand
voigehouden. Toen teekende ze de in
haar oogen verderfelijke wet. Een be
stuurder van een socialistische vakver-
eeniging zou meer ruggegraat hebben
betoond.
Zoo dieip is het koningschap in de
werkelijkheid gedaald.
Ziedaar!
Toen de Groothertogin haar goed
keuring zoo lang mogelijk aan de wet in
quaestic onthield daarmede een duide
lijke vingerwijzing gevende ging er
niet slechts „een sensatie van verbazing
door heel Europa", maar vond men in de
liberale en socialistische pers geen woor
den genoeg, om haar te dreigen en te
grieven.
Thans echter verwijt het Volk, dat de
Vorstin ten slotte toch de wet teekende.
„Een bestuurder van een socialistische
vakvereeniging zou meer ruggegraat ge
toond hebben", heet het smalend.
iMen neme van deze verklaring nota.
iWant dit schrijft een blad, welks re
dactie de leer der zoogenaamde voikssou-
vereiniteit huldigt en zweert bij de meer
derheid!
Het geval is te merkwaardig, om het
niet even vast te leggen.
iWij weten nu, wat men in het roode
kamp onder „ruggegraat" verstaat en
wat wij te wachten hebben, wanneer
ooit de hoogste macht in den lande door
een sociaal-democratisch kopstuk mocht
worden verkregen.
Tegenover besluiten van de Volksver
tegenwoordiging zou hij, ten spijt van
alle constitulioneele bepalingen, niet zijn
beginsel stellen, maar.... zijn ruggegraat!
Het dictatorschap op zijn fraaist!
Zevende Katholieke Sociale Week
Staat en Rechtvaardigheid was het on
derwerp, dat in twee onderdeden door
twee sprekers Dinsdag in ochtend- en
middagvergadering werd behandeld.
In de ochtendvergadering had de heer
mr. Aalberse het eerste onderdeel voor
zich genomen, nl. de arbeidersbescher
ming.
Tot goed begrip van alles begon spre
ker met een omschrijving van het begrip
„Staat".
Het doel van den Staat is: het alge
meen welzijn te bevorderen en op te voe
ren. Het algemeen welzijn is, zooals pa
ter Bruin formuleert, een zodanigen alge-
meene toestand, waarin alle leden der
maatschappij in staat zijn, om, vrij en
zelfstandig, met eigen krachten, hun wa
re tijdelijke welvaart te bewerken.
Er moet cfhs zijn orde, vrede, zeker
heid m.a.w. de algemeene rechtstoestand
moet zijn geregeld en gewaarborgd. Het
recht moet dus beschermd worden.
De menschen kunnen hetzij op zich
zelf staande, hetzij vereenigd in vrije v.er-
eenigingen net al de voorwaarden voor
hun geestelijk en stoffelijk welzijn in het
en in het bosch mij hadden gemaakt
tot 'n buitenman, 'n gehardén bergbewo
ner, 'n soort van Indiaanschen jager, in
staat om allen gevaren het hoofd te bie
den. Sedert ik in "net bezit van mijn lee-
ren slobkousen was, en had geleerd door
een bevochtigden vinger te kunnen on
derscheiden, van welken kant de wind
woei, kende mijn verwaandheid geen
grenzen, en zou ik gemeend hebben mij
te onteeren door ook maar naar den weg
te vragen.
Zag men overigens niet van alle kan
ten den uijzonderen vorm van het rots
blok, dat er zich boVen verhief. Het was
daar, vlakbij, dat ik voor mij zag met zijn
witten klokkentoren en zijn arme hutten
van houthakkers en kolenbranders.
Eenmaal te Fargy, zou ik nog alleen
een klein oploopend bosch op de flanken
van den heuvel behoeven door te gaan.
Ik zou wel gauw aan den voet van de
rots zijn, die ik vlug zou beklemmen. Ik
zou mijn naam boven in de steenen grif
fen. Ik berekende, dat ik tegen 3 uur in
den middag te Sommerive terug zou zijn.
Ik liep snel. In 40 minuten had ik de
vijf kilometer afgelegd, die mij van Far
gy scheidden, waar ik vroeger aankwam
dan ik voorzien had. Daar evenwel wacht
te mij een kleine, minder aangename
verrassing. Het bosch, dat op een af
leven roepen. Hier moet dus de c
steunend en aanvullend, zoo noc -
handelend optreden. De Staat nv
het particulier iniitiatief tegemoei
Belichten we nu onder deze
ving en opvatting van het begrip
het arbeidersvraagstuk.
Onder: Sociale kwestie verstaan wij
die verandering van maatschap!:
vraagstukken, die het gevolg zijn
doorwerking der anti-christelijke i J
in Staat en Maatschappij sinds de Re
naissance.
We zien hier dus twee inwerkende
factoren
lo. de doorwerking der hérlc:-l i-hei-
densche ideeën.
2o. de samenstelling der nieuwer: sa
menleving, tengevolge van de ont
ling van de industrie, den handel enz.
De eerste factor heeft het meest bijge
dragen tot het ontstaan der sociale kwes
tie. Niet de feiten in de eerste plaats,
maar de ideeën beheersrhen de we. Cl
Het arbeidersvraagstuk nu is een :r
voornaam onderdeel van de sociale kwes
tie. Het arbeidersvraagstuk is dat maat
schappelijk vraagstuk, hetwelk voor de
arbeiders het gevolg is geweest van de
doorwerking der anti-christelijke ideeën.
Ook hier onderscheiden wij dezelfde in
werkende factoren als bij de sociale kwe
stie in het algemeen.
Voor de oplossing van het arbeiders
vraagstuk is noodig de samenwerking van
verschillende factoren: n.l.de Kerk, de
Vereeniging en de Staat.
De taak van den Staat is: bescherming
yan het recht en aanvulling en onder
steuning van het particulier initiatief.
Het is een feit, zegt spr., dat dc sociale
wetgeving zoo herhaaldelijk voor staats
socialisme wordt uitgekreten. Wat is
eigenlijk Staatssocialisme?
Die gedachtengang, waarbij de theorie-
en worden verkondigd, die uitgaan van
de meest volslagen ontkenning van het
natuurrecht, die de staatsmacht eene on
begrensdheid toekennen. Het staatssocia
lisme gaat zoover mogelijk en hadlt naar
zich toe wat het kan; staatsbemoeiing is
echter datgene wfear de staat mag en
moet optreden zoodra en in zooverre
als dat voor het algemeen welzijn ver-
eischt wordt. Zoo zijn derhalve staatssoci
alisme en staatsbemoeiing twee niet enkel
verschillende woorden, maar ook geheel
gescheiden begrippen. Zoo rust derhalve
op den staat de plicht de arbeidersrech
ten te beschermen, en hij doet dit door
wetgeving betreffende het arbeidscontract
de arbeidswet, de veiligheidswet, de ar
beidersverzekering enz. Zoo is de staat
ook de aanvulling van net particulier ini
tiatief toevertrouwd. Voorbeelden hiervan
zijn rijksverzekeringsbank, ziekenkassen,
subsidiën aan sociale instellingen e. d. g.
Ten slotte wees $pr. er op, dat sociale
wetgeving alléén de sociale kwestie niet
kan oplossen. De Kerk en de Vereeni
ging hebben hier een groote taak.
Hoe dieper zij de christelijke begin
selen weer doen indringen in Maatschap
pij en Staat, hoe meer de Staat haar werk
zaamheid in deze kan inkrimpen.
Als spreker voor de middagvergade
ring trad op Mr. A. Tepe uit Leiden, die
onder den titel van Staat en Rechtvaar
digheid de Middenstandswetgeving be
handelde. Alvorens over te gaan tot het
eigenlijk onderwerp dezer les gaf Mr.
Tepe eene begripsomschrijving van den
eigenlijken middenstand. Dit achtte hij
voor alles noodzakelijk daar wij bij1 wijze
van spreken onder middenstanders ver
staan, degenen die men nog rijk noch
arm kan noemen. En toch is dit de norm
niet om de klasse van middenstanders
te bepalen, wel kan deze maatschappe
lijke welstand als eene preciseering
worden aanvaard, maar onder midden
standers wil spreker thans beschouwd
hebben degenen die in de maatschap
pelijke belangen elkanders gelijkwaardi-
gen zijn n.l. de zelfstandige ondernemers
in den klein- en tusschenhandel of de
winkeliers en de zelfstandige onderne
mers in het klein- en middenbedrijf van
ambacht en industrie of de patroons-
ambachtslieden.
Na deze omschrijving betoogde hij de
noodzakelijkheid van een krachtiger
middenstand. De achteruitgang van de
zen stand is voor een groot deel het
In; /ündc RededeeDigen.
stand zich över het dorp scheen te bui
gen, te wortelen in de daken der huizen,
scheen terug te wijken naar gelang ik
verder kwam. Ik had een uur noodig, om
het te bereiken, hetgeen mijn berekening
geheel en a. deed falen.
Ik maakte me echter niet ongerust, ik
had nog allen tijd voor me. De zonne
warmte nam nog voortdurend toe, zon
der de roodachtige tint der boomen en
een lichten scherpen wind, die nu en dan
uit het westen blies, zou men gemeend
•hebben in de lente te zijn.
Ik kreeg eerst een gevoel van kou,
toen ik de boschstreek bereikte. In de
schaduw was de grond doorweekt van
de regens der vorige dagen, vochtig,
modderig, hier en daar zelfs moerassig
geworden, zoodat mijn beklimming nogal
moeilijk werd.
Aanvankelijk had ik er genoegen in.
Met aaneengesloten voeten sprong ik
over.de sloten 'en plassen; zegevierend
beklom ik de omgevallen boomstammen,
die mij den weg versperden, en met
behulp van mijn alpenstok en mijn bespij
kerd schoeisel, klauterde ik zonder te
veel uitglijdingen en kleine vallen langs
de steeds steiler en glibberiger helling om
hoog. Evenwel na een uur begon deze
oefening haar aantrekkelijkheid te ver
liezen, en raadpleegde ik met eenige be
den-
va
economie. Te loochenen is Ik niet dat
de mi ldein:t 3 t g ;v-irc \an de rich-?
tngi, waarin, en de snelheid, waarmede
handel en inJ rstrie zich ont IJ heb
ben, een zwaren strijd heeft te voeren,
maar wanneer hij zelf door inspanning
van al e eigen individuele krachten en
voortdurende samenwerking zich op
werkt, dan ovoor hem .u- ic.cA-A.iK-t
niet donker. Dat de middenstanders
eerst hun blik verruimen, dan kan dc
staat in zijn bemoeiing aanvullen wat
cr nog ontbreekt Het particulier initia-
tief in i:t in i echter het sterkste z in
cn dc inn nging van den staat slechts
uitzondering blijven. Toch zai eene wet
telijke regeling ook in vele gevallen
van nut zijn n.l. tot regeling der'onbe
perkte concurrentie; hierin moet men
niet zied iets anti-maatschappelijks..Ook
de regeling 1 -t waarborging eener recht
vaardige lastenverdeling is staatszorg.
Toch zal het particulier initiatief ie
trachten hebben de op den winkelstand
onrechtmatig drukkende personeele be
lasting herzien te krijgen. Sprekér her
innert hier aan het gezegde van Mr.
Regout op de vorige sociale week te
Breda, dat de onrechtvaardig drukkende
personeele belasting reeds lang tot het
verleden zou behooren, wanneer er was
een goed georganiseerde middenstand.
Ook voor de algemeene ontwikkeling
en de vakopleiding kan nog veel wor
den gedaan.
Gemeenteraad van Leiden.
(Vervolg.)
Voorts worden benoemd:
tot ii'd der Commissie van Beheer
over de gestichten Endegeest, Voorgeest
en Rhijngeest, de heer J. Roem, af
tredend;
tot drie leden van de Commissie voor
liet Stedelijk Museum de Lakenhal de
heeren dr. P. J. Blok, dr. A. VV. Kroon en
D. Harteveit H.Czn., allen aftredend;
tot lid van het bestuur der Stedelijke
Werkinrichting buiten de leden van den
Raad, de heer S. J. Ie Poole, altredend;
tot lid en plaatsvervangend lid van
de Commissie van onderzoek bedoeld
in art. 22 van het reglement voor de
werklieden in dienst van de gemeente
Leiden resp. de heeren mr. A. van der
Eist en mr. P. E. Briët, bedden aftredend;
Daarna is aan de orde:
13. Voorstel tot het aangaan van een
overeenkomst inzake de uitbreiding van
den Leidschen keuringsdienst van eet-
en drinkwaren over de gemeente War
mond.
Goedgekeurd.
14. Voorstel tot wijziging van de finan-
cieeie verhouding tusschen de gemeente
en dé Stedelijke fabrieken van gas- en
electriciteit.
De Commissie van Financiën heeft
medegedeeld, dat zij tegen het voorstel
geene bedenkingen heeft, onder voor
waarde evenwel, dat, indien de gemeente
eventueel een hoogere rente dan 41/2 pCt.
zal moeten betalen, ooik aan de Licht
fabrieken het hoogere peroentage in reke
ning zal worden gebracht.
De Voor zitter verzoekt, de laatste
clausule in ie trekken, omdat het percen
tage ad 41/2 pCt. een rentevoet is, die
iedere soli ede finandeele onderneming op
't oogenblik moet betalen, 't Is dus een
soort obligatieleening van de fabriek bij
de gemeente. W<erd toegevoegd, wat de
Commissie wenschte dan zou men 't sy
steem schenden, omdat de gemeente geld
leent aan de gasfabriek, afgescheiden wat
zij zelve voor hare leeningen betaalt.
Indien de algemeene toestand verandert,
spreekt het van zelf, dat in de verhouding
verandering zaïl komen.
De heer R e i m e r i n g e r, voorzitter
zorgdhedd mijn horloge.
Aan dat kleine bosch, dat ik had ge
meend in een wip te kunnen doorkruisen,
kwam geen einde, en van het oogenblik
dat ik de beklautering van den berg be
gonnen was, scheen deze mij zonderling
hoog toe.
Eindelijk kwam er eenig licht tusschen
het gordijn der boomen, de bodem was
nog- slechts overdekt met doornige strui
ken en de kop van de rots verhief zich
voor mij schier loodrecht, ofschoon niet
heel hoog.
Toch aarzelde ik geen oogenblik. De
zon, die ik buiten het bosch had gehoopt
terug te vinden, fopte me, de lucht be
trok en de wind, waartegen de boomen
mij haast niet meer beveiligden, blies
zoo, dat het me speet, den raad van
moeder Crustaud, mijn overajs mee te
nemen, niet had opgevolgd. De beklim
ming zou me nog wel tien minuten kos
ten, en ofschoon ik voor de daling slechts
de helft van den tijd noodig had, wel
ken ik aan de beklimming had besteed,
kon ik toch eerst bij het vallen van den
avond te Sommerive terug zijn. Was het
niet verstandiger aanstonds den terug
weg aan te nemen? De aanblik van die
kleine oflbeduidende rots, daar vlakbij,
mij schijnend uit te dagen, en de ontij
dige herinnering aan hertog Jean ver
der CtvrKi'.iisii* van Financiën, licht nader
het advies toe, omdat in de stukken
niet juist wordt weergegeven, hetgeen de
Commissie bedoelt
De heer Fokker wffl het voorstel
renvoyeeren naar de secties, om het te
behandelen bij de bcgrooling.
De heer Vergouwen steunt dit
laatste denkbeeld niet; ook omdat het
voorste! vroeger reeds is aangekondigd.
Spr. wil, indien de gemeente voor haar
eigen leeningen een hooger percentage
moet betalen, ook van de gasfabriek een
hooger percentage vorderen.
De V o o r z i 11 e r zet het praclisch nut
van het voorstel uiteen. Voor de gas
fabriek zal het verschil slechts enkele
duizend gulden per jaar bedragen; voor
de ekctrische centrale meer, omdat de
centrale veel te goedkoop heeft geleend.
Spr. acht het voorstel, waarop dikwijls
is gezinspeeld, zeer eenvoudig en ziet
nier in, waarom aanhouding noodig is.
De lieer Fokker ziet in het voorstel
een verkapte poging tot winstverlaging
van de gasfabriek, hetgeen een verlaging
van den gasprijs zal tegenhouden. Spr.
gelooft, dat het voorstel bij de begroo
ting thuisbehoort
De heer Bosch betoogt, dat dit voor
stel thans veel rustiger kan worden be
handeld dan bij de begrooting. Spr juicht
het voorstel toe, omdat men er door
krijgt een zuiver financieel overzicht. Een
verkapte winstverlaging ziet spr. er niet
in, omdat thans b.v. te weinig voor de
straatverlichting wordt betaald. Door het
voorstel zal men krijgen een juiste be
paling van de winst.
De heer van der Pot vraagt, of de
opmerking der Commissie alleen slaat op
de z.g. obligatieleening, dan wel ook op
''de tijdelijke geldieeningen, noodig voor
de voortzetting van liet bedrijf. Voor
tijdelijke leeningen, die afhankelijk zijn
van her disconto der Ned. Bank, zal dik
wijls meer dan 4y2 pCt. moeten worden
betaald.
De Voorzitter gelooft, dat en dé
tail de rentevoet moet worden beschouwd
los van hetgeen de gemeente betaalt; en
gros niet. Voor de tijdelijke leeningen
moet niet een apart percentage worden
vastgesteld; dit leidt tot allerlei moeilijk
heden en administratieven omslag.
De heer Ve rgouwen zegt, dat het
disconto meestal beneden 4i/2 pCt. blijft
Het voorstel richt het bedrijf in, gelijk
elke particuliere onderneming jis ingericht
Het sluit bovendien aan bij de laatst vast
gestelde verordeningen.
De lieer Fokker vraagt, waarom van
de kabels der centrale meer retributie
wordt geheven dan van de kabels van
den klokkendienst.
De Voorzitter antwoordt, dat een
winstgevend bedrijf meer kan betalen dan
een minder rendabel bedrijf. Spr. gelooft,
dat het er nog eens van zal komen, dat
de pensioneering der ambtenaren van de
gasfabriek, die thans door de gemeente
wordt betaald, ten laste der fabriek wordt
gebracht Spr. verdedigt nader het voor
stel, dat vervolgens zonder hoofdelijke
stemming wordt goedgekeurd.
dreven die mijner onwaardige zwakheid.
Ik zou me er eenigszins over hebben
geschaamd, dat ik op mijn twee voe
ten niet had kunnen doen wat mijn held
had gedaan op de vier beenen van zijn
paard, en kijkend naar mijn slobkousen,
om moed te vatten, zette ik mij in be
weging.
O, die ellendige rots, schijnbaar zoo
onschuldig, welke strikken bereidde ze
mij. Ik, die nooit anders gekend had
dan aardige, kleine, drukbezochte bergen
met lieve, begaanbare paden, altijd op
eenig punt uitloopend, ik had niet gere
kend op de hinderpalen, welke ik ont
moeten zou. Steenen onder mijn schreden
wegvallend, gaten, om de beenen te bre
ken, gladde rotswanden, waarlangs ik
me door de kracht van mijn polsen om
hoog moest hijschen, onmogelijke gedeel
ten, waarover ik mij nu eens op ha :n
en voeten, dan voorover- liggend, heen
werkte, met ellebogen en knieën ma
noeuvreerend, mij vastklampend aan de
struiken, kortom, ware toeren van
evenwicht verrichtend. Die geweldige
gymnastiek deed me in mijn zweet baden,
mijn handen waren ontveld, mijn mooi
fluweelen kostuum was op verscheiden
plaatsen gescheurd en vuil, en mijn man
chetten waren in flarden veranderd.
(Wordt vervolgd.)