Rona Cacao Uit de Pers. BINNENLAND. Van Houten s I De beste voor den prijs Tweede Blad, behoorende bij DeLeidsche Courant van Woensdag 7 Aug. no. 860. Hoe de Tariefwet bestreden wordt! .Wij lezen in de O e 1 d e r 1 a n de r De „N. Ct." gaf er Vrijdagmorgen reeds een voorproefje van in een artikel, dat de liberale en neutrale bladen zich gehaast hebben in bun kolommen over te drukken. Het is ook zoo gemakkelijk teen argument, dat men niet weerlegr igen kan, in het bespottelijke te trekken. Het betrof de bekende stelling, reeds in de jaarvergadering van den Neder- jandschen Boerenbond, het vorig jaar gehouden, door den heer Wijckersloot de Weerdesteijin ontwikkeld, dat wij met het buitenland, dat door rechten be schermd wordt, slecht ruilen. Bij den internationalen ruil aldus ;in het verslag der commissie van voor bereiding moet ons land de waarde 'jzijiner goederen plus het bedrag der bui- ,tenlandsche inkomende rechten, zeg 110 percent der waarde leveren en het ont vangt niet meer dan 100 percent terug. Nu heeft de „N. Crt." het lumineu- ,'ze idee, dat hier bedoeld zou zijn, dat .wij voor elke ,110 gulden die wij uitr voeren slechts 100 gulden terug zou den ontvangen. „Is dat niet kostelijk? vraagt het blad. Inderdaad kostelijk, of liever bespotte lijk en bedroevend, dat men tot zulk een voorstelling zijn toevlucht moet ne men, om een niet tot ontzenuwen ar gument in een belachelijk daglicht te stellen. Wat is de bedoeling van hen, die dit argument bezigden. Voert Nederland iets uit naar een ber schermd land, dan zal het in veel geval len zelf de rechten moeten betalen, daar anders de buitenlandsche afnemer zal zeggen: we zijn van uw waar niet ge diend, we kunnen in ons eigen land goedkooper terecht. Op de productiekosten komt dus een zeker bedrag stel 10 procent in voerrechten. De winst wordt dus zooveel kleiner, als de Nederlander aan invoer rechten voor zijn rekening moet nemen om te kunnen concurreeren. Krijgt hij 110 gulden uitbetaald, dan zal daarvan af moeten bijv. 10 gulden wegens in voerrechten. Zijn winst is dus heel wat kleiner, dan die van den buitenlander, die hier invoert en het bedrag dat hij opstrijkt, geheel in den zak kan steken. Waar de buitenlander bij ons op een invoer van 100 gulden bijv. 10 gulden winst zal maken, daar zullen wij om de zelfde winst in het buitenland te maken voor bijv. 1.1 maal zooveel of voor 110 gulden moeten invoeren. De ruil is dus ongelijk. Misschien begrijpt thans de „N. Ct." het argument, dat blijkbaar haar begrips vermogen te boven ging. Wij geven toe dat het vrij gedrongen gesteld is, maar dat geeft het blad niet het recht er smalend over te schrijven, zooals het doet. Het „Hbl." geeft ook een paar be schouwingen ten beste, die een aandach tig lezer wanhopig de vraag doen stel lenweet je nou toch heusch niets be ters Nu de meelrechten zijn ingetrokken, meent het orgaan, hoort men heel het ontwerp in te trekken. „Indien lage beschermende rechten voor een zeer algemeen verbruiksartikel dat in groote hoeveelheden verbruikt wordt, immoreel en onverdedigbaar zijn zijn ook hoogere rechten voor andere even algemeen en haast even noodza- kelijke artikelen, die in iets minder groo te hoeveelheden gebruikt worden, on zedelijk en ontoelaatbaar." Men vraagt zich met een verbluft go- zicht af, of het paard nu wel niet een iniet al te hard van stal loopt. Kan het „Hbld." ook zeggen waar de minis ter, of waar de rechtsche leden der Commissie erkend hebben dat een recht FEUILLETON. De Erfgenaam van hertog Jean. NAAR HET FRANSCH. 12) De .herinnering aan die mislukking ver donkerde een oogenblik het gelaat van den Broeder; maar al spoedig had hij zijn gemoedskalmte herkregen en ging hij voort: „Bijna allen gaan goed vooruit, eenigen zelfs heel goed, ziet u maar!" Hij liet a'lsnu de meesterstukken van zijn leerlingen zienbladzijden magistraal schrift, teekeningen, landkaarten, ver scheiden andere werkzaamhedenalles evenzeer getuigend van hun ijver als van 'tgeduld en de weergalooze vernuftig heid van hun onderwijzer. Onze welwillende aandacht verflauw- 'de spoedig, want de verdienstelijke po gingen van dien goeden Broeder en van zijn boerenjongens waren niet van een aard om onze ruime geesten bezig te houden. Wij werden zelfs zeer ongeduldig, nu vader voortging met vragen en praten tot in het oneindige. Meg hoestte, bewoog zich onrustig heen en weer, tikte met de punt van haar parasol herhaaldelijk zaclit- op meel immoreel en onverdedigbaar is? Wij hebben de intrekking, der meelrech ten toegejuicht, al hebben wij vroeger meermalen geschreven, welk een opbloei onzer maalnijverheid die meelrechten tot gevolg zouden hebben een opbloei, die .nu, helaas, achterwege zal blijven. Wij hebben die intrekking echter slechts toegejuicht, omdat nu tenmin ste niet langer op een misselijke wijze tegen de geheele tariefwet geageerd zou worden, omdat nu niet langer de ge heele tariefwet gevaar liep door een laf fe wijze van stemming maken daartegen door organen, die wel wezen op „het volksvoedsel, dat belast werd met 4 maal honderdduizend gulden", maar die niet dorsten voorrekenen hoeveel dat wel per persoon en per jaar was, die niet dorsten zeggen, dat in landen waar een invoerrecht op meel bestaat, het brood vaak goedkooper is dan bij ons. Van het immioreele en onverdedigbare der meelrechten het „Hbl." nem'e ons ons onverstand, zooals zij het gelieft te noemen, niet kwalijk zijn wij als nog niet overtuigd. Aan de consequen ties, die zij uit dat onzedelijke en on toelaatbare der meelrechten trekt, be hoeven wij ons niet te storen. Het ander praatje dat voor de zoo- veelste maal opgeld rnoef doen, is dat de Rechterzijde de tariefwet bij de ver kiezingen zoo'n beetje achterbaks heeft gehoudenin alle geval heeft de Ren geering niet gewild, dat er bijv. een beweging ontstond om leden der rech terzijde, die tegenstanders waren van be schermende rechten, in de volksvertegen woordiging te brengen. Het wordt al maar mooier. De regeering, die op haar programma een tariefwet had geplaatst, had kunst matig een beweging tegen die tariefwet in het leven moeten roepen, zij had be paald aan de kiesvereenigingen moeten zeggenToe, stellen jullie nu asjeblieft candidate», die tegen een nieuwe tarief wet zijn. Precies alsof bijv. de Unie- liberale leiders aan de kiesvereenigin gen een oproep zouden doen om toch ook vooral candidate» te stellen die zich tegen algemeen kiesrecht verklaren. Waar trouwens onmiddellijk na den uitslag der verkiezingen van 1909 de „N. R. Ct." schreef, dat nu spoedig een nieuwe tariefwet zou worden inge diend, daar is het toch wel op z'n zachtst uitgedrukt, kinderachtige draaierij, te willen beweren, dat de kiezers daarop volstrekt niet bedacht waren geweest. Zulk een bestrijding der Tariefwet is een beetje al te kras. i Ook daarin de leiding. Het is merkwaardig om te zien, schrijft het Huisgezin, hoe de sociaal-demo craten aan de linkerzijde steeds meer de leiding nemen, ook buiten de Kamer. Nu weer in de zaak van het staats pensioen. De Bond voor Staatspensionneering hield Zaterdag een congres. De heeren Borgesius, Rink en De Klerk van de Liberale Unie waren aan wezig, maar zwegen. Het vrijzinnig-democratisch Kamerlid Teenstra sprak vóór een staatspensioen, maar in deze zaak staat hij niet naast, doch tegenover de kopstukken zijner partij, zoodat hij niet als de woordvoer der zijner gfroep mag worden beschouwd. Maar de man vail den dag was de heer Troe'.stra, die de Liberale Unie deze veeg meegaf, dat aan haar houding de actie van den Bond voor Staatspensioiv neering niet vreemd was; lichtelijk spotte met de ethische en humanitaire over wegingen ten gunste van het staatspen sioen, en ronduit zei, dat het -een strijd gold tusschen arbeid en kapitaal, die voor een groot deel afhankelijk zou zijn van de doorvoering van algemeen kies recht voor mannen en vrouwen. Zoo bracht de heer Trodstra de .kwestie op zuiver sociaal-democratisch terrein en zette de heeren van de Liberale Unie eenvoudig in een hoek. Voor den heer Borgesius zijn zulke dingen niet prettig, maar hij kan er niets aan doen, dat de sociaal-democraten hem telkens vóór zijn en ongegeneerd hem de leiding uit handen nemen. Links wordt sociaal-democraat hoe langer hoe meer troef, en komt er ooit weer een linksche meerderheid in de Kamer, dan behoort naar recht en reden de heer Jroelstra kabinetsformeerder te worden. jes "op den vloer en keek van verveling door het venster naar de speelplaats, met spichtige hoornen beplant en in het midden versierd met een leelijk beeld van den H. Joseph, oprijzend uit een magere groep geraniums. Eindelijk hief mijn vader zijn hoofd op, dat hij gebogen had gehouden over dé lei, waarop een dreumes van acht jaren een zeer moeilijk rekenkunstig vraagstuk had opgelost. ..Uw arbeid boezemt me belaryg in, waarde iBcoeder", sprak hij. „En dat te meer, wijl ik uit eigen ondervinding weet hoe nuttig hij is. Ik ben een oud-leerling der Broeders." Waarom dat in Is hemelsnaam gezegd! Ik stiet hem met mijn elleboog aan. Meg beet op haar lippen en Broeder Regim- bertus daarentegen zette een verwonderd en opgetogen gezicht „Als zoodanig," hernam vader, „ben ik u veel verschuldigd, en van die schuld wil ik mij kwijten ten voordeele der kin deren van Sommerive. Vraagt aan uwe instelling den assistent, die voor u on misbaar is. Ik belast me met zijn onder houd en met alle kosten van den bouw der nieuwe zaal." Broeder Regimbertus kon niet spreken van blijde verrassing en dankbaarheid. De eerzuchtige droppien, waarvan hij Tegen het Bieralcoholisme. Het Katholiek Congres tegen het Biier- alcoholisme, ter gelegenheid van het 12i/2-jarig bestaan van het Limburgsche Kruisverband, werd gisteren ten 10 uur geopend met een H. Mis, opgedragen door kapelaan A. van der Venne te Roer mond in de Munsterkerk. Onder de H. Mis werd een predikatie gehouden door pater Borromeus de Greeve van Vorden, naar aanleiding der woorden: Charitas Christi urget nos, de liefde van Christus dwingt ons. De gewijde redenaar herinnerde eraan, dat de liefde van Christus de groote en machtige beweegreden moet zijn voor den Katholieken drankbestrijder, die ons ook hier op dit congres moet bezielen. Het zien van menschelijke ellende dwingt medelijden af, geen wonder dan ook, dat men zich heeft opgemaakt ter bekamping van het alcoholisme. Maar bij ons Katho lieken is het de liefde tot Christus, door Christus geleerd, die den strijd maakt tot een verheven en heilige actie van Christelijke naastenliefde, zich uitend in tal van vormen. Indien de liefde ons dus dwingt tot drankbestrijding in het alge meen, dan dringt zij ons ook tot dit con gres, waar de drankbest ijders van geheel Nederland samenkomen, om te beraad slagen over de middelen tegen het Lim burg teisterend bier-alooholisme. De redenaar eindigde zijn predikatie met een gebed, om Gods zegen voor het congres af te smeeken. Na de H. Mis werd het Veni Creator gezongen. Te half 12 had in het St. Christoffel- huis de openingsvergadering plaats,welke werd bijgewoond door Z. D. H. den Bisschop van Roermond, den Commis saris der Koningin in de provincie Lim burg, dr. Mannens, vicaris-generaal van het bisdom Roermond, mr. Bolsius, lid van de Tweede Kamer, zeer vele Eerw. heeren geestelijken, de studenten van het Groot-seminarie, mr. Lietaert Peerbolte als vertegenwoordiger van Minister Heemskerk, de vertegenwoordiger der andere diocesane bonden, dr. Verhagen, als vertegenwoordiger van Z. D. H. den Aartsbisschop van Utrecht, de vertegen woordigers van Z. D. H. den Bisschop van 's Hertogenbosch, van de besturen van verschillende nationale drankbestrij ders-organisaties, van de oversten van verschillende religieuze orden, en den Zeereerw. kanunnik Langendonck, als vertegenwoordiger van Z. Em. kardinaal Mercier. De bijeenkomst werd door den voor zitter van het Limburgsch Kruisverbond, jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, na het uitspreken van den Christelijken groet, met een korte rede geopend, waar in hij herinnerde aan de voortgaande ont wikkeling van de Katholieke drankbestrij ding ook in Limburg. Hier lijdt men vooral onder het bier-alcoholisme, waar tegen de strijd zoo moeilijk is door de gemoedelijkheid van dat alcoholisme en door het bierkapitaal, terwijl hij dankbaar herinnerde aan den van alle zjjden voor het congres ondervonden steun en een warm woord van welkom sprak tot alle aanwezigen. Achtereenvolgens werd daarna een kort woord gesproken door den heer Spitzen namens de federatie Sobriëtas, door mej. van Blarkom namens den Limburgsch en Mariabond. Vervolgens sprak nog ka nunnik van Langendonck als vertegen woordiger van Z. Em. kardinaal Mercier, en pater Syrig, namens den Duitschen Drankbestrijdersbond. Daarna voerde het woord mej. Kessler namens den Bre- daschen Mariabond en mej. v. d. Domgen namens den Haarlemschen Mariabond. De heer Verhoeven sprak nog namens den Bredaschen Bond van Kruisverbon- den en de heer Bon namens den Dio- cesanen Bond van R. K. Drankbertrijders- vereenigingen in het bisdom Haarlem, Door den heer Bianchi werd gesproken namens de Utr. Bonden van Kruisverbon- nauwelijks de gedeeltelijke en verre ver vulling had durven hopen, werden eens klaps, door een onverwacht middel, ver wezenlijkt. En toen hij, zich beheer- schend, het gebruik der spraak had te ruggekregen, kon hij, mijns vaders han den drukkend, slechts mompelen „O, mijnheer Ravenot, mijnheer Ra- venot. Dat is een goede gedachte, die gij daar hebt verkregen. En God zal ze u vergelden." Wij zouden met genoegen die stree- lende scène nog een poosje hebben ge rekt, maar op zijn beurt had mijn vader nu haast om te vertrekken. Den waarden Broeder achterlatend, die nog niet tot bedaren was gekomen, zette hij groote stappen op den terugweg naar ;t kas teel. Hij had een stralend gezicht, als of hij zeer voordeelige zaken had maakt, en floot tusschen de tanden een ons welbekend deuntje, dat hij, toen hij nog kind was, had geleerd op schopl en gaarne herhaalde. Ons humeur was weer opgehelderd. De mooie daad van onzen vader scheen ons toe zijn vorige onhandigheden te ver goeden en de eer der familie te verhoo gd. Wij hadden liever gezien, dat hij iets anders geschonken had: een tweede klok bv., nog gropfer dan dé klok van hertog den en Mariavereeaigingen, Dr. Slote- maker de Bruine namens „Eukrateia", Bond van Protestantsch Chr. Drankbe- strijdersvereenigingen, door den heer Van der Woude namens de Nederl. Onder- wijzers-Propagandaclub, door den heer Schmidt namens de Nederl. Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dran ken. door den heer Verkouteren namens den Volksbond tegen Drankmisbruik, den heer prof. van Rees namens den Al- gemeenen Nederl. Geheelonthoudersbond en de neutrale Tempelieren, door den heer Jansen namens den R. K. Onder wijzersbond in Limburg, door den heer Peters namens den Limburgschen Land- bouwbond, do-or den heer Koning na mens het R. K. Secretariaat van $poor- ,en Tramwegpersoneel, en door den heer Zielemans namens den Christelijken Mijn- werkersbond. Door den heer Stassar werden de beste wenschen overgebracht namens den JBond Jong-Liinburg" en de Studenten-organi satie, door Mgr. Mannens, president van het Groot-seminarie te Roermond, na mens het Priester-Kruisverbond. Ten slotte werd nog het woord ge voerd door jhr. Ruys de Beerenbrouck, Commissaris der Koningin in Limburg, die dank bracht voor "het vele goede door de drankbestrijders in zijn gewest ver richt. Hij verklaarde, dat op de een of andere wijze een einde moet komen aan de toename van het aantal verloven, daar bij de hoop uitsprekende, dat het congres de oogen van vele gemeentebesturen zal doen opengaan voor de noodzakelijkheid van medewerking. In de middagvergadering hield dr. P. Coebergh, onder-directeurs van de Rijks H. B. S. te Maastricht, een rede over het onderwerp: „Photographie van het bier alcoholisme in Limburg." Spreker heeft de volgende stellingen opgezet: 1. Het bierdrinken wordt in Limburg; bevorderd door den niet gering te schat ten invloed van belanghebbenden. 2. Behalve door, soms aan dwang gren- zenden druk van anderen, wordt het o.a. bevorderd: door het overgroot aantal drankhuizen en hiermede nauw saaien- hangende toestanden, door genotzucht, door onnadenkend meedoen aan ver keerde gebruiken, door gehechtheid aan het algemeen geloofde genotmiddel, door toedoen van toonaangevende personen. 3. Het bierdrinken is zóó algemeen en wordt vaak in die mate bevorderd, dat bier-alcoholisme daarvan het noodzake lijke gevolg is. Wat is een leek? De „N. Tilb. Crt." schrijft: Een leek is iemanddie van een vak niets weet en er toch over spreekt. Hij excuseert zich dan met de mede- deeling, dat hij „als leek" er zoo over denkt. Maar in de oorspronkelijke anti-these is een leek iemand, die geen priester of kloosterling is. Zoo gold het vroeger. Tegenwoordig echter schijnt een leek iemand te zijn, die niet Katholiek is althans in Frankrijk. Daar is een polemiek gaande tusschen den bekenden schrijver René Bazin en een zekeren doctor* Barot, burgemeester van Angers. René Bazin is nl. uitgesloten van de bestuurscommissie van het stedelijk wees huis van Angers. De schrijver vroeg: waarom? Antwoordomdat gij niet genoegzaam leek zijt. „Hoe is 't mogelijk", zegt René Bazin. „Ik ben gehuwd en vader van acht kinderen." Daarop antwoordde de burgemeester van Angers weer, dat de heer Bazin met woorden speelde. Immers: „Wij weigeren als leek te be schouwen een professor van een katho lieke universiteit even goed als een onder wijzeres van een vrije (bijzondere) school* Zij mogen „leek" zijn in den canonieken zin van het woord, zij zijn geen leeken in den wijsgeerigen en republikeinschen zin." Nu gij, lezer! Gij staat verbaasd? Of verbaast gij u over niets meer? In Frankrijk wordt de Kerk tegen- Ingezonden Mededeelingen. Jean en nog meer geraas makend, maar in elk geval zouden zijn mildheden voor zeker een goeden indruk maken in de streek en er viel te hopen, dat hij, voor gelicht door onzen goeden raad, zich al lengs in de practijk in zijn plichten als leenheer zou inwerken. V. Het moeilijkste was, hem ie bew-egen een bezoek te brengen aan de burcht- heeren van den omtrek. Alvorens dit te bewerken, kniesde Meg minstens drie dagen, verklarende, dat zij haar entree in de wereld wilde maken, in de voorname gezelschappen wilde schilt ren, of anders van verveling zou sterven. En ik beklaag de mij bitter dat ik geen gesprekken kon voeren met ontwikkelde lieden, wier smaak overeenstemde met den mijnen. Moeder Crustaud zei, dat onze gezond heid kwijnde bij gebrek aan lichaams oefening en ontspanning, en mejuffrouw Espérit erkende, dat het bezoek van uit gelezen gezelschappen onmisbaar was voor de ontwikkeling van onzen nobe- len aanleg en voor de bekroning van on ze gelukkige opvoeding. Overstelpt door al die klachten, moest mijn vader, als naar gewoonte, toegeven, en gedurende acht aqliteieeiivoigende da Ieder die een proef neemt met jzal tevreden zyn en| moeten erkennen dat| deze cacao is 1 Kg. 1.50 - 0.80 y^Kg.f 0.42£ -0.18. woordig bestreden onder de leuze„voor. het leekendom". En aangezien men de dingen maar een naam behoeft te geven, is de uitleg van doctor Barot heel correct: de leeken» repiibliek is immers eenvoudig anti katholiek. En zoo is een ware leek dan iemand..., die geen en vooral geen acht kinderen heeft. Een ware leek is de schrijver van anti godsdienstige pamfletten; van Nieuwmal- thusiaansche propaganda. Een ware leek! is kerkvervolger en klooster jager; een ware leek is vooral lid der vrijmetselarij; hij kan ook heeten Flachon en veroor» deeld zijn als kinderbederver... andere ware leeken zorgen wel, dat hij weer. loskomt. Maar een lid der Fransche academie, beroemd schrijver en vader van acht kinderen, dat is geen ware leek! Bouw van bijzondere scholen. Verschenen is een Koninklijk besluit betreffende den bouw en de inrichting van lokalen voor bijzonder lager onder wijs. Het volgende overzicht nemen we op: Behalve de gunstige bepalingen over, woninggemeenschap, over leerlingental voor één vertrek, over vertrekken voor ten hoogste dertig leerlingen en over min of meer uitgebreide vrijstelling vaa de anders geldende eischen met betrek king tot lokalen bestemd voor gymnas tiek, voor laboratorium, voor teekenon- derwijs en (iets nieuws voor onderwijs in de handwerken aan meisjes, zijn er. ook eischen gesteld in het belang van de gezondheid en veiligheid der leer linge nvan de degelijkheid van den bouwi waarvan sommige een aanzienlijke ver meerdering van uitgaven van de school besturen zullen vorderen. De voornaamste zijn de volgende 1. De zolderingen moeten wit gestu- cadoord of licht gekleurd zijn en niet werken. (Art. 13). 2. Buitenmuren van verdiepingen moe ten ten minste 0.33 M. dik zijnbuiten muren tusschen het Zuiden en het Wes ten moeten als spouwmuren worden op getrokken. Er is echter dispensatie te verkrijgen, wanneer ander materiaal dan baksteen gebruikt wordt. (Art. 7.) 3. De lichamen moeten een glasop pervlakte hebben van een vijfde of een zesde van de vloeroppervlakte en in elk! vertrek moeten de onderramen ten min ste één lichtkozijn geheel kunnen worden opengeslagen. (Art. 8). 4. De vloer van het schoolvertrek' moet vlak en dicht zijn. (Art. 9) 5. De gangen in scholen met een of meer verdiepingen of in'zulke, waar de lokalen zich niet alle aan denzelfden kant bevinden, moeten 2.50 M. breed zijn. De trappen moeten 1.25 M. breed gen begaven wij ons van kasteel tot kas teel, zes mijlen in het rond, in onze groote met wapenschilden versierde koets, met moeite voortgetrokken door de twee aamechtige paardjes. Om de waarheid te zeggen hadden wij al eenige teleurstellingen. Sedert den verren tijd van hertog Jean, waren verscheidene fa milies uitgestorven en waren vele ande ren verstrooid geraakt. Het strenge le ven, de sobere genoegens van het land leven waren niet meer voldoende voor de strevingen der moderne geslachten, en om trouw te blijven aan dezen achter hoek i'n een afgelegen streek, in een win ter van vijf maanden, moest men er wor den teruggehouden door echt landelijke gewoonten of door gebiedende noodza- kelijkheid. In plaats van den door ons ge- droomden aristocratischen luister, von den wij weinig meer dan vervallen kastea len, bescheiden huizen, bewoond dooi goede landeigenaars, ruwe jagers, kale landjonkers, oude dwaze heeren en ia stemmig zwart gekleede oude dames. Daartegenover echter overtrof de ont vangst onze verwachtingen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5