Ook dat deze soort van hap del voor
namelijk gedreven wordt door Israë
lieten.
Wat niet zeggen wil, dat Christenen
zich vaak niet eveneens aan dergelijke
minder loffelijke handelspractijken over
geven.
Maar over 't algemeen is ten onzent
de ongeregelde goederenhandel in han
den van den Jood.
Wordt nu met dezen handel te
typeeren een stempel van veroordeeling
gedrukt op alle Israëlieten?
Wij hebben 't uit het stuk van den
heer Schiirmann niet kunnen opmaken.
Integendeel, daar wordt vaak met
warmte getuigd voor de eerlijke en recht
schapen opvattingen van vele andere
Joden.
Maar deze „Violier" met zijn aanhan.
is nu juist een oneerlijke Jood, gelijk
ook weieens oneerlijke Christenen in een
tooneelstuk getypeerd worden.
En dan ook de Christenen, de
Christen-klanten, die bij dezen Mare
Violier koopen, en zoo zijn oneerlijken
handel mogelijk maken, krijgen menigen
veeg mee uit de pan.
Wat ons verheugt, en wat het stuk
van Willem Schiirmann maakt tot een
echte „comédie de moeurs".
Daarbij komt, dat de heer Schiirmann
ons toelijkt de Joden zoo weinig te heb
ben willen beleedigen, dat hij bij den
toeschouwer zelfs nog deernis wekt voor
dezen Mare Violier, den sluwen, bedrie-
gelijken Jood, meer deernis zelfs dan
afkeer, omdat deze Joodsche mensch bij
al zijn verachtelijke qualiteiten nog een
tweetal zoo bijzonder eminente deugden
idoet zien, n.l. zijn telkens weer ont
roerende groote liefde voor zijn oude
moeder en zijn eigen vaderlijke teeder-
heid voor zijn eenig kind.
Ons lijkt 'ttoe, dat de opperrabbijn
te 's Bosch eer reden heeft om Bouw-
meester's Shy lock" te doen verbieden
dan Royaards' Mare Violier.
Want Shylock is het gruwelijke Jood
sche monster, waaraan geen mensche-
lijkheid meer te bekennen is, en dus
voor het Joodsche karakter een veel be-
ïeedigender type.
Maar met dit al, het verbod is er,
het succes van „de Violiers" zal er niet
door verkleind worden, alleen is thans
te 's Bosch een praecedent gesteld, dat
.wij ter gelegener tijd wel in herinnering
zullen brengen.
De Gelderlander schrijft over het
zelfde onderwerp:
De burgemeester van Den Bosch heeft
de opvoering van „De Violiers" aldaar
verboden en wel op verzoek van den
opperrabbijn der Israëlieten, die mede
namens zijn notabele geloofsgenooten
voor de Israëlieten.
Ieder weidenkende zal het besluit van
den Bosschen burgervader billijken. Al
vormen de Joden in Den Bosch maar
een kleine minderheid, toch hebben zij
er recht op, dat hun godsdienstige over
tuiging geëerbiedigd worde.
Maar nu wordtin herinnering gebracht,
dat nog onlangs in Den Bosch door een
aanzienlijk aantal katholieken, waaronder
het bestuur der Vereeniging voor Eer en
Deugd, openlijk geprotesteerd is tegen
de opvoering van het stuk „De kuische
Suzanna", hetgeen niet belet heeft, dat
de opvoering toen gewoon is doorgegaan.
En van zelf dringt zich aldus de vraag
op, of er, nog wel "In een katholieke
stad, meer gewicht wordt gehecht aan
het protest van een handje vol Israë
lieten, dan aan dat van een groot aantal
Katholieken.
Te Delft, geen overwegend katholieke
stad, werd indertijd de opvoering van
„Allerzielen" als kwetsend voor de Ka
tholieken verboden.
In Den Bosch schijnt men van mee
ning, de gevoeligheid der Katholieken
niet aldus te hoeven te ontzien.
En Den Bosch staat op dit punt niet
alleen.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
jZitting van Vrijdag 29 Maart. (Verv.j
Aan de orde zijn de onderwijzersmo
ties Arts en Ter Laan.
Nog werd gerepliceerd door de hee
ren Bos (V.D.), Ketelaar (V.D.,) de
Klerk (U.L.) en Oos ter baan (A.
R.) Laatstgenoemde constateert nog eens
nadrukkelijk, dat het geheel ligt in de
lijn van de Haagsche salarisactie-mee
ting, om zich thans te beperken to>t een
verzoek van den minister van Binnen-
landsche Zaken om nog in deze wetge
vende periode een toelage aan gehuwde
onderwijzers te verzekeren en dat spr.'s
houding op deze meeting volkomen ge
dekt wordt door zijn houding in de Ka
mer. Onder rumoer ontzegt spr. den
heer Troelstra het recht hem inconse
quentie te verw ijten, waar Troel9tra zelf
zeer inconsequent was, bij zijn houding
tijdens de groote bootwerkerssftaking.
Voorts voeren het 'woord de beeren de
Geer (C.H.), Sm een ge (U.L.) en
Troelstra (S.D.). Deze laatste con
stateert onder luide projtertfen van rechts
en instemming van links, dat het goed
is, dat de houding van den heer Ooster-
baan naar de juiste wqarde is gekwali
ficeerd, omdat vaak leden van rechts bui
ten de Kamer met mooie woorden voor
'democratische eischen worden gespan
nen, doch in de Kamer toonen geen rug-
gegraat te hebben en daardoor zijn een
schande voor hun partij.
Ook de heer Ter Laan (S.D.) repli
ceert. (De Kamer geeft teekenen van on
geduld.) De heer Ter Lv.au wil onder
zulk een rumoer niet spreken.
(De heer Kuyper komt binnen.)
De heer Duys (S. D.)Daar komt
cje toewan besar.
De Voorzitter hamert 0111 stikte.
De heer Tihomson (U.L.) Stilte.
Wij gaan in de stille week.
De heer Ter Laan: Ik zal maar uit
scheiden. Ik kan mij niet verstaanbaar
maken.
De Voorzitter: Ik versta u beslt
en de Minister ook.
Minister Heemskerk: Ik versta
er niets van.
De heer Ter Laan gaat verder, ter
wijl de Kamer druk blijft. Spr. verzoekt
den voorzitter de motie Arts in tweeën
in stemming te brengen.
Minister Heemskerk dupliceert.
Onder voortdurende inter, upties en ru
moer zet de Minister uiteen, daft ook de
heer De Meester niet van 1913 wilde
gesproken hebben in verband met deze
motie.
Geroep: 1912.
Minister Heemskerk: Dat is tegen
alle billijkheid in. Door den heer De
Meester was betoogd dat de regeling
niet voor 1913 behoefde tot stand te
komen. Als men dat niet toegeeft val't
er hier niet meer te redeneeren.
De heer De Meester (U.L.) Maar
de heer Oosterbaan maakte er heel iets
anders van.
Minister Heemskerk: Daar heb
i k niets mee te maken.
De heer Arts (R.K.j vraagt 'twoord.
GeroepSst. sst.
Den heer Arts spijt het, dat de Minis
ter geen instemming kon betuigen metf
het eerste deel zijner motie. Maar er
is reeds veel gewonnen met 's Minis
ters toezegging (GeroepJa, ja.) Spr.
trekt daarom zijn motie in.
Toejuichingen.
De Motie-Ter Laan wordt daarop ver
worpen, met 46 tegen 30 stemmen.
Vóór: de Linkerzijde, behalve Van
Karnebeek en De Beaufort.
De Kamer is tot nadere bijeenroe
ping uiteen gegaan.
Wijziging van de Schepenwet.
Vele leden hadden volgens het afdee-
lingsverslag de indiening van dit wets
ontwerp met voldoening gezien. Zij wezen
op de concurrentie, welke aan de gezag
voerders, die de wet naleven, wordt aan
gedaan door hen, die zonder certificaat
var. deugdelijkheid, soms zelfs zonder
zeebrief, zeemeetbrief of monsterrol, de
kleine vaart, tot ver in de Oostzee, uit
oefenen.
Ter vermijding, dat de bepalingen van
de Schepelingenwet van dien aard wor
den, dat zij de kleine vaart onbillijk
U.riiL-Lr/>n \«:crH (rpvr o n «rl Aai Hf rn.APO-
ring bij de voorbereiding van het aes-
belreffend ontwerp zich zal laten voor
dichten door den te Groningen geves-
tigden Bond van Gezagvoerders, en an
dere vereenigingen op dit gebied.
Door eenige leden werd er de aan
dacht op gevestigd, dat ten opzichte van
een schipper, stuurman of machinist de
Raad voor de Scheepvaart de onbevoegd-
verklaring om als zoodanig dienst te
doen alleen kan uitspreken wanneer de
Raad een ramp door de ongeschiktheid
van den betrokkene veroorzaakt acht. Zij
meenden, dat de Raad het recht behoorde
te hebben ook om andere redenen deze
ongeschiktheid vast te stellen.
Wet op het notarisambt.
In de memorie van antwoord in zake
de voorgestelde wijziging van de wet
op het notarisambt zegt de Minister,
dat hij het niet raadzaam acht te vol
doen aan de wenschen, geuit ten aanzien
van een anderen examentijd of de in
stelling van twee examencommissies.
Aan den wensch om een leeftijd vast
te stellen, waarop de notaris zijn ambt
zou moeten neerleggen, kan de Minister
niet voldoen.
Verbreeding Loosduinsche Weg.
Een wetsontwerp is verschenen, waar
bij het verbreeden van een gedeelte van
den Loosduinschen Weg te 's-Graven-
hage verklaard wordt van algemeen nut
te zijn, zoodat ten behoeve daarvan eigen
dommen mogen worden onteigend.
Land- en Tuinbouw,
Tentoonstelling te Oudewater.
De Regeering heeft aan de afdeeling
der Holl. Maatschappij van Landbouw
te Oudewatcr, haar toestemming gewei
gerd tot het houden van een landbouw-
verloting. Hierdoor zal de tentoonstel
ling dezen zomer waarschijnlijk niet
doorgaan.
Holl. Maatsch. van Landbouw.
Te Amsterdam is Donderdag de 88e
buitengewone vergadering gehouden van
de Holl. Maatsch. van Landbouw, onder
leiding van mr. C. P. Zaaijer. Er wa
ren 47 afdeelingen vertegenwoordigd.
Allereerst werd behandeld het rapport
van de mond- en klauwzeer-commissie
1911, welke is samengesteld uit de hee-
ren mr. C. P. Zaaijer, voorzitter, mr. A.
Slob, J. F. Lam ens, A. G. de Groot, Jb.
Kaan Kz., mr. D. A. Kleij, en G. Kru-
seman, rapporteur. Het rapport komt,
gelijk vroeger reeds is gemeld, tot de
volgende conclusiën
I. De Nederlandsche veestapel be
hoeft niet door mond en klauwzeer te
worden geteisterd, mits
ten eerste: er tegen den invoer van
de ziekte uit het buitenland worde ge
waakt
Ten tweede: desalniettemin voorko
mende gevallen onmiddellijk ter kennis
van de regeeririg komen en
ten derde: deze alsdan alle aangetaste
en besmette dieren terstond doet afma
ken.
II. De inrichting van het veearisenij-
kundig staatstoezicht worde herzien en
gecentraliseerd.
III. Zoowel de wetgeving op dit ge
bied als de Kon. besluiten te dezer zake
dienen herzien te worden, opdat de ge-
wenschte regeling beter en zuiverder dan
thans het geval is aan de wet aansluite
en daarin steun vinde.
IV. Een betere opsporing van over
tredingen en een snellere en strengere
berechting daarvan dienen verzekerd te
worden
V. Het welslagen van de bestrijding
hangt voor een zeer groot gedeelte af
van de bereidwillige medewerking van
veehouders.
Het hoofdbestuur stelt voor, de con
clusies aan de regeering te zenden, met
het verzoek, zè te aanvaarden.
Over deze conclusies ontstond een uit
gebreide gedachtenwisseling, waarbij het
rapport werd verdedigd door de heeren
J. F. Lamëris, G. Kruseman en Mr. A.
Slob. Eerstgenoemde zeide, dat de be
doeling bij de samenstelling van het
rapport is geweest, zooveel mogelijk de
medewerking te verkrijgen van de vee
houders. Blijft deze achterwege, dan
moet wel overgegaan worden tot krachti
ge maatregelen. Spr. meent, dat het
mond- en klauwzeer wel te bestrijden is,
indien van de eerste gevallen terstond
aangifte wordt gedaan, het verzwijgen
van die gevallen acht spr. een misdaad.
Mr. Slob wees e raan de hand van eeni
ge voorbeelden in Haarlemmermeer op,
dat wanneer direct strenge maatregelen
getroffen vyorden, de bestrijding dei-
ziekte wel degelijk succes kan hebben.
Voorts wees spr. op de weinige mede
werking en de vele moeilijkheden, waar
mede hij als burgemeester van Haarlem
mermeer te kampen heeft bij het bestrij
den van het mond en klauwzeer. Alle 5
conclusies werden aangenomen. Het be
stuur zal zich tot de regeering wenden,
met het verzoek deze conclusie te aan
vaarden.
Aan de orde kwam daarna het voor
stel van het hoofdbestuur om toit de re
geering het verzoek Te richten om met
alle haar ten dienste staande middelen
de afdamming der Zuiderzee te bevor
deren. Uit de vergadering gingen stem
men op om deze zaak zoo ruim moge
lijk aan te vatten. Met algemeen e stem
men werd het. voorstel goedgekeurd.
Door Rotterdam en Schiedam werd Jot
het hoofdbestuur hei verzoek gericht hielt
ontwerp-Landarbeiderswet in een alge-
meene vergadering te bespreken. De
voorzitter deelde mede, dat door het
noemd om clif ontwerp nam{e'gaan. Het
verzoek Rotterdam zal worden overwo
gen. De vergadering we*si daarna ge
sloten.
Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der redactie
Verplichte Winkelsluiting.
Geachte Redactie.
Vergun mij eenige plaatsruimte in uw
blad, naar aanleiding van het geschrijf
over verplichte winkelsluiting.
Voorop stellende dat deze actie, hoofd
zakelijk uitgaat van personen, werkzaam
-in de verschillende groote zaken, zoude
ik gaarne, die heeren willen wijzen op
toestanden, die zeker vóór alles moe
ten worden gewijzigd, alvorens tot een
verplichte winkelsluiting over te gaan!
Echter wil ik u in de eerste plaats
mededeeieu, dat ik ben sigarenwinkelier
voor mijn eigen rekening mijn zaak drijf
en van andere zaken absoluut geen ver
stand heb.
Met het oog hierop zal ik m-ij dan ook
alleen bepalen tot deze branche, en stel
dan tevens de vraag, waarom zijn de
meeste winkeliers, die geen bedienden
personeel hebben, tegen een verplichte
winkelsluiting, getuige het vele verzet
in Amsterdam.
De reden hiervan is, omdat die arti
kelen worden verkocht in inrichtingen,
welke niet onder de verplichte winkel
sluiting vallen.
Weten de heeren actievoerders wel,
dat in de studentensociëteit „Minerva",
jaarlijks voor ruim tienduizend gulden
aan Sigaren en Sigaretten wordt om
gezet. Menig solide winkelier zou bij
zulk een omzet zich de handen wrijven.
Weten die heeren wel, dat de kellners
in menig groot hotel een aardige bij
verdienste hébben, door den verkoop van
„After Dinner" sigaren, die daar voor
f 0.25 per stuk worden geleverd en door
hen wordt betrokken van een fabrikantje,
waarvan niet één winkelier ze hebben
wil, terwijl diezelfde sigaar anders
hoogstens f0.06 per stuk zoude opbren
gen.
Weten die heeren ook wel, dat bijna
alle winkeliers hoogcr worden aange
slagen in de belasting dan door hen op
gegeven, niettegenstaande hun aangifte
strikt eerlijk geschiedt.
Weten die heeren ook wel, dat terwijl
mij zou worden verboden na een be
paald uur iets te verkoopen, de heeren
leden van een sociëteit bij mij in de buurt
het recht hebben om mij en mijn gezin
tot 's nachts één a twee, somtijds wel
eens tot vier uur uit de nachtrust te hou
den.
Ziet mijne heeren actievoerders en
voorstanders van een verplichte winkel
sluiting, begin eerst actie te voeren om
dergelijke wantoestanden op te heffen,
voert actie, teneinde een verbod te krij
gen, opdat niet langer in spcieteiien, kof
fiehuizen, verenigingslokalen, kroegen,
artikelen verkrijgbaar zijn, die een win
kelier na een bepaald uur niet meer
zoude moge verkoopen, en dan geef ik
u de verzekering dat niet één winkelier
zich meer zal verzetten tegen een ver
vroegde winkelsluiting, maar zoolang die
toestanden blijven bestaan, zult u niets
anders dan ontevredenheid verwekken.
Geachte redactie, nogmaals mijn dank
voor de verleende plaatsruimte.
Hoogachtend
Leiden, 30 Maart 1912. N.
'ngezonden Mededeelingen
êi 30 cents per regel.
Gemengd Nieuws.
Spoorwegdiefstal. Uit een
spoorwagen op het spoorwegemplace
ment aan de Oostmaaslaan te Rotterdam
is ten nadeele van de gebroeders V.,
graanfactors, ongeveer 600 kilogram
mais gestolen.
Verbrand. In de ouderlijke wo
ning te Rotterdam is de 41/2-jange P.
A. van een stoel in een waschkuip met
heet water gevallen. Met brandwonden
overdekt, is het kind door de moeder
naar het ziekenhuis gebracht, waar hdt
aan de gevolgen is overleden.
Branden. Te Wierden is brand
ontstaan in een huis van vier woningen,
in de kom van het dorp, nabij de Ned.
Herv. kerk. Al het meubilair enz. werd
gered.
Terug. Een 15-jarige jongen te
Goes nam Zondagmorgen de gelegen
heid te baat, dart er niemand thuis was,
om met een som gelds van zijn vader
en een fiets van zijn broer, de wijde we
reld in te trekken. Na een reisje van
Goes naar Rotterdam, daarna naar Am
sterdam, vervolgens naar Antwerpen, is
hij gisternamiddag via Roosendaal, zon
der geld en zonder fiets, te Krabben-
dijkc aangekomen, waar de gemeentepo-
ltiie den jongen aanhield. Hij is vervol
gens naar Goes overgebracht.
Hoog water. Dommel en Aa
hebben zooveel water aangevoerd, dat
alle weilanden om 's Hertogenbosch zijn
ondergeloopen. Aangezien de waterstand
op de Dieze nog hooger is, stroomen
genoemde riviertjes thans langs hqt
Drongelsche kanaal af.
Een incident. Woensdagmiddag
tegen halfzes duwde een man een kar
met kisten van de Utrechtschestraat de
Heerengracht te Amsterdam op.
Voor de Amsterdamsche Bank moet hij
uitwijken voor een rijtuig, dat van den
Amstelkant komt. Hij rijdt tegen een
boom en de kar slaat schier op den
rijweg. Paard en rijtuig moeten stop-
1",rrp"i!in schreeuwt tegen
den koetsier en palfrenier waarom ihj
juist op zij moet en doet die vraag
in kernachtig gekruid Amsterdamsch. In
het rijtuig zitten twee heeren en kijken
bedaard den afloop van het zaakje aan.
Het zijnPrins Hendrik en de
burgemeester. (N. v. N.)
Discipline. 'tIs nog niet zoo
lang geleden vertelt het „N. v. d.
D." dat het volgende gebeurd is. Een
agent had des avonds aan den eenzamen
Zeeburgerdijk te Amsterdam te letten
op dieven, die aldaar herhaaldelijk tele
graafdraad stalen. Hij had een revolver
bij zich en legde zich in hinderlaag. Er
kwamen twee personen voorbij, die op
verdachte wijze een zak droegen. De
agent springt te voorschijn, houdt hun
de revolver voor en roept: Sta of ik
schiet! waardoor het tweetal, verschrikt
geworden, staan blijft en toelaat, dat de
agent een onderzoek instelde in den zak,
die werkelijk gestolen telegraafdraad
bleek te bevatten. Alleen door hen in
bedwang te houden met de revolver, kon
hij toen de dieven behoorlijk naar het
naastbijzijnde bureau geleiden.
De dieven werden door de rechtbank
vrij ernstig gestraft, maar het onge
loof e 1 ij k e volgde laterde hoofd
commissaris strafte den agent wegens
het dragen van een niet tot zijn uitrus
ting behoorend wapen
Op hol. Op den Bussumer grind
weg te Hilversum is een paard met het
rijtuig van den heer v. M. op hol .ge
slagen. Het rijtuig kwam in botsing met
een boom en werd dientengevolge totaal
vernield. De 'koetsier T. R. werd ernstig'
aan het hoofd gewond; de inzittende
heer v. M. bekwam eenige lichte verwon
dingen in het aangezicht.
Verdronken. Bij het binnenhalen
van de haringnetten bewesten Urk is
de 34-jarige visscher O. v. d. P.ge
huwd en vader van vier kinderen, va
rende op den botter HZ 46, overboord
geslagen en verdronken.
In een onbewaakt oogenblik is het
5-jarige zoontje van schipper L. teWouds-
end (e water geraakt en verdronken.
Stakerspractijken. Te 'sGra-
venhage is, volgens het „Hbl.", nog een
derde loodgieter aangehouden, verdacht
betrokken te zijn bij -de ontploffing in
de Wolvenstraat te Amsterdam. Hij is
naar het bureau Leidscheplein aldaar
overgebracht en daar in arrerst gesteld.
Verdwenen. Aan de Prins Hen
drikkade te Amsterdam lag een vlet, ge
laden met provisie. Toen men haar wilde
lossen, bleek zij te zijn verdwenen. Men
vermoedt, dat dieven hier hun slag
hebben geslagen.
Er van door. Een 20-jarige
landbouwerszoon R. M., te Meeden, die
sedert enkele dagen vermist werd, is,
zooals nu gebleken is, naar Amerika
vertrokken.
Roomsch-Katliolieken
Uwe FINANTIEELE maar
vooral uwe HOOGERE BE
LANGEN vragen van U. daf
Gij U en de Uwen laat ver
zekeren bij de
E2*
Levensverzekering Mij. te
HAARLEM.
De Maatschappij opgericht
uitsluitend dóór en, wat meer
zegt,krachtens hare statuten voor
immer, uitsluitend vóór Katho
lieken. (6481
Moeilijk geval. Een dokter
werd bij een dame geroepen, die plotse
ling ziek was geworden en hij deed haar
een grondig verhoor ondergaan over den
aard van haar kwaal. Ook vroeg hij haar
wat zij voelde, toen de aanval begon.
„Ik kreeg een erge rilling steunde
de patiënt.
„Klapperden uw tanden op elkaar?"
„Dat weet ik niet, doktor, die lagen
op den schoorsteen, en ik heb er niet op
gelet."
'n O ph akker. Gast: „Kellner,
breng dat bord soep naar den kapper."
Kellner: „Hoe zoo, meneer?"
Gast: „Laat Tft eerst de haren knip
pen."
Hoe een C h i n e e s c h e weduw
naar zich troost. Dr. Wusi-Sang,
de huidige minister van buiten landsche
zaken in China, vertelde vroeger onder
vele anecdoten ook deze
Een Chinees vond op zekeren dag ziju
vrouw dood op het veld liggen.
Een tijger had haar verscheurd.
Hij wierp niet zich zelf uit wan
hoop op het lijk zijner vrouw maar
een handje vol arsenicum, dat hij thuis
gauw gehaald had. Den anderen dag
vond hij op het véld, juist zooals hij ge
dacht had den tijger dood naast het lijk'
zijner vrouw. Hij stroopte het vel af,
en verkocht dat aan een mandarijn, het
dier Zelf Verkocht hij aan een geneesheer,
die er medicijnen van maakte en voor het
hij zicheen nieuwe vrouw.
Italiaansche oorlogshufflor.'
Een van de Italiaansche bladen schijnt in
den oiigeluksoorlog, dien Italië in Tri
polis voert, nog genoeg humor tc vin
den, ora er een reeks grappen Over te
plaatsen.
Hier zijn er eenige van
0)Ik heb een oppasser'' aldus
vertelde een hoofdofficier van het Ita
liaansche leger „die met hart en ziel
aan mij verknocht is. Onlangs zat hij een
krant te lezen, en toen ik langs hem
kwam, scheen hij hevig ontroerd.
Wat is er met je?" vroeg ik „Och'
majoor!" antwoordde hij1: „ik lees daar
juist over den oppasser van een van'
de#officieren in den oorlog, zooals die
met eigen levensgevaar het lijk van zijn
majoor, die door een Arabier overhoop
was gestoken, aan de handen van den
Turkschen vijand ontrukte om zijn doo-
den majoor binnen de Italiaansche voor
linie te brejigen." „En ben je daar
door zoo van streek vroeg ik. „Ach,
majoor," zei mijn oppasser met tranen
in de oogen, „wat zou ik ook gaarne
het geluk eens willen hebben hetzelfde
voor u te doen
Een voor Tripolis bestemd regir
ment zal van 't station vertrekken. Het pu
bliek doet de soldaten geestdriftig uit
geleide.
Daar keert een kleine soldaat uit het
laatste gelid zich naar de menschenmassa
om, klopt met zijn hand op zijn ge
vulde patroontasch en roept luid: „Een
honderd twee en zestig Turken
Een klein Italiaansch dorpje zendt
drie van zijn zonen naar het oorlogs
veld. Na eenige maanden komt het be
richt, dat een der drie als held op het
veld van eer is gevallen.
De vrienden van den gesneuvelde wil
len zijn nagedachtenis eeren men wendt
zich derhalve tot den burgemeester om
te vragen of de gemeente de kosten
van de plechtigheid wil dragen.
De burgemeester ontvangt het .comité
met groote welwillendheid, doch zijn
antwoord op het verzoek luidt:
„Laten wij de treurplechtigheid nog
een korten tijd uitstellen. Er 2yjn nog,
twee van onze dorpsgenooten (Jaar in
Tripolis aan het vechten. Wanneer we
dus nog wat wachten, dan gaan allo
moeiten en kosten voor onze gemeente in'
eens."
Een van de Turksche torpedobooteii
is door een Italiaansch oorlogsschip in
den grond geboord het schip is gezon
ken en ligt twee duizend meter diep op,
den bodem van de Middellandsche Zee.(|
De verdronken kapitein houdt in zijn'
kajuit de volgende overpeinzing:
En die stommelingen van de Ita
liaansche marine, die nog willen bewe
ren dat ze mijn schip en mij in de lucht
hebben laten vliegen i'a,