Uit de Pers.
Aymar.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 11 Nov. no. 637.
Een lied per week.
No. 14 uit „De Leeuwerk."
Het Lied van Limburgs Steden.
IWoorden van Muziek van;
A. F. van Beurden. Henri Tijssen.
Van Uw steden gaan' wij zingen,
Limburg dierb're moedergrond.
'tLjed moet door uw gouwen dringen,
'Jub'lend uit der zang'ren mond.
'tLied ruischt zachtkens door uw dreven
ptKlink' op beurt ook forsch en blij;
jMet akkoorden rijk omweven,
'tLied van Limburgs stedenrij!
fMet akkoorden rijk omweven,
'tLied van Limburgs stedenrij!
U ter eer, Maastricht, moet schallen'
Qnze luidste jubeltoon.
IBinnen uwe grijze wallen
Stichtte Sint Servaas zijn woon. 1)
IMet een roemvol rijk verleden
Ppent gij den deft'gen stoet
Van Oud Limburgs zustersteden,
Sterrestad, U d'eeregroet!
Van Oud Limburgs zustersteden,
Sterrestad, U d'eeregroet
'Meesteres der vrije kunsten,
Veste met een bisschopstroon,
IRoermond, rijk bedeeld met gunsten1,'
li zij d' eerepalm tot loon
Over harp, palet en veder
Voert Oe een vaste heerschappij,
De oude meesters roept ge ons weder;
Roerstad, U onz' melodij!
De oude meesters roept ge ons weder,
Roerstad, U onz' melodij!
Venlo, rijk aan vrucht'bre tuinen,
■Gaarden aan den heldren vloed,
't Wijlen op uw heuvelkruinen 2)
Schenkt weer rust aan 't krank gemoed,
Gaf natuur U meen'ge gave,
Ook de kunst vergat U niet.
Voor Valuas trouwste have,
iTrille een forsch akkoord in 't lied!
Voor Valuas trouwste have>
Trille een forsch akkoord in *t lied!
Weert, gij parel van de heide,
Als in gouden band gevat,
Eens waart gij de hoog gevleide,
,Wijd vermaard, der Hornes schat. 3)
INijver reppen zich de handen
Van uw volk, in eenvoud blij,
Dale welvaart op uw landen,
Weert, uw heil, dat wenschen wij!
Dale welvaart op uw landen,
Weert, uw heil, dat wenschen wij!
1> De H. Servatius, eerste Bisschop van
Maastricht, 443—484.
2) In het Retraitenïiuis „Manresa".
3) Weert was de zetelplaats der Graven
van Horn.
We zinken.
Ouder dit opschrift wijst de „Gel
derlander" op het geregeld dalen
der geboorte-cijlers in ons land.
't Is nog niet zoo lang geleden, dat
het aantal geboorten voor ons land 34
a 35 per duizend bedroeg, in 1908:
29.90, in 1909 29.15. In 1910 was dat
cijfer al weer belangrijk lager.
De cijfers over de eerste 9 maanden
van 1911 zijn zeer treurig. Al die 9
maanden blijven achter bij de overeen
komstige van het vorig jaar, sommige
met meer dan 1, twee zelfs met meer
dan 1:5 per duizend inwoners.
Zou dan ook in ons volk geen pit
meer zitten om de ramp van het Nieuw-
Malthusianisme te keeren
Goddank de Katholieke streken komen
(kranig voor den dag. Maar het tekort
op het geheel wordt door hen niet aan
gevuld.
Gelijk alle beschaafde landen zinken
ook wij. Want beschaving is tegen
woordig synoniem met genieting. En
FEUILLETON.
1Naar het Fransch.
37)
Aan zich zeiven denkend, vroeg de
Ijdele, trotsche- vrouw zich af, of de vier
verloopen jaren, sedert welke zij elkander
voor het laatst ontmoet hadden, ook op
hare trekken zulk eene opvallende ver
andering hadden teweeg gebracht. Na
de gebruike ijke beleefdheidsvormen kon
mevrouw Westner niet nalaten hare ver
wondering uit te drukken door te zeg
gen
„Ik vrees, mijnheer, dat uw gezondheid
U reden tot klagen geeft Dit ongeluk
wekt des te meer mijn medelijden op,
daar ik zelf ook zeer dikwijls lijdende
ben.
Mevrouw Westner weet steeds aan
denkbeeldige ziekten al de onaangename
gewaarwordingen, die evenwel voort
sproten uit haar leeftijd en slecht hu
meur.
Aymar wilde antwoorden, dat hij het
goed maakte, toen .Mijnheer jW,estner pp
waar genieting heersght, daar is geen
wilskracht meer.
En zoo graaft de tegenwoordige be
schaving haar eigen graf, waarin het
Fransche volk al diep aan het wegzinken
is, waarin ook wij, wanneer we niet
oppassen, verzinken zullen.
Sociale Verzekeringen.
De „Nieuwe Rotterdamsche
Courant" heeft in verschillende arti
kelen het vraagstuk der ouderdomsvoor
ziening besproken.
Voorop staat voor het blad scheiding
van invaliditeits- en ouderdomsverzeke-
ring en geen verplichte verzekering.
Vereeniging van invaliditeits- en oudcr-
domsverzekering zou voor beide takken
van sociale verzekering hoogst nadeelig
zijn voor de invaliditeitsverzekering
omdat deze feitelijk niets anders is dan
de sluitsteen der ziekteverzekering, en,
op grond van allerlei, niet in de laatste
plaats fina.ncieele, bezwaren in direct ver
band met die verzekering geregeld moet
worden voor de ouderdomsverzekc-
ring, omdat deze door vereeniging met
de invaliditeitsverzekering op onredelijke
wijze wordt achtergesteld en gewrongen
in een keurslijf, dat dit ingewikkelde pro
bleem in allerlei richting beknelt, het
geen mitsdien tot niet te verdedigen ge
volgen moet leiden.
Negatief zijn onze conclusies, vervolgt
de „N. R. Crt.", eveneens ten opzichte
van het staatspensioen naar Deensch of
Engelsch model. Beginselbezwaren cn
bezwaren van praktischen aard wegen
op tegen de voordeelen, die het stelsel
overigens ontegenzeggelijk boven de ver
plichte verzekering bezit
Naar onze vaste overtuiging verdient
de Belgische regeling qua stelsel ïn alle
opzichten de voorkeur. De vraag is ech
ter: zou een dergelijke vrijwillige ver
zekering met staatssubsidie ten onzent
tot goede resultaten kunnen leiden?
Met de commissie uit den Vrij-Libe-
ralen Bond zouden wij deze vraag beves
tigend willen beantwoorden. Zeker, wij
ontveinzen ons niet, dat een met de Bel
gische mutualiteit vergelijkbaar vereni
gingsleven over het algemeen, uitgezon
derd wellicht in zekere mate in onze zui
delijke provinciën, hier te lande niet
wordt gevonden. Hier staat evenwel
tegenover, dat inen gegroiide hoop mag
koesteren, dat hier te lande van de zijde
der werkgevers, onder wie velen reeds
op het oogenblik zich aan deze quaestie
gelegen laten liggen, meer steun zal wor
den ontvangen, dan in Belgie het geval
is geweest, waar de regeling ingevoerd
is in een tijd; toen de verhoudingen in
de industrie zeer gespannen waren. Een
ander voordcel is, dat politieke geschil
punten, al bestaan zij natuurlijk ook hier
te lande, toch lang zoo diep niet in het
volksleven zijn doorgedrongen als in
België het geval schijnt te zijn. Wij
kunnen ons niet voorstellen, dat een
goed deel van ons volk zich lange jaren
van een regeling zou afwenden, enkel
omdat zij in het leven is geroepen door
een regeering en Kamermeerderheid van
andere kleur.
Een Middenpartij.
In een driestar van de „S t a n d a a r d"
wordt opgemerkt, dat men den wensch
naar een middenpartij, dien velen koes
teren, niet uit de hoogte inoet afkeuren.
Immers, het feit ligt er nu eenmaal toe,
dat een niet zoo kleine groep niet prin
cipled aangelegd is en het nooit wordt.
Dat ligt aan hen zelf en aan den ioe-
stand. Slechts een zeer enkele maal komt
het in de politiek tot een zuiver prin-
cipiëele beslissing, en in verreweg de
meeste gevallen wordt, als 'top het fi
naal besluit aankomt, water in den wijn
gedaan, omdat 'tniet anders kan.
Dit heeft tengevolge, dat de principieel
aangelegde geesten keer op keer zich
teleutgesteld zien en de leiding toch aan
de geesten van meer gemengde structuur
moeten overgeven.
En bij dezen eisch van den toestand
komt dan de persoonlijke aanleg. Slechts
zeer enkelen zijn in staat elk vraagstuk
tot op den bodem te peilen, de meesten
moeten drijven op anderer oordeel. En
daar nu bij elk vraagstuk onvoorwaarde
lijk drie uitspraken tegenover elkander
wélwillenden toon zei-de:
Ik heb nog vergeten te zeggen, dat
mijnheer Koechler ongeveer vier weken
geleden, ontsnapt is aan een groot ge
vaar.
Zonder in bijzonderheden te treden,
over dc vroegere positie van zijn bescher
meling in het huis Kruff, schetste mijn
heer Westner op roerende wijze, de ge
varen, waaraan Aymar zich had bloot
gesteld.
Het scheen, dat mevrouw Westner!
met een zekere belangstelling het ver
haal van haar echtgenoot aarthoorde en
zij bood hem de welverdiende geluk-
wcnschen aan, toen de deur van het sa
lon eenigszlns ruw geopend werd en
Lucile, gevolgd door mcj. Smithson bin
nentrad. Nauwelijks liet het onstuimige
meisje haren vader den tijd, om deni
nieuwen bezoeker voor te stellen, of zij
zeide tot Aymar.
„Houdt u van reizen, mijnheer? Heeft
u veel gereisd?
Ik heb er steeds veel van gehou-
houden, mejuffrouw, maar mijn positie*
ontzegde mij dit genoegen.
Gij leent dus het schoone Zwitser
land niet?
Ik ben er slechts veertien dagen ge
weest.
J&jat mij aangaat, ik aanbid als 't
staan, twee van de beide uiterste kanten,
en een derde die tusschen deze beide
instaat, laat het zich uiteraard wel be
grijpen, dat, wie zelf geen oordeel kan
vellen, allicht geneigd js, om bij voor
keur aan den middenman gelijk te geven.
Slechts de religie maakt hierop een
uitzondering. Zelfs de eenvoudigste jn
den lande kan op het stuk der religie
een zeer vaste overtuiging bezitten. Dit
nu breekt de kans van elke middenpartij.
Zulk een groèp toch kan wel de Cultuur-
aanbidders TGt zich trekken, maar déze
zijn steeds d^in gezaaid, terwijl ze de
religieus-gewfcrtelden steeds zal afstooten
en met hen de massa.
Want wel is bet waar, dat in de massa
ook een zeer sterk ongodsdienstig ele
ment schuilt, maar dit element staat dan
gemeenlijk zoo fel en bitter tegen het
religieuze element over, dat het reeds
daarom te eenenmale ongeschikt is, om
zich in de verdraagzame rol der midden
mannen te schikken.
Dit nu maakt, dat er voor de midden
partij, althans ten onzent, niet anders
overblijven dan de Jauwen op principieel
gebied, eeherzijds opkomend uit oud-
liberale kringen, waar men persoonlijk
nog aan religie hecht, maar ze ïn de
politiek niet wil, en anderzijds uit Chris
telijke kringen, voorzoover er ook in die
kringen zijn, die 't religieuze kleed voor
lief nemen, zonder principieel te onder
zoeken wat er onder zit.
Ook in vroegere perioden heeft men
we! gepoogd met zulk een vlag zonder
kleur uit te varen, maar steeds liep het
op een droef fiasco uit, meest zelfs zeer
spoedig.
En dit zal zoo blijven, zoolang in
onzen volkskring het voor of tegen de
religie den doorslag geeft. Eerst als dit
er bij ons uitging, zou ook in ons land
een middenpartij bloeien kunnen.
Gelijk het nu staat, kan dit niet.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Vrijdag 9 Nov. (Vervolg.)
(Vervolg).
Voortgezet wordi de beraadslaging
over art. 85 der M i 1 i t i e w e t (aanmel
ding van de verlofgangers bij den bur
gemeester), waarbij de Minister van
Oorlog, de heer C o 1 ij n, overneemt
een amendemertt-Marchant, om de aan
melding ook schriftelijk toe te staan, als
de betrokkene zich buitenslands bevindt.
Een amendement-Ter Laan oin den
termijn ruimer te-stellen wordt verwor
pen met 56 tegen 8 stemmen.
Bij 'een volgend artikel, waarbij bepaald
wordt, dat voor het aangaan van een
verbintenis ïn het buitenland de toestem
ming noodig id van den Minister van
Marine of van Oorlog, oordeelde de heer
Verhey (U. L.) dit zeer bezwaarlijk,
omdat, doordien dit te omslachtig ïs, de
plaatsen van Nederlandsche jongens door
buitenlanders dreigen te worden inge
nomen. Men late den burgemeester of
den waterschout die toestemming geven
ter bespoediging. De Minister van
Oorlog zal zich beijveren aan dezen
wensch te voldoen.
Bij art. 89 (inspectie der verlofgan
gers) ontwikkelt de heer Ter Laan
(S. D.) verschillende bezwaren tegen die
inspectie, welke hij eigenlijk liefst geheel
zou afgeschaft zien. De Minister zal
trachten aan de bezwaren tegemoet te
komen, waarna het artikel wordt goed
gekeurd.
Bij art. 91 (straf bij inspectieverzuimen)
verdedigt de heer Marchant t(V. D.)
een amendement om geen arrest ïn pro
voost of huis van bewaring te doen
ondergaan, doch slechts kwartierarrest op
te leggen, in de kazerne te ondergaan.
De Ministervan Oorlog, de heer
Colijn, bestreed het amendement-Mar-
chant, daar het kan voorkomen, dat er
overtredingen van zeer ernstige» aard
gepleegd worden, zooals bij het weg
maken van equipementstukken.
De heereii Thomson (U.L.) en Ter
Laan (S.D.) daarentegen verdedigden
het, omdat het opleggen van vrij zware
straffen voor geringe vergrijpen in slechte
arrestlokalen de populariteit van 't leger
ware, dat schoone land met zijne ber
gen, zijne ijsbergen vooral, die men niet
zonder ontroering aanschouwen kan. O,
ik ben eene onverschrokken bergbeklim-
ster, niets weerhield mij; in plaats van
onzen gids te volgen, was ik altijd aif
vooruit, tevergeefs riep mama mij terug,
schreeuwde mejuffrouw Smithson mijn
naam, niet een voetijzer beslagen, stok
in de hand liep ik door, steeds maar
door
Veel te ver mijn kind, onderbrak
mijnheer Westner lachende, evenals uw
tong op het oogenblik.
O, antwoordde het bedorven meisje
op een half verrasten, half kmorrigen
toon, als het zoo is, zwijg ik en zal
even stom blijven zitten als mejuffrouw
Smithson.
Toen begon mevrouw Westner zelf
met geestdrift de spreken over hare rei
zen en haar avonturen, die zij had mee
gemaakt, vooral over die, welke hare
eigenliefde streelden.
Het gebeurde meermalen, dat Lucile,
haar onderbrak, om dit of dat feit tegen
fe spreken; maar hare moeder verwon
derde of vertoornde zich hierover niet,
want hieraan was zij reeds gewend ge
raakt, terwijl zij door hare misplaatste
moederljjk,e toegeeflijkheid deze ge
niet zal vergrooien. De heer Uuymaer
v a n T vv i s t (A. R.) vreesde evenwel, dat
de militiecommissaris er eerder toe over
zal gaan kwartierarrest dan geldstraf op
fe leggen, zoodat de verlofganger er niet
beter op zal worden.
Ten slotte nam de Minister het
amendement toch over, nadat de heer
Marchant een wijziging had aange
bracht in zijn amendement.
De heer Schaper ,(S. D.), de slechte
toestanden der arrestlokalen in de ka
zernes wrakende, stelde een motie voor,
waarbij de Kamer den wensch uitspreekt,
dat de toestand dier lokalen dringend ver
betering behoeft.
Deze motie zal bij de oorlogsbegroo-
ting behandeld worden.
Verder komt er in behandeling een
amendement-Ter Laan (S. D.), om een
nieuw artikel 104ter in te lasschen, waar
bij bepaald wordt, dat de jongelui, die
van dienst vrijgesteld zijn, omdat zij ïn
particuliere betrekking naar indië gaan,
niet zullen worden aangevuld in het con
tingent door andere jongelui.
De heeren Thomson (U. L.) en van
Karnebeek (O. L.) bestreden dit.
Het amendement werd verworpen
met 63 tegen 12 stemmen.
Bij art. 106 verdedigt de heer Ter
Laan (S. D.) een Amendement om met
dc versterkte lichting te wachten tot
1916. Na bestrijding door den heer
Thomson en den Minister .wordt
het amendement verworpen met 64
tegen 10 stemmen.
Het artikel wordt goedgekeurd,
evenals de overige artikelen.
Hiermee is de behandeling
der Militie wet beëindigd.
De eindstemming zal op nader te be
palen dag plaats hebben.
MinisterCol ij n wordtvanalle
kanten gelukgewenschi ook
Minister Heemskerk had ge-
lukweuschen in ontvangst te
nemen.
Dinsdagochtend wordt een aanvang ge
maakt met het Kiesrecht-debat
(voorstel-T roelstra).
Spoorweg van Oostburg naar Cadzand
Een wetsontwerp is ingediend tot toe
kenning onder zekere voorwaarden van
een renteloos voorschot uit's Rijks schat
kist (ten bedrage van een derde van de
(kosten, doch tot geen hooger bedrag
dan f 60.000) ten behoeve van den aan
leg en het in exploitatie brengen van
een spoorweg van Oostburg naar Cad
zand.
Algemeene Landsdrukkerij.
De begrooting van de uitgaven voor
1912 bedraagt f687,695.33.
Een der hooger geraamde uitgaven
houdt verband met de loonregeling. Het
ligt n.l. in de bedoeling om de loonen
der voormannen en eerste voormannen
der zetters, drukkers en expediteurs meer
in overeenstemming te brengen met de
loonen van de machinezetters, zoodat
het maximumloon van de voormannen
dat thans f20 bedraagt tot f21 en het
maximum loon van de eerste voorman--
nen, dat thans f21 bedraagt, tot f24
stijgen kan. Over 1910 bedragen de uit
gaven der Landsdrukkerij f 658.1
de vermoedelijke inkomsten f 523,Uuj.--,
zoodat het nadeelig saldo over dat jaar
vermoedelijk f 135.114,53 zal bedragen.
Land- en Tuinbouw.
Ned. Landbouw-Comité.
In de voortgezette vergadering vad
het Nederl. Landbouwcomité, die bijge
woond werd door den heer P. van Hoek,
directeur-generaal van Landbouw, kwam
de Tariefwet aan de orde.
De heer K. de Boer Gzn., lid van de
Eerste Kamer, te Assendelft, meende dat
het protest tegen deze voor den land
bouw nadeelige wet niet krachtig ge
noeg kan zijn. De theorie van het be
schermend stelsel sluit in zich, dat de
binnenlandsche consument de invoer
rechten betaalt. Dc bescherming geldt
alleen voor de artikelen, die hier ook
worden geproduceerd; voor artikelen
die hier niet worden geproducee.d,
werkt het tarief als een accijns. De land
bouw heeft van de tariefsverhoogingab-
woonte bij hare dochter had laten inwor
telen.
Aymar wachtte si edits een gunstig
oogenblik af, om heen te gaan, toen men
mijnheer Sercey aanmeldde, hetgeen hem
zeer deed ontstellen.
Sedert den dag, waaraan voor hem
zulk een treurige herinnering verbon
den was, de herinnering n.l. van zijne
veroordeeling, had hij aeu rijken eige
naar niet weergezien. Ten halve rekende
hij reeds op eene beleedinging, toen
mijnheer Sercey hem op een koele wijze
begroette, zooals men het een vreem
deling pleegt te doen.
Dit was voor den ongelukkigen jonge
ling een oogenblik'kelijke verlichting,
waarvoor hij het slechte geheugen van
Mijnheer Sercey dank moet weten.
Wat er ook van zij, Aymar haastte zich
te vertrekken en ondanks de vriendelijke
aanmoediging van Mevrouw Westner,
die hem zeide, dat zij hem spoedig hoop
te weer te zien, nam hij zich voor, zijne
bezoeken slechts zeer zelden af te leg
gen, indien het hem onmogelijk was, er
zich geheel aan te onttrekken.
Niet zonder onrust had Mijnheer West
ner die eerste ontmoeting tusschen Mijn
heer Sercey en Aymar bijgewoondhij
duchtte van den kant van zijn toornigen
en wraakzuchtig en vriend, een of anderen
soluut niets te w alp lien. Geen enkel voor
deel kan hij daarvan hebben. Spr. waar
schuwde tegen marchandeeren met den
Minister. De landbouw moet zich prin
cipieel verzetten, omdat het Tarief de
grondslagen van het bedrijf aantast
Graanrechten durft geen Regeering aan,
kwamen zij er wél, dat zou spr. het Ne
derlandsche volk niet rijp achten voor
zelf-vertegenwoordiging. Vooral op de
indirecte nadeelen voor den landbouw;
legde spr. den nadruk. Spr. vroeg geeri
vrijdom voor den Landbouw, doch de
landbouwers mogen eischen, dat wat zij
moeten opbrengen, terecht komt in de
schatkist.
De conclusie van den heer de Boer
was, dat het tarief voor den Landbouw:
onaannemelijk is.
Daarna sprak mr. J. baron de Wijker-
slooth de Weerdesteijn, lid van de Twee
de Kamer, te Utrecht, afgevaardigde van
den Utrechtschen Boerenbond. In ver
band met hetgeen hij vroeger in de Ka
mer heeft gezegd, betoogde hij, dat het
nieuwe tarief der landbouw geen recht-
streeksche bescherming zou brengen. Hij
bestreed de argumenten tegen protectie.
Wij kunnen onze producten niet meer
op goeden voet ruilen met het buiten
land, omdat de vreemde staten slagboo-
men tegen onzen uitvoer hebben opge
richt. De protectie kan ook de werk
loosheid keeren. Er zijn artikelen ,diel
thans niet gemaakt worden, omdat de
ondernemerswinst ontbreekt. Wordt hier
nu de industrie van zulk een artikel mo
gelijk, dan bestrijdt men ook de werk
loosheid, die er is. Het aanbod van ar
beidskrachten is steeds groot en dat zijn
werkloozen. Ongetwijfeld zou er een
prijsstijging komen, inaar deze zou niet
duurzaam zijn. Naarmate de toekomst
vooruit gaat, zijn nieuwe industrieën noo
dig, die arbeiders aan.werk helpen, die»
hun bestaansmiddel door de voortgaande
techniek verloren.
De tegenstanders van het Tarief wil
len de gelden halen uit successierechten
en grondbelasting. Spr. heeft dan lie
ver een verhoogd tarief.
Toen de vrijhandelaars regeerden,
hebben zij nooit het tarief verlaagd. Toch
is het tarief beschermend voor verduur
zaamde levensmiddelen, glucose, enz.
Onder Sprenger van Eijk is het tarief
belangrijk verzwaard. En Pierson stel
de ook tariefsyerhooging voorter
wijl de Meester zich bewoog in dezelf
de lijn. Dat is niet verkeerd, want elke
belasting maakt armer, terwijl het Ta
rief welvaart brengt. Zouden wij net
daarmee nu niet eens probeeren (Ge
lach). Alle belastingen bevoordeelen of
benadeelen particulieren, dat geldt niet
alleen voor het Tarief.
Spr. erkent dat het Tarief-Kolkman
den landbouw niet beschermt en zeker
niet voldoende in vergelijking met de
industrie.
Directe voordeelen heeft de land
bouw dus niet, en als de gevreesde na
deelen inderdaad bestonden, zou het
Tarief niet aannemelijk zijn. Aan prijs
stijging gelooft spr. niet. Voor onzen
uitvoer vreest men wegens de tegen
maatregelen van het buitenland. Maar
de maatregelen, die men thans in Enge
land en Amerika voorbereidt, nog vóór
het Tarief er is, zijn niet meer dan be
dreigingen. Als het volk in het buiten
land onze artikelen wenscht, kan men
daar geen tegenmaatregelen nemen. Bij
een hoog tarief kunnen wij wat bij een
handelstractaat bedingendan hebben
wij wat aan te bieden.
Ons Tarief wordt niet hooger dan in
België, da. nie.s van represaillemaatre
gelen heeft bemenu. Overigens is spr.
tegenstander van belasting van hulpmid
delen, van half-producten van den land
bouw. Dat kan door amendeering ver
holpen worden.
Het Tarief-ontwerp is daarom niet ver
werpelijk. Vrees voor trek der landar-
arbeiders naar de industriesteden bestaat
niet, als men met de grondverschaffing
begint.
Voordeelen voor het platteland zul
len zijn, vermeerdering van de koop
kracht en tengevolge daarvan verhoo
ging der prijzen van de landbouwpro
ducten. Ook de prijzen van de grond
stoffen voor de nieuwe industrieën zul-
kwetsenden uitval. Toen hij hem zijn
voornemen had meegedeeld, den jeugdi
gen Koechler een gewichtige betrekking
in zijne smeltovens toe te vertrouwen
had Mijnheer Sercey dit met nadruk af
geraden, en hem voorspeld, dat hij vroeg
of laat deze ongelooflijke onvoorzic'
heid zou te betreuren hebben.
Luister eens, Sercey, had Mijnheer
Westner koel geantwoord, laten wij ons
nu houden aan onze afspraak, dat noch
u noch ik op dit onderwerp terugkomen.
Wij hebben beiden weleer in deze betreu
renswaardige zaak van Koechler met
eene wreede overhaasting gehandeld. Al
vorens hem aan het gerecht over te leve
ren....
Dat was mijn recht, hoop ik.
Gestreng recht! Menschlievender
ware het geweest, er geduld en barm
hartigheid voor in de plaats te stellen.
Meer dan eens heb ik mij zelve het ver
zuim verweten, dien jongeling bij mij ont-
ooden te hebben en terwijl wij hem zijne
misslag verweten, hadden wij hem till
en gelegenheid moeten geven, om zijne
fout te herstellen. Men doodt op zede
lijk gebied een mensch niet, zonder er
eenige wroeging over te gevoelen, vooral
indien men later het bewijs gezien heeft,
dat die mensch slechts verdwaald ge
raakt .was. (Wordt vervolgd.)