Uit de Pers.
Liefde en Haat.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Woensdag 29 Nov. no. 652.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
Nog steeds dc Indische Bcgrootlngs.
Onderwijszaken.
JVanneer in de Kamer het onderwijs
1er sprake komt en er een klein kansje
'ontstaat, clat het bijzonder onderwijs be
tere ontwikkelingsvoorwaarden zullen
worden gegeven, dan is de geheeld lin
kerzijde er als één man bij om front hier
tegen te maken. Gisteren is dit wederom
bij de behandeling der Indische begroo
ting aan den dag gekomen.
Het gouvernementsonderwijs in de
Mina has sa verslindt schatten geld. Het
grootste deel der inkomsten moet aan
jhet onderwijs ten koste worden gelegd.
Na lang wikken en wegen heeft men deze
reorganisatie bedacht, waarmede het
.wel) de vrijz. dem. koloniale speciali
teit mr. van Deventer en de lib. oud-
miinister van Koloniën Fock in principe
linstemden. De onderwijs-frontmalcers in
kJe Kamer, ter Laan, Roessingh, Kete
laar c.s, wisten 't echter beter. Zij haal
den hun versleten argumenten op: Het
onderwijs wordt slechterde bijzondere
school maakt het volk dom, ontwikkelt
het althans niet voldoende; de bewoners'
wenschen de neutrale school, enz. Van
rechts trad men hiertegen in 't krijt eli
onze koloniale woordvoerders kostte het
aiiet veel moeite de deels onjuiste voor-
Stellingen van links te weerleggen.
Met de voorgestelde reorganisatie van
het onder wijs gaat gepaard de aanstel
ling van een schoolinspecteur vanwege
de zending. De inspecteur wordt door
het Rijk bekostigd. De heer ter Laan
dis evenals andere sprekers van jinks,
zich met deze aanstelling niet kon veree-
uigen, hoeft een amendement ingediend,
strekkende om de bezoldiging niet uit 's
Rijks kas te voldoen. Vandaag zal er over
worden gestemd.
Nog eens dc militiewet aangenomen.
Van de "nabetrachtingen, in de bladen
in verband met de aanname; van de Militie
(wet vermelden wij nog enkele. !Zoo
schrijft dr. Nolens in de „Nieuwe Ve n-
losche Courant" o.a.:
De loop der behandeling zal nu ook
wel den meest hardleerschen geleerd heb
ben dat hei verstandig was dezen zomer
niet met deze behandeling te beginnen.
En ik twijfel er niet aan, oï ook de Regee
ring zal dit nu wel hebben ingezien.
De behandeling heeft vier volle weken
geduurd cn na afloop waren er nog bijna
twee weken noodig, om het ontwerp ge
reed te maken voor een tweede lezing.
De Minister van oorlog heeft bij de ver
dediging van liet ontwerp en het over
leg met de Kamer getoond, dat hij de
rechte man is op de rechte plaats. Hij
beheerscht de moeilijke materie volko
men wist, waar het kon met de wen
schen der Kanier rekening te houden,
maar ook waar 'het noodig was, op zijn
stuk te blijven staan. Zij die bij zijn op-
ireden vertrouwen in hem hebben ge
steld, zijn niet teleurgesteld, integendeel,
zij moeten in dat vertrouwen gesterkt en
bevestigd zijn.
De rechterzijde heeft' bij de behande
ling van dit w etsontwerp en bij de eind
stemming daarover ervaren, dat ze bij
na uitsluitend op eigen krachten moeten
steunen en niet, of alleen in geringe ma
te op steun van de linkerzijde kan reke
nen.
Het moge voor haar eene vingerwij
zing en eenc waarschuwing zijn ook voor
de behandeling van andere belangrijke
ontwerpen.
Ook wat Jict praesentiïsme betreft.
Tegen liet absenteïsme baten geen al-
gemeene middelen.
Het moet individueel bestreden wor
den.
leder zorge voor zichzelf, dat hij niet
~F ELJTLLE TON.
ROMAN UIT JVESTFALEN.
2)
De oorzaak van den afwijkenden bouw
,was een tweeling, die voor verscheidene
•ajren zijn intrek op de boerderij
deed. 't Waren beiden jongens en nu
bestond tusschen de ouders verschil, wie
..vair de twee de oudste was. Daarover
jkon men het niet goed eens worden.
IjDe heerbocr, die geen zijner kinderen
acenig onrecht .wilde aandoen, besloot, ten
bp i n d e raad, de boerderij te deelen, en de
^ambachtsheer nam met dit voorstel ge
noegen, omdat de hof toch groot genoeg
Kvas.
Zoo ontstond in de nabijheid een
jnieuwe boerenplaats, d'ie later weer bij
^ide oude werd getrokken. Van toen af
■noemde de heerboer aan den Brink zich
itT weehuis.
Die naam bleef bestaan, ook nadat
Tie eigenaar tijdens de Fransche overheer-
ijeching door den algemeen en nood dier
ijbenarde tijden gedwongen was, den
jjkleinsten hof wederom te verkoopen. £)e
l>ur?n werden echter als indringers be-
dan in de uiterste noodzakelijkheid afwe
zig blijve.
Weinigen zullen betwisten, zegt dr. No-
lens verder, dat door de nieuwe militiewet
belangrijke verbeteringen in het leger zul
len worden bereikt.
Het is daarom zeer verwonderlijk, dat
slechts drie leden der linkerzijde hun stem
aan het ontwerp hebben gegeven.
In de (A. R.) „Rotterdammer"
lezen wij:
De houding der Unie-liberalen tegen
over de Militiewet moet niet voorbijgaan
zonder dat goed wordt vastgelegd, wel
ke ergerlijke partijpolitiek daarbij is ge
voerd. Een partij-politiek die nergens zóó
weinig op Jiaar plaats is, als bij d'e be
handeling van 's lands defensie.
Van den aanvang af is het ontwerp-
Militiewet van Minister Colijn door de
liberale pers op zeer welwillende wijze
ontvangen. Men heeft op ondergeschik
te punten critiek uitgeoefend, maar van
cenige neiging tot verwerping der wet is
niet gerept, ook met geen -woord'. De Mi
litie-wet was het eigen product der Li
berale Unie, de heer Eland ,was haar va
der. De ervaring met de .wet had fouten
aan het licht gebracht. De wet-Colijn
kwam daarin verbetering brengen. En zoo
was het volkomen natuurlijk, dat ook de
liberale pers vol lof was. De maker der
wet, generaal Eland, oordeelde in het
„Vad." over de wet bijzonder gunstig.
Ook in de persoon van den Minister
lag geen bezwaar. Er ging, zoo schreef
nog dezer dagen de „N. Crt." maar één
roep over de uitnemende, bekwame en
karaktervolle verdediging van het ont
werp door den heer Colijn. Ook daarin
was geen reden om de houding te wij
zigen.
Maar de Minister was eenmaal anti
revolutionair, hij was Minister in een
rechtsch Kabinet. Aan dien Minister, aan
dat Kabinet mocht geen eerepalm ge
gund. En daarom werd bij de behande
ling de leiding der oppositie niet aan den
heer Eland gegund, maar aan den heer
Thomson, wiens onverantwoordelijk ver
zuim van den tegensvoordigen toestand
en op den voorgrond schuiven van toe
komstmuziek terecht door den Minister
werden gestriemd.
En op die behandeling werd de kroon
gezet, doordat de Unie-liberale groep als
één man tegenstemde, terwijl de heer
Eland zich aan stemming onttrok.
Terecht gispte de „N. Crt." jn scherpe
bewoordingen deze houding. Terecht ook
voorspelde zij, dat de liberalen er zelf
geen pleizier van zullen beieven.
Het is een kras staaltje van de jjolitiek
der Liberale Unie. Dit is de houding,
die haar reeds zoo lange jaren van alle
politieke achting heeft beroofd, en die
haar die eigenaardige reputatie heeft be
zorgd, die zij bij vriend en vijand geniet.
De „Van Dag tot Dag"-schrijver in het
„Handelsblad" zegt naar aanlei
ding van het nieuw verschenen boek „Ge
schiedkundige Opstellen" van mr. W..
H. dc Beaufort iets over de houding
van dezen oud-liberalen staatsman bij iele
eindstemming over de Militiewet:
Schr. is hem en dellieeren Tydeman en
Van Karnebeek dankbaar, omdat ze on
afhankelijk en kloek niet rechts medege-
stfemd hebben voor de Militiewet.
Ieder, die zich eenigszins herinnert
hoe ons blad sinds jaren en jaren voor
onze volksweerbaarheid ijvert, zal be
seffen hoe wij het halve ei, dat de re
geering ons aanbood, dankbaar aanvaar
den in plaats van de leege en onwel
riekende dop, die in fragmenten gerui-
seld zou zijn bij den minsten schok.
Het is weer een karakterdaad van den
heer De Beaufort geweest om de rech
terzijde te helpen aan de gruwelijkste
gebreken onzer defensie een einde te
maken.
St. Nicolaas in zicht.
(Vervolg.)
„Niet langer zal ik uw vrouwelijke
nieuwsgierigheid op proef stellen. Luis
ter: „Zeer geachte Heer en vriend.
Dat moet je niet uitvlakken, hèZeer
geachte....
„Toe schei maar uit met .je flauwitei
ten. Zeg nou maar wat er in staat.
schouwd en zeer veel water moest door
de Etns vloeien, alvorens er pen meer
vriendschappelijke verhouding kwam. Het
jonge geslacht stoorde zich minder aan de
zaken van vervlogen jaren, en nam de
duigen zooals zij waren
Hendrik knikte bevredigd en keek naar
de geweldige eiken, die hun kale takken
hoog i<n de lucht staken. De wandelaars
waren aan hun bestemming.
Hendrik opende de knarsende deur jn
de heg en liet Trees binnengaan. Dan,
steunend tegen een eiken stam, gaf hij
met kracht een schop tegen de afsluiting
en deze vloog met lawaai ,\veer in het
slot terug. Snel volgde Hendrik de .doch
ter des huizes op den schaduwrijken weg,
die naar de boerenwoning leidde. Rond
om lagen schuren en loodsen; aan den
anderen kant bevond zich de grootc tuin.
Hendrik hield slechts 's zomers en jn den
herfst van den tuin; dan lachten hem aan
rijk beladen ooftboomen heerlijke vruch
ten tegen, die hij met pleizier plukte en
met veel eetlust verslond. Maar nu* in het
voorjaar, moest hij schoppen en graven,
dat hem 's avonds de knokkels van zijin
hand pijn deden.
Als het eerst maar zomer was!
De boerin was aan den haard bezig.
Antje, de keukenmeid, dekte de groote
eikenhouten tafel; zij zette de jioyten
„Nou danZeer geachte Heer en
Vriend. Met het meeste genoegen deifk
ik nog terug aan miju bezoek !ten vorigeii
jare aan de goede stad Leiden en vooral
staat mij nog helder voor den geest de
zeer gewaardeerde hulp, die gij mij bij
mijn inkoop-rondwandeling verleend
hebDaar ik nu van plan ben wederom
dit jaar....
„Wat zeg je, man? Toe lees asjeblieft
wat vlugger.
wedérom dit jaar Leiden te be
zoeken, zou ik nogmaals een aanval op
uw goedheid willen doen en u willen ver
zoeken ook jiu voor alles zorg te will dn
dragen. Zooöls gij aan hoofde dezes ziet
vertoef ikoplh et oogenblik in Rotterdam,
vanwaar ik de reis per boot zou willen
maken. Wees derhalve zoo goed (ik reis
met zeer veel bagage) een extra boot te
bestellen tegen Dinsdag a.s. bij den heer
J. E. WIJNTJES, Heerengracht
122, Agent der Stoombootmij. v. h. Fir
ma E. Martin,
„Wat beteékent dat toch, vroeg ver
wonderd mevr. X. die nog slechts een
half jaar in Leiden woont.
„Sst, Sst, drongen de anderen om stil
te.
Om u minder overlast op het bu
reau te bezorgen had ik het liefst, dat
u een van die patricische huizen op het
Rapenburg (er zal er tocli nog wel een!
leeg- staan) voor mij huurde en in orde
bracht.
Tevens verzoek ik u eenige van vorig
jaar nog bekende firma's te ontbieden
met monsterzendingen. U ziet, ik laat bij
voorkeur Dert Haag links liggen, want
ik vind dat men te Leiden minstens
even goed en goedkoop terecht kan, en
wenschte, dat alle Leidenaars daarvan
evenzeer overtuigd waren.
Ik vertrouw dat gij alles naar genoe
gen zult regelen en zend u en de uw dn
■mijn beste groeten.
p.p. St. NICOLAAS.
PI ETERMAN, particulier-secretaris.
„Hè? stamelde mevr. X. en hield van
pure emotie de kop chocolade, die ze
juist aan haar mond wilde brengen zoo
scheef dat een groote vlek over haar ja
pon gulpte.
Algemeen gegil volgde en Klaartje, die
op het lawaai uit dé keuken was komen
toeloopen met een natte spons maakte
door wrijven de vlek en daardoor de con
sternatie nog grooter.
„Wat moet ik beginnen, jammerdei
mevr. X, mijn mooie japon!"
Maar juFfr. IJ. die zulke zaakjes blijk
baar reeds meer bij de hand had gehad
kalmeerde haar.
„O mevrouwtje, dat is nog wel te
verhelpen. U laat de japon eenvoudig
brengen naar het dépot van GEBRS.
PALTHE, Kort Rapenburg 6 en u
krijgt hem nog haast mooier dan nieuw
gestoomd terug.
Door deze geruststellende woorden
kwam langzamerhand de kalmte weer
terug, die nog eenmaal verbroken werd
door de onbedaarlijke hilariteit verwek
kende, nuchtere opmerking van juffrouw
Z.„Gunst, nou is al ons werk over
bodig, en ik hact nog wel willen voor
stellen bij GEZ. BROERSE, Haarlem
merstraat een paar hoedjes te koo-
pen".
„Nu", meende ik, „dat adres kunt u
dan niet de andere gevoegelijk aan den
goeden Sint opgeven, die zorgt dan wel
voor de rest".
Dat werd goedgevonden en tevens be
sloten den Bisschop te vragen of hij nu
niet in eigen persoon lie't feestavondje
wilde kc:r.cn leiden, en daarna gingen de
dames na een hartelijk afscheid, waaraan
geen eind dreigde te komen, naar hunne
respectievelijke haardsteden terug.
Mijn eerste werk was daarop natuur
lijk mijn chef van een cn ander in ken
nis te stellen en voor deze gelegenheid
eenige dagen vrijaf te vragen, lietgetta
•mij gereedelijk wérd toegestaan. De vol
gende dagen werd het een geptUdel van
jewelste van het eene eind van de stad
naar het andere, waarbij mijn juist aan
geschaft rijwiel uit het magazijn van den
heer REGEER, op den Outlen Rijn mij
uitstekende diensten bewees.
Een huis was nog al spoedig gevon
den op een der mooiste plekjes van het
borden- neer en legde naast elk een
houten lepel; voor messen moest ieder
zelf maar zorgen.
Inmiddels keerden de mannen huis
waarts; zij hadden veel haast, want 't was
later geworden dan anders. Hiervan
droeg alleen kastelein Rothmann de
schuld; hij had zooveel nieuwtjes te ver
tellen en was met de groote buikige
brandewijnflesch zoo vlug bij de Jiand,
dat de tijd was heengevlogen. Eindelijk
hadden de ouderen het teeken- voor
opbreken gegeven en in eens was het
in de groote herberg stil geworedn.
Onderweg werd het nieuws verder be
sproken. Overal was er onrust in het
land. Boer Tweehuis zeide koel: „'t Is
allemaal dom tuig. Wat geeft dat woe
len en spektakel maken Daar wordt
men niets beter van".
De boeren knikten bevestigend en
trokken krachtig aan hun korte pijpen.
Slechts Willem Banning, een schrijnwer
ker met rood haar, die in een huurwoning
van Tweehuis woonde, keek het jonge
volk doordringend aan en zeide„Jon
gens, past op. Vandaag gebeurt er iets
bijzonders".
Ofschoon deze opmerking de nieuws
gierigheid prikkelde, ging niemand er op
in. De woorden van Willem werden hiet
ai te ernstig opgenomen. Joch besloot
Rapenburg, maar er moest nog al een
en' ander aan gerepareerd wonden.
SOUPART, de steenhouwer van de
Rijnkade legde echter spoedig de ont
brekende marmeren tegels in de ruimd
gang, terwijl de timm m GROENE-
W EG EN, van de Haa. ie m fn e r s t r.
voor de noodige kleine reparaties zorg
de, v. d. DRIFT, de loodgieter, uit de
Donkersteeg, met BLEIJS, de gla
zenmaker, uit het Noordeinde, maakten
den boel lekvrij en toen .werd aan de
inwendige versiering begonnen, waarbij
verschillende, zelfs concurreerende fir
ma's eendrachtig aan het werk gingen.
Voor ik echter kon beginnen imet de
verschillende inkoopen te doen, moest
ik, een journalist is nu eenmaal geen
million air, een flink voorschot opnemen
bij de LEIDSCHE VOORSCHOTBANK,
Langebrug 4 4, die natuurlijk van
wege mijn uitstekenden borg, St Nico
laas, hoegenaamd geen bezwaar maakte.
Allereerst werden de noodige loopers
en tapijten gelegd door de firma HAS-
SELMAN PANDER, Hoogewoerd
115, waarna vervolgens met de meu
bileering der kamers een begin gemaakt
kon worden. ALB. RIEL, van de Mare,
zorgde voor de inrichting van de zitka
mer, waarin spoedig een haard van de
firma, CREYOTON, Aalmarkt een
aangename warmte verspreidde. Voor de
de ramen, die eerst van binnen en bui
ten een geduchte beurt hadden gekre
gen van KUKLER'S glazenwasschers,
hingen rappe gasten vitrages en andere
gordijnen, terwijl een paar sierlijk om
lijste platen van W. DRIESSEN, Haar
lemmerstraat 105, weldra de wan
den versierden, met een paar mooie
wandborden van het magazijn van KNA-
GE, firma v. d. Kamp, op de Hooge-
vvoe r d. Een pendule met coupes, style
empire, uit het magazijn van PIERROT,
in de Maarsma nssteeg prijkte op
d'en marineren schoorsteen, terwijl! een
eikenhouten staande klok van G. F.
DRIESSEN, Haarlemmerstr. 25 1
gezellig tikte in de groote vestibule, die
aangenaam verwarmd werd door een ko
lomkachel geleverd door de firma LAN-
GEZAAL, en Zn., Hooigracht..
Ter feestelijke verwelkoming van den
hoogen gast waren hier eenige fraaige-
kweekle sierboomen uit de kweekerij van
J. C. BONTJE, te Roel of ar ends
veen geplaatst. Nog was ik bezig hier
voor de laatste aanwijzingen te geven,
toen de knechts arriveerden van de firma
HERMAN F. A. DAMEN ZOON, uit
de Burgsteeg, met manden wijn,
en van de fa. ELSHOF, Haarlem
merstraat, met een mandje van hun
zoo gunstig bekende oude klare. Een en
ander werd in de ruime provisiekast ge
deponeerd, die daarmee vrijwel compleet
was. Ik mocht tevreden zijn over mijn
bemoeiingen cn toen ik Dinsdagmiddag
mijn oogen nog eens liet gaan over het
geheel, was ik niet bevreesd, wannecV
de heilige man zoo straks zou arriveeren,
aanmerkingen van hen te zullen hooren.
Er was toch niets vergeten of ja toch,
een paar warme pantoffels en een lék
kere pijp, waarop, ik wist het nog van
het vorige jaar, de goede Sint graag ge-
tracteerd was. Gelukkig had ik nog een
jongetje bij de hand, dien ik gauw naar
HOOüENBOSCH' SCHOENENMA-
GAZI j N, op de Haarle m m ers t r.
en om lekkere tabak naar WIJTEN-
BURG op den Nieuwen Rijn zond.
Tegen vier uur was ik op mijn post,
aan den Beestenmarkt, waar de boot 'die
het hoog gezelschap zou brengen moest
aanleggen en ik had nog niet lang staan
wachten of een langgerekt gefluit kon
digde zijn komst aan.
De nieuwe electrische rolbasculebrug
rees majestueus omhoog om den door
tocht vrij te laten. De tram die of liever
wier bestuurder dit niet zoo gauw in de
gaten had, was bijna in het water gere
den, maar kon door vlug remmen nog
juist tot staan gebracht worden vlak op
het kantje van den wal. Door dit onge
valletje kregen de inzittenden eerste
rangs plaatsen en ze lieten het dan ook
niet onder zich om den Sint hartelijk toe
te juichen.
Bij de aanlegplaats stond een massa
volk te wachten je Weet niet waar op
men, begeerig als men was te weten,,
wat er wel aan de hand kon zijn, wiet z'n
allen na de Vespers saam te komen. Wel
licht gaf het nog wat afwisseling in het
eentonige boerenleven.
De oude Tweehuis vroeg zijn zoons
naar hun plannen voor den namiddag:
„Wat zullen jullie vandaag doen?"
Dirk, de oudste, kuchte even en ver
telde dan dat hij beslist naar het dorp
moest, waar hij met eenige boerenzonen
den aanvoer van steenen wilde bespre
ken.
„Mij goed", zeide de oude boer.
Clemens, de tweede zoon, bewaarde
het stilzwijgen. Men was van hem ge
woon dat hij niet meer dan het strikt-
noodige sprak. Hij deed zijn werk, in al
het andere ging hij zijn weegs.
Zwijgend werd het middagmaal ge
bruikt. Allen aten zeer snel. Zelfs Cle
mens, die, Zondag'mu1 lag thuis bleef én
op zijn kamer iets geheimzinnig uitvoer
de sommigen zeiden*, dat hij las, ande
ren, dat hij met pen en inkt bezig KvaS
zelfs Clemens nam zijn pet van dé
kapstok en verliet met groote passen
het huis.
Alleen 'e boer en zijn vrouw ble
ven thii anderen gingen naar de
Vesper we kerkgangers waren dc
bcwpiK i Sengeu steeds ijevyé^st;
fucupuBA uaipsuoui op jpjquoSoo u(ovt
komen waaronder een paar padvinders
de orde bewaarden.
De goede Sint was niets veranderd.
Hetzelfde .goedige gelaat omlijst met
den sneeuwwitten baard, de hoog opge
richte gestalte, gehuld in de eerwaardige!
kleecfij. Bij Pieterman echter had eenhée-
le metamorphose plaats gehad. Van ge
zicht was het nog dezelfde roetmop, maar
hij droeg niet meer zijn veelkleurige kos
tuum. Meer overeenkomstig zijn waar
digheid van particulier secretaris had hij
zich gestoken in een sierlijk zwart rok-
costuum, met een witsatijnen vest.
„Netjes, hé?", vroeg hij, „dat heb ild
me laten aanmeten in Breda, bij CAHEN
CO., Heeft die firma hier niet ook een,
winkel op den Nieuwen R ij n, datf
moet ik daar even heen, want ik heb 'n
winkelhaakje in een van de panden ge
kregen." j
„En hebt u erop gerekend," vroeg de
Sint na de verwelkoming, „dat we nog
al hongerig zouden zijn van de reis?"
Ik moest bekennen, daaraan had ifc|
niet gedacht, maar dit was spoedig te
verhelpen. De auto, die op het dek stond
werd uitgeladen, en op mijn aanwijzing
reed de chauffeur naar CAFE ZOMER-
ZORG, op den Station sweg, waar
we spoedig ons te goed deden aan een!
heerlijk diner. Na afloop tuften we naaf
huis, waar we in de vestibule ontvang
gen werden door mijn vrouw en de 41
oudste kleinen, in hun aardige wittel
kleedjes, die zongen van
Sint Niklaas goedheilig man,
en strooiden met kleurige papiersnip
pers. Door deze lieve attentie, waarvan
ik niets wist, en dit ook heelemaal niet
op het program stond (dat was juist
iets voor mijn vrouw) was de goede bis
schop zeer aangedaan. Hij zei d-
eenige lieve woordjes tot hen e i
ze mee naar binnen, waar hij ze liet uit
zoeken uit de rijke keuze spellen vanl
MATVELD, Prince ssekade. Boven
dien gaf hij ze nog zoo'n stevige schom
mel uit SCHAVEDIJK'S Amerikaansch
magazijn aan de Breestraat.
Uit d'e door VAN ROSSUM DU CHA-
TEL gezond'en collectie broches en han
gers liet hij mijn vrouw een keuze maken,
die met een verheugd gezicht aanviel op
zoo'n prachtigen amethisten pendant,
waarom ze al wel een jaar gezeurd had.'
Klaartje, onze gedienstige, die de
vrouwelijke bezigheden in het nieuwe
huis verricht had, werd daarvoor reeds
voorloopig beloond met een warmen
mantel uit het magazijn van JHUEBER 8e
SCHRIJVERS aan den Nieuwen R ijn.
„D. H., U hebt het leelijk te pakken",
meende ik, toen ik hem zwaar hoorde
kuchen.
„Ja, was zijn antwoord, dat is een der
tegen heden van jullie klimaat. Je moet
me bij H. J. HOLSW1LDER, Nieuwe
Rijn 7, maar een flink jaegerpak be
stellen en dan zal ik er nu maar direct
warm onderkruipen."
Ik wees Z. D. H. den weg naar zijn
slaapkamer, waar, evenals in dc rest van
't huis electrisch licht was aangelegd door
het installatiebureau LAMAN, Hooge
woerd 84.
Voor de inrichting hier had gezorgd
J. A. POMMEE, Lange Mare 72, ter
wijl KOHSCHULTE, M a g a z ij ii ?,d c
Z w a a n", Haarlemmerstraat, een
heerlijk veeren bed had geleverd, en het
fraai gedecoreerde waschtafclstei afkom
stig was uit liet M a g a z ij n „de G o n-
d e n S1 e u t e 1 s" op de H a a r 1 e m
straat.
Juist wilde de Sint aanvangen zijn
tevredenheid over de inrichting uit to
spreken, toen we een gejoel cn gelach
hoorden, dat steeds meer naderde en
plotseling vloog Pieterman, aehtervolgcl
door mijn edele spruiten, de kamer bin
nen. Deze had n.l. met zijn rokje tevens
al zijn secretarieele waardigheid afgelegd,
speelde nu met de kinderen krijgertje en
was zoo mogelijk nog uitgelaiener dan zij.
Met een besiraffenden blik zag do
meester zijn knecht aan.
„Pieterman, Pieterman, aan jou be-
waarheidt zich het spreekwoord: de vos
verliest wel zijn haren, maar niet zijn
streken."
Alsof hij zijn laatste oortje versnoept
Wie eenigszins ko.n, ging ook Zondags
naar de middaggodsdienstoefening en
liet zich niet door een langen weg of
slecht weer afschrikken. Zóó goed .be
zocht als heden was de dorpskerk maar
zelden geweest. Op het kerkplein dron
gen de menschen elkander op. Tusschen
deze dichte menigte stond Willem Ko
ning, de roode schrijnwerker, en wreef
zich glimlachend jn de handenals een
overwinnaar zag hij rond zich heen. Zijn
rijzige gestalte stak boven het volk uit;
en niet gemakkelijk kon men over hem
heenkijken.
Heldere kinderstem men zongen dc
Vespers. Nauwelijks was de pastoor van
het altaar gegaan, of ook het volk!
stroomde de kerk uit. Wederom bleef
men in nieuwsgierige afwachting op liet
kerkplein staan. Pe meisjes vonden het
jammer, dat zij al spoedig naar huis zou
den moeten gaan. De jongens wachtten
hun aanvoerder, Willem Banning ai, die
vandaag bij liooge uitzondering zeer langj
bad. Eindelijk kwam hij 't kerkgebouw;
uit. Hij monsterde met een blik zijn scha
re getrouwen en met dreunenden stap
begaf hij zicii naar Rothmann. i
„Nu zal het me toch benieuwen, wat
er vandaag aan de hand is", zeide Diri$
Tweehuis tot zijn vriend Gerrit Holteri
ling. (Wordt vervolgd