«DE KLOMP GOUD. 399 tenis opgehangen, aan het nageslacht hare wonderbare geschiedenis verhalen zouden. Vlak daarnaast hing een lange, zwarte wimpel, 'het was de vlag van de „Drakentong", door Jean en Philippo zorgvuldig be waard en 'hierheen gebracht. Nog langen tijd sprak heel Marseille, ja, heel' Provence van dien ge- denkwaardigen dag en de mare hiervan droeg den roem en de vereexing der orde van O. L. Vrouw tot Vrijkoop van Slaven door gansch het land. De grootste vriend echter der orde bleef voortaan de graaf de Mont fort en zijn geslacht. Zijn eerste zorg was den losprijs van Jean, de vijfhonderd goudstukken, voor wier betaling pater Armengol met zijn leven was borg gebleven, bijeen te brengen. En acht maanden later scheepten zich de paters opnieuw in om het losgeld naar Almahjadi|a te brengen. Zij kwamen echter vier en twintig uur te laat. Béhr-Eddin- Mohammed had den pater daags te voren in eem aanvjal van woede en christenhaat op de gruwelijkste wijze aan een galg laten ophangen en hem dood l,aten geeselen. Zijne medebroeders namen het lijk weg en brachten het in diepen rouw naar het vaderland terug. Om zijn voormalige misdaad te boeten, liet graaf de Montfort het verwoeste kasteel van Elvaz weer opbouwen in zijn voormalige pracht en het met toestemming van den generaal der orde tot een klooster voor O. L. Vrouw inrichten. Als eerste pror tTok pater Balduin 'het herbouwde kasteel van zijn voorouders binnen. EINDE. E TERUGKEER VAN II. M. DE KONINGIN NAAK DE RESIDENTIE: [aandag j.l. is H. M. de Koningin met het Prinsesje teruggekeerd van Loo voor haar winterverblijf in de Residentie. Z. K. H. de Prins nog eenige dagen met gasten jagen op het .Loo. Zoowel H. M. als Prinsesje, dat alleraardigst het publiek begroette, werden met don derende loejuichingen ontvangen. Nu loste zicb de opwinding der ademloos luisterende menigte op iu id jubel geschreeuw. „Lang leve de edele orde van O. L. Vtouw tot Vrijkoop van Slaven! leve 't huis Elv.az! Lang leve Montfort!" Vele omstanders drongen om eerbiedig den zoom van het witte monnikskleed te kussen en beproefde de pater zich aan-de huldiging van de begeesterde enigte te onttrekken. XV. O. L. VROUW TER WACHT. Eindelijk gelukte het pater Balduin, met een gebiedende handbewe- ng rust en orde te herstellen en hij riep met luidler stem„Lieve ienden en burgers komt, laat ons naar oud gebruik optrekken naar L. Vrouw ter-Wacht en haaT dianken voor de behouden terugkomst!" De processie zette zich in beweging. Door monniken ridders der gevierde orde begeleid, kwamen voorop de gehangenen en luid biddend, bestegen ze de trap- die naar het heiligdom boven .op den heuvel voerden. de Montfort sloot de rij, steunende op de armen zijne vrouw en Jean en zich met de kletterend© moeizaam en kuchend de trappen opsleepend •hen liep de prior van Montpellier, ernstig en in gekeerd, zonder op de bewonderende blikken menigte te letten. Boven op de witte strandrotsen opende het oude van Marseille zijn deuren. Het h.ad reeds optocht van teruggekeerde bevrijde gevan gezien. maar zulk een als deze nog niet. Pater Balduin droeg aan het alta,ar van het genade- het heilig Misoffer op en reikte onder de H. Mis alle voormalige gevangenen, op de eerste plaats aan graaf de Montfort, de H. Communie. Hiermede was groote werk van heldhaftige naastenliefde be- Na afloop der plechtigheid nam men den graaf zijne af en zijne kinderen brachten die. naar de heer zeden van dien tijd, met bloemen versierd naar beeld der Moeder Gods, waar zij, ter gediach- ENIGE jaren geleden lagen voor het raam van een Lon- densche Stoomvaartmaatschappij, die een wekelijkschen dienst naar de Australische havens onderhoudt, drie kolossale klompen goud tentoongesteld. Deze klompen behoorden aan de regeering van Nieuw-Zuid-Wales en waren afkomstig van de pas ontgonnen goudvelden aan de Grey Range. De middelste klomp woog 37 Engelsehe ponden en werd geschat op een 60.000 gulden. De rechter was 29 en de linker 22 Engelsehe ponden zwaar. Alles bij elkaar lag er zoo wat voor een 150.000 gulden. En de stukken lagen voor het venster uitgestald met het ge wicht en de waarde er bij om landverhuizers naar die stréken te lokken. Aangezien er onder hen. welke dien schat 'kwamen bewondr.rtn joV. wel lui zouden gevonden worden, die het zouden willen probeeren, ol' zij die goudklompen konden krijgen zonder naar Australië te gaan, had de directie van de stoomvaartmaatschappij er voor gezoregd, dat DE NIEUWE KARDINALEN BIJ HET OPENBAAR CONSISTORIE VAN 30 NO VEMBER j.l.: naar rechts Hunne Eminenties de Cabrières, Dubillard. O'Connell, Amel ia, Bourne-, Farley, Granito di Belmonte en Falconio i van links er doorloopend een politiepost aan het etalage-venster stond. De politieagent stond in den regel, dewijl er bijna den geheelen dag zicb een groote menigte voor bet venster verdrong, aan den ingang van het huis vlak naast het raam. Maar altijd aan een bepaalde plek gebonden te zijn, al wordt men ook na drie uren door een collega af gelost, is nu juist niet erg aangenaam. Waren er dus eens toevallig weinig kijkers voor het raam, dan liep hij een weinig op en neer tot aan het volgende huis. En dat bewuste huis hadden ingang door een poort; op de ruime binnenplaats stond een kolossaal magazijn met kelders er onder, die wel iin over de honderd afdeelingen aan de meest verschillende zaken verhuurd waren. Van Charing Cross kwam op een zekeren morgen een eenvoudig gekleede man de Pall Mall afwandelen. Hij liep me;t zijn linkerhand in den zak en met den rechter trok hij gedurig zijn muts een beetje naar beneden, die hij bepaald van een chauffeur had gekregen; telkens keek hij naar de nummers van de 'huizen. Toen hij bij den in gang' v'an de poort wias aangeland, scheen hij hij het nummer te zijn dat hij gezocht had. Hij verdween de poort in en keek de plaats in het rond. Een arbedder was juist bezig met vaten uit een pakhuis te rollen. Op dezen trad hij onmiddellijk toe. DE NIEUWE KARDINALEN BIJ HET OPENBAAR CONSISTORIE VAN 30 NO- f - VEMBER j.l.: van links naar rechts Hunne Eminenties Bisleti, Lugari, Pompili, Billot en van Rossum.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 15