BUITENLAND. BINNENLAND. 3e Jaargang, No. 870. Bureau OUDE; SINGEL 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post ƒ1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/s cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zedelijke opvoeding. Groot misbaar heerscht ter linkerzijde (Over het feit, dat de Minister van Justi tie niet zoo maar klokkeloos aan de [jeugdige Haagsohe vereenijging „Zedelij- jk'e Opvoeding"- subsidie heeft verleend ivoor eenige kinderen, welke zij opgods- 'jdienstloozen grondslag wil groot bren gen. De betrekkelijke wet verzet zich naar onze bescheiden meening tegen de han- jdelwijzë Van den 'Minister geenszins. Zij zegt in art. 158: „De subsidie wordt bepaald in ver band met den leeftijd der verpleegden, tie wijze hunner verpleging1) en Jhet 'hun verstrekte lager onderwijs ,en jyakonderricht." En art. 163 zegt nader: „De belanghebbende vereeniging (stichting of instelling verstrekt onzen Mi- jnister desgevraagd alle vereischte inlich tingen ter beoordeeling van haar aan spraak' op subsidie." Alzoo: de Minister oordeelt. Nu omschrijft de wet in de artt. 126 L157 voorwaarden betreffende gezondheid, zedelijkheid, schoolonderwijs en vak-on- perricht, aan welke voorwaarden de Mi- jniister zijn oordeel moet toetsen, maar ■omtrent godsdienstonderwijs zijn geen (voorschriften gegeven. Te dezen aanzien jis dus iedere Mi- juister overgelaten aan zijn eigen inzicht, [waarbij in het gegeven geval nog komt, pat de Staat in zijn eigen inrichtingen (ge vangenissen, rijkswerkinrichtingen, tucht- jscholen, rijksopvoedingsgestichten) wel [degelijk godsdienstonderricht doet geven. (Welnu, ligt het dan niet voor de hand, jdat onze tegenwoordige Mfhister zich (ernstig de vraag stelde, in hoeverre hij iwel mocht medewerken om in zekere (gevallen aan kinderen te doen onthou- [den, wat de Staat zelf hen in gelijke om standigheden wel degelijk verstrekt, i. c. godsdienstonderwijs. En bij de beantwoording dier vraag few am Z.Exc. tot zijn bekend standpunt, [waartegen de linkerzijde onder aanvoe- S-ing van mr. van Houten nu zoo scherp e velde trekt. Reeds blijven deze aanvallen niet on aangevochten. De rechtsche pers, inzon derheid De Nederlander, steunt [mr. Regouf. Met ingenomenheid hebben [we hiervan in ons persoverzicht bereids Jgewag gemaakt. Bij de begrooting van justitie zal deze ijzaak natuurlijk in de Kamer ter sprake ifcomen. Eerst bij die gelegenheid zai men 'jden Minister erover kunnen hooren en jdan zal de Linkerzijde stellig ervaren, lldat zij weer even eenzijdig als voorbarig [heeft geoordeeld. 1) Wij spatieeren. „L. jCt'^ V 'n Averechtsche meening. 't Is gebeurd in de afdeeling Noord- jlBrabant van de vereeniging „Bond van '[Brievengaarders in Nederland". Ver van {[huis dus, en daarom zullen wij er ook [in'iet zooi heel breedvoerig op ingaan. {[Maar op ééne uitdrukking van den voor zitter willen we toch even het licht laten FEUILLETON. De Erfgenaam van hertog Jean. NAAR HET FRANSCH, 22) Hij antwoordde niet, hij had mij niet verstaan. Zoo hij werkelijk eens door een be roerte getroffen werd en zoodoende een nieuw drama 'toievoegde aan de gebeur tenis in deze noodlottige kamer? Mijn angst nam toe. De vraag her halend „U bent niet goed!Wat scheelt u?" raakte ik hem aan. Bij die aanraking beefde hij. Alsof een (ontspanning ware ingetreden, kwam er ..weer beweging in zijn lichaam, en twee tranen rolden over zijn goedig gezicht, Idat door gewoonte zijn glimlach gehou den had. Nu begreep'ik, dat het een moreel e [crisis gold. dat ik zonder het te willen (een teere snaar had aangeraakt, een ver doofde smart had gewekt, en jn mij rees |de gedachte, door verscheiden teeikeiien versterkt, dat deze grijsaard sinds lang j&ommerive, zijn oude bewoners en wel licht ook 4e sombere geschiedenis kende, vallen; het is het model van de redenee- neering sommiger zijner collega's, ambte naren in dienst van rijk of gemeente, buiten Noord-Brabant. Hij hield een pleidooi voor het neutraal karakter van den bond en ried den Ka tholieken leden ten sterkste af zich aan te sluiten bij den Katholieken bond „St. Pe trus." En wat was zijn hoofdargument? Wij laten het hier volgen: „Een rijks ambtenaar moet in de eerste plaats zijn een onpartijdig persoon, iemand die uit vak-oogpunt geen principieel-confessio neel standpunt mag innemen." Dat ver klaarde hij „als goed Katholiek". Hoe is het mogelijk, dat-een Katholiek openlijk durft verklaren, dat hij, wanneer hij als vakman een principieel Katholiek standpunt inneemt, m.a.w. een standpunt, zooals dat door de Katholieke beginselen geëischt wordt, niet onpartijdig kan zijn, gelijk dat voor hem in zijn betrek king noo&iig is? Hoe is het mogelijk zoo iets openlijk te durven verklaren, met de bijvoeging, 'dat men dat doet als „goed Katholiek"? Hoe het mogelijk is? Daarop zullen we niet diep ingaan, maar ligt voor de averechtsche meening van dien man geen aanwijzing in het feit, dat hij toonde een goed lezer te zijn van Handelsblad en „andere Noordelijke bladen." ALGEMEEN OVERZICHT. Terwijl van alle groote mogendheden bewijzen van instemming binnenkomen bij de Qostenrijksche regeering met het voorstel-Berchtold heeft men er in Konstantinopel blijkbaar niet veel mee op. In weerwil van alle verzekeringen wordt het daar beschouwd als een terugkeer tot de oude interventie- politiek. Ook vreest men voor een terug slag op de houding der Albaneezen. Te Sofia wordt echter het voorstel alge meen goed opgenomen, vooral als tee- ken van de herleefde belangstelling van Europa voor de Macedonische kwestie. In de kringen van, Macedoniërs te Sofia heerscht tweeërlei opvatting. De politici zijn van meeninjg dat Berch- told's denkbeeld van decentralisatie aanr nemelijik is, mits deze onder controle van, .Europa wordt ten uitvoer gebracht. Het revolutionaire Macedonische co mité neemt een gereserveerde en argwa nende houding aan. Berchtold's plan, zoo' moet een leider van dat comité ge zegd hebben, ,is niet dan een manoeuvre om kalmte te laten intreden, daarom zullen wij ons terroristisch bedrijf voort zetten, tot ons maatregelen van, Europee- sche zijde, die meer uitKverking hebben,, van de oprechtheid van Europa's bedoe lingen overtuigen. De Servische pers ziet in het voorstel van Berchtold een groot gevaar voor de onafhankelijkheid van een,ige Balkau- staten. Te Belgrado moet men geheel in het onzekere 2ijn over de houding die Servië in deze zaak moet aannemen,. Er komen daar dagelijks vluchtelingen uit Turkije aan. welke ik hem sinds een uur verhaalde. „Gij zijt al meer hier geweest!"- riep ik uit. „Ja", gaf hij ten antwoord. Zijn oprechtheid zegevierde over een terughouding, welke mij overjgens niet zou hebben misleid. „En hebt u hertog Jean gekend?" Broeder Claudius knikte bevestigend. Vóór alles dacht ik aan het zot figuur, dat ik had geslagen, en riep bijgevolg wrevelig uit: .Waarom hebt u me dat niet dadelijk Broeder Claudius boog het hoofd, schijnbaar weerhouden door een teere onthulling. Maar zijn oprechtheid behield ook nu de overhand, en met een gulheid, die mijn ontstemdheid wegnam, riep hij uit: „Mijn hemel, dat is heel goed te be grijpen, mijnheer Léon. Toen ik, heel wat jaren geleden, te Sommerive kwam, ver keerde ik in een geheel anderen toestand dan waarin ik nu ben. Onze Broeders komen zoo wat overal vandaan; men vraagt hun alleen goeden wil, .en bekom mert zich niet om hun afkomst. Van den dag, dat wij in onze Congregatie worden opgenomen, zijn we Broeder die en diq, niets meer of minder, en dat is ook maar het beste, met het ,oog pp de leerlingen, De Montenegrijnsche kwestie blijft brandend. Wel wordt verzekerd dat aan beide kanten de mogen,dhedenl tot rust en kalmte aangemaand hebben,, maar de onrustblijft groeien door de niet zeer bemoedigende berichten die van, de grenzen komen. Volgens een bericht van Turksche of- ficieele zijde uit Berana hebben de Mon- tenegrijnen de Turksche stellingen op de grens aangevallen en. hun verliezen toegebracht. Deze nieuwe aanval geeft den indruk, dat de Montenegrijnen, aan gemoedigd door den toestand in Alban.ië, met allë'geweld twist willen zoeken met Turkije. Uit Uskub wordt omtrent die laatste grensincidenten, aan 'het „Berl. Tage- biatt" geseind, dat tengevolge van njeu- we aanvallen op de Turksche blokhui zen de bezetting moest vluohten. De Montenegrijnen. namen 45 Turksche sol daten gevangen. Een, officier en vier manschappen zijn in, den strijd gesneu veld. Berana moet geheel omsingeld zijn door de Montenegrijnen, die sedert 3 dagen aanvallen op de stad doen, doch door de twee posten werden teruggesla gen. Voorts vernam de Porte dat Montene gro de artiillerie-reserve heeft gemobili seerd. Uit 7vtonastir wordt aan de „Berl. Lok. Anz." hel volgende geseind over den toestand in Albanië Nu in - weerwil van de verzoenende houding der Turksche fegeering de lei ders der Albanqezen tot voortzetting van, den strijd besloten hebben, heerscht er onder de Zuidelijke Albaneezen ten, op zichte hunner eischen groote on.eenig- heid. In bijna iedere stad stellen zij van, elkaar; afwijkende eischen. De Albanee zen trekken thans n,aar Dibrah op en; hebben het voornemen door het bezet ten van deze plaats en een, aantal andere steden, de regeering tot een onvoorwaar delijk aannemen der Alban.eesche vorde ringen fe dwingen.Te Elbassan hebben zij het telegraafkantoor bezet, van waar zij alle Albaneezen in den, omtrek telegra fisch tot voortzetting van den strijd aan spoorden. Het garnizoen te Mon^stir staat voor alle gebeurlijkheden gereed. Twee bataljons zijn van hier n,aar Keu- prulu opgerukt, waar- tot nu toe tien! bataljons aangekomen zijn, en stellingen voor de stad ingenomen hebben,. Artille rie is eveneens gereed de Albaneezen, tegen te houden. Deze hebben tot npg toe aan de raadgevingen der leiders geenj gehoor verleend. Zij willen beslist van Kuprulu naar Saloniki optrekken. De Mohammedanen te Kuprulu hebben zich van de wapenmagazijnen, meester ge maakt zij zijn eveneens bereid tegen, de Albaneezen te vechten. Omtrent den afschuwelijken aanslag op mgr. Pflueger •melden nadere berichten het volgen,de: Toen mgr. Pflueger zioh Zondagvoormid dag van zijn woning, die vluk tegenóver den St. Stefanus-dom is gelegen, n,aar deze kerk wilde begeven, om daar ter gelegenheid van 's keizers verjaardag een die in staat zouden zijn, ons onze afkomst of wat we geweest zijn te verwijten." Uit de verlegenheid van den armen man leidde ik lichtelijk af wat hij mij niet durfde openbaren, misschien wegens een verbod van zijn overheden, misschien ook uit een tikje eigenliefde, in elk mensche- lijk gevoel gewoeteld blijvend. Broeder Claudius, veronderstelde i|k, was in de dagen van heitog Jean bediende pp het kasteel geweest. Die ontdekking, welke onzen onderwij zer een weinig bij mij in waarde deed dalen, was mij zeer onaangenaammaar onmiddellijk bedacht ik, dat, wijl er nie mand iets van wist, de zaak ons geen groote afbreuk zou doen en zelfs kost bare voordeelen voor ons kon hebben. Eindelijk dan had ik een nauwen en ste- vigen band gevonden uit dat geheimzin nig verleden, een onverhoopt middel, om mij over hertog Jean in te lichten, waar door ik in staat zou wezen hem op nog mber volkomen wijze na te volgen, en vooral om achter het geheim te komen, dat al zoo lang mijn nieuwsgierigheid had geplaagd. „Wiees onbezorgd", voegde ik den ge wezen knecht toe, „ik ben een man van eer en niet in staat uw vertrouwen te verraden door te herinneren aan een ach tenswaardig, maar npclerig verlpdcn.^ plechtige H. Mis op te dragen, sprong van uit de toeschouwers een jong indi vidu op hem toe en bracht den prelaat aan den rechterschouder een messteek toe. De bisschop wankelde, zijn bedien den schoten echter toe en brachten, iliem naar zijn woning, waar geneesheeren ge lukkig constateerden dat de wonde piet levensgevaarlijk was en de getroffene binnen drie weken, wel hersteld zou zijn. Ondertusschen had de menigte, ten, zeerste verontwaardigd over deze lage daad, den misdadiger aangehouden, die er zeker sleoht zou zijn afgekomen, zoo de politie hem niet in bescherming had genomen. Het individu bleek te zijin0 de 27-jarige Hermann Prinz, een, kerel zon der beroep, die zijn leven ten dejeie tusschen de gevangenismuren,, anderdeels in een krank-zin.nigengesticht heeft door gebracht. Reeds op zeven-jarigen leef tijd werd hij in een opvoedingsgesticht geplaatst; hij bleef daar tot zijn 14e jaar en toen hij weer in de \vereld kwam, maakte hij al spoedig kennis met de ju stitie. Dan beging hij een reeks van mis daden, waarvoor hij telkens met de ge- vangênis of opsluiting in, een krankzinni gengesticht gestraft werd. In den laat- sten tijd woonde hij te Weenen. in een kazernewoning. Uit het onderzoek is gebleken, dat de schurk deze misdaad sinds lang beraamd! had, en dat hij eerst van plan was diep aartsbisschop van Weenen, mgr. Nagei, te vermoorden. Aan mede-bewoners van, het huis had hij gevraagd„wie is de hoogste persoon in Weenen,?" Zij had den geantwoord: „de keizer", waarop de booswicht weer vroeg: „en wie volgt dan?" Tpen zijn buren, d,aarop verklaar den „de aartsbisschop-, zou ïrïj ge zegd hebben,,'t. is goed, die moet ik' hebben" en daarmee had de misdadiger het besluit tot den afsohuwelijken moord aanslag genomen. De 4 cM. diepe steekwonde van mgr. Pflueger is wel zwaar, doch niet levens gevaarlijk. Gisteren was zijn toestand bevredigend. GEMENGD. De !„Frankf. Z'tg." weet te vertéllen dat de <B e i e r s c h e Bi s s c h o p p e n .in oen schrijven aan den bondsraad po sitie zullen nemen ten opzichte van de afschaffing der j e z u i e t e n w e ff, en met alle gracht en klem op die afschaffing zullen .aandringen. Damad S j e rif, de onlangs nieuw benoemde Turksche minister van binnen- landsche zaken, is alweer afgetreden. Volgens de „Tribuna" verlaat ge neraal Caneva binnen enkele dagen Tripoli. Hij zal een korten verloftijd in Italië doorbrengen. Naar de correspondent van de „Messa- gero" in Tripoli echter verzekert zal ge neraal Caneva (om gezondheidsredenen als hoofdoommandant ontslag nemen. Generaal Ragni zal hem vervangen. Bovendien zullen nog de generaals Ci- ancio Frugoni, Rainaldi, Sforza, Romag- noli', del gastro en Giardina uit .Tripoli vertrekken. De regeering wil nl. dat zoo veel mogelijk officieren den oorlog mee maken. Mijn edelmoedigheid deed hem goed. De arme Broeder o, mensdielijke zwak te! slaakte een zucht van verlichting, jen ik vervolgde „Onderdruk niet langer een geheel natuurlijk en treffende aandoening, welke mij leed zou doen te verstoren." Na die woorden begaf ik mij met ge heel ridderlijke kieschheid naar het aan grenzend vertrek. Ik moet er echter bij voegen, dat ik tusschen de kier van de deur keek, wat minder ridderlijk was. Alleen gebleven knielde de grijsaard neer, legde zijn hopfd op de canapé en te oordeelen, naar de beweging van zijn lichaam, meende ik dat hij snikte. Ook bij dezen dus had hertog Jean diep leed wezen achtergelaten, een intieme en trou we herinnering, waarmede ik besloot mijn voordeel te zullen doen. De ontroering was van korten duur, en geen spoor was er van overgebleven toen de Broeder zich weder bij ons voeg de. Gij had weer zijn rustige, vredige houding. Thans scheen ik de meest ze nuwachtige van ons beiden, zooveel haast had ik om hem te ondervragen, om te bladeren in het belangwekkende boek, dat het toeval onder mijn bereik had ge bracht. „Ik zal u naar huis; begeleiden", zei ik en nauwelijks hadden: wij het kasteel ver- Op verzoek van den Italiaansohen minister van marine heeft de koning van' Italië aan de vijf torpedobooten, die aan den verkenningstochtin de Dar- d a n e 11 e n deelnamen, vlaggen geschon- ken, alsmede de gouden medaille voor militaire verdiensten. Koninklijke besluiten. Bij Kon. besluit zijn benoemd jn de prov. Zuid-Holland: tot .hoogheemraad :van Delfland J. M. van de Schalk te Schiedamtot heemraad van den nolder Oude Nieuwland P. Voogd, te .Goede reede; in het bestuur van de Vier polders (gemeenten Dordrecht en Dubbeldam) tot dijkgraaf A. J. Lebijet, te Dordrecht;' en tot hoogheemraad S. van der Linden, en W. B. de Roo van Capelle en Westt- maas, te Velp (gemeente Rheden); tot hoogheemraad van het hoogheemraad schap Rijnland (provinciën Noord-Hol land en Zuid-Holland) jhr. mr. ,W. G. De« del te Amsterdam, en inr. J. van de Kas- teele, te 's Gravenhage; is benoemd bij het wapen der infanterie tot militie-le* luit. bij zijn t egenwoordig korps, de mi- litie-2e luit. T. C. van .Rossum, van het 4e reg. Veiligheid ter zee. De Berlijnsche correspondent van dei N .R. Ct. seinde gisteren aan zijn blad: Eenige weken geleden wist de Londen- sche correspondent van de Vossische Zei- tung te berichten, dat er in Den Haag een internationale conferentie zou ge houden worden, waar besproken zou worden welke maatregelen te nemen zou den zijn ter verliooging van cie veingneoi van het verkeer ter zee. Officieus werd toen dit bericht uit Den Haag tegenge sproken. Thans-meldt de Londensche cor respondent van de Berliner Lokal Anzei- ger, dat alle betrokken mogendheden zich' bereid, verklaard hebben, deel te nemen aan een zoodanige conferentie, die óf in Londen óf in den Haag plaats zal heb ben. Ontwerp-wet lager onderwijs. Naar het „Hbld." mededeelt, is ver schenen het ontwerpwet tot regeling van het lager onderwijs, samengesteld in op dracht van een door het hoofdbestuur van Volksonderwijs in 1907 benoemde commissie van 7 leden. Het concept plaatst zich naast het rap port der bekende Ineenschakelingscom missie, ook, omdat dit rapport nóch het voorbereidend onderwijs behandelt, nóch' voor het lager onderwijs beteekenendel wijzigingen aangeeft. Loodgieters en Kerken. In een miissive aan de Commissarissen der Koningin in de verschillende pro vinciën wijst de Minister van Binnen lands che Zaken -er op, dat het meer malen is voorgekomen, dat monumenten van geschiedenis ,en kunst een prooi der Vlammen zijn geworden tengevolge van onvoorzichtigheid van werklieden, voor namelijk van loodgieters, .aan de daken of goten werkzaam. Het ware, meent de laten, of ik begon „U hebt vooral veel van hertog Jean gehouden „Ik hield vooral van zijn broeder'.' Dat antwoord verblufte me. ,Tot nu toe was de heer Louis van Sommerive mij voorgesteld als een zeer treurige fi guur, heftig, ondeugend, ontembaar, en overgegeven aan gevaarlijke passiën, een somber personage, dat, in de legende,- hoofdzakelijk diende om moer cachet aan zijn ouderen broeder te geven. „O, en vanwaar kwam die voorkeur?" „Ik bekommerde mij meer om hem." „Waart gij aan zijn bijzonderen dienst verbonden?.... Maar u hebt ook hertog Jean gekend?" „Ja, mijnheer,ook."' „Waart u daar op het oogenblik der catastrophe? Weet u, welke de naaste oorzaken daarvoor zijn geweest?" „Dat, mijnheer, weet niemand, dan God en hertog Jean." De oplossing, diie ik meende te heb ben gevonden, ontsnapte me nogmaals, en ik merkte schamper op: „Nu hertog Jean dood is en God het mij niet zal openbaren, zal ik dus nooit kunnen doordringen tot deu grond der zaken?" (Wordt .vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 1