Uit Stad en Omgeving.
staten-genEraalT
De Eerste
Roomsch Katholieke
één millioen
een ministerie van andere samenstelling
beier tot hei beoogde doel te zullen
komen. Maar neen, het gebeele ministerie
is den volgenden dag in zijn geheel weer
op het kussen geklommen.
Wat is de bedoeling geweest? Myste
rie. Misschien zal de toekomst het nog
leeren. Want vast staat, dat er een reden
voor die dwaze vertooning moet ge
weest zijn.
Ik zou nog graag wat vertellen van
het vernieuwde Fransche ministerie. Men
leest er echter niet veel bijzonder van,
al wordt het een sterk ministerie ge
noemd. In een blad zag ik ze genoemd
talenten, geen karakters. Nu, dit laatste
kon men ook lezen uit het aardige
staatje van de „Univers". tfat gisteren
onder Buitenland stond. Daar kunnen
ze het rr.ee doen, dunkt me. V.
Weekpraatje.
't Is pas .1912, maar hei begint al te
spektakelen voor 1913. Ze zijn o zoo bang
van links dat het weer mis zal loopen bij
den stembusstrijd. O, zoo bang. En ze
probeeren al zich schrap te zetten, zich te
wapenen tegen die „gevaarlijke clerica-
len'\ En ze hebben beproefd 0111 te za-
ïnen ten strijde te trekken, onder één ba
nier, of liever onder één hoedje, want ba
nier is-wat te mooi gezegd. Er is immers
niets, wat de linkschc partijen vereenigen
kan, dan de leus: tegen de Chrisielij-
ken. Maar, wat ik eigenlijk zeggen wilde,
is dit: Eerst hebben ze te Rotterdam
beproefd om ie zomen een bondgenoot
schap te vormen, en dat is mislukt. En
nu was er door verscheidene leden van
de vrijzinnig-democratische kiesvereeni-
ging in den Haag een voorstel ingediend
bij hun kiesvereeniging om met unie-libe
ralen er. oud-liberalen tot samenwerking
te komen voor gcmecnieraads-, stateo-
en Kamerverkiezingen, endit voorstel
is van de week verworpen.
Ze wilden niet, want ze hadden veel
te veel. wat hen van de anderen scheidt.
Och, wat beginselvast, wat principieel!
Ja, ja, nu loopen ze heel voorzichtig als
oude menschen met stramme beenen, die
zich dezer dagen op de gladde straten
waagden, maar bij de verkiezingen, o,
ze glijden over al die verschilpunten heen
met de benijdenswaardige vlugheid van
schooljongens op een glijbaan.
En daaromoppassenOok wij moe
ten zorgen om met zooveel mogelijk man
eensgezind naar de stembus te trekken,
ook wij moeten ons nu al voorbereiden
op 1913!
Als je aan de pra&t raakt, lijkt je wel
wat op een boot tusschen ijsschotsen
je wilt verder gaan, maar nu eens botst
en klotst deze en dan weer die gedachte
tegen je aan. Zoo denk ik er nu aan,
dat we het verleden week over al die
stakingen hadden. Of 't er nu beter voor
staat? Nu. niet veel. In Amsterdam zijn
nog heel wat menschen, die zonder werk
langs de straten loopen of bij een koude
kachel zitten. Is het niet verschrikkelijk,
dat er nu al zeven maanden lang in Am
sterdam 450 diamantbewerkers staken, en
er zoo voor Amsterdam 750.000 gulden
arbeidsloon verloren is gegaan?
En ik geloof heusch, dat ze ongelijk
hebben, "l och ben ik volstrekt niet blind
voor wantoestanden. Daar heb je b. v.
die gedwongen winkelnering in verschil
lende Brabanische dorpen, voornamelijk
in de Langstraat. De patroons weten
hun werkiieden te dwingen om bij hen
inkoopen te doen. Ze steken zelf de
winst in den zak en benemen den werk
lieden hun vrijheid, verkoopen mis
schien ook te dure of te slechte waren.
Op last van de regeering is een onder
zoek ingesteld naar dien toestandhet re
sultaat van dat onderzoek is bekendge
maakt. Sommigen beweren, dat de toe
stand ai te erg wordt voorgesteld. Wat
er van zijwe zullen er nu wel gauw meer
van hooren.
De trouwe praaigenooten herinneren
zich misschien dat we enkele weken ge
leden vol blijdschap waren over een
medêdeeling van de apologetische veree-
niging Petrus Canisius zooals we we
ten een vereeniging, die zich ten doel
stelt geschriften uit te geven en aan te
bevelen, die het Roomsch geloof ver
dedigen of verklaren. Die vereeniging
maakte n!. bekend, dat zij in het afgeloo-
pen jaar ..an een vijfhonderd andersden
kenden, die zich tot haar gericht hadden,
inlichtingen had gegeven omtrent het Ka
tholiek geloof. En nu las ik dezer dagen,
dat onze nieuwe Nederlandsche Kardi
naal, Zijne Eminentie W. M. van Ros-
"surn, over die iöededeoJjng ook zoo ver
heugd was, dat hij aan die vereèiifglng
niet alleen 100 gulden stuurde, maar ook
tot haar een schrijven richtte vol lof en
aanmoediging om voort tc gaan met te
arbeiden \our „den terugkeer der arme
afgedwaalde broeders naar de Moeder
kerk." Moet u allen het bij de beschei
den penning uwer lof laten, of steunt ge
ook die vereeniging door wat ze noemen
de „zenuw van den oorlog", de duiten?
Wat ik ook een werk vind, niet zoo
zeer ter verdediging van het geloof voor
anderen, als wel tot verwarming en ver
sterking van het geloof in ons zelf: bet
opvoeren van werken als: „De Hemel-
sche Altaarvvacht", van Kapelaan Smul
ders. Eerst is dat zeg- en zangspel te
Warmond opgevoerd, en verleden week
jVrijdag te Leiden. Maandag a.s. weer te
Leiden, cn dan gaan die dames, die het
hier hebben opgevoerd, naar Oude-Wc-
tering, Alkmaar en den Haag. Ik wil u
er even opmerkzaam op maken, dat niet
alleen het hooren voordragen, maar ook
Jiet lézen een genot is. Misschien
bij de lange winteravonden.
Toch is er nog iets mooiers, dan naar
mooie stukken te gaan luisteren of die
te lezen. Met die koude is de arinoe
erg bitier, en het lenigen erg zoet.
En nuik hoop, dat de liefhebbers en
liefhebsters van schaatsen zullen kun
nen profiteeren van het door de Zuid-
Hollandsche ijsvereeniging gemaakte plan
en den tocht kunnen meemaken, die gis
teren in de courant vermeld stond. Wie
het met een Hollander goed meent,
wenscht hein joe een winter met veel
ijs. Met dien wensch neem ik afscheid
tof de volgende week. JAN.
LEIDEN, 20 Januari.
R. K. Kiesvereeniging.
Onder leiding van mr. P. J. M. Aal-
berse hield de R. K. Kiesvereeniging
gisteravond in het bondsgebouw haar
jaarvergadering. De voorzitter opende de
vergadering met den christelijben groet,
wenschie den leden zoowel voor hen per
soonlijk als voor hun gezinnen een zalig
nieuwjaar en hoopte dat 1912 voor het
land in het algemeen en yoor de ge
meente in 't bijzonder een voorspoedig
en gelukkig jaar inoge worden. Een te
rugblik werpend op het afgeloopen jaar
meent spr., dat 1911 voor onze ge
meente nu juist niet tot de meest ge
lukkige jaren heeft behoord. De verkie-
kiezingen van den zomer hebben een
uitslag opgeleverd, welke betreurd moet
worden. Hei bestuur heeft op een apar
te bijeenkomst na de verkiezingen over
wogen, aan welke oorzaken de nederlaag
moeten worden toegeschreven. Men
meende, dat verschillende factoren heb
ben ingewerkt, als de afschaffing der
kermis, verhooging drankaccijns enz.
Maar al die z.g. inwerkende oorzaken
hebben alle een andere oorzaak, die ge
vonden wordt in het gemis in politiek
besef bij velé Katholieken. Als dit ge
mis niet aanwezig ware geweest, zouden
de verkiezingen, ondanks alle andere
factoren toch een goed resultaat opge
leverd hebben. Juist het feit van de
principieele verslapping, het niet besef
fen als Katholiek van de noodzakelijke
consequenties op politiek terrein, is bij
velen te constateeren. De plannen be
sprekend, hoe hierin verbe'tering te
brengen, meent Apr. dat geen heil ge
zocht moet worden in vergaderingen. De
ervaringen in het verleden hiermede op
gedaan, waren z.i. treurig. De nietprin-
cipieele menschen komen toch niet ter
vergadering. De conclusie van het be
stuur was dat er slechts één weg ter
verbetering was, n.l. de Kath. kiezers
zooveel mogelijk te bewerken door de
Kath. „De Leidsche Courant". Daardoor
bereiken wij dagelijks alle Katholieken.
Dit is op den duur een belangrijk
voordeel en de toekomst van het Katho
lieke politieke leven hangt voor een groot
deel van de „L. Crt" af, als deze stel
selmatig en geregeld de groote princi
pieele vragen van den dag op eenvouj-
dige en bevattelijke wijze behandelt
Spreker wijst daarom op den plicht
der leden van de.R. K. kiesvereeniging
om de „L. Crt." te pousseeren en te
zorgen dat zij gelezen wordt in elk Kath.
gezin. Er moet propaganda voor onze
Kath courant worden gemaakt, en spr.
meent, dat het besite werk, dat de Jonge
Garde dit jaar kan doen, is propaganda
maken voor de Kath. courant.
Deze woorden werden met applaus
begroet.
De notulen worden door den secret
taris. den heer J. de Graaf, gelezen en
na een kleine opmerking goedgekeurd.
De voorzitter brengt daarna ter sprar
ke de motie, die ter vorige vergadering
is aangenomen inzake regiementsherzie-
ning. Deze motie is niet bindend, daar
een besluit er door genomen werd en
het punt niet te voren op de agenda
was geplaatst. Het bestuur is echter
bereid, en het zal hiertoe overgaan, een
commissie van vijf leden uit de verga
dering te benoemen, om het bestuur con
crete voorstellen tot reglementsherziej-
ning te doen.
Uit het jaarverslag van den penning
meester, den heer W. J. van Harteveld,
bleek, dat de ontvangsten bedroegen
f663,65 (waaronder f250 van eene lee
ning om de schuld te dekken), de uit
gaven f753,78 (waaronder flOO tot af
lossing der leening), zoodat er een na-
deelig saldo is van f90,13. Er moet nog
betaald worden f 342,29. De heeren
Creyghton, Langezaal en Oostdam wor
den tot verificateurs benoemd. Nadat boe
ken en bescheiden zijn nagezien, adviseert
de commissie tot decharge van den pen
ningmeester, waartoe besloten wordt.
Het jaarverslag van den secretaris ver
meldt, dat het ledental 3*18 bedraagt. De
financieele toestand eischt dringend ver-
beiering. Het verslag geeft een overzicht
van de gebeurtenissen, zoowel op huis
houdelijk als op politiek terrein. De Jonge
Garde wordt een woord van hulde voor
haar arbeid gebracht.
De aftredende bestuursleden, de heeren
W. H. Schmier eu F. Pieck, worden her
kozen. In plaats van de heeren Creyghton,
die voor een herbenoeming niet in aan
merking wensch te te komen, dr. Meule-
man en Kerstens, werden benoemd de
heeren J. F. Boekhout, dr. Wi Keesom
en L. J. Hensing.
In verband met den slechten finan-
cieelen toestand drong de voorzitter op
vrijwillige contributie-verhooging aan en
op het aanwerven van nieuwe leden voor
dc vereeniging.
Dc voorzitter deelde vérvolgens mede,
dat de penningmeester als zoodanig opt-
slag heelt genomen, i ie. ben :ur .is oen
heer Harteveld dankbaar voor diens uit
stekend financieel beheer gedurende 12
jaar. Spr. hoopt, dai de vereeniging hem
als bestuurslid nog lang mag behouden.
De heer Pieck heeft zich bereid verklaard
deze ondankbare taak op zich te nemen.
Vervolgens tot de bespreking der a.s.
gemeenteraadsverkiezing overgaande
brengt dc voorzitter eerbiedige hulde aan
de nagedachtenis van het ontslapen raads
lid, den heer J. J. van Hoeken.
Op voorstel van het bestuur werd be
sloten den candidaat der R. Kies
vereeniging over tc nemen.
Bij de rondvraag reciproceerde Je heer
Jac. P. Creyghton dc vvenschen van den
voorzitter, bij den aanvang der vergade
ring geuit, en hoopte, dat de voo-rzitter
kracht zou ontvangen om zijn veelom -
vattenden arbeid te verrichten.
Hierna werd de vergadering gesloten.
Brieven uit de Veen.
vin.
Amice.
Zalig Nieuwjaar.
Een gewichtig jaar zal het worden
voor Alkemade. Het spoor en de eiec-
trisclie verlichting. Maar het allerge
wichtigste is, dat ik een compagnon heb
gekregen. Het wordt dus Flores Co.
Het zal echter slechts een stille ven
noot zijn, zoodat de firma op den ouden
titel blijft voortbestaan. Wa/t wel iets
bijzonders is, en wat mij ook heeft ge
trokken, dc compagnon is ook al een
liefhebber van wandelen en gebruikt
daarbij zijn kijkers ter dege. Nu was
hij dezer dagen uitgegaan en gaat dan
als volgt voort:
Ik was uitgegaan en zou mijn terug
reis maken door Leiden, loopende door
het lageland en vervolgens naar de
Rijpwetering, waar ik de laatste dagen
van mijn vacantie zou doorbrengen. Glad
waren de straten in Leiden en bijna on
begaanbaar. Ik dacht er over een rij
tuig te nemen (wat een Croesus!) maar
ter wille van de afspraak zou ik komen
loopen (o, zoo!) en mijn neef zou van
uit de Rijpwetering ook te voet komen
om mij gezelschap te houden door bet
lage land. In Leiden ging het uitste>-
kend, de straten waren bezand, zoodat
ik geen zorg, angst of vrees voor uit
glijden had. Eenmaal binnen hei Zijl
hek (betalen de tol!), trok ik mijn neus
bedenkelijk in de hoogte, toen dat glin
sterende pad daar voor mij lag. Maar
loopen was het parool.
Het ging nog al zoo tamelijk. Ik
glipte wel eens een keer of wat, maar
ach, wie glipt er niet eens een enkel
maal in zijn leven (wat een wijsgeer!)
en daarbij, ik was toch in mijn vacantie-
tijd en 'twas sport, zuivere sport, om
't evenwicht niet te verliezen, en ik kreeg
er bovendien zelfs nog schik in.
Sportende kreeg ik eindelijk de eerste
brug in liet lageland te pakken, de zoo
genaamde lange brug, vroeger een op
haalbrug. In het midden gekomen, bleef
ik staan op de spiegelgladde baan en
gaf mijn verwondering te kennen (aan
wie?) en liet mijne gedachten eenige
oogenblikken over het tafereel gaan.
Ik dacht: wat een overgang, in Leiden
alles veilig en hier niet eens een brug
bestrooid met zand, die zqo spiegelglad
Is. Ik laat mijn oog gaan naar de vier
windstreken, en ontdek een klein heu
veltje afgedekt met riqt en rommel.
Nieuwsgierig ga ik eens kijken en vinei
er.... zand. Ik dacht dat is zeker een
spaarpot voor 't komende gladde weer,
of wellicht moet het eens doorvriezen.
't Kan ook zijti dat het geen gemeen
goed was, maar privaat eigendom (wat
een advocaterij). Ik loop echter verdel
en kom behouden van de brug, terwijl
op 't zelfde oogenblik de groote petro-
leumwagcn met tweespan passeerde,
die ik stilletjes goede 1 eis toewenschte,i
en mij niet eens gunde om te zien, hoe
dat karwei zou atloopen. Geen gekheid
zoo'n gevaarte tegen een gladde brug
op te trekken.
'k Ben nu zoetjes aan tot Oud-Ade
genaderd, mijn neef zie ik nergens (na
tuurlijk, die is ergens omgekegeld en
naar.huis gegaan), wel het oude huisje,
waar vroeger de gemeentewerker in
woonde, ook de weg naar de Zeven
huizen is nog aanwezig en de oude mo
len die daar zoo schilderachtig staat en
zichvoordoet als een gehellebaard en
geharnast wachter, aan wie de veiligheid
is toevertrouwd. Ze staat roerloos en H'
waterscheprad hangt doelloos, gedeel-
telijik in het water, rustend als 't ware
van gedane werk.
Weer een brug en een hoogte, glad
als alles, weer een heuveltje van zand,
maar geen strooisel. Al mijmerende sjok
ik verder en krijg de Rijpwetering in 't
gezicht. Het loopep begint mij zwaar
te worden, vanwege de inspanning. Nog
eens een paar hoogte om tegen op te
kruipen en kom aan het plaatsje, waar
mijne vacantie zal eindigen.
Nu roepen ze wel eens over de mooie
weg, maar dan is dat in de zomer ge
weest. Nu is het erg, zelfs bij 'tscheer-
salonnetje is het halsbrekend werk ge
weest.
Bij mijn neef is alles in rep en roer.
Hij ziet er ontdaan uit van wege de smak'
die hij gemaakt had, dat kwam dus uit.
Maar ik ;eeg niets en val ;in zijn rust
stoel. Zijn verhaal zal ik onzen lezers
maar 'sparen.
's Avonds kregen we het chapiter te
pakken en we boomden er danig op
voort en ik' zei tot slolt:
„Slaat 'de handen in elkaar en richt
eene vereeniging op. Lapt een ieder itsep
Kleinigheid bijdragen, dan kun je naar
hartelust strooien en de menschen loo
pen geen gevaar. E11 je behoeft het niet
zoo zuinig te doen, zooals jullie brug
te Rijpwetering, alleen de brug en geen
stap verder? Neemt een voorbeeld aan
dat gestrooide eindje naar die stoep,
ligt zie je, dat is goed werk. Ja, oom dat
zie i k, maar...."
Hier heb je nu het verhaal van de
compagnon. Ik-heb hem terstond ge
schreven bij ons eens te komen in de
Veer. Arbeid Adelt waakt en strooit en
wordt geprezen door oud en jong. Wat
een veiligheid, men loopt voor zijn plei-
zicr lenig en los en geeti zweem van
vallen hoor.
De zandkorreltjes komen mij in de
00gen, zooals bij kleine kinderen de
zandmannetjes als het bedtijd is, dus
tot later.
Groet en zegen
FLORES.
TWEEDE KAMER.
Wijziging van de Schepenwet.
Artikel 1 van de Schepenwei (wet van
1 Juli 1909, Stbl. no. 219), o.a. inhou
dende de definitie van het begrip: „het
ondernemen van een reis, heeft in de
praetijk, inzonderheid ten aanzien van.de
schepen in de kleine vaart, tot moeilijk
heden aanleiding gegeven, vermits niet
voldoende vaststaat, wat moet worden
verstaan onder de daarin voorkomende
uitdrukking: het buitengaats brengen van
een schip.
Een gezonde oplossing dezer moeilijk
heden kan, naar de meeiiing van den mi
nister van landbouw, nijverheid en han
del worden verkregen, indien het ver
band tusschen Schepenwet en Zeebric-
venwet wordt verbroken en in eerstge
noemde wet wordi omschreven wat men,
voor zoover Nederland be.reft, onder het
begrip buitengats brengen heeft te ver
staan.
Een en ander is in hei thans ingediende
wetsontwerp tot wijziging der Schepen
wet geschied door aanvulling van art. 1
en wijziging van art. 2 der Schepenwet,
terwijl het uitschakelen van de Zeebrie-
venvvet de wijziging van art. 7 en van
eenige strafbepalingen noodzakelijk heeft
gemaakt. Tevens is deze gelegenheid be
nut om in de Schepenwet eenige wijzi
gingen en aanvullingen aan te brengen,
waarvan, de ondervinding de wenschelijk-
heid heeft aangetoond.
Kerknieuws.
Het getal der Katholieken.
Een Italiaansch schrijver, de heer Stra-
delli, .heeft een werk uitgegeven over 'de
toename van het getal Katholieken, waar
aan we, zonder ze te controleeren, eeni
ge cijfers ontleenen.
Engeland telde een eeuw geleden
120.000 Katholieken met 6 Apostolische
Vicarissen en 200 Priesterseen eeuw
later, jn 1907; waren er 21 Bisschop^
pen, 4.166 Priesters en 2.180.000 geloo
vigen.
Men weet, dat een groot deel van deze
toename is toe te schrijven aan persoon
lijke bekeeringen. In weinige jaren, van
1899 tot 1907, kwamen 446 Predikanten,
417 Parlementsleden, 205 Officieren,
129 Rechtsgeleerden^ 60 Dokters, toji
de Kerk.
Het (geheele getal bekeeringen bij
draagt sinds langen tijd 10.000 per jaar.
Maar 90k in Duitschland is 't getal
Katholieken sterk toegenomen. In heit
jaar 1800 waren er zes millioen, in
1904 .niet minder dan 28 millioen.
In JRusland zijn het weer de bekeerin-
gen, ,die het getal sterk doen \vassen na
het ,tolerantie-ediclt van 1905 in vier ja
ren tijds met 230.000.
Ook in de andere Oostelijke Staten
nam het getal Katholieken in de ne
gentiende eeuw sterk toef 'Het kwam in
Roemenië van 16.000 op 150.000, in
Bosnië van 23.000 tot 398.000, in Bul
garije van 1300 op 28.000, in Servië
van 6.000 tot *20.000, in Griekenland van
15.000 tot 44.000.
Maar vooral enorm is de toename in
de Ver. Staten. Daar hadden wij' in 1800
één Bisschop, 50 Priesters en 40.000 ge-
loofsgenooten.
Thans zijn er 13 Aartsbisschoppen^
88 Bisschoppen, meer dan 10,000 pries
ters, en meer dan 22.500.000 Katholie
ken. Alleen de hoofdstad New-York telt
ver over de millioen Katholieken in 170
parochies verdeeld.
Ook daar in de nieuwe wereld is het
getal bekeerlingen grootvan 30.000 tot
50.000 per jaar. Op de lijfst dezer conver-
tieten vindt men een Aiiglicaansch Bis
schop, vele Predikanten en 3 Rabbijnen.
In Australië was een eeuw geleden,
geen enkele Katholiek ie vinden, fn 1820
werd vrijheid van belijdenis toegestaan
en begaven er zich twee lersdie missio
narissen heen thans zijn er, behalve een
•Kardinaal, twee Aartsbisschoppen, 14
Bisschoppen, 1400 Priesters, duizenden
religieusen en meer dan anderhalf mil
lioen geloovigen.
Ook in de missie-gebieden gaat het
getal geloovigen sterk vooruit. Afrika
telde in 't jaar 1800 slecht enkele «lui
zende Katholieken, thans begint het ge
tal reeds dicht aan hel millioen te ko
men, terwijl het in Azië reeds» bijna 5
millioen bedraagt, waarvan ruim» een
millioen in China gevonden wordt.
Merkwaardig is de toename van het
getal Roomsehen in de aan de Porte
onderworpen landente Constaptinopel
Ingezonden Mededeeüngen.
a 30 cents per regel.
Kinderen die dikwijls aan storingen in
de spijsvertering lijden geeft men gedu
rende eenige dagen achtereen ongeveer
3 eetlepels .echt FV&raas Josef'-
laxecrwater, waarmede, door zijn natuur
lijke maag-, darm-, en bloedzuiverende
werking, de beste resultaten verkregen
wordenAanbevolen door wijlen prof.
Stokvis. 310
Lev. Mij. te Haarlem heeft thans
na anderhalf jaarwerken, reeds
een succes van
verzekerd bedrag te boeken.
Hoeveel Mij.en konden na
een nog zoo kort beslaan op
zoo'n succes wijzen 64
steeg het van 8000 tot 45.000, te Smyr
na van 300 tot 16.000, in Mesopotamië
van 10.000 tot 113.000, in Palest infi
var. 3000 tot 30.000.
Land- en Tuinbouw.
Beer.
't Is nu juist geen smakelijk onder
werp, hierboven aangeduid. Maar een
boer en een tuinier zijn niet vies uitge
vallen, zooals men zegt, en waar men
over mest spreekt, daar heeft men zijn
belangstelling, want
„De mest en is geen heiligheid,
„•Maar hij do t wond'ren waar hij leit".
Beer is een veel gebruikte mestetofy
inzonderheid in tuinen. Vele tuinbezittersi
hebben hem voorradig cn zijn reeds';
daarom op het gebruik er van aangewe
zen. Dat gebruik levert ook in den re
gel goede resultaten, maar deze ver
schillen naar gelang tic samenstelling
is van de beer, en deze loopt in ver
schillende gevallen zeer uiteen. Niet al
leen de aard, het gehalte, van het voed
sel, door den mensch gebruikt, is hieF-
op van invloed, maar ook dc bewaring*
der uitwerpselen. Soms worden deze be
waard in gaten, in den groml gegraven.
Een slechte manier van bewaring. Er
gaat veel in den ondergrond verloren,,
en bovendien kunnen de wateraderen,;
die onze pompen voeden, lichtelijk door,
ziektekiemen worden bes-met.
Ecu andere manier i>: bewaring in
gemetselde bakken. Deze heetten water
dicht, maar zijn het veelal of meestal
niet, ook al zijn ze goed gemetseld mei
„sterke tras". Ook hierbij kan derhalve
besmetting onzer wateraders voorkomen.
Beter is het „tonnetjes-stelsel". Onder
zoek, bijv. van dr. Vogel tG Berlijn,
heeft doen zien, dat beer, opgevangen
in tonnen, heel wat beter was dart die
in bakken bewaard. Per kut>. Meter (10
H.L.) werd gevonden:
In tonnen: I11 gemetselde bakken:
3.24 K.G. 2.6 K.G. organische «stikstof,
4.26 K.G. 1.07 ammoniak.
2.66 K.G. 1.58 phosphor zuur.
2.85 K.G. 1.52 kali.
Bij het tonnetjes-stelsel was dus van:
alle voedingsstoffen veel meer behouden!
gebleven, 't Verschil was inderdaad zeer
groot.
Een krachtig werkende meststof we
zeiden het al kan beer zijn. Toch is»
hij op den duur niet doelmatig, omdat
er naar verhouding*, voor de behoeftenj
der verschillende gewassen, te weinig
kalk en te weinig kali in voorkomt. Dat
wreekt zich. Men krijgt geile, doch slap
pe gewassen, waar geen „pit" in zit.
Ziekte als gevolg daarvan (reedt nidt
zelden op. Enkele gewassen kunnen ten
slotte niet, of iiiejt goed, meer worden
verbouwd.
Kalk en kali moeten dus worden toe-;
gevoegd. Kalk in den vorm van mergel,}
of op zuren grond in dien van bijtende
kalk. Ook ttirfasch, iri ruime hoeveelheid
kan dienen.
Men geve jaarlijks S 10 kilo italk!-
mergel per Are (100 vierk. M.), zc bei-
hoeft niet gebluscht tc worden.
En voorts meet nevens beer pateafc-
kali worden aangewend5 kilo per Are.
Aldus bemest men volledig, cn kan men
bij goede grondbewerking, alles telend
In sommige steden wordt „verdunde
mest" van gemeentewege geleverd. De?
bemestingswaarde is veelal niet groot.
Wij zagen dezer dagen een analyse van!
een monster uit Enschedé; zij luidde:
0.26 pet. totaal stikstof, 0.02 pet. phosk
phorzuur en 0.27 pet. kali. Dat is hcele-
maal geen normale bemesting, van stik
stof en kali maar een kwart procent en]
van phosphoizuur zoo goed als niets.-
In Groninger compost ko-mt wel twee-'
maal 20ovee! meer stikstof voor, «n an»;
derhalf maal zooveel kali. Die „ver*
dunde mest" kan dus slechts als een(
toevoegsel worden beschouwd: Op gras^
land .afgewend, moet hij worden