Uit de Pers.
De pote Beursspeculatie.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 20 juli no. 845.
„Liberaal".
iWe lezen in het Centrum:
Door den gouverneur van Cura^aof
een subsidieverhooging voorgesteld, ten
bate der Kath. bizondere scholen.
Ze zullen f 14.410 meer ontvangen.
Dat zulk een nieuwe regeling niet an
ders dan billijk mag heeten, blijkt uit
'de feiten.
Zooals toch de Amigoe di Cura
sao in zijn jongst gearriveerd nummer
in herinnering brengt, heeft de Kathlo-
lieke Missie steeds met zware moeilijk
heden te kampen gehad, om in de be
hoefte aan onderwijs te voorzien.
„Immers, van de 47000 Katholieken
onzer kolonie zegt het blad zijn
slechts zeer weinigen in staat, zelf de
onkosten van de schoolopvoeding hun
ner kinderen te dragen. En toch verlan
gen zij allen voor hunne kinderen Bij
zondere scholen, omdat volgens hun
godsdienstige overtuiging de godsdienst
■niet van de school gescheiden mag bli
jven, maar juist een der sterkste facto
ren moet zijn bij de vorming van hoofd
;en hart.
Het Apostolisch Vicariaat heeft daar
voor groote offers moeten brengen en
reeds in 1906 en 1907 werd door den
tvoormaligen Gouverneur en den Kolo
nialen Raad toegegeven dat de subsidie
aan de R. K. scholen verhooging be
hoefde.
Te meer klemt thans deze eisch, daar
jb'ij een nieuwe onderwijs-regeling van
il 907 strenger voorwaarden ten aanzien
jder subsidieering werden gesteld, wat
ivan de schoolbesturen belangrijke uitga-
iven vergde.
„Het is een niet geringe eer voor
Ide R. K. Missie" zegt de Amigoe
t— „dat van meet af aan getracht werd
laan al deze eischen van lokaal en per
soneel te voldoen. Gedurende de laatste
[jaren kwamen verschillende Zusters en
[Fraters met diploma's uit Nederland, zoo
'dat de onderwijskrachten sterk vermeer
derden, herhaaldelijk werden door de
[Eerw. Zusters en Fraters, hier reeds aan
het Bijz. Onderwijs verbonden, nieuwe
(diploma's behaald, terwijl vele scholen
[uitgebreid of geheel vernieuwd werden
[en daarenboven nog het gantal scholen
toenam.
Dat onder zulke omstandigheden de
^subsidieverhooging alleszins billijk en
moodig is, behoeft geen betoog.
De overgroote meerderheid der kolo
nie is trouwens Katholiek en wenscht
(Katholiek onderwijs.
Zelfs niet-Katholieken hebben daarbij
belang, en ook worden door de bizonde
re schooi groote uitjT^ven aan de Reg.ee-
!ring bespaard.
Maar opvallend is hv: nv weer, op wat
zuren toon in eet? ^oondentie uit
[Curacao aan de ,.N. - c over het
■voorstel van den GctTv\;o-€ur wordt ge
oordeeld.
Dc argumentatie ir» van Toe
lichting tracht mer. *-*• -r "-ru.gelijk te
beknibbelen en uit de correspon
dentie is op te n cc'iën,~dat men ver
hooging der subsidie met leede oogen
ziet.
Het is echt liberaal.
Zonder verhooging der subsidie zou-
(den, zooals in de M. v. T. te lezen is,
„uit gebrek aan geld, veie nuttige en
gewenschte verbeteringen in hét onder
wijs, die aan de volksontwikkeling ten
goede zouden komen, moeten _achter-
iwege blijven, of voor fe langen tijd wor
den uitgesteld."
De volksontwikkeling zou daaronder
jdus lijden.
Maar zulk een argument schijnt in de
oogen van sommige liberalen weinig uit
te werken.
Voor „het" onderwijs heeten zij alles
over te hebben.
Niets ligt hun nader aaii 't hart.
Maar zoodra er sprake is van bizonder,
Van Katholiek onderwijs, neemt hun ge-
FEUILLETON.
12)
„Waarom bedenkt gij u zoo lang?"
vroeg mevrouw Rosenthal, die opgestaan
iwas en nu Lingens hand vatte: „Zoudt
gij onzén ondergang willen?"
„Ik beloof te zwijgen!" antwoordde
t.Lingen en voegde er heftig aan toe
„Geef me nu mijn geld!"
.-„Hier is mijn hand, sla toe, en beloof
mij nogmaals te zwijgen," hervatte Ro
senthal.
En Lingen sloeg toe. De bankier telde
hem 50000 mark voor in 3o/o Duitsche
(Werkelijke Schuld en gaf Bendel last
[den schrijnwerker eene quitantie ter on-
[derteekening te geveln. „De overblijven
de 10000 mark behoud ik als pand,,
zij zijn veilig bij mij," zeide Rosenthal
Ütot den schrijnwerker, die de papieren
snel samenvouwde en ze in zijnen zak
Stak. Daarop liet Lingen met een korten
groet het echtpaar alleen.
„Om Godswil, Oskar, hoe heeft h!et
'toch zoo ver kunnen komen Wij zijn ge
heel geruïneerd I" riep mevrouw Rosen-
laat een bedenkelijken plooi aan, daalt
hun belangstelling onder 't vriespunt.
In hun oogen schijnt de k'athfoliek'e
school géén volksontwikkeling te bre.n-
gen. I i
Reglement van Orde.
De Standaard driestart
Art 42 van het Reglement van Orde
der Tweede Kamer is nu in tweeërlei
opzicht facultatief geworden.
Jen eerste facultatief in dien zin, dat
de commissie een termijn voor het in
dienen van amendementen bij haar kan
vaststellen, of ook dit geheel nalaten,
zoodat de amendementen eerst bij' de
openbare behandeling aan de orde
komen.
Maar facultaitef ook in dien anderen
zin, dat al stelt de commissie een ter
mijn en al laat ze amendementen bij
zich inkomentoch de aan de orde
stelling van het publiek debat hierdoor
niet behoeft vertraagd te worden. Be
paald is nu toch, dat de commissie (haar
oordeel over een bij haar ingekomen
amendement ook mondeling zal kunnen
geven. Dit mondeling oordeel van de
commissie zal dan natuurlijk pas worden
uitgebracht, als het artikel, waarop (het
amendement sloeg, bij de openbare be
handeling :aan de orde komt. Gevolg
waarvan is, dat de aan fde orde stelling
van de publieke behandeling van het
ontwerp niet zal behoeven te iwachten
op het oordeel der commissie lover de
amendementen.
Dit nu kan het dubbele voordeel op
leveren, dat men eenerzijds het wel ge
raden acht, van het indienen van amen
dementen bij de commissie gebruik te
maken, maar toch anderzijds inmiddels
met de openbare behandeling van (het
ontwerp begint en doorgaat.
Het artikel biedt alzoo thans onder
scheidene mogelijkhedenwaarvan de
commissie gebruik zal kunnen maken
al naar gelang den aard van het ont
werp en de omstandigheden, die zich
bij de behandeling ervan voordoen, (dat
eischen.
Vergeleken bij wat hét artikel vroeger
inhield, is het 42e artikel van het Regle
ment van Orde thans in elk geval ver
beterd, en niet het minst aan dr. INolens
komt dank toe, dat hij het aandorst, zich
niet tot de soberder wijziging, die eerst
was voorgesteld, te bepalen.
Verdediging van Ned.-Indië.
DeN i e u w e R o tt. Courant schrijft
aan het slot van een artikel over „De
Staatscommissie voor de verdediging van
Indië"
De tijd is voorbij, dat Nederland, dat
Indië, gaarne den schijn' voor rnet wezen
nemend, zouden kunnen berusten in
plannen of voorstellen, meer op ieen
sparen van de schatkist, dan op doel
treffende verdediging berekend, gaarne
het minderwaardige zou aanvaarden
wanneer het slechts in het weinig kost
bare pak van schijnbare doeltreffendheid
wierd gestoken.
Kwam de commissie, na langer of
korter te hebben gearbeid, met een in
zulk een geest gesteld rapport voor den
dag, dan zou haar arbeid als een «steek
in het water beschouwd moeten wor
den over den arbeid der kapstok
commissie zou slechts de schouders
opgehaald, worden per slot van reke
ning zou alles blijven, gelijk het was.
Toont de commissie echter, dat zij
naast kunde, ijver en werkkracht ook
bezit geloof, geloof in Nederlands en
Indië's toekomst, geloof in het volk, dat
zich offers getroosten wil om zijn toe
komst te verzekeren, spreekt dit geloof
uit den aard van haar voorstellen en
in de wijze, waarop zij die inkleedt, idan
zal die arbeid vrucht dragen, dan zal
er reden zijn, het feit van haar samen
komen als een gebeurtenis te huldigen.
Laat de plannen en voorstellen van
de commissie zijn, hoe ze jwillen, laat
er uitgaven aan verbonden zijn grooter
dan waar tot dusver op werd gerekend,
zij zullen van uitnemende praktische
beteekenis zijn, mits de commissie,
met gezag sprekend, toont, dat haar ad
vies steunt op een idee; dat het ide
vrucht is van het gezamenlijk denken en
willen van m.armen, die gedurende hun
thai-uit, terwijl zij de handen opstak.
„Volstrekt niet geruïneerd", ant
woordde de bankier tegen zijn overtui
ging in. „Ik za! er wel weer boven op
komen. Dat ik in de laatste jaren zware
slagen gehad heb, weet gij. ik heb groo
te sommen verloren en ze nog niet weer
kunnen herwinnen."
„Maar waarom schonkt gij mij dan
geen klaren wijn riep mevrouw Rosen
thal klagend. „Waarom stondt gij toe,
dat wij het weelderige leven voortzet
ten Waarom moesten wij vier paarden
houden en zooveel bedienden?"
„Maar, beste vrouw," antwoordde Ro
senthal de hand zijner vrouw grijpend,
„zijt gij dan met blindheid geslagen
Gij zult toch wel inzien, dat het voor ons
eene strikte noodzakelijkheid was, een
groot huis te houden. Hadden wij dat
niet gedaan, dan had ik mij niet zoo lang
staande kunnen houden. Wij leven in
een tijd van zwendel, beste Rosa, en wie
zich zou inbeelden beter te zijn dan e'en
ander, gaat verloren. De glans, welke
ons huis, onze partijen, onze feesten, ons
geheele optreden verspreidden, trok de
botteriken aan, zooals het licht de nacht
vlinders. De goede stakkers meerden,
dat zulk een licht echt moest zijn
„Oskar," riep mevrouw Rosenthal in
de grootste spanning uit, „ik ken u niet
werk niet het oog naar den grond, maar
naar een hooger ideaal hebben gericht
gehad,
Dc Week
in Het Buitenland.
Terwijl het den Italianen nog maar
steeds niet gelukken wil door hun krijgs
verrichtingen den Turk tot den vrede te
dwingen, is deze druk bezig door binnen-
landsche verdeeldheid den put voor zich
zelf te graven. Het is er nog steeds het
zelfde liedje van jaren lang, de strijd Van
de comité-kliek om de macht, waartegen
de weidenkenden nog steeds kampen. Nu
echter, door den opstand der officieren
in Albanië, schijnt hierin eenige verbete
ring te komen, die echter jn de algeheele
verdeeldheid nog niet zoo spoedige een
verandering zal brengen. Als eerste slacht
offer was nu reeds gevallen de minister
van oorlog Malimoed Sjefkpt Pasja, wien
vele der officieren, ook der hoogste ran
gen, de gehoorzaamheid hadden opge
zegd. Zijn vervanging' scheen zoo gemak
kelijk niet te gaan. Verschillende aange
zochte candidaten bedankten voor dien,
vooral in de gegeven omstandigheden
moeilijken post. Onder het huidige re
gime was het ook niet gemakkelijk iemand
te krijgen, omdat een geschikte man met
voorwaarden aan moet komen, waarmede
het overige ministerie geen genoegen kon
nemen. Daarop was ook weer de benoe
ming van Mahmoed Moektar Pasja af
gestuit, waarop de waarnemend minister
van oorlog, de beheerder der marine-por
tefeuille, inziende dat men onmogelijk een
minister van oorlog zou kunnen vinden,
ook zijn mandaat ter beschikking stelde,
ondanks het aandringen van zijne ambts-
genooten.
Bij die overmaat van tegenspoeden liet
het geheele ministerie den moed zakken
en vroeg in zijn geheel ontslag.
Wel eigenaardig was dit met het oog
op de nog slechts een paar dagen te
voren afgelegde verklaring van den groot-
vizier, dat het ministerie zich niet wilde
laten wegzenden en zoolang de Kamer
haar vertrouwen bleef schenken, zou voort
gaan zijn plicht te doen.Toch is nu,ondanks
de motie van verhouwen, het Kabinet
heengegaan en het zal den sultan, gezien
de veelvuldige verzoeken, die hij reeds
had gekregen, om het zijn ontslag te ge
ven, geen moeite gekost hebben, dat aan-
gebqdene nu te aanvaarden. Het staat nu
te bezien wat Albanië, nu het, zijkietdan
ook niet direct op zijn eisch, zijn zin
gekregen heeft, hierop zal antwoorden.
Waarschijnlijk zal het nu nog wel niet
dadelijk het zwaard opsteken, maar eerst
eens afwachten of een nieuw kabinet het
waarborgen voor het inwilligen zijner
eischen zal geven.
De toestand is nu echter nog weer
verergerd door een beweging der Italia
nen, die gedacht hebben, m iroebel wa
ter goed te kunnen visschen. Wat in de
laatste dagen in het geheei niet werd ver
wacht, een vernieuwde aanval op de Dar
danelles is gisternacht toch weer ge
beurd. Ook nu, evenals de vorige keer,
waren er vredesgeruchten vooraf gegaan
keek men uit naar bevestiging dezer be
richten, deze berichten over onderhan
delingen om tot een wapenstilstand te
komen. [Maar mogelijk is het ook nu
door de Italianen bedoeld als een aanma
ning om wat toeschietelijker te zijn als
men hen met voorwaarden aan boord
komt.
Het is nog niet duidelijk, of «dezen keel
de aanval, evenals zij het den vorigen'keer
wilden doen voorkomen, een schijnbe
weging is geweest, evenmin of ze even
onschuldig als de vorige keer was. Ook
toen kwamen in den beginne berichten
die op ernstige gevechten wezen, die ach
teraf bleken schromelijk overdreven te
zijn.
Hoe het ook zij, in die oogenblikken
van benauwdheid schijnt de eerste oplos
sing van den jninistercrisis gevonden te
zijn. Tewffk pasja, de Turksche gezant
te Londen heeft het grootvizicraat aange
nomen, in het vertrouwen een ministe
rie te kunnen vormen.
Intusschen heeft het oude nog gauw
tot sluiting der Dardanellen besloten en
krijgen we nu weer dezelfde soesa van
meer. Gij spreekt toch als de eerste de
beste bankroetier."
„Nu, nu, wind u maar niet op, Rosa/'
sprak de bankier vergoelijkend. „Ik zeg
u immers, dat we nog niet geruïneerd
zijn. Waarlijk heb ik eenige kapitalen
moeten aanspreken, maar ik ben over
tuigd, dat ik in een klein ^iar alles weer
herstellen kan. Maak u niet beangst en
vooral heden niet, nu wij zulke voorname
gasten bij ons zullen zien. Niemand mag
merken, dat ons zorgen drukken, want
het gelaat eens bankiers is voor velen
een thermometer, waarop zij storm .en
zonneschijn lezen. Ik bid u, houd
u goed."
„Het is mij, als moest er heden een
ongeluk gebeuren," riep mevrouw Ro
senthal, de handen wringend.
„Och kom," antwoordde mijnheer on
geduldig, „begin nu niet met scènes aan
te komen. Houd u goed en maak alles
voor heden avond in orde. Gij zult nog
heel wat te doen hebben. En juist hieden
avond nu graaf Degenthal beloofd heeft
van de partij te zijn, mag er niets aan
ohtbreken."
„Ach ja," gaf de lichtzinnige vrouw
opgewekt ten antwoord, „wij moeten al
les in 't werk stellen, den verwenden
heer aan ons huis te binden. Het zal
een schitterende <a.vond worden. Oskar,
eenige maanden geleden. Of het nu een
stap nader tot een oplossing van het
geschil zal brengen? W
Weekpraatje.
Ik heb er „paf'2- van gestaan, van |de
warmte namelijk. En wat 'n warme Zon
dag was dat verleden week 'Een twarme
Zondag is nog iets anders dan een
warme dag in de week 'en vooral [wan
neer eenige dagen van verzengende [hitte
duizenden in het milieu van (hun bezig
heden besloten (hielden. Dan voelen [wij
ons allen zoo'n beetje als 'losgelaten bal
lingen, die, na een benauwende opslui
ting, de rui-mte en de vrijheid juichend
tegemoet snellen. En daarom werden ide
trams bestormd, die de paffende en puf
fende menschen-massa naar Oegstgeest,
Katwijk of Noordwijk brachten. Ze zaten
saamgepropt in de wagens, stonden op
de balcons, met liefde nog ieen oogen
blikje de benauwdheid en de 'hitte ver
dragend, die de koelte (de betrekke
lijke koelte in deldicht-bebladerde lanen
of aan het strand zou verdrijven. Er
waren ook zeer velen moedig genoeg
om b.v. onder het wel iwat schaarsche
loover van de boomenrijen langs den
Oegstgeesterweg te voet naar een fel
begeerd plekje te trekken, waar zij ver
koeling hoopten te vinden. Er zullen ook
zeer velen in zooveel mogelijk 'afgekoelde
kamers thuisgebleven zijn, en die waren
er niet het slechts aan toe; die trokken
uit in het avond-uur, als de invloed van
de brandende zon geluwd was ten een
heerlijke zoelte hun toestroomde.
De warmte is niet in liet minst Ivan
invloed geweest op deheerhjkeen enthou
siaste feestviering van de Sint-Jozef
gezellen. 't Was een indrukwekkend feest:
Dieaigemeene H. Communie, datsamen-
zijn, waaruit bleek de hartelijke verhou
ding tusschen praeses en gezellen, die
waarlijk schitterende feestavond van
Maandag; de feestviering was een eer
voor de Leidsche Sint-Jozef-gezellen.
Niet bevorderlijk voor de op warme
dagen zoo begeerenswaardige en noodige
kalmte, die evenveel graden onder nul
behoort te zijn als de temperatuur er
boven is, was een berichtje, 'dat ik Maan
dag in de courant las. Er zouden oil. op
een oorlogsmarsch van het 8e regiment
infanterie in de Betuwe zeer vele mili
tairen flauw gevallen zijn, terwijl er zelfs
één zou zijn bezweken. Dat is toch al
te erg, dacht ik; konden [de militaire
autoriteiten dat niet voorzien! En mijn
haren rezen ten berge om den volgenden
dag weer volgens de laatste eischen van
een up-to-date heerenkapsel op mijnlioofd
neergeplakl te liggen, want den volgen
den dag las ik al, dat het [berichtje bijna
geheel én al bezijden de waarheid was.
Van bezwijken was geen sprake geweest
en er waren niet zeer vele, doch slechts
twee personen flauw gevallen.
Over militairen gesproken, het zal Velen
verheugd hebben, dat de Minister van
Oorlog heeft bepaald, welke dagen zijn
aan te merken als feestdagen, bedoeld in
het hoofdstuk „van den dienst op Zon
en feestdagen" van de reglementen op
den Inwendigen Dienst. Bij die bepaling
heeft de Minister, wat betreft de door
de Katholieke militairen te vieren feest
dagen, met groote nauwkeurigheid reke
ning gehouden met de laatste pauselijke
beslissingen. Aan de militairen zal, voor
zoover zij niet aan de gestrenge krijgs
tucht zijn onderworpen, en voor zoover
de belangen van den dienst daardoor niet
ernstig worden geschaad, de gelegenheid
worden gegeven om de aangegeven feest
dagen te vieren door hun vrijstelling van
den dienst of verlof te verleenen, zoo
danig, dat zij r.iet na het invallen of voor
het eindigen van de feestdagen Ibehoeven
te reizen, en dat, ais de feestdagen met
enkele dagen tusschentijd op elkaar vol
gen, het verlof buiten het garnizoen in
verband met den afstand zooveel moge
lijk ook strekt voor de tusschendagen.
Je moet een verstokte anti-politicus
zijn, als het je niet in het minst kan
interesseeren, wie voorzitter van de
Tweede Kami er is geworden. Je weet nog
wel, dat we verleden week naar aanlei
ding van den vacanten presidentszetel in
En nu wil ik ook nergens anders meer
aan denken, dan aan onze gasten en, u
eer aandoen.
Adieu, man."
En zij snelde weg. Zoodra zij vertrok
ken was, kregen Rosenthal's trekken een
donkere uitdrukking en een groote vast
beradenheid flikkerde in zijne zwarte
oogen.
„Het is mij, als moest er heden avond
een ongeluk gebeuren, zeide zij," mom
pelde hij, „zij kon wel eens gelijk heb
ben en daarom moet men op alles voor
bereid zijn.
Hij ging in zij"n geheim kabinet, dat
hem lieden noodlottig geworden was, en
wierp zich een oogenblik in denzelfden
leunstoel waarin Lingen, thans zijn
meest verbitterden vijand, voor weini
ge minuten gezeten had. Hij keek, in
diepe gedachten, op de punten zijner fij
ne, Parijzcr schoenen, die hij in zenuw
achtige beweging heen en weer schwdde.
Eindelijk stond hij op.
„Het is voorbij," zeide hij tot zich
zelf, „en als het voorbij is, nu, dan is
er maar een redding.
Hij ging naar zijn schrijflessenaar, ont
sloot een geheim kastje en nam er een
kleinen revolver uit. Hij kromp ineen,
toen hij het koude ijzer aanraakte, maar
hij herstelde zich spoedig, onderzocht de
de Tweede Kajmer het een en ander heb
ben gezegd. Ongetwijfeld hebben allen -nu
in de courant gelezen, dat (de Katholieke
heer van Nispen tot Sevenaer in de toe*
komst in onze Tweede Kamer den presi-
dentshauner zal hanteeren. En fwerkei*
lijk waar er is dn den lande nog nergens
een zucht geslaakt over de wassende!
heerschersjmacht van Rome of over den
toendmenden invloed van den Paus, 'er is
ook nog geen enkel adres aan H. M. !de|
Koningin gestuurd. Maar ,,'tkan ver-
keeren'A Niets zoo ongehoord of het
anti-papisfrne durft het aan!
En nu zouden we bij de veiimelding^
dat de interdiocesane commissie tot be
vorderingder propaganda voor financieelfl
gelijkstelling tusschen openbaar en bij
zonder onderwijs is tot stand gekomen,
nog heel wat kunnen praten. Maar wd
willen ons er toe bepalen, onze hartelijke!
vreugde over het ontstaan van die com
missie en onze warme sympathie voor
haar werken uit te spreken. 'Het gemengd
salariscomité van openbare en bijzondere!
onderwijzers heeft me nooit erg aange
staan. Die roode kleur van sommige!
heeren openbare onderwijzers geeft zoö
gemakkelijk af! Doch we zeiden, er niet
verder over te zullen praten. Dus tot (den'
volgenden keer. IJ AN.
Kerknieuws.
Eucharistisch Congres te Weenen.
Z. D. H. de Bisschop van 's Herto-
genbosch zal op het Eucharistisch Con
gres te Weenen, vertegenwoordigd wor
den door mgr. A. F. Diepen.
Te Hilvarenbeek zal een nieuwe pa
rochie worden opgericht. Met de voor
bereidende werkzaamheden is belast de
Weleerw. heer F. A. J. Boelaars, kape
laan te Dreumel.
Retraites te Steil.
Men schrijft ons:
De retraites voor Nederlanders (Heeren)
te Steil zullen plaats hebben 13—16 Aug.
(Dinsdag—Vrijdag), 7—10 Sept. (Zater
dagDinsdag).
In de eerste retraite is na het middag
en avondeten recreatie en vrij spreken,
in de tweede met inachtneming van stil
zwijgen. Op deze wijze kunnen alle heeren
hunne keus doen, zij worden echter vrien
delijk verzocht met het oog op anderen,
deze bepalingen in acht te nemen.
Aanmeldingen gelieve men op te zen
den: Aan het Missiehuis te Steil bij
Tegelen.
Steil ligt 20 minuten van 't station
Tegelen. Aan 't station Venloo vertrekt
12,10 een tram, die 12,40, 2,00 een die
2,30 en 4.10 een die 4.40 te Steil bij
't Missiehuis aankomt.
Voor hen, die nog inlichtingen ver
langen of nog geene retraite kennen,
moge het volgende dienen. In eene retraite
wisselen meditaties, conferenties en an
dere godsdienstoefeningen af met vrijen
tijd, die ieder in het huis of in den
grooten tuin van het Missiehuis mag
doorbrengen. De hoofdzaak is na te den
ken over het einddoel des levens, en
zich tot het afleggen eener goede biecht
voor te bereiden.
De retraitanten genieten in het Missie
huis kost en inwoning, waarvoor zij eene
vergoeding volgens hunnen stand geven,
die echter niet rainder dan fl. 6.00 be
draagt. Het rooken is gedurende den
vrijen tijd slechts op de kamer geoor
loofd.
Land- en Tuinbouw.
Voor Moes= en Bloemtuin, enz.
De zomerweelde openbaart zich niet
het minst in den rijkdom en de pracht
van bloemen. Wat zou de zomer zijn
zonder Flora's kinderen! Van die weelde
moeten we zooveel mogelijk genieten
binnens- en buitenshuis. Ook binnenshuis
door onze vertrekken met wilde bloe
men en süiijbloemen uit den hof op te
sieren. Al zijn het maar weinige en een
voudige bloemen, tot een tuiltje vereenigd,
het geeft toch een vroolijken en gezel-
ligen aanblik. Verfrisschen is geregeld
noodig, want vele bloemen verwelken
spoedig. Maar niet steeds is het noodig
ze door andere te vervangen. Ten eerste
loop en lading zorgvuldig en srak hem
in den zak.
„Zie zoo", zeide hij, honend lachend,
„nu mag er van komen wat er van wil."
Erg opgewonden kwam Lingen thuis
en vertelde zijne vrouw, die hem, omdat
hij er zoo bleek uitzag, verschrikt ont
ving, wat hij ondervonden had. Toen hij
geëindigd had, riep juffrouw Lingen ang
stig:
„Maar hoe kondt ge beloven te zwij
gen? Gij maakt u immers tot Rosenthal's
medeschuldige
„Konik dan anders?" antwoordde Lin
gen,wien onderweg zijn geweten ernstige
verwijten gemaakt had, bedeesd. „Ons
kapitaal stond toch op 'tspel. Of meentge,
dat ik de 60000 mark zou hebben laten
varen, om Rosenthal te ruïneeren? Dan
zou niemand zijn gld terug gekregen heb
ben."
„Geloof toch niet," zeide Lingen's
vrouw, „dat de man zich ruïiieeren zal.
Een schurk, een bedrieger zooals hij,
zal het zijne wel in veiligheid gebracht
hebben, als het in zijn huis begint te kra
ken. Maar dat daargelaten, gij hadt nooit
;i moeten beloven te zwijgen en gij zijt «ver-
I3 plicht er thans nog aangifte van te (doen.
„Dat kan niet!" riep de schrijnwerker,
„mijne belofte! mijne belofte!"
(Wordt vervolgd.)