RonaI
Cacao
Van Houten's
Kiezerslijst.
Uit de Pers.
Een reddende daad.
De beste voor den prijs
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 6 April no. 759.
iTot 21 April: ter visieligging en ver
krijgbaarstelling' der reclames.
.Vóór 15 Mei: definitieve vaststelling
£fer kiezerslijst.
l$Ve zullen dit lijstje nu en tian af-
jdrukken. Aanzien doet gedenken.
Een lied per week.
No. 36 uit „De Leeuwer k".
Twee voerlui.
ilMuziek van
j. J. Viotta.
Een karretjen op een zandweg reed;
'De maan scheen helder, de weg was
breed,
[Het paardje liep met lusten,
'k Wed dat het zelf zijn weg wel vindt,
De voerman lei te rusten.
Ik wensch je wel thuis me vrind,, me
vrind;
Ik wensch je wel thuis me vrind!
(Een karretjen reed langs Berg en Dal;
iDe nacht was donker, de weg was smal
Het paard liep als met vleugels
'(Da sneeuwjacht zweept zijn oogen
blind)
iDe voerman houdt de teugels..,.
IK wensch je wel thuis me vrind, me
vrind
Ik wensch je wel thuis me vrind!
iEén karretjen keert behouden weer;
[Het ander heeft er geen voerman meer;
iWaar mag hij zijn gebleven?
?k Wed, dat je hem op den zandweg
vindt,
Of mooglijk wel daarneven...
Hij komt niet weer thuis die vrind, die
vrind
Hij komt niet weer thuis, die vrind!
Linksche Logica.
Naar aanleiding van het tweetal mo
ties betreffende de onderwijzers-salaris
sen schrijft de Tijd een artikel onder
bovenstaand opschrift, waaraan wij het
(volgende ontleenen.
„Onder de vele vragen, waartoe de
(jongste parlementaire debatten aanlei-
ïting gaven, is ongetwijfeld deze: wat
iter wereld mag de Tweede Kamer be
wogen hebben, op een oogenblik, dat
^zooveel, ernstig werk haar aandacht
vraagt, rustig te gaan discussiëeren over
leen tweetal moties, in de dagen van het
!Ministerie-De Meester voorgesteld tot
jöekking van den aftocht, toen een paar
lamendementen moesten worden inge
trokken, omdat de regeering ze wegens
fiun financieele gevolgen onaannemelijk
(had verklaard? Het eenvoudig antwoord
jop de vraag zal vermoedelijk wel zijn,
iüat de al te goedige voorzitter gemeend
ttieeft, door ze aan de orde te stellen,
jde Linkerzijde van zijn vriendelijke te
gemoetkoming te doen blijken. Hoewel
Sus niet bedoeld, heeft echter ten slotte
1de Rechterzijde alle reden zich over dit
lüebat te verheugen. Het is, in strijd
:met den opzet, het compliment gewor-
Jden van het debat over het zoogenaamd
(Bouwwetje en stelt in helder licht de
jhouding daarbij door de Linkerzijde aan
genomen. I
Bij het Bouw wet je heeft de Linker
zijde haar vermaak erin gevonden de
christelijke partijen voor te stellen als
Subsidiejagers, aan wie het alleen te
(doen was, om zooveel mogelijk geld uit
jide openbare kas te halen. Met een ze
kere voorliefde werd dit verwijt gericht
a,an onze katholieke kloosterorden en
congregaties, die op geheel bijzondere
'wijze moetsen worden verdacht gemaakt
£ls tuk op buit bij deze subsidiqjacht,
ïn het belang van Kerk en kloosters.
[Het verwijt zoo het ooit zin heeft
was *bij die gelegenheid geheel mis
FEUILLETON.
GESCHIEDKUNDIG VERHAAL.
6)
„ik dank u voor deze mededeeling,
maar wij moeten ons haasten voor de
metten, de anderen zijn er al." Zoo gin
gen zij ter kapel.
Weldra klonken de welluidende stem
men der monniken door de wijde ruimte,
(terwijl kaarsengeflikker en dikke duister
nis met elkaar om den voorrang streden.
(De overste der vrome monniken, die
landers zoo vol aandacht en verdiept was
Ün 't gesprek met den Almachtige, deed
(thans vergeefsche pogingen zijn storm
achtige gedachten te beheersdhen.
„O, Vader in den hemel, reken mij de
zen keer de lauwheid in Uw dienst niet
aanik kan slechts denken aan 't heil
van 't vaderlandmisschien rust het lot
gens konings in mijn zwakke hand. Ver
licht mij, opdat ik snel, rechtvaardig en
verstandig handele."
HiJ peinsde, hoe het gevaar 't best te
[bezweren. „En bestaat er gevaar? Heb ik
(bewijzen, die mij zeggen, dat het onmo
gelijk anders zijn kan, dan jk vrees Z'L
plaatst. De kloosterorden en congrega
ties zijn over het algemeen geen eige
naars van scholen. In den regel bepalen
zij zich er toe, geheel of ten deele, in
de behoefte van personeel te voorzien
van scholen, opgericht door kerkbesturen
en leekenvereenigingen. Zij zien in dit
geval geen halven cent van een subsidie
in de kosten van den bouw, maar al zijn
de congregaties eigenaars, dan geeft dit
Subsidie allerminst gelegenheid eigen kas
te spekken. Er zal toch wel niemand zijn,
die durft beweren, dat de uitkeering van
d?n bouw, ook na het tot stand komen
van het nieuwe wetje, voldoende is, om
te voorzien in de rente en aflossing van
het geheele bouwkapitaal. Een congre
gatie of orde, die dan ook bij wijze van
speculatie katholieke scholen zou gaan
bouwen, zou zeker van een heel slechte
reis thuis komen. Zoo zou de kloosterkas
aardig hebben aan te spreken om, het
geen te kort zou komen, bij te passen."
„Wat niet gold voor het Bouwwetje,
waartegen de liberalen hemel en aarde
hebben bewogen, gold wel voor de mo-
tei-Ter Laan, uitsprekend, dat het mini
mum tractement zoo spoedig mogelijk
moet worden gebracht op f 600, met
een verdere evenredige opklimming. De
ze motie, ware zij door de regeering
aangenomen, zou in de kassen der bij
zondere schoolbesturen en van de con
gregaties en orden, die voor personeel
zorgen, een heel ander bedrag hebben
doen storten dan het Bouwwetje. Wan
neer het dus de rechterzijde alleen om
het geld te doen waswanneer zij de
subsidiejager was, dan had zij met beide
handen de motie-Ter Laan moeten aan
grijpen. Zij deed precies andersom en
zij handelde daarmede zeer logisch. Zij
strijdt voor de gelijkstelling van bijzon
der en openbaar onderwijs. Bij den bouw
van scholen zijn wij, ook na aanneming
van het Bouwwetje, van die gelijkstel
ling nog mijlen verwijderd. De kosten
voor den bouw komen toch voor het ge
deelte, waarin het Rijk niet voorziet, uit
de gemeentekas. Het lag dus voor de
hand, dat zij, trouw aan haar beginsel,
Ibijhet bouwwetje opkwam voor een (hoo-
gere iiitkeering, waardoor een stap
werd gedaan in de richting van de gelijk
stelling van openbaar en bijzonder on
derwijs. Bij de motie-Ter Laan daaren
tegen was de gelijkstelling buiten spel.
Dank de wet-Kuyper komt iedere ver
hooging van subsidie aan de openbare
scholen automatisch ten goede aan de
bijzondere. Men had dus hier alleen de
vraag te beantwoorden: hoe handelt men
het meest in het belang van het onder
lijs en van hen, die daarbij werkzaam
zijn? Het antwoord der linkerzjjde is
geweest de wedervraagop welke wij
ze krijg ik de grootste bom binnen, of
misschien nog meer: op welke wijze
steun ik de vrienden onder de onderwij
zers het best? en zij stemden voor de
motie-Ter Laan. De rechterzijde en met
name de katholieke partij antwoordde:
waar niet allen kunnen geholpen wor
den, wie hebben dan allereerst en aller
meest hulp noodig? Zij verklaarden zich
tegen de motie-Ter Laan, die het Bijzon
der Onderwijs meer beloofde dan het
Bouwwetje en vóór het denkbeeld, dat
ten grondslag lag aan de gewijzigde mo
tie-Arts een bijslag in verhouding tot
het getal minderjarige kinderen. De ka
tholieke partij streed zoo in het voor
ste gelid voor een voorstel, dat geheel
lag in haar lijn, maar dat bijzonder na-
deelig is voor de kloosterscholen, waar
van zij beschuldigd wordt de kassen te
willen spekken. De kloosterlingen zijn
toch juist de eenige onderwijzers, waar
van met absolute zekerheid te zeggen
valt, dat zij van een bijslag naar de
grootte van het gezin nooit ook maar
een halven cent voordeel kunnen heb
ben. Meer dan dat: omdat alleen ka
tholieke scholen kloosterlingen als on
derwijzers hebben en daardoor katholie
ke scholen in evenredigheid veel meer
dan andere met ongehuwd personeel
werken, stelde de katholieke motie de
Katholieken in het nadeel tegenover alle
andere partijen en richtingen. Wij vra
gen duswie zjyn de subsidiejagers
wie degenen, die vóór alles uitgaan op
buit uit de openbare kas Wie daarente
gen zijn de mannen van beginsel, die
vroeg hij zich af. „Misschien is het niet
anders dan vooroordeel, hartstocht! Zou
dit schrijven niet voor private aangele
genheden bestemd kunnen zijn? Neen,
hoe zou een volbloed Beier zich tot over
brenger van Oostenrijksche brieven lee-
len Maar als het nu van onzen kant eens
een krijgslist was Als mijn gasten, zoo
hen de vijand eens verraste, met zulke
aanbevelings-brieven de vrienden van
Oostenrijk op een dwaalspoor moesten
leiden O, Alwetende, laat mij niet on
rechtvaardig, doch ook niet schroomval
lig worden !Het zegel van dit schrijven
moet ik verbreken de trouw, mijn vorst
gezworen, vordert het."
Zoo zat hij te peinzen, en het koor-
bed der zijnen drong als de verre bran
ding der zee in zijn oorzelfs toen het
schijnsel der kaarsen was uitgedoofd, zat
hij daar nog. Plotseling scheen hij een
besluit genomen te hebben en de .god-
vreezende abt stond levendig op. „Laat
pater Ambrosius bij mij komen," beval
bij den koster en ging naar zijn cel.
Een hooge gestalte verscheen met ver
wonderde trekken in de spreekkamer
van den abt
„Goed dat gij hier zijt, pater", klonk
de groet van den abt. „Wij moeten een
geheim doorgronden. Dit schrijven, dat
wij twee vreemdelingen, gisjere.n hier;
voor hun beginsel liet eigenbelang op
den achtergrond stellen?"
De waarde van cijfers.
Men herinnert zich wat wij in ons
nummer van Dinsdag zeiden over de
groote cijfers betreffende meel en meel-
fabrikaten, waarmede het anti-tariefwet-
comité trachtte indruk te maken.
De Maasbode schrijft naar aanlei
ding van die cijfers:
Het vraagstuk van vrijhandel of protec
tie wordt niet beheerscht door partij-prin
cipes; dat is de algemeene uitspraak.
Toch wekt de houding van het Anti-
Tariefwet-coinité ijiet weinig den schijn,
of zij door anti-miqisterieele sympathieën
wordt beheerscht. j a
Het jongste schrikbeeld in de bekende
annonces van dat comité voorgesteld is:
de tariefwet belast meel en meelfabrikaten
met f 567.000.— De vraag latende rus
ten of er misschien uitzicht bestaat dat
deze post bij de vaststelling van het ta
rief zal worden uitgelicht, willen wij
eens nagaan wat die som van f567.000
wel heeft te beteekenen.
Verdeeld over de meer dan 6.000.000
zielen van ons vaderland, 'maakt het n og
geen 10 cent per hoofd en per
jaar; voor een huisgezin van zes perso
nen ongeveer 52 cent per jaar, is dus 1
cent per week en per gezin.
Willen de anti-tariefwetmannen eens
berekenen hoeveel procenten dat is
op den kostenden prijs van het, in een
week in zoo'n gezin gebruikt wordende
brood, waarvoor het bedrag veilig is te
schatten op f 3.— Bij deze berekening is
aangenomen dat-geheel het bedrag van
f567.000.op meel, bestemd voor de
broodbereiding wordt gelegd, terwijl toch
voor andere doeleinden iets, zij het ook
weinig, diende afgetrokken.
Wanneer de waarde van alle, door het
anti-tariefwet gebruikte, voorbeelden, zoo
duidelijk was aan te toonen, als die van
deze cijfers, dan zou, meer nog 'dan nu,
blijken hoe opgeschroefd zijne actie is.
De oppositie.
Wij lezen in het Centrum:
„Hoe meer de stembusstrijd nadert,
hoe duidelijker het wordt, dat het gan-
sche regeerbeleid, het geheele optreden
der meerderheid berekend is op een elec
toraal succes," verzekert de Haagsche
briefschrijver der „Zutphensche Cour."
En diezelfde auteur begint zijn corres
pondentie met de mededeeling, dat „de
belangen der bakkersgezellen nu defini
tief zijn opgeofferd aan het belang
van het ministerie."-
Men geneert zich inderdaad niet ïn het
bestoken van rechterzijde en Kabinet.
Zelfs onder het ministerie-Kuyper was
de oppositie in en buiten de Kamer mis
schien niet zoo fel en stelselmatig als
thans.
Verdachtmaking, langpraterij, amende
menten-regen, afwezigheid, tumult en ob
structie, dit alles heeft men in den iaat-
sten tijd als wapenen in den strijd tegen
de regeering zien bezigen.
Nu in dezen,, dan in genen vorm zet
men het Kabinet den voet dwars.
De Ouderdoms- en Invaliditeitsverze
kering vooral schijnt niet tot stand te
mogen komen.
En dan heet het op den koop toe, dat
de sociale belangen worden opgeofferd
aan die van het ministerie, en dat het
gansche regeerbeleid slechts op een elec
toraal succes berekend is.
De oppositie der Linksche groepen is
waarlijk even vermetel, als haar bewind
voering in 1905 machteloos bleek!"
Troelstra en de Bakkerswet.
De Standaard driestart:
Mr. Troelstra heeft de Bakkerswet
voorshands vermoord.
O, we weten wel, dat hij juist een
voorstel deed, om ze terstond na Pa-
schen te behandelen, maar dit zegt niets.
Zelf toch wist hij opperbest, dat men
met het oog op deze ééne betrekkelijk
kleine groep arbeiders, de geheele troep
van arbeiders nog langer verstoken kon
laten van de sociale wetten. Zijn motie
was daarom een paradepaard. Niets an
ders. Niets meer.
Maar vermoord heeft hij de wet bij
de eerste behandeling ervan in 't najaar
van 1910.
aangekomen, ontnomen hebben, moet ge
opend worden. Ik moet weten, of mijn
voorgevoel waar is, dat het een staats
geheim bevat. Hoe moeten wij het ech
ter weer sluiten, als mijn vermoeden niet
juist is?" vroeg de abt.
„In een oude kroniek staat: „Men ne
me een heet, scherp mes en steke dat
onder het zegel, dan zal het niet bre
ken. Met een weinig warme was wordt
alles weer dichtgemaakt Zoo wordt het
document gelezen en gesloten", ant
woordde pater Ambrosius.
„Doe dat dan", sprakt abt Maurus.
In weinig tijds was het schrijven geo
pend. Zweetdropeplen parelden onder 't
lezen op het hooge voorhoofd van den
abt en zijn oogen traden schier uit hun
kassen.
„Zoo, is het dan toch waar. Mijn ver
denking was dus niet ongegrond. Zie
zelf maar".
Ambrosius las en keek hoogst ver
baasd.
„Een .schrijven van koning Frederik
aan zijn broeder?" riep hij op half vra-
genden, half verwonderden toon.
„Gij spreekt de waarheid. Wie kan
uit Oostenrijk anders 2jijn broeder schrij
ven, dat hij met zijn troepen in versnel
de marschen uit het westen naar Mülil-
dorf most ppriikkë.n Qok de nagien
Was hij toen niet uitgekomen met zijn
eisch, dat tegelijk de arbeidsuren in deze
zelfde wet zouden geregeld worden, dan
ware het ontwerp er reeds voor een jaar!
doorgegaanen zouden onze bakkers
reeds een jaar lang rustig hun sla'ap
hebben genoten.
Het is zoOj minister Talma had in die
val van Troelstra niet moeten inloopen.
Een minister moet bij zulk een ont
werp weten wat hij wil. Dr. Kuyper had
in zijn ontwerp nachtrust en arbeidsduur
tegelijk geregeld en we gelooven nog
dat dit beter was. Maar het kon ook
zeer wel in twee ontwerpen worden af
gedaan. Apart de nachtrust en apart den
arbeidsduur. Dit laatste nu had minister
Talma gekozen. De regeling van den
arbeidsduur zou dan pas later geko
men zijn. Maar na eenmaal die keuze
gedaan te hebben, had (hij (hierbij dan ook'
moeten volharden en zich niet door
Troelstra van de wijs laten brengen.
Maar al verzwijgen we dit, toch blijft
het een feit, dat Mr. Troelstra den mi
nister dezen strik gespannen heeft en
dat hierin de oorzaak school van al de
daarna gevolgde ellende.
Mr. Troelstra leest thans 'driestaiTen
uit ons blad in de Kamer voor. Laat hij
er dan deze driestar ook eens voorlezen.
Weerleggen kan hij ze niet.
Te bewonderen valt alleen zijn tacti
sche 'handgiheid.
Zelf'eerst een (ontwerp vermoorden, ten
dan toch later de beau role van redder
spelen: het is tactisch schier boven on
zen lof. Althans wat de tactiek betrefH,
maar de bakkersgezellen zijn er de
slachtoffers van. Als ze dit maar inzien.
Zonder Troelstra's oppositie van Oc
tober 1910 had de Bakkerswet reeds
vóór een jaar in het „Staatsblad" ge
staan.
Land- en Tuinbouw.
Schadelijke planten in en bij de
weiden.
Alle boterbloemige gewassen zijn
eigenlijk' een weinig, al is 't dan ook
maar zeer weinig, vergiftig, en daarom
eet geen enkel dier er van, ten minste
niet in de gewone omstandigheden. Ve
len meenen, dat de mooie gele boter
bloempjes, waarvan vele weiden maar
al te vol zijn, door de weidedieren gaar
ne worden gegeten, en men hoort ook
wel beweren, dat de mooie gele kleur
der boter eigenlijk van die boterbloemp
jes afkomstig is. Men geve echter maar
eens acht op het grazende vee, en zal
dan zien, dat dit de boterbloemen be
paald zeker niet aanraakt, en zelfs van
't gras, dat in de onmiddellijke nabij
heid staat, niets neemt, 't Gevolg hier
van is, dat de bloempjes zich sterk uit
breiden, want veel zaad geven ze en
sterk zijn ze in den strijd om 't leven,
sterker dan 't gras.
Boterbloemen moeten uitgewied en
delgd worden, niet juist om het weinige
vergift dat ze bevatten, maar omdat ze
de goede en voedzame grassen en kla
vers verdringen en de plaats ontnemen
In sommige streken weet men dat en
doet men aldus; in ;uidere echter laat
men het gaan, zoo 't wil, en heeft er
veel schade van.
Bij de boterbloeinigen vindt men er
ook, die bepaald vrij wat vergiftig zijn
bijv. de zoogenaamde blaartrekkende bo
terbloem, die men vindt aan den kant
der slooten en in de slooten, want deze
plant houdt van vocht. Uit de beschrij
ving is zij gemakkelijk te herkennen: de
lange stengel er van, soms haast een
meter lang, is hol en kaal, alleen van
boven iets behaard de gele bloemblaad
jes er van zijn zeer klein en de onder
ste bladeren er van zijn driedeelig, de
bovenste drietallig. Veel zaad geeft de
blaartrekkende boterbloem, sommige
slooten staan er letterlijk vol van. Indien
het vee niet beter wist, niet gewaar
schuwd werd door den weerzinwekken-
den geur, dan konden ook door deze
plant vrijwat ongelukken komen. Maar,
zooals we reeds zeidenalleen sterke
honger, en misschien nog meer dan z.g.
„weischheid," verlafdheid, doen de die
ren vergiftige planten eten.
Een andere plant, die, hoewel niet be-
Leopold en Frederik zijn juist", sprak
de abt
„En op zijn laatst 5 October, moet
de samensmelting der beide legers plaats
hebben", voegde de pater er bij, met
den vinger op de regels wijzend.
„Wij moeten zoo snel mogelijk han
delen, pater", riep de abt vol vuur en
vast besloten„de inhoud van dit stuk
komt uit 't land van den vijandhet kan
geen zet van Beieren zijn op het poli
tieke schaakbord, om 't aantal zijner te
genstanders te vermeerderen. Maak u
aanstonds reisvaardig. Gij leunt goed rij
den en zijt overigens flink en bekend
met den wegdaarom heb ik u uitgeko
zen tot den eeredienst, dit schrijven aan
koning Lodewijk te overhandigen. Neem
drie bedienden mee, en haast u zooveel
gij kunt, over Munch en naar Muhldorf.
Gij hebt zelf gezien, hoe hoog de inzet
van 't spel is. Binnen eeii uur kunt gij
mij hier vaarwel zeggen", sprak de abt
en ging naar het vreemdelingenkwartier.
Daar trof hij broeder Hietnonymus aan,
die bij den zieke waakte.
„Hoe gaat het met hem?" vroeg abt
Maurus.
„Bijna 't zelfde, doch hij is wat kalmer
geworden".
„Berg de .wapens en den mantelzak der
reizigers. ,op ,en bewaar ze .goed, ga d,a,n
Ingezonden Mededeelingen,
f Aan het publiek kan het^
oordeel worden gelaten, of
liderdaad ia
1 Kg. t 1.50
l'A - 0.80
34Kg./0.42i
Ho» -0.18
paald vergiftig, toch door het vee wordf)
versmaad, en langzaam maar zeker som
mige weiden bederft, is: de hondsdraf.
Hondsdraf of aardveil (ook wel kruip-
door-den-tuin geheeten) behoort tot de
plantenfamilie der lipbloemigen, omdat
de bloempjes er van twee lippen ver-
toonende bloemen zijn paarsblauw.
Lange vierkante stengels heeft de honds-
graf, met niervormige, tegenover elkan
der zittende blaadjesdie lange vier
kante stengels Tanken, als bijv. aard
beien doen, en veel bloempjes komen er
aan, waaruit veel zaad ontstaat voor
nieuwe planten. Want hondsdraf wordt
door 't vee niet gehinderd in 't bloeien:
en zaadgeven, de dieren eten er niets"
van.
Tot deze lipbloemige planten, die veel
in de weiden voorkomen, behooren oofc-
nog: Doovenetel, Glidkruid, Brunelle,
Akkermunt en meer andere, alle ken
baar aan den vierkanten stengel, de te
genover elkaar staande bladeren en da
lipachtige bloemen. Zij moeten uit da
weiden worden verwijderd, want al zijn,
ze niet bepaald vergiftig, het vee be
geert ze niet, en zoo kunnen ze dan rus
tig bloeien en zaad geven, zich uitbrei
den en de weide bederven. Men lette er
eens opals tusschen klaver en gras die
lipbloemigen voorkomen, dan zal het vee
aan die klaver en gras niet raken, maar
het laten staan. Weg er mee dus, even-
alsmet de boterbloemigen
Rechtszaken.
Mond- en Klauwzeer.
.Voor de Haarlemsche rechtbank stond
in hooger beroep terecht J. B. te H a a r-
lemmermeer, beschuldigd dat hij ver
leden jaar Mei over den openbaren weg
had doen vervoeren vier runderen^ die
aangetast waren door het mond- en klauw
zeer, althans verdacht werden aan die
ziekte te lijden. De Kantonrechter te Haar
lemmermeer had beklaagde veroordeeld
tot f 5 boete met verbeurdverklaring van
het vee.
Bekl. en zijn knechts, die de koeien
naar de boot hadden vervoerd, zeiden
dat de beesten voor het vertrek nog flink
hadden gegeten, en dat ze meenden, dat
het gezonde beesten waren. Onderweg
hadden zij er niets bijzonders aan ge
merkt. En in den omtrek der boerderij
heerschtetoen nog geen mond- en klauw
zeer. Een der koeien gaf nog melk en deze
werd in het gezin van beklaagde gebruikt
Een kind, dat er van had genuttigd, ha<f
later ook tongblaar gekregen.
Na het getuigenverhoor nam het O. M.
zijn requistoir, betoogend, dat bekl. zijn
koeien had moeten onderzoeken vóór het
vervoer, wetende, dat in Haarlemmermeer
zich eenige gevallen van mond- en klauw,
zeer zich hadden voorgedaan. Spr. achtte
dat de knechts, die de koeien vervoerden
bloote instrumenten in de handen van be
klaagde zijn. Bekl. is verantwoordelijk
voor de bevelen, die hij geeft en ging zelf
alleen over het vee. Hij zelf had zich
met de zorg daarover belast en zijn
naar pater Alexius en zeg hem, dat ik:
hem verzoek terstond met de fraters Ber
nard, Johannes en Jozef hier te komen,
daarna kunt gij naar uwe cel gaan, gij
hebt rust noodig."
Hieronymus verwijderde zich. De abt
ging zelf bij den zieke zitten. Weldra
hoorde hij schreden op de trap en ging
de geroepen monniken met het licht te
gemoet. Hij gaf hun een teeken, dat zij
naderbij konden komen, deelde hun 't
voorgevallene in korte trekken mede en
beval hun tot 't aanbreken van den
morgen bij hen' te waken. Mocht de
jongste van beiden vroeg wakker wor
den, dan moest hij in den refter ge
bracht en den abt terstond daarvan ken
nis gegevèn worden. Als de knaap
echter zich begon te verzetten, moesten
zij hem buiten het vertrek brengen, en
in het uiterste geval boeien en hem be
waken. Frater Jozef nam de abt met zich
en liet hem heengaan na een ontvangen
bevel.
Tegen drie uur in den morgen trad
pater Ambrosius, geheel reisvaardig, in
het vertrek van den abt.
„Gij zijt stipt op tijd, Ambrosius, dat
doet mij genoegen!"
„Welke bevelen, hoogeerwaarde, moet
ik volbrengen?'2
{Wordt vervolgd,)