De Liturgie, Tweede Blad, behoorende bij DeLeidscheCourantvap, Zaterdag 2 Maart nö. 729. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. Het bouwwettekeEen nieuwe school- strijd? Onverdraagzaamheid der linkerzijde. Gisteren beloofden wij uitvoeriger op het storra-opjagend bouwwetje terug te komen, waarmede de Kamer zidh op ;t '«ogenblik bezig houdt. Men kent de geschiedenis. Den llen Januari 1911 diende Minister Heems kerk een wetsontwerp in, om de tege moetkoming aan de bijzondere school besturen in kosten voor schoolbouw. te verhoogen. Tot dusverre ontvangen de gemeenten In de kosten van sohoolbouw 1/4 deel van het Rijk terug. Den bijzonderen be sturen wordt dezelfde som gerestitueerd tevenwei in den vorm van een jaarlijk- #che rente. Direct springt de groote rechtsonge lijkheid in 't oog. Want terwijl de ge meenten het resteerend bedrag uit de openbare kas kunnen bijpassen, moet het bijzonder onderwijs de ontbrekende middelen zoeken uit de beurzen van hen die door hun belasting reeds hebben bijgedragen aan de openbare school. Door de subsidie-wet van 1905 is het bijzonder onderwijs met reuzenschreden vooruitgegaan. Bestonden erin 1904 1374 bijzondere scholen ,in 1909 was dit aan- jtal reeds tot 1806 gestegen, terwijl het getal openbare scholen ongeveer het zelfde bleef. Uit dezen vooruitgang spreekt den ,W£nsoh van ons volk om Christelijk on derwijs te ontvangen. Maar hoe sterker 'die drang is, Ihoe meer de finandeele ach terstelling gevoeld wordt; en des te duidelijker komt het goed recht van den eisch van rechts uit: algeheele ge- 1 ijk s t e 11 in g. Het bouwen van scholen is een der grootste moeielijkheden, waarmede wij te kampen hebben. Niet omdat onze offervaardigheid voor onze school is uit geput, in de Kamer zijn cijfers genoemd, die krachtig "het tegendeel il- lu streeren maar omdat de behoefte groot is. Wij behoeven in onze naaste omgeving slechts rond te zien: iedereen weet, dat te Leiden dringend minstens een nieuwe Katholieke Jongensschool noodig is, doöh het schoolbestuur zucht onder de lasten van de bestaande scho len en wegens onvoldoenden staatssteun blijft het bij wenschen. De strijd voor de bijzondere school, de strijd om liet kind, moet. daarom met kracht worden voortgezet, opdat wij in Nederland krijgen, wat de heer van der Molen .gisteren kernachtig uitdrukte: een v r ij e plaats aan de vr ij e school In ons v r ij e land. Zoover zijn wij nog niet. De grondwet verzet zich tegen finantieele gelijkstel ling en slechts als bescheiden stap in die richting is het bouwwefje-Heems- kerk aan te merken. Zooals wij zeiden, beoogt dit wetje verhooging van het bouwsubsidie van het bijznoder onderwijs. Het open baar onderwijs blijft dus 25 pCt. ont vangen, terwijl het b ij zonder onder wijs als jaarlijksche rente een bedrag ontvangt overeenkomend met j_ 50pCt. der bouwkosten. In de wijze van berekening brengt de Minister eveneens wijziging. Tot nu toe veronderstelde de wet dat de bouw kosten voor elke gemeente van ons land tflOO per leerling bedroegen. In kleine gemeenten wordt evenwel minder be taald. Volgens het stelsel van indee ling der gemeenten voor de per^oneele belasting voert de Minister 3 klassen van gemeenten in, waarvoor ond 'iscfhei- II. DE LITURGIE VAN DE VA STEN. Met een treffende aanmaning tot boet vaardigheid en versterving opent t e Kerk hare liturgie van den vasten op dca Asdh- iWoensdag. De assdhe is ten allen tijde bij alle volkeren een teeken van rouw .en boete geweest. Het behoeft <ns dus «liet te verwonderen, dat de op* -gging ervan ook reeds bij de christen mi der ;eerste eeuwen in gebruik was v >or de zondaars, dié tot een openbare boet- pleging waren veroordeeld. Op Woens dag na Quinquagesima moesten d ïzc n.l. luinne openbare boete beginnen om ze gedurende de geheele vasten voort te zetten. In latere eeuwen werd Je ge wijde asch aan al de geloovigen opge legd. De gebeden en de ceremonü 1, wel ke deze plechtigheid vergezellen, druk ken uit de rouwmoedige gevoelens van het schuldig Cnristenvolk. Diezei de ge voelens, waarmede de Kerk 1 ns de [Vasten binnenleidt, tracht zij gedu rende de geheele Vasten ii ons levendig te houden en ons e be vielen door de gebeden en de les en ba rer liturgie. Zij leert ons, b.v. in de Mis- gebeden van den eersten Zondag, dat i\vij ons lichaam moeten kastijdt-11 om 'den geest te bevrijden, dat wij on-, uiter lijk niet droevig moeten vertoon ui, ge lijk de Farizeën, die alles deden «in ge zien te worden, dat ons vasten niet en kel pf zelfs niet voornamelijk mag bq- dclijk f j' 90 en f 100 P^T leerling als oouwkosten word®R beschouwd. 1) De kosten van deze wet zullen voor 1911 (want voorgesteld wordt de wet tot 1 Januari 1911 terugwerkende kracht te verleenen) een paar ton beloopen. Dit „bouwwetteke" dezen naam dankt het aan de „Std." heeft den sohoolstrijd opnieuw doen ontbranden en niemand van de linkerzijde wordt ge vonden, die 't goed recht der bijzondere school erkent. Subsidiehonger, roept men de rechter zijde toe. Maar Minister Heemskerk heeft zeer ad rem en geestig hierop geantwoord dat het niet gepast is van „subsidie- honger' 'te spreken door een richting, die jarenlang volop uit de overheidskas te eten kreeg en nu de andere richting verwijt, dat zij honger heeft. Natuurlijk heeft de eerste richting geen honger, om dat zij altijd goed te eten kreeg. Dit verwijt lijkt op dat van den rijken man, die den arme verwijt, dat hij honger heeft. Men schreeuwt over verbrokkeling. Doch er zijn 272 openbare kleine school tjes en slechts 70 bijzondere kleine schooltjes. Dat de Christelijke scholen niet altijd oorzaak zijn van de kleine open bare scholen, bewijst wel Drenthe, waar 0 bijzondere en 9. openbare kleine scho len zijn. Het subsidie is niet noodig; het geld wordt weggesmetenAch kom, zou men dit in ernst meenen Als een school méér subsidie ontvangt, kan het drieërlei doen le. de salarissen verhoogen, 2e. de leer middelen verbeteren; 3e. een bouwfonds creëeren. Dit laatste zou het naast komen aan de bedoeling van de bouwsubsidies. Gewoonlijk gaat het stamkapitaal op aan den bouw, zoodat men na een aantal jaren geen fondsen bezit om de school te vernieuwen. Moet men die besturen dan maar in de kou laten zitten? Men ziet evenwel: het zijn de oude, versleten argumenten, die de linkerzijde ophaalt om het bijzonder onderwijs te knotten. Elk wetsontwerp, dat de bijzondere school een onafhankelijker plaats in ons volksleven wil verzekeren, wordt fel door links bestreden, en de con clusie ligt voor de hand, dat alle ver zekeringen var. welwillende gezindheid tegenover onze school, door de liberalen gedaan, slechts praatjes zijn en dat de belangen van ons onderwijs alléén veilig zijn, indien wij in de Kamer over de meerheid beschikken. Zelfs de kloosterscholen kwamen weer op de. proppen. I11 ons verslag vindt men breeder mel ding gemaakt van de uitstekende rede voeringen, door afgevaardigden van de rechterzijde gehouden. Enkele punten inogen wij hier nog wel aanstippen. De heer van der Molen becijferde dat de Staat voor iederen leerling van de open bare school f21.84 betaalt, (waarbij nog komt het geld uit de gemeentekas) en van de bijzondere school f 19.66 en de heer Oosterbaan berekende, dat ons in vergelijking met de openbare school, per jaar zes millioen gulden te kort wordt gedaan. Geen wonder dat rechts met een schrede als deze op den duur geen vrede neemt, en naar algeheele rechtsgelijkheid blijft streven. Maar tegen dat streven zal zich de verschillende sprekers hebben het dui delijk gezegd de geheele linkerzijde verzetten. Dinsdag wordt het debat voortgezet. 1) Deze bedragen zijn o.i. te laag eu wij stemmen volkomen in met het amen dement v. d. Molen - Henkemans -van Wijnbergen om deze cijfers resp. op f80 f 120 en f 160 te brengen. Bij de behan deling van dit amendement zal dit dui delijk uitkomen. De Week In Het Buitenland. De geheele geschiedenis heeft ons het Fransche volk getoond als een spoedig te staan in het dragen van boetekleederen of het derven van spijzen, maar in de onthouding van alle kwaad en het be oefenen van alle liefdewerken. Om ons den waren geest van het vas ten beter te doen beseffen, herinnert de kerk ons aan de heerlijke voorbeelden van Mozes, Elias en vooral van Christus. (Evangelie v. d. eersten Zondag)Zij stelt ons diezelfde drie voor op den Tha- bor als het aanmoedigend beeld der overwinning en der heerlijkheid, die ons wacht na den strijd (Evangelie v. d. tweeden Zondag morgen). Het einddoel van dien strijd, welken de mensch tegen zidizHven moet voeren, wordt ons voor- geste. d door den inoud van den H. Pau- lus, als hij zegt (Epistel v. d. tweeden Zondag)„Dit is de wil van God, uwe heiligmaking. Deze en dergelijke treffende gedach ten, vol diepe wijsheid en leering, wor- ,den niet eens, maar herhaaldelijk in de Vastenliturgie ontwikkeld, en telkens weer in nieuwe vormen, en in een voort durende deining van verschillende hoofd gedachten, welke beurtelings de boven toon voeren, voorgesteld. Boven de li turgie in andere tijdperken van het ker kelijk jaar staat de Vastenlitugie door haar veelzijdigheid van leeringen, haar afwisseling van gevoelens, den weelderi- gen wasdom uit die ééne grond-ge dachte: doet boetvaardigheid. Om den lezer aan te sporen tegenieten van die verkwikkende bron, van dat krachtig voe Lel, herinneren wij aan wat wij in ons eerste artikel zeiden, dat de enthousiasmeeren, dikwijls kiiiöcriijk na ïef volk, bij hetwelk „la phrase", het woord, vooral het geestige woord aldra aannemelijk maakt, wat nuchter be schouwd onmogelijk, dwaas, ja zelfs on rechtvaardig is dat, ridderlijk van aard, kan zwelgen, dikwijls als een Don Qui- chotte, in glorie. Napoleon heeft indertijd gezegd: „Zoodra men mij bewijst, dat een volk kan leven zonder brood, zal ik gelooven, dat Frankrijk kan lezen zonder glorie." En daarom wrokt het nog altijd in hun harten over de nederlagen in '70. Daar om was er dezep zomer zulk een stem ming tegen Duitschland, dat hun weer de wet wilde stellenj een stemming, die nog steeds nawerkt en op alle mogelijke ma nieren tot uiting komt. Nu pas weer, toen de minister van oorlog een uitgebreide luchtvloot aanvroeg, is de zucht naar „la gloire" opnieuw opgelaaid. Frankrijk mocht dan ook niet oppermachtig zijn met zijn vloot, mocht desnoods met zijn leger op de tweede plaats komen, het moest en zou de eerste zijn in, de be- heerscher zijn van de lucht. En ieder een wil zijn steentje tot het bouwen van dit luchtkasteel (wat het niet in over drachtelijke beteekenis wil zijn) bijdra gen. Overal gaan inteekenlijsten rond en iedere categorie wil het land zijn eigen luchtschip schenken, de kanifabrikanten, de beursmenschen, de herbergiers, de kranten, de onderwijzers, de schooljon gens. Gauw botje bij botje doen, opdat Frankrijk in milder dan geen tijd een ontzaglijke luchtvloot heeft, waarmee het alles te land en ter zee beheerscht. Wan neer dan nog de buur in het Oosten naar ze durft te wijzen! Dreigend zien hun van glorie schitterende oogen dien kant uit. Ook Italië heeft een tik van „la gloire" te pakken, schoon op een andere manier. Het wil hun nog altijd niet lukken in Tripolis, en al is er nu al een heel mooi plan de campagne opgemaakt, meer dan plannen schijnt het vooralsnog niet te worden. Geen wonder dus, dat ze elders naar de gloriepalmen zoeken, die in Tripolis voor hen niet schijnen te groeien. Te Rome waren Kamer, Senaat en volk door mooie woorden, hoogdra vend en hol, geënthousiasmeerd voor den onzaligen oorlog, die niet het minste uit zicht op eenig succes geeft. En het uitte zich betoogingen met „Ewiva's" en oor logszuchtige kreten. Was het nu wellicht de „phrase", die de italiaansche marine naar het hoofd was gestegen, of had in een onbewaakt oogenblik de gedachte aan de „helden daden" van den hertog der Abruzzen bij Preveza haar verblind? Wat het ook zij, men zag een paar zolderschuiten, want meer is het oudroest der Turk- sche marine niet, in de haven van Bei roet liggen en r. de telegraaf meldde ons den volgenden morgen nieuwe hel dendaden. 'tls de vraag echter, of zij zich met deze heldendaad niet leelijk in de vingers gesneden hebben. Immers in Beiroet zijn zeer vele Europeesche be langen te benadeelen, daar het de ge wichtigste haven is voor den Syrischen handel. Er wonen dan ook ongeveer 4300 ^Europeanen. Haar beteekenis blijkt reeds uit den omvang van haar scheepvaart verkeer. Het getal der in het jaar 1910 Beiroet binnengevallen stoomschepen be droeg 1143 met een inhoud van 1.671.622 ton. Engeland staat met 227 schepen aan de spits, dan volgt Rusland met 172, Frankrijk met 164, Italië met 138 en Oostenrijk met 160 schepen. De invoer in Beiroet is tamelijk be langrijk, want ook het binnenland betrekt over deze stad haar handelsgoederen. In 1910 werden voor 60 millioen gulden ingevoerd aan allerlei waren. De suiker- invoer bedroeg b.v. in 1910 9451 ton, aan koffie werd in hetzelfde jaar 1140 ton ingevoerd, aan rijst 1012 ton en aan meel 9370 ton. Ijzer en staal importeerde Beiroet on geveer 25.000 ton, voornamelijk uit En geland, België, Frankrijk en Italië; koper kern van de liturgie van alle tijden in liet kerkelijk jaar gelegen is in de Mis- gebeden van den Zondag. Het doel van boetedoening is echter niet het uitsluitend doel van de Vasten een ander doel, aan het eerste nauw ver- wand, is de herinnering aan Christus' lijden en dood. Deze gedachte dringt allersterkst naar voren in de Goede Week, maar ook in het voorafgaande deel van de Vasten is zij, ofsqhoon min der duidelijk, toch nog heel goed waar te nemen. „Het is immers duidelijk", zegt het Liturgisch tijdschrift, „htoe het ge schiedkundig deel der liturgie, dat voor al ligt opgesloten in de Evangeliën der Missen, eene bestendige strekking ver raadt naar een tragische ontknooping. De stelselmatige keuze der Evangeliën van dit tijdperk geeft 9ns den indruk als van een aangloeiende verwikkeling van een drama, het grootste en het waar achtigste dat de wereld ooit heeft aan schouwd, en welks eindontknooping wij in de Goede Wetk zullen medeleven." In de vijf eerste weken van de Vasten, de weken vóór Palm-Zondag, is het, als hoort men het dof gerommel, dat een voorspel is van de aardbeving, die bij ChristUs' dood Judea zal doen schokken en sidderen, als hoort men de ratelende donderslagen van het onweer, dat drei gend opkomt, en zal losbarsten in volle kracht boven Christus' hoofd, het slacht offer der zonden. Een dérde hoofdgedachte, die de Vas- tenl'tiurgtc leidt en ridht, is die van Voorbereiding tot het Paasqhfeest, Het voor 60 pCt. uit Frankrijk, de andere metaien uit België, Frankrijk, Engeland en Duitschland. Lampen, wier import- cijfer f 50.000 beloopt, worden voor 3/4 gedeelte uit Oostenrijk en de rest uit Duitschland betrokken. Porseleinen arti kelen met een invoerwaarde van ongeveer f 100.000 levert vooral de Oostenrijksche industrie. Men begrijpt dus, dat een stremming van het verkeer en den handel in Europa een ernstige ontstemming moest teweeg brengen. Misschien is daaruit wel te ver klaren het nieuwe optreden der mogend heden ter interventie; welke pogingen wel weer op niets zullen uitloopen. Want eigenlijk laat de kwestie van het bom bardement van Beiroet, waar, zooals ge zegd, het meest Europeesche belangen konden geschaad worden, de Porte vrij koud. Ook de toestand op Kreta zal aan het optreden der mogendheden niet vreemd zijn geweest, daar die het voorspel zou kunnen zijn van ernstige onlusten op den Balkan. Nog steeds heerscht op het eiland de grootst mogelijke onrust, doordat de Kretensers zich met alle geweld onder Grieksche heerschappij willen gebracht zien. Herhaaldelijk heeft die gisting moor den op Mohammedanen tengevolge, zoo als nu weer onlangs. En men vreest, dat deze agitatie Turkije tot een actie tegen Griekenland kan nopen. Turkije zal zich daar gemakkelijk èen militair succes kun nen verzekeren, waardoor zijn aanzien zou verhoogd worden, maar tevens een toestand van de grootste verwarring in het leven zou geroepen worden. Immers als Turkije Griekenland binnentrekt, zul len de Bulgaren waarschijnlijk Macedo nië binnendringen, en zoo zou op den geheelen Balkan de zoo dikwijls gevrees de oorlog uitbreken. Het is daarom niet te verwonderen, dat de tegenwoordige toestand de mogendheden ongerust maakt. Frankrijk heeft er aanstonds een oor logsschip op uitgezonden, dat door meer dere gevolgd wordt. Engeland heeft het zelfde gedaan, en Rusland moet het even eens van plan zijn. Italië, de vierde beschermende mogendheid, kan in de gegeven omstandigheden natuurlijk niets doen en zal volstaan met diplomatieken steun bij het optreden, dat de andere mogendheden .gcwenscht achten ten aan zien van Kreta. Daar meent men nog steeds, dat eindelijk de mogendheden er toe zullen overgaan de kwestie naar den zin van het volk van Kreta op te lossen. Deze zal dan ook weer ter sprake ge bracht worden in de algemeene revolu tionaire vergadering, tegen 4 Maart bij eengeroepen. Zij hopen met de nieuwe Parlementsziiting hun eigen afgevaardig den naar het Grieksche Parlement te kunnen-zc;:den. We gelooven echter niet, dat de mogendheden hierin ^1 spoedig zullen toestemmen. V. W eekpraatj e. „Menschen met nekspieren, zoo sterk als stieren zullen zich buigen voor de bisschoppen. Een Katholiek is het sterkst, als hij gehoorzaamt." Dat is krachtig en fier gezegd! Woorden om te ont houden, nietom ze na te zeggen, maar om er naar handelen. Ze zijn gesproken door Dr. H. Poels, van Heer len, den aalmoezenier van den arbeid in Limburg, op de jaarvergadering van het Bureau voor de R. K. Vakorganisatie, Zaterdag en Zondag te Breda gehouden. Ze teekenen ook den geest, die deze vergadering bezielde. Een ander praatje. We hadden haast oorlog gekregen van de week, oorlog met China. Dat is niet mis, heelemaal niet misl Wat er dan gebeurd is? Ge weet, dat het groote keizerrijk China een republiek is geworden. Nu wilden de Chineezen in onze Oost op hun Nieuw jaarsfeest die gebeurtenis eens flink be- fuiven. Zoo het dikwijls gaat met fuif jes: men hield de maat niet en de laagste klasse van personen, die geen eer of lijden en de verrijzenis van Christus slui ten geschiedkundig bij elkaar aan, het eerste is een voorbereiding voor het tweede, en in het Verlossingswerk kan men het een niet zonder het ander den ken. Het is daarom, dat de Vastenlitur gie ons op verschillende wijzen en op verschillende tijden herinnert aan de verrijzenis des Heeren. Zoo eindigt b.v. morgen het Evangelisch verhaal der ge daanteverandering met het verbod van Jezus aan Zijne leerlingen, dat tevens eene voorzegging is„zegt aan niemand dit gezicht, voordat dc Mensch en- zo on van de dooden is opge staan". Ook is het in de keuze der Epistels en Evangeliën waar te nemen, dat de kerk wil wijzen op de mystieke verrijzenis van de ziel uit het graf der zonde tot het rijk der genade. Hier moeten wij ons, helaas, weer tot slechts één voorbeeld beperken. Op den derden Zondag van de Vasten b.v. treedt Chris tus op als gezaghebbende over de dui velen. Hij zelf verklaart ons de beteeke nis van het wonder: „Als ik door den vinger Gods de duivelen uitdrijf, is het Rijk Gods tot u gekomen." In zijn voortreffelijke studie over de Vastenliturgie zegt de Benedictijn Dr. Dom Franco de Wyels: „Indien wij al deze verschillende gedachten, welke als een handleiding zijn tot het verstaan der vastenliturgie, t rug trachten te bren gen tot céne ooi" gedachte, waarin al de andere in 'h - 1 ie eenheid samen smelten, dan nu ueii wij, dat het tijd perk van de Vasten .ons een volledige goeden naam te verliezen hadden, roer' den zich op danige wijze. De Neder- landsche regeering moest even overgaan tot de gevangenneming van een acht- Jionderdtal gewezen langstaarten dei moderne of nieuw-modische Chineezen dragen geen staarten meer, en een Chi nees met een staart zal langzamerhand zoo iets worden als een Hollander met een wijde pofbroek en klompen: een persoon, die bijna alleen in reisbeschrij vingen gevonden wordt. Zooals een jonge) heer of een jonge dame, die pas zoa groot zijn geworden, dat de menschen hun hoed voor hen afnemen, zoo voelt zich de Chineesahe republiek, nu zij er-' kend wordt als de wettige regeerings- vorm. E11 gelijk genoemde heertjes en dametjes zich hemel-hoog voelen stijgen^ zooals een kleine kleuter op een stoo£ wanneer ze tegen een onbeleefde behan deling kunnen protesteeren, zoo vond dei nieuwe republiek het wat aardig, toen zij naar aanleiding van de gevangenne ming van haar onderdanen in Ned. Oost- Indië een klacht kon indienen bij de Nederl. regeering. Zoo moeten we, ge loof ik, het geheele geval opvatten. Dat doet de Nederl. regeering ook, want zij is ervan overtuigd, dat, zoo de Chineesche regeering het ware karakter van de on lusten op "Java kent (in minder diplo matieke taal: als zij wat kalmer wordt), zij de houding van de Nederl. autori teiten zal billijken. Wat er van zij: «nis het muisje een staartje heeft, zullen we er volgende week verder over praten. Geen oorlog is er van de week ge weest in onze Tweede Kamer. De Armen wet is van een leien dakje gegaan. De lezers kennen die wel uit wat de Leid- sche Courant er in den breede over ver teld heeft. Zij bedoelt namelijk, dat het burgerlijk armbestuur eerst dan zal hel pen, als bewezen is, dat een kerkelijk armbestuur niet of niet voldoende helpt. Dus eerst moet de arme zich tot het arm bestuur zijner godsdienstige gezindte wenden, als hij natuurlijk bij een gods dienstige gezindte hoort. Ook heeft zij gezorgd, dat er meer samenwerking is tusschen de armbesturen, zoodat bedrog kan voorkomen worden. Zoo vlug is nog nooit een wet afgedaan; 'tis in vier dagen gebeurd. Nu zijn ze bezig aan een wet tot verhooging van de subsidiën bij den bouw van bijzondere scholen. Motie's vind ik dikwijls nare dingen, omdat men er in vele gevallen zoo ver bazend vlug mee voor den dag komt. Er is iets, dat een vereeniging niet aanstaat, en.... één, twee, drie, een motie in elkaar gezet, en.... klaar is Kees; men gaat van de vergadering weg, alsof men ik weet niet wat tot stand heeft gebracht. Daar om vind ik voor mij het heel goed, dat in de Kiesvereeniging te Zoeterwoude een motie, waarin een afkeuring werd uit gesproken over den toon, die op de ver gadering van de Centrale Kiesvereeniging Katwijk-Leiderdorp geheerscht had, werd uitgesproken, is afgestemd. Wat had zoo'n motie voor nut? vraag ik je! Als die toon niet goed is geweest, keurt iedereen dat af, en moet men niet het vuurtje weer 'ns gaan oprakelen. Toch heb ik van de week ook een motie gelezen, die tot mijn vreugde is aangenomen, 'tls de motie, waarin de Centrale Kiesvereeniging te Almelo ver trouwen uitsprak in haar afgevaardigde, Mr. P. J. M. Aalberse. De een heeft geschreven: mr. Aalberse is te vurige voorstander van de Katholieke vakveree- nigingen, zoodat hij den door den Bis schop goedgekeurden Christelijken mijn- werkersbond in Limburg ook afkeurt; de ander heeft geschreven: mr. Aalberse is wel voorstander van de Katholieke vak verenigingen, maar knipoogt toch nog te vriendelijk tegen de Christelijke vak- vereenigingingen. Ra, ra, wat is dat? De waarheid ligt in liet midden: zooals alle Katholieken moeten zijn, is mr. Aal berse een ijveraar voor Katholieke vak verenigingen, en een vurige ijveraar, om dat de Bisschoppen de vakverenigingen Katholiek willen hebben, maar keurt hij be ig levert van den geestelij ken strijd met zijne verschillende stadiën." De eerste Zondag voert ons recht naar het strijdperk om ons Christus te zien strijden (Evangelie) en geeft ons de wapenen voor den strijd in handen (Epis tel.) De tweede Zondag (morgen) komt onze zwakheid steunen, tracht ons door de* heerlijkheid van Christus' gedaante verandering (Evangelie) voor moedeloos heid in den strijd te bewaren, en geeft ons een nieuwe spoorslag tot volhar dend streven naar de heiligmaking (Epis tel.) Op den derden Zondag reikhalzen wij reeds naar den eindzegepraal (Introïtus, Graduale, Tractus) en verlangen verlost lost te worden van onze zonden (Evan gelie). Op den vierden Zondag laat ons de Kerk een oogenblik uitrusten van den vermoeienden strijd, en verblijdt ons in het vooruitzicht der overwinning (In troïtus, Graduale, Tractus, Offert., Com- muno) en verlustigt ons reeds met de er fenis der kinderen Gods (Epistel) en toont ons, dat Christus hen, die Hem' volgen, nooit zal verlaten (Evangelie.) 't Zou ons te ver voeren als wij da volle schoonheid van de vastenliturgie! zouden uitmeten en uitspreiden. Dit schematisch overzicht zij een prik kel om zooveel mogelijk te genieten eil te leeren vau die liturgie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5