Uit Stad en Omgeving. staten-genEraalT De Eerste Roomsch Katholieke één millioen een ministerie van andere samenstelling beier tot hei beoogde doel te zullen komen. Maar neen, het gebeele ministerie is den volgenden dag in zijn geheel weer op het kussen geklommen. Wat is de bedoeling geweest? Myste rie. Misschien zal de toekomst het nog leeren. Want vast staat, dat er een reden voor die dwaze vertooning moet ge weest zijn. Ik zou nog graag wat vertellen van het vernieuwde Fransche ministerie. Men leest er echter niet veel bijzonder van, al wordt het een sterk ministerie ge noemd. In een blad zag ik ze genoemd talenten, geen karakters. Nu, dit laatste kon men ook lezen uit het aardige staatje van de „Univers". tfat gisteren onder Buitenland stond. Daar kunnen ze het rr.ee doen, dunkt me. V. Weekpraatje. 't Is pas .1912, maar hei begint al te spektakelen voor 1913. Ze zijn o zoo bang van links dat het weer mis zal loopen bij den stembusstrijd. O, zoo bang. En ze probeeren al zich schrap te zetten, zich te wapenen tegen die „gevaarlijke clerica- len'\ En ze hebben beproefd 0111 te za- ïnen ten strijde te trekken, onder één ba nier, of liever onder één hoedje, want ba nier is-wat te mooi gezegd. Er is immers niets, wat de linkschc partijen vereenigen kan, dan de leus: tegen de Chrisielij- ken. Maar, wat ik eigenlijk zeggen wilde, is dit: Eerst hebben ze te Rotterdam beproefd om ie zomen een bondgenoot schap te vormen, en dat is mislukt. En nu was er door verscheidene leden van de vrijzinnig-democratische kiesvereeni- ging in den Haag een voorstel ingediend bij hun kiesvereeniging om met unie-libe ralen er. oud-liberalen tot samenwerking te komen voor gcmecnieraads-, stateo- en Kamerverkiezingen, endit voorstel is van de week verworpen. Ze wilden niet, want ze hadden veel te veel. wat hen van de anderen scheidt. Och, wat beginselvast, wat principieel! Ja, ja, nu loopen ze heel voorzichtig als oude menschen met stramme beenen, die zich dezer dagen op de gladde straten waagden, maar bij de verkiezingen, o, ze glijden over al die verschilpunten heen met de benijdenswaardige vlugheid van schooljongens op een glijbaan. En daaromoppassenOok wij moe ten zorgen om met zooveel mogelijk man eensgezind naar de stembus te trekken, ook wij moeten ons nu al voorbereiden op 1913! Als je aan de pra&t raakt, lijkt je wel wat op een boot tusschen ijsschotsen je wilt verder gaan, maar nu eens botst en klotst deze en dan weer die gedachte tegen je aan. Zoo denk ik er nu aan, dat we het verleden week over al die stakingen hadden. Of 't er nu beter voor staat? Nu. niet veel. In Amsterdam zijn nog heel wat menschen, die zonder werk langs de straten loopen of bij een koude kachel zitten. Is het niet verschrikkelijk, dat er nu al zeven maanden lang in Am sterdam 450 diamantbewerkers staken, en er zoo voor Amsterdam 750.000 gulden arbeidsloon verloren is gegaan? En ik geloof heusch, dat ze ongelijk hebben, "l och ben ik volstrekt niet blind voor wantoestanden. Daar heb je b. v. die gedwongen winkelnering in verschil lende Brabanische dorpen, voornamelijk in de Langstraat. De patroons weten hun werkiieden te dwingen om bij hen inkoopen te doen. Ze steken zelf de winst in den zak en benemen den werk lieden hun vrijheid, verkoopen mis schien ook te dure of te slechte waren. Op last van de regeering is een onder zoek ingesteld naar dien toestandhet re sultaat van dat onderzoek is bekendge maakt. Sommigen beweren, dat de toe stand ai te erg wordt voorgesteld. Wat er van zijwe zullen er nu wel gauw meer van hooren. De trouwe praaigenooten herinneren zich misschien dat we enkele weken ge leden vol blijdschap waren over een medêdeeling van de apologetische veree- niging Petrus Canisius zooals we we ten een vereeniging, die zich ten doel stelt geschriften uit te geven en aan te bevelen, die het Roomsch geloof ver dedigen of verklaren. Die vereeniging maakte n!. bekend, dat zij in het afgeloo- pen jaar ..an een vijfhonderd andersden kenden, die zich tot haar gericht hadden, inlichtingen had gegeven omtrent het Ka tholiek geloof. En nu las ik dezer dagen, dat onze nieuwe Nederlandsche Kardi naal, Zijne Eminentie W. M. van Ros- "surn, over die iöededeoJjng ook zoo ver heugd was, dat hij aan die vereèiifglng niet alleen 100 gulden stuurde, maar ook tot haar een schrijven richtte vol lof en aanmoediging om voort tc gaan met te arbeiden \our „den terugkeer der arme afgedwaalde broeders naar de Moeder kerk." Moet u allen het bij de beschei den penning uwer lof laten, of steunt ge ook die vereeniging door wat ze noemen de „zenuw van den oorlog", de duiten? Wat ik ook een werk vind, niet zoo zeer ter verdediging van het geloof voor anderen, als wel tot verwarming en ver sterking van het geloof in ons zelf: bet opvoeren van werken als: „De Hemel- sche Altaarvvacht", van Kapelaan Smul ders. Eerst is dat zeg- en zangspel te Warmond opgevoerd, en verleden week jVrijdag te Leiden. Maandag a.s. weer te Leiden, cn dan gaan die dames, die het hier hebben opgevoerd, naar Oude-Wc- tering, Alkmaar en den Haag. Ik wil u er even opmerkzaam op maken, dat niet alleen het hooren voordragen, maar ook Jiet lézen een genot is. Misschien bij de lange winteravonden. Toch is er nog iets mooiers, dan naar mooie stukken te gaan luisteren of die te lezen. Met die koude is de arinoe erg bitier, en het lenigen erg zoet. En nuik hoop, dat de liefhebbers en liefhebsters van schaatsen zullen kun nen profiteeren van het door de Zuid- Hollandsche ijsvereeniging gemaakte plan en den tocht kunnen meemaken, die gis teren in de courant vermeld stond. Wie het met een Hollander goed meent, wenscht hein joe een winter met veel ijs. Met dien wensch neem ik afscheid tof de volgende week. JAN. LEIDEN, 20 Januari. R. K. Kiesvereeniging. Onder leiding van mr. P. J. M. Aal- berse hield de R. K. Kiesvereeniging gisteravond in het bondsgebouw haar jaarvergadering. De voorzitter opende de vergadering met den christelijben groet, wenschie den leden zoowel voor hen per soonlijk als voor hun gezinnen een zalig nieuwjaar en hoopte dat 1912 voor het land in het algemeen en yoor de ge meente in 't bijzonder een voorspoedig en gelukkig jaar inoge worden. Een te rugblik werpend op het afgeloopen jaar meent spr., dat 1911 voor onze ge meente nu juist niet tot de meest ge lukkige jaren heeft behoord. De verkie- kiezingen van den zomer hebben een uitslag opgeleverd, welke betreurd moet worden. Hei bestuur heeft op een apar te bijeenkomst na de verkiezingen over wogen, aan welke oorzaken de nederlaag moeten worden toegeschreven. Men meende, dat verschillende factoren heb ben ingewerkt, als de afschaffing der kermis, verhooging drankaccijns enz. Maar al die z.g. inwerkende oorzaken hebben alle een andere oorzaak, die ge vonden wordt in het gemis in politiek besef bij velé Katholieken. Als dit ge mis niet aanwezig ware geweest, zouden de verkiezingen, ondanks alle andere factoren toch een goed resultaat opge leverd hebben. Juist het feit van de principieele verslapping, het niet besef fen als Katholiek van de noodzakelijke consequenties op politiek terrein, is bij velen te constateeren. De plannen be sprekend, hoe hierin verbe'tering te brengen, meent Apr. dat geen heil ge zocht moet worden in vergaderingen. De ervaringen in het verleden hiermede op gedaan, waren z.i. treurig. De nietprin- cipieele menschen komen toch niet ter vergadering. De conclusie van het be stuur was dat er slechts één weg ter verbetering was, n.l. de Kath. kiezers zooveel mogelijk te bewerken door de Kath. „De Leidsche Courant". Daardoor bereiken wij dagelijks alle Katholieken. Dit is op den duur een belangrijk voordeel en de toekomst van het Katho lieke politieke leven hangt voor een groot deel van de „L. Crt" af, als deze stel selmatig en geregeld de groote princi pieele vragen van den dag op eenvouj- dige en bevattelijke wijze behandelt Spreker wijst daarom op den plicht der leden van de.R. K. kiesvereeniging om de „L. Crt." te pousseeren en te zorgen dat zij gelezen wordt in elk Kath. gezin. Er moet propaganda voor onze Kath courant worden gemaakt, en spr. meent, dat het besite werk, dat de Jonge Garde dit jaar kan doen, is propaganda maken voor de Kath. courant. Deze woorden werden met applaus begroet. De notulen worden door den secret taris. den heer J. de Graaf, gelezen en na een kleine opmerking goedgekeurd. De voorzitter brengt daarna ter sprar ke de motie, die ter vorige vergadering is aangenomen inzake regiementsherzie- ning. Deze motie is niet bindend, daar een besluit er door genomen werd en het punt niet te voren op de agenda was geplaatst. Het bestuur is echter bereid, en het zal hiertoe overgaan, een commissie van vijf leden uit de verga dering te benoemen, om het bestuur con crete voorstellen tot reglementsherziej- ning te doen. Uit het jaarverslag van den penning meester, den heer W. J. van Harteveld, bleek, dat de ontvangsten bedroegen f663,65 (waaronder f250 van eene lee ning om de schuld te dekken), de uit gaven f753,78 (waaronder flOO tot af lossing der leening), zoodat er een na- deelig saldo is van f90,13. Er moet nog betaald worden f 342,29. De heeren Creyghton, Langezaal en Oostdam wor den tot verificateurs benoemd. Nadat boe ken en bescheiden zijn nagezien, adviseert de commissie tot decharge van den pen ningmeester, waartoe besloten wordt. Het jaarverslag van den secretaris ver meldt, dat het ledental 3*18 bedraagt. De financieele toestand eischt dringend ver- beiering. Het verslag geeft een overzicht van de gebeurtenissen, zoowel op huis houdelijk als op politiek terrein. De Jonge Garde wordt een woord van hulde voor haar arbeid gebracht. De aftredende bestuursleden, de heeren W. H. Schmier eu F. Pieck, worden her kozen. In plaats van de heeren Creyghton, die voor een herbenoeming niet in aan merking wensch te te komen, dr. Meule- man en Kerstens, werden benoemd de heeren J. F. Boekhout, dr. Wi Keesom en L. J. Hensing. In verband met den slechten finan- cieelen toestand drong de voorzitter op vrijwillige contributie-verhooging aan en op het aanwerven van nieuwe leden voor dc vereeniging. Dc voorzitter deelde vérvolgens mede, dat de penningmeester als zoodanig opt- slag heelt genomen, i ie. ben :ur .is oen heer Harteveld dankbaar voor diens uit stekend financieel beheer gedurende 12 jaar. Spr. hoopt, dai de vereeniging hem als bestuurslid nog lang mag behouden. De heer Pieck heeft zich bereid verklaard deze ondankbare taak op zich te nemen. Vervolgens tot de bespreking der a.s. gemeenteraadsverkiezing overgaande brengt dc voorzitter eerbiedige hulde aan de nagedachtenis van het ontslapen raads lid, den heer J. J. van Hoeken. Op voorstel van het bestuur werd be sloten den candidaat der R. Kies vereeniging over tc nemen. Bij de rondvraag reciproceerde Je heer Jac. P. Creyghton dc vvenschen van den voorzitter, bij den aanvang der vergade ring geuit, en hoopte, dat de voo-rzitter kracht zou ontvangen om zijn veelom - vattenden arbeid te verrichten. Hierna werd de vergadering gesloten. Brieven uit de Veen. vin. Amice. Zalig Nieuwjaar. Een gewichtig jaar zal het worden voor Alkemade. Het spoor en de eiec- trisclie verlichting. Maar het allerge wichtigste is, dat ik een compagnon heb gekregen. Het wordt dus Flores Co. Het zal echter slechts een stille ven noot zijn, zoodat de firma op den ouden titel blijft voortbestaan. Wa/t wel iets bijzonders is, en wat mij ook heeft ge trokken, dc compagnon is ook al een liefhebber van wandelen en gebruikt daarbij zijn kijkers ter dege. Nu was hij dezer dagen uitgegaan en gaat dan als volgt voort: Ik was uitgegaan en zou mijn terug reis maken door Leiden, loopende door het lageland en vervolgens naar de Rijpwetering, waar ik de laatste dagen van mijn vacantie zou doorbrengen. Glad waren de straten in Leiden en bijna on begaanbaar. Ik dacht er over een rij tuig te nemen (wat een Croesus!) maar ter wille van de afspraak zou ik komen loopen (o, zoo!) en mijn neef zou van uit de Rijpwetering ook te voet komen om mij gezelschap te houden door bet lage land. In Leiden ging het uitste>- kend, de straten waren bezand, zoodat ik geen zorg, angst of vrees voor uit glijden had. Eenmaal binnen hei Zijl hek (betalen de tol!), trok ik mijn neus bedenkelijk in de hoogte, toen dat glin sterende pad daar voor mij lag. Maar loopen was het parool. Het ging nog al zoo tamelijk. Ik glipte wel eens een keer of wat, maar ach, wie glipt er niet eens een enkel maal in zijn leven (wat een wijsgeer!) en daarbij, ik was toch in mijn vacantie- tijd en 'twas sport, zuivere sport, om 't evenwicht niet te verliezen, en ik kreeg er bovendien zelfs nog schik in. Sportende kreeg ik eindelijk de eerste brug in liet lageland te pakken, de zoo genaamde lange brug, vroeger een op haalbrug. In het midden gekomen, bleef ik staan op de spiegelgladde baan en gaf mijn verwondering te kennen (aan wie?) en liet mijne gedachten eenige oogenblikken over het tafereel gaan. Ik dacht: wat een overgang, in Leiden alles veilig en hier niet eens een brug bestrooid met zand, die zqo spiegelglad Is. Ik laat mijn oog gaan naar de vier windstreken, en ontdek een klein heu veltje afgedekt met riqt en rommel. Nieuwsgierig ga ik eens kijken en vinei er.... zand. Ik dacht dat is zeker een spaarpot voor 't komende gladde weer, of wellicht moet het eens doorvriezen. 't Kan ook zijti dat het geen gemeen goed was, maar privaat eigendom (wat een advocaterij). Ik loop echter verdel en kom behouden van de brug, terwijl op 't zelfde oogenblik de groote petro- leumwagcn met tweespan passeerde, die ik stilletjes goede 1 eis toewenschte,i en mij niet eens gunde om te zien, hoe dat karwei zou atloopen. Geen gekheid zoo'n gevaarte tegen een gladde brug op te trekken. 'k Ben nu zoetjes aan tot Oud-Ade genaderd, mijn neef zie ik nergens (na tuurlijk, die is ergens omgekegeld en naar.huis gegaan), wel het oude huisje, waar vroeger de gemeentewerker in woonde, ook de weg naar de Zeven huizen is nog aanwezig en de oude mo len die daar zoo schilderachtig staat en zichvoordoet als een gehellebaard en geharnast wachter, aan wie de veiligheid is toevertrouwd. Ze staat roerloos en H' waterscheprad hangt doelloos, gedeel- telijik in het water, rustend als 't ware van gedane werk. Weer een brug en een hoogte, glad als alles, weer een heuveltje van zand, maar geen strooisel. Al mijmerende sjok ik verder en krijg de Rijpwetering in 't gezicht. Het loopep begint mij zwaar te worden, vanwege de inspanning. Nog eens een paar hoogte om tegen op te kruipen en kom aan het plaatsje, waar mijne vacantie zal eindigen. Nu roepen ze wel eens over de mooie weg, maar dan is dat in de zomer ge weest. Nu is het erg, zelfs bij 'tscheer- salonnetje is het halsbrekend werk ge weest. Bij mijn neef is alles in rep en roer. Hij ziet er ontdaan uit van wege de smak' die hij gemaakt had, dat kwam dus uit. Maar ik ;eeg niets en val ;in zijn rust stoel. Zijn verhaal zal ik onzen lezers maar 'sparen. 's Avonds kregen we het chapiter te pakken en we boomden er danig op voort en ik' zei tot slolt: „Slaat 'de handen in elkaar en richt eene vereeniging op. Lapt een ieder itsep Kleinigheid bijdragen, dan kun je naar hartelust strooien en de menschen loo pen geen gevaar. E11 je behoeft het niet zoo zuinig te doen, zooals jullie brug te Rijpwetering, alleen de brug en geen stap verder? Neemt een voorbeeld aan dat gestrooide eindje naar die stoep, ligt zie je, dat is goed werk. Ja, oom dat zie i k, maar...." Hier heb je nu het verhaal van de compagnon. Ik-heb hem terstond ge schreven bij ons eens te komen in de Veer. Arbeid Adelt waakt en strooit en wordt geprezen door oud en jong. Wat een veiligheid, men loopt voor zijn plei- zicr lenig en los en geeti zweem van vallen hoor. De zandkorreltjes komen mij in de 00gen, zooals bij kleine kinderen de zandmannetjes als het bedtijd is, dus tot later. Groet en zegen FLORES. TWEEDE KAMER. Wijziging van de Schepenwet. Artikel 1 van de Schepenwei (wet van 1 Juli 1909, Stbl. no. 219), o.a. inhou dende de definitie van het begrip: „het ondernemen van een reis, heeft in de praetijk, inzonderheid ten aanzien van.de schepen in de kleine vaart, tot moeilijk heden aanleiding gegeven, vermits niet voldoende vaststaat, wat moet worden verstaan onder de daarin voorkomende uitdrukking: het buitengaats brengen van een schip. Een gezonde oplossing dezer moeilijk heden kan, naar de meeiiing van den mi nister van landbouw, nijverheid en han del worden verkregen, indien het ver band tusschen Schepenwet en Zeebric- venwet wordt verbroken en in eerstge noemde wet wordi omschreven wat men, voor zoover Nederland be.reft, onder het begrip buitengats brengen heeft te ver staan. Een en ander is in hei thans ingediende wetsontwerp tot wijziging der Schepen wet geschied door aanvulling van art. 1 en wijziging van art. 2 der Schepenwet, terwijl het uitschakelen van de Zeebrie- venvvet de wijziging van art. 7 en van eenige strafbepalingen noodzakelijk heeft gemaakt. Tevens is deze gelegenheid be nut om in de Schepenwet eenige wijzi gingen en aanvullingen aan te brengen, waarvan, de ondervinding de wenschelijk- heid heeft aangetoond. Kerknieuws. Het getal der Katholieken. Een Italiaansch schrijver, de heer Stra- delli, .heeft een werk uitgegeven over 'de toename van het getal Katholieken, waar aan we, zonder ze te controleeren, eeni ge cijfers ontleenen. Engeland telde een eeuw geleden 120.000 Katholieken met 6 Apostolische Vicarissen en 200 Priesterseen eeuw later, jn 1907; waren er 21 Bisschop^ pen, 4.166 Priesters en 2.180.000 geloo vigen. Men weet, dat een groot deel van deze toename is toe te schrijven aan persoon lijke bekeeringen. In weinige jaren, van 1899 tot 1907, kwamen 446 Predikanten, 417 Parlementsleden, 205 Officieren, 129 Rechtsgeleerden^ 60 Dokters, toji de Kerk. Het (geheele getal bekeeringen bij draagt sinds langen tijd 10.000 per jaar. Maar 90k in Duitschland is 't getal Katholieken sterk toegenomen. In heit jaar 1800 waren er zes millioen, in 1904 .niet minder dan 28 millioen. In JRusland zijn het weer de bekeerin- gen, ,die het getal sterk doen \vassen na het ,tolerantie-ediclt van 1905 in vier ja ren tijds met 230.000. Ook in de andere Oostelijke Staten nam het getal Katholieken in de ne gentiende eeuw sterk toef 'Het kwam in Roemenië van 16.000 op 150.000, in Bosnië van 23.000 tot 398.000, in Bul garije van 1300 op 28.000, in Servië van 6.000 tot *20.000, in Griekenland van 15.000 tot 44.000. Maar vooral enorm is de toename in de Ver. Staten. Daar hadden wij' in 1800 één Bisschop, 50 Priesters en 40.000 ge- loofsgenooten. Thans zijn er 13 Aartsbisschoppen^ 88 Bisschoppen, meer dan 10,000 pries ters, en meer dan 22.500.000 Katholie ken. Alleen de hoofdstad New-York telt ver over de millioen Katholieken in 170 parochies verdeeld. Ook daar in de nieuwe wereld is het getal bekeerlingen grootvan 30.000 tot 50.000 per jaar. Op de lijfst dezer conver- tieten vindt men een Aiiglicaansch Bis schop, vele Predikanten en 3 Rabbijnen. In Australië was een eeuw geleden, geen enkele Katholiek ie vinden, fn 1820 werd vrijheid van belijdenis toegestaan en begaven er zich twee lersdie missio narissen heen thans zijn er, behalve een •Kardinaal, twee Aartsbisschoppen, 14 Bisschoppen, 1400 Priesters, duizenden religieusen en meer dan anderhalf mil lioen geloovigen. Ook in de missie-gebieden gaat het getal geloovigen sterk vooruit. Afrika telde in 't jaar 1800 slecht enkele «lui zende Katholieken, thans begint het ge tal reeds dicht aan hel millioen te ko men, terwijl het in Azië reeds» bijna 5 millioen bedraagt, waarvan ruim» een millioen in China gevonden wordt. Merkwaardig is de toename van het getal Roomsehen in de aan de Porte onderworpen landente Constaptinopel Ingezonden Mededeeüngen. a 30 cents per regel. Kinderen die dikwijls aan storingen in de spijsvertering lijden geeft men gedu rende eenige dagen achtereen ongeveer 3 eetlepels .echt FV&raas Josef'- laxecrwater, waarmede, door zijn natuur lijke maag-, darm-, en bloedzuiverende werking, de beste resultaten verkregen wordenAanbevolen door wijlen prof. Stokvis. 310 Lev. Mij. te Haarlem heeft thans na anderhalf jaarwerken, reeds een succes van verzekerd bedrag te boeken. Hoeveel Mij.en konden na een nog zoo kort beslaan op zoo'n succes wijzen 64 steeg het van 8000 tot 45.000, te Smyr na van 300 tot 16.000, in Mesopotamië van 10.000 tot 113.000, in Palest infi var. 3000 tot 30.000. Land- en Tuinbouw. Beer. 't Is nu juist geen smakelijk onder werp, hierboven aangeduid. Maar een boer en een tuinier zijn niet vies uitge vallen, zooals men zegt, en waar men over mest spreekt, daar heeft men zijn belangstelling, want „De mest en is geen heiligheid, „•Maar hij do t wond'ren waar hij leit". Beer is een veel gebruikte mestetofy inzonderheid in tuinen. Vele tuinbezittersi hebben hem voorradig cn zijn reeds'; daarom op het gebruik er van aangewe zen. Dat gebruik levert ook in den re gel goede resultaten, maar deze ver schillen naar gelang tic samenstelling is van de beer, en deze loopt in ver schillende gevallen zeer uiteen. Niet al leen de aard, het gehalte, van het voed sel, door den mensch gebruikt, is hieF- op van invloed, maar ook dc bewaring* der uitwerpselen. Soms worden deze be waard in gaten, in den groml gegraven. Een slechte manier van bewaring. Er gaat veel in den ondergrond verloren,, en bovendien kunnen de wateraderen,; die onze pompen voeden, lichtelijk door, ziektekiemen worden bes-met. Ecu andere manier i>: bewaring in gemetselde bakken. Deze heetten water dicht, maar zijn het veelal of meestal niet, ook al zijn ze goed gemetseld mei „sterke tras". Ook hierbij kan derhalve besmetting onzer wateraders voorkomen. Beter is het „tonnetjes-stelsel". Onder zoek, bijv. van dr. Vogel tG Berlijn, heeft doen zien, dat beer, opgevangen in tonnen, heel wat beter was dart die in bakken bewaard. Per kut>. Meter (10 H.L.) werd gevonden: In tonnen: I11 gemetselde bakken: 3.24 K.G. 2.6 K.G. organische «stikstof, 4.26 K.G. 1.07 ammoniak. 2.66 K.G. 1.58 phosphor zuur. 2.85 K.G. 1.52 kali. Bij het tonnetjes-stelsel was dus van: alle voedingsstoffen veel meer behouden! gebleven, 't Verschil was inderdaad zeer groot. Een krachtig werkende meststof we zeiden het al kan beer zijn. Toch is» hij op den duur niet doelmatig, omdat er naar verhouding*, voor de behoeftenj der verschillende gewassen, te weinig kalk en te weinig kali in voorkomt. Dat wreekt zich. Men krijgt geile, doch slap pe gewassen, waar geen „pit" in zit. Ziekte als gevolg daarvan (reedt nidt zelden op. Enkele gewassen kunnen ten slotte niet, of iiiejt goed, meer worden verbouwd. Kalk en kali moeten dus worden toe-; gevoegd. Kalk in den vorm van mergel,} of op zuren grond in dien van bijtende kalk. Ook ttirfasch, iri ruime hoeveelheid kan dienen. Men geve jaarlijks S 10 kilo italk!- mergel per Are (100 vierk. M.), zc bei- hoeft niet gebluscht tc worden. En voorts meet nevens beer pateafc- kali worden aangewend5 kilo per Are. Aldus bemest men volledig, cn kan men bij goede grondbewerking, alles telend In sommige steden wordt „verdunde mest" van gemeentewege geleverd. De? bemestingswaarde is veelal niet groot. Wij zagen dezer dagen een analyse van! een monster uit Enschedé; zij luidde: 0.26 pet. totaal stikstof, 0.02 pet. phosk phorzuur en 0.27 pet. kali. Dat is hcele- maal geen normale bemesting, van stik stof en kali maar een kwart procent en] van phosphoizuur zoo goed als niets.- In Groninger compost ko-mt wel twee-' maal 20ovee! meer stikstof voor, «n an»; derhalf maal zooveel kali. Die „ver* dunde mest" kan dus slechts als een( toevoegsel worden beschouwd: Op gras^ land .afgewend, moet hij worden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 6