Rona Cacao Kiezerslijst. Uit de Pers. Liefde en Haat. Van Houten's De beste voor den prijs Gemengd Nieuws. Derde Blad, behoorende bij DeLeidscheCourantvan Zaterdag 23 Maart no. 747. Tot 21 April: ter visieligging en ver krijgbaarstelling der reclames. Vóór 15 Mei: definitieve vaststelling «der kiezerslijst. We zullen dit lijstje nu en dan af drukken. Aanzien doet gedenken. Een lied per week. No. 49 uit „De L eeuw er k". Het lied van den smid. (Woorden van Muziek van Frans Liekens. Frans Andelhof. Een smidje in zijn smisse, Die zong den heelen dag; Zijn stemme klonk zoo helder Bij iedren hamerslag. Hij zong zoo blij van tokke, tokke, tok, Hij zong zoo vrij van kloppe, ldoppc, klop. Het klonk zoo lustig dan, Het liedje van den zwarten man. Een meisken op haar kamer, Die had dat lied gehoord; Haar hartje ging aan 't jagen Bij smidjes aardig woord. .Het ging zoo snel van 'tokke, tokke, tok, Het ging zoo fel van kloppe, kloppe, klop. Het sloeg zoo feeder dan, Bij 't liedje van den zwarten man. „Och, smidje van hierover, Leer mij dat schoone lied.'- Lief meisje, 'kzal 'tu leeren Als gij inij gaarne ziet. Kom, zing met mij van tokke, tokke, tok, Kom, zing met mij van kloppe, kloppe,klop. Wij zingen samen dan Het liedje van den zwarten man. Het meisken werd zijn vrouwtje En hij haar beste man, En kleine kleuters kwamen, Die zongen mede dan. Ze zongen blij van tokke, tokke, tok, Ze zongen vrij van kloppe, kloppe, klop. Het klonk zoo lustig dan, Het liedje van den zwarten man. Professorale bakerpraat. Professor Eerdinans heeft, zooals wij hebben medegedeeld, een briefje ge schreven aan de „Nieuwe Rotterdainsohe Courant, waarin hij beweert geen enkele beschuldiging te hebben uitgesproken-te gen den geestelijke uit de Tilbiirgsctie moordzaak, die in het verslag van prof. Eerdmans woorden in de N. R. Ct. toch duidelijk beschuldigd werd. Het verslag was dus niet geheel juist. iWe zullen dat moeten gelooven, zegt de Nieuwe T i 1 b. Ct. Maar wat de pro fessor dan volgens zijn eigen getuigen wel gezegd zou hebben,-nu, dat is niet veel meer dan een anti papistisch baker praatje van de naarste soort. „Ik zeide, dat nen zeide, dat de over plaatsing van een geestelijke naar een onbekend oord moeilijkhate*. had opge leverd." Dat beweerde dan een professor, die met een hoog geleerd air „sprak" over het gebruik in bepaalde gevallen, geeste lijken plotseling te verplaatsen. Foei wat minne insinuatie! Maar tevens wat een beuzelpraat. Wij zouden wel eens willen weten, .waar er in liet bisdom 's Hertogenbosch nog „onbekende «oorden" zijn, want bui ten zijn bisdom, bijvoorbeeld in de on bekende oorden van Afrika, heeft onze bisschop toch zeker geen jurisdictie. En dan in den tegenwoordige!» tijd met uitstekende recherchediensten, zou men een geestelijke in Noord-Brabant zoo kunnen verstoppen dat er moeilijk beden voor de rechterlijke macht uit kunnen ontstaan Kom, kom, professor zooals echte antipapisten heeft uw klein vooroordeel 'EUILLETON, ROMAN UIT WESTFALEN. XII. Hendrik Weikamp maakte zich thuis zoo nuttig als mogeiijk was. ln.de eerste dagen vaa September begon het te re genen. De eene dag goot het al erger dan de andere en de hemel was voort durend bedekt met dikke grauwe wolken. De zon kwam heelemaal niet meer te voorschijn. Hooger en hooger wies de .Ems; de weilanden, aan de beide oevers gelegen, waren reeds oudergeloopeu. De .weg naar de veerponten stond onder .water en het vee loeide klagend en zocht beschutting achter heggen en struiken. Hendrik schaafde en hamerde in zijn geïmproviseerde werkplaats. Af en toe keek hij op en luisterde of hij op den bof soms niet een lichte tred hoorde. (Wonderbaar. Marie was toch zijn pleeg zuster; jaren geleden had hij haar op de armen gedragen; van zijn karige zak centen had hij nu en dan jets voor haar zulk een dikke korst over uw helder en onpartijdig oordeervermogen gelegd, dat gij er niet voor terugschrikt, in een openbare vergadering onzin te verkoo- pen inplaats van verstandige taal. Herzie u zelf maar eensmaak u niet warm over de sensatie-verhalen, die men in uwen kring gretig schijnt te verslin den en vraag u maar eens af, hoe het mogelijk zou zijn, dat een Kerk, die zulk een bedorven zoodje vormt als gij schijnt te denken, het 1900 jaar tegen de aan vallen van grootheden als gij zelf zijt en van nog grooteren heeft uitgehouden. Voor het overige kunnen wij u verze keren, dat van al uw bezwaren over de „Tilburgsche zaak" geen jota waar is. De anti-tariefwet-beweging. Het Friese h Dagblad schrijft over de actie der linkerzijde tegen de tarief- wet: Indien het even mogelijk is, moet de Invaliditeitswet van Talma worden op gehouden. Dat zou heerlijk zijn! Dan konden ze in 1913 voor de kiezers komen en de Rechtsche regeering voor haar nietsdoen met spot en hoon overladen. Bovendien was er "dan altijd nog een kleine kans, dat het ten slotte op Staatspensioen uitdraaide. Toch.. zal dit wel lukken? Sinds Kuyper er met zijn „dreigement" tusschen kwam, gelooft men het Links eigenlijk zelf niet meer. En als de Kamer zooveel vaart achter het werk zetten blijft als de laatste weken, dan krijgt Talma den oogst nog wel binnen. Maar er is nog iets anders. Achter Talma staat Kolkman. De Minister van Financiën. Met zijn Tariefwet. En daarop richt zich nu blijkbaar de hoop der mannen van Links, dat het in 1913 gelukken zal het Kabinet op het Tarief te laten vastloopen, en de Chris telijke meerderheid in een minderheid om te zetten. Vandaar de ongewone actie. Om het volk te overbluffen. Gelijk men het in 1905 deed. Eu toen met goed gevolg. Men is daar echter van Links wat erg vroeg mee begonnen, 't Zal de groote vraag zijn of de kunstmatige anti-Tarief- wet-beweging tot aan de stembus van 1913 op dezelfde hoogte te houden is! Daartegenover staat de actie die on zerzijds wordt gezet, teneinde het volk voor te lichten; een actie, die in kracht moet toenemen. Nu vestigt het blad de aandacht op nog een verschijnsel, dat bij de Tariefwet-be- strijders naar den voorgrond dringt. Doch waar we ditmaal eens op wijzen willen? Op het feit, dat de Anti-Tariefwet mannen blijkbaar over een ruime, haast onuitputtelijke kas "beschikken. Dat feit geeft te denken. Ze gooien zoo maar met het geld. Nu die advertenties weer in alle mo gelijke bladen, die ze maar opnemen willen en waartoe ze de regels zoo maar per duizenden afsluiten, het toont wel, dat ze de „lapjes" maar voor het grijpen heb ben. Waar komt dat geld vandaan? Uit betrekkelijk kleinen "kring. Dat ziet ieder voor zijn oogen. Het is eenvoudig niet zoo, dat een volks beweging tegen het tarief, de lei ders bezielt en van het noodige geld voor ziet 't si juist andersom. Een volksbeweging wordt gemaakt, zoo langzamerhand, en een klein clubje „vrij handelaars" heeft er al den tijd, de moei te en het geld voor over, om die volksbe weging steeds feller op te stoken. Wat beweegt nu zulk een club? vraagt het blad ten slotte. Wat bewéégt nu zuik een club? 't Is niet te denken, dat zij dit alles over hebben voor een theorie; voor het heil des lieven vaderlands en van 't lieve volk. Het is zeer wel aan te nemen, dat de meesten dezer mannen vreezen voor na deel, concurrentie of wat dan ook en dat ze daarom zulke felle vrijhandelaars zijn. Daarmee is van hen niets verkeerds Zij zullen tegelijk óók wel, ieder voor zich persoonlijk overtuigd zijn, dat gekocht, toen hij nog leerling bij Kasper Kloiupman was. Thans was alles zoo heel anders geworden. Was zij er niet, dan verlangde hij naar haar, en als hij haar zag, kreeg hij een kleur en werd schuchter en kon niets zeggen. Hij, Hen drik Weikamp, die de wereld kende! Wat mocht dat wel te beteeken en heb ben? Hm, tegenover vader en moeder had hij zoo iets nooit gevoeld en met de kleine broertjes ging hij om, zooals men met zulk grut inoet omgaan: dan eens vroolijk, dan weer ernstig. Tegen over allen sloeg hij den juisten toon aan; alleen tegenover Marie niet. Daar over dacht hij na. Binnen drie weken moest hij van den hof afscheid nemen. Deze gedachte liet hem niet met rust en plaagde hem voort durend. Och, heeremetijd; het vooruit zicht stemde hem volstrekt niet prettig. In den militairen dienst was het hard werken en den mond fioudeti. Hendrik zuchtte diep. Eensklaps klonk achter hem een vroo- lijke meisjeslach en hoorde hij een be kend stemmetje zeggen: „Och, och, wat heeft die het hard te verantwoorden wat 'n smart! Wat scheelt eraan?" 't Liefst had Hendrik nog eens gc- zgcht, doch hij was overtuigd, dat hij (le Tariefverhooging is \p. ''t nadeel van 't gansche volk. Hun eerlijkheid blijft ongerept. Maar het volk past toch dubbele bedachtzaamheid. Natuurlijk zal de Tariefverhooging de belangen van énkelen schaden. Al was het alleen maar door de gelegenheid te ope nen tot meer en krachtiger concurrentie. Doch dit kan zéér wel zijn in het belang van 't gansche volk. Laat men dit bij deze geweldige anti- tariefwet-actie wèl bedenken. Zij is wat al te geweldig! Wat liet vf>lk dan denkt? j,Er zit muziek achter"! Zeker, muziek zit er achter; wel niet van de fijnste, maar toch zeer goed hoor baar. Nu, daar is 't ook muziek voor. Wakker schudden. Naar aanleiding van de anti-revolutio naire partijdag te Bodegraven, driestart de Standaard: Een Partijdag, ais de vorige week te Bodegraven is gehouden, werkt uitne mend. Het schijnt wel, dat Zuid-Holland en Groningen hiervan het best de kunst ver staan. Al was toch de Uniedag in het Westland dit jaar van veel minder be- teekenis dan in vorige jaren, toch heeft ook het Westland voor zulke saamkom sten een uitstekenden naam. Intusschen had Bodegraven dit eigen aardige, dat 't een district is, waarin on ze groep wel vol actie en leven is, maar waarin we nu reeds meermalen achter elkaar bij de stembus onze stemmen bij accoord afstonden aan een lid der Chris- telijk-Historische richting, den heer van Idsinga. Eigenlijk moest dit niet zoo zijn. Het ware veel beter, indien we de af te stane zetels om de vier jaren lieten omloo- p e n, zoodat we den éénen keer het eene stel districten overgaven, en een volgenden keer een ander. Zooals het nu gaat, loopt men toch dat al te lang wordt afgestaan, onze eigen kring alle animo inboet. Men denke slechts aan districten als Dokkum, Goes, Apeldoorn enz., waar wij, betrekkelijk evenals in Bodegraven, veel sterker staan dan de Christelijk-Historischen, en waar in we toch nu reeds een lange reeks vaii jaren zelve meewerkten, om den zetel voor den Christelijk-Historischen can- didaat te behouden. Op zich zelf steekt hier niets onge woons in, en zelfs is het niet onnatuurlijk dat men een zittend lid zitten laat; maar voor het leven in de partij zelve zou stel lig omruiling nu en dan zijn nut hebben. Kan dit nu niet, dan is het toch alles zins zaak, om onze partij in zulke af gestane districten actief te houdenen juist daarvoor nu is zulk een Partijdag als nu te Bodegraven zoo schitterend verliep, niet genoeg aan te bevlen. Het is een voorbeeld, dat trekken mo ge, ook al geven we toe, dat het niet zoo gemakkelijk is om ook in verder af gelegen districten sprekers in genoeg zaam aantal en van genoegzaam magne tische kracht te lokken. Doch hier staat tegenover, dat er tusschen stembus en stembus vier jaren verloopendat de districten, waarop het hier aankomt, niet meer dan tien in aantal zijn, en dat alles dus te vinden ware, zoo men telken jare 2a 3 zulke Partijdagen over heel het land hield. Met wat schikking onder de leiding van het Centraal Comité ware zoo iets wel te vinden, althans op beding, dat er in het district zelf nog genoeg animo onder onze mannen bleef. Van buitenaf toch kan zoo iets niet geïmporteerd. Het moet een actie zijn, die uit het district zelf op komt. Wat men alleen van buitenaf wel kan doen is onze mannen in het district, die soms te sterk insliepen, eens terdege wakker schudden. Nu, dit was in Bodegraven niet itoocfig. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Bakkerswet. Op het ontvverp-bakkerswet heeft de heer S n o e c k Henkemans (C. H.) zich daardoor nog meer belachelijk zou maken. Wanneer hij zich reeds belache lijk had gemaakt, dan wilde hij haar liever kussen. Daar stak niets in, want zij was toch zijn pleegzuster. Hm, dat was 'n gedachte. Maar niet omdat Marie zijn pleeg zuster was, mocht hij haar zoo gaarne leiden, daarentegen hm, omdat zij zoo mooi vïs, omdat zij zoo lief is. Zij staat daar nog steeds en laclvt. Hij kijkt haar aan en denkt een oogen- blik na. Daarna roept hij: „Marie." „Nu, wat heb je dan?" „Ik wil je eens wat zeggen!" „Jongen, wat gebruik je veel woorden." „Och, Marie, ik moet spoedig in dienst." „Ja, dat is zoo, maar je komt toch ook terug?" „En dan vestig ik mij in het dorp als eigen baas." „Zoo, dat is verstandig van jou." „Zeker, maar weet je, wat er bij mij aan hapert?" „Nu, wat dan?" „Een vrouw." Bij het uitspreken dezer laatste woor den keek Hendrik Marie vol verwach ting aan. „Wil ik er een zoeken?. Ik weet wel een goede voor iou/^ een paar amendcn-c::;-.»; :steld, welke de strekking hebbc. n den ar beid aan de patroons te b' veroor loven op de wijze als hun go i i nkt en voorts de z.g. „gemengde bedrijven" ten aanzien van den Zondngsarbeid op ge lijke wijze te behandelen als de banket bakkerijen. De socialisten hebben met intrekking hunner vroegere voorstellen, de volgen de nieuwe amendementen voorgesteld. Het eerste amendement heeft tjen doel, den minister wel de bevoegdheid te ver- leenen den nacht later, doch niet om hem vroeger te doen eindigen en daar door den tijd, bestemd voor nachtrust, meer te beperken. Door aanneming van het tweede amen dement zullen de Israëlietische bakkers gezellen er voor worden behoed, kort na afloop van den Sabbath aan den ar beid te worden gezet. Door aanneming van het derde amen dement zal de werkdag niet kunnen wor den uitgerekt tot 16 uren. Het vierde amendement heeft ten doel, den buitengewonen arbeidsdag van 16 uren tot een 15-urigen te verkorten. Het vijfde amendement bedoelt de mogelijkheid van controle inzake de rusttijden althans eenigszins te verbefte ren. Vogel wet. De heer Teenstra (V. D.) 'hebben een artikel 45bis, voorgesteld, luidende: Nietig is elk beding,- waarbij de ge bruiker van gronden en wateren afstand doet van zijne bevoegdheid een vergun ning als bedoeld in art. 9 aan te vragen of te georuiken. De heer Rink (U. L.) hebben voor gesteld art. 47 als volgt te lezen: Het tijdstip, waarop deze wet of de tijdstippen waarop onderscheidenlijk de bepalingen dezer wet zullen in werking treden, worden door Ons vastgesteld. De heeren Van Veen (C. H.) en Scheur er (A. R.) hebben nader het volgende artikel 44bis voorgesteld: „Gedurende vijf jaren na het in wer king treden van deze wet blijft in ge meenten en gedurende den tijd bi» al- gemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen, het vangen van lijsters door (strik ken niet lager gesteld dan één meter boven den grond en het daarna dooden dier vogels geoorloofd, doch op gron den van derden niet dan met schriftelij ke vergunning of in gezelschap van den eigenaar of rechthebbende. Het ten verkoop voorhanden hebben, te koop aanbieden, verkoopen, afleveren en vervoeren van lijsters is toegelaten in de gemeenten en gedurende den tijd, genoemd in den algemeenen maatregel van bestuur, bedoeld in het vorige lid. Zendingen van lijsters buiten de ge meenten bedoeld in het eerste lid wor den gedekt door ,eene Verklaring af te ge ven door den burgemeester van de woon plaats der verzenders. Spoorweg aanleg. Bij wetsontwerp stelt de regeering voor, een renteloos voorschot ten be drage van een derde der kosten tot een maximum van f 255,000 uit 's rijks kas toe te staan voor eenleg en exploitatie van een spoorweg van Suameer naar Leeuwarden. Ingediend is voorts een wetsontwerp tot toekenning van een renteloos voor schot uit 's Rijles schatkist ten behoeve van den aanleg en het in exploitatie brengen van spoorweg!ijnen van Maas tricht naar Vaals en van Gulpen naar het station Wijlré—Gulpen van den Staatsspoorweg MaastrichtAken. De voor de exploitatie der lijnen be- noodigde electrische stroom zal vermoe delijk worden betrokken uit de Centrale der Staatsmijnen. De aanlegkpsten van de ontwerpen lijnen zijn geraamd op f 1.200,000. Waar liet totale bedrag der bijdragen van provincie en gemeenten een contan te waarde vertegenwoordigt van onge veer f275,000, heeft de minister van wa terstaat geen bezwaar genaakt om, met afwijking van den bestaanden regel, ook met het oog op het groote rijksbelang bij deze zaak betrokken, het Rijksvoor schot te stellen iojf een maximum van f325.000. Het klonk wat schelmsch, doch werd tamelijk onzeker gezegd. „Wie is het dan? Toe, zeg op, Marie", stotterde hij beduusd. „Haha, Betje Hölteriing. Die is veer tig jaar en wil een man hebben!" Nu wist hij er alles van. O, Hendrik; o, domoor. En wil jij nou een man zijn, die de wereld heeft gezien Een schaapskop ben je'. Hij peinst een oogèn- blik. Hoe onhandig heeft hij deze zaak aangepakt! Hij hervatte evenwel moed en zeide „Marie, ik wil zulk 'n meisje niet. Geloof mij gerust. Wil jij zoo lang wachten totdat ik terugkom?" De vroolijke stemming is opeens ver dwenen en een onzeker gevoel maakt zich van haar meester. Maar niet lang. Zij vraagt niet, hoe Hendrik tot zoo iets gekomen iszij verwacht geen huwe lijksbelofte, maar zegt vlug' en hartelijk „Ja, Hendrik, ik wil op jou wachten!" Hoezee. Hendrik pakt haar beet, drukt haar aan zijn borst en kust haar op den mond. Dan lacht hij overgelukkig. De regen had eindelijk opgehouden te vallen; het weer was opgeknapt. Op 'n goeden morgen zei Job Weikamp tot ziju oudsten Zoon; ingezonden Mededeelingen. leder, die een proef neemt met zal tevreden zijn en moeten erkennen dat deze cacao is Suikerconventie. Er is een wetsontwerp ingediend tot goedkeuring van het op 17 Maart 1912 £e Brussel, ook namens Nederland, ge- teekende Protocol, met bijbehoorende Verklaringen, betreffende de verlenging van de Internationale Unie, ingesteld door de Suikerconventie van 5 Maart 1902. Blijkens de Memorie van Toelichting zijn als gevolg van de buitengewone droogte in den zomer van 1911 en de daarmee samengaande geringe productie van beet wortelsuiker in West-Europa de suikerprijzen op de wereldmarkt abnor maal hoog gestegen, terwijl in Rusland een overvloedige oogst overproductie ten gevolge heeft gehad. Deze mogendheid, welker suikeruitvoer door de bepalingen van het Protocol van 19 Dec. 1907 tot 200.000 ton per jaar is beperkt, heeft zich tot de bij de Suikerconventie aan gesloten Mogendheden gewend om voor de suikercampagne 1911-1912 eene ver hooging van haar uitvoer-contingent te bekomen. Van Nederlandsche zijde be stond tegen de inwilliging van dit ver zoek geen bezwaar. Evenwel was de re- geering van oordeel, dat tegenover do genoemde concessie kon worden ver langd, dat Rusland zich verbond na Sep tember 1913 deel van de Suikerconven- tie te blijven uitmaken. In de zitting van de Permanente Com missie in December j.l. gehouden ble ken de bij de conventie aangesloten mo gendheden van hetzelfde gevoelen te zijn als Nederland. Over de hoeveelheid van den meerderen uitvoer en over de voor waarden, waaronder Rusland de conven tie zou verlengen, bleken evenwel onder handelingen tusschen Duitschland en Rusland uoodig. Nadat vruchteloos was! getracht in eene nieuwe zitting der Per manente Commissie beide landen tot el kaar te brengen, zetten deze de onder handelingen langs diplcmatieken weg voort en werd na verkregen overeen stemming in eenemieuwe zitting der Per manente Commissie van 15 tot 18 Maart het Protocol vastgesteld waarvoor thans de goedkeuring wordt gevraagd. Deze zaak is bij* dc Staten-Cw.ieraal spoedeischend aan de orde gesteld <.:i zal voor April moeten zijn afgehandeld. Overreden. De Rotterdamschq tram heefi nabij Vierpolders een vrouw overreden en gedood. Doodgeslagen. Door den hevi- gen wind raakten gistermorgen te Voor burg de wieken van een watermolen los ^n troffen den eigenaar T. De ongeluk kige was onmiddellijk dood. Eenvoudig als de dag. „Waarom heeft de giraffe zulk een lange nek vroeg de ouderwijzer. „Wel, omdat zijn hoofd zoover vau zijn lijf afstaat! antwoordde Jantje zonder een oogenblik van aarzeling. „Wij zullen vandaag eens naar dc heide gaan om hout te halen. Men weet toch eigenlijk niet goed wat thuis te doen en op het land is het te nat." Zij maakten een omweg over den Schoutenhof. Onderweg waren vader en zoon in een druk gesprek gewikkeld. „Ik heb mij dit voorgesteld", zei dc oude Weikamp. „Er liggen nog duizend talers onaangeroerd, en die heb ik voor iou bestemd. Nu heb je dat geld op 't oogenblik niet noodig en ik zou er Dirk dus mede kunnen helpen. Wat denk je daarvan?" Hendrik was natuurlijk geheel en al met het plan ingenomen en zoodoende gingen beiden naar den Schoutenhof. Dirk Tweehuis keek verbaasd op, toen Weikamp hem het aanbod deed. Hijging er op in. Duizend talers was geen klei nigheid, osfehoon nog niet voldoende om de schulden te dekken. Wellicht schoot Clemens hem het ontbrekende voor. Zija broer had hem zulks uit eigen beweging reeds aangeboden. Als Clemens hem eveneens hielp, dan zat hij weer vast op den hof en God zou hem verder helpens Wanneer dan nog de lasteraar werd ge straft, zou hij vrede hebben. Dat was zijn eerste en laatste gedachte. .(Wordt vervolgdj)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 9