N i euwjaarswensctien Liefde en Haat. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende b ij De Leidsche Courantvan Vrijdag 22 Dec. no. 672. Evenals vorige jaren bestaat gelegen heid om op goeékoope en doeltreffende wijze de gebruikelijke NIEUWJAARSWENSCHEN bij advertentie in „De Leidsche Courant'' Van Zaterdag 30 December, te plaatsen b.v' J. VAN LEIDEN >.f. 1-1-1912. FEUILLETON. ROMAN UIT WEST FALEN. 21) Bij "hun terugkeer van 't land speelden de itnannen kaart en na de koffie brak het ge zelschap ,op om met eigen wagens huis waarts te keeren. De wegen waren zoo $leeht,dat 'tn.'et geraden scheen, zonder 'noodzaak rs avonds te rijden. Boer Tweehuis bleef met zijn vrouw ien Dirk jrtog een poosje na, om, naaatde gasten, vertrokken waren, eens rustig over öe verfbvlng èn öe oru^oft te kunnen praten. Dirk zeide niet veel. Jeanne was deti ganschen dag zoo eigenaardig geweest, «en dat stemde hem tot nadenken. Hij -.was den Jaatsten tijd veel angstiger ge worden jdan jn 'April, toen hij zoo plot seling zijn relaties mei Hedwig had af gebroken. Üit Clemens' woorden had hij toen zooveel vernomen, wat in zijne <>ogen de scheiding rechtvaardigde. Hij .achtte zich in 't geringst niet van schuld be wust. [Een jongensdwaasheid, een ezels- Streek noemde [hij het. Maar als de men- scheu wisten, 'dat hij terzelfder tijd, dat hij bij .Oröhjing als aanstaanden schoonzoon vergeeflijke kv/aad school in de ver- t o o n in g zelve. Het opkomen van het collegium tegen Prof. Van der Vlugt's rede, en tegen de aanplakking van het stuk ad valvas Academiae, toont, helaas, opnieuw, hoe weinig er van oprechte verootmoe diging sprake is. Men blijft vergoelijken, wat door ieder weldenkende als een gmwel van immo raliteit moet verfoeid worden, en even als voor twee jaar zal 't ook nu- weer tenslotte uitloopen op een studentikoos zeggen, dat'ttochnietzóó erg ge weest is; en het Kamerdebat werkje dit in (de hand." De lezer houde hierbij in het oog, dat andere bladen, zooals „De Tijd", die het in extenso plaatste en ons blad, dai een resumé van het stuk gaf, met die opne ming nog volstrekt geen volledige in stemming willen betuigen. werd ontvangen, met de dochter van den heibewoner omging, dan zouden zij heel anders over hem spreken. Wanneer deze gedachte bij Dirk opkwam, sloe^ hij be schaamd de oogen neer. Hij had echter zooveel verontschuldigingenHedwig was een meisje, met wie ieder zich kon ver maken, en zij had hem meegesleept En één geluk was het: niemand wist er iets van, want Clemens zou er niets van zeggen; daarvoor kende hij zijn broeder te goed. Dat alles had hij de laatste dagen al meermalen bij zich zeiven overwogen en toch was hij erg ongerust, toen hij Jean ne's veranderde houding bem rkte. Mis schien had hij nog gelegenheid haar eenige oogcnblikken alleen te spreken; dan kon alles ophelderen. Zonder tegenspraak voegde hij zich naar de regeling der ouders ten opzichte van [de verloving, die vóór en van het huwelijk, [dat na den oogsttijd zou wor den gehouden. „Dat is de meest ge schikte tijd", meende de oude Tweehuis, en vader Oröhling stemde er mee in. De avond kwam en daarmede brak de -tijd voor heengaan aan. Jeanne en de ouders deden de bezoekers uitgeleide.'De ouders liepen vooraan en. DTk met Jeanne bleven hier en daar staan, zoodat zij een heel stuk achter raakten. Toen vatte Dirk moed en vroeg: „Wat scheelt je niet worden uiigebreid als er geen werk voor hen te vinden is. Ook .de verhou ding tusschen hoofd- en subalterne of ficieren moet anders worden en er moet gebroken worden met het stelsel van re serve-officieren. [Bezuiniging zal uitslui tend verkregen kunnen wordeei als het beroepspersoneel zooveel mogelijk inge krompen wordt 3pr. critiseert dat voor de kwartiermeesters een mindere maat staf geldt 'dan voor de gevechtsofficieren. I cn slotte besprak spr. het beleid van den Minister. J>pr. en ook anderen heb ben zich ten aanzien zijner begrooling 1de vraag gesteld of zij de legerorganisatie veilig jn handen van Minister Colijn kun nen laten. [En deze vraag beant woord i spr. bevestigend in de hooplat !de Minister zich niet op het standpunt zal stellen dat hij. geen conces sies wil 'doen aan Spr.'s inzichten. Daarom zal hij met andere politieke vrienden voor de begrooting stemmen. De heer Jydeman (O. L.) bespreekt meer speciaal de voorgenomen organisa tie van een luchtvaartdienst, welke uit een financieel en defensie oogpunt hoogst gewichtige zaak z. i. te veel incidenteel en oppervlakkig "is behandeld en niet vol doende is t oegelicht Spr. ontzegt elke waarde aan het te kwader ure 'aanvaarde ballongeschenk van den heer Jochems, waaraan tevens het na deel verbonden is dat als deze post gevo teerd wordt wij vastzitten aan het stelsel van den bestuurbaren luchtballon over welke waarde men het .nog niet eens is. Spr. raadt den Minister aan den post terug te nemen om 'deze geheele zaak be ter te kunnen voorbereiden. De heer JE 1 a n d (U. L.) hoewel nog eenige bedenkingen hebbende tegen de traktementsregeling der officieren, zal niettemin vóór de regeling stemmen. Hij bepleit een regeling, waarbij de officieren van gezondheid, evenals de infanterie-of- ficieren op 40-jarigen leeftijd op pensioen kunnen gaan. De heer .Ter Laan (S. D.), bepleitte in de eerste plaats vermindering van het aantal 'officieren en wel met 1 luitenant per compagnie ten einde te bezuinigen en den onderofficieren gelegenheid te ge ven zich meer te Ontplooien. Spr. critiseert het stelsel 'der regeling zelf, waardoor b. v. een aantal kapiteins uit den gewonen dienst zullen gaan, met een pensioen van f 1094, om bij de landweer over te gaan op een tractement van f900, waar zij zoo goed als niets voor zullen behoeven te doen. $pr. komt op tegen de z.i. onge hoord verre terugwerkende kracht n!. 'tot 1 April 1911 welke de Minister aan deze regeling wil geven. Spr. wenscht, dat de Kamer gelegen heid krijge zich lós van de regeling, af zonderlijk over de tei ugwerkende kracht uit te spreken. Ook bij de pensioenrege ling treedt weer het onbillijke stelsel op den voorgrond, dat de allerhoogste ran gen bevoordeeld worden en de lagere niet. Spreker noemt het een gloeiend schandaal, dat, waar alle burgeilijke ambtenaren storten moeten voor hun pensioen, de officieren zonder storting kunnen gepensionneerd worden. Hierna de oorlogsbegtooting zelf be sprekende, komt spr. op tegen de stij ging van het eindcijfer, en bespreekt hij de gehouden legermanoeuvres, waar bij hij o.a. opkwam, tegen den maatre gel, om de manschappen die op marsdi uitvielen, op vermoeden van simulatie te straffen door ze Zondags in de ka zernes te houden. Ook critiseert hij het nahouden van de mannen die voor her halingsoefeningen onder de wapenen waren. Spr. gispt dat bij de jongste in spectie van de landweer zooveel pro vooststra f is uitgedeeld. In zake het ge val van der Breggen betoogt spr. dat de militaire geneeskundige dienst letterlijk in alles ten achter is bij den burgerlij ken geneeskundigen dienst. Ten slotte laakte spr. dat tegenover de sociaal democratische miliciens door dezen Mi nister hetzelfde oeroude en kleinzieli ge standpunt wordt ingenomen als door Minister Bergansius. Nadrukkelijk pro testeerde spr. er tegen dat geschriften van de S.D.A.P. gelijk worden gesteld met geschriften die de goede zeden aan randen en daarom niet in de kazernes toch, Jeanne? Heb ik je wat misdaan?" Jeanne haalde zonder te spreken een verfrommeld birefje uit haar zak en over handigde het aan Dirk, die het lang zaam aannam. Met beangst hart vouwde hij het open en tas: „Dirk Tweehuis, waarmede gij nu verkeert, Is eiken Zondag met de dochter van den heidebewoner Menne uitgeweest. H»j ïs een minne kerel. Zij wil hem aanklagen. Wees op uw hoede." De jonge boer keek een" heele poos naar het 'hoekige ongelijkmatige schrift van het briefje. Zijn hand beefde en ver geefs deed hij moeite bit bewijs van zijn schrik te verbergen. Hij schaamde zich voor Jeanne en voor zijn eigen. Reeds nu kwam 'de straf, het schandaal! Van de verloving en de bruiloft zou niets ko men. Hij was gebrandmerkt en met den vinger zou men hem nawijzen en elkan der zeggen: Weetje het nieuws al? Haha. De zoon van boer Tweehuis heeft zich ingelaten met zoo'n meisje! Een gewone boerendochter is voor hem te goed. Neen, dat moest, dat zou men niet zeg gen. Liever poogde hij zich dan door een leugen te redden. Hij behoefde slechts de gedachte uit te spreken, die eiken Zondag bij hem was opgekomen als hij Clemens ont moette,, [Zoo frij eens alle schuld .op zijn worden toegelaten. In verband met hevige interrupties verklaarde M i n i s t e r C o 1 ij n dat dit de bedoeling niet was. Alle geschriften van welken aard en van welke partij ook afkomstig, die de krijgstucht en goe de zeden ondermijnen, worden geweerd. De lieer v. Sasse v. IJ s s e 11 (R.K.) bespreekt eveneens den slechten toe stand van den geneeskundigen militai ren dienst en wijst, sprekende over de afschaffing der kleine hospitalen, die hij intusschen goedkeurt, op het gevolg daarvan, dat nu verscheidene subalterne officieren van gezondheid zonder prac- tijk zijn. Voor hen dient dus een regeling gemaakt. De heer Marchant (V.D.) consta teert dat er in het leger een geest var» onwaarheid en vrees voor verantwoor delijkheid heerscht, met het gevolg dat, wat betreft dit laatste, zonderlinge straf fen worden opgelegd, waar 't beter wa re geweest niet te straffen. Aan de op zich zelf noodige veihoo- ging der officierstractementen zaj spr. niet zijn stem kunnen geven als deze niet gepaard gaat met inkrimping van de sterkte der formatie in plaats van uit breiding der formatie. Hij wil daarom trent een forme el e toezegging van den Minister. De heer V e r!i e ij (U.L.) vraagt steun voor de weerba.heidkorpsen. De heer L i e f t i n c k (U.L.) heeft be zwaar dat de paardenartsen, die een be langrijken werkkring hebben, bij den nieuwe regeling achtergesteld worden bij andere officieren. De lieer D u y m a e r v a n T w i s t (A. R.) vraagt onderzoek naar een onbil lijke behandeling van een onderofficier lid van de christelijke onderofficiersver- eeniging, omdat deze propaganda zou hebben gemaakt Naar aanleiding van een artikel van luit.-generaal Snijders, be treffende de landweer, vraagt spr. of die opperofficier wel de aangewezen inan is om den vinger op de wondeplek te leggen. Spr. dringt verder aan op h^t behoud van het garnizoen te Gouda. Hij bespreekt daarna het eindcijfer der be grooting, waarvan hij de stijging ook zeer bedenkelijk vindt. Hij dring sterk op bezuiniging aan. Spreker zal Vrijdag zijn rede voort zetten. Avondvergadering. De behandeling der Landbouwbe- grooting werd voortgezet bij de af- deeling .Scheepvaart, waarbij de heer v. d. Voort van JZijp (A. R.) de noodzake lijkheid van verbetering van den rechts toestand der schepelingen. Met een beroep op de jongste Ara- sterdamsche staking, bepleiftïook deheer Schaper (S.D.) verbetering van den rechtstoestand der zeelieden. De M i n i s t e r v a n L a n éHvou w, de heer .Talma, beloofde spoed bij de ge vraagde regeling, die ook z. i. urgent is. De beraadslaging werd g e s 1 ote n. Bij Üe afdeeling Arbeid betoogde de heer Arts (R.K.) de noodzakelijkheid van strafrechterlijke bestrijding van de gedwongen winkelnering in de Lang straat, daarbij aandringende op overleg ging van het oorspronkelijke rapport- Staalman en publiceering daarvan, om dat dit, zoolang er geen wettelijke rege ling js, het beste middel is tot bestrij ding van het kwaad. De heer Druckcr (V.D.) betoogde, dat de gedwongen winkelnering in haar verschillende vormen moeilijk docr een strafwet is te bestrijden. Met 'de wet op het arbeidscontract, door verbetering van de Industrie en door de actie der vakvereetiiging js er reeds veel tegen te idoen. Daarentegen achtte 'de heer Schaper (S.D.) strafbepalingen meer afdoende. De M iTi i s t e r verbaasde zich, dat overlegging van het oorspronkelijke rap port-Staalman werd gevraagd. Bij de reeds plaats gehad hebbende publicatie is niets achtergehouden. $pr. erkende, dat een goede strafbepaling zou helpen, maar zTj is moeilijk. Ér zal echter met Justitie overleg worden gepleegd. Maar de beste bestrijding 'der gedwongen winkelnering achtte de Minister publicatie. broeder schoof? Slechts voor Jeanne; niemand anders behoefde het te weten. En Jeanne zou zwijgen, als hij het haar vroeg. Om zijnentwil zou zij den misstap van een toekomstigen verwant bedekken. „Nu, wat is er van waar?" vroeg Jeanne scherp. Dirk antwoordde snel. Hij noemde den inhoud van den brief grove leugens. Cle mens was wel eens met Hedwig omge gaan. [Of hij haar iets had beloofd, wist hij niet; thans was alles tusschen hun tweetjes uit. Met groote beslistheid had Dirk dit gezegd en bij de Jaatste wóórden keek hij zijn bruid openhartig aan. Met een onderzoekenden blik mon sterde Jeanne hem. Zij had zich het denk beeld eigengemaakt ïn hem den verloofde te zien en van hem te houden. En zij beminde hem met haar kalme natuur. Zij was een onschuldig meisje en ge loofde, dat hij het ook zou zijn: Gods zegen zou niet op het huwelijk neerdalen, als op een der echtgenoot en een blaam rustte. Dat was haar meening. De meisjes van Sengen waren geen engelen. Zij mochten gaarne na zwaren arbeid eenige ontspanning nemen en waren bij zulke gelegenheden uitgelaten vrooüjk. Van zoenen hielden ze niet. Op ééne zaak echter slonden ze erg stipt: ze .dulden geen woordbreuk. Dit was een De b e g r o o t i n g en een wetsont werp tot wijziging der Visscherijvvet wer den na verder debat aangenomen en de vergadering gesloten. Staatsmijnvelden. Een verhooging met f 1.900.000 wordt voorgesteld van het Xe hoofdstuk van de Staatsbegrooting, teneinde de staas^ mijnen in de jgelegethcid te stellen een transactie aan te gaan, volgens welkfl de concessieaanvragers van de Maasvel- den van al hunne aanspraken afzien te gen een vergoeding tot het bovenge noemd bedrag. De minister van landbouw beveelt dö beoogde vergrooting van het staatsmijn-» veld uit een bedrijfsoogpunt ten zeer ste aan, vooral om de staatsmijnen in de toekomst in de Limburgsche kolenmijn- industrie een meer overwegende positie te doen verkrijgen en behouden. Door toevoeging van het Maasveld zal het staatsveld een oppervlakte krijgen van 16.000 a 17.000 H.A. ontginbaar kolenveld. De koopprijs is niet hoog, in verhou ding tot de waarde van het te verkrij gen veld en cke staai verkrijgt voor dd f 1.900.000 de vrije beschikking over een mijnveld, geraamd op een waarde van t 4.800.000. In een gelijktijdig ingediend wetsont werp wordt voorgesteld het Maa6veld voor staatsexploitatie te reserveeren. Gemeenteraad van Leiden. (Vervolg.) Aan de orde is 3o. Voorstel in zake de leiding van: den op 1 Januari 1914 in te voeren Ge meentelijken Reinigingsdienst. B. en W. igeven den Raad in overwe ging A. te besluiten, dat de op 1 lanuari 1914 in te voeren Gemeentelijke Rei nigingsdienst voor zooveel deze betreft de werkzaamheden, die direct verband houden met de verbranding van het verzamelde vuil, zal worden onderge bracht bij den dienst der Stedelijke Fa brieken van Gas en Electriciteit, doch voor zooveel betreft den ophaaldienst en den dienst in de stad bij den dienst der Gemeentewerken, met dien ver stande, dat de opperleiding over het laatstgenoemde deel van den dienst zal berusten bij den Directeur van Ge meentewerken of diens plaatsvervan ger zijnde de Ingenieur van Gemeente werken, terwijl onder hen met de uit voering van dien dienst op de boven geschetste wijze zal belast zijn een adJur.ct-Directeur der Gemeentereini ging te benoemen op een tractement van f1800 met drie driejaar lijksche verhoogingen van f 200 tot een maxi mum van f 2400. B. te besluiten dat de nieuw te be noemen adjunct-Directeur, vanaf eeu nader door B. en W. te bepalen da tum tot zijns definitieve indiensttre ding als adviseur in dienst der ge meente zal treden tegen een bezoldi ging, gelijk staande met de helft vair zijn aanvangsalaris. De heer van Griiting, die zich ovef het algemeen met de voorstellen kan ver eenigen, bestrijdt echter de aanstelling van een adj.-directeur op een salaris van f1800 tot f2400. Spr. stelt voor een hoofdopzichter te benoemen, die minder zal verdienen. De heer Fokker wijst op de tegen strijdige meeningen in de rapper', en, aan B. en W. en den Raad uitgebracht. Hier op past: zooveel hoofden, zooveel zin nen. Spr. gelooft, dat de zaak. wel wat erg breed wordt opgezet Spr. wcnscht deze zaak te houden onder gemeentewer ken en slechts .een hoofdopzichter te be noemen, voor welke meening spr. zich beroept op het rapport van den directeur der Gemeentewerken. Reeds thans be staat er een zeer nauw verband tusschen den reinigingsdienst en het bureau van gemeentewerken. De directeur van ge meentewerken zou betreuren als die band werd verbroken. Spr. Js bevreesd dat dit zal geschieden door .de nieuwe organisa tie. Men wil de adjunct-directeur reeds als adviseur aanstellen. Naar waarheid moet deze adviseur 'de gemeente vcorlich- oeroude overlevering, die van geslacht op geslacht was overgegaan en heilig gehouden, ondanks alle verandering in denkbeelden. Het was een wet, die in aller harten was gegrift: Gij zult buiten het huwelijk niets dulden noch toestaan wat uw onschuld bevlekt. God heeft al dus bevolen en Zijn straf treft den over treder. Doch Godlof, Dirk had gezegd, dat het briefje hem niets aanging. Hij had zijn woord dus niet gebroken, 't Ging zijn broeder aan, maar hieraan kon Dirk niets doen. Zij moest slechts persoonlijke schuld wegen en daarnaar rechten. Toen zij 'dit alles overwogen had, ver anderde weer haar gelaatsuitdrukking. De 'donkere trekken verdwenen en 'in haar oogen schitterde weer te\ redenheid en een stille hartelijke vroolijkheid. „Ik geloof }e, Dirk", zei ze blijde, en verscheurde het heillooze papiertje in kleine stukjes, die zij den wind prijsgaf. Dirk kreeg een gevoel, alsof met deze woorden 'inderdaad alles aan tie vergetel heid werd overgeleverd, alsof alles van hem was weggenomen, dat hem kon ver ontrusten. Hij pakte Jeanne hartelijk beet en overlaadde haar met liefkozingen. Daarna verhaastten ze hun pas om de ouders jn te halen. JW.ordt vervolgd.), deze advertentie kost f 0.2S per vakje. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. De oorlogsbegrcoting. Landbouw afgehandeld. Minister Colijn, die na een maand rust fwecr voor de Kamer verschijnt om zijn ibegrcoting te verdedigen, kan van geen £>flgelukkigen dag spreken. Zelfs de heer (Thomson, de felste bestrijder van den Minister bij 'de Militiewet, sprak zijn ver trouwen pit Jn 's heeren Colijns beleid. Hoe komt dat overeen? De heer Thom son [lichtte toe, dat hij in organisatorisch iópzicht \egenover 'den Minister staat. Maar met vertrouwen laat hij hom de uitvoering van [de Militiewet óver, nu de Kamer ze eenmaal heeft goedgekeurd. Hij ziet in ■den [Minister jremand, die met zijn denk beelden in menig opzicht sympathiseert; de Minister Js een man van energie en tlaad wit. Wat zegt men nu wel van 41 dezen lof? Achtereenvolgens hebben alle Mi nisters van. hun grootste tegenstanders 5de .uitbundigste loftuitingen ontvangen tnaar nis het 1913 is geworden, zal men links toch één lijn trekken om dit Ka binet te kelderen. Bij de debatten is naar aanleiding van liet treurige geval van der Breggen op reorganisatie van den geneeskundigen tlienst aangedrongen, opdat dergelijke voorvallen in de toekomst vermeden wor den/. Overigens was de hoofdschotel de of ficierstractementen, die over 't algemeen instemming vonden, behalve bij den heer Ter Laan» die, naar men in ons verslag kan lezen, ook in ander opzicht erg on tevreden was. De reusachtige papieren omslag in 't leger werd door den heer Thomson aan de kaak gesteld door eenige frappante Maaltjes. Hoe zal men echter verbete ring krijgen In de avondvergadering is de land bouwbegroting afgehandeld Tegen de verplichte winkelnering wilden de hee ren Arts en. Schaper strafrechtelijke be palingen ontwerpen, en ook de Minis ter voelt veel voor dit denkbeeld; de moeilijkheid schuilt alleen erin, hoe het pit te voeren. De groen en-kwestie. In „De Standaard" lezen we: „Het bestuur van het Leidsche studen tencorps zond ook ons, met verzoek om (plaatsing, een lang stuk over de ellesi- 'dige gebeurtenis. We plaatsen dit niet. Reeds de ver klaring van het collegium, dat z.i. zulk een vertooning geen enkele onschuldige ziel kon bederven, getuigt van een op vatting die we volstrekt onjuist en .ge vaarlijk achten. Ons blad althans heeft zich in geen mi kei opzicht te verontschuldigen, dat het zijn lezers in den waan had gebracht, als ware de tentoongestelde zonde ge pleegd. Dit was de zaak niet Het on- Bouwsubsidie bijzondere scholen. Aan alle rechtsche Kamerleden en aan de Ministers van Binnen!. "Zaken en Financiën Js een molSe opgezonden na mens een vergadering van leden van schoolbesturen en andere voorstanders van christelijke scholen, bezocht door pl. in. 100 personen uit alle deel en der pro vincie Overijsel, ,en samengekomen te Almelo in het Gebouw voor Christelijke belangen op 13 Dec. 1911. In de motie wordt o.a. overwogen dat, behalve Ju de groote steden vaft ons land, er verschillende arme streken zijn, waar uit gebrek aan geld geen bij zondere school kan worden opgericht of de bestaande biet kan worden uitgebreid, zoodat daardoor lal van kinderen, voor welke bijzondei' onderwijs begec rd wordt, moeten worden teruggewezen, uit gebrek aan de noodige middelen; dat, behalve ide vele millioenen, welke liet Rijk uitkeert, jiog jaarlijks ongeveer f8.000.000 door ide gemeenten wordt be taald voor het openbaar lager onderwijs dat het ider vergadering wenschelijk voorkomt te trachten het Unierapport te verwezenlijkenmaar zoolang dit nog toeft, aan te dringen op aanzienlijk meer deren steun voor onze bijzondere scholen dat op het program van actie bij de Kamerverkiezingen in [1909 als een der voornaamste punten Stond: schoolbouw, subsidie. De vergadering spreekt ten slofte als haar raeen'ng urt, dat het dringend noodzakelijk is, dat de bouwsubsidie van onze bijz. scholen aanmerkelijk verhoogd wordt, om dat nog voor Jiet jaar 1913 meer rechts gelijkheid worde verkregen tusschen het openbaar en het bijzonder lager onder wijs; en lioopt, tlai onze rechtsche Kamer leden hun invloed krachtig zullen aan wenden ter bereiking van het in deze motie uitgesproken verlangen. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 2/ Dec. (Vcrv.) Aan de orde istleOorlogsbegroo- tlng. De heer .Thomson (U. L.) betoogt dat de werving alleen moet geschieden met do bedoeling om kader te vormenhij klaagt over 'den administratieven omslag aan het 'departement, waarvan hij staal tjes geeft die tot groote vroolijkheid aan leiding geven, bespreekt de opleiding tot troépen aan voering en keurt daarbij af, dat nog steed9 die opleiding gaat in de richting van den bajonet-aanval in plaats van tot 'de vuurtactiek. In dit verband cri tiseert spr. de jongste legermanoeuvres, waarbij groote iroepenmachten op elkan der werden losgelaten. Spr. behandelde daarna de Laïidweer en bestrijdt daarbij het encadreeren met beroepskader waardoor het stukje volks- leger^ 'dat nog in de Landweer schuilt, wordt verstild. Jn de zaak van der Breg gen sluit spr, zich jn hoofdzaak aan bij den heer Scheurer. Hierna behandelde spr. het wetsont werp betreffende (de officieren traktemen ten, waarbij hij tn de eerste plaats nog maals aandringt op herziening van de ge heel e organisatie van het officiers wezen, die niet (deugt. Zoo moet het aantal hoofdofficieren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5