Tweede Blad, behoorende
[bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 11 Nov. no. 637.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
De Militiewet afgehandeld.
De Kamer heeft zich dan toch door
|de Militiewet heengeslagen. Wat in het
begin dezer week een onmogelijkheid
scheen en Donderdag nog slechts als een
zeer kleine waarschijnlijkheid werd aan
geduid, is een feit gewordenvóór het
Kiesrechtdebat begon is de Militiewet af
gehandeld
Hiermede is een zeer belangrijk stuk
iwerk verricht. Minister Colijn verdiende
daarom ten volle de warme gelukwen-
schen, die hem bij deze bekroning van
zijn zwaren arbeid ten deel vielen. Want
bij heeft een glansrijk succes behaald,
zoowel door de kranige verdediging van
zijn ontwerp als door zijne besliste hou
ding. De Kamer leerde hem kennen als
(een voortvarend, doch doelbewust be
windsman, niet schipperend of plooiend
ïiaar alle kanten, maar vasthoudend aan
eigen systeem, hoewel niet onbereid, in
dien eenigszins mogelijk, aan de wen-
schen van de oppositie tegemoet te ko
men. Zoo'n leider heeft Oorlog noodig.
Na fde waggelende politiek van de liberale
[Ministers Staal en van Rappard, gedwon
gen als zij daartoe werden door de hete
rogene elementen van de linkerzijde, doet
het goed thans aan 't hoofd der lands-
defensie een nog jeugdig krachtig figuur
te zien met een on wrikbaren wil.
Het succes van Mb118!61" Colijn is niet
allereerst een politiek succes. Meermalen
vond hij steun bij verschillende leden der
linkerzijde, al ging het meerendeel om
onbegrijpelijke redenen (tenzij men de
verklaring in politieke overwegingen zoekt)
meestal met met hem medé.
Het succes is echter ook een over
winning van de rechterzijde, die door
liaar bezadigd en beleidvol optreden de
geniepige obstructie van de socialisten
heeft overwonnen. Van den eersten dag
der behandeling heeft de roode fractie
het er op aan gelegd door ellenlange
redevoeringen en series amendementen
de wet tegen.te houden; herhaaldelijk
heeft zij gepoogd den geregelden gang
van zaken tegen te houden; aan de
leiding van den Voorzitter hadden de
socialisten maling; zij eischten voor zich
op 't leeuwenaandeel van den beschikbaren
tijd (Ter Laan was gisteren natuurlijk de
laatste spreker)zij verdedigden amende-
mentea en moties, waarvan zij te voten
wisten dat ze verworpen zouden worden;
tTer Laaii joeg met zijn vervelend gezeur
zelfs zijn eigen partijgenooten weg; Duys
■overtrof hem nog in urenlange welspre
kendheid maar al deze obstructie-
maatregelen heeft de rechterzijde den kop
ingedrukt, door twee zaken, nl. door zich
zeif te beperken in het debat en door
trouw op post te zijn.
De rechterzijde heeft hierdoor bewezen
dat van absenteïsme geen sprake is, wan
neer men haar vraagt werk te verrichten
en niet om naar kletspraat te luisteren.
Zij heeft getoond veel te willen en te
k ii n n e n afdoen en aldus een belofte
gegeven, dat in het komende jaar ook
hard gewerkt zal worden.
De zelfbeperking in de debatten was
eene opoffering voor de partijen der
meerderiiekl, wier leden eveneens gaarne
van den katheder verdedigen, wat hun
lief en dierbaar is. Maar hier vroeg
's lands belang te zwijgen en de verdedi-'
ging over te laten aan den Minister. De
rechterzijde heefi begrepen, dat wat het
zwaarst is, het zwaarst moet wegen en
Hoe pastoor Bertius te
Leiden kerkte.
i.
Abraham Bertius is de eerste pastoor
geweest van de Mon Père-kerk. Hij
kwam hier einde Juni van het jaar 1654.
Hij was geboren Lezenaar en wel van
protestantsche afkomst. In het doopboek
van de Sint Pieterskerk werd zijn naam
ingeschreven den lsten April .1610. Zijn
vader Petrus Bertius, hoogleeraar aan de
academie en vermaard predikant, be
hoorde in 1619 tot de ballingen, toen
in de bekende godsdiensttwisten tus-
schen Arminianen en üomaristen, de eer
sten de. nederiaag leden. Naar Frankrijk
Uitgeweken, omhelsde hij daar spoedig
het Katholiek Geloof, na bij de relieken
van de H. Genoveva genezing te heb
ben gevonden van eene met volslagen
blindheid dreigende oogziekte. Ook zijne
vrouw, eene dochter van Johannes Kuch-
linüs, die het eerst binnen Amsterdam
het Calvinisme gepreekt had, volgde met
de kinderen dat voorbeeld. Van hunne
drie zonen, die allen in de orde der
ongeschoeide Carmeneten traden, was
Abraham de oudste.
In 1658, het vijfde jaar van zijne ves
tiging alhier, zond pastoor Bertius aan
zijn kloosterlijke overheid in frankrijk
«en verslag van den toestand der Hol-
landsche Missie. Uit dat breedvoerig en
zeer belangrijk verslag geven de vol
gende regelen het een en ander, en wel
wat den pastoor persoonlijk overkwam,
van den kant der slede.ijke politie. Na te
hebben, gewaarschuwd^ dat Jiy met in
dat, alle socialistische en .Thomsoniaan-
sche uittartingen ten spijt, het parlement
er niet is om te kletsen, maar om
wetten af te doen. Hadden verschillende
sprekers van de linkerzijde zich beperking
opgelegd, dan zou de Militiewet onge
twijfeld vlugger zijn afgeloopen.
De eindstemming zal later worden ge
houden, maar het is nu reeds boven allen
twijfel verheven, dat fiet wetsontwerp
zal worden aangenomen.
Wat de nieuwe Militiewet ons brengt
zuil én de getrouwe lezers van ons blad
wel welen Onze oefen se is in een staat
van verval. Uit dien .staat poogt de wet
allereerst ons leger te helpen. Naast ver
zwaring van persoonlijke en financieele
lasten brengt zii echter op andere pun
ten verlichting van druk. Zoo viel
gisteren door goedkeuring van art. 77
de beslissing tot het vervallen van de
3e herhalingsoefening bij de onbereden
wapens, een veel getuiten wensch, waar
toe de heer Passtoors indertijd een motie
indiende.
Voor de details van het gisteren be
handelde verwijzen wij naar ons verslag.
De spanning was er na de beslissingen van
Donderdag af. Met onverminderde taai
heid verdedigde Ter Laan nog wel eeni-
ge amendementen, maar zij werden even
als die van andere leden, alle verwor
pen, behoudens een ^veetal, die de Mi
nister overnam.
Nu de Militiewet ten einde is gé
bracht moet gewezen worden op het op
treden van den voorzitter der Kath. Ka
merclub, Mgr. Dr. Nolens. Door zijn
nuchteren practischen kijk op de dingen
heeft hij meermalen de discussies in ee.K
goede bedding geleid en schitterend ge
logenstraft de bewering van de „N. Ct."
dat de Katholieken den Minister van
Oorlog wilden doen vallen. Ben deel van
het behaalde succes mag dan ook hem niet
onthouden worden.
De Week
in liet Buitenland.
De bom is weer eens gebarsten in Por
tugal. Langen tijd had het weer ge
broeid, ofschoon we er door de monar
chistische invalspogingen niet veel van
hoorden. Zoo dra echter deze zich ont
bonden in kleine troepjes en voor het
oogenblik hun pogingen opgaven, zoo
dat de republikeinen weer tijd voor on
derling geharrewar hadden, kwam al
dra weer aan het licht dat het in de
jonge republiek nog lang niet alles was.
De volgelingen van Costa, die het!
niet konden verkroppen dat ze bij het
aftreden van het voorloopig bewind het
onderspit hadden moeten delven, sta
ken de koppen weer direct op, om hun
meer gematigde makkers het leven zuur
te maken. En ziedaar de strijd tusschen
ultra-radicalen en gematigden weer in
vollen gang. Toch moet men zich nog
verwonderen, als men denkt aan de be
weging door de .Costisten gemaakt, toen
het 'kabinet-Chagas aan het bewind kwam
dat dit alles nog zoo lang heeft ge
duurd. Enfin, men neemt, nu de schrik
voor de monarchisten weer wat geluwd
is, danig de gelegenheid waar om her
rie te maken. Zoo zijn weer een paar
kerken, een te Lissabon en een te Cha-
ves, geplunderd en de artillerie1 en in
fanterie, die de grens moesten bewaken
tegen de mannen van Couceiro, schamen
zich niet zoo nu en dan een robbertje
met elkaar te vechten.
Een en ander voorspelde niet veel!
goeds voor de zitting van het parlement,
die den 15en zou geopend worden, en het
ministerie besloot dus maar voor dien
tijd zijn biezen te pakken. Uit hetgeen
nu telegrammen ons melden, hebben we
kunnen opmaken, dat niet de oppositie
een nieuw kabinet zal vormen, maar dat
we slechts een gedeeltelijke wijziging
krijgen. Vasconcellos toch de nieuwe
ijdei zelfbehagen, maar M«t plichtbesef
spreken moet over zich zeiven, verhaalt
hij, boezem bij zijn heilig dienstwerk
de schouten en hunne soldaten tot drie of
viermaal zochten te vangen. .Wij Jaten
nu aan Bertius zelf het woord.
De eerste maal gebeurde .het op den
feestdag der Geboorte van den Ji- Jo
annes den Dooper (24 Juni) in het jaar
onzes Heer en 1656, ongeveer te midder
nacht. En het was van dien aard, dat
geen verloop van tijd het ooit uit mijn
geheugen zal wegwisschen. Jk had eene
vergadering belegd van ongeveer vijf
honderd menschen, die ter bijwoning van
heilige Mis en preek op een zeer ruimen
zolder waren bijeengekomen. Op de
straten had ik hier en daar speurders en
nachtwakers gezonden om toe te zien, of
alles rustig en ordelijk toeging en of
misschien niet iemand ons bij den schout
aanbracht. Alles dan zoo werd me ge
meld scheen uiterst rustig. De buren
in het rond' lagen van hun eersten slaap
bevangen. Niemand, zoo meende men,
had' degenen, die het huis binnengingen,
opgemerkt en geen enkele tegenstander
was op de straat gezien. Toen ik nu,
zooals mijne gewoonte is, vóór de heilige
Mis de Biecht gehoord had van hen, die
dien dag de heilige .Communie wensch-
ten te ontvangen, bijkans op hetzelfde
oogenblik, dat ik op den zolder dacht
te gaan om den heiligen Dienst te be
ginnen want zeer geduldig en god
vruchtig had de gemeente haast twee
uren gewacht toen opeens stormen
daar twee troepen of regimenten solda
ten met de meeste onstuimigheid op het
huis aan en omsingelen het van alle
kanten zoo nauw, dat pus geen (enkele
premier, was minister van buitenland-
sche zaken, Menezes, die marine had be
houdt dit, terwijl Paiz, inplaats van
openbare werken, financiën krijgt. Ver
der is er nog niet veel bekend en moe
ten we dus afwachten, vooral ook' of dit
nieuwe ministerie nu zal kunnen op
roeien tegen de macht der Carbonarios
en de andere geheime genootschappen,
die nog steeds in Portugal de baas blij
ken te zijn. t
Tripolis verschafte ons deze week al
bitter weinig nieuws. Het eenige was de
kleine overwinning der Italianen dooi
de herneming vé|n het fort Hamidié, iets
wat achteraf nog zoo'n groote over
winning niet bleek. Voorts hoorde men
weer van voortdurende schermutselin
gen bij de Boemelianaputten. Dit laat
ste vooral geeft te denken. Hét bewijst
dat de Italianen duidelijk beseffen welk
een groot verlies zij daar geleden heb
ben, vooral nu cholera en typhus zoo
danig in de stad woeden, dat men niet
alleen overal lijken ziet liggen, maar
voortdurend in de straten lijders ster
vend ziet neervallen. Behalve een goede
organisatie der verplegingsdienst, die
geheel schijnt te ontbreken is nu water
een hoofdvereischte. Slager, dus de Ita
lianen er niet in spoedig de bronnen
weer in hun macht te krijgen, dan be
hoeven waarschijnlijk de Turken en de
Arabieren niet eens veel moeite te doen
om de vijand van hun gebied te ver
drijven. Hun onzichtbare gevreesde
bondgenoot zal het grove werk voor hen
verrichten.
Maar wat spraken wij van hun gebied,
't Is hun gebied niet meer. Zondag im
mers heeft koning Victor Emanuel be
sloten en verklaard, dat Tripolis en Cy-
renaica gesteld' zijn onder de volle en
absolute souvereiniteit van het konink
rijk Italië.
Die mooie geste werd nog een wei
nig aangedikt door de kennisgeving van
deze verklaring aan demogendheden,
dat dit geschiedde wegens het voort
durend succes onzer wapenen, om te be
wijzen „de nutteloosheid van eiken te
genstand der Turken."
Het is alleen maar jammer dat de Ita-
liaenn nog niets meer hebben dan dé
grond waarop zij staan, en ook dit is
nog maar zoo-zoo. Feitelijk' zijn ze even
ver als indertijd Jacques Lebaudy, toen
hij zich tot keizer van den Sahara pro
clameerde. Maar enfin, je moet maar
durven. Den brutalen behoort de halve
wereld.
Dat heeft ook de Duitsche diplomatie
gedacht, toen zij na die ellenlange on
derhandelingen over Marokko eindelijk
de hand onder het verdrag zette, zan
der te informeeren of de Rijksdag een!
dergelijke overeenkomst goedkeurde. De
heeren kregen die nu Donderdag j.l. te
bespreken en ofschoon ei- natuurlijk!
niets meer aan te veranderen valt, heeft
de regeering daarover nog eel ijke no
ten te kraken gekregen. In Duitschland
is men dan ook geenszins ingenomen
met de uitslag der onderhandelingen en
liet zou best kunnen dat met deze daad
de regeering haar eigen graf gedolven
heeft. Wat er nog aan mankeert schijnt
de kroonprins met de andere keizerlijke
prinsen er nog bij te willen uitdiepen.
Zijn zwijgend, maar toch zoo sprekend
optreden in de hofloge bij de Rijksdag
zitting, geeft immers genoeg te dén-,
ken.
In het verre oosten is de wéék voor
bijgegaan zonder dat we een feitelijke
oplossing der brandende kwestie kon
den boeken. Evenwel blijkt meer en
meer hoe de keizerlijke regeering in een
impasse geraakt is, waar het niet schijnt
te zullen uitkomen, zonder van troon en
kroon beroofd te zijn. Alle zoetsappi
ge decreten toch hebben niets mogen
baten. De revolutie heeft zich steeds
meer uitgebreid en zal slechts, gelijk in
uitgang meer open stond en geenerlei
hoop overbleef om te ontsnappen. Intus-
schen zond de overste der soldaten, ge
meenlijk kapitein genoemd, naar de stads-
schouten of ambtenaren der rechterlijke
macht om zoo spoedig mogelijk voor de
vangst der Katholieken, spottend papis
ten genoemd, te komen. Want hun super-
stitieuze vergadering, zeiden zij, was ont
dekt.
Bijkans twee uren verliepen en nog
waren niet de schouten jn de wapens
en gereed. Want men had vrees in de
onzekerheid, hoe te dezer gelegenheid
de Katholieken zich zouden gedragen,
of zij wellicht te hunner verdediging niet
eenig geweld zouden gebruiken bij die
ongure nachtelijke verstoring hunner
godsdienstoefening, nog wel jn deze Ver-
eenigde Provinciën, vyaar ter handhaving
van de gewetensvrijheid eens zoo wakker
was gestreden.
Over niemand maakte de gemeente
zich meer beangst dan over mij. Zeker
toch zouden de schouten niemand vlijti
ger zoeken dan mij. Immers viel ik in
hunne handen, dan kon ik er niet aan
ontsnappen zonder een groote geldboete
of trof mij zeker de straf der verbanning.
Daar stond ik dan te midden der be
droefde vergadering, welke ons treurig
en ellendig lot bejammerde. Angstig wis
ten wij niet wat te doen. Want de ge
wapende soldaten met felheid aan te
vallen en ons eenen .uitweg te banen,
scheen bespottelijk en onmogelijk. Er
waren immers volstrekt geene .wapenen
tot onze verdediging voorhanden, en ging
ook het getal onzer Katholieken dat der
zoogenaamd gereformeerde soldaten bui
ten te boven; yerstoken van. Alle hulp
Frankrijk in 1789, kunnen eindigen met
een overdracht der macht van de troon!
op de volksafgevaardigden. De opstand
is te goed georganiseerd, dan dat zij
nog zou zijn te stuiten. De mannen, die
aan het hoofd ervan staart, hebben te
goed in Europa rondgezien, om niet al
het voor en tegen zoo goed berekend
te hebben dat kans op mislukking ontiKH
gelijk is. De emancipatie van China zal
blijken volkomen te zijn.
V.
Weekpraatje.
De vrijheid die de mensch van God
heeft gekregen, is toch .een pracht-ding.
Dat voelen we allen. Hij had ons
naast zoovele goede gaven geen betere
kunnen geven. Het ligt niet in mijn be
doeling hier de ontelbare goede eigen
schappen en prachtige gevolgen van die
tnenschelijke vrijheid op te sommen, een
ieder kent ze. Er is echter iets in dezd
materie, waar ik .even op wil wijzen.
Wil de mensch iets aan zijn vrijheid heb
ben, dan moet hij in zekere opzichten
gebonden zijn, een ieder begrijpt het,
anders zou de vrijheid ontaarden in los
bandigheid, en daarom heeft God ons
naast de vrijheid ook een menigte wet
ten gegeven, om die vrijheid op een be
hoorlijke wijze te binden. Ook aan onze
overheden hier op de wereld geeft hij
de macht wetten te inaken, en indien
deze niet indruischen tegen Zijne wet
ten pioeten wij eraan gehoorzamen,
waartoe zou anders deze macht, die
Hij hun gaf, moeten dienen?
Doch ondanks die wetten of mis
schien wei juist door die wetten voe
len we de vrijheid nog meer in ons
leven, en dat gevoel naar vrijheid is zoo
groot, dat we telkens wanneer onze vrij
heid door wetten gebonden wordt, naar
gaatjes en maasjes in die wetten zpeken
om er door heen te kruipen en ons weer
vrij te bewegen als bestonden er geen
wetten. Een voorbeeld ervan zien we in
de gebeurtenissen van den laatsten tijd.
De winkeliers te Amsterdam trachtten
op alle mogelijke en onmogelijke wij
zen de verordening op de winkelslui
ting te ontduiken, en ook de afgeloo
pen week geeft wederom een interessant
voorbeeld van. In dé zedelijkheids wet
is door een amendement van een der Ka
merleden (tegen 's Ministers zin) het
wedden bij den totalisator op de rennen
verboden. Men kan over het practische
van dezen maatregel praten zooveel en
zoolang men wil, het is eenimaal verbo-
den, en daaraan moeten we ons hou
den. Dus... niet meer wedden bij de ren
nen. Toch zijn ook hier weer de noodige
gaatjes gevonden om er door te krui
pen. Deze week immers lazen we in en
kele bladen, dat de renbaan Duindigt
welke met het oog op bovengenoemde
bepaling van de zedelijkheidswet ge
sloten was, binnenkort weer wordt ge
opend, dat daar wederom gedraafd, ge
rend en.... gewed zal kunnen wardens
Och neen, ik verspreek me, wedden mag
niet meer, noch bij bookmaker, noch bij
totalisator. Er zal dus geen totalisator
noch bookmaker zijn, doch er zal gele
genheid gegeven worden tot het uitge
ven van obligaties, waaraan premies ver
bonden zijn. Hoe ik dat echter met één
Höllandsch woord moet noemen, weet
ik niet, daarom versprak ik me zooeven,
en noemde wedden, doch wedden zoo
als bij den totalisator geschiedt, is het"
niet, alleenhet komt precies op het
zelfde neer. Want evenals bij den to
talisator doet men een inzet op een be
paald paard, wint dat paard, dan krijgt
men zijn geld, plus dat van de anderen
die niet op dat paard -speelden, terug. (Dit
laatste aantal guldens wordt natuurlijk
gedeeld door het getal van hen, die op het
winnende paard speelden). Zóó ging het
bij jien totalisator en zóó ook onge-
der menschen, waren wij binnenshuis ge
vangen en opgesloten. Van onze Walen
waren er wel verscheidenen, die aan
krijgsoefeningen en gekletter van oorlogs
tuig gewend waren en die, vol van een
alleszins evangelischen ijver, vroegen
„Heer, als gij wilt, slaan wij er met het
zwaard op in. Beveel, en op uw woord
verheffen wij ons tegen de vijanden der
Katholieke Kerk", maar op alle manieren
heb ik dat verhinderd en hun afgeraden.
Want ik voorzag, dat het ergste gevaar
de halzen der Katholieken bedreigde,
wanneer zij des nachts oproer gingen
maken, waarvan het gevolg zou zijn met
de stadssoldaten of gerechtsdienaars
slaags te raken en ter zake van den
godsdienst eenigen hunner te dooden of
minstens zwaar te verwonden. Misschien
wenschten wel onze tegenstanders die
eenige reden tot klagen, ten einde let
terlijk alle vrijheid van geweten aan ons
benomen en door de Katholieken geen
enkele vergadering meer gehouden zou
worden. Ik begreep echter, dat mijne
Walen hunne gevangenneming uiterst
slecht zouden verdragen en niet goed
willig ter zake van den godsdienst zoo
groot een onrecht konden dulden, eenen
huisvader te zien verbannen met den
aankleve van groote schade jn geld en
goed. Het allerergst gevaar scheen nabij
en er was hoegenaamd geen plek om
te ontschuilen. Door nood gedwongen,
besloten wij dan in den naam des Heeren
ons over te geven aan de tegenstanders
en toe 4" hten, dat de schouten in het
huis kvvc.ien en hun ambt uitoefenden.
Wat mij persoonlijk betreft, schoot me
geen ander sneller en veiliger redmiddel
te binnen dan van jkieedij te wisselen
veer zal het onder de nieuwe regeling
gaan, er is evenwel dit verschil tusschenj
deze beide, dat de eerste volgens del
wet verboden is, terwijl de laatste t
aldus het gevoelen van alle geraadpleegi-
de juristen onschendbaar is.
De vrees, dat" de paardensport op,
de flesch zou gaan, is dus voorloopig;
weer ongegrond. Ik kan maar niet inzien;
dat de bloei van de .paardensport va«^
het wedden afhangt, echter nu de zaken!
aldus gekeerd zijn, is deze in ons land
wegstervende sport weer eenig leven in
geblazen. I
Laten de heeren in den Haag maar
wetten maken, dertktmen, we zullen toch'
wel door de mazen kruipen. Ik vind het
wel jammer, het kost soms toch al zoo
veel moeite een wet tot stand te krij
gen (men denke slechts aan de kinder*
achtige dwarsdrijverij van de socialisten)
Toch heeft hun kleingeestigheid niet veel
gebaat; door de zelfbeheerschingder rech
terzijde is de laatste wet (de militiewet)
bijzonder vlug afgewerkt en ondanks alle
gesar is de wet er gisteren doorgekomen.
Woorden wekken, voorbeelden trekken.
Ook in de socialistische obstructie gaat
dit op, eerst zagen we het in den get-
meenteraad van Goor. Nu zien we een
dergelijke zaak in Den Helder. De raad
wilde dat de burgemeester zelf den voor
zitterszetel zou innemen bij de behan
deling der begrooting, toen de burge
meester in die vergadering afwezig was,
weigerde de meerderheid de begrooting
in behandeling te nemen en nam een mor
tie aan, vFaarin zij verklaarde over-\
tuigd te zijn van de wenschelijkheid, dat
de behandeling der begrooting door deif
burgemeester wordt geleid.
De waarnemend voorzitter wilde deii
volgenden dag doen vergaderen, dit luk
te echter """nin, en de leden blijven
staken, toiu.. ourgemeester van zijn!
verlof is teruggekeerd. STAN.
Kerknieuws.
De Consistories
van 27 en 30 November.
De hooge beteekenis van het Kardina
laat brengt mede, dat slechts de uitste-
kendste mannen daartoe verheven wor
den. De kardinalen moeten, gelijk Paus
Sixtus V opmerkt, niet alleen door den
hun toegekenden rang, maar ook in
werkelijkheid nl. door hun geheele doen
laten zijn, wat door hun naam aangeduid
wordt„de deur hengsels der Kerk,
opdat hun de goddelijke en menschelijke
zaken en de aangelegenheden der Kerk
volkomen kunnen toevertrouwd worden.
Zij moeten daarom uitsteken door de
voortreffelijkheid van hun levenswandel,
door een op den voorgrond tredende ge
hoorzaamheid, door een uitstekend voor
beeld, door vroomheid, door groote zorg
voor het heil der zielen, door ijverige
zorgvuldigheid bij hunne besluiten, door
reinheid van geloof en krachtdadigheid."
Daarom is het licht te begrijpen, dat de
creatie van nieuwe kardinalen in een
consistorie steeds tot de meest feeste
lijke handelingen der Katholieke Kerk
behoorde.
De beteekenis „consistorie" wordt
verschillend verklaa.u. Volgens sommigen
werd het woord reeds gebruikt in het
oude Roineinsche keizerrijk vooral na de
overbrenging van de hoofdstad naar hou-
stantinopel, waar deze naam gebruikt
werd oni aan te duiden den senaat, d.w.z.
een vergaderin sarvan de keizer zelf
de voorzitter was. .-erst toen Rome onder
de Pausen kwam, noemde men de samen
komst van het H. College met dien naam
en ook de beraadslagingen ervan, welke
tot hoofddoel hadden over de gewich
tigste aangelegenheden van den Apos-
toiischen Stoel en van de H. Kerk te oor-
deelen. Tot aan het jaar 1421 geschiedde
de oproeping tot een consistorie door
en fluks in Waalsche dracht mij voor een
ander te doen doorgaan. Ik nam dan een
rooden muts, kleedde jnij met de klee-
der.n van den armste ui. geh e. de ver
gadering, trok een wambuis of linnen
kiel aan, insgelijks stukkende en ge
scheurde schoenen, en met dien praal
en pronk als het ware een ander mensch
in andere gedaante, verschalkte ik de
soldaten, ging ik met de anderen uit en
ontkwam ik aan hunne handen. Die
krijgslist gelukte me uitstekend, maar ik
heb ook vastheid van geest moeten aan
wenden om tusschen twee schouten door
te gaan, die, de een rechts, de ander
links, de deur bewaakten en de men
schen twee aan twee uit de vergadering
lieten vertrekken, na hen echter eerst
met grimmige blikken te hebben gemon
sterd, om althans uit het gelaat te onder
kennen den herder der opgeschrikte
schapen.
In geenen deele tevreden, en teleurge
steld in hunne verwachting, doorzochten
zij, nadat het volk vertrokken was, alle
hoeken van het huis, alle kamers, bedden,
kelders en de overige plaatsen, om inij
ergens ten minste in een schuilhoek te
vinden, zeker als zij waren, dat de vangst
van mij een kostelijker zaak voor hen was
dan eene vergadering van zeshonderd
menschen. Maar door de eigen deur, die
zij zoo slecht bewaakt hadden, was de
gejaagde en gespeurde patrijs al lang
gevlogen.
Een volgenden keer zal Bertius ver
halen, hoe degenen, bij wie hij gekerkt
had, gestraft werden.