Ook dat deze soort van hap del voor namelijk gedreven wordt door Israë lieten. Wat niet zeggen wil, dat Christenen zich vaak niet eveneens aan dergelijke minder loffelijke handelspractijken over geven. Maar over 't algemeen is ten onzent de ongeregelde goederenhandel in han den van den Jood. Wordt nu met dezen handel te typeeren een stempel van veroordeeling gedrukt op alle Israëlieten? Wij hebben 't uit het stuk van den heer Schiirmann niet kunnen opmaken. Integendeel, daar wordt vaak met warmte getuigd voor de eerlijke en recht schapen opvattingen van vele andere Joden. Maar deze „Violier" met zijn aanhan. is nu juist een oneerlijke Jood, gelijk ook weieens oneerlijke Christenen in een tooneelstuk getypeerd worden. En dan ook de Christenen, de Christen-klanten, die bij dezen Mare Violier koopen, en zoo zijn oneerlijken handel mogelijk maken, krijgen menigen veeg mee uit de pan. Wat ons verheugt, en wat het stuk van Willem Schiirmann maakt tot een echte „comédie de moeurs". Daarbij komt, dat de heer Schiirmann ons toelijkt de Joden zoo weinig te heb ben willen beleedigen, dat hij bij den toeschouwer zelfs nog deernis wekt voor dezen Mare Violier, den sluwen, bedrie- gelijken Jood, meer deernis zelfs dan afkeer, omdat deze Joodsche mensch bij al zijn verachtelijke qualiteiten nog een tweetal zoo bijzonder eminente deugden idoet zien, n.l. zijn telkens weer ont roerende groote liefde voor zijn oude moeder en zijn eigen vaderlijke teeder- heid voor zijn eenig kind. Ons lijkt 'ttoe, dat de opperrabbijn te 's Bosch eer reden heeft om Bouw- meester's Shy lock" te doen verbieden dan Royaards' Mare Violier. Want Shylock is het gruwelijke Jood sche monster, waaraan geen mensche- lijkheid meer te bekennen is, en dus voor het Joodsche karakter een veel be- ïeedigender type. Maar met dit al, het verbod is er, het succes van „de Violiers" zal er niet door verkleind worden, alleen is thans te 's Bosch een praecedent gesteld, dat .wij ter gelegener tijd wel in herinnering zullen brengen. De Gelderlander schrijft over het zelfde onderwerp: De burgemeester van Den Bosch heeft de opvoering van „De Violiers" aldaar verboden en wel op verzoek van den opperrabbijn der Israëlieten, die mede namens zijn notabele geloofsgenooten voor de Israëlieten. Ieder weidenkende zal het besluit van den Bosschen burgervader billijken. Al vormen de Joden in Den Bosch maar een kleine minderheid, toch hebben zij er recht op, dat hun godsdienstige over tuiging geëerbiedigd worde. Maar nu wordtin herinnering gebracht, dat nog onlangs in Den Bosch door een aanzienlijk aantal katholieken, waaronder het bestuur der Vereeniging voor Eer en Deugd, openlijk geprotesteerd is tegen de opvoering van het stuk „De kuische Suzanna", hetgeen niet belet heeft, dat de opvoering toen gewoon is doorgegaan. En van zelf dringt zich aldus de vraag op, of er, nog wel "In een katholieke stad, meer gewicht wordt gehecht aan het protest van een handje vol Israë lieten, dan aan dat van een groot aantal Katholieken. Te Delft, geen overwegend katholieke stad, werd indertijd de opvoering van „Allerzielen" als kwetsend voor de Ka tholieken verboden. In Den Bosch schijnt men van mee ning, de gevoeligheid der Katholieken niet aldus te hoeven te ontzien. En Den Bosch staat op dit punt niet alleen. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. jZitting van Vrijdag 29 Maart. (Verv.j Aan de orde zijn de onderwijzersmo ties Arts en Ter Laan. Nog werd gerepliceerd door de hee ren Bos (V.D.), Ketelaar (V.D.,) de Klerk (U.L.) en Oos ter baan (A. R.) Laatstgenoemde constateert nog eens nadrukkelijk, dat het geheel ligt in de lijn van de Haagsche salarisactie-mee ting, om zich thans te beperken to>t een verzoek van den minister van Binnen- landsche Zaken om nog in deze wetge vende periode een toelage aan gehuwde onderwijzers te verzekeren en dat spr.'s houding op deze meeting volkomen ge dekt wordt door zijn houding in de Ka mer. Onder rumoer ontzegt spr. den heer Troelstra het recht hem inconse quentie te verw ijten, waar Troel9tra zelf zeer inconsequent was, bij zijn houding tijdens de groote bootwerkerssftaking. Voorts voeren het 'woord de beeren de Geer (C.H.), Sm een ge (U.L.) en Troelstra (S.D.). Deze laatste con stateert onder luide projtertfen van rechts en instemming van links, dat het goed is, dat de houding van den heer Ooster- baan naar de juiste wqarde is gekwali ficeerd, omdat vaak leden van rechts bui ten de Kamer met mooie woorden voor 'democratische eischen worden gespan nen, doch in de Kamer toonen geen rug- gegraat te hebben en daardoor zijn een schande voor hun partij. Ook de heer Ter Laan (S.D.) repli ceert. (De Kamer geeft teekenen van on geduld.) De heer Ter Lv.au wil onder zulk een rumoer niet spreken. (De heer Kuyper komt binnen.) De heer Duys (S. D.)Daar komt cje toewan besar. De Voorzitter hamert 0111 stikte. De heer Tihomson (U.L.) Stilte. Wij gaan in de stille week. De heer Ter Laan: Ik zal maar uit scheiden. Ik kan mij niet verstaanbaar maken. De Voorzitter: Ik versta u beslt en de Minister ook. Minister Heemskerk: Ik versta er niets van. De heer Ter Laan gaat verder, ter wijl de Kamer druk blijft. Spr. verzoekt den voorzitter de motie Arts in tweeën in stemming te brengen. Minister Heemskerk dupliceert. Onder voortdurende inter, upties en ru moer zet de Minister uiteen, daft ook de heer De Meester niet van 1913 wilde gesproken hebben in verband met deze motie. Geroep: 1912. Minister Heemskerk: Dat is tegen alle billijkheid in. Door den heer De Meester was betoogd dat de regeling niet voor 1913 behoefde tot stand te komen. Als men dat niet toegeeft val't er hier niet meer te redeneeren. De heer De Meester (U.L.) Maar de heer Oosterbaan maakte er heel iets anders van. Minister Heemskerk: Daar heb i k niets mee te maken. De heer Arts (R.K.j vraagt 'twoord. GeroepSst. sst. Den heer Arts spijt het, dat de Minis ter geen instemming kon betuigen metf het eerste deel zijner motie. Maar er is reeds veel gewonnen met 's Minis ters toezegging (GeroepJa, ja.) Spr. trekt daarom zijn motie in. Toejuichingen. De Motie-Ter Laan wordt daarop ver worpen, met 46 tegen 30 stemmen. Vóór: de Linkerzijde, behalve Van Karnebeek en De Beaufort. De Kamer is tot nadere bijeenroe ping uiteen gegaan. Wijziging van de Schepenwet. Vele leden hadden volgens het afdee- lingsverslag de indiening van dit wets ontwerp met voldoening gezien. Zij wezen op de concurrentie, welke aan de gezag voerders, die de wet naleven, wordt aan gedaan door hen, die zonder certificaat var. deugdelijkheid, soms zelfs zonder zeebrief, zeemeetbrief of monsterrol, de kleine vaart, tot ver in de Oostzee, uit oefenen. Ter vermijding, dat de bepalingen van de Schepelingenwet van dien aard wor den, dat zij de kleine vaart onbillijk U.riiL-Lr/>n \«:crH (rpvr o n «rl Aai Hf rn.APO- ring bij de voorbereiding van het aes- belreffend ontwerp zich zal laten voor dichten door den te Groningen geves- tigden Bond van Gezagvoerders, en an dere vereenigingen op dit gebied. Door eenige leden werd er de aan dacht op gevestigd, dat ten opzichte van een schipper, stuurman of machinist de Raad voor de Scheepvaart de onbevoegd- verklaring om als zoodanig dienst te doen alleen kan uitspreken wanneer de Raad een ramp door de ongeschiktheid van den betrokkene veroorzaakt acht. Zij meenden, dat de Raad het recht behoorde te hebben ook om andere redenen deze ongeschiktheid vast te stellen. Wet op het notarisambt. In de memorie van antwoord in zake de voorgestelde wijziging van de wet op het notarisambt zegt de Minister, dat hij het niet raadzaam acht te vol doen aan de wenschen, geuit ten aanzien van een anderen examentijd of de in stelling van twee examencommissies. Aan den wensch om een leeftijd vast te stellen, waarop de notaris zijn ambt zou moeten neerleggen, kan de Minister niet voldoen. Verbreeding Loosduinsche Weg. Een wetsontwerp is verschenen, waar bij het verbreeden van een gedeelte van den Loosduinschen Weg te 's-Graven- hage verklaard wordt van algemeen nut te zijn, zoodat ten behoeve daarvan eigen dommen mogen worden onteigend. Land- en Tuinbouw, Tentoonstelling te Oudewater. De Regeering heeft aan de afdeeling der Holl. Maatschappij van Landbouw te Oudewatcr, haar toestemming gewei gerd tot het houden van een landbouw- verloting. Hierdoor zal de tentoonstel ling dezen zomer waarschijnlijk niet doorgaan. Holl. Maatsch. van Landbouw. Te Amsterdam is Donderdag de 88e buitengewone vergadering gehouden van de Holl. Maatsch. van Landbouw, onder leiding van mr. C. P. Zaaijer. Er wa ren 47 afdeelingen vertegenwoordigd. Allereerst werd behandeld het rapport van de mond- en klauwzeer-commissie 1911, welke is samengesteld uit de hee- ren mr. C. P. Zaaijer, voorzitter, mr. A. Slob, J. F. Lam ens, A. G. de Groot, Jb. Kaan Kz., mr. D. A. Kleij, en G. Kru- seman, rapporteur. Het rapport komt, gelijk vroeger reeds is gemeld, tot de volgende conclusiën I. De Nederlandsche veestapel be hoeft niet door mond en klauwzeer te worden geteisterd, mits ten eerste: er tegen den invoer van de ziekte uit het buitenland worde ge waakt Ten tweede: desalniettemin voorko mende gevallen onmiddellijk ter kennis van de regeeririg komen en ten derde: deze alsdan alle aangetaste en besmette dieren terstond doet afma ken. II. De inrichting van het veearisenij- kundig staatstoezicht worde herzien en gecentraliseerd. III. Zoowel de wetgeving op dit ge bied als de Kon. besluiten te dezer zake dienen herzien te worden, opdat de ge- wenschte regeling beter en zuiverder dan thans het geval is aan de wet aansluite en daarin steun vinde. IV. Een betere opsporing van over tredingen en een snellere en strengere berechting daarvan dienen verzekerd te worden V. Het welslagen van de bestrijding hangt voor een zeer groot gedeelte af van de bereidwillige medewerking van veehouders. Het hoofdbestuur stelt voor, de con clusies aan de regeering te zenden, met het verzoek, zè te aanvaarden. Over deze conclusies ontstond een uit gebreide gedachtenwisseling, waarbij het rapport werd verdedigd door de heeren J. F. Lamëris, G. Kruseman en Mr. A. Slob. Eerstgenoemde zeide, dat de be doeling bij de samenstelling van het rapport is geweest, zooveel mogelijk de medewerking te verkrijgen van de vee houders. Blijft deze achterwege, dan moet wel overgegaan worden tot krachti ge maatregelen. Spr. meent, dat het mond- en klauwzeer wel te bestrijden is, indien van de eerste gevallen terstond aangifte wordt gedaan, het verzwijgen van die gevallen acht spr. een misdaad. Mr. Slob wees e raan de hand van eeni ge voorbeelden in Haarlemmermeer op, dat wanneer direct strenge maatregelen getroffen vyorden, de bestrijding dei- ziekte wel degelijk succes kan hebben. Voorts wees spr. op de weinige mede werking en de vele moeilijkheden, waar mede hij als burgemeester van Haarlem mermeer te kampen heeft bij het bestrij den van het mond en klauwzeer. Alle 5 conclusies werden aangenomen. Het be stuur zal zich tot de regeering wenden, met het verzoek deze conclusie te aan vaarden. Aan de orde kwam daarna het voor stel van het hoofdbestuur om toit de re geering het verzoek Te richten om met alle haar ten dienste staande middelen de afdamming der Zuiderzee te bevor deren. Uit de vergadering gingen stem men op om deze zaak zoo ruim moge lijk aan te vatten. Met algemeen e stem men werd het. voorstel goedgekeurd. Door Rotterdam en Schiedam werd Jot het hoofdbestuur hei verzoek gericht hielt ontwerp-Landarbeiderswet in een alge- meene vergadering te bespreken. De voorzitter deelde mede, dat door het noemd om clif ontwerp nam{e'gaan. Het verzoek Rotterdam zal worden overwo gen. De vergadering we*si daarna ge sloten. Ingezonden stukken. Buiten verantwoordelijkheid der redactie Verplichte Winkelsluiting. Geachte Redactie. Vergun mij eenige plaatsruimte in uw blad, naar aanleiding van het geschrijf over verplichte winkelsluiting. Voorop stellende dat deze actie, hoofd zakelijk uitgaat van personen, werkzaam -in de verschillende groote zaken, zoude ik gaarne, die heeren willen wijzen op toestanden, die zeker vóór alles moe ten worden gewijzigd, alvorens tot een verplichte winkelsluiting over te gaan! Echter wil ik u in de eerste plaats mededeeieu, dat ik ben sigarenwinkelier voor mijn eigen rekening mijn zaak drijf en van andere zaken absoluut geen ver stand heb. Met het oog hierop zal ik m-ij dan ook alleen bepalen tot deze branche, en stel dan tevens de vraag, waarom zijn de meeste winkeliers, die geen bedienden personeel hebben, tegen een verplichte winkelsluiting, getuige het vele verzet in Amsterdam. De reden hiervan is, omdat die arti kelen worden verkocht in inrichtingen, welke niet onder de verplichte winkel sluiting vallen. Weten de heeren actievoerders wel, dat in de studentensociëteit „Minerva", jaarlijks voor ruim tienduizend gulden aan Sigaren en Sigaretten wordt om gezet. Menig solide winkelier zou bij zulk een omzet zich de handen wrijven. Weten die heeren wel, dat de kellners in menig groot hotel een aardige bij verdienste hébben, door den verkoop van „After Dinner" sigaren, die daar voor f 0.25 per stuk worden geleverd en door hen wordt betrokken van een fabrikantje, waarvan niet één winkelier ze hebben wil, terwijl diezelfde sigaar anders hoogstens f0.06 per stuk zoude opbren gen. Weten die heeren ook wel, dat bijna alle winkeliers hoogcr worden aange slagen in de belasting dan door hen op gegeven, niettegenstaande hun aangifte strikt eerlijk geschiedt. Weten die heeren ook wel, dat terwijl mij zou worden verboden na een be paald uur iets te verkoopen, de heeren leden van een sociëteit bij mij in de buurt het recht hebben om mij en mijn gezin tot 's nachts één a twee, somtijds wel eens tot vier uur uit de nachtrust te hou den. Ziet mijne heeren actievoerders en voorstanders van een verplichte winkel sluiting, begin eerst actie te voeren om dergelijke wantoestanden op te heffen, voert actie, teneinde een verbod te krij gen, opdat niet langer in spcieteiien, kof fiehuizen, verenigingslokalen, kroegen, artikelen verkrijgbaar zijn, die een win kelier na een bepaald uur niet meer zoude moge verkoopen, en dan geef ik u de verzekering dat niet één winkelier zich meer zal verzetten tegen een ver vroegde winkelsluiting, maar zoolang die toestanden blijven bestaan, zult u niets anders dan ontevredenheid verwekken. Geachte redactie, nogmaals mijn dank voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend Leiden, 30 Maart 1912. N. 'ngezonden Mededeelingen êi 30 cents per regel. Gemengd Nieuws. Spoorwegdiefstal. Uit een spoorwagen op het spoorwegemplace ment aan de Oostmaaslaan te Rotterdam is ten nadeele van de gebroeders V., graanfactors, ongeveer 600 kilogram mais gestolen. Verbrand. In de ouderlijke wo ning te Rotterdam is de 41/2-jange P. A. van een stoel in een waschkuip met heet water gevallen. Met brandwonden overdekt, is het kind door de moeder naar het ziekenhuis gebracht, waar hdt aan de gevolgen is overleden. Branden. Te Wierden is brand ontstaan in een huis van vier woningen, in de kom van het dorp, nabij de Ned. Herv. kerk. Al het meubilair enz. werd gered. Terug. Een 15-jarige jongen te Goes nam Zondagmorgen de gelegen heid te baat, dart er niemand thuis was, om met een som gelds van zijn vader en een fiets van zijn broer, de wijde we reld in te trekken. Na een reisje van Goes naar Rotterdam, daarna naar Am sterdam, vervolgens naar Antwerpen, is hij gisternamiddag via Roosendaal, zon der geld en zonder fiets, te Krabben- dijkc aangekomen, waar de gemeentepo- ltiie den jongen aanhield. Hij is vervol gens naar Goes overgebracht. Hoog water. Dommel en Aa hebben zooveel water aangevoerd, dat alle weilanden om 's Hertogenbosch zijn ondergeloopen. Aangezien de waterstand op de Dieze nog hooger is, stroomen genoemde riviertjes thans langs hqt Drongelsche kanaal af. Een incident. Woensdagmiddag tegen halfzes duwde een man een kar met kisten van de Utrechtschestraat de Heerengracht te Amsterdam op. Voor de Amsterdamsche Bank moet hij uitwijken voor een rijtuig, dat van den Amstelkant komt. Hij rijdt tegen een boom en de kar slaat schier op den rijweg. Paard en rijtuig moeten stop- 1",rrp"i!in schreeuwt tegen den koetsier en palfrenier waarom ihj juist op zij moet en doet die vraag in kernachtig gekruid Amsterdamsch. In het rijtuig zitten twee heeren en kijken bedaard den afloop van het zaakje aan. Het zijnPrins Hendrik en de burgemeester. (N. v. N.) Discipline. 'tIs nog niet zoo lang geleden vertelt het „N. v. d. D." dat het volgende gebeurd is. Een agent had des avonds aan den eenzamen Zeeburgerdijk te Amsterdam te letten op dieven, die aldaar herhaaldelijk tele graafdraad stalen. Hij had een revolver bij zich en legde zich in hinderlaag. Er kwamen twee personen voorbij, die op verdachte wijze een zak droegen. De agent springt te voorschijn, houdt hun de revolver voor en roept: Sta of ik schiet! waardoor het tweetal, verschrikt geworden, staan blijft en toelaat, dat de agent een onderzoek instelde in den zak, die werkelijk gestolen telegraafdraad bleek te bevatten. Alleen door hen in bedwang te houden met de revolver, kon hij toen de dieven behoorlijk naar het naastbijzijnde bureau geleiden. De dieven werden door de rechtbank vrij ernstig gestraft, maar het onge loof e 1 ij k e volgde laterde hoofd commissaris strafte den agent wegens het dragen van een niet tot zijn uitrus ting behoorend wapen Op hol. Op den Bussumer grind weg te Hilversum is een paard met het rijtuig van den heer v. M. op hol .ge slagen. Het rijtuig kwam in botsing met een boom en werd dientengevolge totaal vernield. De 'koetsier T. R. werd ernstig' aan het hoofd gewond; de inzittende heer v. M. bekwam eenige lichte verwon dingen in het aangezicht. Verdronken. Bij het binnenhalen van de haringnetten bewesten Urk is de 34-jarige visscher O. v. d. P.ge huwd en vader van vier kinderen, va rende op den botter HZ 46, overboord geslagen en verdronken. In een onbewaakt oogenblik is het 5-jarige zoontje van schipper L. teWouds- end (e water geraakt en verdronken. Stakerspractijken. Te 'sGra- venhage is, volgens het „Hbl.", nog een derde loodgieter aangehouden, verdacht betrokken te zijn bij -de ontploffing in de Wolvenstraat te Amsterdam. Hij is naar het bureau Leidscheplein aldaar overgebracht en daar in arrerst gesteld. Verdwenen. Aan de Prins Hen drikkade te Amsterdam lag een vlet, ge laden met provisie. Toen men haar wilde lossen, bleek zij te zijn verdwenen. Men vermoedt, dat dieven hier hun slag hebben geslagen. Er van door. Een 20-jarige landbouwerszoon R. M., te Meeden, die sedert enkele dagen vermist werd, is, zooals nu gebleken is, naar Amerika vertrokken. Roomsch-Katliolieken Uwe FINANTIEELE maar vooral uwe HOOGERE BE LANGEN vragen van U. daf Gij U en de Uwen laat ver zekeren bij de E2* Levensverzekering Mij. te HAARLEM. De Maatschappij opgericht uitsluitend dóór en, wat meer zegt,krachtens hare statuten voor immer, uitsluitend vóór Katho lieken. (6481 Moeilijk geval. Een dokter werd bij een dame geroepen, die plotse ling ziek was geworden en hij deed haar een grondig verhoor ondergaan over den aard van haar kwaal. Ook vroeg hij haar wat zij voelde, toen de aanval begon. „Ik kreeg een erge rilling steunde de patiënt. „Klapperden uw tanden op elkaar?" „Dat weet ik niet, doktor, die lagen op den schoorsteen, en ik heb er niet op gelet." 'n O ph akker. Gast: „Kellner, breng dat bord soep naar den kapper." Kellner: „Hoe zoo, meneer?" Gast: „Laat Tft eerst de haren knip pen." Hoe een C h i n e e s c h e weduw naar zich troost. Dr. Wusi-Sang, de huidige minister van buiten landsche zaken in China, vertelde vroeger onder vele anecdoten ook deze Een Chinees vond op zekeren dag ziju vrouw dood op het veld liggen. Een tijger had haar verscheurd. Hij wierp niet zich zelf uit wan hoop op het lijk zijner vrouw maar een handje vol arsenicum, dat hij thuis gauw gehaald had. Den anderen dag vond hij op het véld, juist zooals hij ge dacht had den tijger dood naast het lijk' zijner vrouw. Hij stroopte het vel af, en verkocht dat aan een mandarijn, het dier Zelf Verkocht hij aan een geneesheer, die er medicijnen van maakte en voor het hij zicheen nieuwe vrouw. Italiaansche oorlogshufflor.' Een van de Italiaansche bladen schijnt in den oiigeluksoorlog, dien Italië in Tri polis voert, nog genoeg humor tc vin den, ora er een reeks grappen Over te plaatsen. Hier zijn er eenige van 0)Ik heb een oppasser'' aldus vertelde een hoofdofficier van het Ita liaansche leger „die met hart en ziel aan mij verknocht is. Onlangs zat hij een krant te lezen, en toen ik langs hem kwam, scheen hij hevig ontroerd. Wat is er met je?" vroeg ik „Och' majoor!" antwoordde hij1: „ik lees daar juist over den oppasser van een van' de#officieren in den oorlog, zooals die met eigen levensgevaar het lijk van zijn majoor, die door een Arabier overhoop was gestoken, aan de handen van den Turkschen vijand ontrukte om zijn doo- den majoor binnen de Italiaansche voor linie te brejigen." „En ben je daar door zoo van streek vroeg ik. „Ach, majoor," zei mijn oppasser met tranen in de oogen, „wat zou ik ook gaarne het geluk eens willen hebben hetzelfde voor u te doen Een voor Tripolis bestemd regir ment zal van 't station vertrekken. Het pu bliek doet de soldaten geestdriftig uit geleide. Daar keert een kleine soldaat uit het laatste gelid zich naar de menschenmassa om, klopt met zijn hand op zijn ge vulde patroontasch en roept luid: „Een honderd twee en zestig Turken Een klein Italiaansch dorpje zendt drie van zijn zonen naar het oorlogs veld. Na eenige maanden komt het be richt, dat een der drie als held op het veld van eer is gevallen. De vrienden van den gesneuvelde wil len zijn nagedachtenis eeren men wendt zich derhalve tot den burgemeester om te vragen of de gemeente de kosten van de plechtigheid wil dragen. De burgemeester ontvangt het .comité met groote welwillendheid, doch zijn antwoord op het verzoek luidt: „Laten wij de treurplechtigheid nog een korten tijd uitstellen. Er 2yjn nog, twee van onze dorpsgenooten (Jaar in Tripolis aan het vechten. Wanneer we dus nog wat wachten, dan gaan allo moeiten en kosten voor onze gemeente in' eens." Een van de Turksche torpedobooteii is door een Italiaansch oorlogsschip in den grond geboord het schip is gezon ken en ligt twee duizend meter diep op, den bodem van de Middellandsche Zee.(| De verdronken kapitein houdt in zijn' kajuit de volgende overpeinzing: En die stommelingen van de Ita liaansche marine, die nog willen bewe ren dat ze mijn schip en mij in de lucht hebben laten vliegen i'a,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 10