Cacao Van Houten's Uit de Pers. Debeste voor den prijsf eede Blad, behoorende De Leidsche Courantvan >ensdag 28 Aug. no. 877. Het nieuwe zittingsjaar, r. W. H. Nolens schrijft in de N.„ Crt. over het nieuwe der Staten-Generaal, dat den Dinsdag van September een aan- 7 neemt. laatste zittingsjaar van de ten einde ^ende legislatieve periode zal voor Tweede Kamer een zeer druk jaar zegt de schrijver, n al is de Kamer ook voortdurend geweest, toch is men geneigd te ^en of de belangrijkste werkzaam- en zich niet wat al te zeer in dit jaar ophoopen, en of niet het of ander onafgedaan zal blijven liggen. in de wetgeving wordt meestal >ger gemikt dan getroffen. te zorgvuldige voorbereiding loopt n ook daar wel eens gevaar den spoed uit het oog te verliezen, wat regeeringsprograms en troon- en betreft, zeer dikwijls blijkt, dat niet onrechte bij deze aan het gezegde de vork en het te vele hooi ge- wordt. _egt men de opgave van den stand werkzaamheden van de Tweede Ka- r op 15 Juli 1912 voor zich dan ret bij ieder de vraag rijzenhoe komt Kamer daar door? vindt in die opgave zeer belang ontwerpen, waaromtrent het verslag uitgebracht en die derhalve rijp zijn or openbare behandeling. andere is het voorloopig verslag stgesteld en werd het antwoord inge- zoo bv.. op het recht van vereeni- en vergadering, de afsluiting der liderzee, wijzigingen' der hinderwet, on- daad, debietrecht op tabak, Van de zeer belangrijke ontwerpen rechtspraak, gemeente- et, invaliditeitsverzekering, naamlooze nnootschap enz., die in handen eener -mmissie van voorbereiding worden ge- kan het verslag spoedig verwacht En niet minder gewichtige-voorstellen oeten nog in de afdeelingen worden iderzocht. Van hoeveel gewicht vele dier ont- erpen ook zijn, voor behandeling komen de eerste plaats in aanmerking die die nauw met elkaar ver- anden zijn, nl.de verzekeringswetten, tarief en de regeling der administra- eve rechtspraak. Daarmede zal de Kamer de handen meer dan vol hebben. Daarbij komt, dat de drie laatste maan- en van dit jaar grootendeels door de egrooting in beslag worden genomen, n dat de algemeene politieke beschou waarschijnlijk niet minder tijd uilen vorderen dan dit in vorige jaren et geval was. Ook indien er aan opzettelijk rekken discussies en andefe obstructie niet ;edacht behoeft te worden, en men zelfs en algemeene neigingtot zelfbeperking ou willen onderstellen, zal met den be- chikbaren tijd gewoekerd moeten worden. En zullen de leden, vooral de rechtsche eden, voortdurend op hun post moeten En zal er ordelijk gewerkt moeten Congres voor Zedelijke opvoeding. We hebben in de liberale pers aan- dingen te lezen gekregen over iet congres voor zedelijke opvoeding, het Huisgezin, over waardeering, eensgezindheid, van elkaar leeren, enz. Het congres is, volgens haar, een soort van geloof en ongeloof. En wat zien we nu? Dat de kopstukken der ongelcovigen fn het buitenland tegen gisteren, buiten program om, een vergadering hadden om een Ethisch Genootschap of Bond voor zedelijke opvoeding voor te stichten. FEUILLETON. Oe Erfgenaam van hertog Jean NAAR HET FRANSCH. 29) Mijn vader was van houding veran derd. Zijn bouquet aan mejuffrouw Es- Ipérit overgevend, die er lang den, geur jvan opsnoof, was hij de zingenden meer ^genaderdeerst had hij de maat meege- fclagen met het hoofd daarna was hij, herinneringen uit vroegere jaren [bewogen, begonn,en zacht te neuriën, en jjfcoen was hij mee gaan zingen, valscher jöan wie ook, maar met niet milder vuur. „jBis, bis!" riep ivij, toen het eertste (Couplet was geëindigd. „Kijk, dat doet me nu eens recht pleizier; dat herin.nert me aan de goede dagen toen, ik-zelf •[een kleine jongen en leerling van de goede Broeders .was." - Door die woorden scheen een, muur Van ijs eensklaps te smelten,. De kinderen ijwaren nu n.iet vrelesachtig meer, en mijn was meer op zijn gemak. Er werd (gelachen en gepraat en, geschertst. Zelfs [het droeve gezicht van broeder Cisturnus ijhelderde op, ;en broeder Regimb|ertu{s! Kierkte, ziin handen. wrijvend, op In de oproeping wordt de nationale en internationaal ethiek genoemd „de grondslag van alle internatio nale congressen voor zed el ij ke o p v o e d i n g." Op het congres zelf heet het, dat alles grondslag kan zijn van de zedelijke op voeding, óók de godsdienst. Maar in de onderonsjes verliest men de voorzichtigheid uit het oog en pro clameert de ethiek, de neutrale moraal, tot eenigen grondslag. Geen wonder dat de „Nieuwe Cour.", warm lofzanger van het congres, slecht te spreken is over dezen „eersten stap tot wezenlijke scheuring, tot afbreking van hetgeen het congres aan het opbouwen is." Een weinig geduld nog, en overtuigend zal blijken, dat de onverdraagzaam ge scholden katholieke pers en de voor on hoffelijk uitgekreten regeering goed ge zien hebben,toen zij zich afzijdig hielden. De „Nederlander" zal van haar instem ming weinig plezier beleven. Onder het opschrift:* De toren van Ba rbel, schrijft de Gelderlander: Ze zijn weer aardig bezig om hem op te bouwen. Die meening krijgt wel ieder, die de verslagen leest van het Congres voor ze delijke opvoeding, dat in Den Haag ge houden wordt. Het is er zooveel hoofden zooveel zinnen. Zelfs kregen we, afgaan de op de verslagen, de vermakelijke the orie te hooren, dat de moraal in plaats van te steunen op den godsdienst als op een grondslag, de voorbereiding is van een religieus leven, zelf van den gods dienst de basis vormt. Wat de een zegt wordt door den ander met een stalen gezicht weersproken. In vijf minuten tijd wordt een heel moraal- stelsel opgebouwd. Zooveel sprekers, zoo veel systemen, en het applaus is niet van de lucht. En al de wijsheid die er wordt verkon digd is in 't eerste 't beste boek over de moraal in uitgebreiden of beknopten vorm weer te vinden. Het heele succes van het congres moet dunkt ons, liggen in het mooie uitstapje van de deelnemers naar Den Haag. En daar de regen ook dat nog vergalt, zal het succes wel heel miniem zijn. Roode Dinsdag. Het verbod om een optocht te hou den op den dag der opening van de Sta ten-Generaal, door den burgemeester der Residentie, aan de socialisten gege ven, is aanleiding geworden tot enkele operkingen. Het Centrum zegt o.a. „Men behoeft er niet aan te twijfelen, of uit deze geweigerde toestemming zal de S. D. A. P. zooveel mogelijk munt trachten te slaan. Men hoort reeds de „verontwaardig de',' protesten tegen deze „schennis der vrijheid", of hoe de terminologie luiden zal. Een buitenkansje voor de schettejraars. Van louter tactisch standpunt ware er ongetwijfeld iets voor te zeggen geweest wanneer men, den optocht had laten doorgaan De partij ondervond er verleden, jaar reeds moeilijkheden van, o.a. wat de kóst ten betreft, en het liet zich aanzien, dat het met deze jaarlijks wederkeerende manifestatie welispoedig zou vast loo- pen. De zoogenaamde „roode Dinsdag" dreigde voor de ondernemers een lastig en duur beestje op stal t e worden. Maar de overheid heeft ten slotte niet te beoordeelen, wat al dan niet in 't bet- lang is van de propaganda eener partij, doch wel wat gevorderd wordt door overwegingen van" hoogeren en meer algemeenen aard. En dan is het te begrijpen dat zij een geregeld en opzettelijk demonstreet- ren op den dag dat door H. M. de Ko ningin of Hare plaatsvervangers de zit ting van het Parlement geopend wordt, ontoelaatbaar acht. De derde Dinsdag in September heeft voor Kroon en Volk een bizondere beteet- kenis, welke dient gerespecteerd. Geen partij heeft het recht, juist op dien dag beslag te leggen voor eigen, doeleinden Tegen een manifestatie voor algemeen „Ik wist dat u van muziek hield, en ik heb gewild, dat men een stuk te uwer eer instudeerde; het gaat niet slecht, maar "'t is nog mooier, wanneer broeder Clau dius het begeleidt op het harmonium". „Hij zou op de piano kunnen begelei den", riep Meg uit, door de algemeene geestdrift aangetast .„Daarginds staat er een. Kom maar mee. Zij liep naar de appartementen van hertog Jean, gevolgd door den ganschen troep, die nieuwsgierig dooreenholde. In een minuut was de piano overrom- pefd. „Naar de piano! Naar de piano!"- riep broeder Regimbertus, broeder Clau dius op de voor het instrument geplaat ste t abouret duwend. Er viel niet tegen te stribbelen. Zjjn door het rheumatisme eenigszins gezwol len vingers op de gele klaviertoetsen plaatsend, leidde broeder Claudius den zang in, waarna het koor inviel met nieu we kracht. De vroolijkheid was nu schier op haar hoogst en bereikte haar toppunt bij het verschijnen van moeder Crustaud met een reusachtigen stapel boterhammen. Zonder het chocoladekleu rige kostuum van mijn vader en zijn manier, om telkens en telkens te herhalen dat hij een leerling van de Broeders was geweest, zouden de gUngen vaji $lege ge- kiesrecht zaUniemand bezwaar hebben. Willen de sociaal-democraten voor dat kiesrecht optochten houden, dan, kunnen zij daartoe ruimschoots gelegenheid vin den in dagen in overvloed. Maar men wil juist een „rooden, Dins* dag", omdat daaraan nog iets anders vastzit dan de kiesrechf-eisch, die trou wens door dezen Haagschen, „pio-nic" om met Van Houten te spreken, geenszins werd gediend." „'Het is een kloek besluit van den bur gemeester der Residentie" zegt de Maasbode „waarvoor velen hem dankbaar zuilen zijn, om n.l. zijn toe stemming te -weigeren voor den, alge meen kiesrecht optocht der S. D. A. P.-ers op den dag van de opening der Staten-Generaal. Want het geldt hier allerminst een, „onschuldig vermaak", zooals mr. van Ho.uten in zijn, laatsten Staatkundigen Brief meent te mogen opmerken, maar de vraag, of de overheid door een niet te verdedigen toegeeflijkheid feitelijk zou gaan medewerken aan, een ongrond wettige daad. Iets anders toch is het brutale optre den der roode broederen njet. Want voor hun kiesrecht-betoogingi hebben zij dagen in, overvloed beschik baar, tot voor-verleden jaar werd die manifestatie dan ook op dén, vooravond van den openingsdag der Kamer geliou- Dat zij nu juist willen beslag leggen, op dezen éénen, dag, heeft geen ander doel dan een zekeren, invloed te oefenen op den grondwettelijken, gang van zaken, de galakoets van onze Kon.ingin moet dien dag plaats maken voor de vaan, van Troelstra. Zoolang echter onze Grondwet ten de>- ze geen praerogatieven aan, den heer Troelstra toekent, is de Overheid niet alleen in haar volle recht, maar zelfs verplicht zich tegen zulk aanmatigend Optreden te verzetten. In de roode pers zal het nu wel stor men gaan, er werd immers, zoodra het gerucht ging van een, mogelijke wei gering, al te verstaan gegeven, dat men zich daarbij zoo maar niet zou neerleg gen, doch het kan het prestige der Haagsche Overheid slechts verhoogien, dat zij voor zulke dreigementen njetuit den weg is gegaan." D e T ij d merkt op dat meer dan waar schijnlijk de reden van, het verbod van een optocht, als manifestatie voor alge meen kiesrecht te houden, gelegen, is in het feit, dat die optocht op den dag van de opening der Staten-Generaal zou plaats hebben. Op den dag van de opening der State n-G eneraa 1...., hierin, lag de beteekenis van de aangekondigde ma nifestatie, meer dan \yaarschijnj$c ook de reden van het verbod. De derde Dinsdag in September is de eenige dag vaii het jaar, waarop de Ko ningin zich aan Haar volk vertoont om geven door een luisterrijke hofstoet, de eenige dag van het jaar, waarop Zij in, het openbaar tot de Staten-Generaal, de vertegenwoordigers van dat volk, per soonlijk het woord richt. Die derde Dins* dag in September is dan ook on,s natio naal feest bij uitnemendheidde dag, waarop wij onze constitution,eele staats regeling, welke in de monarchie haar bekroning en, hoogste uitdrukking vindt, met dankbaarheid en ingenomenheid go denken. Zóó is het tot dusver steeds geweest. Een socialistische optocht op dien dag in de residentie, in, de straten, waar en kele uren vroeger of later de Koninklijke stoet doorgetrokken is of zal doortrek ken, kan onmogelijk een ander karakter dragen dan dat van een tegen betooging, een protest. Een protest tegen onze geheele Staats inrichting, tegen, -de monarchie Van de zijde der vrienden van constitutie en ko ningschap werd dit algemeen, ingezien van den kant der vijanden niet of nauwe lijks tegengesproken. Dat onder die omstandigheden, jgevaar voor wanordelijkheden kon, te vreezen zijn, is duidelijk. Wij achten dan, ook van dien kan,t beschouwd, d. i. formeel,' het verbod van den burgemeester van, 's- Gravenhage volkomen gemotiveerd. remonie me wel voldaan hebben. „Wat 'n mooi talent!" zei mejuffrouw Espérit, verbaasd over de kleine, bedees de arpeggio's. „Als ik u verzoeken mag, eerw., speel dan nog een stukje voor ons." Ditmaal echter maakte Broeder Clau dius bezwaren.'Opstaande, begaf hijzich naar zijn plaats; maar ik versperde hem den weg. j,Mejuffrouw Espérit heeft gelijk", voeg de ik hem toe, „zingt u nu eens iets voor ons, Broeder." De Broeder poogde het op te nemen als een grap. „Op mijn leeftijd zingt men niet meer", zeide hij „Maar dezer dagen hebt u toch gezon gen in de kapel...." „Dat was wat anders. Vandaag kan ik het niet." „Verdien ik niet, dat u voor mij even veel doet 41s voor Pierre Gauchenet?" De wijze waarop ik op „m ij" den klemtoon legde 'en den naam Pierre Gauchenet minachtend uitsprak, deed den afstand tusschen mijn doorluchtig perso nage en het nietige schepsel en evenzeer het ergerlijke schandaal van deze voor keur voldoende uitkomen. „Dring niet a^n'*, zei mijn vader wre velig. De hoofdzaak evenwel voor ons en, zeker voor de meerderheid van alle na- tionaalgezinde Nederlanders is, dat een manifestatie, zooals die welke ook1 dit jaar op dien derden Din.sdag te 's Gra- venhage was beraamd, een beleediging zou geweest zijn van on,s Koningschap, een beleediging van, onze nationale in stellingen, van, alles, wat in het Koningf- $chap zijn hoogste symbool vindt. Een dergelijke beleediging mocht niet worden toegelaten. En, 't is om die reden vooral, dat wij het verbod van den bur gemeester van 's-Gravenhage oprecht toejuichen. Verslag der gemeente Leiden over 1911. u. IV. Geldmiddelen. Volgens de gemeenterekening over 1910 bedroegen, de ontvangsten f2.855.027,775, de uitga ven f4.328.7 1 4.335, zoodat de rekening sloot met een nadeelig saldo van f 1.473.686.56. Uit deze rekening bleek voorts, dat de gewone ontvangsten, hadden bedra gen f 1.446.022.38, de gewone uitgaven f 1.427.622.49, zoodat het batig slot van dit Dienstjaar, dat voor de gewone huis houding der gemeente kan worden, ge bruikt, bedraagt f 18.399,89. De buitengewone ontvangsten bedroe gen f 1.409.005.395, de buitengewone uitgaven f2.901.091.845, zoodat de bui tengewone middelen een, nadeelig saldo opleverden van f 1.473,686.56. Na aftrek van een bedrag van f37 7 8,825 dat voor onbetaald gebleven posten moest worden gereserveerd, bleef een bedrag van f14621.065 als zuiver batig slot der gewone ontvangsten, en uitgaven van 1910 voor de begrooting van 1912 beschikbaar. De begrooting voor 1912 werd vast gesteld opgewone ontvangsten, f 1.539.879, buitengewone ontvangsten f2.049.69, Hotaal f 1.744.848. De ge wone uitgaven op f 1.539.879, de bui tengewone op f 2,049.69, "totaal f 1.744.848. Van de onderscheidene belastingen brachten op 40 opcenten op de hoofdsom der belasting op de gebouw de eigendommen en 10 op- cent op de ongebouwde eigendommen f 45067.43 Opcenten op de person eel e belasting f 88573.75 Plaats, directe belasting f 408191.02 Uitkeering van het Rijk in gevolge de wet van 24 Mei 1897 f 127950.47 Groentenveilingen, f 307.29 Kaasmarkt f 384.40 Wekelijksche markten f 765.58 Beestenmarkt f 16694.57 Hout- en Turfschippers f 485 Havengeld f 11602.24 Bruggeld f 1158.675 Liggeld van vaartuigen f 1508 Weegloonen Gem.-waag f 3771.42 Leges ter plaats. Secr. f 2763.75 Belasting op honden f 4748 Museum van schilderijen in de Lakenhal f 496.50 Vergunningsrecht f 9259.375 Heffingen aan het openbaar slachthuis f 50151,08 Schoolgelden Lager onderwijs f 38234.37 Middelbaar onderwijs f 18461.95 Gymnasium f 10631.25 Bewaarschool f 1452.56 Kweekschool v. Ondervv. f 2867.79 Herhalingsonderwijs f 309.30 Gebruik v. gemeentew. f 4400.56 Het primitief kohier der belastingen werd vastgesteld op een belastbaar in komen van f8.753.173,verdeeld over 8657 aanslagen. Het percentage werd daarbij bepaald op 4.90. Op het forensen kohier kwamen 178 aanslagen voor. Het le suppletoir kohier werd vastgesteld op een belastbaar inkomen van f152.371, het 2e op een belastbaar inkomen van f194.260. De belastingopbrengst van alle ko hieren werd geraamd op f444.314,04, waarvan op 1 April f408.191.58 werd ge- ind, terwijl afschrijving was verleend we- Maar ik bleef dat wel doen, gedreven door een gril van een slecht-opgevoed kind, en hernam op gebiedenden toon: „Komaan, Broeder, die romance van laatst, de romance van den graaf de Chambord, die hertog Jean gezongen heeft, „Aardige Zwaluw.'* „Laat u nieet nooden", bracht broeder Regimbertus in het midden, die er niets van begreep. „Omdat het vandaag het patroonsfeest is.van den heer Ravenot." Eenige seconden vertrok zich- het ge zicht van broeder Claudius krampachtig. Er teekende zich een soort van verbitte ring op af, een zwijgend protest, dat hem het bloed naar de wangen joeg, zijn oog appels verwijdde en hem in gevaar bracht de gevorderde nederigheid, de aangeleer de zachtmoedigheid weg te werpen. Maar aanstonds, door een geweldige poging tot zelfbeheersching, keerde de kalmte en daarmede de glimlach op zijn gelaat terug. De bekoring was overwonnen. En zich dadelijk weer voor de piano neerzet tend, als iemand, die tot een besluit is ge komen, intoneerde hij: „Aardige Zwa luw" Helaas, wat moesten van deze ontwij ding de echo's van het atelier wel den ken, eertijds gewoon geworden aan de harmonieuze klanken van een groot ar tiest. O, die arme romance, eenmaal ge- Ingezonden Mededeelingen. 4265 [Honderd tegen eer| jdat men na een proef i 3 met daarvan voortaan een! geregelde gebruiker^ wordt. GOED en GOEDKOOP 1 Kg. /1.50 %Kg.f0.42i{ -0.80 -0.18, gens reclames, overlijden of vertrek tot een bedrag van f25.727.93. De netto-opbrengst Yan de plaatselijke directe belastingen bedroeg in: 1901 f 147.080,57, heffingspercent 2.25 1902 -213.067,77 3.25 1903 - 246.126,04 3.72 1904 - 286.020.69 4.25 1905 -285.520,40 4.11 1906 -292.413,55 4.09 1907 - 310.543,79 4.25 1908 -369.821,71 5.03 1909 -367.998,22 4.62 1910 -409.862,12 4.9Q Het totaal bedrag der gemeenteschuld was bij den aanvang van het jaar f 3.047.000waarvan werd afgelost f61.800, zoodat einde 1911 de gemeente- schuld groot was f2.985.200. De opbrengst der rijksbelastingen was over de twee afgeloopen dienstjaren: 1910. 1911. I Grondbelasting hoofdsom f 114.302.63 f 115.865.93 Opcenten prov. 16.002,36 16.221,23 Opcenten gemeente 44.439,80 45.067,43. Pers on eel e belasting hoofdsom 113.218.28 114.475,74 Opcenten prov. 12.452.31 12.592,35 Opcenten gemeente 87.371,43 88.573,75 Het aantal vergunningen voor den ver koop van sterken drank in het klein be droeg 1 Januari 1911 185. Daaronder waren 123 vergunningen voor ongesplit- sten verkoop (tappen en slijten); 33tap- vergunningen, 10 slijtvergunningen5 societeitsvergunningen, 12 logementver gunningen, 2 bijzondere vergunningen, (verkoop van 2 tot 10 L.) In den loop van 1911 werden ver leend 1 tap- en 'Slijterijvergunning, 5 tapperijvergunningen 1 slijterijvergunning 3 logements vergunningen. Vervallen is 1 tapperij- en slijterijvergunning door overlijden van den vergunninghouder. V. Qemeente-eigendommen, 1 werken en inrichtingen. Aan ver schillende gemeente-eigendommen wer den min of meer belangrijke herstellingen of vernieuwingen verricht. De nieuwe electrische rolbasculebrug kwam in dit jaar gereed. Half Decem ber kon het verkeer over de nieuwe fraaiel brug toegelaten worden. Ook dit jaar werden ten behoeve van nieuw gelegde of te herstellen k|abelsj leidingen enz. de Singelwegen over aan zienlijke lengten opgegraven. De toestand dezer wegen gaf geen reden tot klachten. Eveneens werden de geteerde weggedeel ten van den Witten- en van den Mare- singel opnieuw geteerd en met grind- zand tot een dikte van pkm. 1 c.M, bestrooid. Deze wegen verkeeren bij droogte ia gunstigen toestand, maar bij zwaren re genval laat vooral de Witte Singel vde4 te wenschen over. zongen door den verbannen Vorst, en na hem door allé royalisten van Frank rijk, nu vergeten, ouderwetsch, bijna be lachelijkEn die zwakke, gebroken, beklemde stem, nu eens trillend met niet verwachten glans, dan gedoofd in een erbarmelijk fiasco; die droeve, nutte- looze poging, bijna koddig, als ze niet zoo treurig ware geweest, en die tronies der scholieren, eenigen dom-bewust toe kijkend, anderen het schier uitproestend; broeder Regimbertus uiterst voldaan; de kleine Gauchenet en mejuffrouw Espérit ondanks alles, in verrukking, mijn vader verlegen, woedend, in zijn goedig hart meer lijdend nog dan de eerstbetrokke- ne, en ik, gegeneerd als iemand, die een slechte daad heeft gepleegd en het niet weten wil. „Wat 'n wanklanken!" fluisterde Meg met de onnoozelheid van zekere jongej meisjes, die meenen door haar stand ge rechtigd te zijn om over alles grappig te; wezen. Broeder Claudius eindigde, zijn laat ste noten stierven weg als in een snik, terwijl zijn haastige zenuwachtige han den het slotaccoord aansloegen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5