50 cent bij vooruitbetaling. Uit de Pers. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courantvan Woensdag 4 Sept, no. 883. STATEN-GENERAAL. TW EEDE KAMER. Kort Verslag van de vergaderingen der Kamer. Het Kort Verslag der vergaderingen van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal verschijnt in den ^vond van eiken' dag, waarop de Kamer vergadert. De abonnementsprijs bedraagt f 1. [Men abonneert zich voor den tijd van een geheel zittingsjaar. Voor de verzen ding van het Verslag aan abonnementen binnenslands is geen port verschuldigd- Wij stellen onze lezers echter in de gelegenheid, mits zij dit TIJDIG opge ven, het Kort of Analytisch verslag te bekomen voor den prijs van j De verzending van het Verslag ge schiedt ook in dit geval portvrij. Alle betalingen van het Kort Verslag geschieden De aandacht van hen, die reeds voor de vorige zitting op het Kort Verslag waren geabonneerd, wordt er op ge vestigd, dat het noodig is, om, wan neer zij ook gedurende de nieuwe zitting het Verslag weder wenschen te ontvangen, zich opnieuw te abon- neeren, en dat het, met het oog op eene geregelde toezending van het begin der zitting af, gewenscht is dat vooral TIJDIG te doen. Om de bestelling te vergemakkelijken, komt in dit nummer een formulier voor, hetwelk duidelijk ingevuld, aan de Administratie, OUDE SINGEL 54, LEIDEN, moet gezonden worden. DE DIRECTIE. Teere banden, die trekken? Onder dezen titel schrijft de (A. R.) Rotterdammer: Opmerkelijk is dat de groofe liberale pers eenstemmig de weigering van den jjiaagschen Burgemeester in zake de ma nifestatie op den „Rooden Dinsdag" af keurt. Alles slooft zich af om te betoogen dat ten vorigen jare de optocht ordelijk ver liep en dies alle reden ontbrak om thans een spaak in het wiel te steken. Dat die redeneering buiten de kern der zaak omgaat, is niet moeilijk te doorzien. Immers, wat aan die kiesrechtdemon stratie haar hatelijk karakter gaf, was de keuze van den dag, waarop ze wierd gehouden. Daar zijn "in het jaar 1912 driehonderd en veertien werkdagen, waarop men zijn hart met demonstreeren kan ophalen. Of als men de liefde van hei roode hart aan een Dinsdag verpand had, dan nog had men buiten den derden Dins dag van September, de keuze uit twee en vijftig Dinsdagen Maar juist die 3de Dinsdag van Sep tember, voor ons volk van zoo hooge nationale beteekenis, moest het wezen. In stee van den koninklijken stoet de fanfares der S.D.A.P.En nu en immer! Volkomen terecht leende de Haagsche Burgemeester zich niet voor dat partijge- doe. Zeker had hij sterker gestaan indien reeds ten vorigen jare geen verlof was gegund, al verklaren de buitengewone omstandigheden van dat jaar dit ook ten deele. Nu echter lag de plicht tot weigeren zoo voor de hand, dat men zich verbaast, hoe de vrijzinnige pers hier met het Volk koekoek één zang zingt Of zijn er teere banden, die trekken? Dat zou veel, zoo niet alles verklaren! FEUILLETON. De Erfgenaam van hertog Jean. NAAR HET FRANSCH. 35) De „Roche-Courbe" had inderdaad 'n slechten naam. Ofschoon een middelmatige hoogte, had zij schier ongenaakbare gedeelten, gevaarlijke steilten. Men sprak van on gelukken, die hadden plaats gehad, ter- Avijl er sneeuw lag, en wijl haar steile flanken slechts schaarsch met gras, struik gewassen en kreupelhout was begroeid, .werd zij maar zelden bestegen door de herders-zelven, die elders veel beter te bereiken en weliger plekken vonden, om er hun vee te laten weiden. Nooit nog was ij< dien kant, de meest troostelooze plaats van den omtrek, uitge gaan, maar mijn onkunde hield mij niet terug. Tegenover die dingen der natuur had ik de onbewuste driestheid der kin deren, die in de stad zijn opgevoed, en ik verbeeldde me kort en goed, dat in die weinige maanden mijn dreutel-wande lingen in den tuin of in het dorp, onze rijtuigritten en twee of drie jachtpartij Theorie en practijk. Het Volk bevatte Zaterdagavond een hoofdartikel, waarin het tracht duide lijk te maken, waarom het met zijn par- tijgenooten niet mee wil feestvieren op Koninginnedag. Naar aanleiding daarvan maakt het Centrum de volgende kantteekenin- gen, die zeer ad rem zijn. Of de socialistische redactie en haar publiek het al dan niet goedvinden, de verjaardag der Koningin wordt er met niet minder opgewektheid om gevierd, ook in de kringen en wijken der arbei ders. Het wereldschokkend feit, dat het hoofdorgaan der S. D. A. P. telken jare op 31 Augustus uit zijn humeur raakt, en moppert, doet daarvan niets af. En wjj zouden van deze baloorige ontboezeming dan ook geen melding ge maakt hebben, wanneer daarin niet deze merkwaardige passage ware te lezen ge weest Toen onlangs in Luxemburg de kon- stitutioneele vorstin weigerde een wet, door de eigenlijke wetgevende macht aangenomen, te bekrachtigen met haar handteeken.ing, ging er een sensatie van verbazing door heel Europa en de koppige vorstin heeft het geen maand voigehouden. Toen teekende ze de in haar oogen verderfelijke wet. Een be stuurder van een socialistische vakver- eeniging zou meer ruggegraat hebben betoond. Zoo dieip is het koningschap in de werkelijkheid gedaald. Ziedaar! Toen de Groothertogin haar goed keuring zoo lang mogelijk aan de wet in quaestic onthield daarmede een duide lijke vingerwijzing gevende ging er niet slechts „een sensatie van verbazing door heel Europa", maar vond men in de liberale en socialistische pers geen woor den genoeg, om haar te dreigen en te grieven. Thans echter verwijt het Volk, dat de Vorstin ten slotte toch de wet teekende. „Een bestuurder van een socialistische vakvereeniging zou meer ruggegraat ge toond hebben", heet het smalend. iMen neme van deze verklaring nota. iWant dit schrijft een blad, welks re dactie de leer der zoogenaamde voikssou- vereiniteit huldigt en zweert bij de meer derheid! Het geval is te merkwaardig, om het niet even vast te leggen. iWij weten nu, wat men in het roode kamp onder „ruggegraat" verstaat en wat wij te wachten hebben, wanneer ooit de hoogste macht in den lande door een sociaal-democratisch kopstuk mocht worden verkregen. Tegenover besluiten van de Volksver tegenwoordiging zou hij, ten spijt van alle constitulioneele bepalingen, niet zijn beginsel stellen, maar.... zijn ruggegraat! Het dictatorschap op zijn fraaist! Zevende Katholieke Sociale Week Staat en Rechtvaardigheid was het on derwerp, dat in twee onderdeden door twee sprekers Dinsdag in ochtend- en middagvergadering werd behandeld. In de ochtendvergadering had de heer mr. Aalberse het eerste onderdeel voor zich genomen, nl. de arbeidersbescher ming. Tot goed begrip van alles begon spre ker met een omschrijving van het begrip „Staat". Het doel van den Staat is: het alge meen welzijn te bevorderen en op te voe ren. Het algemeen welzijn is, zooals pa ter Bruin formuleert, een zodanigen alge- meene toestand, waarin alle leden der maatschappij in staat zijn, om, vrij en zelfstandig, met eigen krachten, hun wa re tijdelijke welvaart te bewerken. Er moet cfhs zijn orde, vrede, zeker heid m.a.w. de algemeene rechtstoestand moet zijn geregeld en gewaarborgd. Het recht moet dus beschermd worden. De menschen kunnen hetzij op zich zelf staande, hetzij vereenigd in vrije v.er- eenigingen net al de voorwaarden voor hun geestelijk en stoffelijk welzijn in het en in het bosch mij hadden gemaakt tot 'n buitenman, 'n gehardén bergbewo ner, 'n soort van Indiaanschen jager, in staat om allen gevaren het hoofd te bie den. Sedert ik in "net bezit van mijn lee- ren slobkousen was, en had geleerd door een bevochtigden vinger te kunnen on derscheiden, van welken kant de wind woei, kende mijn verwaandheid geen grenzen, en zou ik gemeend hebben mij te onteeren door ook maar naar den weg te vragen. Zag men overigens niet van alle kan ten den uijzonderen vorm van het rots blok, dat er zich boVen verhief. Het was daar, vlakbij, dat ik voor mij zag met zijn witten klokkentoren en zijn arme hutten van houthakkers en kolenbranders. Eenmaal te Fargy, zou ik nog alleen een klein oploopend bosch op de flanken van den heuvel behoeven door te gaan. Ik zou wel gauw aan den voet van de rots zijn, die ik vlug zou beklemmen. Ik zou mijn naam boven in de steenen grif fen. Ik berekende, dat ik tegen 3 uur in den middag te Sommerive terug zou zijn. Ik liep snel. In 40 minuten had ik de vijf kilometer afgelegd, die mij van Far gy scheidden, waar ik vroeger aankwam dan ik voorzien had. Daar evenwel wacht te mij een kleine, minder aangename verrassing. Het bosch, dat op een af leven roepen. Hier moet dus de c steunend en aanvullend, zoo noc - handelend optreden. De Staat nv het particulier iniitiatief tegemoei Belichten we nu onder deze ving en opvatting van het begrip het arbeidersvraagstuk. Onder: Sociale kwestie verstaan wij die verandering van maatschap!: vraagstukken, die het gevolg zijn doorwerking der anti-christelijke i J in Staat en Maatschappij sinds de Re naissance. We zien hier dus twee inwerkende factoren lo. de doorwerking der hérlc:-l i-hei- densche ideeën. 2o. de samenstelling der nieuwer: sa menleving, tengevolge van de ont ling van de industrie, den handel enz. De eerste factor heeft het meest bijge dragen tot het ontstaan der sociale kwes tie. Niet de feiten in de eerste plaats, maar de ideeën beheersrhen de we. Cl Het arbeidersvraagstuk nu is een :r voornaam onderdeel van de sociale kwes tie. Het arbeidersvraagstuk is dat maat schappelijk vraagstuk, hetwelk voor de arbeiders het gevolg is geweest van de doorwerking der anti-christelijke ideeën. Ook hier onderscheiden wij dezelfde in werkende factoren als bij de sociale kwe stie in het algemeen. Voor de oplossing van het arbeiders vraagstuk is noodig de samenwerking van verschillende factoren: n.l.de Kerk, de Vereeniging en de Staat. De taak van den Staat is: bescherming yan het recht en aanvulling en onder steuning van het particulier initiatief. Het is een feit, zegt spr., dat dc sociale wetgeving zoo herhaaldelijk voor staats socialisme wordt uitgekreten. Wat is eigenlijk Staatssocialisme? Die gedachtengang, waarbij de theorie- en worden verkondigd, die uitgaan van de meest volslagen ontkenning van het natuurrecht, die de staatsmacht eene on begrensdheid toekennen. Het staatssocia lisme gaat zoover mogelijk en hadlt naar zich toe wat het kan; staatsbemoeiing is echter datgene wfear de staat mag en moet optreden zoodra en in zooverre als dat voor het algemeen welzijn ver- eischt wordt. Zoo zijn derhalve staatssoci alisme en staatsbemoeiing twee niet enkel verschillende woorden, maar ook geheel gescheiden begrippen. Zoo rust derhalve op den staat de plicht de arbeidersrech ten te beschermen, en hij doet dit door wetgeving betreffende het arbeidscontract de arbeidswet, de veiligheidswet, de ar beidersverzekering enz. Zoo is de staat ook de aanvulling van net particulier ini tiatief toevertrouwd. Voorbeelden hiervan zijn rijksverzekeringsbank, ziekenkassen, subsidiën aan sociale instellingen e. d. g. Ten slotte wees $pr. er op, dat sociale wetgeving alléén de sociale kwestie niet kan oplossen. De Kerk en de Vereeni ging hebben hier een groote taak. Hoe dieper zij de christelijke begin selen weer doen indringen in Maatschap pij en Staat, hoe meer de Staat haar werk zaamheid in deze kan inkrimpen. Als spreker voor de middagvergade ring trad op Mr. A. Tepe uit Leiden, die onder den titel van Staat en Rechtvaar digheid de Middenstandswetgeving be handelde. Alvorens over te gaan tot het eigenlijk onderwerp dezer les gaf Mr. Tepe eene begripsomschrijving van den eigenlijken middenstand. Dit achtte hij voor alles noodzakelijk daar wij bij1 wijze van spreken onder middenstanders ver staan, degenen die men nog rijk noch arm kan noemen. En toch is dit de norm niet om de klasse van middenstanders te bepalen, wel kan deze maatschappe lijke welstand als eene preciseering worden aanvaard, maar onder midden standers wil spreker thans beschouwd hebben degenen die in de maatschap pelijke belangen elkanders gelijkwaardi- gen zijn n.l. de zelfstandige ondernemers in den klein- en tusschenhandel of de winkeliers en de zelfstandige onderne mers in het klein- en middenbedrijf van ambacht en industrie of de patroons- ambachtslieden. Na deze omschrijving betoogde hij de noodzakelijkheid van een krachtiger middenstand. De achteruitgang van de zen stand is voor een groot deel het In; /ündc RededeeDigen. stand zich över het dorp scheen te bui gen, te wortelen in de daken der huizen, scheen terug te wijken naar gelang ik verder kwam. Ik had een uur noodig, om het te bereiken, hetgeen mijn berekening geheel en a. deed falen. Ik maakte me echter niet ongerust, ik had nog allen tijd voor me. De zonne warmte nam nog voortdurend toe, zon der de roodachtige tint der boomen en een lichten scherpen wind, die nu en dan uit het westen blies, zou men gemeend •hebben in de lente te zijn. Ik kreeg eerst een gevoel van kou, toen ik de boschstreek bereikte. In de schaduw was de grond doorweekt van de regens der vorige dagen, vochtig, modderig, hier en daar zelfs moerassig geworden, zoodat mijn beklimming nogal moeilijk werd. Aanvankelijk had ik er genoegen in. Met aaneengesloten voeten sprong ik over.de sloten 'en plassen; zegevierend beklom ik de omgevallen boomstammen, die mij den weg versperden, en met behulp van mijn alpenstok en mijn bespij kerd schoeisel, klauterde ik zonder te veel uitglijdingen en kleine vallen langs de steeds steiler en glibberiger helling om hoog. Evenwel na een uur begon deze oefening haar aantrekkelijkheid te ver liezen, en raadpleegde ik met eenige be den- va economie. Te loochenen is Ik niet dat de mi ldein:t 3 t g ;v-irc \an de rich-? tngi, waarin, en de snelheid, waarmede handel en inJ rstrie zich ont IJ heb ben, een zwaren strijd heeft te voeren, maar wanneer hij zelf door inspanning van al e eigen individuele krachten en voortdurende samenwerking zich op werkt, dan ovoor hem .u- ic.cA-A.iK-t niet donker. Dat de middenstanders eerst hun blik verruimen, dan kan dc staat in zijn bemoeiing aanvullen wat cr nog ontbreekt Het particulier initia- tief in i:t in i echter het sterkste z in cn dc inn nging van den staat slechts uitzondering blijven. Toch zai eene wet telijke regeling ook in vele gevallen van nut zijn n.l. tot regeling der'onbe perkte concurrentie; hierin moet men niet zied iets anti-maatschappelijks..Ook de regeling 1 -t waarborging eener recht vaardige lastenverdeling is staatszorg. Toch zal het particulier initiatief ie trachten hebben de op den winkelstand onrechtmatig drukkende personeele be lasting herzien te krijgen. Sprekér her innert hier aan het gezegde van Mr. Regout op de vorige sociale week te Breda, dat de onrechtvaardig drukkende personeele belasting reeds lang tot het verleden zou behooren, wanneer er was een goed georganiseerde middenstand. Ook voor de algemeene ontwikkeling en de vakopleiding kan nog veel wor den gedaan. Gemeenteraad van Leiden. (Vervolg.) Voorts worden benoemd: tot ii'd der Commissie van Beheer over de gestichten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest, de heer J. Roem, af tredend; tot drie leden van de Commissie voor liet Stedelijk Museum de Lakenhal de heeren dr. P. J. Blok, dr. A. VV. Kroon en D. Harteveit H.Czn., allen aftredend; tot lid van het bestuur der Stedelijke Werkinrichting buiten de leden van den Raad, de heer S. J. Ie Poole, altredend; tot lid en plaatsvervangend lid van de Commissie van onderzoek bedoeld in art. 22 van het reglement voor de werklieden in dienst van de gemeente Leiden resp. de heeren mr. A. van der Eist en mr. P. E. Briët, bedden aftredend; Daarna is aan de orde: 13. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst inzake de uitbreiding van den Leidschen keuringsdienst van eet- en drinkwaren over de gemeente War mond. Goedgekeurd. 14. Voorstel tot wijziging van de finan- cieeie verhouding tusschen de gemeente en dé Stedelijke fabrieken van gas- en electriciteit. De Commissie van Financiën heeft medegedeeld, dat zij tegen het voorstel geene bedenkingen heeft, onder voor waarde evenwel, dat, indien de gemeente eventueel een hoogere rente dan 41/2 pCt. zal moeten betalen, ooik aan de Licht fabrieken het hoogere peroentage in reke ning zal worden gebracht. De Voor zitter verzoekt, de laatste clausule in ie trekken, omdat het percen tage ad 41/2 pCt. een rentevoet is, die iedere soli ede finandeele onderneming op 't oogenblik moet betalen, 't Is dus een soort obligatieleening van de fabriek bij de gemeente. W<erd toegevoegd, wat de Commissie wenschte dan zou men 't sy steem schenden, omdat de gemeente geld leent aan de gasfabriek, afgescheiden wat zij zelve voor hare leeningen betaalt. Indien de algemeene toestand verandert, spreekt het van zelf, dat in de verhouding verandering zaïl komen. De heer R e i m e r i n g e r, voorzitter zorgdhedd mijn horloge. Aan dat kleine bosch, dat ik had ge meend in een wip te kunnen doorkruisen, kwam geen einde, en van het oogenblik dat ik de beklautering van den berg be gonnen was, scheen deze mij zonderling hoog toe. Eindelijk kwam er eenig licht tusschen het gordijn der boomen, de bodem was nog- slechts overdekt met doornige strui ken en de kop van de rots verhief zich voor mij schier loodrecht, ofschoon niet heel hoog. Toch aarzelde ik geen oogenblik. De zon, die ik buiten het bosch had gehoopt terug te vinden, fopte me, de lucht be trok en de wind, waartegen de boomen mij haast niet meer beveiligden, blies zoo, dat het me speet, den raad van moeder Crustaud, mijn overajs mee te nemen, niet had opgevolgd. De beklim ming zou me nog wel tien minuten kos ten, en ofschoon ik voor de daling slechts de helft van den tijd noodig had, wel ken ik aan de beklimming had besteed, kon ik toch eerst bij het vallen van den avond te Sommerive terug zijn. Was het niet verstandiger aanstonds den terug weg aan te nemen? De aanblik van die kleine oflbeduidende rots, daar vlakbij, mij schijnend uit te dagen, en de ontij dige herinnering aan hertog Jean ver der CtvrKi'.iisii* van Financiën, licht nader het advies toe, omdat in de stukken niet juist wordt weergegeven, hetgeen de Commissie bedoelt De heer Fokker wffl het voorstel renvoyeeren naar de secties, om het te behandelen bij de bcgrooling. De heer Vergouwen steunt dit laatste denkbeeld niet; ook omdat het voorste! vroeger reeds is aangekondigd. Spr. wil, indien de gemeente voor haar eigen leeningen een hooger percentage moet betalen, ook van de gasfabriek een hooger percentage vorderen. De V o o r z i 11 e r zet het praclisch nut van het voorstel uiteen. Voor de gas fabriek zal het verschil slechts enkele duizend gulden per jaar bedragen; voor de ekctrische centrale meer, omdat de centrale veel te goedkoop heeft geleend. Spr. acht het voorstel, waarop dikwijls is gezinspeeld, zeer eenvoudig en ziet nier in, waarom aanhouding noodig is. De lieer Fokker ziet in het voorstel een verkapte poging tot winstverlaging van de gasfabriek, hetgeen een verlaging van den gasprijs zal tegenhouden. Spr. gelooft, dat het voorstel bij de begroo ting thuisbehoort De heer Bosch betoogt, dat dit voor stel thans veel rustiger kan worden be handeld dan bij de begrooting. Spr juicht het voorstel toe, omdat men er door krijgt een zuiver financieel overzicht. Een verkapte winstverlaging ziet spr. er niet in, omdat thans b.v. te weinig voor de straatverlichting wordt betaald. Door het voorstel zal men krijgen een juiste be paling van de winst. De heer van der Pot vraagt, of de opmerking der Commissie alleen slaat op de z.g. obligatieleening, dan wel ook op ''de tijdelijke geldieeningen, noodig voor de voortzetting van liet bedrijf. Voor tijdelijke leeningen, die afhankelijk zijn van her disconto der Ned. Bank, zal dik wijls meer dan 4y2 pCt. moeten worden betaald. De Voorzitter gelooft, dat en dé tail de rentevoet moet worden beschouwd los van hetgeen de gemeente betaalt; en gros niet. Voor de tijdelijke leeningen moet niet een apart percentage worden vastgesteld; dit leidt tot allerlei moeilijk heden en administratieven omslag. De heer Ve rgouwen zegt, dat het disconto meestal beneden 4i/2 pCt. blijft Het voorstel richt het bedrijf in, gelijk elke particuliere onderneming jis ingericht Het sluit bovendien aan bij de laatst vast gestelde verordeningen. De lieer Fokker vraagt, waarom van de kabels der centrale meer retributie wordt geheven dan van de kabels van den klokkendienst. De Voorzitter antwoordt, dat een winstgevend bedrijf meer kan betalen dan een minder rendabel bedrijf. Spr. gelooft, dat het er nog eens van zal komen, dat de pensioneering der ambtenaren van de gasfabriek, die thans door de gemeente wordt betaald, ten laste der fabriek wordt gebracht Spr. verdedigt nader het voor stel, dat vervolgens zonder hoofdelijke stemming wordt goedgekeurd. dreven die mijner onwaardige zwakheid. Ik zou me er eenigszins over hebben geschaamd, dat ik op mijn twee voe ten niet had kunnen doen wat mijn held had gedaan op de vier beenen van zijn paard, en kijkend naar mijn slobkousen, om moed te vatten, zette ik mij in be weging. O, die ellendige rots, schijnbaar zoo onschuldig, welke strikken bereidde ze mij. Ik, die nooit anders gekend had dan aardige, kleine, drukbezochte bergen met lieve, begaanbare paden, altijd op eenig punt uitloopend, ik had niet gere kend op de hinderpalen, welke ik ont moeten zou. Steenen onder mijn schreden wegvallend, gaten, om de beenen te bre ken, gladde rotswanden, waarlangs ik me door de kracht van mijn polsen om hoog moest hijschen, onmogelijke gedeel ten, waarover ik mij nu eens op ha :n en voeten, dan voorover- liggend, heen werkte, met ellebogen en knieën ma noeuvreerend, mij vastklampend aan de struiken, kortom, ware toeren van evenwicht verrichtend. Die geweldige gymnastiek deed me in mijn zweet baden, mijn handen waren ontveld, mijn mooi fluweelen kostuum was op verscheiden plaatsen gescheurd en vuil, en mijn man chetten waren in flarden veranderd. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5