RONA
Cacao
Van Houten's
Kiezerslijst.
Uit de Pers.
j De beste voor den prijs
Liefde en Haat.
ingezonden Mededeelingen.
Derde Blad, behoorende
bijDeLeidscheCourantvan
Zaterdag 2 Maart no. 729.
23 Maart ter visie ligging en verkrijg
baarstelling der voorloopige kiezerslijst
fcn 'oijbehoorende lijsten.
23 Maart tot en met 15 April gelegen
heid tot reclame.
Tot 21 April: ter visieligging en ver-
brijgbaarstelling der reclames.
Vóór 15 Mei: definitieve vaststelling
fier kiezerslijst.
(VV.e zullen dit lijstje nu en dan af-
ttrukken. Aanzien doet gedenken.
Een lied per week.
No. 37 uit „De Leeuwerk".
Boerenvreugde.
(Een oud boereuliedeke.) i
boeren en boerinnen,
,Wij werken dag en nacht,
Wij ploegen en wij spinnen,
En wij zingen uit alle macht;
Lieve Heer! Kost en kleer,
Kost en Kleer,
't Hemelrijk en dan niet meer!
Lieve Heer! Kost en kleer,
Kost en Kleer,
't Hemelrijk en dan niet meer!
,Wij spitten en wij «paaien,
Oeheelc dagen lang;
Wij zaaien en wij maaien,
En wij zingen dezen zang:
(K eervers).
Wij eten alle dagen
Van boekweit lekk're pap;
Zoo vullen we onze magen,
En wij zingen even rap:
(Keervers).
Wij eten zoete boter,
En melk lescht onzen dorst;
Zoo worden wij al grooter,
En wij zingen uit volie borst:
(Keervers).
Wij dekken geene tafel,
Een stuksken uit de hand,
Dat smaakt ons als een wafel,
En wij zingen over 't land
(Keervers).
Wordt alles duurder?
In het tweede artikel ter beantwoor
ding van de bovengestelde vraag, schrijft
de (A. R.) Rotterdammer:
Wij ontkenden niet, dat bij het heffen
'der zoogenaamde fiscale rechten, het be
lasten van den invoer van artikelen,
(welke hier ft lande niet worden ver
vaardigd, een prijsstijging zal intreden.
jEchter voegden wij er aanstonds bij, dat
tie keuze dezer artikelen in het or.twerp-
Kolkman zoo was geschied, dat daarbij
pp lieden met geringe draagkracht
(Weinige lasten werden gelegd en hoofd
zakelijk weeldeartikelen werden getroffen.
.Bovendien toonden wij aan, hoe deze
fiscale rechten slechts een zeer onderge
schikte plaats innemen en dat het hoofd
zakelijk gaat om bescherming van waren,
welke in Nederland zeer wel gefabriceerd
kunnen worden..
En op de vraag nu: hoe staat het
met deze: moet hier niet, wil de pro
tectie doel treffen en zullen de buiten-
ïandsche waren geweerd worden, prijs-
verhooging intreden? geven ijw een be
slist ontkennend bescheid.
Allereerst dient te worden opgemerkt,
lioc geen oogenblik de meening mag
postvatten, dat, al ware het tegendeel
liet geval en het „alles wordt duurder"
eene gerechtvaardigde klacht, daarmee
fiet pleit onherroepelijk ten nadeele van
bescherming zou zijn beslecht. Voor de
uitbanning van protectie zijn nog andere
wapenen noodig dan dure petten en dure
klompen, hoeveel lawaai men hiermee
ook moge maken. Voor de welvaart
van een land is niet beslissend, dat prijzen
der artikelen laag zijn. Meerdere econo
men van naam erkennen, dat hooge prij
zen veelszins een gunstig teeken kunnen
zijn van een gelukkigen welstand.
Bescherming, zoo zegt het blad, stuurt
juist aan op de verbreeding van ons
arbeidsveld, op de verhooging onzer na
tionale energie.
Terecht wordt in de Memorie van Toe
lichting opgemerkt, dat de toestand zoo
is, dat ons land het afzetgebied van de
overproductie van andere landen is ge
worden. Dc vervaardiging van talrijke
artikelen, die ten onzent vele afnemers
vinden, geschiedt buiten onze grenzen.
De levering van telegraafbehoeften, ook
aanzienlijke werken op electriciteitsgebied
gaan altijd weer naar het buitenland.
Behoudens de gloeilampfabricage is de
gansche ontwikkeling der electriciteits-
industrie buiten de Ncderlandsche indus
trie omgegaan. Meerdere bedrijven ver-
keeren in hetzelfde geval. Het weren van
dien bovenmatigen buitenlandschen in
voer moet aan onze nationale nijverheid
ten goede komen en behoeft allerminst
tot verhooging der prijzen aanleiding te
geven.
Immers doordien bij minderen invoer
der vreemde artikelen de binnenlandsche
producten veel ruimer afzetgebied vinden,
kunnen de productiekosten verlaagd wor
den, kan de fabrikant lagere prijzen be
dingen, terwijl zulks hem toch nog voor
deden oplevert. De grootere binnenland
sche concurrentie die tal van nijvere han
den tot arbeid oproept, moet remmend
op de prijsstijging werken.
Dat we hier maar niet een ijdel toe
komstbeeld hebben, blijkt uit hetgeen
werd vernomen uit de kringen der meel
fabrikanten, toen zij gehoord werden
over het matige recht op den invoer van
buitenlandsch meel. Meer dan één ver
klaarde zich daartegen, wijl dan meerdere
fabrieken zouden verrijzen, het aantal
ondernemers aanmerkelijk vermeerderen
en bij de scherpere concurrentie het
winstcijfer naar beneden zou gaan.
In deze voorstelling moge eenige over
drijving schuilen, dat inderdaad de bin
nenlandsche productie zal vermeerderen
is kwalijk voor tegenspraak vatbaar.
Zeker, sommige afnemers zullen immer
aan buitenlandsch fabrikaat de voorkeur
blijven geven. Daarom zullen zij dan nu
dieper in den zak moeten tasten of wel
de buitenlandschc importeur zal een deel
van zijn winst laten vallen. Om niet alle
vraag te verliezen, zal de vreemdeling
een stuk van den prijs moeten opgeven.
Een merkwaardig voorbeeld hiervan vin
den wij in hetgeen voor eenigen tijd de
bladen meedeelden, fn België bestaan een
groot aantal fabrieken van naaigaren. De
invoer is zwaar belast. Nu levert de ver
maarde onderneming van Brooks Co.
veel goedkooper in België dan in andere
landen. Alleen voor de Belgen wordt dit
voordeel gereserveerd. Zoekt iemand uit
Nederland in België Brook's garen te
betrekken, dan wordt den overtreder nim
mer meer garen geleverd, al biedt hij den
dubbelen prijs. Die voordeelen van
Brooks Co. kunnen wij voor ons
bedingen.
De tegenwerping kan worden gemaakt,
dat de industrie niet aanstonds zoo hooge
trap kan innemen, dat zij tot concur
rentie met de buitenlandsche in staat is.
Inderdaad kan zich dit soms voordoen,
maar de practijk van andere landen leert,
dat enkele artikelen dan wel tijdelijk
duurder worden, maar nadat de bescher
ming goed heeft doorgewerkt, kan de
industrie zich breeder ontwikkelen, waar
na prijsdaling volgt.
Eindelijk late men zich niet op een
dwaalspoor brengen door de bewering,
dat bij protectie de binnenlandsche fabri
kanten zich tot trust of kartel vereenigen,
en de markt beheerschend naar willekeur
de prijzen opdrijven. De matige bescher
mende rechten door Minister Kolkman
sluiten den buitenlandschen mededinger
niet geheel uit. En bovendien kunnen
deze ondernemersbonden slechts bloeien
op beperkt terrein. Oeheel ajndere om
standigheden dan het al of niet bestaan
van beschermende rechten beslissen over
haar bestaan. In Engeland, het land van
den vrijhandel, bloeien ze. Nog onlangs
gaf Lee uit zijn „The triumph of the trusts
under freetrade": de triomf van de trusts
onder vrijhandel.
In het geroep: „Alles wordt duurder"
schuilt veel, zeer véél onheilig vuur.
Onderwijsstrijd.
Naar aanleiding van de debatten, in de
Tweede Kamer gehouden over het
„Bouwwetje", schrijft het C e n t r u m
Het Bou wwetje heeft Links de traditio-
neele sluizen der welsprekendheid wa
genwijd opengezet.
Reeds hebben de heeren Roodhuizen
en Ter Laan hun hart gelucht en van
daag is als eerste spreker de heer Kete
laar aan het woord.
Zij allen kantten en kanten zich tegen
het ontwerp.
En ook de liberale pers laat zich niet
onbetuigd.
De oude palstaandersgeest wordt weer
vaardig over de Linkerzijde en voorspelt
weinig goeds tegen den tijd, dat een alge-
heele oplossing van het onderwijsvraag
stuk moet worden beproefd.
Het „Vaderland" schrijft vol grimmig
heid
De Regeering wil het onderwijssub-
sidie maar weer verhoogen, het door dr.
Kuyper zoo knusjes gedoopte bouwwet-
teke zal al weer twee ton meer aan de
bijzondere scholen opleveren, de verhou
ding van den rijkssteun aan openbaar en
particulier onderricht te eenen male ver
storen, het ontstaan van kleine schooltjes
bevorderen, de verbrokkeling verergeren,
splitsing naar allerlei richtinkjes, ja, naar
persoonlijke sympathieën in de hand
werken en zooveel meer. Met dat al
is het stelselloos, het geeft niet alleen 't
verhoogd subsidie voor nieuw te bouwen
of te verbouwen scholen, maar ook voor
de bestaande schoolgebouwen. De rech
terzijde echter knabbelt altoos meer uit
de Staatsruif weg en naarmate het Rijks-
geld ruimer vloeit, neemt de liberaliteit
der broeders af."
Herinnert deze toon niet aan de meest
bewogen dagen van den schoolstrijd?
De „N. Rott. Crt." pleit harerzijds voor
„frontmaken"
„Een voorstel als het thans aanhangige,
maar in nog veel sterkere mate een amen
dement als het thans ingediende maken
ook voor hen, die gaarne willen erkennen
dat onder bepaalde omstandigheden het
bijzonder onderwijs een levenwekkende
kracht en een gezonde prikkel kan zijn,
front maken" schier onvermijdelijk."
Het is goed van deze ontboezemingen,
die evenvele waarschuwingen zijn, nota
te nemen.
Wanneer men thans reeds zoo fulmi
neert, wat zal het dan worden wanneer
een definitieve regeling van het school-
vraagstuk aan de orde komt?
De Onderwijzersmeeting.
De ofschoon gerechtvaardigde, maar
todh soms te felle critiek, die is gele
verd op de salarismeeting der onderwij
zers te 's Gravenhage, geeft het Huis
gezin aanleiding tot de volgende ont
boezeming onder den titel: Overijverig.
Er zijn mensdhen, die overal socia
lisme zien.
Het is waarlijk niet minister Talma
alleen, die voor een gevaarlijk staats-
sodialist wordt gehouden.
Wanneer een Katholiek blad op ge-
Sbied Van sociale wetgeving en kiesrecht
vooruitstrevende denkbeelden huldigt en
eens een forscÜi woord bezigt, dan zijn
er aanstonds zelfs ook in sommige
gevallen voor een forsch woord en er
ger, niet vervaard die het socialis
tisch spook laten verschijnen.
Komen onze Katholieke werklieden,
wier woorden niet op een goudschaaltje
gewogen mogen worden, ronduit als ze
zijn en resoluut uit den hoek, dan wor
den ze al heel gauw verdacht, van so
cialistisch te denken en te voelen.
Hebben Katholieke onderwijzers met
veel warmte en geestdrift voor lotsver
betering geijverd en luide van het on
voldoende hunner salarisregeling ge
tuigd, dan wordt hun socialistisch den
ken en een socialistische geest toege
schreven.
Ons wil liet toeschijnen, dat men hier
wat overijverig is.
Men kan zeer goed niet met elk ge
bezigd woord instemmen, hetgeen ge
sproken en gedaan is min betamelijk
vinden, en toch weigeren honderden en
honderden Katholieke onderwijzers het
grievende verwijt aan te doen, dat zij
onder de suggestie van het socialisme
zijn gekomen.
Laten wij met dergelijke beschuldi
gingen, wat, neen, zéér voorzichtig zijn.
Men behoeft ook het „Volk" en con
sorten niet de onrechtmatige vol
doening te gunnen, als zou de socialis
tische leer langzamerhand in Katholie
ke kringen al zoo ver en zoo diep zijn
doorgedrongen, dat men niet enkel on
der de volksmassa, maar ocJk onder de
meer ontwikkelden bij honderden vindt
die socialistisch denken.
Land- en Tuinbouw.
Nederl. Tuinbouwraad.
Te Utrecht is Donderdag de 4e al
gemeen e vergadering gehouden van den
Ned. Tuinbouwraad, onder leiding .van
den vice-voorzitter den heer Ernst H.
Krelage. In zijn openingsrede herdacht
deze het verlies voor den Raad van mr.
J. C. de Marez Oyens, aan wiens nage
dachtenis hij eerbiedige hulde bracht
Naast deze droevige herinneringen me
moreerde spr. het luisterrijke bloemen-
feest van Boskoop en de vruchtenweelde
van de fruittentoonstelling te Eist.
Het afgeloopen jaar, dat zich op zoo
buitengewone wijze onderscheidde door
ongekend felle hitte en lange droogte,
leverde juist tengevolge van den hoogst
ongunstigen toestand in de ons omrin
gende landen, voor onzen tuinbouw niet
onaanzienlijke voordeelen op.
Ten aanzien van de bloembollenteelt
kan worden vermeld, dat de teelt zich
meer uitbreidde en de uitvoer toenam.
Dank zij de vorming van de groep Hya
cinth enkweekers van het Holl. Bloem-
bollenkweekersgenootsdhap konden de
voor den aanvang van het handelssei-
soen in samenwerking met de overgroo-
te meerderheid van de exporteurs vast
gestelde prijzen voor de zoogenaamde
rommel en beddingkwaliteit van de hya
cinthen zich handhaven, terwijl de voor
raad werd opgeruimd.
Een soortgelijk gunstig beeld geven
de officieele cijfers van den uitvoer in
1911, die spr. als volgt mededeelde:
bloembollen 17.308.400 k.g., levende
bloemen, bladen, takken, siergrassen enz
1.002.100 k.g., boomen en heesters, met
vrucSitboomen uitgezonderd 11.649.500
k.g., vruchtboometi 108.900 k.g., plan
ten in poften en kuipen 75.500 k.g.,
alle andere planten stekken, afleggers
entrijs, enz., 1.223.000 k.g., aardbeien
4.814.000 k.g., appelen 15.668.800 k.g.
peren 3.138.700 k.g., noten 165.200 k.g.
druiven 257.900 k.g kersen 1.902.000
kruisbessen 2.36S.900 k.g., zwarte aal
bessen 442.200 k.g., roode en witte aal
bessen 1.075.500 k.g. uien en sjalotten
41.137.900 k.g., sluitkool 43.682.000 k.g.
bloemkool 14.884.500 k.g., komkommers
en augurken 45.354.200 k.g.
Dit beteekent, vergeleken bij den uit
voer over het jaar 1910, een geringe
vermindering voor vruchtboomen, kruis
bessen, zwarte bessen, bloemkool, uien
en sjalotten, een belangrijke afne
ming voor planten in potten en andere
planten, stekken, enz., maar daarentegen
een vermeerdering van uitvoer voor
alle andere artikelen, waaronder vooral
belangrijke toeneming van uitvoer kan
worden geconstateerd voor levende bloe
men, aardbeien, noten, druiven, kersen
roode en witte bessen, sluitkool, kom
kommers en augurken.
Blijkt uit een en ander, dat buiten
gewone weersgesteldheid geen nadeeli-
gen invloed op den oogst van de ver
schillende tuinbouwproducten heeft ge
had, veel sjchade is in sommige tuin
bouwstreken teweeg gebracht door den
storm van 30 September, en wel in
hoofdzaak materieele scihade aan broei-
glas, en dergelijke.
Van de regeeriiigsbemoeiing voor den
tuinbouw wordt in de eerste plaats ver
meld de stichting van de Rijkstuinbouvv-
winterschool voor de bloembollenstreek,
Ieder die een proef
neemt met
zal tevreden zijn en
moeten erkennen dat
deze cacao is
1 Kg. ƒ1.50 V4 Kg.fOA2i
-0.80 Ho.. -0.18
FEUILLETON.
ROMAN UIT WESTFALEN.
77)
Zoo was clan bij al den tegenslag
toch een klein gelukje geweest. De jon
ge boer sidderde, tóen hij dacht, dat op
Iflen vlakken landweg de bliksem even-
?oed hemzelf als zijn paard had kunnen
reffen. Dat had hem dan wellicht het le-
yen gekost en hij werd datfkbaar gestemd
jjegens God, die hem althans voor dit on-
Ticil behoedde.
Maar de zorgenEr kon volstrekt
{geen sprake van zijn, Marchwitz iets te
betalen. De opbrengst van het houit
*noest hij voor den aankoop van een
nieuw paard bestemmen, dat hij hoe eer
der zoo beter moest koopen, ofschoon
.de paarden op 't oogenblik duur waren.
$/oorts wachtten hem aanzienlijke ge
rechtskosten. Neen, Ihij kwam met heit
beschikbare geld niet toe en zou mis
schien nog meer moeten leenen. Als dat
Jt6ó doorging!
X.
Op den avond van dezen noodlottigen
dag liep een oude man over de heide,
die eveneens heden het laatste sprankje
hoop had prijsgegeven, 't Was de vader
van Karei Plemping.
Door Karel's tussdhenkomst was de
veiling van de boerderij in het voorjaar
voorkomen. Vandaag had de hagel zijn
geheelen oogst en daarmee zijn vooruit
zichten op behoud van den hof vernie
tigd. 't Had geen doel meer langer den
zwaren strijd vol te houden. De kinde
ren moesten maar zien zich door het
leven te slaan hij wilde bij Karei zijn
intrek nemen, hopende daar rust te vin
den. Nu ging hij naar „Heidehoeve" om
Job Weikamp op te zoeken. Deze hield
tot nu toe nog in de hei woning ver
blijf, omdat hij niet geslaagd was el
ders een onderkomen te vinden. De oude
man hoopte, dat Weikamp den hof van
hem zou koopen. Op deze wijze bleef de
bezitting ongeschonden en kreeg hij er
denkelijk eenige talers meer voor.
Plemping sleepte zich met moeite voort.
Zijn jaren drukten hem^aren van ver-
geefsch worstelen in den strijd om het
bestaan en van geregelden achteruitgang.
Weliswaar werd in enigen boer door het
zelfde. lot getroffen; arm Y.a.n hol en li^is
te moeten scheiden. Men behoefde maar
veel ongeluk te hebben om dat lot te
ondergaan.
Plemping moest echter zijn ongeluk
voor een deel aan zich zelf wijten. Toen
hij begon te boeren, bezat hij een onbe-
lasten hof; zijn vrouw bracht tamelijk veel
geld mede en het geluk was hem gunstig.
Doch spoedig verdriette de arbeid hem;
waarvoor had hij knechten als hij zelf
even hard moest meewerken? Hij wen
de zich er aan druk de herbergen te be
zoeken, en toen de eerste tegenvallers
kwamen, werd hij verdrietig en zocht
ruzie, waardoor hij zich in processen wik
kelde. Of hij ze won, of verloor, één zaak
bleef dezelfde: hij moest altijd betalen.
Spoedig viel hij in de handen van woe
keraars, die zorgden hem geheel in zijn
macht "te krijgen. Zijn "bestaan was sinds
jaren niets anders dan schijn; hij moest
leven bij de goedgunstigheid van zijn
schuldeiSchers. Toen Karei met de doch
ter van heerboer Tweehuis omgang kreeg
strooide hij, om zijn crediet en zijn aan
zien te vermeerderen, het praatje van een
groote erfenis rond. Helaas had hij ook
daarmede geen geluk! De leugen werd
spoedig ontdekt, waarmede heni alle hoop
ontging de boerde, ij te behouden. Reeds
in liet voorjaar dreigden de schuldeischers
den hof publiek te zu^lea verkoopen.
Karei kwam tusschenbeide en betaalde
de verschuldigde rente. Dat was het laat
ste uitstel; vandaag was de termijn afge
loopen. Maar hij wist, dat Weikamp voor
nemens was een boerderij te koopen en
wilde daarom heden den stap doen, die,
zooals de zaken nu stonden, zoo niet
morgen, dan toch overmorgen gedwon
gen zou worden gedaan.
Het was pikdonker, toen Plemping zijn
bestemming bereikte. De drie bewoners
van „Heidehoeve" zaten voor de deur
en babbelden over koetjes en kalfjes. Het
had hier niet gehageld en ook de regen
had geen schade aangericht. Job meende
dat hij gedurende den oogsttijd zich er
gens als maaier moest verhuren. Op de
heiwoning was geen arbeid genoeg voor
hem en lediggang viel niet in zijn geest.
Clemens keerde plotseling het hoofd
om en zeide: „Daar komt iemand aan.
Wie mag dat wel zijn?"
De oude Plemping trad naderbij. Cle
mens bood hein een stoel aa i, doch
Trees stond snel op en pakte haar brei
werk bijeen. Zij wilde niet in het gezel
schap verkeeren van een man, van wicn
zij niet vergeten kon, dat hij haar door
bedrog voor zijn zoon trachtte te winnen.
Plemping wees de stoel van de hand.
„Ik heb iets met Job [Weikamp te be
spreken", sprak hij.
te Lisse, welke op 17 Februari 1.1. geo
pend werd. Voorts wordt herinnerd aan
het tot stand komen van de Plantenziek
te wet, geheel in den geest van de daar
toe door den Tuinbouwraad aan de re
geering gedane verzoekeai en aan haar
verstrekte adviezen. Ook uit die wet
voortvloeiend Kon. besluit betreffende
de bestrijding van den kruisbessenmeel-
dauvv kwam tot stand. Hoogst belang
rijk voor den tuinbouw belooft de mede-
deeling te zijn die in de openingsrede
van de zitting der Staten Generaal werd
gedaan ter zake van de telefonie. Met
de algemeene strekking van het wetsont
werp tot verstrekking van grond aan land
arbeiders kon eene commissie uit hetbe-
stuur, die het ontwerp bestudeerde, zidh'
wel vereenigen.
Tot minder opgewektheid stemt het
ontwerp Tariefwet. Naar de meening van
de overgroote meerderheid van het cen
traal bestuur laat liet levensbelang van
den tuinbouw geen andere gedragslijn
toe dan een krachtige bestrijding van
het tariefontwerp.
Naar spr.'s oordeel heeft de Tuin
bouwraad zich in de naaste toekomst
ernstig bezig gehouden met den afzet
der producten naar het buitenland, en
wel speciaal voor zooeevl groenten en
fruit betreft Onze bloembollen, onze
heesters, planten en boomen, onze za
den vinden hun weg wel. i
Ten slotte besprak spr. de Kon. Inter
nationale Tuinbouwtentoonstelling te
Londen, waar eenige Nederlandsche vak-
genooten de eer van onzen tuinbouw,
gaan ophouden van 2230 Mei. De com
missie uit den Tuinbouwraad is er in
geslaagd een keur van inzendingen van
allerlei aard bijeen te brengen, die in
een afzonderlijke Nederlandsdhe afdec-
ling zullen worden tentoongesteld, een
oppervlakte beslaande van 10.000 vierk.
Eng. voet of 1200 vierk. M.
Goedgekeurd werd de rekening en ver
antwoording over 1911, sluitende met
een batig saldo van f426.65Ook dc
begrooting 1912 (in ontvangsten en uit
gaven sluitende met f7526.65V2» niet
een post van f 426.65Vs voor onvoor
zien) werd aangenomen.
Voor den aanvang van de verkiezing
van een voorzitter vroeg de heer L. Mar
wijk, uit Loosduinen, of er staat op kon
gemaakt worden, dat de politiek steeds
buiten den Tuinbouwraad zal blijven.
De heer Krelage meende namens het
geheele centraal bestuur volmondig-hier
op te mogen antwoorden, dat inderdaad
de politiek steeds buiten den Tuinbouw
raad zal worden gehouden.
Tot voorzitter werd daarna gekozen
met 129 van de 134 uitgebrachte stem
men gekozen jhr. mr. W. Th. C. v. Doorn
te 's Gravenhage, lid van de Tweede Ka
mer. Tot leden van het centraal bestuur
werden herkozen de heeren S. Zeeman,
te Zuidscharwoude, (groententeelt), N.
„Ga dan maar met Job in huis", ant
woordde Clemens. Beiden gaven aan de
zen raad gevolg.
Trees zat alleen in de kamer en breid
de. In het aangrenzend vertrek hoorde zij
druk gepraat. Wat zou Plemping wel
wenschen? Zou hij thans geneigd zijn
den hof te verkoopen? Zij dacht aan den
dag, waarop Job haar van z'ijn plannen
om de boerderij van Plemping te koopen
vertelde en herinnerde zich zijn toon en
blfk, toen hij zeide: Het gaat t'gens
niemand aan. Zij had zich da „r ver
heugd. Voor Job's bekwaamheid en ach
tenswaardigheid had zij respect. Zij
mocht hem gaarne lijden. Als hij boer was
en haar dan zou vragen hm, zij zou
beslist geen „neen" zeggen. En dat er
kans bestond, dat Job haar eens die vraag
zou doen, had haar vrouwelijke scherp
zinnigheid reeds lang ontdekt. Hij had
haar wel nooit over deze zaken gespro
ken en onthield zich van allerlei attenties
die zijn gevoelens konden verraden, maar
zij bemerkte zijn bedoelingen en dat was
haar genoeg. Het leven in de eenzaam
heid zou een einde nemen. Zij zou wor
den waarna zij steeds had gestreefd:
meesteres van een hof. Hoe heerlijk moesl
dat wezen aan de zijde van een eerlijken
braven man als Job Weikamp.
(Wordt vervolgd.)