Maandag
13
Augustus
1912.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
3e Jaargang,
No. 864.
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIINT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2cent, met" Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 een
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
•V Onverdachte getuigenis.
Gelooft men de zoogenaamde vrijjzin-
i nigheid, dan is de Belgische Katholieke
regeering geen knip voor haar neus
I,waard. Behalve echter dat de resultaten
yyan hun beleid het tegendeel getuigen,
komen ook af en toe andere staaltjes
van het tegendeel aan het licht.
Zoo lezen we in de dissertatie „Kinder
rechtbanken" van mej. mr. J. A. van
erschuer
„Aan het eind des vorigen jaars werd
!,,door den (Belgischen) Minister van
(„Justitie een wetsontwerp tot bescher-
'„ming van kinderen ingediend, dat een
„bespreking alleszins waard is.... Het
„ontwerp is hierom zoo belangrijk, om-
„dat het veel verder gaat dan de overige
(■„Europeesche wetsontwerpen of wetten
(■„op dit punt"
Dit wordt dan uiteengezet.
En mej. mr. van Verschuer kan het
iibeoordeelen, want in haar lijvig boek
jV— 310 pagina's laat zij de Kinder-
i.wetten van Amerika en Europa alle in
liden breede de revue passeeren, zoodat
izij van het onderwerp grondig op de
■troogta is.
algemeen overzicht.
De geruchten blijven aanhouden in de
buitenlandsche pers, dat ernstig sprake
is van
vredesonderhandelingen,
zelfs wordt in vele bladen de moge
lijkheid van een spoedige oplossing
voorop gesteld. Zoo verzekert de „Stam-
,ipa", dat de vredesonderhandelingen een
igunstig verloop hebben. Het staken der
i,vijandelijkheden zal de volgende week af
gekondigd worden, 'n Telegram utKon-
stantinopel aan de New-York Herald
(Europeesche editie) deelt mede, dat
(de Turksche ministers Kiamil pasja, Hil-
tni pasja, Resjid pasja en Noradunghian
benoemd zijn tot leden eener commis
sie, aan welke is opgedragen een onder
zoek in te stellen naar den buitenland-
schen toestand, m.a.w. naar de kansen
op vrede, en daarover rapport uit te
jbrengen. Het groote struikelblok voor
'de totstandkoming van den vrede met
litalië schijnt te zijn het feit, dat dit
land ten opzichte van Tripolis blijft
hechten aan het woord: annexatie.Wa-
ren de Italianen bereid te spreken van
„invloedsfeer", dan zou daarmede tege-
imoet zijn gekomen aan de gevoeligheid
jider Turken en waarschijnlijk spoedig een
formule voor het herstel van den vrede
gevonden zijn.
De openbare meening in Italië
schijnt weinig te hechten aan het woord
i;en zou, wanneer daardoor aan den oor
log spoediger een einde kon worden
'(gemaakt, vrede hebben met een andere,
zachtere uitdrukking, mits aan het feit
kier bezetting van Tripolis niets veran
dert. in dien geest hebben zich althans
(enkele dagen geleden verschillende Ita-
liaansche'bladen uitgelaten.
Nu Zoeara sedert eenige dagen bezet
tis, en men met de definitieve bezetting
FEUILLETON.
De Erfgenaam van hertog Jean.
NAAR HET FRANSCH.
;16)
„Is u Broeder Claudius?" vroeg ik.
„Jawel," mijnheer."
„Ik ben u met mijn rijtuig komen afha
len...."
Mijn goed uiterlijk en de grootmoedig-
jiheid op mijn voorhoofd geprent, hadden
izijn verlegenheid doen verdwijnen, want
fünij aanziende, helderde zijn gelaat op, en
{Ier scheen zelfs een flauw glimlachje om
(zijn lippen te spelen.
Om terstond onze respeciieve ver
houdingen vast te stellen, hernam ik:
„Ik ben mijnheer Léon Ravenot, van
lihet kasteel van Sommerive."
De Broeder hoog het hoofd, ongetwij
feld eenigszins onder den indruk dezer
[openbaring, en om. onze kennismaking
jte voltooien, reikte ik hem de hand, wel-
jjke hij met gewilde bedeesdheid aannam.
JWij verlieten aisnu het station, en ik
[eindigde met hem volkomen te verbluffen
(door hem „mijn rijtuig" te toonen, waarin
lik hem verzocht plaats te nemen. Hij
jmaakte een licht gebaar als om die te
op geenerlei moeilijkheden stuit, wordt
eensklaps een bericht openbaar go-
maakt, waaruit de aftocht der Turken
eenigszins te verklaren zou zijn, n.l. dat
Zoeara is besmet
met typhus. De Italianen hadden de
voorzorg genomen een zeer groote hoe
veelheid drinkwater mee te nemen. Deze
maatregel blijkt thans zeer goed te zijn,
daar de plaatselijke bronnen niet bruik
baar zijn, aangezien het water besmet
is met typhusbacillen, welk feit aan
leiding heeft gegeven tot het gerucht,
dat de Turken dit met opzet gedaan
hebben.
De „Corriere d'Italia" schrijft, dat"
geheel Europa een dergelijke misdaad
scherp zal veroordeelende Italianen
zullen echter hun gevangenen correct
blijven behandelen.
De „Oiornale d'Italia" verklaart, dat
de vrienden van Turkije nu toch zulk
een barbaarschheid wel niet zullen kun
nen goedpraten. De regeering heeft be
sloten een ambtenaar van den openbaren,
gezondheidsdienst naar Zouara te zen
den, ten einde de noodige ontsmettings
maatregelen te nemen.
Wij kunnen vooralsnog niet gelooven
dat werkelijk de Turken hier met opzet
dat water besmet hebben. Veel waar
schijnlijker komt het ons voor, dat tij
dens de bezetting van Zouara door de
Turken aldaar typhus is uitgebroken, en
dat dit wellicht ook de aanleiding is
geweest de stelling slechts zwak bezet
te houden, hetgeen tevens een verklaring
zou zijn voor het anders onverklaarbaar
geringe verzet, dat de Italianen onder
vonden hebben bij de verovering.
En dat de Turken hun vijanden niet
zijn gaan waarschuwen„weest voor
zichtig, Zoeara is met typhus besmet"
ja, wie zou dat van hen vergen. Men
voert nu eenmaal igieen oorlog, om el
kaar in de watten te leggen.
De aardbeving in Turkije
heeft vooral huis gehouden in de Zee
van Mamora. De kapitein van het stoom
schip Virginian heeft gerapporteerd, dat
hij bij het passeeren van Ohanos opmerk
te dat 't dorp tegen gewoonte in duister
nis was gehuld. Te vergeefs zocht hij
daarop de havenlichten van Chora, die
waren verdwenen, én zag toen, dat Mer
refte, Heraklika, Milia en Krastika in
brand stonden. Het water borrelde zoo
hevig, dat hij het anker' niet dorst uit
te werpen.
De bemanning van een ander stoom
schip heeft gemeld, dat tegen 3 uur in
den ochtend het schip door een zeebe
ving werd geschud. De matrozen zagen
Chora, Merefte, en Heraklika branden.
Door den storm konden ze niet naderbij
komen. De petroleumtanks te Miri moe
ten in brand staan.
Het gerucht gaat dat "Rodosto en Si-
li vri zijn verwoest.
Een schip, dat Oallipoli gepasseerd is
heeft gemeld, dat de stad een vreeselijk
toon eel vertoont. De stad is een puin
hoop. Op vele plaatsen zijn branden uit
gebroken. Een soldaat, die gewond was,
heeft gezegd, dat aan de zijde der Dar
danelles geen huis bewoonbaar is ge-
groote eer af te wijzen, maar ik drong
beleefd aan, dat hij het eerst zou instap
pen en de plaats rechts innam, wat hij
eindelijk, zijn hoed lichtend, deed.
Dat ging vrij goed. Ik was zeer tevre
den over mij zeiven en vrij voldaan over
mijn Broeder. Had zijn figuur niets schit
terends, hij scheen ten minste gedwee,
goedig, en vrijwel in een stemming, om
zich in den goeden stijl, te laten brengen.
Blijkbaar was hij veel sterker van gestel
dat broeder Cisturnus en minder luidruch
tig dan broeder Regimbertus. Zijn kale
toog was zindelijk, en eindelijk had zijn
accent hoegenaamd niets van dat van een
Auvergner.
„Uit welke streek is u, waarde Broe
der?" vroeg ik, om een gesprek aan te
knoopen, toen wij eenige oogenblikken
zwijgend hadden gereden.
„Ik kom van Tours," antwoordde hij
mij.
Ik-was. niet meer verbaasd, dat zijn
uitspraak dragelijk was, en ging voort:
„Dat is een mooie stad, en gij zult die
waarschijnlijk een beetje betreuren in
ons nederig gehucht; maar wij zullen ons
best doen, dat gij u niet al te veel mis
plaatst gevoelt"
Hij dankte mij niet een glimlach, en ik1
hernam
„U bent zeker niet gevyopn te reizen
bleven. De kazerne is ingestort. Vijf
soldaten zijn gedood. Verscheidenen zijn
licht gewond.
Door nieuwe aardschokken, die giste
ren plaats hebben gehad, zijn Sjarkeny
en andere dorpen verwoest.
De bladen melden, dat het aantal doo-
den een duizendtal bedraagt, dat der g&
wonden van 5000 tot 6000.
Te Korembagia stortten 15 huizen in,
en te Outchouroumdere 29, waarbij 33
personen gewond werden.
Het stadje Hora is bijna geheel ver
woest. De brand veroorzaakte den dood
van 30 personen, terwijl er 300 gewond
werden. Ook te Miriofito brak brand uit,
waardoor 300 personen gedood en 600
gewond werden.
Sarkeny is bijna geheel verwoest door
een brand. Van de Dardanellen is de
torpedojager „Bassorah" vertrokken om
hulp te gaan brengen.
Te Mufty en Miriafito zijn gansche ge
zinnen onder de puinhoopen begraven,.
Nadere berichten melden, dat de bran
den, die op de aardbeving volgden, de
steden Miriofito, Hora, Kereste, en Mila
geheel en Ohanos, Balatonna, Fatmos
Outchouroumdere gedeeltelijk verwoest
ten. Te Miriofito zijn 60 dooiden, te Oha
nos 150, te Outchouroumdere 20. Ook
in andere dorpen zijn talrijke slachtoffers
gevallen. 15000 personen hebben geen
dak boven het hoofd.
De regeering heeft tenten en levens
middelen gezonden.
Te Andrianopel zijn 20 moskeeën en
talrijke andere gebouwen verwoest of
beschadigd in het gëheele vilajet zou
den 7080 dooden en 200 gewonden,
zijn. - --v'< - - -----
De aardbeving veroorzaakte schade te
Dedeagatch, Rodosto, Kelam, Demoti-
ka, Djesserghama, Karadjali, Ortikeuy,,
Moustapha Pasja, en Loulebourgas.
Te Tchourlou verwoeste de brand, die
na de aardbeving uitbrak, 200 huizen en
een honderdtal magazijnen. De schade
bedraagt hier 1>0Q.0Q0 Turksche ponden.
Te Chargouy verwoestte de brand 200
huizen. Er zijn 60 dooden en 50 gewon
den. Alle huizen zijn onbewoonbaar. 4
moskeeën storten in.
Te Cherlou zijn meer dan 500 gebou
wen, waaronder het telegraafbureau en
het station afgebrand. Te Loulebourgas
stortten eenige huizen en 2 minarets in
2 personen kwamen om het leven.
Een springvloed te Terremotö bescha
digde verscheidene vaartuigen, waaron
der het jacht van den Khedive.
Te Mahroussa, op het eiland van
Marmora zijn bijna alle huizen, scholen
en kerken verwoest door de aardbe/ing,
terwijl de brand vernielt, hetgeen nog
gespaard was.
Te Argyrocostro werden 82 huizen
door brand vernield.
Poincaré
de Fransche minister van buitenlandsche
zaken is aan boord van de Condé, voor
het voorgenomen bezoek te Petersburg
gearriveerd. Onderweg heeft het schip
eerbewijzingen ontvangen van Duitsche
zijde, die in Frankrijk veel enthousiasme
gewekt hebben.
,,'tls inderdaad lang geleden, sinds
ik heb gereisd."
„Die trein, die niet veel harder dan
een wagen rijdt, zal u den afstand wel
heel lang, hebben doen voorkomen. Hoe
laat is u van Tours gegaan?"
„Gisterenmorgen te 5 uren."
„U moet dus wel vermoeid wezen?"
„O neen, volstrekt niet."
„Maar honger zult u toch wel heb
ben
„Ik heb in den trein ontbeten."
Ér stak nog een korst brood uit een
zak van zijn toog.
Na die 24 uur doorgebracht op een
houten bank, te midden van boeren, en
met igeen andere spijs dan een stuk
brood in de stoffige atmosfeer, van den
wagen, scheen de gioede man niettemin
kalm en rustig, zonder eenige zenuwach
tige spanning.
Hij sprak weliswaar niet veel, maar
hij luisterde aandachtig naar mij, wat
nog beter was, en keek beleefdoplettend
naar de gezichtspunten, waarvan ik mij
beijverde hem de schoonheden te doen
Woensdagochtend om half twaalf,
toen de Condé ter hoogte van Kiel was,
kwam een torpedoboot in het zicht waar
van men de nationaliteit niet terstond
kon herkennen. Het schip verdween in
volle vaart in de richting van de kujst.-
's Middags om kwart over twee kwam
een Duitsch linieschip van het type
Braunschweig in zicht. Toen het onge
veer tot op 2 K.M. genaderd was, heesch
het de admiraalsvlag. De Condé heesch
daarop de vlag des ministers, waarna het
Duitsche schip de Fransche vlag op de
groote mast heesch en haar met 19
schoten salueerde. Poincaré was op de
commandobrug van de wisseling der be
leefdheden getuige. Een uur later stoom
de de Condé door een Duitsche divisie
van 4 kruisers en 18 tot 20 torpedoboo
ten, die in een wijden kring lagen. Toem,
de Condé voorbijkwam, gaf de derde
Duitsche kruiser het reglementaire sal
vo af.
Hetzelfde geb de ten derde male,
toen de Condé lit .igende groote schip
een van de Nassau-klasse, voorbijkwam.
Een verslaggever meldt, dat de officieren
van de Condé zich zeer erkentelijk over
de Duitsche schepen hadden uitgelaten.
gemengd.
De Duitsche Keizer heeft be
loofd om in October op villa Hügel te
Essen terug te komen. Daar zal hem
ook het tornooi en de bioscoop worden
vertoond, waarvan nu door het mijn
ongeluk bij Bochum niets gekomen is.
De Russische kapitein Koste-
vyitsj, die wegens spionnage gevangen
genomen was, is tegen een borgstelling
van 30.006 Matk .vr'jgela+en. Hij -mag
naar Rusland terugkeeren, maar moet
zichvoor de rechtszitting weer aanmel
den. Tegelijkertijd is de Duitsche offi
cier Dahm, die in Rusland wagens spion-
onage gevangen genomen was onder pre
cies gelijke voorwaarden vrijgelaten. Hier
aan waren rechtstreeksche diplomatieke
onderhandelingen voorafgegaan. Derge
lijke gevallen geven de vrees voor spion
nage geen bijzonder ernstig karakier.
Te Rome verluidt, dai alle nieuwe
torpedo jagers zullen worden voor
zien van petroleum-motoren.
De torpedojagers en 20 torpedobooten
van dit systeem zijn reeds gereed. De
petroleummotoren zullen ook worden
aangebracht bij de toekomstige liniekrui
sers. Men denkt, dat in 1915, behalve
de gepantserde kruisers, de heele Ita-
Iiaansche vloot van petroleummotoren zal
zijn voorzien.
De „Militar-Politische Korrespon-
denz" verneemt, dat tusschen de Prui
sische en de Nederlandsche regeering
onderhandelingen aangeknoopt zijn om
door een verdrag een eind te maken
aan den toestand, dat Duitsche ar
beiders, die ook in Duitschland wonen,
maar in Nederlandsche kolen
mijnen werken, zoowel door de Neder
landsche als door de Pruisische overheid
in de inkomstenbelasting kunnen worden
aangeslagen, terwijl aan den anderen
kant Nederlandsche arbeiders, die op
Pruisisch gebied werken, in Pruisen
geen belasting betalen, maar wel even-
Te Sommerive aankomend, waren we
al beste vrienden geworden.
„Sta eens even op, Broeder," zei ik
toen we zeker punt van den weg hadden
bereikt, „daarginds achter dat gordijn
van oude eiken, ziet men de muren van
mijn kasteel, en het indrukwekkende
schaduwbeeld van den kasteeltoren, dag-
teekenend uit de XlVe eeuw. Hij werd
gebouwd door Renaud de Sommerive,
na zijn terugkomst uit de Kruistochten
en draagt op een gebeeldhouwden steen
een devies in het Arabisch."
De Broeder stond op en keek onver
schillig toe, zonder oogenschijnlijk veel
te voelen voor de oudheid van onze
nobele woning.
„Wend u thans naar dezen kant", her
nam ik. „Dan kunt u den kerktoren zien.
De school ligt verder, verborgen achter
deze huizen. Ze is niet erg mooi, die
school, maar mijn vader stelt er belang
in, en zal zich ermede bemoeien."
„Ik ken de edelmoed-'ge plannen van
mijnheer uw vader", zei broeder Clau
dius. ,,'tls een groot geluk voor de
armen van Sommerive, dat hij in de
streek gekomen is."
Ik hief gevleid hei hoofd op, het com
pliment als aan mij zelven gericht be
schouwend. Mijn eerste indruk over mijn
Broeder, reeds allengs gewijzigd, was
nu beslist gunstig, en voor de school
uitstappend, fluisterde ik haastig in het
oor van Broeder Regimbertus, die te
onzer ontmoejing toesnelde:
„Hij is heel schikkelijk l'1
als de Pruisische arbeiders alle voor-
deèlen van ongevals-, ziekte-, ouderdoms-
verzekering genieten.
De Japansche kruiser „Nani-
wa" is, blijkens een telegram uit Tokio,
bij het eiland Brofon gestrand. De
bemanning is gered.
Het Am eri kaansche oorlogs
schip „Nebraska" stiet eergisteren ia
de nabijheid van Newport op een ver
borgen bank'en werd zoo zwaar be
schadigd, dat het schip te Boston
moest dokken.
Bijna terzelfdertijd brak de „Connec
ticut" de schroefas. Het schip zal te
Philadelphia moeten worden gerepareerd.
Volgens berichten uit Palermo
heerscht in het dorp San Giovanni-Gemini
sinds eenige dagen een ziekte, die aan
vergiftiging doet denken en bijna alle
inwoners van het plaatsje heeft aange
tast. Tot nu toe liggen 1200 personen
ziek en verscheidene personen zijn reeds
overleden.
Volgens nadere berichten zou men ge
constateerd hebben, dat het water der
waterleiding van dit plaatsje vergiftigd is.
Uit Girgenti is geneeskundige hulp ge
zonden.
Te Wjesma in Rusland heeft een
brand vier straten in de asch ge
legd. Meer dan 80 huizen zijn vernield.
De.TurkschegezantteSofia
is overhaast naar Sofia teruggekeerd.
De Turksche gezant te Cet-
tin je, die de instructies van zijn regee
ring is te buiten gegaan, is naar Konstan-
tinopel ontboden.
De Tanin en de Hak, de hoofd
bladen van het Jong-Turksche Comité,
hebben opgehouden te vêi'Séuijnêii.
Moelay Hafid heeft aan gene
raal Liautey een brief ter hand gesteld,
waarin hij zijn aftreden om gezond
heidsredenen bekend maakt.
Koninklijke besluiten.
Bij Kon. Besluit is benoemd tot offi
cier in de orde van Oranje-Nassau Th.
S. Roes, kanunnik, deken en pastoor te
Utrecht
is aan den luit.-kolonel der mariniers
P. J. van Trooijen, eervol ontslag ver
leend, onder toekenning van f 2250 perir
sioen 's jaars
is bij het korps mariniers bevorderd
tot luit.-kol. de kapitein J. p. A. Ter-
maat en aan dezen luit.-kol. eervol ont
slag verleend onder toekenning van
f 2085- pensioen 'sjaars;
is bij het korps mariniers bevorderd
tot kapitein, de le luit. J. Oele tot luit.-
kol. de kapitein L. de Jonge Oudraat en
tot kapitein de le luit. C. R. v. Blijen-
burg;
zijn bij de zeemacht bevorderd tot
officier van gez. le kl. de officieren van
gez. 2e kl. G. K. Fuchs en R. L. H.
J. Rijfkogel
De Oranjebloem.
Naar de „Ned." meldt, zijn reeds op tal
van plaatsen in ons land, onder leiding
van dames van aanzienlijken huize, ver-
Reeds omhelsden de twee kloosterlin
gen elkander; daarna kwam de beurt
aan broeder Cisturnus, en alle drie tra
den vervolgens het huis binnenmet
elkander wedijverend wie den slecht toe-
gebonden reiszak van den nieuwge-
komene zou dragen. Ik volgde hen lang
zaam, mij in die plechtige oogenblikken
niet te veel achtend.
De verwelkoming was zoo eenvoudig
mogelijk. Ik vond broeder Claudius zit
tende op een der stoelen in de spreek
kamer, en zijn reiszak lag op een anderen
stoel.
Die man, met alles wat hjj hier be
neden bezat, behoorde voortaan aan dit
huis; hij moest er leven, er arbeiden,
mocht het niet verlaten, tenzij door zijn
overste geroepen tot een andere taak,
of door God tot een ander leven. Maar
dat denkbeeld scheen weinig vat op hem
te hebben, en met zijn zelfde rustig-
vriendelijk gezicht en zijn zelfden goe-
digen glimlach onderzocht hij de nieuwe
omgeving, waarheen hij was overgeplant.
Men hoorde broeder Regimbertus druk
bezig in de keuken, terwijl broeder Cis
turnus hijgend de trap van den kelder
opklom.
Weldra verscheen broeder Regimbertus
in de vroolijkste stemming.
(W.ordt vervolgd.)