De Liturgie.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
l)ij De Leidsche Courant van
Saterdag 1 Juni no. 804.
KAMEROVERZICHT.
TW ÉEDE KAMER.
De Arbeidersziekteverzekering. De
politiek in het debat.
Overheidskas en de bijzondere kassen.
Den geheelen dag bijna heeft de Kamer
moeten lusiteren naar een redevoering
van den heer Troelstra, die in den breede
nog eens kwam oververtellen, wat partij-
genooten Duys en Schaper in kilometer
lange woordenreeksen reeds hadden ge-
Kegel.
Maar voor den grooten leider van de
S. D. A. P. was het politieke moment
aangebroken. Hij moest de oogst binnen
halen om daarmede de voorraadschuren
jvan de socialistische propaganda te vul
len.
Hij, mr. Pieter jelles Troelstra, zou
den rechtsgrond der verzekering uiteen
zetten. Hij zou vertellen, waarom de
«Staat volgens de socialisten deze ma
terie moet regelen. En, niet waar, a,-
leen de socialisten weten het en hun,
rechtsgrond is de éénig juiste; de overige
zijn volgens den heer Duys „apenkooi'
toch zal mr. Troelstra van deze rede
voering niet heel veel plezier hebben.
'Zijn nachtmerrie, de waschechte Marxist
«Wijnkoop, zal hem vervolgen om hem
zijn door-elkaar haspelen van Marxisme
en revisionisme te verwijten, en op Troel
stra's hoofd zullen de stokslagen van
iWijnkoop's critiek pijnlijk neerkomen.
Toch heeft Troeistra z'n best Haan
en de sprekers van links en rechts hard
handig aangepakt om de rechten van
het verdrukte en uitgebuite proletariaat,
van de oplevende arbeidersklasse op te
eischen.
De socialisten houden, wat de eind
stemming aangaat nog een slag om den
arm. Enfin, dat wisten wij reeds. Waar
maakt mr. Troelstra zich eigenlijk zoo
druk om Het wetsontwerp is zijn oog
amper de moeite waard om et voor te
werken. Het geeft den werkman siechts
een paar centen en de Minister moest
eich over dit ontwerp van sociale ver
zorging schamen. Het is de gewone af
brekende en neerhalende critiek, waarin,
als altjjd de roode partij haar kracht
zoc-kt.
Van meer practisch belang was de
redevoering van jhr. de Savornin Loh
man, die den dag besloot. In eerste in
stantie had "deze spreker verklaard niet
te weten hoe hij ten slotte over de wets
ontwerpen zou stemmen. Daarmede
kwam hij in tegenspraak met hetgeen hij
bij het vraagpuntendebat had gezegld;
.toen stond hij onverzoenlijk tegenover
ide verplichte verzekering en zeide hij jn
geen geval zijn stem aan de wet te zul
len geven.
Mr. Lohman was dus van opinie ver
anderd en deze frontwisseling had in,
Kamer en pers natuurlijk de aandacht
getrokken en opmerkingen uitgelokt.
Er zijn nieuwe dingen gebeurd, die
invloed op den heer Lohman hadden uit
geoefend, naar hij zelf verzekerde. Deels
•was de Minsiter aan zijn bezw aren te
gemoet gekomen en andersdeels wilde
hij, indien men van alle zijde dwang
tverkiest, zich erbij neerleggen, mits de
te maken wet de kiem bevat voor een
imiddel om weer aan den opgelegden
dwang te ontkomen. Dit middel zoekt de
V.
DE HEiLiGE MIS.
De waarde, de verhevenheid van het
[hoogheilig Offer der Mis te bepalen of
te omschrijven, is niet het doei van de
verhandeling, waarmede wij nu een aan-
,,vang maken. De niet in woorden te be
naderen voortreffelijkheid van dat hoog-
jheiiig Offer is echter wel de reden ge-
uweest, die ons bewogen heeft niet langer
jnet deze verhandeling te wachten.Wajit
j^yvat baat het eigenlijk zich te verdiepen
jjin de liturgie, als men zoo weinig be-
'grijpt van het middenpunt dier liturgie,
jjde heilige Mis? Wat baat het te kennen
j]de beteekenis van het kerkelijk jaar en
;-de kerkelijke feesten, als men die niet
Lvindt uitgedrukt en weerspiegeld in de
[heilige Mis? ,Wat baat het te kennen de
symbolische beteekenis van kerkgebouw,
yvan altaar, van gewaden, van sieraden,
;als dat alles niet door ons wordt ge
kend als een lichtbundel om dat groote
..jOffer, dat is de kern van onzen gods
dienst, de heerlijkste, de krachtigste en
'de meest vruchtbare uiting van ons ge
loof, onze hoop en onze liefde?
Een beschrijving van de heilige Mis
[[Willen wij hier gaan geven, niet uit dog
matisch of leerstellig oogpunt, in. a. w.
niet beschouwd in verband met de ge
loofsleer, maar als deel van onzen eere-
[dienst, m. a. w. on;der liturgisch opzicht
,i\Vij willen gaan verklaren de verschil
lende deelen der heilige Mis en hunne
aaneenschakeling tot.één geheel. Als leid
draad zullen ,)vij gebruiken het in be
knoptheid en duidelijkheid moeilijk te
overtreffen boek van pater Nieuwbarn
„Het heilig Misoffer en zijn ceremoniën".
jj.. De priester begint de heilige Mis aan
'gebed. Een gebed, dat in wisselenden
l0tn v££t van Jjet altaar met h^t beurt
heer Lohman in het maken van de bij
zondere kassen tot regel en de Over
heidskas tot aanvulling.
Toch gaat hij niet piet del motie-de
Kanter, die dezen wensch (Uitspreekt,
mede, want hii $n zijn vrienden; achten
in dit stadium van behandeling dö mo,-
tie niet ,op; haar plaats. De heer Lobman;
betoogde hetzelfde als hetgeen wij reeds
vroeger opmerkten, dat men thans door
amendementen detgene in de wet moet
brengen, wat men beoogt.
De heer de Kanter, die gisteren de mo
tie nog nader toelichtte, verklaarde ech
ter geen kans te zien door amendementen
de beginselen der motie in de wet uit te
werken.
Wij zijn benieuwd naar het verdere
debat. Ongetwijfeld heeft de heer Loh
man een belangrijke concessie gedaan,
ofschoon de voorwaarde, waaraan hij zijn
stem afhankelijk stelde, moeilijk te ver
vullen zal zijn.
De Ministers Kuypet en Veegens heb
ben in hun ontwerp en-Ziekteverzekering
gepoogd de particuliere ziekenkassen op
te nemen. Maar niemand minder dan dr.
de Visser stelde als een onafwijsbare con
clusie vast, dat jn beider stelsels de par
ticuliere kassen voor een langzamen dood
waren opgeschreven. „Indien uit de fei
ten een ding duidelijk is", aldus dr. de
Visser, „dan is het dit, dat het in dit wets
ontwerp van verplichte verzekering notzag
lijk moeilijk ïs, een verhouding te vin
den tusschen de officieele kassen en de
particuliere, van .welken aard ook, die
een blijvend bestaan verzekeren aan de
particuliere."
Deze woorden werden gesproken bij
het debat over de vraagpunten. Wjj ha
len ze nog eens aan ter illustratie van
de groote moeilijkheden, die het opne
men der bijzondere kassen in de Ziekte
verzekering ondervindt.
Zooals inn trouwens weet had Minister
Talma aanvankelijk in zijn ontwerp slechts
plaats gemaakt voor de Overheidskas.
Is het nu van den heer Lohman niet wat
te veel gevraagd van den Minister te vor
deren, dat de wet er ten slotte precies
tegenovergesteld zal uitzien als de Minis
ter zich bij haar ontwerpen dacht?
Wij gelooven niet dat 'de heer Talma zoo'n
vérstrekkende concessie zal kunnen doen;
wel verwachten wij dat de voorstellen om
de bijzondere kassen meer vrijheid van
beweging te gunnen, bij hem in goede
aarde zullen vallen.
5>e Week
in het Buitenland.
Zooals de lezer weet, zullen a.s. Zon
dag de verkiezingen in België beginne'n
en zullen we getuige zijn van een groo
ten worstelstrijd tusschen de Loge en de
Kerk Want dit toch is de inzet: weg
met de Kerk; onder geen andere positie
ve leuze is de strijd begonnen die in
de afgeloopen weken reeds met de
grootste vurigheid is gestreden. Dat is
de leuze die, zooals we reeds zoo vaak
ook in andere landen zagen, liberalen
en socialisten onder één vaan heeft ver-
eenigd. Wanneer het dezen opzet slechts
geldt, zijn de liberalen tot alles in staat,
geven ze zich zelfs geheel over aan de
willekeur der socialisten.
„De liberale partij" ,zoo verklaarde
dezer dagen een harer sprekers, „wil zoo
noodig hare waardigheid en hare zelf
standigheid opofferen, ten einde het car
tel te kunnen sluiten en het clericalej
gouvernement omver te werpen."
Zoover gaat hun haat tegen het Ka
tholicisme, dat zij tegen zulk' een po-
litieken zelfmoord niet opzien. Veel ka
rakter teekent dit niet. Zooals het trou
wens met' hun geheele wijze van strijd-
voeren povertjes is gesteld geweest. Het
beunkeei gebeden wordt door den pries
ter en den misdienaar, die spreekt in
naam van geheel het volk en dus tot
op zekere hoogte en in zekeren zin mede
offeraar kan genoemd worden. In vurige
begeerte om hef altaar te bestijgen en
het heilig Offer te gaan opdragen, bidt
de priester de 42ste psalm, waarin David,
verdreven door zijn zoon Absalon, ver
zucht om te mogen opgaan naar den
tempel des Heeren.
Dan zegt de priester zijn Confiteor.
Als de tollenaar, van wien in het Evan
gelie wordt gesproken buigt hij zich diep
neder, en verdeemoedigt zich door zijn
schuld-belijdend woord en een drievoudig
slaan op de borst, om het drievoudig
booze in gedachte, woord en werk zinne
beeldig uit te drukken; hij roept Maria
aan en alle Gods lieve Heiligen, want hij
alleen, „die rein js van harte en zuiver
van gemoed, zal den berg des Heeren
(het altaar) bestijgen."
Door den mond van den misdienaar
volgt daarna de schuldbekentenis der
aanwezige geloovigen.
Na nogmaals in een beurtgebed
met het volk de hulp des Heeren te
hebben afgesmeekt, bestijgt de priester
eindelijk als de „gezalfde des Heeren'*
het altaar, hetwelk zooals wij in de
vorige verhandeling hebben verklaard
op zijn verhevenheid den Calvarieberg
symboliseert. 'Maar in het Siepe "bewust
zijn van de heiligheid der handeling, die
hij nu gaat stellen, kan de priester zijn
smeekbede om genade als 'tware niet
eindigen, en onder het bestijgen der
altaartreden bidt hij in stilte: „Neem
weg van ons, o Heer, zoo smeeken wij
U, onze ongerechtighedenopdat wij
waardig mogen zijn, om met een rein
gemoed op te mogen gaan naar het
heilige der heiligen."
Aan het altaar gekomen, buigt hij zich
neder en kust de plaats, wa.ar de reJtek*'»
is er een geweest van de meest gr.ove
scheldwoorden, verdachtmakingen en
lasteringen. Het kwam er natuurlijk niet
op aan of hun beweringen steek hielden,
mits ze nu maar overwinnen. „Nu of
nooit", schreeuwen de liberalen luide,
omdat volgens hun eigen zeggen, alle
kans verkeken is voor de naaste toe
komst, als ze nu niet het heft in de
handen krijgt.
mNu of nooit". Vandaar de heftige,
dikwijls onhebbelijke wijze, waarin het
linksclie cartel zijn politieke tegenstan
der aanvalt, niet slechts met woorden,
maar ook met overal aangeplakte prenten,
waarvan zelfs de correspondent der li
berale „Nieuwe Rott. Courant" consta
teerde, dat zij beneden het laagste peil
van kieskeurigheid stonden. Op voor den
Belg werkelijk bezadigde wijze werd
hierop door de regeeringspartij geant
woord. Huu schimpscheuten werden stuk
voor stuk weerlegd in openbare verga
deringen, in couranten en vlugschriften.
Maar de tegenstander onthield zich van
die wijze van strijdvoeren, omdat hij met
geen werkelijke grieven kon komen aan
dragen, die door de openbare meening
gedeeld werden.
Integendeel het Belgische volk is te
vreden met zijn Katholiek bestuur dat
het land ïn de 28 jaren, dat het aan de
regeerlng was, tot steeds hooger bloei ge
bracht heeft.
Dus restte het liberaal-socialistische
cartel niet anders dan het plegen van
geweld. Een wijze van argumenteerein,
waarvan dan ook druk gebruik gemaakt
wordt.
Niet alleen dat men trachtte door in
vallen en rumoer maken de vergaderin
gen te verstorenneen, men liet zelfs het
socialistische janhagel los, dat met knup
pels gewapend op den politieken tegen
stander instormde, dat de rechtsche spre
kers achtervolgde en dikwijls ernstig mis
handelde.
Op, zulk' een minne wijze werden de
eerste schermutselingen gevoerd, on
danks men beweerde, dank zij de ver
meerdering der afgevaardigden met 20
leden, tengevolge der laatste volkstel
ling» gemakkelijk de geringe meerder
heid van zes zetels in zijn voordeel te
kunnen veranderen.
Hun wijze van strijd voeren doet ech
ter geenszins blijken dat zij zelf aan
de waarheid hunner beweringen geloof
hechten en maakt eerder op den onpar-
tijdigen toeschouwer den indruk dat het
met de kansen der Kath. partij niet zoo
slecht staat.
Mocht echter, tegen allen hoop en ver
wachting in, het staatsbestuur in handen
der liberaal-socialistische bloc-broeders
overgaan, dan is gemakkelijk te voor
spellen wat het eerste gevolg ervan zal
zijn.
Het ligt voor de hand dat, waar
slechts een negatieve leuze de tegenpar
tij verbindt en de wederzijdsche eischen
te ver uiteen loopen, men tot niet het
minste positieve regeeringswerk in staat
zou zijn. We zouden dan slechts te zien
krijgen een getrouwe copie der Fransche
staatkunde, die in de oogen der Loge
mannen zulk een voorbeeldige is, een
uiterst onvruchtbare godsdienstoorlog,
die het land even hard ten verdervei
zou voeren als het nu is vooruitgegaan.
Maar hiervan zijn, en dit geeft nog
meer vertrouwen op den goeden uitslag
der verkiezingen, ook vele andersden
kenden overtuigd. Zoo schreef een be
kende Belgisch liberaal, de Luiksche ad
vocaat Gérard in een" brochure:
„Er heersöht onrust in de kringen deri
gematigd liberalen. Men vreest, dat de
onvermijdelijke anticlericale reactie de
perken te buiten zal gaan, en dat een
der Heiligen zich bevinden, onder het
uitspreken van het gebed: „Wij bidden
U, o Heer, door de verdiensten èn van
de Heiligen, wier relieken zich hier be
vinden, èn van alle Heiligen, dat gij alle
mijne zonden genadig moogt vergeven."
Nog is het zuchten van den schuld-be-
vvusten inensch niet weggestorven
In plechtige heilige Missen wordt daar
na het altaar ten teeken van eerbied be-
.wierookt.
De priester begeeft zich vervolgens
naar de epistel-zijde en bidt daar de
I n t r o t u s of het „Ingangsgebed"-dat
gebed geeft den geest van den kerke-
lijken feestdag weer en heeft dus, gelijk
de kerkelijke (liturgische) tijden zelve,
eene voortdurende afwisseling.
In het midden van het altaar terugge
keerd, bidt de priester het Kyrie. Als
de blinde bij Jericho, als de tot Christus
om hulp smeekende melaatsche, zoo her
haalt de priester in wisselend beurtgebed
met den misdienaar (het volk) zijn bede
om den bijstand van den drie-eenen God.
Dit negenvoudig smeekgebed zegt
pater Nieuwbarn kan worden be
schouwd als een inleiding van deemoed
tot het lied van aanbidding, hetgeen gaat
volgen; als verontschuldigde zich de Kerk
voor hare onmacht, wijl zij geen woorden
weet om naar waarde te mogen aanbid
den „de niet uit te drukken"- heerlijkheid
Gods. Want na het Kyrie volgt het jubel
lied der Kerk, namelijk het Gloria in
e x c e 1 s i s. Onder het bidden van deze
bewonderenswaardige hymne heft de
priester'de handen omhoog en buigt meer
malen in diepe vereering het hoofd, om
op die wijzen, ook door zijn handelingen,
de woorden van aanbidding zinnebeel
dig te belijden. .Het „Gloria in excelsis
Deo'*, dat de engelen aanhieven bij de
geboorte van Christus in Bethlehem's stal,
.herhaalt de Kerk bij de geheimvolle ge-
b-fi-Qlts .van fde.n Heiland op, het altaar
schap, tusschen de partijen en de maat
schappelijke klassen nog zal verscher
pen, terwijl deze juist getemperd diende
te worden.
Het anti-clericalisme als ptogram leidt
tot oorlog tegen den gpdsdienst, tot
onderdrukking van een gedeelte der be
volking en zaait tweedracht en haat tus
schen de burgers.... Deze politiek zal,
indien zij stelselmatig Wordt doorge
voerd, liet land ruineeren en de prooi
doen worden der anarchie."
Maar zoover zal het, hopen en vertrou
wen we, niet komen. Het Belgische volk,
overtuigd dat een nederlaag der Katho
lieke regeering tot een onontwarbarel
chaos zal leiden, waaruit moeilijk en or
delijk' Staatsbestuur kan voortkomen,
heeft, ondanks alle agitatie, waarvoor
slechts enkele belhamels zorgden, nog
te veel nuchterheid, om niet bedacht te
zijn op eigen voordeel. En aam het zit
tende bestuur weten ze w,at zö hebben.
V.
Weekpraatje.
Ik kon mijn oogen haast niet geloo
ven, toen ik gisteren in de courant las,
dat de beroemde vlieger Wright heel
gewoon, zooals de meeste stervelin
gen op dit ondermaansche, op zijn bed
was gestorven. Van de week Dinsdag
was het, meen ik las ik nog onder
de rubriek „Sport" en meer speciaal
onder de rubriek „Vliegen", vlak ach
ter elkaar twee berichtjesFokker gel-
vallen. Van Bussel gevallen, 'tls tegen-
genwoordiig niet zoo heel iets bijzon
ders meer als er een mensch uit de
lucht komt vallen.
Maar weet je, wat v^n de week ook
uit de lucht is komen vallen? Het is
het rapport over de grondwetsherziening.
Da's 'n mooi stuk werk. Niemand had
verwacht dat de arbeid van de commis
sie, die in Maart 1910 was ingesteld
om een wijziging van de nu bestaande
in 1848 tot stand gekomen grond
wet in studie te nemen, zoo verbazend
gauw klaar zou zijn en zoo vlot van
stapel zou loopen. Wij zullen er natuur
lijk niet een langen boom over gaan op
zetten, maar ik kan toch niet verzwijgen
dat er in dit rapport zulk 'n rechtvaardig
beginsel wordt aangegeven betreffende
de regeling van het onderwijs. Kort sa
mengevat komen de voorstellen van de
grondwetscommissie hierop neer, dat het
het bijzonder onderwijs regel, het open
baar onderwijs aanvullend zij, en dat
de bijzondere scholen gelijke geldelijke
aanspraken krijgen als de openbare scho
len.
Jongen, jongen, voor dat zoo'n rege
ling in de grondwet wordt opgenomen
zullen de muren van Tweede en Eerste
Kamer nog heel wat zuchten hoor en sla
ken over die „clericale achterlijkheid",
over den „treurigen toestand van het bij
zonder onderwijs. Maar „Ende despereert
niet", zeiden onze voorvaderen, en wij
volgen dien raad op. Zij zal komen, de
rechtvaardige regeling, die in het rap
port van de grondwetsherziening wordt
voorgestaan. Zij zal komen, als wijin
1913 maar oppassen.
Over onderwijs gesproken: 'tzal iede-
ren Roomschen Leidenaar en ook veel
personen daarbuiten, genoegen hebben
gedaan,'toen zij Woensdag in de courant
lazen, dat er grootsche plannen wor
den overwogen om de bestaande R. K.-
meisjesscholen aan de v. d. Werffstraat
en aan de Pelikaanstraat uit te breiden
met een nieuw gebouw in de Haarlem
merstraat. Van de school tot het patro
naat is maar één stap. En zoo denk ik,
.nu ik' het over scholen heb vanzelf aan
den Limburgschen Katholiekendag van
Maandag 1.1., waarop gesproken is over
Het Gloria is een ware feesthymue, een
uit het hart opstijgende jubelzang, en
daarom wordt het op de meer droeve
kerkelijke tijden, zooals in de Zondags
missen van den Advent, den Vastentijd,
in de rouvvmissen etc., niet gebeden. Of
schoon wij de hymne bekend kunnen
achten, willen wij die toch hier afdruk
ken, zonder nadere verklaring, in zijn
aangrijpende schoonheid: „Glorie aan
God in den hooge en vrede op aarde
den menschen van goeden wiL Wij loven
U, wij zegenen U, wij aanbidden U, wij
verheerlijken U. [Wij danken om Uwe
groote heerlijkheid UHeer, God, Koning
des Hemels, God, Almachtig, Vader. Heer
Jesus Christus, eeniggeboren Zoon, God
de Heer, Lain Gods, Vaders Zoon, Gij,
Die wegneemt de zonden der wereld,
•erbarm U onzer. Gij, Die wegneemt de
zonden der wereld, neem ons smeek
gebed aanDie zetelt aan de rechterhand
des Vaders, erbarm U onzer. Want Gij
alleen zijt de Heilige, Gij alleen de Heer,
Gij alleen de Allerhoogste, Jesus Chris
tus. Met den H. Geest in de heerlijkheid
des Vaders. Amen."
Na het Gloria kust de priester weder
in vereering het altaar en wendt zich tot
het volk met den ouden, apostoüschen
vredegroet: „De Heer zij met u". „En
met uwen geest", luidt de liturgische
tegenwensch van het volk. Dan wekt de
priester de geloovigen op om met hem
gezamenlijk hunne behoeften aan God
mede te deelen door hetOremus,
„Laten we bidden".
Aan de Epistelzijde gaat hij nl. bidden
5 de Co 11 eet a, de „gezamenlijke gebe
den". Deze oraties of gebeden wis
selen steeds af naar den kerkelijken
feestdag.
Gelijk de 'Collecta, zoo beantwoorden
ook aan het karakter der liturgische feest
dagen de Epistel en het Evangelie.
De Epistel is meestentijds een frag
de patronaten, 't Waren zulke krasse*
doch ware woorden, die pater van RutH
sprak
„Wij hebben patronaten noodig, om
dat wij de toekomst moeten hebben. Zijn,
we,niet 9pbedig gereed met een mach!-»
tige, alles omvattende organisatie, d.w.z.
van jongens en meisjes van 11 en 12
jaar tot aan het huwelijk, dan dwalen
(Ontzettend velen af, het geluk' van
duizenden levens wordt vernietigd en
het heil der maatschappij aanmerkelijk
benadeeld.'*
Het mooie werk van het patronaat
moet onder ons steeds meerdere sym
pathie winnen. Met het al of niet bloeien
van een patronaat staat of valt zoo ont-
zettend veel. De onbekende gever, die]
zooals pater Bouters door middel van
een advertentie bekend maakte, hon
derd gulden aan de Zita-vereeniging tel
Leiden een meisjespatronaat heeft
geschonken, schijnt een goeden kijk opj
de maatschappelijke toestanden te heb"
ben en in te zien, dat zoo zijn geld al"
lernuttigst is besteed. Die patronaten
leiden de strooming, die tegenwoordig]
heerscht, om te komen tot meerdere vrij"
heid van beweging, tot meerdere ont
wikkeling. Die strooming keeren kunnen
wij niet, maar te leiden is plicht.
Ziezoo, nu hebben we ons hart ook]
eens uitgestort over het nuttige en noo-
dige patronaatswerk.
Ik' zou nog kunnen gaan praten over
die grootsche feestvieringen die al zoo;
veel plaats in de couranten hebben be
slaan en nog veel meer plaats zullen
innemen. Ik 'bedoel het bezoek van onze
Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik
aan Parijs, hetwelk de 1ste, 2e en 3e Ju
ni plaats heeft. Het zal velen Nederlan-
ders goed doen, als zij lezen, dat hunne
Vorstinne en haren gemaal zulk een en
thousiaste ontvangst wordt bereid door
de Franschen. En... voor dat gevoel be
hoeven wij ons niet te schamen. Wij zijn
nog niet zoover dat het een schande is,
liefde te hebben voor vorstin en vorsten
huis. Wij zijn nog niet zoover en.... en
komen ook zoo ver niet. Dat kan ik!
wel voorspellen. JAN.
Inlichtingen betreffende de tariefwet.
Men schrijft uit Maastricht aan „De
Tij d'*:
„Wanneer men de advertenties leest
van het anti-tariefwet-comité en men is
Limburger, dan jeuken soms de vingers
om de advertentie-fabrikanten eens ge
voelig op de kneukels te tikken. Die hee
ren schijnen nu om niets anders te den
ken dan om hun provincie Holland, hun
groothandel en hunne belangen. Zij wil
len die nu ook voor absoluut Nederland-
sche belangen doen doorgaan.
Holland heeft ïn vroegere tijden altijd
de buitenprovinciën naar zijn pijpen laten
dansen en probeert dat nu nog te doen.
W.Vie geen vrijhandelaar is, is geen goed
vaderlander, ho! maar.
En wat zegt men er in de provincies
van, daar wordt weinig naar gevraagd;
de theorie zegt, geen beschermende rech
ten en de Hollandsche belangen Van som
mige verstarde ouderwetsche handelaars
brengen dat mede, en nu moet dc pro
vincie maar met kwaadsprekerij in adver
tentievorm bewerkt worden. Maar wij
hier in Limburg hebben de tariefwet hoog
en hoog noodig. Onze klein-industrie is
vernietigd, onze grenzen op eenige uren
afstand van elkander staan overal voor
den vreemdeling open. Wij betalen be
lasting als in Holland, leveren soldaten'
als in Holland maar moeten toezien
dat onze handel, onze industrie, alles in
ment uit een „brief" van een der Apos
telen, somwijlen uit het Oude Testame-t
van ;een der Profeten of Patriarchen. Na,
de Epistel worden eeniga beurtzan
gen gebeden, welke ook door de be
teekenis van den liturgischen feestdag
volgen en dus ook veranderlijk zijn. Zi]
dragen den naam vanGraduale, Al
leluja, Tractus en Sequentia (niet
alle vier komen zij steeds voor) en ver
binden de Epistel aan het Evangelie..Ter
wijl het missaal naar de EvangeliezijJe
wordt gedragen, bidt de priester in het
midden van het altaar diep neergebogen»
dat God hem lippen en hart verreine tot
het waardig naspreken van het Evangelie*
Na den gebruikelijken zegengroet: „L>q
Heer zij met u, enz., wordt het Evangelie
ingeleid met den aanhef: Vervolg van
het heilig Evangelie volgens(hiefl
volgt de naam van een der vier Evan
gelisten).
De priester maakt het kruisteeken op,
de zooeven gesproken woorden, hiermede!
bedoelend, dat het Evangelie in waarheid
is het „woord des Kruises". Ook het
volk teekent zich door het „Evangelie-i
kruis" met den duim op voorhoofd, mond
en borst, want men wil het „woord Gods'a
met den geest bewaren, met den mondj
belijden en met het hart beminnen,
Aan dien lioogen eerbied voor het
Evangelie beantwoordt ook het bevvie-
rooken en het kaarslicht in plechtige Mis
sen en het staande toeluisteren, het
geen niet slechts wijst op hoogachting^
maar ook symboliseert den wil om het
Evangelie na te volgen en krachtig te
verdedigen.
De lezing van het Evangelie stijgt to|
het smeekgebed: „Dat door de EvangeiU
sche woorden onze zonden worden ge<
delgd.'* Daarop zegt de misdienaar: „-Aan
U de lof, o «Christus."