De Liturgie. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende l)ij De Leidsche Courant van Saterdag 1 Juni no. 804. KAMEROVERZICHT. TW ÉEDE KAMER. De Arbeidersziekteverzekering. De politiek in het debat. Overheidskas en de bijzondere kassen. Den geheelen dag bijna heeft de Kamer moeten lusiteren naar een redevoering van den heer Troelstra, die in den breede nog eens kwam oververtellen, wat partij- genooten Duys en Schaper in kilometer lange woordenreeksen reeds hadden ge- Kegel. Maar voor den grooten leider van de S. D. A. P. was het politieke moment aangebroken. Hij moest de oogst binnen halen om daarmede de voorraadschuren jvan de socialistische propaganda te vul len. Hij, mr. Pieter jelles Troelstra, zou den rechtsgrond der verzekering uiteen zetten. Hij zou vertellen, waarom de «Staat volgens de socialisten deze ma terie moet regelen. En, niet waar, a,- leen de socialisten weten het en hun, rechtsgrond is de éénig juiste; de overige zijn volgens den heer Duys „apenkooi' toch zal mr. Troelstra van deze rede voering niet heel veel plezier hebben. 'Zijn nachtmerrie, de waschechte Marxist «Wijnkoop, zal hem vervolgen om hem zijn door-elkaar haspelen van Marxisme en revisionisme te verwijten, en op Troel stra's hoofd zullen de stokslagen van iWijnkoop's critiek pijnlijk neerkomen. Toch heeft Troeistra z'n best Haan en de sprekers van links en rechts hard handig aangepakt om de rechten van het verdrukte en uitgebuite proletariaat, van de oplevende arbeidersklasse op te eischen. De socialisten houden, wat de eind stemming aangaat nog een slag om den arm. Enfin, dat wisten wij reeds. Waar maakt mr. Troelstra zich eigenlijk zoo druk om Het wetsontwerp is zijn oog amper de moeite waard om et voor te werken. Het geeft den werkman siechts een paar centen en de Minister moest eich over dit ontwerp van sociale ver zorging schamen. Het is de gewone af brekende en neerhalende critiek, waarin, als altjjd de roode partij haar kracht zoc-kt. Van meer practisch belang was de redevoering van jhr. de Savornin Loh man, die den dag besloot. In eerste in stantie had "deze spreker verklaard niet te weten hoe hij ten slotte over de wets ontwerpen zou stemmen. Daarmede kwam hij in tegenspraak met hetgeen hij bij het vraagpuntendebat had gezegld; .toen stond hij onverzoenlijk tegenover ide verplichte verzekering en zeide hij jn geen geval zijn stem aan de wet te zul len geven. Mr. Lohman was dus van opinie ver anderd en deze frontwisseling had in, Kamer en pers natuurlijk de aandacht getrokken en opmerkingen uitgelokt. Er zijn nieuwe dingen gebeurd, die invloed op den heer Lohman hadden uit geoefend, naar hij zelf verzekerde. Deels •was de Minsiter aan zijn bezw aren te gemoet gekomen en andersdeels wilde hij, indien men van alle zijde dwang tverkiest, zich erbij neerleggen, mits de te maken wet de kiem bevat voor een imiddel om weer aan den opgelegden dwang te ontkomen. Dit middel zoekt de V. DE HEiLiGE MIS. De waarde, de verhevenheid van het [hoogheilig Offer der Mis te bepalen of te omschrijven, is niet het doei van de verhandeling, waarmede wij nu een aan- ,,vang maken. De niet in woorden te be naderen voortreffelijkheid van dat hoog- jheiiig Offer is echter wel de reden ge- uweest, die ons bewogen heeft niet langer jnet deze verhandeling te wachten.Wajit j^yvat baat het eigenlijk zich te verdiepen jjin de liturgie, als men zoo weinig be- 'grijpt van het middenpunt dier liturgie, jjde heilige Mis? Wat baat het te kennen j]de beteekenis van het kerkelijk jaar en ;-de kerkelijke feesten, als men die niet Lvindt uitgedrukt en weerspiegeld in de [heilige Mis? ,Wat baat het te kennen de symbolische beteekenis van kerkgebouw, yvan altaar, van gewaden, van sieraden, ;als dat alles niet door ons wordt ge kend als een lichtbundel om dat groote ..jOffer, dat is de kern van onzen gods dienst, de heerlijkste, de krachtigste en 'de meest vruchtbare uiting van ons ge loof, onze hoop en onze liefde? Een beschrijving van de heilige Mis [[Willen wij hier gaan geven, niet uit dog matisch of leerstellig oogpunt, in. a. w. niet beschouwd in verband met de ge loofsleer, maar als deel van onzen eere- [dienst, m. a. w. on;der liturgisch opzicht ,i\Vij willen gaan verklaren de verschil lende deelen der heilige Mis en hunne aaneenschakeling tot.één geheel. Als leid draad zullen ,)vij gebruiken het in be knoptheid en duidelijkheid moeilijk te overtreffen boek van pater Nieuwbarn „Het heilig Misoffer en zijn ceremoniën". jj.. De priester begint de heilige Mis aan 'gebed. Een gebed, dat in wisselenden l0tn v££t van Jjet altaar met h^t beurt heer Lohman in het maken van de bij zondere kassen tot regel en de Over heidskas tot aanvulling. Toch gaat hij niet piet del motie-de Kanter, die dezen wensch (Uitspreekt, mede, want hii $n zijn vrienden; achten in dit stadium van behandeling dö mo,- tie niet ,op; haar plaats. De heer Lobman; betoogde hetzelfde als hetgeen wij reeds vroeger opmerkten, dat men thans door amendementen detgene in de wet moet brengen, wat men beoogt. De heer de Kanter, die gisteren de mo tie nog nader toelichtte, verklaarde ech ter geen kans te zien door amendementen de beginselen der motie in de wet uit te werken. Wij zijn benieuwd naar het verdere debat. Ongetwijfeld heeft de heer Loh man een belangrijke concessie gedaan, ofschoon de voorwaarde, waaraan hij zijn stem afhankelijk stelde, moeilijk te ver vullen zal zijn. De Ministers Kuypet en Veegens heb ben in hun ontwerp en-Ziekteverzekering gepoogd de particuliere ziekenkassen op te nemen. Maar niemand minder dan dr. de Visser stelde als een onafwijsbare con clusie vast, dat jn beider stelsels de par ticuliere kassen voor een langzamen dood waren opgeschreven. „Indien uit de fei ten een ding duidelijk is", aldus dr. de Visser, „dan is het dit, dat het in dit wets ontwerp van verplichte verzekering notzag lijk moeilijk ïs, een verhouding te vin den tusschen de officieele kassen en de particuliere, van .welken aard ook, die een blijvend bestaan verzekeren aan de particuliere." Deze woorden werden gesproken bij het debat over de vraagpunten. Wjj ha len ze nog eens aan ter illustratie van de groote moeilijkheden, die het opne men der bijzondere kassen in de Ziekte verzekering ondervindt. Zooals inn trouwens weet had Minister Talma aanvankelijk in zijn ontwerp slechts plaats gemaakt voor de Overheidskas. Is het nu van den heer Lohman niet wat te veel gevraagd van den Minister te vor deren, dat de wet er ten slotte precies tegenovergesteld zal uitzien als de Minis ter zich bij haar ontwerpen dacht? Wij gelooven niet dat 'de heer Talma zoo'n vérstrekkende concessie zal kunnen doen; wel verwachten wij dat de voorstellen om de bijzondere kassen meer vrijheid van beweging te gunnen, bij hem in goede aarde zullen vallen. 5>e Week in het Buitenland. Zooals de lezer weet, zullen a.s. Zon dag de verkiezingen in België beginne'n en zullen we getuige zijn van een groo ten worstelstrijd tusschen de Loge en de Kerk Want dit toch is de inzet: weg met de Kerk; onder geen andere positie ve leuze is de strijd begonnen die in de afgeloopen weken reeds met de grootste vurigheid is gestreden. Dat is de leuze die, zooals we reeds zoo vaak ook in andere landen zagen, liberalen en socialisten onder één vaan heeft ver- eenigd. Wanneer het dezen opzet slechts geldt, zijn de liberalen tot alles in staat, geven ze zich zelfs geheel over aan de willekeur der socialisten. „De liberale partij" ,zoo verklaarde dezer dagen een harer sprekers, „wil zoo noodig hare waardigheid en hare zelf standigheid opofferen, ten einde het car tel te kunnen sluiten en het clericalej gouvernement omver te werpen." Zoover gaat hun haat tegen het Ka tholicisme, dat zij tegen zulk' een po- litieken zelfmoord niet opzien. Veel ka rakter teekent dit niet. Zooals het trou wens met' hun geheele wijze van strijd- voeren povertjes is gesteld geweest. Het beunkeei gebeden wordt door den pries ter en den misdienaar, die spreekt in naam van geheel het volk en dus tot op zekere hoogte en in zekeren zin mede offeraar kan genoemd worden. In vurige begeerte om hef altaar te bestijgen en het heilig Offer te gaan opdragen, bidt de priester de 42ste psalm, waarin David, verdreven door zijn zoon Absalon, ver zucht om te mogen opgaan naar den tempel des Heeren. Dan zegt de priester zijn Confiteor. Als de tollenaar, van wien in het Evan gelie wordt gesproken buigt hij zich diep neder, en verdeemoedigt zich door zijn schuld-belijdend woord en een drievoudig slaan op de borst, om het drievoudig booze in gedachte, woord en werk zinne beeldig uit te drukken; hij roept Maria aan en alle Gods lieve Heiligen, want hij alleen, „die rein js van harte en zuiver van gemoed, zal den berg des Heeren (het altaar) bestijgen." Door den mond van den misdienaar volgt daarna de schuldbekentenis der aanwezige geloovigen. Na nogmaals in een beurtgebed met het volk de hulp des Heeren te hebben afgesmeekt, bestijgt de priester eindelijk als de „gezalfde des Heeren'* het altaar, hetwelk zooals wij in de vorige verhandeling hebben verklaard op zijn verhevenheid den Calvarieberg symboliseert. 'Maar in het Siepe "bewust zijn van de heiligheid der handeling, die hij nu gaat stellen, kan de priester zijn smeekbede om genade als 'tware niet eindigen, en onder het bestijgen der altaartreden bidt hij in stilte: „Neem weg van ons, o Heer, zoo smeeken wij U, onze ongerechtighedenopdat wij waardig mogen zijn, om met een rein gemoed op te mogen gaan naar het heilige der heiligen." Aan het altaar gekomen, buigt hij zich neder en kust de plaats, wa.ar de reJtek*'» is er een geweest van de meest gr.ove scheldwoorden, verdachtmakingen en lasteringen. Het kwam er natuurlijk niet op aan of hun beweringen steek hielden, mits ze nu maar overwinnen. „Nu of nooit", schreeuwen de liberalen luide, omdat volgens hun eigen zeggen, alle kans verkeken is voor de naaste toe komst, als ze nu niet het heft in de handen krijgt. mNu of nooit". Vandaar de heftige, dikwijls onhebbelijke wijze, waarin het linksclie cartel zijn politieke tegenstan der aanvalt, niet slechts met woorden, maar ook met overal aangeplakte prenten, waarvan zelfs de correspondent der li berale „Nieuwe Rott. Courant" consta teerde, dat zij beneden het laagste peil van kieskeurigheid stonden. Op voor den Belg werkelijk bezadigde wijze werd hierop door de regeeringspartij geant woord. Huu schimpscheuten werden stuk voor stuk weerlegd in openbare verga deringen, in couranten en vlugschriften. Maar de tegenstander onthield zich van die wijze van strijdvoeren, omdat hij met geen werkelijke grieven kon komen aan dragen, die door de openbare meening gedeeld werden. Integendeel het Belgische volk is te vreden met zijn Katholiek bestuur dat het land ïn de 28 jaren, dat het aan de regeerlng was, tot steeds hooger bloei ge bracht heeft. Dus restte het liberaal-socialistische cartel niet anders dan het plegen van geweld. Een wijze van argumenteerein, waarvan dan ook druk gebruik gemaakt wordt. Niet alleen dat men trachtte door in vallen en rumoer maken de vergaderin gen te verstorenneen, men liet zelfs het socialistische janhagel los, dat met knup pels gewapend op den politieken tegen stander instormde, dat de rechtsche spre kers achtervolgde en dikwijls ernstig mis handelde. Op, zulk' een minne wijze werden de eerste schermutselingen gevoerd, on danks men beweerde, dank zij de ver meerdering der afgevaardigden met 20 leden, tengevolge der laatste volkstel ling» gemakkelijk de geringe meerder heid van zes zetels in zijn voordeel te kunnen veranderen. Hun wijze van strijd voeren doet ech ter geenszins blijken dat zij zelf aan de waarheid hunner beweringen geloof hechten en maakt eerder op den onpar- tijdigen toeschouwer den indruk dat het met de kansen der Kath. partij niet zoo slecht staat. Mocht echter, tegen allen hoop en ver wachting in, het staatsbestuur in handen der liberaal-socialistische bloc-broeders overgaan, dan is gemakkelijk te voor spellen wat het eerste gevolg ervan zal zijn. Het ligt voor de hand dat, waar slechts een negatieve leuze de tegenpar tij verbindt en de wederzijdsche eischen te ver uiteen loopen, men tot niet het minste positieve regeeringswerk in staat zou zijn. We zouden dan slechts te zien krijgen een getrouwe copie der Fransche staatkunde, die in de oogen der Loge mannen zulk een voorbeeldige is, een uiterst onvruchtbare godsdienstoorlog, die het land even hard ten verdervei zou voeren als het nu is vooruitgegaan. Maar hiervan zijn, en dit geeft nog meer vertrouwen op den goeden uitslag der verkiezingen, ook vele andersden kenden overtuigd. Zoo schreef een be kende Belgisch liberaal, de Luiksche ad vocaat Gérard in een" brochure: „Er heersöht onrust in de kringen deri gematigd liberalen. Men vreest, dat de onvermijdelijke anticlericale reactie de perken te buiten zal gaan, en dat een der Heiligen zich bevinden, onder het uitspreken van het gebed: „Wij bidden U, o Heer, door de verdiensten èn van de Heiligen, wier relieken zich hier be vinden, èn van alle Heiligen, dat gij alle mijne zonden genadig moogt vergeven." Nog is het zuchten van den schuld-be- vvusten inensch niet weggestorven In plechtige heilige Missen wordt daar na het altaar ten teeken van eerbied be- .wierookt. De priester begeeft zich vervolgens naar de epistel-zijde en bidt daar de I n t r o t u s of het „Ingangsgebed"-dat gebed geeft den geest van den kerke- lijken feestdag weer en heeft dus, gelijk de kerkelijke (liturgische) tijden zelve, eene voortdurende afwisseling. In het midden van het altaar terugge keerd, bidt de priester het Kyrie. Als de blinde bij Jericho, als de tot Christus om hulp smeekende melaatsche, zoo her haalt de priester in wisselend beurtgebed met den misdienaar (het volk) zijn bede om den bijstand van den drie-eenen God. Dit negenvoudig smeekgebed zegt pater Nieuwbarn kan worden be schouwd als een inleiding van deemoed tot het lied van aanbidding, hetgeen gaat volgen; als verontschuldigde zich de Kerk voor hare onmacht, wijl zij geen woorden weet om naar waarde te mogen aanbid den „de niet uit te drukken"- heerlijkheid Gods. Want na het Kyrie volgt het jubel lied der Kerk, namelijk het Gloria in e x c e 1 s i s. Onder het bidden van deze bewonderenswaardige hymne heft de priester'de handen omhoog en buigt meer malen in diepe vereering het hoofd, om op die wijzen, ook door zijn handelingen, de woorden van aanbidding zinnebeel dig te belijden. .Het „Gloria in excelsis Deo'*, dat de engelen aanhieven bij de geboorte van Christus in Bethlehem's stal, .herhaalt de Kerk bij de geheimvolle ge- b-fi-Qlts .van fde.n Heiland op, het altaar schap, tusschen de partijen en de maat schappelijke klassen nog zal verscher pen, terwijl deze juist getemperd diende te worden. Het anti-clericalisme als ptogram leidt tot oorlog tegen den gpdsdienst, tot onderdrukking van een gedeelte der be volking en zaait tweedracht en haat tus schen de burgers.... Deze politiek zal, indien zij stelselmatig Wordt doorge voerd, liet land ruineeren en de prooi doen worden der anarchie." Maar zoover zal het, hopen en vertrou wen we, niet komen. Het Belgische volk, overtuigd dat een nederlaag der Katho lieke regeering tot een onontwarbarel chaos zal leiden, waaruit moeilijk en or delijk' Staatsbestuur kan voortkomen, heeft, ondanks alle agitatie, waarvoor slechts enkele belhamels zorgden, nog te veel nuchterheid, om niet bedacht te zijn op eigen voordeel. En aam het zit tende bestuur weten ze w,at zö hebben. V. Weekpraatje. Ik kon mijn oogen haast niet geloo ven, toen ik gisteren in de courant las, dat de beroemde vlieger Wright heel gewoon, zooals de meeste stervelin gen op dit ondermaansche, op zijn bed was gestorven. Van de week Dinsdag was het, meen ik las ik nog onder de rubriek „Sport" en meer speciaal onder de rubriek „Vliegen", vlak ach ter elkaar twee berichtjesFokker gel- vallen. Van Bussel gevallen, 'tls tegen- genwoordiig niet zoo heel iets bijzon ders meer als er een mensch uit de lucht komt vallen. Maar weet je, wat v^n de week ook uit de lucht is komen vallen? Het is het rapport over de grondwetsherziening. Da's 'n mooi stuk werk. Niemand had verwacht dat de arbeid van de commis sie, die in Maart 1910 was ingesteld om een wijziging van de nu bestaande in 1848 tot stand gekomen grond wet in studie te nemen, zoo verbazend gauw klaar zou zijn en zoo vlot van stapel zou loopen. Wij zullen er natuur lijk niet een langen boom over gaan op zetten, maar ik kan toch niet verzwijgen dat er in dit rapport zulk 'n rechtvaardig beginsel wordt aangegeven betreffende de regeling van het onderwijs. Kort sa mengevat komen de voorstellen van de grondwetscommissie hierop neer, dat het het bijzonder onderwijs regel, het open baar onderwijs aanvullend zij, en dat de bijzondere scholen gelijke geldelijke aanspraken krijgen als de openbare scho len. Jongen, jongen, voor dat zoo'n rege ling in de grondwet wordt opgenomen zullen de muren van Tweede en Eerste Kamer nog heel wat zuchten hoor en sla ken over die „clericale achterlijkheid", over den „treurigen toestand van het bij zonder onderwijs. Maar „Ende despereert niet", zeiden onze voorvaderen, en wij volgen dien raad op. Zij zal komen, de rechtvaardige regeling, die in het rap port van de grondwetsherziening wordt voorgestaan. Zij zal komen, als wijin 1913 maar oppassen. Over onderwijs gesproken: 'tzal iede- ren Roomschen Leidenaar en ook veel personen daarbuiten, genoegen hebben gedaan,'toen zij Woensdag in de courant lazen, dat er grootsche plannen wor den overwogen om de bestaande R. K.- meisjesscholen aan de v. d. Werffstraat en aan de Pelikaanstraat uit te breiden met een nieuw gebouw in de Haarlem merstraat. Van de school tot het patro naat is maar één stap. En zoo denk ik, .nu ik' het over scholen heb vanzelf aan den Limburgschen Katholiekendag van Maandag 1.1., waarop gesproken is over Het Gloria is een ware feesthymue, een uit het hart opstijgende jubelzang, en daarom wordt het op de meer droeve kerkelijke tijden, zooals in de Zondags missen van den Advent, den Vastentijd, in de rouvvmissen etc., niet gebeden. Of schoon wij de hymne bekend kunnen achten, willen wij die toch hier afdruk ken, zonder nadere verklaring, in zijn aangrijpende schoonheid: „Glorie aan God in den hooge en vrede op aarde den menschen van goeden wiL Wij loven U, wij zegenen U, wij aanbidden U, wij verheerlijken U. [Wij danken om Uwe groote heerlijkheid UHeer, God, Koning des Hemels, God, Almachtig, Vader. Heer Jesus Christus, eeniggeboren Zoon, God de Heer, Lain Gods, Vaders Zoon, Gij, Die wegneemt de zonden der wereld, •erbarm U onzer. Gij, Die wegneemt de zonden der wereld, neem ons smeek gebed aanDie zetelt aan de rechterhand des Vaders, erbarm U onzer. Want Gij alleen zijt de Heilige, Gij alleen de Heer, Gij alleen de Allerhoogste, Jesus Chris tus. Met den H. Geest in de heerlijkheid des Vaders. Amen." Na het Gloria kust de priester weder in vereering het altaar en wendt zich tot het volk met den ouden, apostoüschen vredegroet: „De Heer zij met u". „En met uwen geest", luidt de liturgische tegenwensch van het volk. Dan wekt de priester de geloovigen op om met hem gezamenlijk hunne behoeften aan God mede te deelen door hetOremus, „Laten we bidden". Aan de Epistelzijde gaat hij nl. bidden 5 de Co 11 eet a, de „gezamenlijke gebe den". Deze oraties of gebeden wis selen steeds af naar den kerkelijken feestdag. Gelijk de 'Collecta, zoo beantwoorden ook aan het karakter der liturgische feest dagen de Epistel en het Evangelie. De Epistel is meestentijds een frag de patronaten, 't Waren zulke krasse* doch ware woorden, die pater van RutH sprak „Wij hebben patronaten noodig, om dat wij de toekomst moeten hebben. Zijn, we,niet 9pbedig gereed met een mach!-» tige, alles omvattende organisatie, d.w.z. van jongens en meisjes van 11 en 12 jaar tot aan het huwelijk, dan dwalen (Ontzettend velen af, het geluk' van duizenden levens wordt vernietigd en het heil der maatschappij aanmerkelijk benadeeld.'* Het mooie werk van het patronaat moet onder ons steeds meerdere sym pathie winnen. Met het al of niet bloeien van een patronaat staat of valt zoo ont- zettend veel. De onbekende gever, die] zooals pater Bouters door middel van een advertentie bekend maakte, hon derd gulden aan de Zita-vereeniging tel Leiden een meisjespatronaat heeft geschonken, schijnt een goeden kijk opj de maatschappelijke toestanden te heb" ben en in te zien, dat zoo zijn geld al" lernuttigst is besteed. Die patronaten leiden de strooming, die tegenwoordig] heerscht, om te komen tot meerdere vrij" heid van beweging, tot meerdere ont wikkeling. Die strooming keeren kunnen wij niet, maar te leiden is plicht. Ziezoo, nu hebben we ons hart ook] eens uitgestort over het nuttige en noo- dige patronaatswerk. Ik' zou nog kunnen gaan praten over die grootsche feestvieringen die al zoo; veel plaats in de couranten hebben be slaan en nog veel meer plaats zullen innemen. Ik 'bedoel het bezoek van onze Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik aan Parijs, hetwelk de 1ste, 2e en 3e Ju ni plaats heeft. Het zal velen Nederlan- ders goed doen, als zij lezen, dat hunne Vorstinne en haren gemaal zulk een en thousiaste ontvangst wordt bereid door de Franschen. En... voor dat gevoel be hoeven wij ons niet te schamen. Wij zijn nog niet zoover dat het een schande is, liefde te hebben voor vorstin en vorsten huis. Wij zijn nog niet zoover en.... en komen ook zoo ver niet. Dat kan ik! wel voorspellen. JAN. Inlichtingen betreffende de tariefwet. Men schrijft uit Maastricht aan „De Tij d'*: „Wanneer men de advertenties leest van het anti-tariefwet-comité en men is Limburger, dan jeuken soms de vingers om de advertentie-fabrikanten eens ge voelig op de kneukels te tikken. Die hee ren schijnen nu om niets anders te den ken dan om hun provincie Holland, hun groothandel en hunne belangen. Zij wil len die nu ook voor absoluut Nederland- sche belangen doen doorgaan. Holland heeft ïn vroegere tijden altijd de buitenprovinciën naar zijn pijpen laten dansen en probeert dat nu nog te doen. W.Vie geen vrijhandelaar is, is geen goed vaderlander, ho! maar. En wat zegt men er in de provincies van, daar wordt weinig naar gevraagd; de theorie zegt, geen beschermende rech ten en de Hollandsche belangen Van som mige verstarde ouderwetsche handelaars brengen dat mede, en nu moet dc pro vincie maar met kwaadsprekerij in adver tentievorm bewerkt worden. Maar wij hier in Limburg hebben de tariefwet hoog en hoog noodig. Onze klein-industrie is vernietigd, onze grenzen op eenige uren afstand van elkander staan overal voor den vreemdeling open. Wij betalen be lasting als in Holland, leveren soldaten' als in Holland maar moeten toezien dat onze handel, onze industrie, alles in ment uit een „brief" van een der Apos telen, somwijlen uit het Oude Testame-t van ;een der Profeten of Patriarchen. Na, de Epistel worden eeniga beurtzan gen gebeden, welke ook door de be teekenis van den liturgischen feestdag volgen en dus ook veranderlijk zijn. Zi] dragen den naam vanGraduale, Al leluja, Tractus en Sequentia (niet alle vier komen zij steeds voor) en ver binden de Epistel aan het Evangelie..Ter wijl het missaal naar de EvangeliezijJe wordt gedragen, bidt de priester in het midden van het altaar diep neergebogen» dat God hem lippen en hart verreine tot het waardig naspreken van het Evangelie* Na den gebruikelijken zegengroet: „L>q Heer zij met u, enz., wordt het Evangelie ingeleid met den aanhef: Vervolg van het heilig Evangelie volgens(hiefl volgt de naam van een der vier Evan gelisten). De priester maakt het kruisteeken op, de zooeven gesproken woorden, hiermede! bedoelend, dat het Evangelie in waarheid is het „woord des Kruises". Ook het volk teekent zich door het „Evangelie-i kruis" met den duim op voorhoofd, mond en borst, want men wil het „woord Gods'a met den geest bewaren, met den mondj belijden en met het hart beminnen, Aan dien lioogen eerbied voor het Evangelie beantwoordt ook het bevvie- rooken en het kaarslicht in plechtige Mis sen en het staande toeluisteren, het geen niet slechts wijst op hoogachting^ maar ook symboliseert den wil om het Evangelie na te volgen en krachtig te verdedigen. De lezing van het Evangelie stijgt to| het smeekgebed: „Dat door de EvangeiU sche woorden onze zonden worden ge< delgd.'* Daarop zegt de misdienaar: „-Aan U de lof, o «Christus."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5