6> Tweede Blad, behoorende )ij De Leidsche Courant van iVoensdag 31 Juli no. 854. Uit de Pers. Voorzitterschap Tweede Kamer. In de Nieuwe Venl. Crt. schrijft Nolens: In de laatste vergadering der Tweede deelde de Voorzitter, de heer Van Bylandt, mede, dat hij „hoogstwaar schijnlijk" voor den laatsten keer zou gepresideerd hebben. Zijn dokter had hem ontraden verder de vereerende functie waar te nemen. Deze mededeeling was een wenk voor de Kamer om naar een nieuwen voor zitter om te zien. Volgens artikel 88 der Grondwet wordt de voorzitter door den Koning benoemd voor het tijdperk eener zitting, uit eene door de Kamer aangeboden opgave van drie leden. Feitelijk wordt degeen, die no. 1 op de voordracht staat, benoemd, en zijn de beide andere onder-voorzitters. De vraag, wie voorzitter "zal worden," doet zich in den regel slechts voor na ■eene algemeene verkiezing. Alleen in ge vallen van bedanken, aftreden enz. is er inmiddels sprake van het voordrargen van een nieuwen voorzitter. Zoodanig geval doet zich thans voor. Na het afscheid, dat de heer Van By landt als Voorzitter van de Kamer ge nomen heeft, is het duidelijk, dat deze •bij het opmaken der voordracht voor het nieuwe zittingjaar een ander lid uit haar midden zal moeten kiezen. Het voorzitterschap der Kamer is een eervol, maar ook een zwaar ambt. Een Kamerlid kan op verschillende .wijze aanwezig zijn. Alleen op de presentielijst ook dit kan voorkomen. Al of niet op 'de presentielijst, maar niet in de vergaderzaal, wel b.v. in de •bibliotheek, leeszaal enz. der Kamer. Ook in de vergaderzaal. "In die zaal op verschillende plaatsen. Alleen lichamelijk, zich met den geest met andere zaken onledig houdend, of 'de discussiën volgend. De voorzitter nu heeft geen keuze; ■|hij moet in de vergaderzaal zijn,"' en wel steeds op dezelfde plaatsop den voor zitterszetel, en hij wordt geacht steeds met volle aandacht al het gesprokene te volgen. Daarbij moet hij den gang van^ zaken !en de vergadering leiden. Een niet ge makkelijke taak, want ten slotte kan de Kamer altijd zelf beslissen. Er moet dus gezag worden uitgeoefend. Het is er moeilijk om het allen naar den zin te maken. Door te weifelen en zelf geen -praecise -voorstellen te doen, kan een voorzitter het hen, die hem anders vol gen zouden, moeilijk maken. Om de orde te handhaven en te zorgen, dat de leden zijn leiding volgen, staa.n hem betrekke lijk weinige, en dan nog slechts zwakke middelen ten dienste. Een reden temeer om er niet- dan een juist gebruik van te maken. Vooral bij ingewikkelde en omvang rijke wetsontwerpen is het niet zoo heel gemakkelijk den loop van zaken van ,alle zijden te bezien, en te voorkomen o. a., dat door amendementen, wetswijzi gingen enz. tegenstrijdigheden in het be handelde ontstaan. Daarbij mag de voorzitter van zijne plaats niet deelnemen aan de discussies, «Voor velen is zwijgen moeilijk. En als hi) 'als voorzitter spreekt, wordt van hem verlangd, dat hij niet te veel redeneert. Verder legt het Voorzitterschap beslag op den geheelen persoon. Hij kan ge voegelijk geen andere betrekkingen of 'ambten bekleeden. Uit een "en ander blijkt, dat een college als de Tweede Kamer, dankbaar moet zijn als een lid wordt gevonden, geschikt >en daarbij bereid om de zware taak op zich te nemen. Het ligt Voor de hand, dat tot voor zitter benoemd wordt een lid der meer- derheid. FEUILLETON. De Eifgenaam van hertog Jean. NAAR HET FRANSCH, Na dit axioma" te jiebben uitgesproken (zweeg onze gids, daar zijn verhaal uitwas, '■en het bleek onmogelijk nog een enkele flaanvullende bijzonderheid uit hem tekrij- !gen. Hij wist niéts dan van hooren zeggen :;ien al wat hij wist had Siij opgedreund. Het ^noodlottige vertrek sluitend begaf hij zich /naar de keuken tot zijn vrouw, die ibezig fiwas met ons souper klaar te maken. Zonder aan verder protest te denken, r Stegen wij weer de trap op, naar tie eerst tons aangewezen vertrekken, en juffrouw |;Espérit bleef, met de hand op het hart Hamenteeren, cm er naar van te voorden. I „Arme jonge mijnheer Louis", herhaal- l\de zij telkens, half huilend. „Welke ra- 'fzernij kon hem er toe hebben gedreven l'zijn leven te vernietigen? Ongelukkige ^hertog jean! Ik begrijp, dat hij deze ramp l'niet heeft kunnen overleven!Ik zou gdegebeurtenis wel in haar bijzonderheden ^.willen kennen...., Maar ik weet niet, of ik de kracht zou bezitten om ze te dra- '•genik heb nu al hartkloppingen...."' vL Zjj had heur haren losgeknoopt, wat Derhalve thans van rechts. En het spreekt vanzelf, dat in de eer ste plaats in aanmerking komt degeen, die als eerste ondervoorzitter reeds her haaldelijk bewijzen gegeven heeft, dat hij voor het ambt geschikt is Algemeen wordt dan ook de heer Van Nispen als opvolger van den heer By landt genoemd. Het bezwaar, dat in sommige orga nen der pers gemaakt wordt: de heer Van Nispen behoort tot de Katholieke Kamerfractie, kan niet in ernst worden opgevat. Het kan niet bij de rechtsche Kamer- groepen bestaan, en bestaat niet, be stond ook niet in 1909. Het bestaat voor zoover ik een kijk op de verhoudingen heb evenmin bij de linksche groepen. Vrees dat hem het voorzitterschap moeilijk gemaakt zal worden, omdat hij tot de Katholieke Kamerfractie behoort, zal er dan ook bij den heer Van Nispen niet bestaan. En de Kamer zal hem dankbaar zijn als hij de taak, die vooral in het vol gende zittingsjaar nog zwaarder dan ge woonlijk zal zijn, wil op zich nemen. Onderwijs en grondwet. Het liberale orgaan uit de Maasstad bevatte de vorige week een bitter boos artikel over hetgeen in het rapport der Staatscommissie voor de Grondwetsher ziening is voorgesteld van het onder wijs. Indien zóó hield de N. Rott. Crt. haar lezers voor indien het onderwijs-artikel inderdaad gewijzigid mocht worden, zooals de Commissie net voorstelt, dan loopt het uit op een „ver moorden van de openbare school en daar mede op een daling van het peil van het Volksonderwijs." De Gelderlander steekt nu een beetje de draak met de argumenten, die het blad van de vrijheidspropagan- da, van, het onvolprezen particulier ini tiatief, aandraagt tegen de voorgestel de wijziging in de Grondwet betreffen de het lager onderwijs. Het cardinale punt, zoo zegt 't blad, m de wijziging, die de Grondwetscom missie voordraagt, is een volkomen wen ding in den bestaanden toestand. Than;s zorgt het Rijk dat overal van staats wege voldoend lager onderwijs wordt gegeven, met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen. Het gewijzig de grondwetsartikel behelst, clat ae Staat zorgt voor voldoende lager onderwijs, voor zoover daarin niet door de ingezete nen wordt voorzien. Men zou zoo zeggen, laat het blad hier dan op vcigen, vooral zij, die steeds het woord „vrijheid" het woord „par ticulier initiatief" in den mond hebben, moesten de eersten zijn, om deze rege ling toe te juichen. Aan de ingezetene|n de daad, aan den Staat het toezicht. Kan het mooier? En toch, de „N. R. Ct." voorspelt het, „van stad tot dorp zal links over de geheele linie de uitroep weerklinken: onaannemelijk. Hieruit blijkt opnieuw dat de liberale princiepen altijd slechts in zooverre gel den, als het liberalisme zelf er baat bij vindt. Geeft men aan de vrijheid, aan het particulier initiatief in school den voor rang, dan kan de van Overheidswege opgedrongen school het iiiet bolwerken. En van de Overheidsschool moet hlet liberalisme het toch maar hebben. Daarom, leve het particulier initia tief, leve de vrijheid... als het ons te pas komt. Socialistische Propaganda. Wij lezen in het Centrum: Het Partijbestuur der S. D. A. P. maakt in het Volk een manifest open baar, waarin „de JVederlandsohe arbei ders, mannen en vrouwen, worden op geroepen voor den tweeden „Rooden Dinsdag." Men begrijpt in welken toonaard dit propaganda- en ïec'iamestuk is gesteld. Er wordt o.a. gesproken van den „kaakslag", door de regeering en haar meerderheid, „bij en na de vorig'e bo- tooging. aan de 320.000 onderteekenaars haar grootste teeken van droefheid was, en neergezonken op een zetel dreigde zij een appelflauwte te krijgen. Gelukkig was het diner gereed. Bij een romanesken geest had mejuf frouw Espérit een duchtigen eetlust. Ze at zoo gretig ea zooveel, dat zij geen tijd meer vond om te zuchten. Wat Meg betreft, met de lichtzinnigheid der jeugd schudde zij haar zwarte krullen en sprak zij van haar hoeden, die door de reis niet hadden geleden, en van de bezoe ken, die in den omtrek moesten wor den afgelegd Ik was het meest getroffen. Die her tog Jean een zoo mooie naam, en die mijnheer Louis die met een gapenden wond in zijn keel op mijn canapé had gelegen, bleven mij bij, vervolgden me, werden als een idéé fixe voor me. Ik koesterde een vurig verlangen en tege lijkertijd bekroop me een onoverwinne lijke angst, om er meer van te vernemen. Naar gelang de avond viel, werd mijn gepeins somberder. De hertogen de Som- merive, die doorluchte voorgangers, op wie ik zoo fier was, kwamen me nu mysterieus en verschrikkelijk voor, met bewegingen van spoken, en troaiies van Blauwbaarden. Dat drama nieuw voo-r mij, scheen me toe eerst den vorigen dag te zijn gebeurd, en onophoudelijk meende ik _er $enig njeuw spoor van te van het Volkspetitionnement en 't gau- sche strijdende proletariaat toegediend." Op dien „kaakslagi" moet deze tweede „Roode Dinsdag" een antwoord zijn. De „glansrijk geslaagde obstruktie", der socialistische vertegenwoordigers schijnt daartoe niet voldoende te zijn geweest. Trouwens, het eigenlijke doel van do- ze nieuwe betooging wordt als volgt aangegeven„de stand van het kies- rechtvraagstuk zelf eischt een geweldige uitbreiding en versterking onzer bewe ging in dit en de eerstvolgende jaren." De eerstvolgende jarende heeren hopen dus nog wel eens terug te komen. Dat is hun zaak en die der overheid. Maar wat thans opnieuw heel duidelijk blijkt is, dat deze kiesrecht agitatie lou ter een socialistische partij-onderneming is. Wij hebben dit bij herhaling gecon stateerd, toen met het petitionnement gewerkt werd. De socialisten maakten zich daarover boos en met allerlei mooie woorden wisten zij handteekeningen van njetsocia- listen op hun lijsten te krijgen,1 Die onderteekenaars hebben toen spoedig moeten ervaren en zij kun nen het thans opnieuw vaststellen, dat zij zich lieten spannen voor den hoog opgetuigden wagen der S. D. A. P. welke uit hun namen alle propaganda sloeg, die er uit te slaan viel. Men zal nu wel wijzer zijn. geworden. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Voorwaardelijke veroordeelingen. Ingediend is een wetsontwerp, waar van de strekking drieërlei is, n.l.le. invoering van de voorwaardelijke op schorting van straf; 2e. bevordering van de betaling van geldboeten; 3e. uiiorei- ding van het'instituut van de (voorwaar delijke invrijheidstelling. In de toelichting tot het eerste punt beroept de minister van justitie zie li op het bestaan van een allengs gevestigde communis opinio van dézen inubud, dat de invoering van het instituut ivan ;de voorwaardelijke niet-uitvc r! egging (op schorting) van straf mei de beginselen van het bestaarde strafrecht dp zich (zelve niet in strijd is: te achten. (Ware zoo danige strijd aanwezig, de' indiening der tot die invoering betrekkelijke bepalingen dezer wetsvoordracht zcai door hem trou wens nimmer "zijn bevoidi rd. In'het'alge meen is van strrd, hetzij met de christe lijke levensbeschouwing, heizij met straf rechtelijke beginselen, geen sprake. Uitvoerig zet de minister uiteen de al gemeene strekking van dit instituut en zijn van zeer groote beteekenis zijnde voordeden, om vervolgens na te gaan, in hoever de practisChe toepassing in het buitenland en-de aldaar verkregen resultaten de goede verwachtingen, wel ke van een invoering mogen worden ge koesterd, bevestigen. Bij de uiteenzetting van de hoofdlijnen der ontworpen regeling brengt de mi nister een woord van hulde aan den ten deze door zijn ambtsvoorgangers Cort van der Linden en Loeff verrichten wet- gevehden arbeid, van welken in meer dan één opzicht door hem een dankbaar gebruik is gemaakt. Volgens de voorgestelde regeling zal vooreerst niet de veroordeeling zelve, doch enkel de tenuitvoerlegging der op gelegde straf worden opgeschort. In ver band daarmede wenscht de minister het nieuwe rechtsinstituut niet te willen be titelen als „voorwaardelijke veroordee ling", doch als „voorwaardelijke op schorting van straf". Zij wordt voors hands enkel ten aanzien van principale vrijheidsstraffen toegelaten. Uitbreiding van het instituut óók fot geldboeten komt den minister aanvankelijk niet noodzakelijk voor. Den rechter wordt de bevoegdheid toe gedacht om eenerzijds aan de opschor ting te verbinden voorwaarden, welke, aan de bijzondere omstandigheden van het geval aangepast, in den meest rui men zi'n kunnen strekken het hervallen van den veroordeelde tot strafbare fei ten te voorkomen en om anderzijds die voorwaarden met name dienstbaar te ma zulleii vinden en het in ai zijn akelige kleuren te zullen zien herleven. Na het diner waren we op het terras gegaan. De maan verlichtte met haar b;eeke stralen het donkere park, dat ons omringde en de verwarde massa der nabijzijnde heuvelhellingen, die den ge zichteinder afsloten. Door het ta.reel in overspanning ge bracht, droeg- juffrouw Espérit een vers voor, met de noodige tragische klem tonen en de koddigste gebaren. Maar ik was volstrekt niet in een stemming om erover te lachen. Haar trillende tonen drongen in mij door, haar zotte bewe gingen. de panden van haar cachemirai sjaal doende zweven en fladderen, de den me onaangenaam aan en dat alles «temde me wrevelig. „Laten we gaan slapen," zei Meg, die dezen wensch zocht te verklaren door de opmerking: „De dampen van den avond bederven de gezichtstint." En om juffrouw Espérit aan haar poë tische avondbeschouwing te ontrukken, beloofde ik „Wij* zullen hier morgen het opgaan van de zon komen bewonderen." Den volgenden dag was inderdaad iedereen vroeg op. Voor den middag kenden we het heele huis en den tuin tot iti de kleinste bijzonderheden. In het helle morgenlicht verdwenen de sombere ken aan het in het leven roepen van een. bijzonder toezicht op hare naleving uit te oefenen. De rechter zal den last tot tenuitvoer legging alleen dan kunnen gever^ wan neer hetzij de gestelde voorwaarden niet zijn nagekomen, hetzij de veroordeelde de hem verleende strafopschorting nader is gebleken onwaardig te zijn. De straf opschorting zal zich, voorzoover de rech ter zulks bepaalt, ook uitstrekken tot de bijkomende straf van ontzetting van be paalde rechten, verbeurdverklaring van bepaalde voorwerpen en openbaarma king van de rechterlijke uitspraak. Voorgesteld wordt den maximum-duur van d'en proeftijd bij misdrijven en bij de overtredingen in de artt. 432 en 433 Wetb. v. Strafr. omschreven (bedeiarij, lar&llooperij en souteneurschap) vast te stellen op drie jaren, bij de overige over tredingen op twee jaren. De proeftijd loc^pt niet gedurende den tijd, dat den veroordeelde rechtens zijne vrijheid is ont'nomen. Met het toezicht op de naleving der voorwaarden blijft steeds het openbaar ministerie belast.'Het bijzonder toezicht op die naleving wordt door den rechter opgedragen aan in het Rijk gevestigde, rechtspersoonlijkheid bezittende vereeni- gingen of aan aldaar gevestigde stichtin gen of instellingen van weldadigheid of aan bijzondere ambtenaren. Gedurende den proeftijd kunnen de voorwaarden don:- aen rechter worden verscherpt of gematigd en die proeftijd worden verlengd.' Alvorens de tenuitvoerlegging der op geschorte straf te geladen, moet de rech ter den veroordeelde hooren of althans behoorlijk doen oproepen. Wordt geen last tot tenuitvoerlegging gegeven, dan kan de rechter zoo noodig hetzij zelf den veroordeelde eene waar schuwing toedienen, hetzij bevelen, dat dezen van zijnentwege een waarschuwing zal worden toegediend. Wat de bevordering der betaling van geldboeten betreft, de geldende wet ver toont op het stuk der regeling van geld boete en vervangende hechtenis vrij ern stige leemten, door welke tot op zekere hoogte de niet-betaïing van opgelegde geldstraffen in de hand wordt gewerkt. Het derde punt betreft de uitbreiding der voorwaardelijke invrijheidstelling, waaraan zich een krachtig behoefte deed gevoelen. De voorwaardelijke invrijheid stelling wordt een bijzondere wijze van tenuitvoerlegging van een ge deelte der straf. Den gevangene wordt de vrijheid hergeven doch onder ver schillende op het aankweeken van goede maatschappelijke gewoonten gerichte be perkingen, welke als het ware in de plaats treden „van het veel gestrengere door muren en grendels verzekerde toe zicht van den gevangenbewaarder". De tot gevangenisstraf veroordeelde kan, wanneer hij drie vierden van den tijd, door hem in de gevangenis door te bren gen, en tevens ten minste negen, maanden in de gevangenis heeft doorgebracht, voorwaardelijk in vrijheid worden ge steld. Bij h et besluit tot deze invrijheidstel ling wordt tevens een proeftijd voor den veroordeel ric bepaald en worden de voor waarden gesteld waaraan gedurende dien proeftijd zal moeten worden voldaan. Land- en Tuinbouw. De Landbouw over 1911. Als uitgave der afd. Landbouw van het Departement van Landbouw, Nijver heid en Handel, verscheen hfet verslag over den Landbouw over 1911. Aan dit verslag wordt het volgende ontleend. Het jaar 1911 kenmerkte zich door een regenarmen, bijzonder warmen zomer. Onweersbuien waren betrekkelijk .zeldzaam. Van de 100 uren, die de. zon aan den hemel stond, scheen zij 49, tegen normaal 38. De betrekkelijke voch tigheidstoestand van de lucht was in de maanden Juli, Augustus en September gemiddeld 69 pet., tegen normaal 77 pet. In het algemeen kan men zeiggen, dat de uitwerking van dezen abnormaal drogen en warmen zomer voor de uit komsten van het land- en tuiubouwbe- indrukken. De groote boomen van het park hadden ge.en ander mysterie dan dat der in hun nesten ontwaakte, pie pende en tjilpende jonge vogeltjes; op de heuvels verschenen geen andere blan ke vormen dan die der schapen en gei ten, aan den zoom der bosschen grazend in het schrale gras. Met haar sleutelbos gewapend, kwam en ging moeder Crustaud met haar muts op één oor, om met bewonderenswaar- digen practischen zin onze installatie in orde te brengen. „Er' zullen heel wat veranderingen moeten gebeuren, de helft van het kas teel zal moeten worden gesloten," brom de ze ongerust, "tls te grooj. Dat za! te veel kosten voor verwarming en ver lichting, Men .zou zoo zeggeneen huis dat er op gemaakt is, om geld weg te gooien." Hertog Jean was wel oud, wel ver, wel vergeten. Onze regeering begon. Wij smachtten ernaar te genieten, ons aan de goede dorpelingen te vertoonen, den tol van hun hulde in ontvangst te nemen. De schoonheden der natuur, het loopen iti den dauw, het jagen op mooie vlin ders, het plukken van madeliefjes, de dichterlijke ontboezemingen over elke roos kortom, het zich niet ontzien be zorgde aan mejuffrouw Espérit zware hoofdpijn. Na een flink ontbijt trok zij Ingezonden Mededeelingen. 3900 drijf minder ongunstig was, dan aanvani- kelijk werd gevreesd. Wel was die uit werking echter, al naar den aard der gewassen en der grondsoorten, waarop zij geteeld werden, zeer verschillend. i Terwijl de resultaten van den weide en voederbouw over het geheel slecÜfc moeten worden genoemd, heeft de ak kerbouw, speciaal op de ld ei, zeer guni- stige financieele uitkomsten opgeleverd. De opbrengsten van de meeste pro ducten waren zeer goed, de kwaliteit uit stekend en de prijzen hoog. Zeer voorn deelig was de cultuur van aardappelen, suikerbieten, uien, erwten en stamboon nen. Inzonderheid verdient de goede uit slag van den suikerbietenoogist vermel ding. Ofschoon de prijs over het algö- meen hoog was, maakten toch zij, die op participatie leverden en de deelhebbers van coöp. suikerfabrieken veel ihooger, prijzen dan zij, die op telquelcontract verkocht hadden, f 18 per 1000 KvG. was bij eene opbrengst van 40 a 50000 K.G. per H.A. geen zeldzaamheid. Op het zand waren de uitkomsten van het bedrijf over 't geheel ongunstig, doordat de inkomsten daar grootendeetè uit de veehouderij moeten komen en dei- ze onvoordeelig. was. De gioede roggei- ge en aardappeloogst kon de Hndrekö- nnig niet goed maken, evenmin als dej ihooge zuivel- en veeprijzen. Op de veenkoloniale dalgronden zijn de geldelijke uitkomsten dooreen genoj* men, goed te noemen. Het hoofdgewas, fabrieksaardappelen, gaf ten gevolge van het plaatselijk optreden van nadhtvor-i sten zeer uiteenloopende opbrengsten* Door de groote vraag van aardappelen' voor Duitschland waren de prijzen echn ter fioog. De uitkomsten, verkregen met de ver schillende takken van tuinbouw, waren over het algemeen gunstig. Inzonder heid was 1911 een voordeelig jaar voor de groententelers. Door de droogte kwam in Di.i .rc'dand van den groenten- verbouw weinig terecht, zoodat dit land in veel sterkere mate dan andere jaren, op het buitenland was aangewezen, een' omstandigheid, die de prijzen enorm deed stijgen. Hier te lande deed de droogte aan de ontwikkeling van sommige gewassen ook wel schade, v-o -a! in de hcoger go- legen deelen, maar in de lager gelegen provinciën Noord- en Zuid-Holland waar bijna 75 pet. van de voor groententeelt gebruikte gronden liggen, was de op brengst zeer bevredigend, zoodat de fi- nancieele resultaten schitterend waren. Er zijn meerdere voorbeelden, dat de! geldelijke opbrengst van het gewas den koopprijs van den grond, waarop het was geteeld, evenaarde of zelfs over trof. Leerzaam in deze is het cijfer, dat den omzet aangeeft van de hier te lande bestaande veilingen van tuinbouwpro ducten. Terwijl in 1910 geveild werd voor tien millioen, steeg dit bedrag in 1911 tot 16 millioen, dus oqgeveer 60 procent. Ook de uitvoer van groenten nam toe, zich in haar kamer terug, een witte duif van de til nemend, wellicht met het doel om het diertje in allerlei verheven en aandoenlijke verzen te bezingen, en ik stelde Meg voor om in den middag on zen onderzoekingstocht in het dorp te beginnen. Meg was in groot toilet. Ik had eea linnen kostuum aangetrokken en een. witte pet opgezet, echt négligé van een landedelman. Statig stapten jvij voort op den stoffigen weg, nauwelijks op de hitte lettend, zoozeer hielden onze ge dachten zich bezig met 'tgeen gebeuren ging. Wij herkenden heel goed den weg welken wij den vorigen dag hadden be reden, en herinnerden ons de gegeven aanduidingen. Aïles, zoover als ons oog reikte, maakte deel uit van onze domei nen. Wij lieten zegepralende blikken weiden over de velden en de bosschen, maar de velden en de bosschen bleven er even kalmpjes onder, zonder zich in het minst om ons te bekommeren. Wi) verlangden ernaar iemand te ontmoeten, te worden opgemerkt, herkend, ons in cognito prijs te geven en voor onze ver blufte vazallen te verschijnen, in al onzen luister. Reeds overwogen we, op wel ke waardige en geestige wijze wij ons zouden openbaren, een scène als van Haroen-al-Raschid, maar de gelegenheid deed zich niet voor. (Wprdt verv.)>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5