Cacao
Van Houten's
Uit de Pers.
Debeste voor den prijsf
eede Blad, behoorende
De Leidsche Courantvan
>ensdag 28 Aug. no. 877.
Het nieuwe zittingsjaar,
r. W. H. Nolens schrijft in de N.„
Crt. over het nieuwe
der Staten-Generaal, dat den
Dinsdag van September een aan-
7 neemt.
laatste zittingsjaar van de ten einde
^ende legislatieve periode zal voor
Tweede Kamer een zeer druk jaar
zegt de schrijver,
n al is de Kamer ook voortdurend
geweest, toch is men geneigd te
^en of de belangrijkste werkzaam-
en zich niet wat al te zeer in dit
jaar ophoopen, en of niet het
of ander onafgedaan zal blijven liggen.
in de wetgeving wordt meestal
>ger gemikt dan getroffen.
te zorgvuldige voorbereiding loopt
n ook daar wel eens gevaar den
spoed uit het oog te verliezen,
wat regeeringsprograms en troon-
en betreft, zeer dikwijls blijkt, dat niet
onrechte bij deze aan het gezegde
de vork en het te vele hooi ge-
wordt.
_egt men de opgave van den stand
werkzaamheden van de Tweede Ka-
r op 15 Juli 1912 voor zich dan
ret bij ieder de vraag rijzenhoe komt
Kamer daar door?
vindt in die opgave zeer belang
ontwerpen, waaromtrent het verslag
uitgebracht en die derhalve rijp zijn
or openbare behandeling.
andere is het voorloopig verslag
stgesteld en werd het antwoord inge-
zoo bv.. op het recht van vereeni-
en vergadering, de afsluiting der
liderzee, wijzigingen' der hinderwet, on-
daad, debietrecht op tabak,
Van de zeer belangrijke ontwerpen
rechtspraak, gemeente-
et, invaliditeitsverzekering, naamlooze
nnootschap enz., die in handen eener
-mmissie van voorbereiding worden ge-
kan het verslag spoedig verwacht
En niet minder gewichtige-voorstellen
oeten nog in de afdeelingen worden
iderzocht.
Van hoeveel gewicht vele dier ont-
erpen ook zijn, voor behandeling komen
de eerste plaats in aanmerking die
die nauw met elkaar ver-
anden zijn, nl.de verzekeringswetten,
tarief en de regeling der administra-
eve rechtspraak.
Daarmede zal de Kamer de handen
meer dan vol hebben.
Daarbij komt, dat de drie laatste maan-
en van dit jaar grootendeels door de
egrooting in beslag worden genomen,
n dat de algemeene politieke beschou
waarschijnlijk niet minder tijd
uilen vorderen dan dit in vorige jaren
et geval was.
Ook indien er aan opzettelijk rekken
discussies en andefe obstructie niet
;edacht behoeft te worden, en men zelfs
en algemeene neigingtot zelfbeperking
ou willen onderstellen, zal met den be-
chikbaren tijd gewoekerd moeten worden.
En zullen de leden, vooral de rechtsche
eden, voortdurend op hun post moeten
En zal er ordelijk gewerkt moeten
Congres voor Zedelijke opvoeding.
We hebben in de liberale pers aan-
dingen te lezen gekregen over
iet congres voor zedelijke opvoeding,
het Huisgezin, over waardeering,
eensgezindheid, van elkaar leeren, enz.
Het congres is, volgens haar, een soort
van geloof en ongeloof.
En wat zien we nu?
Dat de kopstukken der ongelcovigen
fn het buitenland tegen gisteren, buiten
program om, een vergadering hadden
om een Ethisch Genootschap of
Bond voor zedelijke opvoeding voor
te stichten.
FEUILLETON.
Oe Erfgenaam van hertog Jean
NAAR HET FRANSCH.
29)
Mijn vader was van houding veran
derd. Zijn bouquet aan mejuffrouw Es-
Ipérit overgevend, die er lang den, geur
jvan opsnoof, was hij de zingenden meer
^genaderdeerst had hij de maat meege-
fclagen met het hoofd daarna was hij,
herinneringen uit vroegere jaren
[bewogen, begonn,en zacht te neuriën, en
jjfcoen was hij mee gaan zingen, valscher
jöan wie ook, maar met niet milder vuur.
„jBis, bis!" riep ivij, toen het eertste
(Couplet was geëindigd. „Kijk, dat doet
me nu eens recht pleizier; dat herin.nert
me aan de goede dagen toen, ik-zelf
•[een kleine jongen en leerling van de
goede Broeders .was."
- Door die woorden scheen een, muur
Van ijs eensklaps te smelten,. De kinderen
ijwaren nu n.iet vrelesachtig meer, en mijn
was meer op zijn gemak. Er werd
(gelachen en gepraat en, geschertst. Zelfs
[het droeve gezicht van broeder Cisturnus
ijhelderde op, ;en broeder Regimb|ertu{s!
Kierkte, ziin handen. wrijvend, op
In de oproeping wordt de nationale
en internationaal ethiek genoemd „de
grondslag van alle internatio
nale congressen voor zed el ij ke
o p v o e d i n g."
Op het congres zelf heet het, dat alles
grondslag kan zijn van de zedelijke op
voeding, óók de godsdienst.
Maar in de onderonsjes verliest men
de voorzichtigheid uit het oog en pro
clameert de ethiek, de neutrale moraal,
tot eenigen grondslag.
Geen wonder dat de „Nieuwe Cour.",
warm lofzanger van het congres, slecht te
spreken is over dezen „eersten stap tot
wezenlijke scheuring, tot afbreking van
hetgeen het congres aan het opbouwen
is."
Een weinig geduld nog, en overtuigend
zal blijken, dat de onverdraagzaam ge
scholden katholieke pers en de voor on
hoffelijk uitgekreten regeering goed ge
zien hebben,toen zij zich afzijdig hielden.
De „Nederlander" zal van haar instem
ming weinig plezier beleven.
Onder het opschrift:* De toren van Ba
rbel, schrijft de Gelderlander:
Ze zijn weer aardig bezig om hem op
te bouwen.
Die meening krijgt wel ieder, die de
verslagen leest van het Congres voor ze
delijke opvoeding, dat in Den Haag ge
houden wordt. Het is er zooveel hoofden
zooveel zinnen. Zelfs kregen we, afgaan
de op de verslagen, de vermakelijke the
orie te hooren, dat de moraal in plaats
van te steunen op den godsdienst als op
een grondslag, de voorbereiding is van
een religieus leven, zelf van den gods
dienst de basis vormt.
Wat de een zegt wordt door den ander
met een stalen gezicht weersproken. In
vijf minuten tijd wordt een heel moraal-
stelsel opgebouwd. Zooveel sprekers, zoo
veel systemen, en het applaus is niet van
de lucht.
En al de wijsheid die er wordt verkon
digd is in 't eerste 't beste boek over
de moraal in uitgebreiden of beknopten
vorm weer te vinden.
Het heele succes van het congres moet
dunkt ons, liggen in het mooie uitstapje
van de deelnemers naar Den Haag. En
daar de regen ook dat nog vergalt, zal
het succes wel heel miniem zijn.
Roode Dinsdag.
Het verbod om een optocht te hou
den op den dag der opening van de Sta
ten-Generaal, door den burgemeester
der Residentie, aan de socialisten gege
ven, is aanleiding geworden tot enkele
operkingen. Het Centrum zegt o.a.
„Men behoeft er niet aan te twijfelen,
of uit deze geweigerde toestemming zal
de S. D. A. P. zooveel mogelijk munt
trachten te slaan.
Men hoort reeds de „verontwaardig
de',' protesten tegen deze „schennis der
vrijheid", of hoe de terminologie luiden
zal.
Een buitenkansje voor de schettejraars.
Van louter tactisch standpunt ware er
ongetwijfeld iets voor te zeggen geweest
wanneer men, den optocht had laten
doorgaan
De partij ondervond er verleden, jaar
reeds moeilijkheden van, o.a. wat de kóst
ten betreft, en het liet zich aanzien, dat
het met deze jaarlijks wederkeerende
manifestatie welispoedig zou vast loo-
pen.
De zoogenaamde „roode Dinsdag"
dreigde voor de ondernemers een lastig
en duur beestje op stal t e worden.
Maar de overheid heeft ten slotte niet
te beoordeelen, wat al dan niet in 't bet-
lang is van de propaganda eener partij,
doch wel wat gevorderd wordt door
overwegingen van" hoogeren en meer
algemeenen aard.
En dan is het te begrijpen dat zij
een geregeld en opzettelijk demonstreet-
ren op den dag dat door H. M. de Ko
ningin of Hare plaatsvervangers de zit
ting van het Parlement geopend wordt,
ontoelaatbaar acht.
De derde Dinsdag in September heeft
voor Kroon en Volk een bizondere beteet-
kenis, welke dient gerespecteerd.
Geen partij heeft het recht, juist op
dien dag beslag te leggen voor eigen,
doeleinden
Tegen een manifestatie voor algemeen
„Ik wist dat u van muziek hield, en ik
heb gewild, dat men een stuk te uwer eer
instudeerde; het gaat niet slecht, maar "'t
is nog mooier, wanneer broeder Clau
dius het begeleidt op het harmonium".
„Hij zou op de piano kunnen begelei
den", riep Meg uit, door de algemeene
geestdrift aangetast .„Daarginds staat er
een. Kom maar mee.
Zij liep naar de appartementen van
hertog Jean, gevolgd door den ganschen
troep, die nieuwsgierig dooreenholde.
In een minuut was de piano overrom-
pefd.
„Naar de piano! Naar de piano!"-
riep broeder Regimbertus, broeder Clau
dius op de voor het instrument geplaat
ste t abouret duwend.
Er viel niet tegen te stribbelen. Zjjn
door het rheumatisme eenigszins gezwol
len vingers op de gele klaviertoetsen
plaatsend, leidde broeder Claudius den
zang in, waarna het koor inviel met nieu
we kracht. De vroolijkheid was nu
schier op haar hoogst en bereikte haar
toppunt bij het verschijnen van moeder
Crustaud met een reusachtigen stapel
boterhammen. Zonder het chocoladekleu
rige kostuum van mijn vader en zijn
manier, om telkens en telkens te herhalen
dat hij een leerling van de Broeders was
geweest, zouden de gUngen vaji $lege ge-
kiesrecht zaUniemand bezwaar hebben.
Willen de sociaal-democraten voor dat
kiesrecht optochten houden, dan, kunnen
zij daartoe ruimschoots gelegenheid vin
den in dagen in overvloed.
Maar men wil juist een „rooden, Dins*
dag", omdat daaraan nog iets anders
vastzit dan de kiesrechf-eisch, die trou
wens door dezen Haagschen, „pio-nic"
om met Van Houten te spreken,
geenszins werd gediend."
„'Het is een kloek besluit van den bur
gemeester der Residentie" zegt de
Maasbode „waarvoor velen hem
dankbaar zuilen zijn, om n.l. zijn toe
stemming te -weigeren voor den, alge
meen kiesrecht optocht der S. D. A.
P.-ers op den dag van de opening der
Staten-Generaal.
Want het geldt hier allerminst een,
„onschuldig vermaak", zooals mr. van
Ho.uten in zijn, laatsten Staatkundigen
Brief meent te mogen opmerken, maar
de vraag, of de overheid door een niet
te verdedigen toegeeflijkheid feitelijk
zou gaan medewerken aan, een ongrond
wettige daad.
Iets anders toch is het brutale optre
den der roode broederen njet.
Want voor hun kiesrecht-betoogingi
hebben zij dagen in, overvloed beschik
baar, tot voor-verleden jaar werd die
manifestatie dan ook op dén, vooravond
van den openingsdag der Kamer geliou-
Dat zij nu juist willen beslag leggen,
op dezen éénen, dag, heeft geen ander
doel dan een zekeren, invloed te oefenen
op den grondwettelijken, gang van zaken,
de galakoets van onze Kon.ingin moet
dien dag plaats maken voor de vaan, van
Troelstra.
Zoolang echter onze Grondwet ten de>-
ze geen praerogatieven aan, den heer
Troelstra toekent, is de Overheid niet
alleen in haar volle recht, maar zelfs
verplicht zich tegen zulk aanmatigend
Optreden te verzetten.
In de roode pers zal het nu wel stor
men gaan, er werd immers, zoodra
het gerucht ging van een, mogelijke wei
gering, al te verstaan gegeven, dat men
zich daarbij zoo maar niet zou neerleg
gen, doch het kan het prestige der
Haagsche Overheid slechts verhoogien,
dat zij voor zulke dreigementen njetuit
den weg is gegaan."
D e T ij d merkt op dat meer dan waar
schijnlijk de reden van, het verbod van
een optocht, als manifestatie voor alge
meen kiesrecht te houden, gelegen, is
in het feit, dat die optocht op den dag
van de opening der Staten-Generaal zou
plaats hebben.
Op den dag van de opening
der State n-G eneraa 1...., hierin, lag
de beteekenis van de aangekondigde ma
nifestatie, meer dan \yaarschijnj$c ook
de reden van het verbod.
De derde Dinsdag in September is de
eenige dag vaii het jaar, waarop de Ko
ningin zich aan Haar volk vertoont om
geven door een luisterrijke hofstoet, de
eenige dag van het jaar, waarop Zij in,
het openbaar tot de Staten-Generaal, de
vertegenwoordigers van dat volk, per
soonlijk het woord richt. Die derde Dins*
dag in September is dan ook on,s natio
naal feest bij uitnemendheidde dag,
waarop wij onze constitution,eele staats
regeling, welke in de monarchie haar
bekroning en, hoogste uitdrukking vindt,
met dankbaarheid en ingenomenheid go
denken.
Zóó is het tot dusver steeds geweest.
Een socialistische optocht op dien dag
in de residentie, in, de straten, waar en
kele uren vroeger of later de Koninklijke
stoet doorgetrokken is of zal doortrek
ken, kan onmogelijk een ander karakter
dragen dan dat van een tegen betooging,
een protest.
Een protest tegen onze geheele Staats
inrichting, tegen, -de monarchie Van de
zijde der vrienden van constitutie en ko
ningschap werd dit algemeen, ingezien
van den kant der vijanden niet of nauwe
lijks tegengesproken.
Dat onder die omstandigheden, jgevaar
voor wanordelijkheden kon, te vreezen
zijn, is duidelijk. Wij achten dan, ook
van dien kan,t beschouwd, d. i. formeel,'
het verbod van den burgemeester van, 's-
Gravenhage volkomen gemotiveerd.
remonie me wel voldaan hebben.
„Wat 'n mooi talent!" zei mejuffrouw
Espérit, verbaasd over de kleine, bedees
de arpeggio's. „Als ik u verzoeken
mag, eerw., speel dan nog een stukje
voor ons."
Ditmaal echter maakte Broeder Clau
dius bezwaren.'Opstaande, begaf hijzich
naar zijn plaats; maar ik versperde hem
den weg.
j,Mejuffrouw Espérit heeft gelijk", voeg
de ik hem toe, „zingt u nu eens iets voor
ons, Broeder."
De Broeder poogde het op te nemen
als een grap.
„Op mijn leeftijd zingt men niet meer",
zeide hij
„Maar dezer dagen hebt u toch gezon
gen in de kapel...."
„Dat was wat anders. Vandaag kan
ik het niet."
„Verdien ik niet, dat u voor mij even
veel doet 41s voor Pierre Gauchenet?"
De wijze waarop ik op „m ij" den
klemtoon legde 'en den naam Pierre
Gauchenet minachtend uitsprak, deed den
afstand tusschen mijn doorluchtig perso
nage en het nietige schepsel en evenzeer
het ergerlijke schandaal van deze voor
keur voldoende uitkomen.
„Dring niet a^n'*, zei mijn vader wre
velig.
De hoofdzaak evenwel voor ons en,
zeker voor de meerderheid van alle na-
tionaalgezinde Nederlanders is, dat een
manifestatie, zooals die welke ook1 dit
jaar op dien derden Din.sdag te 's Gra-
venhage was beraamd, een beleediging
zou geweest zijn van on,s Koningschap,
een beleediging van, onze nationale in
stellingen, van, alles, wat in het Koningf-
$chap zijn hoogste symbool vindt.
Een dergelijke beleediging mocht niet
worden toegelaten. En, 't is om die reden
vooral, dat wij het verbod van den bur
gemeester van 's-Gravenhage oprecht
toejuichen.
Verslag der gemeente Leiden
over 1911.
u.
IV. Geldmiddelen. Volgens de
gemeenterekening over 1910 bedroegen,
de ontvangsten f2.855.027,775, de uitga
ven f4.328.7 1 4.335, zoodat de rekening
sloot met een nadeelig saldo van
f 1.473.686.56.
Uit deze rekening bleek voorts, dat
de gewone ontvangsten, hadden bedra
gen f 1.446.022.38, de gewone uitgaven
f 1.427.622.49, zoodat het batig slot van
dit Dienstjaar, dat voor de gewone huis
houding der gemeente kan worden, ge
bruikt, bedraagt f 18.399,89.
De buitengewone ontvangsten bedroe
gen f 1.409.005.395, de buitengewone
uitgaven f2.901.091.845, zoodat de bui
tengewone middelen een, nadeelig saldo
opleverden van f 1.473,686.56.
Na aftrek van een bedrag van
f37 7 8,825 dat voor onbetaald gebleven
posten moest worden gereserveerd, bleef
een bedrag van f14621.065 als zuiver
batig slot der gewone ontvangsten, en
uitgaven van 1910 voor de begrooting
van 1912 beschikbaar.
De begrooting voor 1912 werd vast
gesteld opgewone ontvangsten,
f 1.539.879, buitengewone ontvangsten
f2.049.69, Hotaal f 1.744.848. De ge
wone uitgaven op f 1.539.879, de bui
tengewone op f 2,049.69, "totaal
f 1.744.848.
Van de onderscheidene belastingen
brachten op
40 opcenten op de hoofdsom
der belasting op de gebouw
de eigendommen en 10 op-
cent op de ongebouwde
eigendommen f 45067.43
Opcenten op de person eel e
belasting f 88573.75
Plaats, directe belasting f 408191.02
Uitkeering van het Rijk in
gevolge de wet van 24
Mei 1897 f 127950.47
Groentenveilingen, f 307.29
Kaasmarkt f 384.40
Wekelijksche markten f 765.58
Beestenmarkt f 16694.57
Hout- en Turfschippers f 485
Havengeld f 11602.24
Bruggeld f 1158.675
Liggeld van vaartuigen f 1508
Weegloonen Gem.-waag f 3771.42
Leges ter plaats. Secr. f 2763.75
Belasting op honden f 4748
Museum van schilderijen in
de Lakenhal f 496.50
Vergunningsrecht f 9259.375
Heffingen aan het openbaar
slachthuis f 50151,08
Schoolgelden
Lager onderwijs f 38234.37
Middelbaar onderwijs f 18461.95
Gymnasium f 10631.25
Bewaarschool f 1452.56
Kweekschool v. Ondervv. f 2867.79
Herhalingsonderwijs f 309.30
Gebruik v. gemeentew. f 4400.56
Het primitief kohier der belastingen
werd vastgesteld op een belastbaar in
komen van f8.753.173,verdeeld over
8657 aanslagen. Het percentage werd
daarbij bepaald op 4.90. Op het forensen
kohier kwamen 178 aanslagen voor. Het
le suppletoir kohier werd vastgesteld
op een belastbaar inkomen van f152.371,
het 2e op een belastbaar inkomen van
f194.260.
De belastingopbrengst van alle ko
hieren werd geraamd op f444.314,04,
waarvan op 1 April f408.191.58 werd ge-
ind, terwijl afschrijving was verleend we-
Maar ik bleef dat wel doen, gedreven
door een gril van een slecht-opgevoed
kind, en hernam op gebiedenden toon:
„Komaan, Broeder, die romance van
laatst, de romance van den graaf de
Chambord, die hertog Jean gezongen
heeft, „Aardige Zwaluw.'*
„Laat u nieet nooden", bracht broeder
Regimbertus in het midden, die er niets
van begreep. „Omdat het vandaag het
patroonsfeest is.van den heer Ravenot."
Eenige seconden vertrok zich- het ge
zicht van broeder Claudius krampachtig.
Er teekende zich een soort van verbitte
ring op af, een zwijgend protest, dat hem
het bloed naar de wangen joeg, zijn oog
appels verwijdde en hem in gevaar bracht
de gevorderde nederigheid, de aangeleer
de zachtmoedigheid weg te werpen. Maar
aanstonds, door een geweldige poging
tot zelfbeheersching, keerde de kalmte
en daarmede de glimlach op zijn gelaat
terug. De bekoring was overwonnen. En
zich dadelijk weer voor de piano neerzet
tend, als iemand, die tot een besluit is ge
komen, intoneerde hij: „Aardige Zwa
luw"
Helaas, wat moesten van deze ontwij
ding de echo's van het atelier wel den
ken, eertijds gewoon geworden aan de
harmonieuze klanken van een groot ar
tiest. O, die arme romance, eenmaal ge-
Ingezonden Mededeelingen.
4265
[Honderd tegen eer|
jdat men na een proef i
3 met
daarvan voortaan een!
geregelde gebruiker^
wordt.
GOED en GOEDKOOP
1 Kg. /1.50 %Kg.f0.42i{
-0.80 -0.18,
gens reclames, overlijden of vertrek tot
een bedrag van f25.727.93.
De netto-opbrengst Yan de plaatselijke
directe belastingen bedroeg in:
1901 f 147.080,57, heffingspercent 2.25
1902 -213.067,77 3.25
1903 - 246.126,04 3.72
1904 - 286.020.69 4.25
1905 -285.520,40 4.11
1906 -292.413,55 4.09
1907 - 310.543,79 4.25
1908 -369.821,71 5.03
1909 -367.998,22 4.62
1910 -409.862,12 4.9Q
Het totaal bedrag der gemeenteschuld
was bij den aanvang van het jaar
f 3.047.000waarvan werd afgelost
f61.800, zoodat einde 1911 de gemeente-
schuld groot was f2.985.200.
De opbrengst der rijksbelastingen was
over de twee afgeloopen dienstjaren:
1910. 1911. I
Grondbelasting
hoofdsom f 114.302.63 f 115.865.93
Opcenten prov. 16.002,36 16.221,23
Opcenten gemeente 44.439,80 45.067,43.
Pers on eel e belasting
hoofdsom 113.218.28 114.475,74
Opcenten prov. 12.452.31 12.592,35
Opcenten gemeente 87.371,43 88.573,75
Het aantal vergunningen voor den ver
koop van sterken drank in het klein be
droeg 1 Januari 1911 185. Daaronder
waren 123 vergunningen voor ongesplit-
sten verkoop (tappen en slijten); 33tap-
vergunningen, 10 slijtvergunningen5
societeitsvergunningen, 12 logementver
gunningen, 2 bijzondere vergunningen,
(verkoop van 2 tot 10 L.)
In den loop van 1911 werden ver
leend 1 tap- en 'Slijterijvergunning, 5
tapperijvergunningen 1 slijterijvergunning
3 logements vergunningen. Vervallen is
1 tapperij- en slijterijvergunning door
overlijden van den vergunninghouder.
V. Qemeente-eigendommen, 1
werken en inrichtingen. Aan ver
schillende gemeente-eigendommen wer
den min of meer belangrijke herstellingen
of vernieuwingen verricht.
De nieuwe electrische rolbasculebrug
kwam in dit jaar gereed. Half Decem
ber kon het verkeer over de nieuwe fraaiel
brug toegelaten worden.
Ook dit jaar werden ten behoeve van
nieuw gelegde of te herstellen k|abelsj
leidingen enz. de Singelwegen over aan
zienlijke lengten opgegraven. De toestand
dezer wegen gaf geen reden tot klachten.
Eveneens werden de geteerde weggedeel
ten van den Witten- en van den Mare-
singel opnieuw geteerd en met grind-
zand tot een dikte van pkm. 1 c.M,
bestrooid.
Deze wegen verkeeren bij droogte ia
gunstigen toestand, maar bij zwaren re
genval laat vooral de Witte Singel vde4
te wenschen over.
zongen door den verbannen Vorst, en
na hem door allé royalisten van Frank
rijk, nu vergeten, ouderwetsch, bijna be
lachelijkEn die zwakke, gebroken,
beklemde stem, nu eens trillend met niet
verwachten glans, dan gedoofd in een
erbarmelijk fiasco; die droeve, nutte-
looze poging, bijna koddig, als ze niet
zoo treurig ware geweest, en die tronies
der scholieren, eenigen dom-bewust toe
kijkend, anderen het schier uitproestend;
broeder Regimbertus uiterst voldaan; de
kleine Gauchenet en mejuffrouw Espérit
ondanks alles, in verrukking, mijn vader
verlegen, woedend, in zijn goedig hart
meer lijdend nog dan de eerstbetrokke-
ne, en ik, gegeneerd als iemand, die een
slechte daad heeft gepleegd en het niet
weten wil.
„Wat 'n wanklanken!" fluisterde Meg
met de onnoozelheid van zekere jongej
meisjes, die meenen door haar stand ge
rechtigd te zijn om over alles grappig te;
wezen.
Broeder Claudius eindigde, zijn laat
ste noten stierven weg als in een snik,
terwijl zijn haastige zenuwachtige han
den het slotaccoord aansloegen.
(Wordt vervolgd.)