BINNENLAND. 50 cent bij vooruitbetaling. Uit de Pers. spel verloren was. En de fout van den Franschen minister de Selves, die bij de eerste onderhandelingen, bij de eerste maal dat hij het idee ppperde om af stand te doen (November van het vorige jaar) heeft hem hierbij goed geholpen. Op onbegrijpelijke wijze had toen Frank rijk zich de handen gebonden en Moelai Hafiid zich alle rechten doen voorbehou den. Nu kon hij afdanken wanneer hij wilde, zelf zijn opvolger en verblijfplaats kiezen en zijn jaarwedde bepalen. Alle tact heeft generaal Liautey, de resident- generaal moeten gebruiken om dien af stand niet op den meest ongunstigen tijd te doen plaats vinden. Nu is hij gegaan en heeft een zijner broeders als opvolger aangewezen. (Abd- el-Azis kon het natuurlijk niet zijn, te gen wien de Franschen Moelai geholpen hadden om hem van den troon te stoo- ten, maar gelukkig hadden zij nog een goeden stroopop in den amderen broer Moelai Joessoef. Van dezen is nog niet veel anders bekend dan dat hij in April, na de troebelen in Fez tot pasja der hoofdstad benoemd werd. De „Siècle" noemt het een niets beteekenendpersoon, zwak en dom, die niets geen gezag over de Marokkanen hebben zal. Maar, geeft het blad direct toe, geen enkele door Frankrijk beschermde sultan, zal ooit eenig ander gezag over zijn landgenoo ten hebben, dan dat, wat de Fransche geweren en kanonnen hen zullen verze keren. 'Bij hem schuilt dus geen gevaar, doch wat zal het zijn als Hafid na zijn ge schokte gezondheid in Vichy weer op ree te hebben gebracht jn Janger zijd domicilie zal willen kiezen, zooails zijn plan is. De oorspronkelijke overeenkom sten geven hem daartoe het recht, maar Frankrijk zal wel Zijn best doen om den woelwater uit het land te houden, waar het toch nog genoeg last van de bevol king zal hebben. V. Toepassing woningwet. De Commissaris der Koningin in Gel derland heeft de gemeentebesturen in die provincie medegedeeld, dat de ken nisneming der verslagen, uitgebracht ter voldoening aan art. 52 der Woningwet den indruk heeft gegeven, dat het in ve le gemeenten met de toepassing dier wet over het algemeen treurig is gesteld. Voel ik mij, aldus heet het, in deze! mededeeling, derhalve ertoe gedrongen bij de gemeentebesturen, wie het aangaat ernstig aan te dringen op een, gloeide toepassing der Woningwet en de krach tens die wet vastgestelde bouwverorde ningen, overtuigd dat daarbij bevorde^ ring van de welvaart hunner gemeen,ten ten nauwste betrokken is, ik wenSch! hierbij nog te wijzen op een voorname oorzaak van belemmering in verbeten- ring van woningtoestanden', bestaande in onvoldoenden aanbouw, van z.g. ar beiderswoningen. De Commissaris acht het zeer aan bevelenswaardig het bevorderen door de gemeentebesturen dat in hun gemeenten een ivi-ereeniging, een vennootschap, of stichting tot stand kome, als bedoeld in art. 30 der Woningwet, welke door de Kroon is toegelaten als vereenigimgt enz., uitsluitend in het belang van, ver betering der volkshuisvesting werkzaam. Reeds bestaat een dergelijke verüeni- ging in onderscheidene Geldersche ge meenten. Het zal allicht niet gemakke lijk zijn een vereeniging als hier bedoeld tot stand te brengen, maar de commis saris roept hierbij krachtige medewer king in van het bestuur der _gemeénten, in zijn gewest. Hij verwacht voor 1 October mededeeling, welk gevolg aan zijn schrijven is of zal worden gege ven. Zevende Sociale Week. [Wij ontvingen het lijvige Program maboek (90 blz.) van de Zevende So ciale Week, welke van 1 tot 8 September te Breda zal worden gehouden. Nog beter dan uit het vroeger reeds gepubliceerde Program, blijkt uit dit boek, waarin reeds een korte leiddraad der verschillende te houden voordrachten is opgenomen, van hoe groot belang deze zevende Sociale Week is. Aan de Inleiding ontleenen wij het navolgende: „De Sociale Week' is in het katholiek leven van Nederland een vaste instelling] geworden. Bij honderden zijn de mannen en vrouwen te tellen, die op hare banken plaats namen, om hunne sociale kennisi te vermeerderen. Zoo komt dan thans de zevende So ciale Week als een vanzelfsprekendheid.; Wij zullen daar weer velen ontmoeten, die in vorige jaren ook reeds aanwezig waren. Maar Vele nieuwelingen moeten daar óók komen priesters en leeken, mannen en vrouwen, theologanten ;en studenten, middenstanders en arbeiders voor hen allen valt hier ontzaglijk veei te leeren. Nog steeds kunnen wij, Katholieken/' getuigen, dat nog geen andere partij of geestesrichting in ons land een derge- lijke week van degelijke sociale studie! heeft kunnen organiseeren. Die gedachte moet voor ons een aansporing te meer, zijn, om dit instituut hoog te houden en in eere. Het programma zal dit jaar voor breede kringen van ons volk veel ver- lokkends hebben. „Rechtvaardigheid en Naas tenliefde" is het algemeen onder werp. Maar de uitwerking ervan wijst erop, dat het zich tot veel afwisseling gemakkelijk leende. Laten nu niet alleen de mannen en vrouwen der sociale actie in engeren zin deze Sociale Week bezoeken, doch ook zij, die meer uitsluitend zich met werken van liefdadigheid en armenzorg bezig houden. Vele Vincentianen en Armbe stuurders mogen thans neerzitten naast de Dames van St. Elisabeth en Lidwina en de Meisjesbescherming! Maar ook zij, die tot nu zich' meer met de onderwerpen van sociale rechtvaardigheid bezighielden, zullen ge wis gretig de gelegenheid aangrijpen, om van de katholieke char it as wat dieper, studie te maken. Zoo moge, onder Gods zegen, ook deze zevende Sociale Week te Breda rijke vruchten afwerpen voor de katho lieke actie in ons Vaderland." Uit een schrijven van Mgr. den Bis schop van Breda blijkt, dat Z. D. FL het houden der Sociale Week te Breda „volgaarne goedkeurt", en zijne beste wenschen uitspreekt" „voor het welsla gen van dezen gezegenden arbeid". Behalve het volledjge program en del korte overzichten der te houden voor drachten, bevat het Programmaboek ver schillende nuttige wenken voor de be zoekers van de Sociale Week. Allereerst wordt meegedeeld, dat er drie soorten van t o e g a n g s k a a r t e n verkrijgbaar zijn: le. Weekkaarten. (Prijs f2.50.) 2e. Doorloop end e Avondkaar- ten (Prijs f 1. Deze kaarten kunnen reeds per post wissel besteld worden aan het Cen traal Pp r eau voor de K.S.A. te Lei den, evenals het Programmaboek (prijs f 0.20.) 3e. Kaarten voor 'een ochtend-, mid dag- of avondvergadering. Prijs f0.20. De Sociale Week wordt gehouden in de groote zaal van de St. Joseph- Kring (Waterstraat 5). LWij véstigen er échter de bijzondere! aandacht op, dat de Openings-ver- g a d e r i n gwegens het te verwachten zeer drukke bezoek, zal gehouden wor den in de St. Antonius-kerk (St Jans* straat, vlak bij de Groote Markt). In deze vergadering, welke te 8 uur aanvangt, zal de 'Openingsrede gehouden worden door den HoogEdelGestrengen Heer H. W. Bogaardt, die als Voorz. van het Diocesaan Com. voor de K.S.A. in 't Bisdom Breda, zal optreden als Voor zitter van deze Sociale Week. Vervolgens wordt een redevoering uit gesproken over ^Rechtvaardigheid en Naastenliefde" door Pater Borromacus de Greeve, O. F. M. Deze vergadering wordt geopend en gesloten door het zin gen der liederen: „Kom, Schepper, hei lige Geest"-, en „Aan U, o Koning der Eeuwen." Het belooft een prachtige ver gadering te worden. Tweede Blad, behoorende bij DeLeidsche Courantvan Zaterdag 17 Aug. no. 868. STATEN-GENERAAL. TW BEDE KAMER. Kort Verslag van de vergaderingen der Kamer. [Het Kort Verslag der vergaderingen Van de Tweede Kamer der Staten-Gene- Faal verschijnt in den avond van eiken ;]dag, waarop de Kamer vergadert. De abonnementsprijs bedraagt f 1. ■Men: abonneert zich voor den tijd van jteen geheel zittingsjaar. Voor de verzen- foing van het Verslag aan abonnementen [binnenslands is geen port verschuldigd, fj/ [Wij steller! onze lezers echter in de [gelegenheid, mits zij dit TIJ Dl O opge lden, het Kort of Analytisch verslag te (bekomen voor den prijs van Dé verzending van het Verslag ge>- (S'chiédt ook in dit geval portvrij. Alle betalingen van het Kort Verslag [(geschieden De aandacht van hen, die reeds voor de vorige zitting op het Kort Verslag waren geabonneerd, wordt er op ge vestigd, dat het noodig is, om, wan neer zij ook gedurende de nieuwe [zitting het Verslag weder wenschen fte ontvangen, zich opnieuw te abon- neeren, en dat het, met het oog op [eene geregelde toezending van het I begin der zitting af, gewenscht is dat vooral TIJDIG te doen. Om de bestelling te vergemakkelijken, IRomt in dit nummer een formulier voor, "hetwelk duidelijk ingevuld, aan fde Administratie, OUDE SINGEL 54, LEIDEN, i'smoet gezonden worden. DE DIRECTIE. Militaire opvoeding? (Wij lezen in de Nederlander: Men vestigt onze aandacht op een ar tikeltje, in het orgaan der vereenigingi iVan Onderofficieren „Ons Belang" het jÏAlg. Militair Weekblad. Men weet, dat itdeze vereeniging in de Tweede Kamer 'ieenige malen ter sprake is gekomen dat iij zich bijzonder verheugt in de be scherming van de heeren Marchant ,en, (Thomson, doch van meer dan één mi nister van Oorlog, een minder vleiend 'getuigenis kreeg. Minister Colijn ge tuigde van haar, „dat voor een belang rijk deel haar optreden zijn instemming biet heeft", iets, waarover men zich niet zeer zal verwonderen, als men de vol gende fraaie rethorica uit het Weekblad gelezen heeft. Het is uit een zomerme- !lditatie: ^„En terwijl-nu de fabrikant zijn heen- lijk buiten betrekt, of zeiltochtjes gaat maken op de meren, ploeteren zijn arme islechtbetaalde arbeiders van den vroe gen morgen tot den avond in, de onh (dragelijke hitte der fabriek, bij het ge- j'stamp en geratel der machines, of bij (den gloed en den smook der ovens, ter- pwijl de vrouwen en kinderen der rijken; licht, lucht en leven halen uit 't strand jof uit de bergen, blijft de arbeidersvrouw rvrouw steeds gebukt gaan onder den [last der meest afmattende zorgen, moet [zij zich eiken dag kwellen om van één (dubbeltje verdienste voor twee dubbel- jtjes te koopen, en blijven hare kinderen; ildé duffe lucht der kleine woning of de [vunzige dampen der benauwde stegen inr i (ademen. Mijne vrienden, let op deze tegenstel lingen in het maatschappelijke leven, ^verlies dit nimmer uit het oog, wan neer uwe taak en uwe plicht u roepen.' Wij zouden wel eens willen verne men, wat de schrijver van dit jraais [bedoelt, vooral met de laatste zinsnede, Mdie in een of ander anarchistisch blad phi et misstaan zou. FEUILLETON. [De Eïfgenaam van hertog Jean. NAAR HET FRANSCH. f?°) Si „O, dat gaat heel goed", gaf hij achte- jloos ten antwoord. p „De wond op uw wang heeft een littee- yjcen achtergelaten." j?i „Och, wat zou dat Mijn oud lichaam yjièeft wel andere gezien." „Waar hebt u de pokken opgeloopen?' Lvroeg ik' met meer belangstelling dan |kieschheid. „Gedurende den oorlog in de ambulan ces." I*/ .„Hebt gij in den oorlog ook' een wonde [jaan uw been gekregen?," „Ja, door een ongeluk." „Welk ongeluk?" „Een verdwaalde kogel." '„Waart gij dap op het slagveld?" ^„Evenals zoovelen van onze Broeders jom de gewonden pp te nemen."- i. Broeder Claudius wilde blijkbaar liefst [0at gesprek niet voortzetten. Plotseling pan den weg afwijkend ging hij een .$mal pad op dopr de velden heen. Bescherming. De Ut r e c h ts c h e C o u r a n't schrijft In deze idagen, nu, wegens het ver schijnen van het verslag der Commissie van Voorbereiding ter zake van het ont- werp-tarief, in veler mond de kwestie van „bescherming" en „vrijhandel" we der bestorven ligt, kan het geen kwaad er eens op te wijzen, dat de voorstelling alsof „bescherming" slechts het onbe twistbaar domein der rechter-partijen is, door de feiten dubbel en dwars wordt ge logenstraft. Al was het in de eerste plaats alreeds omdat er hier te lande pok rechts wel „vrijhandelaars" worden gevonden en links wel „beschermers." 1 Doch, als wij eens buiten onze grenzen kijken, zien wij, dat: in Frankrijk, waar radikalen en socia listen de regeeringspartijen sinds jaar en dag vormen, de invoerrechten niet zijn afgeschaft; in Italië de liberale regeering niet an ders deed; in Portugal de radiko-socialistische meerderheid evenmin over afschaffing der invoerrechten dacht in Australië de socialistische regeering mede het profektie-tarief niet introk; in Zwitserland en Noord-Amerika, de republikeinen niet minder beschermings- gezind zijn in Spanje, sedert de liberale leiders Canalejas en Mores de lakens uitdeel en, er van intrekking der invoerrechten geen spraTce is. Als „bescherming" dan zoo fnuikend is voor de welvaart van een land en „vrij handel" van zóó reusachtig voordeel, ei- lieve.... zijn die Fransche, Italiaansche, Portugeesche, Zwitsersche, Spaansche, Amerikaansche en Australische regee- ringsmannen, die maar geen eind maken aan hunne respektieve beschermende rechten, dan zulke stumpers, dat zij dit met hun allen niet inzien? Sterker nog: Duitschland, het protek- tionistische Duitschland, dat bij de jong ste Rijksdagverkiezingen een nieuwe, linksche meerderheid kreeg, zal niet tot een verlaging der beschermende rechten overgaan, maar in de „N. R. Ct" spoe dig na genoemde verkiezingen in eene Berlijnsche korrespondentie werd mede gedeeld door een Duitsch liberaal en voorman in den toen juist afgeloopen verkiezingsstrijd. Men late dus eens af het steeds te doen voorkomen, alsof het verlangen naar be schermende tarieven, alleen den recht- schen partijen eigen is. Het lijkt er niemendal op! Hier zitten geen partijbelangen, doch de welbegrepen belangen van eigen in dustrie voor Meer dan een mooi gebaar. Onder dit opschrift driestart het Huis gezin: De jionge groothertogin van Luxem burg heeft de anti-kathjolieke schoolwet geteekend. Zij heeft moeten zwichten voor den dwang der constitutioneel e noodzake lijkheid. Met dit al blijft haar aanvankelijke weigering een mpoi gebaar. Meer dan een gebaar. Een (opwekking aan haar voor de overgroote meerderheid katholieke volk om zidh te ontworstelen aan de heer- sdhappij eener liberale en vrijmetselaars- meerderheid in het Parlement, om weer zich zelf te zijn. De Luxemburgsche Katholieken zijn ingedommeld, zooals ook de Belgische Katholieken een tijd van indommeling gekend hebben. Moge de liberale dwangwet hen wakker schuddenzooals van Hum- beeck's schoolwet de Belgische Katho lieken en Kappeyne's scherpe resolutie de christelijke partijen jn ons land tot een krachtig verweef ontvlamde. Te gemakkelijker moet Het den Lu- xemburgschen Katholieken vallen, het liberale dwangjuk af te schudden, nu ze gezien hebben, dat hun jonge vorstin aan hun zijde staat en in gedachten den blijden dag begroet, waarop het haar ver gund zal zijn een streep te halen door het product van liberalistische wetgeving. „Waar gaat u naar toe, Broeder?" vroeg ik verbaasd. „Ik ga naar huis terug." „Hoezoo, langs dien weg? Ik geloof dat gij u vergist. Ik ken de streek door en door, maar nooit ben ik dien weg gegaan, en ik raa:d u dus, liever 'den groo- ten weg te houden." Gewillig keerde broeder Claudius op zijn schreden terug. Ik verveelde me; ik had igeen trek, om alleen te blijvem, en het denkbeeld, dat hij in den oorlog was geweest, deed me prijs stellen op zijn 'gezelschap. „Gij zijt vermoeid", zei ik op een toon van gezag. „Ik wil niet, dat u weer ver trekken zult, zonder een poosje te heb ben uitgerust. Het kasteel is vlakbij; ga met mij mede." „Ik dank u", antwoordde hij haastig. „Broeder Regimbertus wacht me, en ik heb me nog'op mijn les voor morgen voor te bereiden." Ik hield hem bij den arm vast, en om zijn schuchtere verlegenheid weg te ne men, verklaarde ik: j „Ik neem alles op mij, en broeder Re gimbertus zal niet brommen. Bovendien bent u ons een bezoek schuldig. Mijn zuster en haar gouvernante zullen blij de zijn, ute zien. Wij zijn zeer eenvoudig zonder pretentie, en het kastéél mag, ,u De Week in liet Buitenland. Op nog betrekkelijk kalme en oogen- schijnlijk weinig gevaarlijke wijze is nu, nog vrij plotseling, Frankrijk zijn sta-in- den-weg voor de z.g. „vreedzame indrin ging" in Marokko, Moelai Hafid, kwijt geraakt. Het is een lange lijdensgeschie denis geweest Voor beide partijen; voor den sultan, die zich stukje voor beetje alle macht ontnomen zag door den vreem deling, die hem zelf eerst wederrechtelijk op den troon geholpen had; voor Frank rijk dat steeds door de listig kuipende vijandelijkheid van Moelai Hafid zich ge stadige gevaren in het Moorenland om zweven zag. Werd niet o. m. de plotse linge overval en het bloedbad onder de Franschen in het begin van dit jaar groo tendeels op zijn reekning gesteld, of schoon men hem geen kwade trouw kon bewijzen? En was niet eveneens zijn dik wijls te kennen' gegeven wensch om voor zijn .abdicatie een bedevaart naar Mekka te maken, een voortdurend schrikbeeld voor hen, die vreesden dat het fanatisme der Muzelmannen niet alleen in Marokko, maar ook in Algerië en Tunis zou ontke tend worden. Immers een aftreden, on middellijk volgend op zijn terugkeer van het Islamitische heilige der heilige, zou het karakter gehad hebben van een pro test uit godsdienstige overwegingen, dat niets dan onheil spelde voor de Christe nen. En nu nog weet men niet goed wat eigenlijk de motieven zijn die hem tot het neerleggen der regeering, die hij nog slechts in naam voerde, geleid hebben. Was hij in ernst dit weinig lastige regee- ren moede, of wilde hij Frankrijk's optre den in Marokko bemoeilijken? Was dit laatste zijn bedoeling, dan blijkt hij werkelijk misgerekend te heb ben. Indertijd met gejuich door de fa natieke bevolking ingehaald als de toe komstige bevrijder .van het land van de gehate vreemdelingen, gaat hij nu heen, zonder dat het volk zich om zijn verlies gevoelig toont. Integendeel, mag men de uitingen der Fransche pers gelooven, die in deze nu juist niet onbevooroordeeld is, dan zou het volk hem zelfs met vreugde zien gaan. En dat zou geen wonder zijn. Als onbedwingbare tegenstander toch, trad hij na zijn proclamatie tot sultan, nu vier jaar geleden, op, doch nauwelijks in zijn residentie geïnstalleerd zag hij zich gedwongen de voetsporen van zijn broe der te drukken en denzelfden weg te vol gen, die lijnrecht inging tegen de bedoe ling, waarmede hij op den troon gezet was. En hoe kon het anders? De erken ning van zijn t roonsbestijging kon hij slechts van de mogendheden verkrijgen onder bepaalde waarborgen, de handha ving namelijk van de verdragen door zijn broeder gesloten. Deze afhankelijkheid was reeds het bewijs dat hij nooit het land van de- gehate vreemdelingen zou kunnen verlossen. Integendeel heeft hij steeds verder moeten wijken voor hun invloed, steeds meer concessies moeten doen, tot hij zich zelf den doodsteek gaf met toe te stemmen jn het protectoraat van Frankrijk. Had niet geldgebrek hem voortdurend geplaagd, zoodat hij zelf jn staat was geweest zich door een behoorlijk leger de macht te verzekeren, het ware zeker niet zoover gekomen, of tenminste hadden de Franschen zioh niet op deze, nog be trekkelijk gemakkelijke wijze in 'Marok ko kunnen nestelen. Nu echter moest hij voortdurend leentjebuur spelen bij den vreemdeling, waardoor hij zich jn diens macht overleverde. En toen ging het van kwaad tot erger, totdat hij zelfs de Franschen te hulp moest roepen tegen de oproerige stammen, die hem in zijn eigen hoofdplaats Fez belegerden. Met een stou ten sprong ware misschien nog veel te redden geweest, als hij zich openlijk aan het hoofd der zijnen tegen den indrin ger gesteld had; in de ure des gevaars hadden de oproerige stammen wellicht zijn partij gekozen. Zijn achterbaksch ge- konkei tegen de Branschen, van wie hij nog trachtte te halen wat er van te halen viel, bracht hem echter in discre- diet bij beiden. Todh heeft hij nog goed voor eigen toekomst gezorgd, toen hij zag dat het geen angst aanjagen." „Het kasteel jaagt me igeen vrees aan", zei hij met plotselinge beslistheid, door mijn welwillende woorden gerustgesteld. „Ik volg u." VII. Zwaar steunend op zijn stevigen wan delstok, stapte hij niet vlug, en terwijl wij de laan afliepen, zocht ik naar het middel, om in het gesprek het onderwerp te mengen, dat me steeds op de lipften brandde. Hooren spreken van hertog Jean was zeker heel aangenaammaar ik zelf van hem spreken, aan een onwetende de roemvolle legende openbaren, er mij me de sieren als met een persoonlijk souve nir, den geest van een ander b'elan(gl doen stellen en dien treffen door de zelfde zaken, die den mijnen hadden ver baasd, i/i verrukking gebracht, scheen me een zeldzaam en nieuw genot. Zeker, in zijn nederige loopbaan had de goede broeder Claudius nooit van iets dergelijks gehoord. Wij schreden door het hek, en broeder Claudius stond eenige seconden stil, blijkbaar verblind door den luister on zer woning. „Dat ziet er goed uit, niet waar?" vroeg ik hem. „Als we (dat alles haar onzen smaak zullen hebben gerestau reerd, zal het kasteel zeer bewoonbaar wezen. Het heeft een nogal aardigen aristocratisch en stempel. Weet u, dat dit 'de oude residentie van de hertogen van Sommerive geweest is?" Dat woord vulde mijn mond zoodanig, dat bij het uitspreken ervan mijn wan gen zich tot aan de coren opbliezen. 'Het stelde me dus niet weinig teleur, den Broeder doodbedaard te hooren ant woorden 1 i „Ja, dat wist ik." „Op nog plechtiger toon hernam ik „Hebt u hooren spreken van den laat- sten eigenaar, hertog Jean?" De oogen van broeder Claudius knip ten even weifelend, waarna hij antwoord de: „Nu en dan" Dat stelde me nog meer teleur. Inwen dig wrokte ik tegen de onbescheiden en, wier voorbarige praatjes aan de mooiste verhalen hun kleur ontnemen. Op dat oogenblik opende moeder Crustaud, die ons in tie verte had zien aankomen, voor ons de groote deur en voegde ons dienstijverig toe: „De dames zijn in het salon". De Zondagen, die geen bepaalde feest dagen zijn, brengen hun eigenaardige verveling] mee. Het i ::rieggen va,n den arbeid, met gemis van genoegen ver- eenigd, doet een melancholische leegte, een zekeren weemoed ontstaan, en Meg had al zoo dikwijls gegeeuwd, dat haar een bezoeker, hoe nederig ook, heel wel kom was. Broeder Claudius had zijn ouden hoed aan den kapstok' in de vestibule opge hangen, zijn parapluie in den parapluie- standaard in den hoek rechts gezet, was alleen de trap op gesukkeld, en stond nu hijgend want de beklimming had hem moeite gekost stil aan den in gang van het salon. „U bent beslist een topograaf (plaats kundige), Broeder", voegde ik hem toe. „U kent op onze eigendommen wegen, die mij onbekend zijn, u gaat recht streeks op het doel af, alsof de plaatsetï niet vreemds voor u hebben." De Broeder hijgde te zwaar, om mij te kunnen antwoorden. Ik hoorde zijn! adem en zag zijn borst op en neer gaan. onder de versleten stof van zijn tooig. Meg trad ons nu te gemoet. Zij zag er vriendelijk uit, liet thee brengen en speelde heel majestueus de meestens van den huize, met vele kleine beleefd heden aan het adres van den gast en vele kleine terechtwijzingen, op gedempteo! toon, aan het ^dres der dienstdoen den* ffordt vervolgd.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5