RONA Cacao Van Houten's Kiezerslijst. Uit de Pers. j De beste voor den prijs Liefde en Haat. ingezonden Mededeelingen. Derde Blad, behoorende bijDeLeidscheCourantvan Zaterdag 2 Maart no. 729. 23 Maart ter visie ligging en verkrijg baarstelling der voorloopige kiezerslijst fcn 'oijbehoorende lijsten. 23 Maart tot en met 15 April gelegen heid tot reclame. Tot 21 April: ter visieligging en ver- brijgbaarstelling der reclames. Vóór 15 Mei: definitieve vaststelling fier kiezerslijst. (VV.e zullen dit lijstje nu en dan af- ttrukken. Aanzien doet gedenken. Een lied per week. No. 37 uit „De Leeuwerk". Boerenvreugde. (Een oud boereuliedeke.) i boeren en boerinnen, ,Wij werken dag en nacht, Wij ploegen en wij spinnen, En wij zingen uit alle macht; Lieve Heer! Kost en kleer, Kost en Kleer, 't Hemelrijk en dan niet meer! Lieve Heer! Kost en kleer, Kost en Kleer, 't Hemelrijk en dan niet meer! ,Wij spitten en wij «paaien, Oeheelc dagen lang; Wij zaaien en wij maaien, En wij zingen dezen zang: (K eervers). Wij eten alle dagen Van boekweit lekk're pap; Zoo vullen we onze magen, En wij zingen even rap: (Keervers). Wij eten zoete boter, En melk lescht onzen dorst; Zoo worden wij al grooter, En wij zingen uit volie borst: (Keervers). Wij dekken geene tafel, Een stuksken uit de hand, Dat smaakt ons als een wafel, En wij zingen over 't land (Keervers). Wordt alles duurder? In het tweede artikel ter beantwoor ding van de bovengestelde vraag, schrijft de (A. R.) Rotterdammer: Wij ontkenden niet, dat bij het heffen 'der zoogenaamde fiscale rechten, het be lasten van den invoer van artikelen, (welke hier ft lande niet worden ver vaardigd, een prijsstijging zal intreden. jEchter voegden wij er aanstonds bij, dat tie keuze dezer artikelen in het or.twerp- Kolkman zoo was geschied, dat daarbij pp lieden met geringe draagkracht (Weinige lasten werden gelegd en hoofd zakelijk weeldeartikelen werden getroffen. .Bovendien toonden wij aan, hoe deze fiscale rechten slechts een zeer onderge schikte plaats innemen en dat het hoofd zakelijk gaat om bescherming van waren, welke in Nederland zeer wel gefabriceerd kunnen worden.. En op de vraag nu: hoe staat het met deze: moet hier niet, wil de pro tectie doel treffen en zullen de buiten- ïandsche waren geweerd worden, prijs- verhooging intreden? geven ijw een be slist ontkennend bescheid. Allereerst dient te worden opgemerkt, lioc geen oogenblik de meening mag postvatten, dat, al ware het tegendeel liet geval en het „alles wordt duurder" eene gerechtvaardigde klacht, daarmee fiet pleit onherroepelijk ten nadeele van bescherming zou zijn beslecht. Voor de uitbanning van protectie zijn nog andere wapenen noodig dan dure petten en dure klompen, hoeveel lawaai men hiermee ook moge maken. Voor de welvaart van een land is niet beslissend, dat prijzen der artikelen laag zijn. Meerdere econo men van naam erkennen, dat hooge prij zen veelszins een gunstig teeken kunnen zijn van een gelukkigen welstand. Bescherming, zoo zegt het blad, stuurt juist aan op de verbreeding van ons arbeidsveld, op de verhooging onzer na tionale energie. Terecht wordt in de Memorie van Toe lichting opgemerkt, dat de toestand zoo is, dat ons land het afzetgebied van de overproductie van andere landen is ge worden. Dc vervaardiging van talrijke artikelen, die ten onzent vele afnemers vinden, geschiedt buiten onze grenzen. De levering van telegraafbehoeften, ook aanzienlijke werken op electriciteitsgebied gaan altijd weer naar het buitenland. Behoudens de gloeilampfabricage is de gansche ontwikkeling der electriciteits- industrie buiten de Ncderlandsche indus trie omgegaan. Meerdere bedrijven ver- keeren in hetzelfde geval. Het weren van dien bovenmatigen buitenlandschen in voer moet aan onze nationale nijverheid ten goede komen en behoeft allerminst tot verhooging der prijzen aanleiding te geven. Immers doordien bij minderen invoer der vreemde artikelen de binnenlandsche producten veel ruimer afzetgebied vinden, kunnen de productiekosten verlaagd wor den, kan de fabrikant lagere prijzen be dingen, terwijl zulks hem toch nog voor deden oplevert. De grootere binnenland sche concurrentie die tal van nijvere han den tot arbeid oproept, moet remmend op de prijsstijging werken. Dat we hier maar niet een ijdel toe komstbeeld hebben, blijkt uit hetgeen werd vernomen uit de kringen der meel fabrikanten, toen zij gehoord werden over het matige recht op den invoer van buitenlandsch meel. Meer dan één ver klaarde zich daartegen, wijl dan meerdere fabrieken zouden verrijzen, het aantal ondernemers aanmerkelijk vermeerderen en bij de scherpere concurrentie het winstcijfer naar beneden zou gaan. In deze voorstelling moge eenige over drijving schuilen, dat inderdaad de bin nenlandsche productie zal vermeerderen is kwalijk voor tegenspraak vatbaar. Zeker, sommige afnemers zullen immer aan buitenlandsch fabrikaat de voorkeur blijven geven. Daarom zullen zij dan nu dieper in den zak moeten tasten of wel de buitenlandschc importeur zal een deel van zijn winst laten vallen. Om niet alle vraag te verliezen, zal de vreemdeling een stuk van den prijs moeten opgeven. Een merkwaardig voorbeeld hiervan vin den wij in hetgeen voor eenigen tijd de bladen meedeelden, fn België bestaan een groot aantal fabrieken van naaigaren. De invoer is zwaar belast. Nu levert de ver maarde onderneming van Brooks Co. veel goedkooper in België dan in andere landen. Alleen voor de Belgen wordt dit voordeel gereserveerd. Zoekt iemand uit Nederland in België Brook's garen te betrekken, dan wordt den overtreder nim mer meer garen geleverd, al biedt hij den dubbelen prijs. Die voordeelen van Brooks Co. kunnen wij voor ons bedingen. De tegenwerping kan worden gemaakt, dat de industrie niet aanstonds zoo hooge trap kan innemen, dat zij tot concur rentie met de buitenlandsche in staat is. Inderdaad kan zich dit soms voordoen, maar de practijk van andere landen leert, dat enkele artikelen dan wel tijdelijk duurder worden, maar nadat de bescher ming goed heeft doorgewerkt, kan de industrie zich breeder ontwikkelen, waar na prijsdaling volgt. Eindelijk late men zich niet op een dwaalspoor brengen door de bewering, dat bij protectie de binnenlandsche fabri kanten zich tot trust of kartel vereenigen, en de markt beheerschend naar willekeur de prijzen opdrijven. De matige bescher mende rechten door Minister Kolkman sluiten den buitenlandschen mededinger niet geheel uit. En bovendien kunnen deze ondernemersbonden slechts bloeien op beperkt terrein. Oeheel ajndere om standigheden dan het al of niet bestaan van beschermende rechten beslissen over haar bestaan. In Engeland, het land van den vrijhandel, bloeien ze. Nog onlangs gaf Lee uit zijn „The triumph of the trusts under freetrade": de triomf van de trusts onder vrijhandel. In het geroep: „Alles wordt duurder" schuilt veel, zeer véél onheilig vuur. Onderwijsstrijd. Naar aanleiding van de debatten, in de Tweede Kamer gehouden over het „Bouwwetje", schrijft het C e n t r u m Het Bou wwetje heeft Links de traditio- neele sluizen der welsprekendheid wa genwijd opengezet. Reeds hebben de heeren Roodhuizen en Ter Laan hun hart gelucht en van daag is als eerste spreker de heer Kete laar aan het woord. Zij allen kantten en kanten zich tegen het ontwerp. En ook de liberale pers laat zich niet onbetuigd. De oude palstaandersgeest wordt weer vaardig over de Linkerzijde en voorspelt weinig goeds tegen den tijd, dat een alge- heele oplossing van het onderwijsvraag stuk moet worden beproefd. Het „Vaderland" schrijft vol grimmig heid De Regeering wil het onderwijssub- sidie maar weer verhoogen, het door dr. Kuyper zoo knusjes gedoopte bouwwet- teke zal al weer twee ton meer aan de bijzondere scholen opleveren, de verhou ding van den rijkssteun aan openbaar en particulier onderricht te eenen male ver storen, het ontstaan van kleine schooltjes bevorderen, de verbrokkeling verergeren, splitsing naar allerlei richtinkjes, ja, naar persoonlijke sympathieën in de hand werken en zooveel meer. Met dat al is het stelselloos, het geeft niet alleen 't verhoogd subsidie voor nieuw te bouwen of te verbouwen scholen, maar ook voor de bestaande schoolgebouwen. De rech terzijde echter knabbelt altoos meer uit de Staatsruif weg en naarmate het Rijks- geld ruimer vloeit, neemt de liberaliteit der broeders af." Herinnert deze toon niet aan de meest bewogen dagen van den schoolstrijd? De „N. Rott. Crt." pleit harerzijds voor „frontmaken" „Een voorstel als het thans aanhangige, maar in nog veel sterkere mate een amen dement als het thans ingediende maken ook voor hen, die gaarne willen erkennen dat onder bepaalde omstandigheden het bijzonder onderwijs een levenwekkende kracht en een gezonde prikkel kan zijn, front maken" schier onvermijdelijk." Het is goed van deze ontboezemingen, die evenvele waarschuwingen zijn, nota te nemen. Wanneer men thans reeds zoo fulmi neert, wat zal het dan worden wanneer een definitieve regeling van het school- vraagstuk aan de orde komt? De Onderwijzersmeeting. De ofschoon gerechtvaardigde, maar todh soms te felle critiek, die is gele verd op de salarismeeting der onderwij zers te 's Gravenhage, geeft het Huis gezin aanleiding tot de volgende ont boezeming onder den titel: Overijverig. Er zijn mensdhen, die overal socia lisme zien. Het is waarlijk niet minister Talma alleen, die voor een gevaarlijk staats- sodialist wordt gehouden. Wanneer een Katholiek blad op ge- Sbied Van sociale wetgeving en kiesrecht vooruitstrevende denkbeelden huldigt en eens een forscÜi woord bezigt, dan zijn er aanstonds zelfs ook in sommige gevallen voor een forsch woord en er ger, niet vervaard die het socialis tisch spook laten verschijnen. Komen onze Katholieke werklieden, wier woorden niet op een goudschaaltje gewogen mogen worden, ronduit als ze zijn en resoluut uit den hoek, dan wor den ze al heel gauw verdacht, van so cialistisch te denken en te voelen. Hebben Katholieke onderwijzers met veel warmte en geestdrift voor lotsver betering geijverd en luide van het on voldoende hunner salarisregeling ge tuigd, dan wordt hun socialistisch den ken en een socialistische geest toege schreven. Ons wil liet toeschijnen, dat men hier wat overijverig is. Men kan zeer goed niet met elk ge bezigd woord instemmen, hetgeen ge sproken en gedaan is min betamelijk vinden, en toch weigeren honderden en honderden Katholieke onderwijzers het grievende verwijt aan te doen, dat zij onder de suggestie van het socialisme zijn gekomen. Laten wij met dergelijke beschuldi gingen, wat, neen, zéér voorzichtig zijn. Men behoeft ook het „Volk" en con sorten niet de onrechtmatige vol doening te gunnen, als zou de socialis tische leer langzamerhand in Katholie ke kringen al zoo ver en zoo diep zijn doorgedrongen, dat men niet enkel on der de volksmassa, maar ocJk onder de meer ontwikkelden bij honderden vindt die socialistisch denken. Land- en Tuinbouw. Nederl. Tuinbouwraad. Te Utrecht is Donderdag de 4e al gemeen e vergadering gehouden van den Ned. Tuinbouwraad, onder leiding .van den vice-voorzitter den heer Ernst H. Krelage. In zijn openingsrede herdacht deze het verlies voor den Raad van mr. J. C. de Marez Oyens, aan wiens nage dachtenis hij eerbiedige hulde bracht Naast deze droevige herinneringen me moreerde spr. het luisterrijke bloemen- feest van Boskoop en de vruchtenweelde van de fruittentoonstelling te Eist. Het afgeloopen jaar, dat zich op zoo buitengewone wijze onderscheidde door ongekend felle hitte en lange droogte, leverde juist tengevolge van den hoogst ongunstigen toestand in de ons omrin gende landen, voor onzen tuinbouw niet onaanzienlijke voordeelen op. Ten aanzien van de bloembollenteelt kan worden vermeld, dat de teelt zich meer uitbreidde en de uitvoer toenam. Dank zij de vorming van de groep Hya cinth enkweekers van het Holl. Bloem- bollenkweekersgenootsdhap konden de voor den aanvang van het handelssei- soen in samenwerking met de overgroo- te meerderheid van de exporteurs vast gestelde prijzen voor de zoogenaamde rommel en beddingkwaliteit van de hya cinthen zich handhaven, terwijl de voor raad werd opgeruimd. Een soortgelijk gunstig beeld geven de officieele cijfers van den uitvoer in 1911, die spr. als volgt mededeelde: bloembollen 17.308.400 k.g., levende bloemen, bladen, takken, siergrassen enz 1.002.100 k.g., boomen en heesters, met vrucSitboomen uitgezonderd 11.649.500 k.g., vruchtboometi 108.900 k.g., plan ten in poften en kuipen 75.500 k.g., alle andere planten stekken, afleggers entrijs, enz., 1.223.000 k.g., aardbeien 4.814.000 k.g., appelen 15.668.800 k.g. peren 3.138.700 k.g., noten 165.200 k.g. druiven 257.900 k.g kersen 1.902.000 kruisbessen 2.36S.900 k.g., zwarte aal bessen 442.200 k.g., roode en witte aal bessen 1.075.500 k.g. uien en sjalotten 41.137.900 k.g., sluitkool 43.682.000 k.g. bloemkool 14.884.500 k.g., komkommers en augurken 45.354.200 k.g. Dit beteekent, vergeleken bij den uit voer over het jaar 1910, een geringe vermindering voor vruchtboomen, kruis bessen, zwarte bessen, bloemkool, uien en sjalotten, een belangrijke afne ming voor planten in potten en andere planten, stekken, enz., maar daarentegen een vermeerdering van uitvoer voor alle andere artikelen, waaronder vooral belangrijke toeneming van uitvoer kan worden geconstateerd voor levende bloe men, aardbeien, noten, druiven, kersen roode en witte bessen, sluitkool, kom kommers en augurken. Blijkt uit een en ander, dat buiten gewone weersgesteldheid geen nadeeli- gen invloed op den oogst van de ver schillende tuinbouwproducten heeft ge had, veel sjchade is in sommige tuin bouwstreken teweeg gebracht door den storm van 30 September, en wel in hoofdzaak materieele scihade aan broei- glas, en dergelijke. Van de regeeriiigsbemoeiing voor den tuinbouw wordt in de eerste plaats ver meld de stichting van de Rijkstuinbouvv- winterschool voor de bloembollenstreek, Ieder die een proef neemt met zal tevreden zijn en moeten erkennen dat deze cacao is 1 Kg. ƒ1.50 V4 Kg.fOA2i -0.80 Ho.. -0.18 FEUILLETON. ROMAN UIT WESTFALEN. 77) Zoo was clan bij al den tegenslag toch een klein gelukje geweest. De jon ge boer sidderde, tóen hij dacht, dat op Iflen vlakken landweg de bliksem even- ?oed hemzelf als zijn paard had kunnen reffen. Dat had hem dan wellicht het le- yen gekost en hij werd datfkbaar gestemd jjegens God, die hem althans voor dit on- Ticil behoedde. Maar de zorgenEr kon volstrekt {geen sprake van zijn, Marchwitz iets te betalen. De opbrengst van het houit *noest hij voor den aankoop van een nieuw paard bestemmen, dat hij hoe eer der zoo beter moest koopen, ofschoon .de paarden op 't oogenblik duur waren. $/oorts wachtten hem aanzienlijke ge rechtskosten. Neen, Ihij kwam met heit beschikbare geld niet toe en zou mis schien nog meer moeten leenen. Als dat Jt6ó doorging! X. Op den avond van dezen noodlottigen dag liep een oude man over de heide, die eveneens heden het laatste sprankje hoop had prijsgegeven, 't Was de vader van Karei Plemping. Door Karel's tussdhenkomst was de veiling van de boerderij in het voorjaar voorkomen. Vandaag had de hagel zijn geheelen oogst en daarmee zijn vooruit zichten op behoud van den hof vernie tigd. 't Had geen doel meer langer den zwaren strijd vol te houden. De kinde ren moesten maar zien zich door het leven te slaan hij wilde bij Karei zijn intrek nemen, hopende daar rust te vin den. Nu ging hij naar „Heidehoeve" om Job Weikamp op te zoeken. Deze hield tot nu toe nog in de hei woning ver blijf, omdat hij niet geslaagd was el ders een onderkomen te vinden. De oude man hoopte, dat Weikamp den hof van hem zou koopen. Op deze wijze bleef de bezitting ongeschonden en kreeg hij er denkelijk eenige talers meer voor. Plemping sleepte zich met moeite voort. Zijn jaren drukten hem^aren van ver- geefsch worstelen in den strijd om het bestaan en van geregelden achteruitgang. Weliswaar werd in enigen boer door het zelfde. lot getroffen; arm Y.a.n hol en li^is te moeten scheiden. Men behoefde maar veel ongeluk te hebben om dat lot te ondergaan. Plemping moest echter zijn ongeluk voor een deel aan zich zelf wijten. Toen hij begon te boeren, bezat hij een onbe- lasten hof; zijn vrouw bracht tamelijk veel geld mede en het geluk was hem gunstig. Doch spoedig verdriette de arbeid hem; waarvoor had hij knechten als hij zelf even hard moest meewerken? Hij wen de zich er aan druk de herbergen te be zoeken, en toen de eerste tegenvallers kwamen, werd hij verdrietig en zocht ruzie, waardoor hij zich in processen wik kelde. Of hij ze won, of verloor, één zaak bleef dezelfde: hij moest altijd betalen. Spoedig viel hij in de handen van woe keraars, die zorgden hem geheel in zijn macht "te krijgen. Zijn "bestaan was sinds jaren niets anders dan schijn; hij moest leven bij de goedgunstigheid van zijn schuldeiSchers. Toen Karei met de doch ter van heerboer Tweehuis omgang kreeg strooide hij, om zijn crediet en zijn aan zien te vermeerderen, het praatje van een groote erfenis rond. Helaas had hij ook daarmede geen geluk! De leugen werd spoedig ontdekt, waarmede heni alle hoop ontging de boerde, ij te behouden. Reeds in liet voorjaar dreigden de schuldeischers den hof publiek te zu^lea verkoopen. Karei kwam tusschenbeide en betaalde de verschuldigde rente. Dat was het laat ste uitstel; vandaag was de termijn afge loopen. Maar hij wist, dat Weikamp voor nemens was een boerderij te koopen en wilde daarom heden den stap doen, die, zooals de zaken nu stonden, zoo niet morgen, dan toch overmorgen gedwon gen zou worden gedaan. Het was pikdonker, toen Plemping zijn bestemming bereikte. De drie bewoners van „Heidehoeve" zaten voor de deur en babbelden over koetjes en kalfjes. Het had hier niet gehageld en ook de regen had geen schade aangericht. Job meende dat hij gedurende den oogsttijd zich er gens als maaier moest verhuren. Op de heiwoning was geen arbeid genoeg voor hem en lediggang viel niet in zijn geest. Clemens keerde plotseling het hoofd om en zeide: „Daar komt iemand aan. Wie mag dat wel zijn?" De oude Plemping trad naderbij. Cle mens bood hein een stoel aa i, doch Trees stond snel op en pakte haar brei werk bijeen. Zij wilde niet in het gezel schap verkeeren van een man, van wicn zij niet vergeten kon, dat hij haar door bedrog voor zijn zoon trachtte te winnen. Plemping wees de stoel van de hand. „Ik heb iets met Job [Weikamp te be spreken", sprak hij. te Lisse, welke op 17 Februari 1.1. geo pend werd. Voorts wordt herinnerd aan het tot stand komen van de Plantenziek te wet, geheel in den geest van de daar toe door den Tuinbouwraad aan de re geering gedane verzoekeai en aan haar verstrekte adviezen. Ook uit die wet voortvloeiend Kon. besluit betreffende de bestrijding van den kruisbessenmeel- dauvv kwam tot stand. Hoogst belang rijk voor den tuinbouw belooft de mede- deeling te zijn die in de openingsrede van de zitting der Staten Generaal werd gedaan ter zake van de telefonie. Met de algemeene strekking van het wetsont werp tot verstrekking van grond aan land arbeiders kon eene commissie uit hetbe- stuur, die het ontwerp bestudeerde, zidh' wel vereenigen. Tot minder opgewektheid stemt het ontwerp Tariefwet. Naar de meening van de overgroote meerderheid van het cen traal bestuur laat liet levensbelang van den tuinbouw geen andere gedragslijn toe dan een krachtige bestrijding van het tariefontwerp. Naar spr.'s oordeel heeft de Tuin bouwraad zich in de naaste toekomst ernstig bezig gehouden met den afzet der producten naar het buitenland, en wel speciaal voor zooeevl groenten en fruit betreft Onze bloembollen, onze heesters, planten en boomen, onze za den vinden hun weg wel. i Ten slotte besprak spr. de Kon. Inter nationale Tuinbouwtentoonstelling te Londen, waar eenige Nederlandsche vak- genooten de eer van onzen tuinbouw, gaan ophouden van 2230 Mei. De com missie uit den Tuinbouwraad is er in geslaagd een keur van inzendingen van allerlei aard bijeen te brengen, die in een afzonderlijke Nederlandsdhe afdec- ling zullen worden tentoongesteld, een oppervlakte beslaande van 10.000 vierk. Eng. voet of 1200 vierk. M. Goedgekeurd werd de rekening en ver antwoording over 1911, sluitende met een batig saldo van f426.65Ook dc begrooting 1912 (in ontvangsten en uit gaven sluitende met f7526.65V2» niet een post van f 426.65Vs voor onvoor zien) werd aangenomen. Voor den aanvang van de verkiezing van een voorzitter vroeg de heer L. Mar wijk, uit Loosduinen, of er staat op kon gemaakt worden, dat de politiek steeds buiten den Tuinbouwraad zal blijven. De heer Krelage meende namens het geheele centraal bestuur volmondig-hier op te mogen antwoorden, dat inderdaad de politiek steeds buiten den Tuinbouw raad zal worden gehouden. Tot voorzitter werd daarna gekozen met 129 van de 134 uitgebrachte stem men gekozen jhr. mr. W. Th. C. v. Doorn te 's Gravenhage, lid van de Tweede Ka mer. Tot leden van het centraal bestuur werden herkozen de heeren S. Zeeman, te Zuidscharwoude, (groententeelt), N. „Ga dan maar met Job in huis", ant woordde Clemens. Beiden gaven aan de zen raad gevolg. Trees zat alleen in de kamer en breid de. In het aangrenzend vertrek hoorde zij druk gepraat. Wat zou Plemping wel wenschen? Zou hij thans geneigd zijn den hof te verkoopen? Zij dacht aan den dag, waarop Job haar van z'ijn plannen om de boerderij van Plemping te koopen vertelde en herinnerde zich zijn toon en blfk, toen hij zeide: Het gaat t'gens niemand aan. Zij had zich da „r ver heugd. Voor Job's bekwaamheid en ach tenswaardigheid had zij respect. Zij mocht hem gaarne lijden. Als hij boer was en haar dan zou vragen hm, zij zou beslist geen „neen" zeggen. En dat er kans bestond, dat Job haar eens die vraag zou doen, had haar vrouwelijke scherp zinnigheid reeds lang ontdekt. Hij had haar wel nooit over deze zaken gespro ken en onthield zich van allerlei attenties die zijn gevoelens konden verraden, maar zij bemerkte zijn bedoelingen en dat was haar genoeg. Het leven in de eenzaam heid zou een einde nemen. Zij zou wor den waarna zij steeds had gestreefd: meesteres van een hof. Hoe heerlijk moesl dat wezen aan de zijde van een eerlijken braven man als Job Weikamp. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 9