De Liturgie,
Tweede Blad, behoorende
bij DeLeidscheCourantvap,
Zaterdag 2 Maart nö. 729.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
Het bouwwettekeEen nieuwe school-
strijd? Onverdraagzaamheid der
linkerzijde.
Gisteren beloofden wij uitvoeriger op
het storra-opjagend bouwwetje terug te
komen, waarmede de Kamer zidh op ;t
'«ogenblik bezig houdt.
Men kent de geschiedenis. Den llen
Januari 1911 diende Minister Heems
kerk een wetsontwerp in, om de tege
moetkoming aan de bijzondere school
besturen in kosten voor schoolbouw. te
verhoogen.
Tot dusverre ontvangen de gemeenten
In de kosten van sohoolbouw 1/4 deel
van het Rijk terug. Den bijzonderen be
sturen wordt dezelfde som gerestitueerd
tevenwei in den vorm van een jaarlijk-
#che rente.
Direct springt de groote rechtsonge
lijkheid in 't oog. Want terwijl de ge
meenten het resteerend bedrag uit de
openbare kas kunnen bijpassen, moet
het bijzonder onderwijs de ontbrekende
middelen zoeken uit de beurzen van hen
die door hun belasting reeds hebben
bijgedragen aan de openbare school.
Door de subsidie-wet van 1905 is het
bijzonder onderwijs met reuzenschreden
vooruitgegaan. Bestonden erin 1904 1374
bijzondere scholen ,in 1909 was dit aan-
jtal reeds tot 1806 gestegen, terwijl het
getal openbare scholen ongeveer het
zelfde bleef.
Uit dezen vooruitgang spreekt den
,W£nsoh van ons volk om Christelijk on
derwijs te ontvangen. Maar hoe sterker
'die drang is, Ihoe meer de finandeele ach
terstelling gevoeld wordt; en des te
duidelijker komt het goed recht van den
eisch van rechts uit: algeheele ge-
1 ijk s t e 11 in g.
Het bouwen van scholen is een der
grootste moeielijkheden, waarmede wij
te kampen hebben. Niet omdat onze
offervaardigheid voor onze school is uit
geput, in de Kamer zijn cijfers
genoemd, die krachtig "het tegendeel il-
lu streeren maar omdat de behoefte
groot is. Wij behoeven in onze naaste
omgeving slechts rond te zien: iedereen
weet, dat te Leiden dringend minstens
een nieuwe Katholieke Jongensschool
noodig is, doöh het schoolbestuur zucht
onder de lasten van de bestaande scho
len en wegens onvoldoenden staatssteun
blijft het bij wenschen.
De strijd voor de bijzondere school,
de strijd om liet kind, moet. daarom
met kracht worden voortgezet, opdat wij
in Nederland krijgen, wat de heer van
der Molen .gisteren kernachtig uitdrukte:
een v r ij e plaats aan de vr ij e school
In ons v r ij e land.
Zoover zijn wij nog niet. De grondwet
verzet zich tegen finantieele gelijkstel
ling en slechts als bescheiden stap
in die richting is het bouwwefje-Heems-
kerk aan te merken.
Zooals wij zeiden, beoogt dit wetje
verhooging van het bouwsubsidie van
het bijznoder onderwijs. Het open
baar onderwijs blijft dus 25 pCt. ont
vangen, terwijl het b ij zonder onder
wijs als jaarlijksche rente een bedrag
ontvangt overeenkomend met j_ 50pCt.
der bouwkosten.
In de wijze van berekening brengt
de Minister eveneens wijziging. Tot nu
toe veronderstelde de wet dat de bouw
kosten voor elke gemeente van ons land
tflOO per leerling bedroegen. In kleine
gemeenten wordt evenwel minder be
taald. Volgens het stelsel van indee
ling der gemeenten voor de per^oneele
belasting voert de Minister 3 klassen
van gemeenten in, waarvoor ond 'iscfhei-
II.
DE LITURGIE VAN DE VA STEN.
Met een treffende aanmaning tot boet
vaardigheid en versterving opent t e Kerk
hare liturgie van den vasten op dca Asdh-
iWoensdag. De assdhe is ten allen tijde
bij alle volkeren een teeken van rouw
.en boete geweest. Het behoeft <ns dus
«liet te verwonderen, dat de op* -gging
ervan ook reeds bij de christen mi der
;eerste eeuwen in gebruik was v >or de
zondaars, dié tot een openbare boet-
pleging waren veroordeeld. Op Woens
dag na Quinquagesima moesten d ïzc n.l.
luinne openbare boete beginnen om ze
gedurende de geheele vasten voort te
zetten. In latere eeuwen werd Je ge
wijde asch aan al de geloovigen opge
legd. De gebeden en de ceremonü 1, wel
ke deze plechtigheid vergezellen, druk
ken uit de rouwmoedige gevoelens van
het schuldig Cnristenvolk. Diezei de ge
voelens, waarmede de Kerk 1 ns de
[Vasten binnenleidt, tracht zij gedu
rende de geheele Vasten ii ons
levendig te houden en ons e be
vielen door de gebeden en de les en ba
rer liturgie. Zij leert ons, b.v. in de Mis-
gebeden van den eersten Zondag, dat
i\vij ons lichaam moeten kastijdt-11 om
'den geest te bevrijden, dat wij on-, uiter
lijk niet droevig moeten vertoon ui, ge
lijk de Farizeën, die alles deden «in ge
zien te worden, dat ons vasten niet en
kel pf zelfs niet voornamelijk mag bq-
dclijk f j' 90 en f 100 P^T leerling
als oouwkosten word®R beschouwd. 1)
De kosten van deze wet zullen voor
1911 (want voorgesteld wordt de wet
tot 1 Januari 1911 terugwerkende kracht
te verleenen) een paar ton beloopen.
Dit „bouwwetteke" dezen naam
dankt het aan de „Std." heeft den
sohoolstrijd opnieuw doen ontbranden en
niemand van de linkerzijde wordt ge
vonden, die 't goed recht der bijzondere
school erkent.
Subsidiehonger, roept men de rechter
zijde toe. Maar Minister Heemskerk heeft
zeer ad rem en geestig hierop geantwoord
dat het niet gepast is van „subsidie-
honger' 'te spreken door een richting,
die jarenlang volop uit de overheidskas
te eten kreeg en nu de andere richting
verwijt, dat zij honger heeft. Natuurlijk
heeft de eerste richting geen honger, om
dat zij altijd goed te eten kreeg. Dit
verwijt lijkt op dat van den rijken man,
die den arme verwijt, dat hij honger heeft.
Men schreeuwt over verbrokkeling.
Doch er zijn 272 openbare kleine school
tjes en slechts 70 bijzondere kleine
schooltjes. Dat de Christelijke scholen
niet altijd oorzaak zijn van de kleine open
bare scholen, bewijst wel Drenthe, waar
0 bijzondere en 9. openbare kleine scho
len zijn.
Het subsidie is niet noodig; het geld
wordt weggesmetenAch kom, zou men
dit in ernst meenen Als een school méér
subsidie ontvangt, kan het drieërlei doen
le. de salarissen verhoogen, 2e. de leer
middelen verbeteren; 3e. een bouwfonds
creëeren. Dit laatste zou het naast komen
aan de bedoeling van de bouwsubsidies.
Gewoonlijk gaat het stamkapitaal op aan
den bouw, zoodat men na een aantal
jaren geen fondsen bezit om de school
te vernieuwen. Moet men die besturen
dan maar in de kou laten zitten?
Men ziet evenwel: het zijn de oude,
versleten argumenten, die de linkerzijde
ophaalt om het bijzonder onderwijs te
knotten. Elk wetsontwerp, dat de
bijzondere school een onafhankelijker
plaats in ons volksleven wil verzekeren,
wordt fel door links bestreden, en de con
clusie ligt voor de hand, dat alle ver
zekeringen var. welwillende gezindheid
tegenover onze school, door de liberalen
gedaan, slechts praatjes zijn en dat de
belangen van ons onderwijs alléén veilig
zijn, indien wij in de Kamer over de
meerheid beschikken.
Zelfs de kloosterscholen kwamen weer
op de. proppen.
I11 ons verslag vindt men breeder mel
ding gemaakt van de uitstekende rede
voeringen, door afgevaardigden van de
rechterzijde gehouden. Enkele punten
inogen wij hier nog wel aanstippen. De
heer van der Molen becijferde dat de
Staat voor iederen leerling van de open
bare school f21.84 betaalt, (waarbij nog
komt het geld uit de gemeentekas) en
van de bijzondere school f 19.66 en de
heer Oosterbaan berekende, dat ons in
vergelijking met de openbare school, per
jaar zes millioen gulden te kort
wordt gedaan. Geen wonder dat rechts
met een schrede als deze op den duur
geen vrede neemt, en naar algeheele
rechtsgelijkheid blijft streven.
Maar tegen dat streven zal zich
de verschillende sprekers hebben het dui
delijk gezegd de geheele linkerzijde
verzetten.
Dinsdag wordt het debat voortgezet.
1) Deze bedragen zijn o.i. te laag eu
wij stemmen volkomen in met het amen
dement v. d. Molen - Henkemans -van
Wijnbergen om deze cijfers resp. op f80
f 120 en f 160 te brengen. Bij de behan
deling van dit amendement zal dit dui
delijk uitkomen.
De Week
In Het Buitenland.
De geheele geschiedenis heeft ons het
Fransche volk getoond als een spoedig te
staan in het dragen van boetekleederen
of het derven van spijzen, maar in de
onthouding van alle kwaad en het be
oefenen van alle liefdewerken.
Om ons den waren geest van het vas
ten beter te doen beseffen, herinnert de
kerk ons aan de heerlijke voorbeelden
van Mozes, Elias en vooral van Christus.
(Evangelie v. d. eersten Zondag)Zij
stelt ons diezelfde drie voor op den Tha-
bor als het aanmoedigend beeld der
overwinning en der heerlijkheid, die ons
wacht na den strijd (Evangelie v. d.
tweeden Zondag morgen). Het einddoel
van dien strijd, welken de mensch tegen
zidizHven moet voeren, wordt ons voor-
geste. d door den inoud van den H. Pau-
lus, als hij zegt (Epistel v. d. tweeden
Zondag)„Dit is de wil van God, uwe
heiligmaking.
Deze en dergelijke treffende gedach
ten, vol diepe wijsheid en leering, wor-
,den niet eens, maar herhaaldelijk in de
Vastenliturgie ontwikkeld, en telkens
weer in nieuwe vormen, en in een voort
durende deining van verschillende hoofd
gedachten, welke beurtelings de boven
toon voeren, voorgesteld. Boven de li
turgie in andere tijdperken van het ker
kelijk jaar staat de Vastenlitugie door
haar veelzijdigheid van leeringen, haar
afwisseling van gevoelens, den weelderi-
gen wasdom uit die ééne grond-ge
dachte: doet boetvaardigheid.
Om den lezer aan te sporen tegenieten
van die verkwikkende bron, van dat
krachtig voe Lel, herinneren wij aan wat
wij in ons eerste artikel zeiden, dat de
enthousiasmeeren, dikwijls kiiiöcriijk na
ïef volk, bij hetwelk „la phrase", het
woord, vooral het geestige woord aldra
aannemelijk maakt, wat nuchter be
schouwd onmogelijk, dwaas, ja zelfs on
rechtvaardig is dat, ridderlijk van aard,
kan zwelgen, dikwijls als een Don Qui-
chotte, in glorie. Napoleon heeft indertijd
gezegd: „Zoodra men mij bewijst, dat
een volk kan leven zonder brood, zal ik
gelooven, dat Frankrijk kan lezen zonder
glorie."
En daarom wrokt het nog altijd in hun
harten over de nederlagen in '70. Daar
om was er dezep zomer zulk een stem
ming tegen Duitschland, dat hun weer de
wet wilde stellenj een stemming, die nog
steeds nawerkt en op alle mogelijke ma
nieren tot uiting komt. Nu pas weer, toen
de minister van oorlog een uitgebreide
luchtvloot aanvroeg, is de zucht naar „la
gloire" opnieuw opgelaaid. Frankrijk
mocht dan ook niet oppermachtig zijn
met zijn vloot, mocht desnoods met zijn
leger op de tweede plaats komen, het
moest en zou de eerste zijn in, de be-
heerscher zijn van de lucht. En ieder
een wil zijn steentje tot het bouwen van
dit luchtkasteel (wat het niet in over
drachtelijke beteekenis wil zijn) bijdra
gen. Overal gaan inteekenlijsten rond en
iedere categorie wil het land zijn eigen
luchtschip schenken, de kanifabrikanten,
de beursmenschen, de herbergiers, de
kranten, de onderwijzers, de schooljon
gens. Gauw botje bij botje doen, opdat
Frankrijk in milder dan geen tijd een
ontzaglijke luchtvloot heeft, waarmee het
alles te land en ter zee beheerscht. Wan
neer dan nog de buur in het Oosten
naar ze durft te wijzen! Dreigend zien
hun van glorie schitterende oogen dien
kant uit.
Ook Italië heeft een tik van „la gloire"
te pakken, schoon op een andere manier.
Het wil hun nog altijd niet lukken in
Tripolis, en al is er nu al een heel
mooi plan de campagne opgemaakt, meer
dan plannen schijnt het vooralsnog niet
te worden. Geen wonder dus, dat ze
elders naar de gloriepalmen zoeken, die
in Tripolis voor hen niet schijnen te
groeien. Te Rome waren Kamer, Senaat
en volk door mooie woorden, hoogdra
vend en hol, geënthousiasmeerd voor den
onzaligen oorlog, die niet het minste uit
zicht op eenig succes geeft. En het uitte
zich betoogingen met „Ewiva's" en oor
logszuchtige kreten.
Was het nu wellicht de „phrase", die
de italiaansche marine naar het hoofd
was gestegen, of had in een onbewaakt
oogenblik de gedachte aan de „helden
daden" van den hertog der Abruzzen
bij Preveza haar verblind? Wat het ook
zij, men zag een paar zolderschuiten,
want meer is het oudroest der Turk-
sche marine niet, in de haven van Bei
roet liggen en r. de telegraaf meldde
ons den volgenden morgen nieuwe hel
dendaden. 'tls de vraag echter, of zij
zich met deze heldendaad niet leelijk in
de vingers gesneden hebben. Immers in
Beiroet zijn zeer vele Europeesche be
langen te benadeelen, daar het de ge
wichtigste haven is voor den Syrischen
handel. Er wonen dan ook ongeveer 4300
^Europeanen. Haar beteekenis blijkt reeds
uit den omvang van haar scheepvaart
verkeer. Het getal der in het jaar 1910
Beiroet binnengevallen stoomschepen be
droeg 1143 met een inhoud van 1.671.622
ton. Engeland staat met 227 schepen
aan de spits, dan volgt Rusland met 172,
Frankrijk met 164, Italië met 138 en
Oostenrijk met 160 schepen.
De invoer in Beiroet is tamelijk be
langrijk, want ook het binnenland betrekt
over deze stad haar handelsgoederen. In
1910 werden voor 60 millioen gulden
ingevoerd aan allerlei waren. De suiker-
invoer bedroeg b.v. in 1910 9451 ton,
aan koffie werd in hetzelfde jaar 1140
ton ingevoerd, aan rijst 1012 ton en aan
meel 9370 ton.
Ijzer en staal importeerde Beiroet on
geveer 25.000 ton, voornamelijk uit En
geland, België, Frankrijk en Italië; koper
kern van de liturgie van alle tijden in
liet kerkelijk jaar gelegen is in de Mis-
gebeden van den Zondag.
Het doel van boetedoening is echter
niet het uitsluitend doel van de Vasten
een ander doel, aan het eerste nauw ver-
wand, is de herinnering aan Christus'
lijden en dood. Deze gedachte dringt
allersterkst naar voren in de Goede
Week, maar ook in het voorafgaande
deel van de Vasten is zij, ofsqhoon min
der duidelijk, toch nog heel goed waar te
nemen. „Het is immers duidelijk", zegt
het Liturgisch tijdschrift, „htoe het ge
schiedkundig deel der liturgie, dat voor
al ligt opgesloten in de Evangeliën der
Missen, eene bestendige strekking ver
raadt naar een tragische ontknooping.
De stelselmatige keuze der Evangeliën
van dit tijdperk geeft 9ns den indruk
als van een aangloeiende verwikkeling
van een drama, het grootste en het waar
achtigste dat de wereld ooit heeft aan
schouwd, en welks eindontknooping wij
in de Goede Wetk zullen medeleven."
In de vijf eerste weken van de Vasten,
de weken vóór Palm-Zondag, is het, als
hoort men het dof gerommel, dat een
voorspel is van de aardbeving, die bij
ChristUs' dood Judea zal doen schokken
en sidderen, als hoort men de ratelende
donderslagen van het onweer, dat drei
gend opkomt, en zal losbarsten in volle
kracht boven Christus' hoofd, het slacht
offer der zonden.
Een dérde hoofdgedachte, die de Vas-
tenl'tiurgtc leidt en ridht, is die van
Voorbereiding tot het Paasqhfeest, Het
voor 60 pCt. uit Frankrijk, de andere
metaien uit België, Frankrijk, Engeland
en Duitschland. Lampen, wier import-
cijfer f 50.000 beloopt, worden voor 3/4
gedeelte uit Oostenrijk en de rest uit
Duitschland betrokken. Porseleinen arti
kelen met een invoerwaarde van ongeveer
f 100.000 levert vooral de Oostenrijksche
industrie.
Men begrijpt dus, dat een stremming
van het verkeer en den handel in Europa
een ernstige ontstemming moest teweeg
brengen. Misschien is daaruit wel te ver
klaren het nieuwe optreden der mogend
heden ter interventie; welke pogingen
wel weer op niets zullen uitloopen. Want
eigenlijk laat de kwestie van het bom
bardement van Beiroet, waar, zooals ge
zegd, het meest Europeesche belangen
konden geschaad worden, de Porte vrij
koud.
Ook de toestand op Kreta zal aan het
optreden der mogendheden niet vreemd
zijn geweest, daar die het voorspel zou
kunnen zijn van ernstige onlusten op den
Balkan. Nog steeds heerscht op het eiland
de grootst mogelijke onrust, doordat de
Kretensers zich met alle geweld onder
Grieksche heerschappij willen gebracht
zien. Herhaaldelijk heeft die gisting moor
den op Mohammedanen tengevolge, zoo
als nu weer onlangs. En men vreest, dat
deze agitatie Turkije tot een actie tegen
Griekenland kan nopen. Turkije zal zich
daar gemakkelijk èen militair succes kun
nen verzekeren, waardoor zijn aanzien
zou verhoogd worden, maar tevens een
toestand van de grootste verwarring in
het leven zou geroepen worden. Immers
als Turkije Griekenland binnentrekt, zul
len de Bulgaren waarschijnlijk Macedo
nië binnendringen, en zoo zou op den
geheelen Balkan de zoo dikwijls gevrees
de oorlog uitbreken. Het is daarom niet
te verwonderen, dat de tegenwoordige
toestand de mogendheden ongerust
maakt.
Frankrijk heeft er aanstonds een oor
logsschip op uitgezonden, dat door meer
dere gevolgd wordt. Engeland heeft het
zelfde gedaan, en Rusland moet het even
eens van plan zijn. Italië, de vierde
beschermende mogendheid, kan in de
gegeven omstandigheden natuurlijk niets
doen en zal volstaan met diplomatieken
steun bij het optreden, dat de andere
mogendheden .gcwenscht achten ten aan
zien van Kreta. Daar meent men nog
steeds, dat eindelijk de mogendheden er
toe zullen overgaan de kwestie naar den
zin van het volk van Kreta op te lossen.
Deze zal dan ook weer ter sprake ge
bracht worden in de algemeene revolu
tionaire vergadering, tegen 4 Maart bij
eengeroepen. Zij hopen met de nieuwe
Parlementsziiting hun eigen afgevaardig
den naar het Grieksche Parlement te
kunnen-zc;:den. We gelooven echter niet,
dat de mogendheden hierin ^1 spoedig
zullen toestemmen. V.
W eekpraatj e.
„Menschen met nekspieren, zoo sterk
als stieren zullen zich buigen voor de
bisschoppen. Een Katholiek is het sterkst,
als hij gehoorzaamt." Dat is krachtig
en fier gezegd! Woorden om te ont
houden, nietom ze na te zeggen,
maar om er naar handelen. Ze zijn
gesproken door Dr. H. Poels, van Heer
len, den aalmoezenier van den arbeid
in Limburg, op de jaarvergadering van
het Bureau voor de R. K. Vakorganisatie,
Zaterdag en Zondag te Breda gehouden.
Ze teekenen ook den geest, die deze
vergadering bezielde.
Een ander praatje. We hadden haast
oorlog gekregen van de week, oorlog
met China. Dat is niet mis, heelemaal
niet misl Wat er dan gebeurd is? Ge
weet, dat het groote keizerrijk China een
republiek is geworden. Nu wilden de
Chineezen in onze Oost op hun Nieuw
jaarsfeest die gebeurtenis eens flink be-
fuiven. Zoo het dikwijls gaat met fuif
jes: men hield de maat niet en de laagste
klasse van personen, die geen eer of
lijden en de verrijzenis van Christus slui
ten geschiedkundig bij elkaar aan, het
eerste is een voorbereiding voor het
tweede, en in het Verlossingswerk kan
men het een niet zonder het ander den
ken. Het is daarom, dat de Vastenlitur
gie ons op verschillende wijzen en op
verschillende tijden herinnert aan de
verrijzenis des Heeren. Zoo eindigt b.v.
morgen het Evangelisch verhaal der ge
daanteverandering met het verbod van
Jezus aan Zijne leerlingen, dat tevens
eene voorzegging is„zegt aan niemand
dit gezicht, voordat dc Mensch en-
zo on van de dooden is opge
staan". Ook is het in de keuze der
Epistels en Evangeliën waar te nemen,
dat de kerk wil wijzen op de mystieke
verrijzenis van de ziel uit het graf der
zonde tot het rijk der genade. Hier
moeten wij ons, helaas, weer tot slechts
één voorbeeld beperken. Op den derden
Zondag van de Vasten b.v. treedt Chris
tus op als gezaghebbende over de dui
velen. Hij zelf verklaart ons de beteeke
nis van het wonder: „Als ik door den
vinger Gods de duivelen uitdrijf, is het
Rijk Gods tot u gekomen."
In zijn voortreffelijke studie over de
Vastenliturgie zegt de Benedictijn Dr.
Dom Franco de Wyels: „Indien wij al
deze verschillende gedachten, welke als
een handleiding zijn tot het verstaan
der vastenliturgie, t rug trachten te bren
gen tot céne ooi" gedachte, waarin al
de andere in 'h - 1 ie eenheid samen
smelten, dan nu ueii wij, dat het tijd
perk van de Vasten .ons een volledige
goeden naam te verliezen hadden, roer'
den zich op danige wijze. De Neder-
landsche regeering moest even overgaan
tot de gevangenneming van een acht-
Jionderdtal gewezen langstaarten dei
moderne of nieuw-modische Chineezen
dragen geen staarten meer, en een Chi
nees met een staart zal langzamerhand
zoo iets worden als een Hollander met
een wijde pofbroek en klompen: een
persoon, die bijna alleen in reisbeschrij
vingen gevonden wordt. Zooals een jonge)
heer of een jonge dame, die pas zoa
groot zijn geworden, dat de menschen
hun hoed voor hen afnemen, zoo voelt
zich de Chineesahe republiek, nu zij er-'
kend wordt als de wettige regeerings-
vorm. E11 gelijk genoemde heertjes en
dametjes zich hemel-hoog voelen stijgen^
zooals een kleine kleuter op een stoo£
wanneer ze tegen een onbeleefde behan
deling kunnen protesteeren, zoo vond dei
nieuwe republiek het wat aardig, toen
zij naar aanleiding van de gevangenne
ming van haar onderdanen in Ned. Oost-
Indië een klacht kon indienen bij de
Nederl. regeering. Zoo moeten we, ge
loof ik, het geheele geval opvatten. Dat
doet de Nederl. regeering ook, want zij
is ervan overtuigd, dat, zoo de Chineesche
regeering het ware karakter van de on
lusten op "Java kent (in minder diplo
matieke taal: als zij wat kalmer wordt),
zij de houding van de Nederl. autori
teiten zal billijken. Wat er van zij: «nis
het muisje een staartje heeft, zullen we
er volgende week verder over praten.
Geen oorlog is er van de week ge
weest in onze Tweede Kamer. De Armen
wet is van een leien dakje gegaan. De
lezers kennen die wel uit wat de Leid-
sche Courant er in den breede over ver
teld heeft. Zij bedoelt namelijk, dat het
burgerlijk armbestuur eerst dan zal hel
pen, als bewezen is, dat een kerkelijk
armbestuur niet of niet voldoende helpt.
Dus eerst moet de arme zich tot het arm
bestuur zijner godsdienstige gezindte
wenden, als hij natuurlijk bij een gods
dienstige gezindte hoort. Ook heeft zij
gezorgd, dat er meer samenwerking is
tusschen de armbesturen, zoodat bedrog
kan voorkomen worden. Zoo vlug is nog
nooit een wet afgedaan; 'tis in vier
dagen gebeurd. Nu zijn ze bezig aan een
wet tot verhooging van de subsidiën bij
den bouw van bijzondere scholen.
Motie's vind ik dikwijls nare dingen,
omdat men er in vele gevallen zoo ver
bazend vlug mee voor den dag komt. Er
is iets, dat een vereeniging niet aanstaat,
en.... één, twee, drie, een motie in elkaar
gezet, en.... klaar is Kees; men gaat van
de vergadering weg, alsof men ik weet
niet wat tot stand heeft gebracht. Daar
om vind ik voor mij het heel goed, dat
in de Kiesvereeniging te Zoeterwoude
een motie, waarin een afkeuring werd uit
gesproken over den toon, die op de ver
gadering van de Centrale Kiesvereeniging
Katwijk-Leiderdorp geheerscht had, werd
uitgesproken, is afgestemd. Wat had
zoo'n motie voor nut? vraag ik je! Als
die toon niet goed is geweest, keurt
iedereen dat af, en moet men niet het
vuurtje weer 'ns gaan oprakelen.
Toch heb ik van de week ook een
motie gelezen, die tot mijn vreugde is
aangenomen, 'tls de motie, waarin de
Centrale Kiesvereeniging te Almelo ver
trouwen uitsprak in haar afgevaardigde,
Mr. P. J. M. Aalberse. De een heeft
geschreven: mr. Aalberse is te vurige
voorstander van de Katholieke vakveree-
nigingen, zoodat hij den door den Bis
schop goedgekeurden Christelijken mijn-
werkersbond in Limburg ook afkeurt; de
ander heeft geschreven: mr. Aalberse is
wel voorstander van de Katholieke vak
verenigingen, maar knipoogt toch nog
te vriendelijk tegen de Christelijke vak-
vereenigingingen. Ra, ra, wat is dat?
De waarheid ligt in liet midden: zooals
alle Katholieken moeten zijn, is mr. Aal
berse een ijveraar voor Katholieke vak
verenigingen, en een vurige ijveraar, om
dat de Bisschoppen de vakverenigingen
Katholiek willen hebben, maar keurt hij
be ig levert van den geestelij
ken strijd met zijne verschillende
stadiën."
De eerste Zondag voert ons recht naar
het strijdperk om ons Christus te zien
strijden (Evangelie) en geeft ons de
wapenen voor den strijd in handen (Epis
tel.)
De tweede Zondag (morgen) komt
onze zwakheid steunen, tracht ons door
de* heerlijkheid van Christus' gedaante
verandering (Evangelie) voor moedeloos
heid in den strijd te bewaren, en geeft
ons een nieuwe spoorslag tot volhar
dend streven naar de heiligmaking (Epis
tel.)
Op den derden Zondag reikhalzen wij
reeds naar den eindzegepraal (Introïtus,
Graduale, Tractus) en verlangen verlost
lost te worden van onze zonden (Evan
gelie).
Op den vierden Zondag laat ons de
Kerk een oogenblik uitrusten van den
vermoeienden strijd, en verblijdt ons in
het vooruitzicht der overwinning (In
troïtus, Graduale, Tractus, Offert., Com-
muno) en verlustigt ons reeds met de er
fenis der kinderen Gods (Epistel) en
toont ons, dat Christus hen, die Hem'
volgen, nooit zal verlaten (Evangelie.)
't Zou ons te ver voeren als wij da
volle schoonheid van de vastenliturgie!
zouden uitmeten en uitspreiden.
Dit schematisch overzicht zij een prik
kel om zooveel mogelijk te genieten eil
te leeren vau die liturgie.