Uit de Pers. Liefde en Haat. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 29 Nov. no. 652. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. Nog steeds dc Indische Bcgrootlngs. Onderwijszaken. JVanneer in de Kamer het onderwijs 1er sprake komt en er een klein kansje 'ontstaat, clat het bijzonder onderwijs be tere ontwikkelingsvoorwaarden zullen worden gegeven, dan is de geheeld lin kerzijde er als één man bij om front hier tegen te maken. Gisteren is dit wederom bij de behandeling der Indische begroo ting aan den dag gekomen. Het gouvernementsonderwijs in de Mina has sa verslindt schatten geld. Het grootste deel der inkomsten moet aan jhet onderwijs ten koste worden gelegd. Na lang wikken en wegen heeft men deze reorganisatie bedacht, waarmede het .wel) de vrijz. dem. koloniale speciali teit mr. van Deventer en de lib. oud- miinister van Koloniën Fock in principe linstemden. De onderwijs-frontmalcers in kJe Kamer, ter Laan, Roessingh, Kete laar c.s, wisten 't echter beter. Zij haal den hun versleten argumenten op: Het onderwijs wordt slechterde bijzondere school maakt het volk dom, ontwikkelt het althans niet voldoende; de bewoners' wenschen de neutrale school, enz. Van rechts trad men hiertegen in 't krijt eli onze koloniale woordvoerders kostte het aiiet veel moeite de deels onjuiste voor- Stellingen van links te weerleggen. Met de voorgestelde reorganisatie van het onder wijs gaat gepaard de aanstel ling van een schoolinspecteur vanwege de zending. De inspecteur wordt door het Rijk bekostigd. De heer ter Laan dis evenals andere sprekers van jinks, zich met deze aanstelling niet kon veree- uigen, hoeft een amendement ingediend, strekkende om de bezoldiging niet uit 's Rijks kas te voldoen. Vandaag zal er over worden gestemd. Nog eens dc militiewet aangenomen. Van de "nabetrachtingen, in de bladen in verband met de aanname; van de Militie (wet vermelden wij nog enkele. !Zoo schrijft dr. Nolens in de „Nieuwe Ve n- losche Courant" o.a.: De loop der behandeling zal nu ook wel den meest hardleerschen geleerd heb ben dat hei verstandig was dezen zomer niet met deze behandeling te beginnen. En ik twijfel er niet aan, oï ook de Regee ring zal dit nu wel hebben ingezien. De behandeling heeft vier volle weken geduurd cn na afloop waren er nog bijna twee weken noodig, om het ontwerp ge reed te maken voor een tweede lezing. De Minister van oorlog heeft bij de ver dediging van liet ontwerp en het over leg met de Kamer getoond, dat hij de rechte man is op de rechte plaats. Hij beheerscht de moeilijke materie volko men wist, waar het kon met de wen schen der Kanier rekening te houden, maar ook waar 'het noodig was, op zijn stuk te blijven staan. Zij die bij zijn op- ireden vertrouwen in hem hebben ge steld, zijn niet teleurgesteld, integendeel, zij moeten in dat vertrouwen gesterkt en bevestigd zijn. De rechterzijde heeft' bij de behande ling van dit w etsontwerp en bij de eind stemming daarover ervaren, dat ze bij na uitsluitend op eigen krachten moeten steunen en niet, of alleen in geringe ma te op steun van de linkerzijde kan reke nen. Het moge voor haar eene vingerwij zing en eenc waarschuwing zijn ook voor de behandeling van andere belangrijke ontwerpen. Ook wat Jict praesentiïsme betreft. Tegen liet absenteïsme baten geen al- gemeene middelen. Het moet individueel bestreden wor den. leder zorge voor zichzelf, dat hij niet ~F ELJTLLE TON. ROMAN UIT JVESTFALEN. 2) De oorzaak van den afwijkenden bouw ,was een tweeling, die voor verscheidene •ajren zijn intrek op de boerderij deed. 't Waren beiden jongens en nu bestond tusschen de ouders verschil, wie ..vair de twee de oudste was. Daarover jkon men het niet goed eens worden. IjDe heerbocr, die geen zijner kinderen acenig onrecht .wilde aandoen, besloot, ten bp i n d e raad, de boerderij te deelen, en de ^ambachtsheer nam met dit voorstel ge noegen, omdat de hof toch groot genoeg Kvas. Zoo ontstond in de nabijheid een jnieuwe boerenplaats, d'ie later weer bij ^ide oude werd getrokken. Van toen af ■noemde de heerboer aan den Brink zich itT weehuis. Die naam bleef bestaan, ook nadat Tie eigenaar tijdens de Fransche overheer- ijeching door den algemeen en nood dier ijbenarde tijden gedwongen was, den jjkleinsten hof wederom te verkoopen. £)e l>ur?n werden echter als indringers be- dan in de uiterste noodzakelijkheid afwe zig blijve. Weinigen zullen betwisten, zegt dr. No- lens verder, dat door de nieuwe militiewet belangrijke verbeteringen in het leger zul len worden bereikt. Het is daarom zeer verwonderlijk, dat slechts drie leden der linkerzijde hun stem aan het ontwerp hebben gegeven. In de (A. R.) „Rotterdammer" lezen wij: De houding der Unie-liberalen tegen over de Militiewet moet niet voorbijgaan zonder dat goed wordt vastgelegd, wel ke ergerlijke partijpolitiek daarbij is ge voerd. Een partij-politiek die nergens zóó weinig op Jiaar plaats is, als bij d'e be handeling van 's lands defensie. Van den aanvang af is het ontwerp- Militiewet van Minister Colijn door de liberale pers op zeer welwillende wijze ontvangen. Men heeft op ondergeschik te punten critiek uitgeoefend, maar van cenige neiging tot verwerping der wet is niet gerept, ook met geen -woord'. De Mi litie-wet was het eigen product der Li berale Unie, de heer Eland ,was haar va der. De ervaring met de .wet had fouten aan het licht gebracht. De wet-Colijn kwam daarin verbetering brengen. En zoo was het volkomen natuurlijk, dat ook de liberale pers vol lof was. De maker der wet, generaal Eland, oordeelde in het „Vad." over de wet bijzonder gunstig. Ook in de persoon van den Minister lag geen bezwaar. Er ging, zoo schreef nog dezer dagen de „N. Crt." maar één roep over de uitnemende, bekwame en karaktervolle verdediging van het ont werp door den heer Colijn. Ook daarin was geen reden om de houding te wij zigen. Maar de Minister was eenmaal anti revolutionair, hij was Minister in een rechtsch Kabinet. Aan dien Minister, aan dat Kabinet mocht geen eerepalm ge gund. En daarom werd bij de behande ling de leiding der oppositie niet aan den heer Eland gegund, maar aan den heer Thomson, wiens onverantwoordelijk ver zuim van den tegensvoordigen toestand en op den voorgrond schuiven van toe komstmuziek terecht door den Minister werden gestriemd. En op die behandeling werd de kroon gezet, doordat de Unie-liberale groep als één man tegenstemde, terwijl de heer Eland zich aan stemming onttrok. Terecht gispte de „N. Crt." jn scherpe bewoordingen deze houding. Terecht ook voorspelde zij, dat de liberalen er zelf geen pleizier van zullen beieven. Het is een kras staaltje van de jjolitiek der Liberale Unie. Dit is de houding, die haar reeds zoo lange jaren van alle politieke achting heeft beroofd, en die haar die eigenaardige reputatie heeft be zorgd, die zij bij vriend en vijand geniet. De „Van Dag tot Dag"-schrijver in het „Handelsblad" zegt naar aanlei ding van het nieuw verschenen boek „Ge schiedkundige Opstellen" van mr. W.. H. dc Beaufort iets over de houding van dezen oud-liberalen staatsman bij iele eindstemming over de Militiewet: Schr. is hem en dellieeren Tydeman en Van Karnebeek dankbaar, omdat ze on afhankelijk en kloek niet rechts medege- stfemd hebben voor de Militiewet. Ieder, die zich eenigszins herinnert hoe ons blad sinds jaren en jaren voor onze volksweerbaarheid ijvert, zal be seffen hoe wij het halve ei, dat de re geering ons aanbood, dankbaar aanvaar den in plaats van de leege en onwel riekende dop, die in fragmenten gerui- seld zou zijn bij den minsten schok. Het is weer een karakterdaad van den heer De Beaufort geweest om de rech terzijde te helpen aan de gruwelijkste gebreken onzer defensie een einde te maken. St. Nicolaas in zicht. (Vervolg.) „Niet langer zal ik uw vrouwelijke nieuwsgierigheid op proef stellen. Luis ter: „Zeer geachte Heer en vriend. Dat moet je niet uitvlakken, hèZeer geachte.... „Toe schei maar uit met .je flauwitei ten. Zeg nou maar wat er in staat. schouwd en zeer veel water moest door de Etns vloeien, alvorens er pen meer vriendschappelijke verhouding kwam. Het jonge geslacht stoorde zich minder aan de zaken van vervlogen jaren, en nam de duigen zooals zij waren Hendrik knikte bevredigd en keek naar de geweldige eiken, die hun kale takken hoog i<n de lucht staken. De wandelaars waren aan hun bestemming. Hendrik opende de knarsende deur jn de heg en liet Trees binnengaan. Dan, steunend tegen een eiken stam, gaf hij met kracht een schop tegen de afsluiting en deze vloog met lawaai ,\veer in het slot terug. Snel volgde Hendrik de .doch ter des huizes op den schaduwrijken weg, die naar de boerenwoning leidde. Rond om lagen schuren en loodsen; aan den anderen kant bevond zich de grootc tuin. Hendrik hield slechts 's zomers en jn den herfst van den tuin; dan lachten hem aan rijk beladen ooftboomen heerlijke vruch ten tegen, die hij met pleizier plukte en met veel eetlust verslond. Maar nu* in het voorjaar, moest hij schoppen en graven, dat hem 's avonds de knokkels van zijin hand pijn deden. Als het eerst maar zomer was! De boerin was aan den haard bezig. Antje, de keukenmeid, dekte de groote eikenhouten tafel; zij zette de jioyten „Nou danZeer geachte Heer en Vriend. Met het meeste genoegen deifk ik nog terug aan miju bezoek !ten vorigeii jare aan de goede stad Leiden en vooral staat mij nog helder voor den geest de zeer gewaardeerde hulp, die gij mij bij mijn inkoop-rondwandeling verleend hebDaar ik nu van plan ben wederom dit jaar.... „Wat zeg je, man? Toe lees asjeblieft wat vlugger. wedérom dit jaar Leiden te be zoeken, zou ik nogmaals een aanval op uw goedheid willen doen en u willen ver zoeken ook jiu voor alles zorg te will dn dragen. Zooöls gij aan hoofde dezes ziet vertoef ikoplh et oogenblik in Rotterdam, vanwaar ik de reis per boot zou willen maken. Wees derhalve zoo goed (ik reis met zeer veel bagage) een extra boot te bestellen tegen Dinsdag a.s. bij den heer J. E. WIJNTJES, Heerengracht 122, Agent der Stoombootmij. v. h. Fir ma E. Martin, „Wat beteékent dat toch, vroeg ver wonderd mevr. X. die nog slechts een half jaar in Leiden woont. „Sst, Sst, drongen de anderen om stil te. Om u minder overlast op het bu reau te bezorgen had ik het liefst, dat u een van die patricische huizen op het Rapenburg (er zal er tocli nog wel een! leeg- staan) voor mij huurde en in orde bracht. Tevens verzoek ik u eenige van vorig jaar nog bekende firma's te ontbieden met monsterzendingen. U ziet, ik laat bij voorkeur Dert Haag links liggen, want ik vind dat men te Leiden minstens even goed en goedkoop terecht kan, en wenschte, dat alle Leidenaars daarvan evenzeer overtuigd waren. Ik vertrouw dat gij alles naar genoe gen zult regelen en zend u en de uw dn ■mijn beste groeten. p.p. St. NICOLAAS. PI ETERMAN, particulier-secretaris. „Hè? stamelde mevr. X. en hield van pure emotie de kop chocolade, die ze juist aan haar mond wilde brengen zoo scheef dat een groote vlek over haar ja pon gulpte. Algemeen gegil volgde en Klaartje, die op het lawaai uit dé keuken was komen toeloopen met een natte spons maakte door wrijven de vlek en daardoor de con sternatie nog grooter. „Wat moet ik beginnen, jammerdei mevr. X, mijn mooie japon!" Maar juFfr. IJ. die zulke zaakjes blijk baar reeds meer bij de hand had gehad kalmeerde haar. „O mevrouwtje, dat is nog wel te verhelpen. U laat de japon eenvoudig brengen naar het dépot van GEBRS. PALTHE, Kort Rapenburg 6 en u krijgt hem nog haast mooier dan nieuw gestoomd terug. Door deze geruststellende woorden kwam langzamerhand de kalmte weer terug, die nog eenmaal verbroken werd door de onbedaarlijke hilariteit verwek kende, nuchtere opmerking van juffrouw Z.„Gunst, nou is al ons werk over bodig, en ik hact nog wel willen voor stellen bij GEZ. BROERSE, Haarlem merstraat een paar hoedjes te koo- pen". „Nu", meende ik, „dat adres kunt u dan niet de andere gevoegelijk aan den goeden Sint opgeven, die zorgt dan wel voor de rest". Dat werd goedgevonden en tevens be sloten den Bisschop te vragen of hij nu niet in eigen persoon lie't feestavondje wilde kc:r.cn leiden, en daarna gingen de dames na een hartelijk afscheid, waaraan geen eind dreigde te komen, naar hunne respectievelijke haardsteden terug. Mijn eerste werk was daarop natuur lijk mijn chef van een cn ander in ken nis te stellen en voor deze gelegenheid eenige dagen vrijaf te vragen, lietgetta •mij gereedelijk wérd toegestaan. De vol gende dagen werd het een geptUdel van jewelste van het eene eind van de stad naar het andere, waarbij mijn juist aan geschaft rijwiel uit het magazijn van den heer REGEER, op den Outlen Rijn mij uitstekende diensten bewees. Een huis was nog al spoedig gevon den op een der mooiste plekjes van het borden- neer en legde naast elk een houten lepel; voor messen moest ieder zelf maar zorgen. Inmiddels keerden de mannen huis waarts; zij hadden veel haast, want 't was later geworden dan anders. Hiervan droeg alleen kastelein Rothmann de schuld; hij had zooveel nieuwtjes te ver tellen en was met de groote buikige brandewijnflesch zoo vlug bij de Jiand, dat de tijd was heengevlogen. Eindelijk hadden de ouderen het teeken- voor opbreken gegeven en in eens was het in de groote herberg stil geworedn. Onderweg werd het nieuws verder be sproken. Overal was er onrust in het land. Boer Tweehuis zeide koel: „'t Is allemaal dom tuig. Wat geeft dat woe len en spektakel maken Daar wordt men niets beter van". De boeren knikten bevestigend en trokken krachtig aan hun korte pijpen. Slechts Willem Banning, een schrijnwer ker met rood haar, die in een huurwoning van Tweehuis woonde, keek het jonge volk doordringend aan en zeide„Jon gens, past op. Vandaag gebeurt er iets bijzonders". Ofschoon deze opmerking de nieuws gierigheid prikkelde, ging niemand er op in. De woorden van Willem werden hiet ai te ernstig opgenomen. Joch besloot Rapenburg, maar er moest nog al een en' ander aan gerepareerd wonden. SOUPART, de steenhouwer van de Rijnkade legde echter spoedig de ont brekende marmeren tegels in de ruimd gang, terwijl de timm m GROENE- W EG EN, van de Haa. ie m fn e r s t r. voor de noodige kleine reparaties zorg de, v. d. DRIFT, de loodgieter, uit de Donkersteeg, met BLEIJS, de gla zenmaker, uit het Noordeinde, maakten den boel lekvrij en toen .werd aan de inwendige versiering begonnen, waarbij verschillende, zelfs concurreerende fir ma's eendrachtig aan het werk gingen. Voor ik echter kon beginnen imet de verschillende inkoopen te doen, moest ik, een journalist is nu eenmaal geen million air, een flink voorschot opnemen bij de LEIDSCHE VOORSCHOTBANK, Langebrug 4 4, die natuurlijk van wege mijn uitstekenden borg, St Nico laas, hoegenaamd geen bezwaar maakte. Allereerst werden de noodige loopers en tapijten gelegd door de firma HAS- SELMAN PANDER, Hoogewoerd 115, waarna vervolgens met de meu bileering der kamers een begin gemaakt kon worden. ALB. RIEL, van de Mare, zorgde voor de inrichting van de zitka mer, waarin spoedig een haard van de firma, CREYOTON, Aalmarkt een aangename warmte verspreidde. Voor de de ramen, die eerst van binnen en bui ten een geduchte beurt hadden gekre gen van KUKLER'S glazenwasschers, hingen rappe gasten vitrages en andere gordijnen, terwijl een paar sierlijk om lijste platen van W. DRIESSEN, Haar lemmerstraat 105, weldra de wan den versierden, met een paar mooie wandborden van het magazijn van KNA- GE, firma v. d. Kamp, op de Hooge- vvoe r d. Een pendule met coupes, style empire, uit het magazijn van PIERROT, in de Maarsma nssteeg prijkte op d'en marineren schoorsteen, terwijl! een eikenhouten staande klok van G. F. DRIESSEN, Haarlemmerstr. 25 1 gezellig tikte in de groote vestibule, die aangenaam verwarmd werd door een ko lomkachel geleverd door de firma LAN- GEZAAL, en Zn., Hooigracht.. Ter feestelijke verwelkoming van den hoogen gast waren hier eenige fraaige- kweekle sierboomen uit de kweekerij van J. C. BONTJE, te Roel of ar ends veen geplaatst. Nog was ik bezig hier voor de laatste aanwijzingen te geven, toen de knechts arriveerden van de firma HERMAN F. A. DAMEN ZOON, uit de Burgsteeg, met manden wijn, en van de fa. ELSHOF, Haarlem merstraat, met een mandje van hun zoo gunstig bekende oude klare. Een en ander werd in de ruime provisiekast ge deponeerd, die daarmee vrijwel compleet was. Ik mocht tevreden zijn over mijn bemoeiingen cn toen ik Dinsdagmiddag mijn oogen nog eens liet gaan over het geheel, was ik niet bevreesd, wannecV de heilige man zoo straks zou arriveeren, aanmerkingen van hen te zullen hooren. Er was toch niets vergeten of ja toch, een paar warme pantoffels en een lék kere pijp, waarop, ik wist het nog van het vorige jaar, de goede Sint graag ge- tracteerd was. Gelukkig had ik nog een jongetje bij de hand, dien ik gauw naar HOOüENBOSCH' SCHOENENMA- GAZI j N, op de Haarle m m ers t r. en om lekkere tabak naar WIJTEN- BURG op den Nieuwen Rijn zond. Tegen vier uur was ik op mijn post, aan den Beestenmarkt, waar de boot 'die het hoog gezelschap zou brengen moest aanleggen en ik had nog niet lang staan wachten of een langgerekt gefluit kon digde zijn komst aan. De nieuwe electrische rolbasculebrug rees majestueus omhoog om den door tocht vrij te laten. De tram die of liever wier bestuurder dit niet zoo gauw in de gaten had, was bijna in het water gere den, maar kon door vlug remmen nog juist tot staan gebracht worden vlak op het kantje van den wal. Door dit onge valletje kregen de inzittenden eerste rangs plaatsen en ze lieten het dan ook niet onder zich om den Sint hartelijk toe te juichen. Bij de aanlegplaats stond een massa volk te wachten je Weet niet waar op men, begeerig als men was te weten,, wat er wel aan de hand kon zijn, wiet z'n allen na de Vespers saam te komen. Wel licht gaf het nog wat afwisseling in het eentonige boerenleven. De oude Tweehuis vroeg zijn zoons naar hun plannen voor den namiddag: „Wat zullen jullie vandaag doen?" Dirk, de oudste, kuchte even en ver telde dan dat hij beslist naar het dorp moest, waar hij met eenige boerenzonen den aanvoer van steenen wilde bespre ken. „Mij goed", zeide de oude boer. Clemens, de tweede zoon, bewaarde het stilzwijgen. Men was van hem ge woon dat hij niet meer dan het strikt- noodige sprak. Hij deed zijn werk, in al het andere ging hij zijn weegs. Zwijgend werd het middagmaal ge bruikt. Allen aten zeer snel. Zelfs Cle mens, die, Zondag'mu1 lag thuis bleef én op zijn kamer iets geheimzinnig uitvoer de sommigen zeiden*, dat hij las, ande ren, dat hij met pen en inkt bezig KvaS zelfs Clemens nam zijn pet van dé kapstok en verliet met groote passen het huis. Alleen 'e boer en zijn vrouw ble ven thii anderen gingen naar de Vesper we kerkgangers waren dc bcwpiK i Sengeu steeds ijevyé^st; fucupuBA uaipsuoui op jpjquoSoo u(ovt komen waaronder een paar padvinders de orde bewaarden. De goede Sint was niets veranderd. Hetzelfde .goedige gelaat omlijst met den sneeuwwitten baard, de hoog opge richte gestalte, gehuld in de eerwaardige! kleecfij. Bij Pieterman echter had eenhée- le metamorphose plaats gehad. Van ge zicht was het nog dezelfde roetmop, maar hij droeg niet meer zijn veelkleurige kos tuum. Meer overeenkomstig zijn waar digheid van particulier secretaris had hij zich gestoken in een sierlijk zwart rok- costuum, met een witsatijnen vest. „Netjes, hé?", vroeg hij, „dat heb ild me laten aanmeten in Breda, bij CAHEN CO., Heeft die firma hier niet ook een, winkel op den Nieuwen R ij n, datf moet ik daar even heen, want ik heb 'n winkelhaakje in een van de panden ge kregen." j „En hebt u erop gerekend," vroeg de Sint na de verwelkoming, „dat we nog al hongerig zouden zijn van de reis?" Ik moest bekennen, daaraan had ifc| niet gedacht, maar dit was spoedig te verhelpen. De auto, die op het dek stond werd uitgeladen, en op mijn aanwijzing reed de chauffeur naar CAFE ZOMER- ZORG, op den Station sweg, waar we spoedig ons te goed deden aan een! heerlijk diner. Na afloop tuften we naaf huis, waar we in de vestibule ontvang gen werden door mijn vrouw en de 41 oudste kleinen, in hun aardige wittel kleedjes, die zongen van Sint Niklaas goedheilig man, en strooiden met kleurige papiersnip pers. Door deze lieve attentie, waarvan ik niets wist, en dit ook heelemaal niet op het program stond (dat was juist iets voor mijn vrouw) was de goede bis schop zeer aangedaan. Hij zei d- eenige lieve woordjes tot hen e i ze mee naar binnen, waar hij ze liet uit zoeken uit de rijke keuze spellen vanl MATVELD, Prince ssekade. Boven dien gaf hij ze nog zoo'n stevige schom mel uit SCHAVEDIJK'S Amerikaansch magazijn aan de Breestraat. Uit d'e door VAN ROSSUM DU CHA- TEL gezond'en collectie broches en han gers liet hij mijn vrouw een keuze maken, die met een verheugd gezicht aanviel op zoo'n prachtigen amethisten pendant, waarom ze al wel een jaar gezeurd had.' Klaartje, onze gedienstige, die de vrouwelijke bezigheden in het nieuwe huis verricht had, werd daarvoor reeds voorloopig beloond met een warmen mantel uit het magazijn van JHUEBER 8e SCHRIJVERS aan den Nieuwen R ijn. „D. H., U hebt het leelijk te pakken", meende ik, toen ik hem zwaar hoorde kuchen. „Ja, was zijn antwoord, dat is een der tegen heden van jullie klimaat. Je moet me bij H. J. HOLSW1LDER, Nieuwe Rijn 7, maar een flink jaegerpak be stellen en dan zal ik er nu maar direct warm onderkruipen." Ik wees Z. D. H. den weg naar zijn slaapkamer, waar, evenals in dc rest van 't huis electrisch licht was aangelegd door het installatiebureau LAMAN, Hooge woerd 84. Voor de inrichting hier had gezorgd J. A. POMMEE, Lange Mare 72, ter wijl KOHSCHULTE, M a g a z ij ii ?,d c Z w a a n", Haarlemmerstraat, een heerlijk veeren bed had geleverd, en het fraai gedecoreerde waschtafclstei afkom stig was uit liet M a g a z ij n „de G o n- d e n S1 e u t e 1 s" op de H a a r 1 e m straat. Juist wilde de Sint aanvangen zijn tevredenheid over de inrichting uit to spreken, toen we een gejoel cn gelach hoorden, dat steeds meer naderde en plotseling vloog Pieterman, aehtervolgcl door mijn edele spruiten, de kamer bin nen. Deze had n.l. met zijn rokje tevens al zijn secretarieele waardigheid afgelegd, speelde nu met de kinderen krijgertje en was zoo mogelijk nog uitgelaiener dan zij. Met een besiraffenden blik zag do meester zijn knecht aan. „Pieterman, Pieterman, aan jou be- waarheidt zich het spreekwoord: de vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken." Alsof hij zijn laatste oortje versnoept Wie eenigszins ko.n, ging ook Zondags naar de middaggodsdienstoefening en liet zich niet door een langen weg of slecht weer afschrikken. Zóó goed .be zocht als heden was de dorpskerk maar zelden geweest. Op het kerkplein dron gen de menschen elkander op. Tusschen deze dichte menigte stond Willem Ko ning, de roode schrijnwerker, en wreef zich glimlachend jn de handenals een overwinnaar zag hij rond zich heen. Zijn rijzige gestalte stak boven het volk uit; en niet gemakkelijk kon men over hem heenkijken. Heldere kinderstem men zongen dc Vespers. Nauwelijks was de pastoor van het altaar gegaan, of ook het volk! stroomde de kerk uit. Wederom bleef men in nieuwsgierige afwachting op liet kerkplein staan. Pe meisjes vonden het jammer, dat zij al spoedig naar huis zou den moeten gaan. De jongens wachtten hun aanvoerder, Willem Banning ai, die vandaag bij liooge uitzondering zeer langj bad. Eindelijk kwam hij 't kerkgebouw; uit. Hij monsterde met een blik zijn scha re getrouwen en met dreunenden stap begaf hij zicii naar Rothmann. i „Nu zal het me toch benieuwen, wat er vandaag aan de hand is", zeide Diri$ Tweehuis tot zijn vriend Gerrit Holteri ling. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5