Een Martelaar. BUITENLAND. BINNENLAND. 3e Jaargang, No. 797, Bureau OUDE SINGEL, 54, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco ^>er post f 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2l/, cent met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Donderdag Mei 1912. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bewijzen s.v.p. Alles wat in het buitenland niet is geschied, zal hier wel gebeuren, als de inieuwe tariefwet er eenmaal is. Een serie schrikbeelden hangt het anti- jtariefw et-comité hiervan op. Vandaag bijv. weer van verwikkelingen met het buitenland! 't Bewijs blijft echter achterwege. Waarom zou de kans op verwikkelin gen in de toekomst grooter zijn dan thans Laat het anti-tariefwetcomité dat eens vertellen. Wij zouden wel eens bewijzen wil len zien in plaats van beweringen vernemen. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. De Arbeidersziekteverzekering. Vrijheid en dwang. Het standpunt der Katholieken. Mr. Patijn heeft gisteren zijn rede voering beëindigd en is daarbij tot de Slotsom gekomen, dat hij verplicht zal zijn tegen de wet te stemmen-, daar zijn bedenkingen vermoedelijk wel niet zul- Jen worden weggenomen. De houding, jdie hij en het overgroote deel der libe ralen zal aannemen, verschilt dus he melsbreed van het standpunt der vrijzin- jnig-democraten. Want Mr. Treub en de 'zijnen zullen hoogstwaarschijnlijk hun Stem aan de wet geven, al heeft del woordvoerder der vrijzinnig democrati sche fractie Minister Talma geen critiek bespaard en al was deze erg bitter en fei, zoodat volgens hem 't meer „stom geluk"- dan „wijs beleid" zal zijn, als deze Wel nog iels goed oplevert. Komt hier weer niet de oude liberale waan voor den dag, dat de Christelijke partijen een troep stumperds zijn, die beter deden zich door de vrijzinnigheid de wetten te laten voorschrijven dan zelf invloed op liet Regeeringsbeleid uit te pefenen? De producten van wetgeving, ook op sociaal gebied, die onder liberale be windvoerders tot stand kwamen, zijn niet zóó schitterend, dat het thans den libera len past, met zooveel laatdunkendheid en minachting zich uit te laten over deze wets ontwerpen. Ieder begrijpt, dat daar „politiek" ach ter zit, en wel politiek in de slechte be- teekenis van het woord. De opzet der linkerzijde is altijd ge weest de verzekeringswetgeving te ver tragen om aan de Christeiijke Regeering de eer te onthouden voor goede arbeids wetten te hebben gezorgd. Zelfs deins de de vrijzinnigheid voor een staking niet terug! Dit plannetje lukte echter niet en van daar dat andere wapenen uit het liberale arsenaal worden beproefd. Behalve dat de bezwaren breed worden uitgemeten, quaiificeert men den Minister als een vol maakten staatssocialist om met dezen boe- man stemming tegen hem te maken. Deze politieke oppositie was natuur lijk te voorzien. Ze kon feitelijk niet ach terwege blijven en mitsdien hechten wij niet veel waarde aan de bergen van be denkingen, die wij nu de liberale rede- FEUILLETON. (NAAR HET DUITSCfcL) 33) Een oogenblik dacht de keizer er aan ;de keizerin een rondborstige verklaring te vragen. 'Maar ook slechts één oogen blik, want de gedachte dat zij door haar invloed en behendigheid hem zou over- LWinnen, hield hem terug. Hij begaf zich gekleed ter ruste, doch geen slaap look zijn oogen. Toen de klokken van de kerk van O. L. V. van Tein luidden, stond hij op. Hatto wachtte ih het aangrenzend ver trek. j De verrader, die zoo ongeveer het ein- 5de der Mis berekend had, waarschuwde tien koning. Vorst en gunsteling begaven zich naar 5de straat, waar het door de pest besmet te huis stond. 'u Pp, h§t fiogenbjik^ waarop fences} a us naars hooren uiten en die voor het groot ste deel hieruit voortspruiten, dat de li berale heeren de noodige onbevangenheid missen om het werk van een Christelijk Kabinet te beoordeelen. Ten deele komt het verzet ook voort, omdat er liberalen zijn, die zich niet kunnen ontworstelen aan den invloed van het economisch liberalism^, dat staatsonthouding predikt. Hun groote voorvechter is de heer Tydeman. Deze vrijheidsapostel wil van dwang niet veel weten, ofschoon hij moet erkennen, dat er geen absolute vrijheid bestaat. Maar h ij aanvaardt geen rechts grond voor de verplichte verzekering (door hem zeer ten onrechte met dwang verzekering gedoopt) en beveelt een vrijwillige verzekering aan, gesteund door subsidies uit de staatskas, welke verzekering z.i. veel kans van slagen zou bieden, gezien de vele leden van zie kenkassen. De heer Tydeman beziet de zaken door zijn groote vrijheidsliefde tamelijk eenzijdig en hij schijnt te vergeten, dat juist de arbeiders, die onder de slecht ste voorwaarden werken, zich niet vrij willig kunnen verzekeren, omdat het loon hen daartoe niet in staat stelt. Een vrij willige verzekering mist daarom in heel wat gevallen doel. In ons land ervaren wij zulks met de werkeloosheidskassen, die in vele steden met royaie gemeente steun worden begiftigd. En toch, hoeveel arbeiders zien het belang van toetre ding in Het verwerpen trouwens van den rechtsgrond, dat de verplichte verzeke ring in wezen niets anders is dan eeni gedeeltelijke wettelijke regeling van het arbeidsloon, de o. i. eenig juiste recnisgrona voor aeze verzeKermg moet den heer Tydeman wel tof zijn stel sel voeren, dat in de practijk voor vele arbeiders op 't „laat-maar-waaien" neer komt en dat eerst pas kans van slagen zou hebben, als machtige vakorganisaties hun invloed op de vaststelling van het loon der arbeiders konden doen gelden. Geheel ander, geluid dan van de drie voorafgaande sprekers, vei namen wij van den Katholieken afgevaardigde voor Al melo, tnr. Aalberse. Hij was de eerste der sprekers, die een woord van hulde bracht aan Minister Talma, met wien hij wei is waar in onderdeelen van mee ning verschilt, maar wiens beginsel hij onderschrijft. Alvorens echter in be schouwingen over de aanhangige wets ontwerpen te treden, gaf mr. Aalberse een exposé, hoe hij een regeling zou hebben gewenscht, n.l. een ziekteverze kering, waaronder ook de ongevallen zouden zijn gebracht en daarnaast een invaliditeitsverzekering, die zich ook tot de voorziening in geval van ouderdom zou uitstrekken en tot invaliditeit als ge volg van bedrijfsongevallen. In dit systeem zou de particuliere kas gis draagster der verzekering regel moe ten zijn en de Overheidskas alleen aan vulling. Is de heer Aalberse ten slotte bereid zich bij het stelsel van den Mi nister neer te leggen, hij zal medeigaan. met de amendementen die zich in zijn rich-ing bewegen. Mr. Aalberse trad daarna in een uit voerige beschouwing over het arbeids- het sombere straatje betrad, verdwenen de koningin en Ötfried door de bres, vrucht van zooveel moeite en "inspan ning. De keizer wilde de vorstin achter na snellen, toen Hatto hem verzocht een enkele minuut te wachten. Intussehen was Johanna de kamer van Juliette binnengetreden. Op den vloer van het vertrek lag liet meisje, dat zich haastte de handen voor de oogen te brengen om haar moordenaars niet te zien. Nauwelijks echter hoorde zij op een toon van diepgevoeld medelijden haar naam noemen, of haar blik vestigde zich op het liefelijk gelaat der koningin. Dat gezicht schonk haar de overtuiging, dat de stem geen zinsbedrog was, dat deze lie felijke verschijning haar redding kwam brengen. De beklagenswaardige wierp zich voor de vorstin op de knieën en brak in tranen uit. Otfried richtte tot haar eenige troost woerden en de koningin deelde haar me de, dat zij dit huis ging verlaten, toen een geluid van voetstappen zich op de trap liet hooien. Zij komen! sprak het kind met ge dempte stem, welke de grootste angst verried. Pp hetzelfde oogenblik yveek „een Jdeine loon, het arbeidscontract en den arbeid zelf om helder en duidelijk uiteen te zetten hoe hij in beginsel deze verze kering opvat. Tegenover de dwaze be wering van mr. Treub, dat de loontheo- r ie,-die den grondslag van dit wetsont werp vormt, zuiver Marxistisch (ortho dox-socialistisch) zou zijn, stelde hij in het licht, dat dezelfde loontheorie was ver kondigd in de encycliek Rerum Novarurn en niemand heeft toch Paus "Leo XIII voor een socialist aangezien. Mr. Treub heeft evenwel, zijn groote scherpzinnig heid ten spijt, beide ioontheorieën ver ward De heer Aalberse, uit wiens redevoe ring wij slechts enkele grepen doen, verdedigde Minister Talma ook tegen de verwijten van staatssocialisme. Uitge breide staatsbemoeiing, betoogde hij, is daarom nog geen staatssocialisme. De scherpe tegenstelling' ligt hierin: staats socialisme wil staatsbemoeiing zoover mogelijksociale voorzorg wil staats bemoeiing alleen voor zooverre het alge meen welzijn dit vordert. Staatssocialisme aan den Minister en ons te verwijten is het zwaarste onrecht, dat men een Christenstaatsman kan aan doen. Na den heer Aalberse kwam Duys aan het woord. Aangezien deze jongeling met onuitstaanbare pedanterie de gehou- der redevoeringen als „apenkooi - qua- Iificeerde, nemen wjj verder geen noti tie van zijn onbelangrijke opmerkingen van gisteren. ALGEMEEN OVERZICHT. -Tlirlrüo TJ-oIiür Haf pen schoone troef dacht uit te spelen met de bezetting der eilanden, een leelijken klap gegeven door de uitzetting der Italianen te oordeelen althans naar het kabaal wat daarover in de Italiaansche pers gemaakt wordt. Zoo schrijft de „Corrie- re d' Italia". Turkije is als een gewond wild beest. Op den oorlog, die door de Italianen volgens de regels, door de beschaafde volken vastgesteld, gevoerd wordt, antwoordde het, zooals wilden zouden doen. De nederlaag van Psythos beantwoordt het met de uitwijzing der Italianen. Turkije benadeelt daardoor in de eerste plaats zich zelf; want de Ita liaansche kolonies waren door haar han del en economische hulpmiddelen een waardevol organisme. Klaarblijkelijk heeft men te Konstantinopel het hoofd verloren." Intussehen gaan dezelfde bladen ook heftig te keer tegen het optreden dei- Italianen in Tripolis, waar men zoogoed als niets uitvoert en waarbij natuurlijk het eerste buitenkansje der Italianen op Rhodos tegen de aanvoerders in Tripo lis wordt uitgespeeld. In den Duitschen Rijksdag is het gister weer eens tot een incidentje gekomen. Nu was het de socialist Lede- bour die met groote woorden speelde en herhaaldelijk tot de orde moet geroe pen worden. De eerste maal had hier toe aanleiding het volgende gezegde dat een heftig spectakel uitlokte. deur onder een sterken druk, en een priester verscheen in de kamer, dezelfde die wij in de kleine kapel van O. L. Vr. gezien hebben. Hij ook was getuige geweest van de mededeeling van Juliette's lijdensgeschie denis ien had toen oogenblikkelijk het besluit gevormd haar alleen te redden. Een beroep op het medelijden der me nigte ware een dwaasheid geweest. Hij moest zijn eigen weg gaan, anders stond het te vreezen, dat men hem den toe gang tot het huis van Juliette zou b letten. Snel verwijderde hij zich en kwam aan een open ruimte, door een heg van Juliette's tuin gescheiden. Haar oversprin gen was het werk van een oogenblik. Met behulp van een stevig latwerk tegen den muur bereikte hij een venster, wierp het open, sprong in een gesloten vertrek, waarvan hij de deur onder een krach- tigen druk deed wijken en drong in de kamer, waarin zich de koningin, Otfried en het meisje bevonden. God zendt u, riep Juliette; nu zal mijn moeder niet zonder gebed begraven worden. De jeugdige priester knielde. Aan het voeteneinde van Jiet bed stond Qtirjed, aqa hel; hoofdeinde de koningin, Wat zou in Engeland bij zulke uit latingen wel gebeurd zijn? Men had óf de troon in scherven geslagen, óf den koning in Balmoral' of op een stil slot, zooals aan het Starnbergsche meer, on dergebracht, waar hij een teruggetrok ken leven zou moeten leiden, ongeveer als Abdoel Hamid." Toen Ledebour tot de orde geroepen was, legde hij nog meer gebrek aan tact gevoel aan den dag door aldus voort te gaan„fk kan met deze zaak ook ophou den. Ik heb uitgedrukt wat zou moeten geschieden, als het Duitsche volk ge noeg aan zijn zelfbewustzijn dacht. Hierop volgde natuurlijk weer een ver maning van den voorzitter. Toen von Bethmann Hollweg over de uitlatingen van Ledeboer het woord nam, beefde hij van opwinding en hij zette zijn woor den kracht bij door van tijd tot tijd op! de tafel te slaan. Nog had Ledebour op gemerkt dat het den rijkskanselier Vrij- moeilijk viel om de woorden des kei zers te verdedigen. De Rijkskanselier antwoordde onder luide toejuichingen rechts en kabaal links, dat hij geen moei lijkheden kende, wanneer hij voor den keizer op moest komen. Ik weet, ver volgde de rijkskanselier, dat ik de over groote meerderheid van het Duitsche volk achter mij heb. Van het sociaal-de mocratische stelsel wil het Duitsche volk' niets weten. Het houdt vast aan zijn keizer en de grondwettelijke instellin gen en voelt zich beleedigd, wanneer de keizer hier gecritiseerd wordt op een wijze, als de afgevaardigde Ledebour gedaan heeft. Het Duitsche volk zal hem antwoorden op zijn aanvallen op den keizer en rijk. Later trachtte de socialist Sudekum zachten. Verder werd in die zitting de derde lezing der begrooting beëindigd. De be grooting werd in haar geheel aangeno men. Tegen stemden de Polen, de so ciaal-democraten, en eenige afgevaardig den uit den Elsas. De rijkskanselier ver klaarde: „De krachtige eendracht welke de groote meerderheid der volksverte genwoordigers bij de goedkeuring der defensievoorstellen en de daarvoor nood zakelijke middelen, verbonden heeft, is een duidelijk bewijs van den geest van vastberadenheid, waarmede de natie on der versterking der vredeswaarborigen, voor hare macht opkomt. „Ik kan hierbij den dank uitspreken, dien de met het gezamenlijke vaderland en den Keizer verbonden regeeringen hun verplicht zijn." De Rijkskanselier las hierop de kabi netsorder voor betreffende de verda ging der zittingen tot 26 November. De president sloot de zitting met een hoe ra voor den keizer. De sociaal-democra ten hadden de zaal reeds verlaten. GEMENGD. Geregelde Turksche troepen hebben bij Welika een Montene- grijnschen voorpost aangevallen, om hem te dwingen het gebergte Te- trebinjak te ruimen. Twee Montenegrij- nen zijn gewond. Uit Uskub wordt aan de Voss. Zeitung gemeldDe troepen, die uit Sa- loniki naar Albanië gezonden zijn, meen- die de weeze ondersteunde .en op de ge beden voor de overledene antwoordde. Daar trad Wenceslaus binnen. Terwijl hij Hatto terugstiet, drong hij het ellendig verblijf binnen met den dolk in de hand, het schuim op de lippen. Onmiddellijk stond de priester .uit zijn knielënde houding op én naderde den vorst. Wat gij doet, is groot, sire, voe hij hem toe, en zal u zeker in achting doen stijgen. Wenceslaus beschouwde met verdwaas den blik het tooneel, dat zijn oogen trof. Dat doodsbed, dat verstijfde lijk, deze wees in tranen, die priester, welke luid de gebeden der stervenden bad, alles was zoo verschillend van hetgeen zijn ver beelding hem gedurende de angsten van een slapeloozen nacht toonde, dat al zijn gramschap zich tegen Hatto keerde. Deze, in het eerst verbaasd en ontsteld, hernam spoedig zijn kalmte. Op de drei gende uitdrukking in de oogen zijns mees ters, die hem een verklaring scheen af te vorderen, antwoordde hij met een nede rige beweging en een dubbelzinnigen glimlach. De koningin had Wenceslaus gezien. Zjj snelde tot hem en sprak; den, dat zij tegen de Montenegrijnen moesten vechten, maar willen niet op| de Albaneezen schieten, omdat die ook Mohammedanen zijn. Volgens de jongste berichten hebben, de Albaneezen uit het Ljoemagebied zich' bij den opstand aangesloten. De opstan delingen trachten door het dreigen met brandschatting en het uitmoorden van geheele families een algemeenen opstand te verwekken. De New-Yorksche corerspondent van het Berl. Tageblatt seint: De op stand der negers op Tüuba breidt zich uit. Daar ook bezittingen van Ame rikanen geroofd zijn, kan het wel tot verwikkelingen komen, als het de regee ring niet gelukt den opstand te onder drukken. - Drie menschen uit Zuid-Rusland, die te Rosenberg bij Elbing te waard schap, waren, hebben er de p e s t p o K- ken gekregen. 50 menschen die' met hen in aanraking geweest waren, zijn afge zonderd. - Uit New-York seint men dat da Mexicaansche rebellen steeds nauwer door de regeeringstroepen inge sloten worden. De opstandelingen lij den gebrek aan levensmiddelen en am munitie. Een groot deel der troepen van Orozco deserteert. Men meent dat hij spoedig geheel verslagen zal zijn. Dei .New-York Sun" verneemt uit Mexico (City) dat duizend man regeeringstroe pen en 3000 rebellen op 15 K.M. afstand van de hoofdstad slaags zijn geraakt. De uitslag is nog onbekend. Het garnizoen te Mexico is zeer verzwakt door 't zen den van troepen naar Torreon. Koninklijke besluiten. Bij Kon. besluit zijn dr. W. H. Nolens, lid der Tweede Kamer der Stat en-Gene raal te 's Gravenhage, en H. A. van IJsselsteyn, directeur-generaal van den Arbeid te 's Gravenhage, aangewezen als gedelegeerden voor Nederland bij de in Juni 1912 te Londen te houden vergade ringen van een commissie uit de Associa tion internationale pour la protection légale des travailleurs, benoemd ter be- bespreking van den arbeidstijd in contenu- bedrijven is aan W. T. Rinsema, gep. wijkmeester, bij het tweede gesticht der rijkswerk inrichtingen Veenhuizen, verleend de zil veren eeremedaille, verbond aan de orde van Oranje-Nassau; is benoemd tot burgemeester der ge meente Weerselo, jhr. J. A. van Geen,- met toekenning ,van eervol ontslag als burgemeester der gemeente Valkenburg (Limburg) is aan H. W. van Hasselt eervol ont slag verleend ,als militiecommissaris in het 2e .militiedistrict van Gelderland; is aan den adjunct-ingenieur der mijnen Z. S. Beyl, in verband met zijn benoe- ming tot -lector.in de afdeeling der schei kundige technologie en mijnbouwkunde aan de Technische Hoogeschool te Delft, eervol ontslag /verleend uit zijn eerstge noemde betrekking. is goedgekeurd, «dat aan S- O. L. F^ baron van Fridagh, burgemeester der ge- O, mijn edele echtgenoot, dat dit ar me schepsel ons de vergetelheid dankei van al haar ellende. En dat zij voor ons bidde, zeide Wen ceslaus met diepen zucht. Toen slinger de hij het wapen, dat zijn hand omklem de, in den tuin. Ach sire, sprak de priester, sedert wan neer verdenkt men de engelen? De vorst gaf op zachten toon ten ant woord: Sinds er duivelen bestaan. Ik zal ze bezweren, hernam de leviet Ach, riep de koning terwijl hij de han den des priesters vatte, gij, die zoo goed in de zielen leest, neem de mijne en veran der haar. Eenige oogenblikken later verlieten Jo hanna, Wenceslaus, Juliette en de pries ter het doodenhuis. Dienzelfden avond nog werd het lijk onder een grooten toe loop van volk ter aarde besteld. Het voorbeeld der koningin had den afschrik verjaagd en het woord vaii den priester der O. L. Vr. kerk zegevierde over den overgebleven afkeer. Nog was de dag niet ten einde toen de koning priester Johannes deed ver doeken uen advent aan het hof te pre diken. {Wprdt vervolgd,}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 1