6>
Tweede Blad, behoorende
)ij De Leidsche Courant van
iVoensdag 31 Juli no. 854.
Uit de Pers.
Voorzitterschap Tweede Kamer.
In de Nieuwe Venl. Crt. schrijft
Nolens:
In de laatste vergadering der Tweede
deelde de Voorzitter, de heer
Van Bylandt, mede, dat hij „hoogstwaar
schijnlijk" voor den laatsten keer zou
gepresideerd hebben. Zijn dokter had
hem ontraden verder de vereerende
functie waar te nemen.
Deze mededeeling was een wenk voor
de Kamer om naar een nieuwen voor
zitter om te zien.
Volgens artikel 88 der Grondwet wordt
de voorzitter door den Koning benoemd
voor het tijdperk eener zitting, uit eene
door de Kamer aangeboden opgave van
drie leden.
Feitelijk wordt degeen, die no. 1 op
de voordracht staat, benoemd, en zijn
de beide andere onder-voorzitters.
De vraag, wie voorzitter "zal worden,"
doet zich in den regel slechts voor na
■eene algemeene verkiezing. Alleen in ge
vallen van bedanken, aftreden enz. is er
inmiddels sprake van het voordrargen
van een nieuwen voorzitter.
Zoodanig geval doet zich thans voor.
Na het afscheid, dat de heer Van By
landt als Voorzitter van de Kamer ge
nomen heeft, is het duidelijk, dat deze
•bij het opmaken der voordracht voor het
nieuwe zittingjaar een ander lid uit haar
midden zal moeten kiezen.
Het voorzitterschap der Kamer is een
eervol, maar ook een zwaar ambt.
Een Kamerlid kan op verschillende
.wijze aanwezig zijn.
Alleen op de presentielijst ook dit
kan voorkomen.
Al of niet op 'de presentielijst, maar
niet in de vergaderzaal, wel b.v. in de
•bibliotheek, leeszaal enz. der Kamer.
Ook in de vergaderzaal.
"In die zaal op verschillende plaatsen.
Alleen lichamelijk, zich met den geest
met andere zaken onledig houdend, of
'de discussiën volgend.
De voorzitter nu heeft geen keuze;
■|hij moet in de vergaderzaal zijn,"' en wel
steeds op dezelfde plaatsop den voor
zitterszetel, en hij wordt geacht steeds
met volle aandacht al het gesprokene
te volgen.
Daarbij moet hij den gang van^ zaken
!en de vergadering leiden. Een niet ge
makkelijke taak, want ten slotte kan de
Kamer altijd zelf beslissen. Er moet dus
gezag worden uitgeoefend. Het is er
moeilijk om het allen naar den zin te
maken. Door te weifelen en zelf geen
-praecise -voorstellen te doen, kan een
voorzitter het hen, die hem anders vol
gen zouden, moeilijk maken. Om de orde
te handhaven en te zorgen, dat de leden
zijn leiding volgen, staa.n hem betrekke
lijk weinige, en dan nog slechts zwakke
middelen ten dienste. Een reden temeer
om er niet- dan een juist gebruik van
te maken.
Vooral bij ingewikkelde en omvang
rijke wetsontwerpen is het niet zoo heel
gemakkelijk den loop van zaken van
,alle zijden te bezien, en te voorkomen
o. a., dat door amendementen, wetswijzi
gingen enz. tegenstrijdigheden in het be
handelde ontstaan.
Daarbij mag de voorzitter van zijne
plaats niet deelnemen aan de discussies,
«Voor velen is zwijgen moeilijk. En als
hi) 'als voorzitter spreekt, wordt van hem
verlangd, dat hij niet te veel redeneert.
Verder legt het Voorzitterschap beslag
op den geheelen persoon. Hij kan ge
voegelijk geen andere betrekkingen of
'ambten bekleeden.
Uit een "en ander blijkt, dat een college
als de Tweede Kamer, dankbaar moet
zijn als een lid wordt gevonden, geschikt
>en daarbij bereid om de zware taak op
zich te nemen.
Het ligt Voor de hand, dat tot voor
zitter benoemd wordt een lid der meer-
derheid.
FEUILLETON.
De Eifgenaam van hertog Jean.
NAAR HET FRANSCH,
Na dit axioma" te jiebben uitgesproken
(zweeg onze gids, daar zijn verhaal uitwas,
'■en het bleek onmogelijk nog een enkele
flaanvullende bijzonderheid uit hem tekrij-
!gen. Hij wist niéts dan van hooren zeggen
:;ien al wat hij wist had Siij opgedreund. Het
^noodlottige vertrek sluitend begaf hij zich
/naar de keuken tot zijn vrouw, die ibezig
fiwas met ons souper klaar te maken.
Zonder aan verder protest te denken,
r Stegen wij weer de trap op, naar tie eerst
tons aangewezen vertrekken, en juffrouw
|;Espérit bleef, met de hand op het hart
Hamenteeren, cm er naar van te voorden.
I „Arme jonge mijnheer Louis", herhaal-
l\de zij telkens, half huilend. „Welke ra-
'fzernij kon hem er toe hebben gedreven
l'zijn leven te vernietigen? Ongelukkige
^hertog jean! Ik begrijp, dat hij deze ramp
l'niet heeft kunnen overleven!Ik zou
gdegebeurtenis wel in haar bijzonderheden
^.willen kennen...., Maar ik weet niet, of
ik de kracht zou bezitten om ze te dra-
'•genik heb nu al hartkloppingen...."'
vL Zjj had heur haren losgeknoopt, wat
Derhalve thans van rechts.
En het spreekt vanzelf, dat in de eer
ste plaats in aanmerking komt degeen,
die als eerste ondervoorzitter reeds her
haaldelijk bewijzen gegeven heeft, dat
hij voor het ambt geschikt is
Algemeen wordt dan ook de heer Van
Nispen als opvolger van den heer By
landt genoemd.
Het bezwaar, dat in sommige orga
nen der pers gemaakt wordt: de heer
Van Nispen behoort tot de Katholieke
Kamerfractie, kan niet in ernst worden
opgevat.
Het kan niet bij de rechtsche Kamer-
groepen bestaan, en bestaat niet, be
stond ook niet in 1909.
Het bestaat voor zoover ik een kijk
op de verhoudingen heb evenmin bij
de linksche groepen.
Vrees dat hem het voorzitterschap
moeilijk gemaakt zal worden, omdat hij
tot de Katholieke Kamerfractie behoort,
zal er dan ook bij den heer Van Nispen
niet bestaan.
En de Kamer zal hem dankbaar zijn
als hij de taak, die vooral in het vol
gende zittingsjaar nog zwaarder dan ge
woonlijk zal zijn, wil op zich nemen.
Onderwijs en grondwet.
Het liberale orgaan uit de Maasstad
bevatte de vorige week een bitter boos
artikel over hetgeen in het rapport der
Staatscommissie voor de Grondwetsher
ziening is voorgesteld van het onder
wijs. Indien zóó hield de N. Rott.
Crt. haar lezers voor indien het
onderwijs-artikel inderdaad gewijzigid
mocht worden, zooals de Commissie net
voorstelt, dan loopt het uit op een „ver
moorden van de openbare school en daar
mede op een daling van het peil van het
Volksonderwijs."
De Gelderlander steekt nu een
beetje de draak met de argumenten,
die het blad van de vrijheidspropagan-
da, van, het onvolprezen particulier ini
tiatief, aandraagt tegen de voorgestel
de wijziging in de Grondwet betreffen
de het lager onderwijs.
Het cardinale punt, zoo zegt 't blad,
m de wijziging, die de Grondwetscom
missie voordraagt, is een volkomen wen
ding in den bestaanden toestand. Than;s
zorgt het Rijk dat overal van staats
wege voldoend lager onderwijs wordt
gegeven, met eerbiediging van ieders
godsdienstige begrippen. Het gewijzig
de grondwetsartikel behelst, clat ae Staat
zorgt voor voldoende lager onderwijs,
voor zoover daarin niet door de ingezete
nen wordt voorzien.
Men zou zoo zeggen, laat het blad
hier dan op vcigen, vooral zij, die steeds
het woord „vrijheid" het woord „par
ticulier initiatief" in den mond hebben,
moesten de eersten zijn, om deze rege
ling toe te juichen. Aan de ingezetene|n
de daad, aan den Staat het toezicht. Kan
het mooier?
En toch, de „N. R. Ct." voorspelt het,
„van stad tot dorp zal links over de
geheele linie de uitroep weerklinken:
onaannemelijk.
Hieruit blijkt opnieuw dat de liberale
princiepen altijd slechts in zooverre gel
den, als het liberalisme zelf er baat
bij vindt.
Geeft men aan de vrijheid, aan het
particulier initiatief in school den voor
rang, dan kan de van Overheidswege
opgedrongen school het iiiet bolwerken.
En van de Overheidsschool moet hlet
liberalisme het toch maar hebben.
Daarom, leve het particulier initia
tief, leve de vrijheid... als het ons te
pas komt.
Socialistische Propaganda.
Wij lezen in het Centrum:
Het Partijbestuur der S. D. A. P.
maakt in het Volk een manifest open
baar, waarin „de JVederlandsohe arbei
ders, mannen en vrouwen, worden op
geroepen voor den tweeden „Rooden
Dinsdag."
Men begrijpt in welken toonaard dit
propaganda- en ïec'iamestuk is gesteld.
Er wordt o.a. gesproken van den
„kaakslag", door de regeering en haar
meerderheid, „bij en na de vorig'e bo-
tooging. aan de 320.000 onderteekenaars
haar grootste teeken van droefheid was,
en neergezonken op een zetel dreigde
zij een appelflauwte te krijgen.
Gelukkig was het diner gereed.
Bij een romanesken geest had mejuf
frouw Espérit een duchtigen eetlust. Ze
at zoo gretig ea zooveel, dat zij geen
tijd meer vond om te zuchten. Wat Meg
betreft, met de lichtzinnigheid der jeugd
schudde zij haar zwarte krullen en sprak
zij van haar hoeden, die door de reis
niet hadden geleden, en van de bezoe
ken, die in den omtrek moesten wor
den afgelegd
Ik was het meest getroffen. Die her
tog Jean een zoo mooie naam, en die
mijnheer Louis die met een gapenden
wond in zijn keel op mijn canapé had
gelegen, bleven mij bij, vervolgden me,
werden als een idéé fixe voor me. Ik
koesterde een vurig verlangen en tege
lijkertijd bekroop me een onoverwinne
lijke angst, om er meer van te vernemen.
Naar gelang de avond viel, werd mijn
gepeins somberder. De hertogen de Som-
merive, die doorluchte voorgangers, op
wie ik zoo fier was, kwamen me nu
mysterieus en verschrikkelijk voor, met
bewegingen van spoken, en troaiies van
Blauwbaarden. Dat drama nieuw voo-r
mij, scheen me toe eerst den vorigen
dag te zijn gebeurd, en onophoudelijk
meende ik _er $enig njeuw spoor van te
van het Volkspetitionnement en 't gau-
sche strijdende proletariaat toegediend."
Op dien „kaakslagi" moet deze tweede
„Roode Dinsdag" een antwoord zijn.
De „glansrijk geslaagde obstruktie",
der socialistische vertegenwoordigers
schijnt daartoe niet voldoende te zijn
geweest.
Trouwens, het eigenlijke doel van do-
ze nieuwe betooging wordt als volgt
aangegeven„de stand van het kies-
rechtvraagstuk zelf eischt een geweldige
uitbreiding en versterking onzer bewe
ging in dit en de eerstvolgende jaren."
De eerstvolgende jarende heeren
hopen dus nog wel eens terug te komen.
Dat is hun zaak en die der overheid.
Maar wat thans opnieuw heel duidelijk
blijkt is, dat deze kiesrecht agitatie lou
ter een socialistische partij-onderneming
is. Wij hebben dit bij herhaling gecon
stateerd, toen met het petitionnement
gewerkt werd.
De socialisten maakten zich daarover
boos en met allerlei mooie woorden
wisten zij handteekeningen van njetsocia-
listen op hun lijsten te krijgen,1
Die onderteekenaars hebben toen
spoedig moeten ervaren en zij kun
nen het thans opnieuw vaststellen,
dat zij zich lieten spannen voor den
hoog opgetuigden wagen der S. D. A. P.
welke uit hun namen alle propaganda
sloeg, die er uit te slaan viel.
Men zal nu wel wijzer zijn. geworden.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Voorwaardelijke veroordeelingen.
Ingediend is een wetsontwerp, waar
van de strekking drieërlei is, n.l.le.
invoering van de voorwaardelijke op
schorting van straf; 2e. bevordering van
de betaling van geldboeten; 3e. uiiorei-
ding van het'instituut van de (voorwaar
delijke invrijheidstelling.
In de toelichting tot het eerste punt
beroept de minister van justitie zie li op
het bestaan van een allengs gevestigde
communis opinio van dézen inubud, dat
de invoering van het instituut ivan ;de
voorwaardelijke niet-uitvc r! egging (op
schorting) van straf mei de beginselen
van het bestaarde strafrecht dp zich (zelve
niet in strijd is: te achten. (Ware zoo
danige strijd aanwezig, de' indiening der
tot die invoering betrekkelijke bepalingen
dezer wetsvoordracht zcai door hem trou
wens nimmer "zijn bevoidi rd. In'het'alge
meen is van strrd, hetzij met de christe
lijke levensbeschouwing, heizij met straf
rechtelijke beginselen, geen sprake.
Uitvoerig zet de minister uiteen de al
gemeene strekking van dit instituut en
zijn van zeer groote beteekenis zijnde
voordeden, om vervolgens na te gaan,
in hoever de practisChe toepassing in
het buitenland en-de aldaar verkregen
resultaten de goede verwachtingen, wel
ke van een invoering mogen worden ge
koesterd, bevestigen.
Bij de uiteenzetting van de hoofdlijnen
der ontworpen regeling brengt de mi
nister een woord van hulde aan den ten
deze door zijn ambtsvoorgangers Cort
van der Linden en Loeff verrichten wet-
gevehden arbeid, van welken in meer
dan één opzicht door hem een dankbaar
gebruik is gemaakt.
Volgens de voorgestelde regeling zal
vooreerst niet de veroordeeling zelve,
doch enkel de tenuitvoerlegging der op
gelegde straf worden opgeschort. In ver
band daarmede wenscht de minister het
nieuwe rechtsinstituut niet te willen be
titelen als „voorwaardelijke veroordee
ling", doch als „voorwaardelijke op
schorting van straf". Zij wordt voors
hands enkel ten aanzien van principale
vrijheidsstraffen toegelaten. Uitbreiding
van het instituut óók fot geldboeten
komt den minister aanvankelijk niet
noodzakelijk voor.
Den rechter wordt de bevoegdheid toe
gedacht om eenerzijds aan de opschor
ting te verbinden voorwaarden, welke,
aan de bijzondere omstandigheden van
het geval aangepast, in den meest rui
men zi'n kunnen strekken het hervallen
van den veroordeelde tot strafbare fei
ten te voorkomen en om anderzijds die
voorwaarden met name dienstbaar te ma
zulleii vinden en het in ai zijn akelige
kleuren te zullen zien herleven.
Na het diner waren we op het terras
gegaan. De maan verlichtte met haar
b;eeke stralen het donkere park, dat
ons omringde en de verwarde massa der
nabijzijnde heuvelhellingen, die den ge
zichteinder afsloten.
Door het ta.reel in overspanning ge
bracht, droeg- juffrouw Espérit een vers
voor, met de noodige tragische klem
tonen en de koddigste gebaren. Maar ik
was volstrekt niet in een stemming om
erover te lachen. Haar trillende tonen
drongen in mij door, haar zotte bewe
gingen. de panden van haar cachemirai
sjaal doende zweven en fladderen, de
den me onaangenaam aan en dat alles
«temde me wrevelig.
„Laten we gaan slapen," zei Meg, die
dezen wensch zocht te verklaren door
de opmerking: „De dampen van den
avond bederven de gezichtstint."
En om juffrouw Espérit aan haar poë
tische avondbeschouwing te ontrukken,
beloofde ik
„Wij* zullen hier morgen het opgaan
van de zon komen bewonderen."
Den volgenden dag was inderdaad
iedereen vroeg op. Voor den middag
kenden we het heele huis en den tuin
tot iti de kleinste bijzonderheden. In het
helle morgenlicht verdwenen de sombere
ken aan het in het leven roepen van een.
bijzonder toezicht op hare naleving uit
te oefenen.
De rechter zal den last tot tenuitvoer
legging alleen dan kunnen gever^ wan
neer hetzij de gestelde voorwaarden niet
zijn nagekomen, hetzij de veroordeelde
de hem verleende strafopschorting nader
is gebleken onwaardig te zijn. De straf
opschorting zal zich, voorzoover de rech
ter zulks bepaalt, ook uitstrekken tot de
bijkomende straf van ontzetting van be
paalde rechten, verbeurdverklaring van
bepaalde voorwerpen en openbaarma
king van de rechterlijke uitspraak.
Voorgesteld wordt den maximum-duur
van d'en proeftijd bij misdrijven en bij
de overtredingen in de artt. 432 en 433
Wetb. v. Strafr. omschreven (bedeiarij,
lar&llooperij en souteneurschap) vast te
stellen op drie jaren, bij de overige over
tredingen op twee jaren. De proeftijd
loc^pt niet gedurende den tijd, dat den
veroordeelde rechtens zijne vrijheid is
ont'nomen.
Met het toezicht op de naleving der
voorwaarden blijft steeds het openbaar
ministerie belast.'Het bijzonder toezicht
op die naleving wordt door den rechter
opgedragen aan in het Rijk gevestigde,
rechtspersoonlijkheid bezittende vereeni-
gingen of aan aldaar gevestigde stichtin
gen of instellingen van weldadigheid of
aan bijzondere ambtenaren.
Gedurende den proeftijd kunnen de
voorwaarden don:- aen rechter worden
verscherpt of gematigd en die proeftijd
worden verlengd.'
Alvorens de tenuitvoerlegging der op
geschorte straf te geladen, moet de rech
ter den veroordeelde hooren of althans
behoorlijk doen oproepen.
Wordt geen last tot tenuitvoerlegging
gegeven, dan kan de rechter zoo noodig
hetzij zelf den veroordeelde eene waar
schuwing toedienen, hetzij bevelen, dat
dezen van zijnentwege een waarschuwing
zal worden toegediend.
Wat de bevordering der betaling van
geldboeten betreft, de geldende wet ver
toont op het stuk der regeling van geld
boete en vervangende hechtenis vrij ern
stige leemten, door welke tot op zekere
hoogte de niet-betaïing van opgelegde
geldstraffen in de hand wordt gewerkt.
Het derde punt betreft de uitbreiding
der voorwaardelijke invrijheidstelling,
waaraan zich een krachtig behoefte deed
gevoelen. De voorwaardelijke invrijheid
stelling wordt een bijzondere
wijze van tenuitvoerlegging van een ge
deelte der straf. Den gevangene wordt
de vrijheid hergeven doch onder ver
schillende op het aankweeken van goede
maatschappelijke gewoonten gerichte be
perkingen, welke als het ware in de
plaats treden „van het veel gestrengere
door muren en grendels verzekerde toe
zicht van den gevangenbewaarder". De
tot gevangenisstraf veroordeelde kan,
wanneer hij drie vierden van den tijd,
door hem in de gevangenis door te bren
gen, en tevens ten minste negen, maanden
in de gevangenis heeft doorgebracht,
voorwaardelijk in vrijheid worden ge
steld.
Bij h et besluit tot deze invrijheidstel
ling wordt tevens een proeftijd voor den
veroordeel ric bepaald en worden de voor
waarden gesteld waaraan gedurende dien
proeftijd zal moeten worden voldaan.
Land- en Tuinbouw.
De Landbouw over 1911.
Als uitgave der afd. Landbouw van
het Departement van Landbouw, Nijver
heid en Handel, verscheen hfet verslag
over den Landbouw over 1911.
Aan dit verslag wordt het volgende
ontleend. Het jaar 1911 kenmerkte zich
door een regenarmen, bijzonder warmen
zomer. Onweersbuien waren betrekkelijk
.zeldzaam. Van de 100 uren, die de. zon
aan den hemel stond, scheen zij 49,
tegen normaal 38. De betrekkelijke voch
tigheidstoestand van de lucht was in de
maanden Juli, Augustus en September
gemiddeld 69 pet., tegen normaal 77
pet. In het algemeen kan men zeiggen,
dat de uitwerking van dezen abnormaal
drogen en warmen zomer voor de uit
komsten van het land- en tuiubouwbe-
indrukken. De groote boomen van het
park hadden ge.en ander mysterie dan
dat der in hun nesten ontwaakte, pie
pende en tjilpende jonge vogeltjes; op
de heuvels verschenen geen andere blan
ke vormen dan die der schapen en gei
ten, aan den zoom der bosschen grazend
in het schrale gras.
Met haar sleutelbos gewapend, kwam
en ging moeder Crustaud met haar muts
op één oor, om met bewonderenswaar-
digen practischen zin onze installatie in
orde te brengen.
„Er' zullen heel wat veranderingen
moeten gebeuren, de helft van het kas
teel zal moeten worden gesloten," brom
de ze ongerust, "tls te grooj. Dat za!
te veel kosten voor verwarming en ver
lichting, Men .zou zoo zeggeneen huis
dat er op gemaakt is, om geld weg te
gooien."
Hertog Jean was wel oud, wel ver,
wel vergeten. Onze regeering begon. Wij
smachtten ernaar te genieten, ons aan
de goede dorpelingen te vertoonen, den
tol van hun hulde in ontvangst te nemen.
De schoonheden der natuur, het loopen
iti den dauw, het jagen op mooie vlin
ders, het plukken van madeliefjes, de
dichterlijke ontboezemingen over elke
roos kortom, het zich niet ontzien be
zorgde aan mejuffrouw Espérit zware
hoofdpijn. Na een flink ontbijt trok zij
Ingezonden Mededeelingen.
3900
drijf minder ongunstig was, dan aanvani-
kelijk werd gevreesd. Wel was die uit
werking echter, al naar den aard der
gewassen en der grondsoorten, waarop
zij geteeld werden, zeer verschillend. i
Terwijl de resultaten van den weide
en voederbouw over het geheel slecÜfc
moeten worden genoemd, heeft de ak
kerbouw, speciaal op de ld ei, zeer guni-
stige financieele uitkomsten opgeleverd.
De opbrengsten van de meeste pro
ducten waren zeer goed, de kwaliteit uit
stekend en de prijzen hoog. Zeer voorn
deelig was de cultuur van aardappelen,
suikerbieten, uien, erwten en stamboon
nen. Inzonderheid verdient de goede uit
slag van den suikerbietenoogist vermel
ding. Ofschoon de prijs over het algö-
meen hoog was, maakten toch zij, die op
participatie leverden en de deelhebbers
van coöp. suikerfabrieken veel ihooger,
prijzen dan zij, die op telquelcontract
verkocht hadden, f 18 per 1000 KvG.
was bij eene opbrengst van 40 a 50000
K.G. per H.A. geen zeldzaamheid.
Op het zand waren de uitkomsten van
het bedrijf over 't geheel ongunstig,
doordat de inkomsten daar grootendeetè
uit de veehouderij moeten komen en dei-
ze onvoordeelig. was. De gioede roggei-
ge en aardappeloogst kon de Hndrekö-
nnig niet goed maken, evenmin als dej
ihooge zuivel- en veeprijzen.
Op de veenkoloniale dalgronden zijn
de geldelijke uitkomsten dooreen genoj*
men, goed te noemen. Het hoofdgewas,
fabrieksaardappelen, gaf ten gevolge van
het plaatselijk optreden van nadhtvor-i
sten zeer uiteenloopende opbrengsten*
Door de groote vraag van aardappelen'
voor Duitschland waren de prijzen echn
ter fioog.
De uitkomsten, verkregen met de ver
schillende takken van tuinbouw, waren
over het algemeen gunstig. Inzonder
heid was 1911 een voordeelig jaar voor
de groententelers. Door de droogte
kwam in Di.i .rc'dand van den groenten-
verbouw weinig terecht, zoodat dit land
in veel sterkere mate dan andere jaren,
op het buitenland was aangewezen, een'
omstandigheid, die de prijzen enorm
deed stijgen.
Hier te lande deed de droogte aan
de ontwikkeling van sommige gewassen
ook wel schade, v-o -a! in de hcoger go-
legen deelen, maar in de lager gelegen
provinciën Noord- en Zuid-Holland waar
bijna 75 pet. van de voor groententeelt
gebruikte gronden liggen, was de op
brengst zeer bevredigend, zoodat de fi-
nancieele resultaten schitterend waren.
Er zijn meerdere voorbeelden, dat de!
geldelijke opbrengst van het gewas den
koopprijs van den grond, waarop het
was geteeld, evenaarde of zelfs over
trof.
Leerzaam in deze is het cijfer, dat den
omzet aangeeft van de hier te lande
bestaande veilingen van tuinbouwpro
ducten. Terwijl in 1910 geveild werd
voor tien millioen, steeg dit bedrag in
1911 tot 16 millioen, dus oqgeveer 60
procent.
Ook de uitvoer van groenten nam toe,
zich in haar kamer terug, een witte duif
van de til nemend, wellicht met het doel
om het diertje in allerlei verheven en
aandoenlijke verzen te bezingen, en ik
stelde Meg voor om in den middag on
zen onderzoekingstocht in het dorp te
beginnen.
Meg was in groot toilet. Ik had eea
linnen kostuum aangetrokken en een.
witte pet opgezet, echt négligé van een
landedelman. Statig stapten jvij voort op
den stoffigen weg, nauwelijks op de
hitte lettend, zoozeer hielden onze ge
dachten zich bezig met 'tgeen gebeuren
ging. Wij herkenden heel goed den weg
welken wij den vorigen dag hadden be
reden, en herinnerden ons de gegeven
aanduidingen. Aïles, zoover als ons oog
reikte, maakte deel uit van onze domei
nen. Wij lieten zegepralende blikken
weiden over de velden en de bosschen,
maar de velden en de bosschen bleven
er even kalmpjes onder, zonder zich in
het minst om ons te bekommeren. Wi)
verlangden ernaar iemand te ontmoeten,
te worden opgemerkt, herkend, ons in
cognito prijs te geven en voor onze ver
blufte vazallen te verschijnen, in al onzen
luister. Reeds overwogen we, op wel
ke waardige en geestige wijze wij ons
zouden openbaren, een scène als van
Haroen-al-Raschid, maar de gelegenheid
deed zich niet voor. (Wprdt verv.)>