Uit de Leidsche Vroedschap.
BUITENLAND.
3e Jaargang.
No. 636.
3)e &2icbeiv£ Sou/to/rvt
Bureau OUOË SINGEL 54. LEIOEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
f 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 11.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2'/. cent met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels t 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
V Arbeidscontract.
Bij de invoering der wet op het Ar
beidscontract werd van ve'.e zijden critiek
gehoord: de patroons duchtten er veel,
de arbeiders verwachtten er niet veel van.
Opmerkenswaardig is daarom, dat men
over de werking der wet weinig of geen
klachten verneemt. Haar bepalingen hou
den blijkbaar het juiste midden.
Ook blijkt het vertrouwen in de rech
ters goed gezien.
Zoo schrijft het H b 1 d.
„Wie geregeld de rechtspraak ge
volgd heeft, zal hebben ervaren dat in
zaken van arbeidsverhoudingen, het
- „sociale voelen" der rechters zich in
derdaad op zeer opmerkelijke wijze
ontwikkeld heeft. In 't algemeen heb
ben de zwakkere partijen bij dit con-
tracht zich niet te beklagen gehad;
dit wordt dan ook door haar eigen
rechtsbureau's erkend. De wet op het
arbeidscontract is waarlijk een voor
beeld er van, hoeveel invloed van den
geest eener wetgeving kan uitgaan,
op lien die haar toepassen, juist wan
neer hun, door "de vrijheid van toepas
sing, eene- ruime verantwoordelijkheid
wordt gelaten. Voor mr. Drucker's stel
sel van wetgeving: elastische wetsbe
palingen en vrij rechterlijk oordeel, is
de werking der wet op 't arbeidscon-
tracht stellig een pleidooi te achten."
Voor wie van de werking der wet veel
goeds hoopten en onder dezulken
scharen wij ons is deze oordeelvelling
«en bevestiging dier verwachtingen.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
De Militiewet. Minister Colijn
triumphator.
Toen gisteren om vier uur de Kamer
zitting was geëindigd en verschillende
militaire specialiteiten elkander ten fel
ste hadden bestreden, wisten wij als lee-
ken waarlijk niet, wie het nu bij 't rechte
eind had.
Was het Kapitein Thomson, die in een
welsprekend en meesleepend betoog een
lans had gebroken voor korte ren
oefentijd? Was het de heer Marchant,
die met minder vuur en opgewondenheid
heizelfde had staan te betoogen
Of was het generaal Van Vlijmen, wien
deze wet niet ver genoeg gaat en die
langeren oefentijd wenscht, een
standpunt door hem verdedigd met
Warmte en sympathie?
Tusschen deze uitersten stonden de
genen, die het regeeringsontwerp steun
den, de heeren Duymaer van Twist, Ty-
deman en Heemskerk.
Bij zooveel tegenstrijdige meeningien
is het ook voor de niet-deskundige Ka-
me. leden u erst moeilijk eene beslissing
te nemen.
Doch minister Colijn heeft die moei
lijkheid opgeheven. Op bezielend over
tuigende wijze heeft hij het regeerings-
artikel verdedigd. Zijn redevoering van
gisteravond was de beste, die tot nu
toe door hem werd gehouden. Bondig
en klaar van inhoud, beslist van toon,
en goed gebouwd toonde Colijn zich in
zijn repliek den inan die weet wat hij wil
en die zijn meening door krachtige argu
menten weet te ondersteunen en te ver
dedigen.
Niet alleen boeide de Minister door
zijn eloquent woord, maar ook door zijn
slagvaardigheid, telkens als hij door
kapitein Thomson in de rede werd ge
vallen. Dan waren het geen meetings-
handigheidjes, waarmede Colijn zich af
maakte, maar op zakelijke gronden toon
de hij aan, dat de afgevaardigde voor
Leeuwarden een verkeerde meening was
toegedaan. Thomson werd letterlijk in
den hoek geduwd al erkende de Minis
ter dat niet alle aigumenten van zijn te
genstander waardeloos waren. Maar in
de hoofdlijnen, in de zaken, waarom het
'ging, hadden de liberalen en socialisten
't bij het verkeerde eind en het stelsel
van kor.teren oeïentijd, dat zij wilden,
zou tot desorganisatie, tot ontbinding van
onze geheele weermacht leiden. Eén voor
één verklaarde de Minister de ingedien
de amendementen onaanneemlijk ,ja, hij
deed zelfs zijn beklag, dat de linkerzude
zoo weinig waardeering toont voor de
wijzigingen, die hij in de wet bracht, om
aan de oppositie tegemoet te komen.
Zoo had de Regeering hedenmorgm
ten opzichte van de administratietroe
pen artikel 75 zóó gewijzigd dat hun
eerste oefentijd 8 maanden bedraagt, plus
herhalingoefeningen; indien zij zich ech
ter vrijwillig aanmelden, zullen zij
tot hoogstens 14^2 maand dienen en zijn
dan van alle herhalingsoefeningen vrij
gesteld. Niemand, die bij de administra
tietroepen wordt ingedeeld, dient dus te
gen zijn wil langer dan 8 maanden, leder
milicien kan kiezen tusschen 8 maanden
én herhalingsoefeningen of hoo g-
stens 141/2 maand zonder herhalings
oefeningen.
De socialisten toonden zich natuur
lijk niet voldaan die menschen zijn nooit
tevreden. Maar ook de heeren Marchant
en Thomson keurden deze wijziging af,
ofschoon zij, zooals de heer de Oeer later
uiteenzette, eene belangrijke ver
betering van het wetsontwerp was.
Heel rationeel was het voorts, dat de
Minister zich verzette tegen de amende
menten, die de administratietroepen door
loiing wilden doen aanwijzen. Hiervoor
bestond na de besproken wijziging heel
weinig aanleiding meer. Maar bovendien
zouden volgens de Memorie van Toe
lichting voor den dienst bij de militaire
werkers (nu administratietroepen) be
stemd worden degenen, „van wie in ver
band met hunne lichamelijke gesteldheid
of hunne verstandelijke ontwikkeling min
der goede opleidingsresultaten zouden
zijn te wachten". Hoe past nu in zoo'n
systeem een beslissing door het stomme
lot? De Minister meende, dat de admi
nistratietroepen door den korpscomman
dant worden aangewezen op voordracht
van den compagniescommandant.
De heeren van Vlijmen en Thomson
hadden ieder hun eigen denkbeelden om
trent tucht in het leger ontwikkeld. Aan
laatstgenoemde gaf de Minister niet
toe, dat het aankweeken van de tucht
beter wordt naarmate de oefentijd kor
ter is. Gehoorzaamheid moet geleerd
worden en ons volk brengt die niet van
huis uit in het maatschappelijk leven
mee. Dat'in den eersten tijd in dienst
de tucht schijnbaar zooveel beter is dan
later, is deze reden voor, dat men zich
dan, in e en vreemde omgeving geplaatst,
gemakkelijker schikt.
Het blijvend gedeelte achtte de Mi
nister onmisbaar met het oog op de mo
bilisatie, de handhaving der rust in het
land en voor de opleiding van het ka
der. De mobilisatie is niet als vroeger
een quaestie van dagen, maar een quaes-
tie van uren. De grenzen van ons land
zijn gemakkelijk te overschrijden, wat
ook een groot verschil maakt met gren
zen alleen door eenige passen te over
schrijden als in Zwitserland. Met de
„onnoozele" 4000 man, zooals men het
blijvend gedeelte qualificeert, wil men
gedurende den eersten mobilisatiedag
den geregelden gang der werkzaamhe
den verzekeren. Een der eerste punten
is een geregelden treinenloop door ons
land. Noodig is daarom, dat personeel k
la minute beschikbaar is.
Met enkele uitzonderingen meende de
de Minister zeker te zijn van de instem
ming der Kamer, dat een blijvend gedeel
te ook wensche.ijk is voor handhaving
van de rust en ten derde voor de kader
opleiding want daarvoor zijn ook noodig
soldaten voor de practische oefening. Bij
ieder regiment zal men twee eompag-
niën van voldoende sterkte, 150 man
krijgen, om de kaderopleiding behoorlijk
te verzekeren. Wat de sterkte van het
blijvend gedeelte betreft, regel zal zijn
4000 man. Doch een vast cijfer kon men
om prac ische redenen niet vast leggen
in de wet. Daarom werd een maximum
en een minimum genoemd.
Zooals reeds gezegd, wees de Minister
alle negen amendementen af. Aan het
slot van zijn rede keerde de Minister
zich nog eens tot den heer Thomson.
„Gij hebt gezegd, aldus de Minister, dat
een zware verantwoordelijkheid rust op
den Minister, die deze wet voorstelt.
Maar ik antwoord dezen felsten (niet
den taaisten) mijner tegenstanders: Gij,
die weet, hoe de toestanden in het le
ger zijn, draagt eene zeer zware ver
antwoordelijkheid, die ik u niet benijd,
indien gij tegen deze wet stemt".
Bij de replieken zweegkapitein
Thomson. Een stilzwijgende capitula
tie
Bij stemming werden alle amende
menten verworpen. Op 'n paar uitzonde
ringen na stemde de geheele rechterzij
de tegen, de linkerzijde vóór. Van
rechts waren bij de stemming aanwezig
53 leden; van links slechts 29. De heer
Tydeman stemde geregeld met rechts
mee.
De uitslag van deze stemmingen be
wees, hoe zeer de Liberale Unie in de
fensiezaken de socialisten naar de oogen
kijkt. Na de schitterende verdediging
van den Minister had men van de libe
ralen een andere houding mogen ver
wachten.
Het artikel tot aanzienlijke verscher
ping der kaderplicht met de bevoegdheid
der Regeering om de militie-ofricieren
141/2 maand in dienst te houden, werd
met algemeene stemmen goedgekeurd,
nadat een amendement Thomson was
verworpen en een ander ingetrokken.
Toen begon de Kamer 't was al over
twaalven aan art. 77, dat de herha
lingsoefeningen regelt. De socialisten
wilden wel weer het werk stop zetten,
maar de rechterzijde was goed op haar
post, (er waren nog 54 leden present,
waarbij slechts 6 van jinks en één socia
list) zoodat de heer .Ter Laan fiasco
leed. Daarna begon hij op 'n slaperigen
toon amendementen toe te lichten, ge
volgd door de heeren Thomson en van
Dedem.
Wij komen er morgen op terug.
Gisteren is er in den Gemeenteraad
maar heel weinig gesproken. En wat
gezegd is, was erg onbenullig. Boter-
mans bracht bijv. deze gewichtige quaes
tie te berde of de spoorwegovergang aan
de Heerenstraat door een boom of door
een rolhek gesloten moet worden. Is dat
pu een onderwerp, om jn den gemeente
raad van een stad te bespreken. We heb
ben wel eens in verslagen van platte
landsvergaderingen gelezen, dat 't lid
A. een gevaarlijk puntje wist en het lid
B. een ander duister plekje ontdekt had
terwijl als A. en B. dan uitgesproken wa
ren, C. inmiddels ook iets van dien aard
had bedacht. Gaat het in Leiden ook
dien kan! uit Als men in den Raad niet
wat zaaks te vertellen heeft, laat men
dan asjeblieft maar z'n mond houden.
Gewichtige besluiten worden vaak
zonder of zonder noemenswaard debat
genomen. Het voorstel bijv. om aan en
kele bouwers die een begin zullen ma
ken met den aanleg van den nieuwen
boulevard, ontworpen van het Raam-
land naar den Zoeterwoudschen weg, een
bijdrage ad f 6000 in de kosten van
straataanleg te verleenen, ontlokte
slechts enkele opmerkingen van onder
geschikt belang. Toch was het een voor
stel, dat voor onze stad vérstrekkende ge
volgen kan hebben. Indien alle bouw
ondernemers op denzelfden voet wor
den behandeld als deze adressanten, zal
de gemeente aan den nieuwen boulevard
f 25.000 ten koste moeten leggen. Een
groot bedrag, dat echter verdeeld over
vele jaren B. en W. becijferen 50
het jaarlijksch budget weer niet te zwaar
drukt. Geen wonder echter dat B .en
W. bij zoo'n belangrijke bijdrage der
gemeente de noodige eischen stellen dat
de straat wordt gemaakt overeenkomstig
de bedoeling, die de Raad bij het uitbrei
dingsplan had. Wethouder Korevaar
deelde gisteren mede, dat het Dag. be
stuur alles zal doen om de voorwaarden
zoo scherp en afdoend mogelijk te stel
len. Op een punt van practisch belang
heeft prof. Carpentier Alting gewezen, en
wel met het oog op de elders opgedane
ervaring. Als de gevels der huizen uni
form worden, krijgt de straat een dood-
schen en vervelenden aanblik. Met de
Oegstgeesterlaan gebeurt precies het
zelfde. Maar wethouder Korevaer meen
de, dat de gemeente wel kan aanmoe
digen het brengen van afwisseling in
de gevels (bijv. door het uitschrijven
van een gevel wedstrijd), doch 't ligt niet
op haar weg voorschriften dienaangaan
de te treffen. Deze zouden bovendien met
nieuwe financieele offers gepaard gaan.
Het militair Invalidenhuis blijft ook
voor de stad behouden 't komt nu aan
het Raamland, waar een monumentaal
gebouw een sieraad voor onze stad zal
worden.
Het overige van de raadsagenda was
kleingoed. Bij adressen van gemeente
werk j ed envereeuigi 1 igen ,0. a. van, St
Antonius van Padua, om toeslag op het
loon, vernamen wij dat B. en W* haast
maken met hun praeadvies te dezer za
ke. Er werden verordeningen vastge
steld betreffende particuliere banken van
leening, die nu aan controle van rijks-
en gemeentewege zijn onderworpen waar
bij de heeren Zwiers c.s. met den Voor
zitter schermutselden om een renteko
lom op het beleeningsregisster te plaat
sen. Circus Schumann, dat aan de brug-
gendekken een aardige reparatie noo
dig maakte, Circus Charles en andere
vermakelijkheden, die den Rijnsburger-
singel vernielden, zijn oorzaak dat de
Commissie voor de .Strafverordeningen
bepalingen ontwierp om voortaan zulke
schadeposten voor de gemeente te kun
nen voorkomen.. Dit alles heeft men
echter reeds in het verslag kunnen le
zen. Toen bij half vier de Raad in co
mité-generaal ging over de scheidsrech
terlijke procedure met de Duinwater
maatschappij schenen de tongen los te
gaan, want eerst een uur later werd de
vergadering hervat. Maar jammer genoeg
zwegen toen alle leden als eenzoo
dat wij even wijs bleven als we waren.
Het voorstel van B. en W. werd daarna
goedgekeurd. Nog even genoten wijden
heer Botermans (zie boven) en toen
was 't gedaan.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Terwijl geen nader nieuws komt over
Italiaansche of Turksche krijgsbedrijven
(een bericht over de bezetting van Chios
en Mytelene wordt nog steeds niet be
vestigd), hooren we steeds meer over
het vreeselijke heerschen der
cholera te Tripolis.
Hierover seint de correspondent van
de „Frankf. Ztg." dd. 7 dezerDe
cholera heerscht nog onverminderd. Da
gelijks komen honderden nieuwe ziekte
gevallen en ongeveer tweehonderd sterf
gevallen, vijftig onder de troepen, voor.
Gisteren alleen was bij het leger een
kleine vermindering waar te nemen. Alle
hospitalen zijn propvol en geen enkel
is vrij van cholera. Men heeft vele nieuwe
'militaire veldhospitalen opgericht, ver
scheidene straten afgesloten en de mos
keeën ingericht als isoleergebouwen voor
de gezinnen van de choleralijders. Eiken
dag ziet men echter ook daar lijken weg
dragen. Naast de militaire bakkerij en
de Broodmarkt liggen de lijken uren lang
in het rond. Ontsmettingsmiddelen waren
tot gisteren toe meerendeels in beslag
genomen. De epidemie groeit de over
heid volkomen over het hoofd. Gisteren
kwam generaal Sforza met vijf vakman
nen om een bacteriologisch laboratorium
op te richten, aan. Naast de cholera
neemt ook de typhus toe. De prijzen
voor versche levensmiddelen stijgen
voortdurend.
Tot zoover de man van de Frank
furter. Onder deze omstandigheden is
het alleszins begrijpelijk, dat Europeanen
en Amerikanen de dagelijks gebombar
deerde, besmette stad beginnen te ver
laten. Een ooggetuige meldt, dat de gou
verneur, generaal Caneva* zichtbaar
schrok, toen hij vernam, dat de Ameri-
kaansche kolonie ingescheept zou wor
den. Maar wat moet hij wel gedacht
hebben bij het vertrek van 500 van zijn
eigen landgenooten aan boord van het
stoomschip Bisagno?
De Italiaansche wreedheden
waarover zooveel te doen is geweest in
de pers, werden door den bevelhebber
der Italiaansche troepen, generaal Cane-
va, wel herhaaldelijk tegengesproken (ter
wijl deze er nog bij opmerkte, dat de
eenige fout der Italianen al te groote
lankmoedigheid was geweest), maar men
heeft deze lezing niet willen aannemen.
Hoewel nu echter verschillende pers
organen de Italianen blijven beschuldigen
en de verdediging van .Caneva in het
belachelijke trekken, wil toch de corres
pondent van de „New York Herald" door
bewijzen aantoonen, dat de Italianen (zij
mogen dan misschien te ver gegaan zijn)
tot hun optreden door de Arabieren ge
dwongen zijn. „Ik heb, zegt hij, ouden
van dagen, kreupelen en jonge mannen
zien loeren op de hoeken van smalle
lanen en in hinderlaag liggen achter
struikgewas, van waar zij op de Italiaan
sche soldaten vuurden.
Vier man van .den yeldhospUaaldiciist
werden in de nabijheid der cavalerie-
barakken gedood door twee vrouwen, diö
van uit een aan de overzijde gelegen
hut schoten.
Talrijke vrouwen zijn gevangen geno
men met op haar gevonden patronen.
Ik nam van een hoop dooden een
jongen van twaalf jaar mede. Hij vvas
ernstig gewond en ik nam hein mede
naar het hospitaal. Hij behoorde tot een
gezin, dat een barrikade had opgeworpen
uit puin. Daarachter beschut, hadden zij
allen, zelfs de vrouwen, met de meest
wilde barbaarschheid igtigs den Boeine»
liana-weg geschoten. Dit verschrikkelijke
nest van moordenaars werd zonder on
derscheid te maken van op een afstand
door de troepen uitgeroeid.
Zeker, de onderdrukking was gestreng,
doch de Arabieren waren schuldig aan
verraad in zijn meest weerzinwekkende
vormen. De bersaglieri hadden dikwijls
van hun rantsoenen aan hetzelfde volk
gegeven, dat zich den 23sten op hen
had geworpen.
Het eerst werden de veldhospitalen
aangevallen. De Arabieren sloegen met
vijandige wreedheid de geneesheeren en
alle helpers, die het Roode Kruis-teeken
droegen, neer, daar dit voor een ken-
teeken van Christelijke priesterschap werd
aangezien. Al de leiden van den veldhos-
pitaaldienst van Rome vielen op deze
wijze.
Na de gewonden van hun kleeren te
hebben ontdaan, doodden de Arabieren
hen en verminkten zij de lichamen gru
welijk. Het is onmogelijk in een nieuws
blad de ontzettingwekkende tooneelen te
beschrijven, die ik heb gezien."
Een en ander maakt dan ook voor
ons het optreden der Italianen, zooal niet
aannemelijk, dan toch verklaarbaar.
Ook Kanton heeft zich nu onafhanke
lijk verklaard en het neerhalen van den
van de drakenvlag ook daar beduidt weer
een aanzienlijke vermeerdering van den
opstand in China.
Bijna alle groote steden in het Jangtse-
bekken zijn thans in handen der revo
lutionairen, hieronder ook Hangtsjou. De
tartaarsche generaal van Hankou heeft
zelfmoord gepleegd. In Nanking hebben
ernstige gevechten plaats gehad tasschen
de regeeringstroepen en de revo.uiionai-
ren, maar ook daar beginnen, evenals in
het Noorden, de tot nog toe trouw ge
bleven keizerlijke troepen te wankelen.
Deserties op groote schaal komen veel
vuldig voor.
De provincie Sjantoeng heeft zich onaf
hankelijk verklaard. Bijna ieder uur ko
men berichten van nieuwe overgaven en
toenemend enthousiasme. Zeltbesturen
worden gevormd, proclamaties worden
uitgevaardigd. De revolutionaire comité's
zijn, om den nijpenden geldnood tegen te
gaan, voornemens een groote leening in
het buitenland te sluiten.
Het hoofdbureau van telegrafie te
Sjanghai heeft de revolutionaire vlag ge-
heschen en neemt geen regeeringstele
grammen meer aan. Het particuliere tele
grafische verkeer, ook dat met codetele
grammen, is niet gestoord. Men heeft
10.000 moderne geweren uit het arsenaal
onder het beruchte gepeupel van Sjanghai
uitgedeeld. Dit geeit aanleiding tot groote
bezorgdheid. De regeeringstroepen plun
deren de nog brandende Chineezenstad
van Hankou. De gouverneur van Nan
king ïs gedood. De ex-onderkoning Joet-
sjang (die uit Woetsjang was gevlucht)
is naar Japan ontkomen. De aanhoudende
weigering van Joean-sji-kai om den post
van minister-president te aanvaarden,
werkt ontmoedigend op de aanhanger»
van de zaak van het Hof.
Gisteren is in den Duitschen Rijksdag
een aanvang gemaakt met de interpella
ties over de
Marokko-onderhandelingen.
Allereerst was de Rijkskanselier aan
het woord om de politiek der regeering
te verdedigen. Met ijskoude kalmte werd
zijn rede ontvangen. Slechts toen hij sprak
over het aftreden van von Lindequist
klonken hier en daar bravo's, die be
wezen, dat de Rijksdag met von Linde-
quist's ideeën instemde. Zelfs de fiere
peroratie: „Wij verwachten geen lof,
maar vreezen geen blaam", vermocht niet
een applausje aan den Rijksdag te ont
lokken.
Het Centrumslid Freih. v. Helling, die
een der eerste sprekers was, die de regee
ring te lijf ging, noemde een terugblik
op Dultsch'.ands Marokkaansche politiek
niet opwekkend, §edert 1204 is .er geea