ZELF VERDIEND GELD.
362
^aar voor €en Prac^ltIse hoedespeld, Ag-
nes? Dat is zeker een nieuwe; ik heb ze tenminste
nog niet van je gezien."
ivOl 3, Neen, Ella, ik heb ze pas gekocht. En weet je waar-
van? Van mijn eerste, zelf verdiend geld."
Vroolijk schitterden bij dit antwoord de oogen van trots.
Verbaasd en nieuwsgierig tevens keek Ella haar vriendin aan. Zelf
verdiend geld! Het klonk zoo vreemd uit den mond van haar vriendin
Agnes. Zij, de eenige iochter van een rijken bankier en zelf verdiend
geld! Dat ging Ella's begrip te boven: dat was voor haar zestienjarig
kopje een raadsel.
„Maar Agnes," sprak ze eindelijk, „sedert wanneer is het dan nöodig
dat gij zelf geld verdient?"
Agnes trok de frissche lippen een weinig spottend op, vóór ze ant
woordde: „Noodig in het geheel niet, ik geloof zelfs niet dat papa het
zou goedkeuren, als hij het wist, maar zie je ik vind het zoo
vreeselijk leuk „zelf verdienen"; men gevoelt zich werkelijk iets méér
bij het bewustzijn, iets geheel uit zich zelf, door eigen kracht en vlijt
te verwerven te bezitten!"
Agnes had met een pathos gesproken alsof ze minstenis een paar
dozijn toehoorders voor zich had, wien zij de grootte harer heldendaad
moest uiteenzetten. Ella scheen dan ook volkomen van de heldhaftig
heid harer vriendin doordrongen, want bijna eerbiedig zag zij tot haar
op bij de schuchtere vraag: „Leg mij eens uit, hoe ge dat aangelegd
hebt." Vól verwachting hing haar blik aan het gelaat der vriendin,
toen deze antwoordde:
„Ik werk voor den winkel van Albreckt en Co."
„Jij Dat was alles wat Ella voor dit oogenblik zeggen kon.
Haar oogen waren vol verbazing op Agnes gericht. Het leek haar een
wonder. Agnes, de vertroetelde lieveling van haar papa, die al haar
wensehen vervulde haast nog vóór zij ze uitgesproken had, werkte
voor een winkel om geld te verdienenElla schudde eindelijk het hoofd.
„Hoe ben je op dat idee gekomen?" vroeg ze
„Hoe?" Agnes lachte vroolijk en verklaarde toen: „Je weet toch, dat
juffrouw Moor zoo heette Agnes' gouvernante, die bij den bankier
sedert hij weduwnaar was, ook het huishouden bestuurde dat juf
frouw Moor in haar ledige uren ijverig voor een winkel werkt om voor
den ouden dag een sommetje bijeen te sparen. Toen bedacht ik dat het
toch leuk moest zijn, zoo een en ander te kunnen koopen, zonder 'eerst
p3pa om geld te moeten vragen, als mijn zakgeld niet toereikenid was
het moest hem eigenlijk aangenaam zijn, als ik hem kosten bespaarde."
„Je papa heeft het ook wel hard noodig digt je hem uitgaven be
spaart," viel Ella haar lachende in de rede; „ik geloof zoo diat zijn
eenige dochter later niets te kort zal komen."
„Dat doet er niet toe,'' was het antwoord, dat op eenigszins heftigen
toon gegeven werd, „ik wil niet altijd van papa afhankelijk zijn, ik wil
ook een beetje op eigen beenen staan, ik wil mijn eigen zelfverdiiende
geld hebbeni en - kan ik dan mijn tijd beter besteden dan met werken
Ledigheid is des duivels oorkussen." Ze voerde nog allerlei redenen
aan, schilderde de voldoening die zij ondervonden had toen zij het eerste
zelf verdiende geld ontvangen had en het genoegen diat ze van de
daarvoor gekochte haarspeld had en dat alles met zulke levendige kleu
ren, dat Ella niet alleen geheel overtuigd was, maar ook den lust in zich
voelde ontwaken ook zulk een poging te doen. Ze was even bekwaam als
haar vriendin en haar ouders waren, ofschoon welgesteld, toch niet zoo
rijk als de vader van Agnes.
Toen dan ook Agnes door haar zoozeer overdreven geestdrift voor
zelf verdiend geld aangevuurd, dien lust bij Ella nog meer wist aan
te wakkeren, besloot deze het ook te^ beproeven. Wat Agnes kon, kon
zij ook. De toestemming van mama te verkrijgen, zou niet moeilijk zijn
en wat Ella door haar werk bespaarde, kon den overigen zusters en
broers ten goede komen.
Het ondeiwerp werd nog.in. den breede besproken, toen de deur open
ging en Ella's moeder binnentrad.
„Zoo, Agnes, laat je je weer eens zien? Je bent in den laatsten tijd
een zeldzame verschijning hier geworden." Vriendelijk gaf zij het jonge
meisje de hand, die met een schelmsch knipoogje naar Ella, op ge-
wichtigen toon antwoordde: „Ik had geen tijd, mevrouw, ik moest
werken."
Deze hernam met een ongeloovig glimlachje: „Zoo, zoo! Wat had je
dan zoo noodig te doen. Een verjaringscade.au
„jseen mevrouw, heel iets anders."
Agnes keek zoo fier en zelfbewust, dat Ella's moeder haar verwon
derd en vragend, aankeek. Voor Agnes echter verder kon gaan, riep
Ella, die vurig verlangde mama's toestemming zoo spoedig mogelijk
te verkrijgen, haastig:
„Neen. mama, Agnes werkt voor een winkel. Zie maar eens, die
prachtige hoedespeld,. die zij draagt, heeft ze zich van haar eerste zelf
verdiend geld gekocht."
Het vriendelijke lachje verdween van het gezicht der waardige
dame en ernstig vroeg zij: „Is dat waar, Agnes?"
„Zeker, mevrouw! Ik ben er trotsch op, mijn tijd zoo goed te
besteden"
Ella's moeder scheen heel niet verheugd over deze woorden en Agnes,
die op een pluimpje voor haar vlijt en zelf sta ndigheidsgevoel gehoopt
had, was teleurgesteld door het ernstig gelaat van de vrouw, die zij
zoo hoog schatte en vereerde.
Ella, die niet daarop gelet had, viel haar mama om den hals en zei
„Niet waar, lieve mama, d'k mag ook geld gaan verdienen? U heeft mijn
werk altijd zoo geprezen en ook tante bewondert dit zoo o, mama,
wat zou het leuk zijn, als u mij latei- bloemen en linten niet meer
behoefde te koopen. of als ik ze mooier kon hebben. Niet waar. mama.
ik m,ag ook voor een winkel gaan werken." Vleiend omhelsde het be
koorlijke kind de moeder, haar blauwe oogen zagen baar zoo smee-
kend aan welke moeder zou haar lieveling dan iets kunnen weigeren
En toch deze moeder deed het. Zacht, maar ernstig weerde zij de
vleierij af en beslist en duidelijk sprak zij:
„Neen, Ella, dat moogt ge niet."
Agnes kleurde bij dit vaste weigerend antwoord. Zij kende Ella's
moeder en wist, dat alles wat de waardige vrouw zei en deed-, goed
overlegd en onberispelijk was.
„Maar mevrouw," waagde, ze nog verlegen tegen te werpen, terwijl
Ella nog een zwakke poging deed. haar moedeT te overreden; „maar
mama, ik kan daardoor toch papa uitgaven besparen."
„Geen woord meer, Ella. Al zijn we nu juist ook niet rijk, toch
hebben onze kinderen, Gode zij dank, niet noodig arme lieden, die van
bet werk hunner handen moeten leven, het brood te ontrooven."
Verlegen keek Agnes op. De woorden der anders zoo zachtmoedige
dame waren een hard oordeel over hare handelwijze, waarop zij zoo
even nog zoo trotsch was. Ook Ella had verschrikt opgekeken.
„Armen lieden het 'brood te ontrooven?" sprak zij stameleDd; doch
haar mama liet haar niet voortgaan, maar drukte baar op een stoel
neder en noodigde Agnes door een handbeweging uit eVenleens plaats
te nemen. Vervolgens ging zij bij haar zi/t/ten en begon op eenvoudigen
toon: „Luister eente, ik wil u een voorval uit mijn leven verhalen."
In gesponnen verwachting zagen de beide jonge dames haar aan.
Agnes' hart klopte alsof zij iets kwaads had gedaan en haar voorheen
zoo zegevierend blikkende oogen dwaalden onzeker en verlegen rond.
„Het is reeds jaren geleden," begon mevrouw, „maar toch staat mij
het tooneel nog zoo helder voor den geest, alsof het gisteren gebeurd
was. Ik had in een tapisseriewinkel iets laten maken en wilde het zelf
afhalen; het was nog niet geheel gereed, waarom ik werd uitgenoo-
digd eenige oogenblikken te wachten. Om mij den tijd te verdrijven en
misschien ook om mij tot koopen te animeeren, liet men mij verschil
lende nieuwe artikelen zien. Terwijl ik in het bekijken van zooveel
fraaie dingen den tijd vergat, was een jong, eentvoudig gekleed meisje
den winkel binnengekomen, had den winkelier een pakket overgegeven
en was toen beseheiden eenige schreden achteruitgegaan. Ik had ze
zien binnenkomen zooals men in een winkel van een vreemde notitie
neemt, zonder verder op haar te letten. DaaT hoorde ik aanmerkingen
op onvrii^udelijken toon uitgesproken, die het zooeven afgeleverde werk
betroffen van het jonge meisje, dat den man bedrukt aankeek. Deze
betaalde haar op nonchalante, geringschattende, wijze eenige geldstuk
ken op de toonbank voor. Zij aarzelde echter het geld1 aan te nemen.
„Nu,-wat wilt ge nog?" vroeg de koopman barsch en voegde er onver
schillig bij: „Ander werk? Ja, maar dan moet het beter gemaakt wor
den." Ik werd meer opmerkzaam en bekeek 'het werk, dat de winkelier
achteloos dicht bij mij had neergeworpen, het was uitstekend, een fijn
kunstig stikwerk, dat voor de oogen zeer nadeelig moest zijn. Nu werd
ik geheel attentie voor hetgeen volgen zou.
„Excuseer, mijnheer S..," zei het arme kind op smeekenden toon,
„dat is toch te weinig. Ik heb er bijzonder mijn best op gedaan en
meende geen aanmerkingen te verdienen. Bedenk u eens, hoe lang ik
daaraan heb gewerkt."
De koopman haalde de schouders op en zei„Ik kan dat werk betel
en goedkooper gedaan krijgen."
„Dat is toch zeker onmogelijk," luidde de schuchtere tegenwerping.
O, ik bid u, zie het nog eens goed na. Ik heb acht dagen lang den
nalven nacht er bij genomen om sneller gereed te komen. Voor dien
prijs kan ik bet werk niet. leveren."
„Dan moet je maar werk zoeken, waar je wilt," hernam de koopman
kortaf en wendde zich daarop met voorkomende beleefdheid tot een
juist binnengekomen elegant gekleede jonge dame, die eveneens een
pakje overgaf en daarbij schertsend zeide: „Nu, mijnbeer S.bewonder
nu dat .werk maar eens, heb ik het niet vlug gedaan?" En de galante
heer Sbewonderde werkelijk in uitgezochte loftuitingen den arbeid
der jongedame, permitteerde zich met zijn beleefden dank haar bet wel
verdiende honorarium te overhandigen, dat de dame de dochter van
een aanzienlijk, rijk man in het volle bewustzijn barer waardigheid
met een genadig gebaar zonder liet verder na te zien bij zich stak.
Bij deze woorden viel de blik' der verhaalster even op Agnes, die
beschaamd de oogen neersloeg.
„Ik had," ging de verhaalster voort, „geen woord v,an het luid en
ongegeneerd gevoerde gesprek gemist en slechts met moeite 'kon ik
mijn verontwaardiging bedwingen."
„Als ge iets anders voor mij hebt," sprak de jonge dame genadig, „zal
ik het gaarne meenemen:" En de overbeleefde koopman, verrukt dat ze
zichzelf die moeite .wilde geven, nam het pakje, dat. hij voor het arme
meisje had gereed gelegd en vroeg deze halfluid en ruw: „Wilt ge ver
der voor dien prijs werken?"
„Ik kan niet, werkelijk niet." Tranen verstikten h,aa-r 'bijna de stem,
doch de koopman, die alleen zijn voordeel voor oogen had, ging onbe
wogen verder en een oogenblik later was het pakje in banden der
jonge dame, die intusschen door haar lorgnet de etalage had be
schouwd. Beminnelijk glimlachend beloofde zij, zoo spoedig als haar
tijd toeliet, het werk af te leveren en de arme werkster achteloos voor
bijgaande, verliet zij den winkel. Wat bekommerde zij zich er om, dat
een arm, jong kind haar nachten offerde, wellicht om den honger v,an
jongere broertjes en zusjes te stillen daar wist zij niets van. Wat
bekommerde hij zich er om, dat bet arme meisje haar kostbaren tijd
niet voor zulk een gering loon kon geven als de rijke dame, die alleen
voor haar genoegen werkte, om zich een of .ander sieraad te koopen,
als her, zakgeld, dat papa haar, zeker niet karig, verschafte, dit niet
toeliet. O, .als zij den blik gezien bad, waarmede de betr,aande oogen
haar nazagen, als zij de op elkaar geknepen lippen, de krampachtig
gebalde handen gezien had, dan zou ze niet zoo trotsch en tevreden zijn
heengegaan. Maar ik zag dat alles en huiverde. Ik las geen stille over
geving in hot toornige gelaat, ik las heel iets anders daarin, iets dat