Haat. BUITENLAND. 3e Jaargang, No. 735. 3)e £cicbclie Sotfro/nt Bureau OUDE SINGEL 54. LEIDEN. latere. Telefoon 93S. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIINT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, t 1.10 per kwartaal bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post t L5Q per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/. cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Zatèrdag 9 Maart 1912. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels t 0.75, elke regel meer 15 een ingezonden mededeelingen van 1—5 regels t 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratii bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkooj (geenhandels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangebodel betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit DRIE BLADEN en een GEÏLLUS TREERD ZONDAGSBLAD. Naar aanleiding van het Motu proprlo van Paus Pius X over het dagvaarden van geestelijken voor wereldlijke rechtbanken is losgebroken een storm van protest Op verschillende plaatsen in den lande worden vergaderingen belegd, waar spre kers van diverse pluimage, maar één in hun haat tegen Rome, tegen den Paus en tegen de Kerk, hun giitigen haat uitspu wen in lasterlijke leugens. De Kerk, die haar wetten en voorschrif ten, haar disciplinaire maatregelen, in het openbaar uitvaardigt, die staat in het midden der wereld als een „stad op een hoogen berg", als een „licht op den kan delaar", die haren kinderen den plicht oplegt alle wetten des lands zoo getrouw mogelijk te onderhouden, als die wetten niet klaarblijkelijk indruischen tegen een hooger recht, het recht van God, den hocgsten Wetgever, zij zou „staatsgevaar lijk" zijn, zij zou haar leden onttrekken aan het gezag in den Staat "om ze te plaat sen onder dat gezag, daarginder in Ro me, over de bergen zij zou, zooals de liberale Mr. S. van Houten het in zijn jongsten Statkundigen Brief uitdrukt, wil len, dat „in elk afzonderlijk land de le den der Roomschc kerk zich gaan voelen als burgers van het Romeinsche, door den F'aus beheerschte wereldrijk." 't Is de laster, die te allen tijde het deel is geweest van alle waarheid, en ïiiet het minst van de Goddelijke, de Geopenbaarde Waarheid, welker predi king is toevertrouwd aan de Kerk, en die aan de Kerk de kracht geeft om te zijn, wat dezer dagen nog de anti-Katho lieke „Beukelaar" met nauwelijks ver holen spijt en afgunst van haar getuigde: een weergalooze organisatie, en die van den reeds genoemden Mr. van Hou ten, waar hij sprak over de Kerk, de er kenning afdwong: „men vindt bij hare dienaren groote toewijding; instellingen voor ouden en zieken worden krachtig bevorderd; de artistieke zijde des levens wordt niet verwaarloosd." 't Is de smaad, die te allen tijde geslin gerd is naar Christus' Bruid, omdat zij door openlijk te getuigen van hare hooge, oubesmeurde liefde voor den Goddelij- ïcen Bruidegom een te scherp contrast vormt met een wereld, die in vleiende slangentaai de menschheid tracht te lok ken in het schijnschoon harer verlagende, .wulpsche begeerlijkheid. 't Is de haat, die tc allen tijde tegen de Kerk is uitgebraakt, omdat de zwarte zonde, en du stank der innerlijke verrot ting van een God-vergeten wereld vloeken met haar blanke reinheid en geurige hei ligheid. De godgeleerden spreken van het „my- sterium odii", het geheim van den haat. Nooit toch is er een persoon of een stich ting zoo onafgebroken en onophoudelijk, zoo diep en zoo fel, zonder eenige ge gronde reden, gehaat als Christus en Zijn Kerk. En waarom? Omdat nooit een persoon of een stichting de sluwheid van de leugen, het schijn-schoon van de zonde Zoo heeft belicht cn zoo heeft overschitierd als de Zon der Waarheid en der Lie^e en der Schoonheid, die heeft uitgestraald in Christus en nog uitstraalt in Zijn Kerk haar leven van waarheid, en haar licht van liefde en schoonheid. Die haat is de verklaring van de „hetze" tegen 's Pausen Motu propria, die haat is de afdoende en volledige verklaring van het optreden dier ongeloo- vigen en diep-ongelukkige apostaten. Want: hoe kan een onbevooroordeelde overtuigd zijn, dat het Motu proprio een „staatsgevaarlijke" strekking heeft? Het Motu Proprio „Quantavis diligentia" heeft bepaald, dat niet slechts wetgevers en met gezag bekleede personen die v r ij- iwillig geestelijken voor de rechtbank dagen, doch ook particuliere personen, die (zonder verlof van den bisschop) hoe dan ook er toe bijdragen om een geestelijke voor de wereldlijke rechtbank te doen verschijnen, in den ban zijn. [Vroeger stond vast, dat zoowel de eerste als de tweede categorie van personen zwaar konden zondigen, doch volgens sommigen kon alleen de eerste, volgens anderen konden beide categoriën den bin beloopen. Aan die twijfel is door 's Pau sen Motu proprio een einde gemaakt: beide categoriën kunnen geëxcommuni ceerd of in den ban geslagen worden. Men ziet du9, dat het motu proprio de oude wet niet op een in het leven der Katholieken ingrijpende wijze heeft ver anderd. Maar zoo kan men opwerpen dan is toch door dit nieuwe decreet weer eens in het licht gesteld, dat Katholieken, eigenlijk geen officier van justitie, geen politieagent of geen veldwachter kunnen zijn, want zij mogen geen geestelijke voor de rechtbank dagen, en tegen geen gees telijke een proces-verbaal opmaken, of schoon de wet hen daartoe verplicht. De ze reeds dikwijls gemaakte opwerping be rust op een niet-kennen van de kerkelijke wet. Een geestelijke voor de wereldlijke rechtbank brengen, wordt dan alleen be dreigd met ex-communicatie, als het v r ij- willig geschiedt, en bovengenoemde personen zijn door hun ambt gedwon gen. Maar zoo werpt men vervolgens op voor particuliere personen is het toch verboden een geestelijke aan te kla gen voor de wereldlijke rechtbank, als zij niet te voren den bisschop verlof vragen. Ja, dit is waar. Doch welk nadeel brengt dit aan den Staat? Als een vereeniging van personen besluit om, wanneer een der le den een wetsovertreding begaat, niet ter stond daarvan een rechtszaak te maken, doch eerst te trachten het in der minne te schikken, is zulk een handelwijze dan „staatsgevaarlijk?" Daarenboven: de bis schop moet, als hij de kwestie niet tot tevredenheid van den aanklager kan op lossen, het gevraagde verlof geven. Men ziet, dat er geen enkele gegronde reden bestaat, om zich zoo te verzetten tegen deze kerkelijke wet Wij denken hier onwillekeurig aan de vrijmetselarij. Zij is internationaal, zij werkt h e i m e 1 ij k, zij geeft geheime bevelen aan hare ledenenmen denkt er niet aan haar „staatsgevaarlijk" te noe men. De beroemde Duitsche bisschop Mgr. Ketteler schreef in 1862 een geschrift waarin hij, doelend op de vrijmetselarij, den eisch stelde, dat de Staat alle geheime genootschappen zou verbieden. Men dacht er niet aan, om aan dezen gerecht- vaardigden eisch gehoor te geven. En de Kerk! Haar valt men aan zon der eenige gegronde reden het is het geheim van den haat. Zij is „staatsgevaarlijk", ofschoon zoo waar is, wat de president der Ameri- kaansche republiek, Taft, dezer dagen ge tuigde, dat de Katholieke Kerk recht heeft op eerbiediging van andersdenkenden, omdat zij het hechtste bolwerk is voor het gezag in den Staat, en dus den bloei van den staat bevordert. Naast het geheim van den haat noemen de godgeleerden het geheim van de lief de. Nooit heeft een menscli of een leer door alle eeuwen heen en op alle plaatsen der wereld in de harten der menschen zulk een onbaatzuchtige, alles-offerendel alles-verdragende liefde gewekt als de God-Mensch en Zijn Kerk! Naast de diepe duisternis van den haat moet ook in onzen tijd de liefde lichten. Zij moet uitlaaien in brandende gloed uit ieders hart; zij moet stralen als de zo- mer-zon op volle middaghoogte boven ons gemeenschappelijk leven en streven en werken; zij moet wegvagen alle scha duw van onderlinge twist, van verdacht making, van afbrekende critrek en bedil zucht. Het trekt soins de aandacht, hoe mannen, die het als hun bijzondere levensroeping moesten beschouwen, de goede zaak al léén door positieven arbeid te dienen, hun heil zoeken in afbrekende critiek. Maar deze fout is ook zoo menschelijk dat niemand, tenzij hij zich onderwerpt aan een gestadige zelf-critiek, er aan kan ontkomen. Wij moeten naast den haat tegen Christus' Kerk door onderlinge samen werking plaatsen de liefde voor Chris tus' Kerk. Onfeilbaar zeker weten wij, dat de Kerk triumfeeren zal, maar, naar de mate on zer krachten, mede te werken aan die triuinf, is onze eer, is onze plicht. 'n Hersenschim. Omdat alleman een beurt moet hebben kijkt nu de vHjhandelsboeman om het hoekje bij onze Zeevisschers om ze bang te maken met het praatje dat de uitrus ting voor de visscherij duurder zou wor den. Hoe men er aan komt, is slecht uit te maken. Immers wat we voor de visscherij noo- dig hebben, maken we zelf ij? grooter hoeveelheid dan we zelf noodig hebben. Waar in het algemeen de grondstoffen niet belast worden, zullen ook de fa- bricagekosten niet grooter worden. Het blijtft dus bij het oude. Dat het afgeperkte product belast wordt bij invoer raakt ons ook niet. Waar wij toch van oudsher een zeeva rend, de visscherij beoefenend volk zijn geweest, is het te begrijpen dat de in dustrie, die zorgt voor de benoodigdhe- den, hoog ontwikkeld is. We zien het bij de Hollandsche netten die zeer gevraagd zijn in Duitschland en Engeland om hun kwaliteit. En zouden wij dan minder waardig spul uit het buitenland gaan be trekken? Neen toch! Zoodat we maar zeggen willen, dat het duurder worden der visscherijbenoodigdheden een her senschim is. V R. K. Middenstanders van Hillegom, Lisse en Sassenheim Zooals men elders in ons blad lean Jezen zal op Maandag a.s. te Lisse een vergadering worden gehouden om te ko men tot de oprichting van een R. K. Mid- denstandsvereeniging, onderafdeeling van de „Hanze", voor Hillegom, Lisse en Sassenheim. Op die vergadering zul len de vragen beantwoord worden Waarom Middenstandsvereenigingen Waarom Katholieke Middenstandsver eenigingen De noodzakelijkheid om zich te ver eenigen moet de middenstand inzien op straffe van zijnondergang, 't Is noodig, dat de middenstand zich ver- eenigt om te kunnen weerstand bieden aan de macht van het kapitaal, waren huizen, filialen, trusts, kartels, aan de macht van de arbeiderscoöperatie's, en om de fouten in zijn eigen gelederen, gemis aan vakkennis, aan een goedgeor dende boekhouding, aan solidariteitsge voel, te verbeteren. Vooral dit laatste ge brek, waardoor de eene winkelier in den anderen, zijn concurrent, zijn vijand ziet, moet verbeterd worden. Organisatie is de eenige, maar ook de zekere weg om den middenstand hulp te brengen. Zij zal die hulp brengen door een goed kredietwezen op coöperatieven grondslag, goed handels- en vakonder wijs, het oprichten van een incasso-bu reau, het oprichten van verzekeringen, coöperatie. Waarom zij Katholiek moet zijn Om dat de bisschoppen het willen, en dat gebod steunt op zwaarwichtige re denen. Laat u-niet overschetteren door het geroep, dat principieele midden standsorganisatie scheuring brengt. Voor eerst kan men door federatieve samen werking, doch met behoud van eigen zelf standigheid, zeer veel verkrijgen. En ten tweede bij het gelijktijdig bestaan van meerdere neutrale middenstandsver eenigingen, zooals te Amsterdam en te Rotterdam, vreest men voor die scheuring niet Alle R. K. Middenstanders van Hille gom, Lisse, en Sassenheim uit wei-be grepen eigenbelang op ter vergadering! V Er niet in geloopen. Natuurlijk niet ten believe der kleine luyden onder de kiezers, doch puur in het belang van de natie deed het Kamer lid Roodhuyzen na de verwerping van den duurtetoeslag door den Senaat aan de Regeering schriftelijk de volgende vraag Mag er op gerekend worden, nu de de Eerste Kamer de tegemoetkoming wegens duurte van levensmiddelen heeft geweigerd, dat de Regeering ten spoedigste de indiening van wetsvoor stellen zal bevorderen, waarbij aan die categorieën van Rijksambtenaren en Rijks werklieden, wier traktement blij kens de indiening zelve der toeslag- voorstellen door de Regeering te ge ring wordt geacht, om, bij welken te genslag ook, in het levensonderhoud te kunnen voorzien, verhooging van be zoldiging wordt toegekend? Een waarlijk vernuftige vraag. Zeide de Regeering neen, dan was zij harteloos en verdiende in 1913 te wor den ontzet uit haar gezag. Antwoordde zij ja, dan wekte zij ver wachtingen op,welke niet in 'n ommezien tje kunnen worden verwezenlijkt, zopdat ex allicht, aanleiding zoy ziin, om li,aar deswege in 1913 van haar gezag te ont heffen. Alzoo: een tweesnijdend zwaard, of eigenlijk driesnijdend, want de heeren Roodhuyzen c.s. meenen het toch maar wat echt, nietwaar, met allen, die graag verhooging van bezoldiging genieten. Minister Heemskerk is echter ook niet van gisteren. Z.Exc. antwoordde De Regeering heeft tegen de wijze waarop deze vraag is gesteld, bezwaar. Het is een strikvraag. Immers zij is gebouwd op de daarin uitgesproken onderstelling, dat het traktement van eenige categorieën van Rijksambtena ren en Rijkswerklieden door de Re geering te gering wordt geacht, om, bij welken tegenslag ook, in het le vensonderhoud te voorzien. De Regeering heeft echter, zoowel bij het schriftelijke als bij het monde ling debat, verklaard, dat zij tot hare voorstellen slechts in zeer bijzondere omstandigheden aanleiding heeft ge vonden, en ook na loonsverhooging gelijke bijzondere omstandigheden ge lijke ongelegenheid zouden kunnen te voorschijn roepen. Hieruit volgt, dat de vraag, zooals zij is gesteld, niet voor beantwoording vatbaar is en dat loonsverhooging niet ter zake van de verwerping der toeslagvoorstellen ver wacht worden, maar de Regeering, ge lijk reeds meermalen is medegedeeld, voortgaat, geleidelijk, waar noodig, verhoogingen aan te brengen. Uitstekend gezegd. Zoo blijft de zaak staan waar en zoo als zij stond vóór het duurtewetteke werd ingediend. Deze indiening was een uiting van het goede Jiart der regeering en nu gaat het waarlijk niet aan, van die goed heid gebruik te maken om te trachtenj heel het samenstel van salarieering der duizenden en duizenden ambtenaren en beambten op losse schroeven te stellen. Waar noodig blijft de regeering na tuurlijk bereid verhoogingen aan te bren gen en dit is practisch het beste stand punt dat zij kan innemen. En op de prac- tijk komt het toch eigenlijk vooral aan ALGEMEEN OVERZICHT. Van den beginne aan is men van Turk- sche zijde zeer gekant geweest tegen de bemiddelingspogingen omdat zij gelooven, dat zij in een goede positie zijn maar ook en vooral omdat zij overtuigd zijn dat, zoo zij al vrede zouden willen sluiten, de Arabieren er niet op gesteld zouden zijn. Daarover heeft nu weer^de sjah der Senoessi die op zichzelf een mogendheid mag heeten, den Sultan van Turkije een fermen brief geschreven. Hierdoor weet de Groote Heer nu, waar aan hij zich te houden heeft, als hij het de machtige sekte der Senoessi niet naar den zin makt en hij den vrede mocht wil len met Italië. „Ik vernam onlangs zoo schrijft de oppermachtige leider dat de groote mogendheden de Porte willen dwingen tot den vrede met Italië. Nu weet ik uit ervaring, dat Turkije niet in staat is ons, Arabieren, bij de verdediging van deze ge westen metterdaad te ondersteunen, zoo dat het Ottomanische rijk feitelijk thans reeds niet in staat van oorlog verkeert. Maar wij, Arabieren, zijn toch trotsch op het bloed, dat wij in den krijg hebben ge stort, niet voor Turkije, maar voor den Islam. Deswege verklaar ik dat, mocht de Por te den mogendheden ter wille zijn, en ons aan de ongeloovigen verkoopen, niets ons zal verhinderen een nieuw kali faat te vestigen, dat de macht en de eer van den Islam beter verdedigt." Dit laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. De Italianen in Tripolis kunnen het er óndanks hun troepenmacht nog niet bolwerken. In de Gazetta del Popoio wordt gespro ken over de gebleken noodzakelijkheid om meer troepen ten oorlog te zenden. Er zou thans dan ook sprake zijn van het zenden van een nieuwe divisie naar Barka behalve de troepen, die de lichting van 18S8 zullen aflossen. Voorts gaan ze blijkbaar weer een plek je elders zoeken om tegen te ageeren en succesjes a la den hertog der Abruzzen te behalen. De frankfurter Zeitung jd. maakt in een telegram uit Rome melding van een ambtelijke mededeeling der ltaliaansch4 regeering, waarbij deze zich volle vrif heid van handelen voorbehoudt met uit zondering van de Adriatische en Ionisch* zee. Men zegt, dat dit wijst op het vooiv nemen om de vloot opnieuw aan het wert te zetten tegen Turkije. De mijnwerkersstakiog bevindt zich nog steeds in hetzelfde sta« dium en maakt steeds meer slachtoffers, Echter kan een belangrijke ontwikkeling in den loop van zaken gemeld worden^ De regeering heeft beide partijen uitge- noodigd gemeenschappelijk met haar sa' men te komen. .Het bestuur van het ver« bond van mijnwerkers heeft toegestemd in een zoo spoedig mogelijk bijeenroepen van een nationale vergadering der mijn* werkers, teneinde haar het voorstel voof te leggen, doch het is niet in staat een aanneming daarvan aan te raden, tenzij het beginsel van het minimumloon van dé bespreking wordt uitgesloten. Een officieele bekendmaking zegt, dat de regeering meent, dat haar reeds aan de partijen voorgelegde voorstellen de billijkste middelen tot het tot stand bren* gen van een vergelijk aan de hand hebben gedaan, doch met het oog op ae moei- lijkheid om zonder onderlinge bespre king verder te komen had zij dezen stap gedaan. De nationale bijeenkomst van de ver tegenwoordigers der arbeiders zal Maan dagavond plaats hebben. Ook gelooft men dat enkele mijneigenaars de uitnoodiging der regeering hebben aangenomen. Op uitnoodiging van den minister van binnenlandsche zaken zijn de vertegen woordigers van de voornaamste spoor^ wegmaatschappijen in het Vereenigde Ko- ninkrijk gistermiddag aan het ministerie van binnenlandsche zaken bijeengekomen teneinde den dóór de kolenstaking ge* schapen toestand te overwegen en zich te vergewissen in hoever de maatschap pijen het verkeer op de lijnen kunneai handhaven. De beraadslaging Is geheim gebleven. Ook voor de vloot ducht men gevaat van de staking. De bevelvoerende admi raal te Portsmouth heeft gistermiddag een bevel uitgevaardigd, aan de vloot, waarin hij gelast tijdens de staking zoo veel mogelijk zuinigheid te betrachten bij het gebruik van kolen, daar het fei telijk onmogelijk is nieuwe voorraden td verkrijgen. Wat de staking in Duitschland. aangaat wordt gemeld dat voor Zondag meer dan 60 vergaderingen van mijn' werkers bijeen geroepen zijn. In dezd vergaderingen zullen de besluiten van de voordien plaats vindende samenspre- king van het verbond, welks besprekin gen geheim zijn, bekend worden ge maakt. De meest talrijk bezochte verga' (ieringen zullen plaats hebben te Bo- chum, te Gelsenkirchen en te Dortmun<L In de laatste bijeenkomst zal waarschijn lijk de voorzitter van den socalistischenl Ouden bond van mijnwerkers, de rijks' dagafgevaardigde Sachse, als spreker op treden. De leiders der christelijke vakvereeni- gingen blijven zich tegen een staking verklaren. Versterkingen van de gendarmerie en! de politie blijven in het Roerbekken aan komen militairen zijn er echter tot nog toe niet heengezonden. Nog meldt de „Lokal Anzeiger" daf gisterenmiddag de Staatssecretaris van) binnenlandsche zaken Dr. Delbruck, alia Rijksdagafgevaardigden, die met de mijn werkers in betrekking staan, tot een be spreking heeft uitgenoodigd. Aan de be spreking namen twee socialisten deel, 1 Pool, een Centrumman en een lid vari de economische vereeniging deel. Over de uitkomst van de bespreking wordf niets bekend gemaakt. Er verluidt echter naar wij vernemen, dat de deelnemer* aan de bespreking allen op het stand punt stonden, dat de eenig mogelijke wij ze, om het uitbreken van een staking té vermijden, zou zijn, dat de regeering do eigenaars van de mijnen er toe bracht hunnerzijds de arbeiderscommissies bij een te roepen, om hun een bindende be lofte te doen over loonsverhooging. An' ders was een staking onvermijdelijk. Men rekent er dan ook op, dat van de 350.000 arbeiders Maandag 150.000 hel werk zullen neerleggen. Uit Lens, in het departement Pas dd Calais

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 1