Aymar. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Dinsdag 7 Nov. no. 633. Brieven uit Minnesota. Wellicht hebben sommige lezers van „De Leidsche Courant" al eens ge dacht: Hóe zouden het toch die men- schen maken, die 1.1. voorjaar onder ge leide van den Zeereerw» Heer Pastoor Aug. v. d. Heuvel zich naar On am ia (Minn.) begaven, om zidh daar op den landbouw toe te leggen. Geachte Lezer, zij maken het goed. 'Nu zij reeds enkele maanden hier zijn, en de vruchten zien1, welke hun kor te arbeid reeds heeft opgeleverd, gaan zij de toekomst met gerust hart tege moet. De aardappelteeelt is al bijzon der meegevallen, flinke, overvloedige ivrucht en puike kwaliteit. Ik heb er ge zien die van 2 tot 3 pond het stuk wo gen. Vlak bij de pastorie ligt een veld van ongeveer 10 acres (4 H.A.) bijna ge heel beteeit met aardappelen. Men schat den oogst op 1000 bushels (1 mud is 23/4 bushel.) Allerlei soort kool groeit hier zeld- izaam schoon, alsmede lie soorten van groenten. Men toonde mij allerschoon ste mais, zeggende: .„Pather, als men deze inais ziet, dan zou men zeggen, dat men in Holland maar uilschot heeft." Men heeft er mij get >nd, die van 13 tot 16 rijen korrels hadden op één aar, en aren van een voet lang. Dit alles, en de gedachte: toekomend jaar, wanneer ik het land beter heb be werkt, wanneer ik met alles beter op ;de hoogte ben, dan zal net Gods zegen alles nog veel beter zijn, moet den ko lonist met vertrouwen op de toekomst vervullen, en de farmer:, die hier reeds langer wonen, getuigen allen, dat dit vertrouwen niet beschaamd zal worden. Je toekomst is er zeker. Natuurlijk zullen ze an 't jaar hun zakken nog niet vol steken met dollars, maar dat hebben ze zich ook niet voor gesteld. Dit zou bij de groote uitgiaven voor allerlei zaken, die men zich in het begin heeft aan te schaffen, ecine on mogelijkheid zijn. Mar de kolonisten zien dat ze er kortten kunnen, als ze maar niet terugschrikken voor enkele ja ren hard werken. De hie: gevestige Ame rikanen zijn onzen Hollanders ook goed genegen. Reeds van het begin af toon den zij zich bereid om hun van dienst te zijn, waar zij dit vermochten. Den eer sten dag echter vielen de Hollanders den Amerikanen wel vat tegen. Hoe dat? Zij hadden zich het Hollandsche voorgesteld zoo?ï> zij ze soms afge beeld gezien hadden op plaatsjes. Een Marker visscher bijv. met groote klom pen, wijde broek met zilveren gespen. Maar zulk een Hollander was er niet onder hen te vinden, hoogstens waren- er onder hen enkelen die een paar klompen houten schoenen zegt de Amerikaan hadden meegebracht. De ze hadden dan ook veel bekijks. En. gezond is het hier ook. Dat be wijzen de gezonde wangen der kinde renden de fnoeders merken daarvoor nog een ander bewijs, n.l. het brood, dat ei ken dag naar de magen hunner lievelin gen verhuist. Er is hier een familie: va der, moeder en vier kinderen, die, toen zij nog in Gelderland woonden, aan 2 broodjes van den bakker per dag al meer dan genoeg hadden; thans bakt moeder 5 flinke brooden, zij is er van verzekerd, dat zij zulks den anderen dag weer kan doen. De godsdienstzin der Hollanders is bok onze Amerikanen tot stichting, en men staat er waarlijk verbaasd over hoe schoon en zuiver enkel en hunner zon- ■der begeleiding van orgel of piano des Zondags de H. Mis zingen. Jammer dat zij bij gebrek aan harmo nium, het niet aandurven ook meerstem mige stukjes t e zingen. Maar -de tijd, dat in het gemis van dit instrument zal voorzien worden, zal oo'c wei eens aan breken, Tot voor korten tijd hadden wij ook geen torenklok. Om de Hollanders die volgens vadertandsche mode er van FEUILLETON. 'Naar het Fransch. 33) En wanneer lean iic bij u komen? hernam de jongeling, buiten zich zelve van vreugde. Over eenige dagen, als uwe ge zondheid en uwe zaken het u veroorloven Mijn gezondheid Maar ik gevoel mij niet ziek. Wat mijne zaken betreft..., ,D, ik vergat mijne schuldeischers. Mijn vertrek zal hun doen veronderstellen, 'dat ik hen door schoone beloften heb trachten te misleiden en zij hebben het recht er zich tegen te verzetten. Ik zie slechts één middel, om die taken te regelen en wel, dat ik uw 'eeni ge schuldeischer word ,door u de som Voor te schieten, waardoor gij de ande ren ve/vangen kunt. Helaas, mijnheer, u weet niet, hoe ver mijn dwaasheden mij gebracht heb ben. Is die som dan zoo groot? Ongeveer drieduizend gulden. Dat is precies cje jaaryyeddq, die ik houden voor de kerkdeur een praatje te maken, te beduiden, dat de H. Mis zou beginnen, was er geen ander middel* -dan dat de misdienaar eens goed met de altaarfcel ringelde. En thans heeft een milddadige vriend er reeds voor- gezorgd, dat een klein, maar fijn klokje uit het nederig torentje van Onamia's kapelletje de geloovigen ter kerke roept, de goddelijke diensten aankondigt, en driemaal daags haar zilveren klanken uitzendt der Hemelkoninginne ter eer. fr. J. v. d. HULST Onamia (Minnesota). Kruisheer. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Binnenlandsche Zaken. Aan liet afdeelingsverslag van de be grooting voor binnenlandsche zaken, dienst 1912, is ontleend: In de afdeelingen bleek eenerzijds de stijging van het eindcijfer met f 733.204.53 bij sommige leden twijfel te doen rijzen aan de zuinigheid van den Minister, anderzijds zijn langzaamheid ter zake van den bouw van hooger on der wijs-in rich tingen eenige ongerust heid te hebben gemaakt. Men vroeg wijziging van de kieswet, zóó, dat de visscners en dergelijke beter aan de verkiezingen kunnen deelnemen. Naar aanleiding van de onregelmatig heden, gebleken bij de Haagsche en Ara- sterdamschc verkiezingen, werd aange drongen op betere bezetting van de stem- bureaux en in verband daarmee op het beschikbaar stellen van vacantie-gelden. Men vroeg 's Ministers meening over het grondwettige van een vereenigling van gemeenten. Men vroeg, waarom de Minister niet heeft verhinderd, dat de Amsterdamsche winkelsluiting-verordening van kracht werd door het verloop van den termijn, binnen welke Ged. Staten vernietigen konden en eveneens, waarom hij geen termen had gevonden tusschenbeide te komen in de bekende kwestie, of het ambt van gemeente-advocaat vereenig- baar is met dat van lid van Ged. Staten, en of hij niet meent, dat de Provinciale wet de vereeniging verhinderen moest. Wanneer komt de Memorie van Ant woord ter zake van het gehuwde-ambte naressen-ontwerp Gewezen werd op leemten in de drank wet ten nadeel e van iogeme'iitsvergun- ning en verlofhouders en waardoor men een vergunning kan verliezen zonder eigen toedoen. Men besprak de Amsterdamsche lo tingskwestie en vroeg maatregelen te gen afkeurenswaardige praktijken bij de loting te Groningen» Alen wilde subsidie en tegemoetko ming verleend zien aan het congres voor zedelijke opvoeding. Inlichtingen waren gewcnscht omtrent de werkzaamheden van de staatscommis sie voor drinkwatervoorziening en om trent het vraagstuk van de wateroulttrek- king aan den grond. Op de gewone wijze werden de hoo- ge kosten van het Universitair Onder wijs besproken. Het denkbeeld werd geopperd om voor sómmige colleges te Utrecht en te Leiden, die weinig in aantal zijlij één hoogleeraar te benoemen. Men bestreed den post voor de aan stelling van een hoogleeraar in de ge schiedenis van het Oostersch-Grieksoh Christendom, o.a. op grond dat er geen Oostersch-Grieksch Christendom zou be staan. Doch niet allen bleken van die meening. Hetzelfde verschil van gevoe len heerschte omtrent de wenschelijk- heid van een hoogleeraarstoel in de Sla vische of in de Midden-Aziatische talen. Verschillende leden wilden een hoog leeraar in het volkenrecht, ook met hei oog op het Hof van Arbitrage. Ook een lector in de aardrijkskunde, onderwijs in het kweeken van animale vaccine. Men vroeg naar de toestanden in het tandheelkundig instituut, die aanleiding hadden gegeven tot ongeregelchec en. Het onderwijs in de botanie aa'n de universiteit te Groningen wilde men zien uitgebreid. In weerwil van de uitgeschreven iin- uw voorganger gaf, alleen met dit vel schil, dat hij ze niet verdiend^, teTwijl gij ze zult weten te verdienen door trou we en nuttige diensten. Indien het anders mocht zijn, mijn heer, riep Aymar uit, jaag mij dan weg, als een ellendige onwaardige, die zoo veel edelmoedige en welwillende goed heid niet verdient. Kalmte, kalmte, vervolgde mijnheer Westner, lachend, of gij zult mij in on min brengen met den clokter, die er mij van beschuldigen zal, bij u de koorts op nieuw verwekt te hebben. 01 die koorts verwijdt het hart, geeft kracht en leven terug. Ik zal dus mijne schuld kunnen aflossen, niet rneeT dezen drukkenden last behoeven mee te slepen. Over eenige jaren zal ik zelfs in staat zijn deze groote schuld heelemaal te niet te doen een schuld die meer dan alle andere mijn geweten bezwaart, hoe welwillend mijn schuldeischers zich ook te mijnen opzichte getoond hebben Reeds morgen, vervolgde Mijnheer Westner, zal ik u de eerste jaarwedde zenden. Beschik er spoedig over, op dat wij, vrij van alle zorgen omtrent dit punt, reeds binnen korten tijd te zamen het werk kunnen beginnen, want ik weet, dat ook mijne aanw.ezigliejd bij mijne ?a ternationale prijsvraag hoopte men, dat het vervaardigen van de glasschilderin gen in het trappenhuis van de Gronin'g- sche universiteit aan Nederlandsche kun stenaars zou worden opgedragen. Een onderzoek naar het weinig verlee- nen van het doctoraat aan de Technische Hoogeschool werd aanbevolen. Aanbevolen werd de oprichting van een schoolmuseum. Het weigeren van h,et subsidie door de Provinciale Staten voor het ambachts- onderwijs te Nieuwkoop op grond, dat het niet neutraal zou zijn, deed eejnl debat ontstaan over de vraag, of deze grond een goede is en voorts, of het Rijk scholen moet subsidieeren, die niet door gemeente en provincie worden gesteund. Voor de miliciens werden naast den geslaagden cursus in tuinbouw ook cursussen in andere vakken ge vraagd. Wat het lager onderwijs aangaat, klaagden eenige leden over te weinig ernst bij de regeëring in de vervulling: van haar grondwettelijken plicht ten de ze. Het rapport van de ineenschakelings- commissie had neg geen gevolg en in middels wordt steeds meer en meer» openbaar onderwijs in bijzonder onder wijs omgezet tot schade van de ontwikke ling des volks. Op het gedrag van ge meentebesturen, die op kunstmatige wij ze verhooging van subsidie voor bijzon dere scholen trachten te krijgen, wordt niet voldoende toezicht geoefend. Een aantal gevallen van partijdigheid bij benoemingen om godsdienstige over wegingen werden genoemd. Sommigen betreurden het oprichten van bijzondere scholen door vrijzinnigen omdat daardoor de standenschloen in' aantal toenamen. Verbetering van het stelsel van sub- sidieering werd gevraagd. Men vroeg wettelijke regeling van het voorberei dend onderwijs en subsidie. De leerplichtwet moet zoo meende inen niet slechts technisch worden herzien maar ook zoo, dat de leerplicht wordt uitgebreid. Hieromtrent waren de gevoelens evenwel verdeeld. De benoeming van den schoolopziener te Den Helder, die geen behoorlijken brief kon schrijven, achtte men «iet in het belang van het onderwijs. 's Ministers houding in zake de subsi- dieering van scholen met meer uitgebreid lager onderwijs werd afgekeurd evenais het dulden van het onderwijs geven door onbevoegden aan een R. K. school te Sluis, doch door andere leden werd de beweerde onbevoegdheid betwist. Men klaagde over partijdigheid bij' benoemingen bij een schoolopziener te Eindhoven. Ten aanzien van de vraag of de sub- sidiën aan bijzondere scholen te moeilijk af te lichtvaardig worden verleend, stond men lijnrecht tegenover elkaar. Voor het uitsluiten van de openbaar heid bij het examineeren van vrouwelijke t ca'ndidaten achtte men geen reden meer, terwijl die uitsluiting wel eens aanlei ding gaf tot geruchten omtrent onhcu- sche behandeling door examinatoren. Men vroeg oin 's ministers steun bij pogingen om het paleis op den Dam te Amsterdam, weer tot stadhuis te ma ken. Anderen voor een nieuw koninklijk paleis. Men wenschte dat dan tevens zou ge zorgd worden maatregelen tegen her haling, voor zoover mogelijk, van ram pen, als die, welke de beroemde kerk te Vlissingen deed verloren gaan. De regeling door den ministers van het archiefwezen voorgesteld vond scher pe bestrijding. Niet eenstemmig was men van mee ning, dat de verfraaiing van dp Luther- sche Kerk te 's-Gravenhage en van de Groote of St. Jacob.skerk aldaar, parti culiere gebouwen dus, voor Rijksreke ning mocht geschieden. Betreurd werd, dat aan het Kon. ka binet van schilderijen te 's-Gravenhage geen onderdirecteur is verbonden terwijl de directeur vaak buiten Den Haag is. Men wees in dit verband op de diefstal len, die in musea van het buitenland wer den gepleegd en die o.a. werden toege schreven aan verslapping van t/acht on der de opzichters. Met het oog op het ken dringend noodig is. Het is geen ambt zonder bezigheid, dat ik u aan bied, o neen Helaas! ik heb vroeger van mijn vrijen tijd zulk een slecht gebruik ge maakt, dat ik niets vuriger dan overvloed van werkzaamheden verlang. Dat helpt vergeten Breng nog één nacht hier door nergens kunt gij beter zijn. De dokter- heeft uitdrukkelijk bevolen, uwe rust niet te storenzelfs uw vriend Davimart, die dezen morgen hier geweest is, heeft men zonder mededoogen teruggezonden. Die geneesheeren zijn ware tirannen. Arme Leopold! zei Aymar, ik raad zijn onrust. Morgen zult gij gelegenheid [heb ben, hem gerust te stellen.... En hem mijn geluk mee te deelen. Gij moet hem zeggen, vervolgde Mijnheer Westner lachende, dat gij van kaarsenhandelaar smid wordt; misschien vindt hij niet, dat gij hooger op gekomen zijt. Ik zal hem zeggen, dat uwe edel moedige hand mij trekt uit den afgrond van ellende, waarin ik vervallen was en hij zal u zegenen, evenals ik het doe." De oude dienstbode van mijnheer KqqcRier jh^ad, toen zjj voor huishoudelijke destijds gebeurde met de „Nachtwacht" werd gewaarschuwd tegen het al te dicht naderen van toeschouwers bij kost bare meesterwerken. De aanbouw van een gebouwtje in den tuin van het museum-Mesdag w^rd uit aesthetisch oogpunt afgekeurd. Liever zag men een perceel in de inabijheid ge huurd om aan het plaatsgebrek tegemoet te komen. Inlichtingen werden gevraagd welke eischen door de regeering waren gesteld voor de subsidieering van openbare lees zalen. Ook wilde men weten, of reeds aanvragen waren gekomen van R. K. lees zalen. Voor muzikale ontwikkeling doet, zoo werd gezegd, de regeering te weinig. Waarom wordt steeds steun geweigerd aan het Concertgebouw te Amsterdam De kosten, door de commissie in zake de landsdrukkerij gemaakt, zijnde f3.864.51 werden wat hoog gevonden. Specificatie werd gevraagd. Jiistitie-begrooting. Het volgende wordt aan het Voorloo- pig Verslag ontleend: Verscheidene leden waren ingenomen met het beleid dat de Minister tot dus verre aan den dag heeft gelegd. De verwachting werd uitgesproken, dat de uitvoering der wet tot bestrijding der zedeloosheid den stempel zal dragen van 's Ministers warme belangstelling voor de publieke moraliteit Andere leden waren van oordeel, dat de houding door den Minister ten aan zien van de eedskwestie aangenomen, hem allerminst aanspraak geeft op hulde. Overigens konden deze leden zich ook niet vereenigen met verschillende onder deden van 's Ministers beleid, gelegen buiten het terrein der wetgeving. Door verscheidene leden werd er op gewezen, dat de afdoening van meer dan één wetsontwerp o.a. dat betreffende de administratieve rechtspraak verhin derd wordt, doordat het antwoord van den Minister op de voorloopige versla gen of andere van de Kamer uitgegane stukken op zich laat wachten. Anderzijds wordt opgemerkt, dat waar de Kamer steeds met werkzaamheden is overladen, het weinig doelmatig schijnt op nog grooteren toevoer aan te dringen. Men vroeg, in welk stadium verkeert het reeds sedert eenige jaren in bewer king zijnde wetsontwerp tot wijziging van het Eerste Boek van het Wetboek van Strafrecht Ook werd gevraagd naar de in uitzicht gestelde algeheele herziening van het Wetboek van Strafvordering. De aan dacht werd hierbij gevestigd op de groote behoefte aan een meer doelmatige berech ting van overtredingen betreffende de openbare orde op de straat. Met verlangen verklaarden eenige le den uit te zien naar de herziening van het strafrechtelijk deei der kinderwetten. Gevraagd werd of de Minister den tijd niet gekomen acht een overzicht te doen samenstellen van de werking der Kinder wetten, bepaaldelijk van den invloed der maatregelen van tucht en opvoeding op degenen, op wie ze worden toegepast en op de algemeene criminaliteit Men klaagde er over, dat een wetsont werp ter bestrijding der woonwagenplaag nog steeds op».zich laat wachten. Aangedrongen werd op enkele wijzi gingen in de wet op het Arbeidscontract. Nogmaals werd aangedrongen op par- tiëele wijzigingen in ons Burgerlijk Wet boek van betrekkelijk eenvounigen aard. Indien de Minister van oordeel is, dat gedragingen als van den ontslagen beamb te der Haagsche Tramweg-Mij., di-e lan gen tijd straffeloos een openbare straat gebruikte als terrein voor een zeer hin derlijk optreden tegen de directie dier Maatschappij, niet vallen binnen het be reik van den strafrechter, dan wenschte men een aanvulling van het strafwetboek. Ook werd strafbaarstelling gevraagd, als deze niet mocht bestaan, van den zwendel in verband met afkeuring van lo- telingen. Met leedwezen constateerde inen, dat het aangekondigde wetsontwerp tot her ziening van het auteursrecht nóg niet is ingediend. Eenig- leden meenden dat voor liet besluit tot uitzetting van Richard Bolton aangelegenheden naar Straatsburg ge gaan was, het verhaal van den brand in de fabriek van Kruif gehoord, en tevens van de gevaren, waaraan Aymar zich had blootgesteld. Maar voor dit boosaardig schepsel, dat alles ten kwade opnam en uitlegde, was de toewijdende zelfopoffe ring van den zoon van haar meester, slechts eene nieuwe dwaasheid, gevoegd bij zijne voorgaande. Het verlangen, Magdalena met het door haar vernomen nieuws in kennis te stellen, deed haar haar terugkeer zoo snel mogelijk verhaasten. Het meisje was bezig haar pleegvader voor te lezen, toen Jeanneton de kleine salon binnentrad en haar door gebaren te kennen gaf, dat zij haar even zou vol gen in de keuken. Met spijt ziende, dal Magdalena haar niet begrepen had, zeide zij eindelijk: Wil mejuffrouw even mijne uitgaven komen narakenen? Kunt gij niet tot vanavond daarmede wachten? vroeg mijnheer Koechler slecht gehumeurd. Dan zal ik alles weer vergeten zijn. Mijnheer moet weten dat op den ouden dag het geheugen ons dikwijls parten speelt. Maar als mejuffrouw absoluut niet koniep wil, zal ik we) moeten wachten. Tinsley geen goede gronden aanwezig waren, en men klaagde over de wille keur waarmede in het zuiden des lands in het mijndistrict, voortdurend perso nen over de grens worden gezet Gevraagd werd of reeds iets kan wor den medegedeeld aangaande de werking der wet tot bestrijding der zedeloosheid. Voortsof er geen reden is om Killin- gëf, door het gerechtshof in Suriname ter dood veroordeeld, welke straf is ver anderd in gevangenisstraf van vijf jaar, algeheele kwijtschelding van straf te ver leen en. Naar aanleiding van de verschijning van een door den heer Batelt, eervol ontslagen hoofd der recherche te Am- sterdam, geschreven werk, waarin deze schrijver aangaande crimineele zaken, waarmede hij in zijn ambtelijke loopbaan bemoeienis had, vertelt, niet in het be lang der recherche, maar om naar zijn oordeel aangename lectuur aan het pu bliek te verschaffen, werd gevraagd, in hoeverre een ontslagen ambtenaar de be voegdheid heeft uit zijn ambtelijke erva ring mededeelingen te doen. Nogmaals werd er op gewezen dat her haaldelijk de dagbladen berichten bevat ten over strafzaken in onderzoek en over andere justitie e.e aangelegenheden waar van het wellicht beter ware dat zij ach terwege bleven. Gevraagd werd, of naar aanleiding van de onregelmatigheden, die onlangs te 's Gravenhage bij de verkiezing van een lid voor den gemeenteraad plaats vonden, een justitieel onderzoek naar de schuld der leden van het stembureau heeft plaats gehad, welke stappen door de justitie ge daan zijn van beweerde administratieve malversatiën in de gemeente Doornspijk. Gewezen werd nog op vermeende ver keerde rechtspraak met betrekking tot de leerplichtwet en op steeds ineer voor- komeude verstoring der oide ter terecht zitting van rechts colleges. Betreffende benoeming van rechterlij ke ambtenaren, werd nog verwondering uitgesproken, ten aanzien van een paar bepaalde gevallen en verklaard dat de be noeming van mr. van Rhede van der Kloot tot rechter in den Haag veront waardiging had opgewekt en in den lan de het aanzien van en het vertrouwen in de rechterlijke macht stellig heeft ge schaad; terwijl t.a. van de oenoemmg van mr. van Dam tot kantonrechter te Amsterdam herinnerd werd dat de naam van dezen is verbonden aan het bekende voor eenige jaren te Amsterdam voorge komen geval van niet vervolging van een rijwie'dief. Betreffende het optreden der po.it e tij dens de staking te Amsterdam, wordt medegedeeld dat eenige leden den in druk hadden gekregen, dat de bescher ming van werkwilligen geheel onvoldoen de is geweest. Wederom werd de bewaking van het gebouw der Tweede Kamer tijdens de vergaderingen ter sprake gebracht. Waar bleek, dat de leden bij het verlaten van het gebouw niet onder' alle omstandig heden gevrijwaard zijn tegen demonstra ties van het publiek ter zake van het door hen in de vergadering gesprokene, rijst de vraag of de politiemacht niet ster ker behoorde te zijn dan thans. Het denk beeld werd geopperd de militaire macht te herstellen. Aangedrongen werd op meer Zondags rust voor de rijksveldwachters. Bestrijding van het mond- en klauwzeer. De minister van landbouw deelt in zijn antwoord betreffende het wetsontwerp lot verhooging van de bcgrooting van zijn departement in zake maatregelen tot be strijding van het mond- en klauwzeer mede, dat een verslag over het mond en klauwzeer bij de directie van den landbouw in bewerking is, waarin uit voerig het verloop van de ziekte en de ervaringen, met betrekking tot hare be strijding in dit jaar opgedaan, zullen wor den medegedeeld. Het is niet wel mogelijk, nu reeds een afdoend, oordeel over de resultaten te vellen en aan te geven, welk richtsnoer op grond daarvan in de toekomst moet v/orden gevolgd. Dat intusschen de toe gepaste maatregelen geen ander resuliaat zouden gehad hebben dan het wekken Magdalena stond haastig op, ten einde tusschen haar voogd en de driftige Jean neton den twist te vermijden, dien zij voorzag. Begrijpt gij dan mijne tcekens niet? zeide de oude dienstbode tot Magdalena, toen zij zich in de keuken bevonden, waarvan zij echter de deur ten halve had open gelaten. Ik heb u wat moois te ver tellen', alweer van Aymar. Groote God! Wat heeft hij gedaan? vroeg het meisje bevend. Wat hij gedaan heeft, vervolgde Jeanneton, die luid genoeg sprak, opdat mijnheer Koechler haar verstaan zou, al leen daarvan wordt gesproken in de stad, iedereen is er vol van; het schijnt dat hij het hoofd, de voeten, de handen gebrand of verbrijzeld heeft; ik weet het niet heel juist, maar misschien beide wel. Hoewel Magdalena reeds van ouds wist, hoe goed de oude dienstbode de kunst van overdrijven verstond, begreep zij evenwel, dat Aymar iets verschrikke lijks moest zijn overkomen zijn, en zij ontstelde zoo hevig, dat zij geen verdere vragen durfde stellen, terwijl hare blikken die op Jeanneton gevestigd bleven, eea levendige belangstelling uitdrukten. (Wordt ye.rv.olgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5