Uan bet oorlogsveld. ZATERDAG 18 NOVEMBER 1911. 639 VAN HET TRIPOLITAA NSCHE OORLOGSVELD Ita'liaansche maxims-mitrailleuse in. loopgraven, die rond de stad Tripoli zijn gegraven tegen de onophoudelijke en moorddadige aanvallen der Turken. Bij onze plaatjes „van het oorlogsveld" op deze bladzijde behoort een verduidelijking. Maar wordt er dan werkelijk zóó .gevochten, vraagt de een of andere courantenlezer, die oil het telkens herhaalde bericht „dat er 'niets ge beurt" ten slotte de rubriek „oorlog" maar is gaan overslaan? De opinie V|an de geheele beschaafde wereld is tegenover deze ietwat Sceptische opvatting van den Italiaansch-Ty.rksohen oorlog, dat er niet al leen „gevochten", maar zelfs ,ygemoord" wordt Inderdaad: deze oorlog is een zeer buiten ge- meene! Het aanvallende land (Italië) heeft van de groote mogendheden formeel het verbod thuis gekregen om den tegenstander daar aan te val len, waar zij het zwakst en het "gevoeligst isin eigen land. Italië mag, zoo hebben de mogend heden besloten, .geen aanval doen op eigenlijk Turkije, ook al is het met dat land in oorlogs toestand. het moet zich bepalen tot de kolonie Tripolis, die de mogendheden echter met de meestbeminnelijke openhartigheid brutaalweg aan den Piëmontschen roover hebben prijsgegeven. Zoo beleven we nu het schouwspel, dat er een oorlog, is waarin de /aanvaller zich uitput tegen een betrekkelijk waardelooze kolonie met een fa natieke eigen bevolking, die niets zoozeer op prijs stelt als hare vrijheid, waaraan Turkije nooit in ernst heeft geraakt, terwijl de aangevallene mogendheid zich in rustige rust, veilig onder de bescherming der groote Europeesche machten, terugtrekt in kalme afwachting, totdat.de schatkist van den aanvaller zal zijn uitgeput of het geduld des volks dat nutteloos zijn zonen ziet sneven, aan een eimde is geko-men Die zonen dies volks zitten intusschen dag en nacht in onherbergzame, voortdurend aan vijandelijk vuur blootge stelde schansen te loeren op een vijand, die overal tegen woordig is maar nooit zicht baar, die nooit rust en op het onverwachtst /aanvalt, die zich thuis gevoelt en voor eigen huis en volk en vrijheid strijdt, maar op zijne wijze. Die vijand stoort zich niet aan „wetten van den oorlog", zooals de mogendheden van Europa die geliefden vast te stellen: toen hij. zijn .minder heid moest erkennen tegen over de tienduizenden die op zijn kust landden onder de be scherming der groote vuur monden van de oorlogssche pen, boog hij zich nederig, maar toen hij zijn kracht leer de kennen en de zwakheid van den overweldiger, toen stond hij op en nam zijn geweer van den wand, en schoot waar hij raken kon op den indringer... De Italianen noemden dat „verraad" en een schrikkelij ke wTjaakneming volgde. Doch is die terminologie wel juist WAT DE ITALIANEN TOT DEN ALGEMEENEN MOORD OP DE ARABIEREN BRACHT de plotselinge opstand der Arabieren in Tripoli-zelf, waardoor het Italiaansche leger opeens van achteren werd bestookt en waarbij honderden soldaten zijn gebleven, was oorzaak dat de Italianen hun bezinning ver loren en in het woeste weg alles neerschoten wat hun voor het geweer kwam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5