Tweede Blad, behoorende [bij De Leidsche Courant van Zaterdag 11 Nov. no. 637. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. De Militiewet afgehandeld. De Kamer heeft zich dan toch door |de Militiewet heengeslagen. Wat in het begin dezer week een onmogelijkheid scheen en Donderdag nog slechts als een zeer kleine waarschijnlijkheid werd aan geduid, is een feit gewordenvóór het Kiesrechtdebat begon is de Militiewet af gehandeld Hiermede is een zeer belangrijk stuk iwerk verricht. Minister Colijn verdiende daarom ten volle de warme gelukwen- schen, die hem bij deze bekroning van zijn zwaren arbeid ten deel vielen. Want bij heeft een glansrijk succes behaald, zoowel door de kranige verdediging van zijn ontwerp als door zijne besliste hou ding. De Kamer leerde hem kennen als (een voortvarend, doch doelbewust be windsman, niet schipperend of plooiend ïiaar alle kanten, maar vasthoudend aan eigen systeem, hoewel niet onbereid, in dien eenigszins mogelijk, aan de wen- schen van de oppositie tegemoet te ko men. Zoo'n leider heeft Oorlog noodig. Na fde waggelende politiek van de liberale [Ministers Staal en van Rappard, gedwon gen als zij daartoe werden door de hete rogene elementen van de linkerzijde, doet het goed thans aan 't hoofd der lands- defensie een nog jeugdig krachtig figuur te zien met een on wrikbaren wil. Het succes van Mb118!61" Colijn is niet allereerst een politiek succes. Meermalen vond hij steun bij verschillende leden der linkerzijde, al ging het meerendeel om onbegrijpelijke redenen (tenzij men de verklaring in politieke overwegingen zoekt) meestal met met hem medé. Het succes is echter ook een over winning van de rechterzijde, die door liaar bezadigd en beleidvol optreden de geniepige obstructie van de socialisten heeft overwonnen. Van den eersten dag der behandeling heeft de roode fractie het er op aan gelegd door ellenlange redevoeringen en series amendementen de wet tegen.te houden; herhaaldelijk heeft zij gepoogd den geregelden gang van zaken tegen te houden; aan de leiding van den Voorzitter hadden de socialisten maling; zij eischten voor zich op 't leeuwenaandeel van den beschikbaren tijd (Ter Laan was gisteren natuurlijk de laatste spreker)zij verdedigden amende- mentea en moties, waarvan zij te voten wisten dat ze verworpen zouden worden; tTer Laaii joeg met zijn vervelend gezeur zelfs zijn eigen partijgenooten weg; Duys ■overtrof hem nog in urenlange welspre kendheid maar al deze obstructie- maatregelen heeft de rechterzijde den kop ingedrukt, door twee zaken, nl. door zich zeif te beperken in het debat en door trouw op post te zijn. De rechterzijde heeft hierdoor bewezen dat van absenteïsme geen sprake is, wan neer men haar vraagt werk te verrichten en niet om naar kletspraat te luisteren. Zij heeft getoond veel te willen en te k ii n n e n afdoen en aldus een belofte gegeven, dat in het komende jaar ook hard gewerkt zal worden. De zelfbeperking in de debatten was eene opoffering voor de partijen der meerderiiekl, wier leden eveneens gaarne van den katheder verdedigen, wat hun lief en dierbaar is. Maar hier vroeg 's lands belang te zwijgen en de verdedi-' ging over te laten aan den Minister. De rechterzijde heefi begrepen, dat wat het zwaarst is, het zwaarst moet wegen en Hoe pastoor Bertius te Leiden kerkte. i. Abraham Bertius is de eerste pastoor geweest van de Mon Père-kerk. Hij kwam hier einde Juni van het jaar 1654. Hij was geboren Lezenaar en wel van protestantsche afkomst. In het doopboek van de Sint Pieterskerk werd zijn naam ingeschreven den lsten April .1610. Zijn vader Petrus Bertius, hoogleeraar aan de academie en vermaard predikant, be hoorde in 1619 tot de ballingen, toen in de bekende godsdiensttwisten tus- schen Arminianen en üomaristen, de eer sten de. nederiaag leden. Naar Frankrijk Uitgeweken, omhelsde hij daar spoedig het Katholiek Geloof, na bij de relieken van de H. Genoveva genezing te heb ben gevonden van eene met volslagen blindheid dreigende oogziekte. Ook zijne vrouw, eene dochter van Johannes Kuch- linüs, die het eerst binnen Amsterdam het Calvinisme gepreekt had, volgde met de kinderen dat voorbeeld. Van hunne drie zonen, die allen in de orde der ongeschoeide Carmeneten traden, was Abraham de oudste. In 1658, het vijfde jaar van zijne ves tiging alhier, zond pastoor Bertius aan zijn kloosterlijke overheid in frankrijk «en verslag van den toestand der Hol- landsche Missie. Uit dat breedvoerig en zeer belangrijk verslag geven de vol gende regelen het een en ander, en wel wat den pastoor persoonlijk overkwam, van den kant der slede.ijke politie. Na te hebben, gewaarschuwd^ dat Jiy met in dat, alle socialistische en .Thomsoniaan- sche uittartingen ten spijt, het parlement er niet is om te kletsen, maar om wetten af te doen. Hadden verschillende sprekers van de linkerzijde zich beperking opgelegd, dan zou de Militiewet onge twijfeld vlugger zijn afgeloopen. De eindstemming zal later worden ge houden, maar het is nu reeds boven allen twijfel verheven, dat fiet wetsontwerp zal worden aangenomen. Wat de nieuwe Militiewet ons brengt zuil én de getrouwe lezers van ons blad wel welen Onze oefen se is in een staat van verval. Uit dien .staat poogt de wet allereerst ons leger te helpen. Naast ver zwaring van persoonlijke en financieele lasten brengt zii echter op andere pun ten verlichting van druk. Zoo viel gisteren door goedkeuring van art. 77 de beslissing tot het vervallen van de 3e herhalingsoefening bij de onbereden wapens, een veel getuiten wensch, waar toe de heer Passtoors indertijd een motie indiende. Voor de details van het gisteren be handelde verwijzen wij naar ons verslag. De spanning was er na de beslissingen van Donderdag af. Met onverminderde taai heid verdedigde Ter Laan nog wel eeni- ge amendementen, maar zij werden even als die van andere leden, alle verwor pen, behoudens een ^veetal, die de Mi nister overnam. Nu de Militiewet ten einde is gé bracht moet gewezen worden op het op treden van den voorzitter der Kath. Ka merclub, Mgr. Dr. Nolens. Door zijn nuchteren practischen kijk op de dingen heeft hij meermalen de discussies in ee.K goede bedding geleid en schitterend ge logenstraft de bewering van de „N. Ct." dat de Katholieken den Minister van Oorlog wilden doen vallen. Ben deel van het behaalde succes mag dan ook hem niet onthouden worden. De Week in liet Buitenland. De bom is weer eens gebarsten in Por tugal. Langen tijd had het weer ge broeid, ofschoon we er door de monar chistische invalspogingen niet veel van hoorden. Zoo dra echter deze zich ont bonden in kleine troepjes en voor het oogenblik hun pogingen opgaven, zoo dat de republikeinen weer tijd voor on derling geharrewar hadden, kwam al dra weer aan het licht dat het in de jonge republiek nog lang niet alles was. De volgelingen van Costa, die het! niet konden verkroppen dat ze bij het aftreden van het voorloopig bewind het onderspit hadden moeten delven, sta ken de koppen weer direct op, om hun meer gematigde makkers het leven zuur te maken. En ziedaar de strijd tusschen ultra-radicalen en gematigden weer in vollen gang. Toch moet men zich nog verwonderen, als men denkt aan de be weging door de .Costisten gemaakt, toen het 'kabinet-Chagas aan het bewind kwam dat dit alles nog zoo lang heeft ge duurd. Enfin, men neemt, nu de schrik voor de monarchisten weer wat geluwd is, danig de gelegenheid waar om her rie te maken. Zoo zijn weer een paar kerken, een te Lissabon en een te Cha- ves, geplunderd en de artillerie1 en in fanterie, die de grens moesten bewaken tegen de mannen van Couceiro, schamen zich niet zoo nu en dan een robbertje met elkaar te vechten. Een en ander voorspelde niet veel! goeds voor de zitting van het parlement, die den 15en zou geopend worden, en het ministerie besloot dus maar voor dien tijd zijn biezen te pakken. Uit hetgeen nu telegrammen ons melden, hebben we kunnen opmaken, dat niet de oppositie een nieuw kabinet zal vormen, maar dat we slechts een gedeeltelijke wijziging krijgen. Vasconcellos toch de nieuwe ijdei zelfbehagen, maar M«t plichtbesef spreken moet over zich zeiven, verhaalt hij, boezem bij zijn heilig dienstwerk de schouten en hunne soldaten tot drie of viermaal zochten te vangen. .Wij Jaten nu aan Bertius zelf het woord. De eerste maal gebeurde .het op den feestdag der Geboorte van den Ji- Jo annes den Dooper (24 Juni) in het jaar onzes Heer en 1656, ongeveer te midder nacht. En het was van dien aard, dat geen verloop van tijd het ooit uit mijn geheugen zal wegwisschen. Jk had eene vergadering belegd van ongeveer vijf honderd menschen, die ter bijwoning van heilige Mis en preek op een zeer ruimen zolder waren bijeengekomen. Op de straten had ik hier en daar speurders en nachtwakers gezonden om toe te zien, of alles rustig en ordelijk toeging en of misschien niet iemand ons bij den schout aanbracht. Alles dan zoo werd me ge meld scheen uiterst rustig. De buren in het rond' lagen van hun eersten slaap bevangen. Niemand, zoo meende men, had' degenen, die het huis binnengingen, opgemerkt en geen enkele tegenstander was op de straat gezien. Toen ik nu, zooals mijne gewoonte is, vóór de heilige Mis de Biecht gehoord had van hen, die dien dag de heilige .Communie wensch- ten te ontvangen, bijkans op hetzelfde oogenblik, dat ik op den zolder dacht te gaan om den heiligen Dienst te be ginnen want zeer geduldig en god vruchtig had de gemeente haast twee uren gewacht toen opeens stormen daar twee troepen of regimenten solda ten met de meeste onstuimigheid op het huis aan en omsingelen het van alle kanten zoo nauw, dat pus geen (enkele premier, was minister van buitenland- sche zaken, Menezes, die marine had be houdt dit, terwijl Paiz, inplaats van openbare werken, financiën krijgt. Ver der is er nog niet veel bekend en moe ten we dus afwachten, vooral ook' of dit nieuwe ministerie nu zal kunnen op roeien tegen de macht der Carbonarios en de andere geheime genootschappen, die nog steeds in Portugal de baas blij ken te zijn. t Tripolis verschafte ons deze week al bitter weinig nieuws. Het eenige was de kleine overwinning der Italianen dooi de herneming vé|n het fort Hamidié, iets wat achteraf nog zoo'n groote over winning niet bleek. Voorts hoorde men weer van voortdurende schermutselin gen bij de Boemelianaputten. Dit laat ste vooral geeft te denken. Hét bewijst dat de Italianen duidelijk beseffen welk een groot verlies zij daar geleden heb ben, vooral nu cholera en typhus zoo danig in de stad woeden, dat men niet alleen overal lijken ziet liggen, maar voortdurend in de straten lijders ster vend ziet neervallen. Behalve een goede organisatie der verplegingsdienst, die geheel schijnt te ontbreken is nu water een hoofdvereischte. Slager, dus de Ita lianen er niet in spoedig de bronnen weer in hun macht te krijgen, dan be hoeven waarschijnlijk de Turken en de Arabieren niet eens veel moeite te doen om de vijand van hun gebied te ver drijven. Hun onzichtbare gevreesde bondgenoot zal het grove werk voor hen verrichten. Maar wat spraken wij van hun gebied, 't Is hun gebied niet meer. Zondag im mers heeft koning Victor Emanuel be sloten en verklaard, dat Tripolis en Cy- renaica gesteld' zijn onder de volle en absolute souvereiniteit van het konink rijk Italië. Die mooie geste werd nog een wei nig aangedikt door de kennisgeving van deze verklaring aan demogendheden, dat dit geschiedde wegens het voort durend succes onzer wapenen, om te be wijzen „de nutteloosheid van eiken te genstand der Turken." Het is alleen maar jammer dat de Ita- liaenn nog niets meer hebben dan dé grond waarop zij staan, en ook dit is nog maar zoo-zoo. Feitelijk' zijn ze even ver als indertijd Jacques Lebaudy, toen hij zich tot keizer van den Sahara pro clameerde. Maar enfin, je moet maar durven. Den brutalen behoort de halve wereld. Dat heeft ook de Duitsche diplomatie gedacht, toen zij na die ellenlange on derhandelingen over Marokko eindelijk de hand onder het verdrag zette, zan der te informeeren of de Rijksdag een! dergelijke overeenkomst goedkeurde. De heeren kregen die nu Donderdag j.l. te bespreken en ofschoon ei- natuurlijk! niets meer aan te veranderen valt, heeft de regeering daarover nog eel ijke no ten te kraken gekregen. In Duitschland is men dan ook geenszins ingenomen met de uitslag der onderhandelingen en liet zou best kunnen dat met deze daad de regeering haar eigen graf gedolven heeft. Wat er nog aan mankeert schijnt de kroonprins met de andere keizerlijke prinsen er nog bij te willen uitdiepen. Zijn zwijgend, maar toch zoo sprekend optreden in de hofloge bij de Rijksdag zitting, geeft immers genoeg te dén-, ken. In het verre oosten is de wéék voor bijgegaan zonder dat we een feitelijke oplossing der brandende kwestie kon den boeken. Evenwel blijkt meer en meer hoe de keizerlijke regeering in een impasse geraakt is, waar het niet schijnt te zullen uitkomen, zonder van troon en kroon beroofd te zijn. Alle zoetsappi ge decreten toch hebben niets mogen baten. De revolutie heeft zich steeds meer uitgebreid en zal slechts, gelijk in uitgang meer open stond en geenerlei hoop overbleef om te ontsnappen. Intus- schen zond de overste der soldaten, ge meenlijk kapitein genoemd, naar de stads- schouten of ambtenaren der rechterlijke macht om zoo spoedig mogelijk voor de vangst der Katholieken, spottend papis ten genoemd, te komen. Want hun super- stitieuze vergadering, zeiden zij, was ont dekt. Bijkans twee uren verliepen en nog waren niet de schouten jn de wapens en gereed. Want men had vrees in de onzekerheid, hoe te dezer gelegenheid de Katholieken zich zouden gedragen, of zij wellicht te hunner verdediging niet eenig geweld zouden gebruiken bij die ongure nachtelijke verstoring hunner godsdienstoefening, nog wel jn deze Ver- eenigde Provinciën, vyaar ter handhaving van de gewetensvrijheid eens zoo wakker was gestreden. Over niemand maakte de gemeente zich meer beangst dan over mij. Zeker toch zouden de schouten niemand vlijti ger zoeken dan mij. Immers viel ik in hunne handen, dan kon ik er niet aan ontsnappen zonder een groote geldboete of trof mij zeker de straf der verbanning. Daar stond ik dan te midden der be droefde vergadering, welke ons treurig en ellendig lot bejammerde. Angstig wis ten wij niet wat te doen. Want de ge wapende soldaten met felheid aan te vallen en ons eenen .uitweg te banen, scheen bespottelijk en onmogelijk. Er waren immers volstrekt geene .wapenen tot onze verdediging voorhanden, en ging ook het getal onzer Katholieken dat der zoogenaamd gereformeerde soldaten bui ten te boven; yerstoken van. Alle hulp Frankrijk in 1789, kunnen eindigen met een overdracht der macht van de troon! op de volksafgevaardigden. De opstand is te goed georganiseerd, dan dat zij nog zou zijn te stuiten. De mannen, die aan het hoofd ervan staart, hebben te goed in Europa rondgezien, om niet al het voor en tegen zoo goed berekend te hebben dat kans op mislukking ontiKH gelijk is. De emancipatie van China zal blijken volkomen te zijn. V. Weekpraatje. De vrijheid die de mensch van God heeft gekregen, is toch .een pracht-ding. Dat voelen we allen. Hij had ons naast zoovele goede gaven geen betere kunnen geven. Het ligt niet in mijn be doeling hier de ontelbare goede eigen schappen en prachtige gevolgen van die tnenschelijke vrijheid op te sommen, een ieder kent ze. Er is echter iets in dezd materie, waar ik .even op wil wijzen. Wil de mensch iets aan zijn vrijheid heb ben, dan moet hij in zekere opzichten gebonden zijn, een ieder begrijpt het, anders zou de vrijheid ontaarden in los bandigheid, en daarom heeft God ons naast de vrijheid ook een menigte wet ten gegeven, om die vrijheid op een be hoorlijke wijze te binden. Ook aan onze overheden hier op de wereld geeft hij de macht wetten te inaken, en indien deze niet indruischen tegen Zijne wet ten pioeten wij eraan gehoorzamen, waartoe zou anders deze macht, die Hij hun gaf, moeten dienen? Doch ondanks die wetten of mis schien wei juist door die wetten voe len we de vrijheid nog meer in ons leven, en dat gevoel naar vrijheid is zoo groot, dat we telkens wanneer onze vrij heid door wetten gebonden wordt, naar gaatjes en maasjes in die wetten zpeken om er door heen te kruipen en ons weer vrij te bewegen als bestonden er geen wetten. Een voorbeeld ervan zien we in de gebeurtenissen van den laatsten tijd. De winkeliers te Amsterdam trachtten op alle mogelijke en onmogelijke wij zen de verordening op de winkelslui ting te ontduiken, en ook de afgeloo pen week geeft wederom een interessant voorbeeld van. In dé zedelijkheids wet is door een amendement van een der Ka merleden (tegen 's Ministers zin) het wedden bij den totalisator op de rennen verboden. Men kan over het practische van dezen maatregel praten zooveel en zoolang men wil, het is eenimaal verbo- den, en daaraan moeten we ons hou den. Dus... niet meer wedden bij de ren nen. Toch zijn ook hier weer de noodige gaatjes gevonden om er door te krui pen. Deze week immers lazen we in en kele bladen, dat de renbaan Duindigt welke met het oog op bovengenoemde bepaling van de zedelijkheidswet ge sloten was, binnenkort weer wordt ge opend, dat daar wederom gedraafd, ge rend en.... gewed zal kunnen wardens Och neen, ik verspreek me, wedden mag niet meer, noch bij bookmaker, noch bij totalisator. Er zal dus geen totalisator noch bookmaker zijn, doch er zal gele genheid gegeven worden tot het uitge ven van obligaties, waaraan premies ver bonden zijn. Hoe ik dat echter met één Höllandsch woord moet noemen, weet ik niet, daarom versprak ik me zooeven, en noemde wedden, doch wedden zoo als bij den totalisator geschiedt, is het" niet, alleenhet komt precies op het zelfde neer. Want evenals bij den to talisator doet men een inzet op een be paald paard, wint dat paard, dan krijgt men zijn geld, plus dat van de anderen die niet op dat paard -speelden, terug. (Dit laatste aantal guldens wordt natuurlijk gedeeld door het getal van hen, die op het winnende paard speelden). Zóó ging het bij jien totalisator en zóó ook onge- der menschen, waren wij binnenshuis ge vangen en opgesloten. Van onze Walen waren er wel verscheidenen, die aan krijgsoefeningen en gekletter van oorlogs tuig gewend waren en die, vol van een alleszins evangelischen ijver, vroegen „Heer, als gij wilt, slaan wij er met het zwaard op in. Beveel, en op uw woord verheffen wij ons tegen de vijanden der Katholieke Kerk", maar op alle manieren heb ik dat verhinderd en hun afgeraden. Want ik voorzag, dat het ergste gevaar de halzen der Katholieken bedreigde, wanneer zij des nachts oproer gingen maken, waarvan het gevolg zou zijn met de stadssoldaten of gerechtsdienaars slaags te raken en ter zake van den godsdienst eenigen hunner te dooden of minstens zwaar te verwonden. Misschien wenschten wel onze tegenstanders die eenige reden tot klagen, ten einde let terlijk alle vrijheid van geweten aan ons benomen en door de Katholieken geen enkele vergadering meer gehouden zou worden. Ik begreep echter, dat mijne Walen hunne gevangenneming uiterst slecht zouden verdragen en niet goed willig ter zake van den godsdienst zoo groot een onrecht konden dulden, eenen huisvader te zien verbannen met den aankleve van groote schade jn geld en goed. Het allerergst gevaar scheen nabij en er was hoegenaamd geen plek om te ontschuilen. Door nood gedwongen, besloten wij dan in den naam des Heeren ons over te geven aan de tegenstanders en toe 4" hten, dat de schouten in het huis kvvc.ien en hun ambt uitoefenden. Wat mij persoonlijk betreft, schoot me geen ander sneller en veiliger redmiddel te binnen dan van jkieedij te wisselen veer zal het onder de nieuwe regeling gaan, er is evenwel dit verschil tusschenj deze beide, dat de eerste volgens del wet verboden is, terwijl de laatste t aldus het gevoelen van alle geraadpleegi- de juristen onschendbaar is. De vrees, dat" de paardensport op, de flesch zou gaan, is dus voorloopig; weer ongegrond. Ik kan maar niet inzien; dat de bloei van de .paardensport va«^ het wedden afhangt, echter nu de zaken! aldus gekeerd zijn, is deze in ons land wegstervende sport weer eenig leven in geblazen. I Laten de heeren in den Haag maar wetten maken, dertktmen, we zullen toch' wel door de mazen kruipen. Ik vind het wel jammer, het kost soms toch al zoo veel moeite een wet tot stand te krij gen (men denke slechts aan de kinder* achtige dwarsdrijverij van de socialisten) Toch heeft hun kleingeestigheid niet veel gebaat; door de zelfbeheerschingder rech terzijde is de laatste wet (de militiewet) bijzonder vlug afgewerkt en ondanks alle gesar is de wet er gisteren doorgekomen. Woorden wekken, voorbeelden trekken. Ook in de socialistische obstructie gaat dit op, eerst zagen we het in den get- meenteraad van Goor. Nu zien we een dergelijke zaak in Den Helder. De raad wilde dat de burgemeester zelf den voor zitterszetel zou innemen bij de behan deling der begrooting, toen de burge meester in die vergadering afwezig was, weigerde de meerderheid de begrooting in behandeling te nemen en nam een mor tie aan, vFaarin zij verklaarde over-\ tuigd te zijn van de wenschelijkheid, dat de behandeling der begrooting door deif burgemeester wordt geleid. De waarnemend voorzitter wilde deii volgenden dag doen vergaderen, dit luk te echter """nin, en de leden blijven staken, toiu.. ourgemeester van zijn! verlof is teruggekeerd. STAN. Kerknieuws. De Consistories van 27 en 30 November. De hooge beteekenis van het Kardina laat brengt mede, dat slechts de uitste- kendste mannen daartoe verheven wor den. De kardinalen moeten, gelijk Paus Sixtus V opmerkt, niet alleen door den hun toegekenden rang, maar ook in werkelijkheid nl. door hun geheele doen laten zijn, wat door hun naam aangeduid wordt„de deur hengsels der Kerk, opdat hun de goddelijke en menschelijke zaken en de aangelegenheden der Kerk volkomen kunnen toevertrouwd worden. Zij moeten daarom uitsteken door de voortreffelijkheid van hun levenswandel, door een op den voorgrond tredende ge hoorzaamheid, door een uitstekend voor beeld, door vroomheid, door groote zorg voor het heil der zielen, door ijverige zorgvuldigheid bij hunne besluiten, door reinheid van geloof en krachtdadigheid." Daarom is het licht te begrijpen, dat de creatie van nieuwe kardinalen in een consistorie steeds tot de meest feeste lijke handelingen der Katholieke Kerk behoorde. De beteekenis „consistorie" wordt verschillend verklaa.u. Volgens sommigen werd het woord reeds gebruikt in het oude Roineinsche keizerrijk vooral na de overbrenging van de hoofdstad naar hou- stantinopel, waar deze naam gebruikt werd oni aan te duiden den senaat, d.w.z. een vergaderin sarvan de keizer zelf de voorzitter was. .-erst toen Rome onder de Pausen kwam, noemde men de samen komst van het H. College met dien naam en ook de beraadslagingen ervan, welke tot hoofddoel hadden over de gewich tigste aangelegenheden van den Apos- toiischen Stoel en van de H. Kerk te oor- deelen. Tot aan het jaar 1421 geschiedde de oproeping tot een consistorie door en fluks in Waalsche dracht mij voor een ander te doen doorgaan. Ik nam dan een rooden muts, kleedde jnij met de klee- der.n van den armste ui. geh e. de ver gadering, trok een wambuis of linnen kiel aan, insgelijks stukkende en ge scheurde schoenen, en met dien praal en pronk als het ware een ander mensch in andere gedaante, verschalkte ik de soldaten, ging ik met de anderen uit en ontkwam ik aan hunne handen. Die krijgslist gelukte me uitstekend, maar ik heb ook vastheid van geest moeten aan wenden om tusschen twee schouten door te gaan, die, de een rechts, de ander links, de deur bewaakten en de men schen twee aan twee uit de vergadering lieten vertrekken, na hen echter eerst met grimmige blikken te hebben gemon sterd, om althans uit het gelaat te onder kennen den herder der opgeschrikte schapen. In geenen deele tevreden, en teleurge steld in hunne verwachting, doorzochten zij, nadat het volk vertrokken was, alle hoeken van het huis, alle kamers, bedden, kelders en de overige plaatsen, om inij ergens ten minste in een schuilhoek te vinden, zeker als zij waren, dat de vangst van mij een kostelijker zaak voor hen was dan eene vergadering van zeshonderd menschen. Maar door de eigen deur, die zij zoo slecht bewaakt hadden, was de gejaagde en gespeurde patrijs al lang gevlogen. Een volgenden keer zal Bertius ver halen, hoe degenen, bij wie hij gekerkt had, gestraft werden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5