380 P. GROOTHUIZEN te Beemster, die dezer da gen onder talrijke blijken vian belangstelling den dag her dacht, waarop hij gedurende 40 jaar lid was van het zang koor van de Parochie van St. Jan den Doopcr aldaar. dan g,a ik voor een glaasje wijn Een vroolijk deuntje fluitend hebben, weer naar zijn familie. te drinken, toen de meid een brief bracht. „O, van tante BeRa," zei ElLie, terwijl zij hem openbrak. „Ze schrijft zeker wanneer ze komt." „O neen, maar," riep ze eensklaps uit, terwijl ze aan het lezen was. „Wat is er, vrouwtje," vroeg dr. van Someren. „O, niets bijzonders," stotterde El- lie, terwijl ze een kleur kreeg eu zich op de lippen beet. „Morgen' komt ze met den trein vain 1.20," zeide ze tot haar man. „Dat doet me pleizier, 't zal een heele v rooi ijk beid zijn! Eduard, 't is „Kom, Eduard," viel mevrouw haar man haastig in de rede, en voort liep ze het huis in, terwijl Ediuard haar volgde. Zijn kamer w,as keurig inge richt en hij had geen woorden ge noeg om Ellie zijn dank te betui gen voor de vriendelijke zorg waar mee ze alles lm gereedheid had ge bracht. „Nu, pak je goed maar eens uit, zorgen," en ze liet hean «alleen, begaf hij zich, ma zijn koffer uitgepakt. EEN BILJART-SÉANCE VAN DEN BEROEMDEN PROFESSOR ,,'t IS-ME-ED-SO" een kunststuk dat zelfs geen meester den professor gemakkelijk zal nadoen! Eindelijk brak de Sint-NicolaascLag aan, w.aarop de tante ten tooneele zou verschijnen. „Nii gaat Ellie de logée van den trein halen," dacht Eduard, terwijl hij met een boek in de huiskamer zat. „En ik zal wel degelijk op moeten passen, dat ik niets laat merken, want Ellie en Philippe schijnen vreeselijk met hun tante te dweepen." Daar hoort hij op eens een helderen lach in de gang. Ellie treedt binnen. „Ed. mag ik je tante Bella voor stellen," zegt ze. Edward kijkt op en.ziet de jonge dame uit den trein voor zich staan, het meisje van zijne droomen. „Mijnheer van Someren, juffrouw Bella van Asteren," zegt Ellie nog eens. Eduard buigt, hij is te ver bluft om een woord te kun nen zeggen. Hij schaamt zich 3e oogen uit het hoofd.W,as zij dus ie tante? En hij heeft haar een heel verhaal opgediseht iu den trein over „die oude vrijster", die zijn Sint-Nico- PRINSELIJKE REIS IN DE WOLKEN: den dag nadat kroonprins Wilhelm van Pruissen zoo nadrukkelijk zijn opinie had geuit in de'n Rijksdag, maakte hij mc.t zijn broers een luchtreis per Zeppelin. Voor den wereldvrede lijkt ons het laatste minder gevaarlijk het eerste! laas zou vergallen. Het jonge meisje echter was heel op haar gemak. „O, Ellie," zei ze, „ge hoeft ons niét voor te stellen. Ik heb al in den trein kennis ge maakt met meneer van Some ren, toen ik naar mijne vrien din' ging." „O, Ed, jongen, wat ben je er in geloopenü Ach Bella, tantetje, kijk zijn gezicht :s-us: erbarm je toch over hem en zeg toch dat je hem die «aller liefste namen, die liij je ge geven heeft, niet kwalijk neemt." Eduard had zich intusschen hersteld. „Wie kan nu ook denken," riep hij uit, zijn open gelaat naar de jonge dame keerende, „dat mijD jonge, bevallige reisgenoote de taüte van mijn schoonzuster 'kon zijn!Hoe zit dat in elkaar, Ellie, verklaar me dat wonder eens." „Wel, begon Ellie, „tante Bella scheelt maar vijf jaren niet mij. Bij grootmama tnuls zijn vele kinderen. Tante Bel la is hare jongste dochter, mijn mama de oudste. Ze ver schilden 'twintig jaar in leef tijd, maar tante Bella is toch wel degelijk mijn tante." „Ja," viel Bella in «met ha«re lieve stem, „en Ellie heeft, geen zusters, dus hebben \ye altijd samen meer als zusters dan als tante en nicht omge gaan; i«k vond «het echter altijd zoo .aardig, om zóó jong al t,ante te zijm, dat ik nooit wilde dlat Ellie mij an ders dan tante Bella zou noemen. Ziiet u, meneer van Someren, zoo is de geschiedenis, en toen ik u zoo over die vermeende „oude tante" uit hoorde varen in den coupé, heb ik direct na mijn «aankomst een lan gen brief aan Ellie geschreven om haar te waarschuwen, dat ze zich niet zou verspreken en zeggen dat ik nog zqo jong was, vvant ik had groote pret in het geval," en het vroolijke meisje viel schaterlachend in haar stoel achterover. Die lachlust werkte .aanstekelijk, spoedi'g gierden ook Ellie en Eduard •het uit em toen de dokter binnen Wam, vond hij algemeenne vroolijk- heid. dan DE „ANNEXATIE" VAN TRIPOLIS: Italië, hoewel pieties in hel bezit van een duizendste gedeelte ivan het landschap Tripo'L, heeftpiech- lig erklaard dat dit nog te veroveren land „geannexeerd" is en aan de Kroon van Italië gehecht Een his'O'isch moment w-as de afkondiging dezer annexatie dc»r generaal Canevas te Tripo'i-zeV, „Goddank, dat de grap uit is," riep hij lachend, „ik kon mij bijna niet meer goed houden, en was ge durig «bang dat ik me zon verspre ken."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 14