Aymar.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Dinsdag 7 Nov. no. 633.
Brieven uit Minnesota.
Wellicht hebben sommige lezers van
„De Leidsche Courant" al eens ge
dacht: Hóe zouden het toch die men-
schen maken, die 1.1. voorjaar onder ge
leide van den Zeereerw» Heer Pastoor
Aug. v. d. Heuvel zich naar On am ia
(Minn.) begaven, om zidh daar op den
landbouw toe te leggen.
Geachte Lezer, zij maken het goed.
'Nu zij reeds enkele maanden hier
zijn, en de vruchten zien1, welke hun kor
te arbeid reeds heeft opgeleverd, gaan
zij de toekomst met gerust hart tege
moet. De aardappelteeelt is al bijzon
der meegevallen, flinke, overvloedige
ivrucht en puike kwaliteit. Ik heb er ge
zien die van 2 tot 3 pond het stuk wo
gen. Vlak bij de pastorie ligt een veld
van ongeveer 10 acres (4 H.A.) bijna ge
heel beteeit met aardappelen.
Men schat den oogst op 1000 bushels
(1 mud is 23/4 bushel.)
Allerlei soort kool groeit hier zeld-
izaam schoon, alsmede lie soorten van
groenten. Men toonde mij allerschoon
ste mais, zeggende: .„Pather, als men
deze inais ziet, dan zou men zeggen,
dat men in Holland maar uilschot heeft."
Men heeft er mij get >nd, die van 13
tot 16 rijen korrels hadden op één aar,
en aren van een voet lang.
Dit alles, en de gedachte: toekomend
jaar, wanneer ik het land beter heb be
werkt, wanneer ik met alles beter op
;de hoogte ben, dan zal net Gods zegen
alles nog veel beter zijn, moet den ko
lonist met vertrouwen op de toekomst
vervullen, en de farmer:, die hier reeds
langer wonen, getuigen allen, dat dit
vertrouwen niet beschaamd zal worden.
Je toekomst is er zeker.
Natuurlijk zullen ze an 't jaar hun
zakken nog niet vol steken met dollars,
maar dat hebben ze zich ook niet voor
gesteld. Dit zou bij de groote uitgiaven
voor allerlei zaken, die men zich in het
begin heeft aan te schaffen, ecine on
mogelijkheid zijn. Mar de kolonisten
zien dat ze er kortten kunnen, als ze
maar niet terugschrikken voor enkele ja
ren hard werken. De hie: gevestige Ame
rikanen zijn onzen Hollanders ook goed
genegen. Reeds van het begin af toon
den zij zich bereid om hun van dienst
te zijn, waar zij dit vermochten. Den eer
sten dag echter vielen de Hollanders
den Amerikanen wel vat tegen. Hoe
dat? Zij hadden zich het Hollandsche
voorgesteld zoo?ï> zij ze soms afge
beeld gezien hadden op plaatsjes. Een
Marker visscher bijv. met groote klom
pen, wijde broek met zilveren gespen.
Maar zulk een Hollander was er niet
onder hen te vinden, hoogstens waren-
er onder hen enkelen die een paar
klompen houten schoenen zegt de
Amerikaan hadden meegebracht. De
ze hadden dan ook veel bekijks.
En. gezond is het hier ook. Dat be
wijzen de gezonde wangen der kinde
renden de fnoeders merken daarvoor nog
een ander bewijs, n.l. het brood, dat ei
ken dag naar de magen hunner lievelin
gen verhuist. Er is hier een familie: va
der, moeder en vier kinderen, die, toen
zij nog in Gelderland woonden, aan 2
broodjes van den bakker per dag al meer
dan genoeg hadden; thans bakt moeder
5 flinke brooden, zij is er van verzekerd,
dat zij zulks den anderen dag weer kan
doen.
De godsdienstzin der Hollanders is
bok onze Amerikanen tot stichting, en
men staat er waarlijk verbaasd over hoe
schoon en zuiver enkel en hunner zon-
■der begeleiding van orgel of piano des
Zondags de H. Mis zingen.
Jammer dat zij bij gebrek aan harmo
nium, het niet aandurven ook meerstem
mige stukjes t e zingen. Maar -de tijd,
dat in het gemis van dit instrument zal
voorzien worden, zal oo'c wei eens aan
breken, Tot voor korten tijd hadden wij
ook geen torenklok. Om de Hollanders
die volgens vadertandsche mode er van
FEUILLETON.
'Naar het Fransch.
33)
En wanneer lean iic bij u komen?
hernam de jongeling, buiten zich zelve
van vreugde.
Over eenige dagen, als uwe ge
zondheid en uwe zaken het u veroorloven
Mijn gezondheid Maar ik gevoel
mij niet ziek. Wat mijne zaken betreft...,
,D, ik vergat mijne schuldeischers. Mijn
vertrek zal hun doen veronderstellen,
'dat ik hen door schoone beloften heb
trachten te misleiden en zij hebben het
recht er zich tegen te verzetten.
Ik zie slechts één middel, om die
taken te regelen en wel, dat ik uw 'eeni
ge schuldeischer word ,door u de som
Voor te schieten, waardoor gij de ande
ren ve/vangen kunt.
Helaas, mijnheer, u weet niet, hoe
ver mijn dwaasheden mij gebracht heb
ben.
Is die som dan zoo groot?
Ongeveer drieduizend gulden.
Dat is precies cje jaaryyeddq, die ik
houden voor de kerkdeur een praatje te
maken, te beduiden, dat de H. Mis zou
beginnen, was er geen ander middel*
-dan dat de misdienaar eens goed met
de altaarfcel ringelde. En thans heeft
een milddadige vriend er reeds voor-
gezorgd, dat een klein, maar fijn klokje
uit het nederig torentje van Onamia's
kapelletje de geloovigen ter kerke roept,
de goddelijke diensten aankondigt, en
driemaal daags haar zilveren klanken
uitzendt der Hemelkoninginne ter eer.
fr. J. v. d. HULST
Onamia (Minnesota). Kruisheer.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Binnenlandsche Zaken.
Aan liet afdeelingsverslag van de be
grooting voor binnenlandsche zaken,
dienst 1912, is ontleend:
In de afdeelingen bleek eenerzijds de
stijging van het eindcijfer met
f 733.204.53 bij sommige leden twijfel
te doen rijzen aan de zuinigheid van den
Minister, anderzijds zijn langzaamheid
ter zake van den bouw van hooger on
der wijs-in rich tingen eenige ongerust
heid te hebben gemaakt.
Men vroeg wijziging van de kieswet,
zóó, dat de visscners en dergelijke beter
aan de verkiezingen kunnen deelnemen.
Naar aanleiding van de onregelmatig
heden, gebleken bij de Haagsche en Ara-
sterdamschc verkiezingen, werd aange
drongen op betere bezetting van de stem-
bureaux en in verband daarmee op het
beschikbaar stellen van vacantie-gelden.
Men vroeg 's Ministers meening over
het grondwettige van een vereenigling
van gemeenten.
Men vroeg, waarom de Minister niet
heeft verhinderd, dat de Amsterdamsche
winkelsluiting-verordening van kracht
werd door het verloop van den termijn,
binnen welke Ged. Staten vernietigen
konden en eveneens, waarom hij geen
termen had gevonden tusschenbeide te
komen in de bekende kwestie, of het
ambt van gemeente-advocaat vereenig-
baar is met dat van lid van Ged. Staten,
en of hij niet meent, dat de Provinciale
wet de vereeniging verhinderen moest.
Wanneer komt de Memorie van Ant
woord ter zake van het gehuwde-ambte
naressen-ontwerp
Gewezen werd op leemten in de drank
wet ten nadeel e van iogeme'iitsvergun-
ning en verlofhouders en waardoor men
een vergunning kan verliezen zonder
eigen toedoen.
Men besprak de Amsterdamsche lo
tingskwestie en vroeg maatregelen te
gen afkeurenswaardige praktijken bij de
loting te Groningen»
Alen wilde subsidie en tegemoetko
ming verleend zien aan het congres voor
zedelijke opvoeding.
Inlichtingen waren gewcnscht omtrent
de werkzaamheden van de staatscommis
sie voor drinkwatervoorziening en om
trent het vraagstuk van de wateroulttrek-
king aan den grond.
Op de gewone wijze werden de hoo-
ge kosten van het Universitair Onder
wijs besproken.
Het denkbeeld werd geopperd om
voor sómmige colleges te Utrecht en
te Leiden, die weinig in aantal zijlij
één hoogleeraar te benoemen.
Men bestreed den post voor de aan
stelling van een hoogleeraar in de ge
schiedenis van het Oostersch-Grieksoh
Christendom, o.a. op grond dat er geen
Oostersch-Grieksch Christendom zou be
staan. Doch niet allen bleken van die
meening. Hetzelfde verschil van gevoe
len heerschte omtrent de wenschelijk-
heid van een hoogleeraarstoel in de Sla
vische of in de Midden-Aziatische talen.
Verschillende leden wilden een hoog
leeraar in het volkenrecht, ook met hei
oog op het Hof van Arbitrage. Ook een
lector in de aardrijkskunde, onderwijs
in het kweeken van animale vaccine.
Men vroeg naar de toestanden in het
tandheelkundig instituut, die aanleiding
hadden gegeven tot ongeregelchec en.
Het onderwijs in de botanie aa'n de
universiteit te Groningen wilde men zien
uitgebreid.
In weerwil van de uitgeschreven iin-
uw voorganger gaf, alleen met dit vel
schil, dat hij ze niet verdiend^, teTwijl
gij ze zult weten te verdienen door trou
we en nuttige diensten.
Indien het anders mocht zijn, mijn
heer, riep Aymar uit, jaag mij dan weg,
als een ellendige onwaardige, die zoo
veel edelmoedige en welwillende goed
heid niet verdient.
Kalmte, kalmte, vervolgde mijnheer
Westner, lachend, of gij zult mij in on
min brengen met den clokter, die er mij
van beschuldigen zal, bij u de koorts op
nieuw verwekt te hebben.
01 die koorts verwijdt het hart,
geeft kracht en leven terug. Ik zal dus
mijne schuld kunnen aflossen, niet rneeT
dezen drukkenden last behoeven mee te
slepen. Over eenige jaren zal ik zelfs
in staat zijn deze groote schuld heelemaal
te niet te doen een schuld die meer dan
alle andere mijn geweten bezwaart, hoe
welwillend mijn schuldeischers zich ook
te mijnen opzichte getoond hebben
Reeds morgen, vervolgde Mijnheer
Westner, zal ik u de eerste jaarwedde
zenden. Beschik er spoedig over, op
dat wij, vrij van alle zorgen omtrent dit
punt, reeds binnen korten tijd te zamen
het werk kunnen beginnen, want ik weet,
dat ook mijne aanw.ezigliejd bij mijne ?a
ternationale prijsvraag hoopte men, dat
het vervaardigen van de glasschilderin
gen in het trappenhuis van de Gronin'g-
sche universiteit aan Nederlandsche kun
stenaars zou worden opgedragen.
Een onderzoek naar het weinig verlee-
nen van het doctoraat aan de Technische
Hoogeschool werd aanbevolen.
Aanbevolen werd de oprichting van
een schoolmuseum.
Het weigeren van h,et subsidie door
de Provinciale Staten voor het ambachts-
onderwijs te Nieuwkoop op grond,
dat het niet neutraal zou zijn, deed eejnl
debat ontstaan over de vraag, of deze
grond een goede is en voorts, of het Rijk
scholen moet subsidieeren, die niet door
gemeente en provincie worden gesteund.
Voor de miliciens werden naast den
geslaagden cursus in tuinbouw
ook cursussen in andere vakken ge
vraagd.
Wat het lager onderwijs aangaat,
klaagden eenige leden over te weinig
ernst bij de regeëring in de vervulling:
van haar grondwettelijken plicht ten de
ze. Het rapport van de ineenschakelings-
commissie had neg geen gevolg en in
middels wordt steeds meer en meer»
openbaar onderwijs in bijzonder onder
wijs omgezet tot schade van de ontwikke
ling des volks. Op het gedrag van ge
meentebesturen, die op kunstmatige wij
ze verhooging van subsidie voor bijzon
dere scholen trachten te krijgen, wordt
niet voldoende toezicht geoefend.
Een aantal gevallen van partijdigheid
bij benoemingen om godsdienstige over
wegingen werden genoemd.
Sommigen betreurden het oprichten
van bijzondere scholen door vrijzinnigen
omdat daardoor de standenschloen in'
aantal toenamen.
Verbetering van het stelsel van sub-
sidieering werd gevraagd. Men vroeg
wettelijke regeling van het voorberei
dend onderwijs en subsidie.
De leerplichtwet moet zoo meende
inen niet slechts technisch worden
herzien maar ook zoo, dat de leerplicht
wordt uitgebreid. Hieromtrent waren de
gevoelens evenwel verdeeld.
De benoeming van den schoolopziener
te Den Helder, die geen behoorlijken
brief kon schrijven, achtte men «iet in het
belang van het onderwijs.
's Ministers houding in zake de subsi-
dieering van scholen met meer uitgebreid
lager onderwijs werd afgekeurd evenais
het dulden van het onderwijs geven door
onbevoegden aan een R. K. school te
Sluis, doch door andere leden werd de
beweerde onbevoegdheid betwist.
Men klaagde over partijdigheid bij'
benoemingen bij een schoolopziener te
Eindhoven.
Ten aanzien van de vraag of de sub-
sidiën aan bijzondere scholen te moeilijk
af te lichtvaardig worden verleend, stond
men lijnrecht tegenover elkaar.
Voor het uitsluiten van de openbaar
heid bij het examineeren van vrouwelijke t
ca'ndidaten achtte men geen reden meer,
terwijl die uitsluiting wel eens aanlei
ding gaf tot geruchten omtrent onhcu-
sche behandeling door examinatoren.
Men vroeg oin 's ministers steun bij
pogingen om het paleis op den Dam te
Amsterdam, weer tot stadhuis te ma
ken. Anderen voor een nieuw koninklijk
paleis.
Men wenschte dat dan tevens zou ge
zorgd worden maatregelen tegen her
haling, voor zoover mogelijk, van ram
pen, als die, welke de beroemde kerk te
Vlissingen deed verloren gaan.
De regeling door den ministers van
het archiefwezen voorgesteld vond scher
pe bestrijding.
Niet eenstemmig was men van mee
ning, dat de verfraaiing van dp Luther-
sche Kerk te 's-Gravenhage en van de
Groote of St. Jacob.skerk aldaar, parti
culiere gebouwen dus, voor Rijksreke
ning mocht geschieden.
Betreurd werd, dat aan het Kon. ka
binet van schilderijen te 's-Gravenhage
geen onderdirecteur is verbonden terwijl
de directeur vaak buiten Den Haag is.
Men wees in dit verband op de diefstal
len, die in musea van het buitenland wer
den gepleegd en die o.a. werden toege
schreven aan verslapping van t/acht on
der de opzichters. Met het oog op het
ken dringend noodig is. Het is geen
ambt zonder bezigheid, dat ik u aan
bied, o neen
Helaas! ik heb vroeger van mijn
vrijen tijd zulk een slecht gebruik ge
maakt, dat ik niets vuriger dan overvloed
van werkzaamheden verlang. Dat helpt
vergeten
Breng nog één nacht hier door
nergens kunt gij beter zijn. De dokter-
heeft uitdrukkelijk bevolen, uwe rust niet
te storenzelfs uw vriend Davimart,
die dezen morgen hier geweest is, heeft
men zonder mededoogen teruggezonden.
Die geneesheeren zijn ware tirannen.
Arme Leopold! zei Aymar, ik raad
zijn onrust.
Morgen zult gij gelegenheid [heb
ben, hem gerust te stellen....
En hem mijn geluk mee te deelen.
Gij moet hem zeggen, vervolgde
Mijnheer Westner lachende, dat gij van
kaarsenhandelaar smid wordt; misschien
vindt hij niet, dat gij hooger op gekomen
zijt.
Ik zal hem zeggen, dat uwe edel
moedige hand mij trekt uit den afgrond
van ellende, waarin ik vervallen was en
hij zal u zegenen, evenals ik het doe."
De oude dienstbode van mijnheer
KqqcRier jh^ad, toen zjj voor huishoudelijke
destijds gebeurde met de „Nachtwacht"
werd gewaarschuwd tegen het al te
dicht naderen van toeschouwers bij kost
bare meesterwerken.
De aanbouw van een gebouwtje in den
tuin van het museum-Mesdag w^rd uit
aesthetisch oogpunt afgekeurd. Liever
zag men een perceel in de inabijheid ge
huurd om aan het plaatsgebrek tegemoet
te komen.
Inlichtingen werden gevraagd welke
eischen door de regeering waren gesteld
voor de subsidieering van openbare lees
zalen. Ook wilde men weten, of reeds
aanvragen waren gekomen van R. K. lees
zalen.
Voor muzikale ontwikkeling doet, zoo
werd gezegd, de regeering te weinig.
Waarom wordt steeds steun geweigerd
aan het Concertgebouw te Amsterdam
De kosten, door de commissie in zake
de landsdrukkerij gemaakt, zijnde
f3.864.51 werden wat hoog gevonden.
Specificatie werd gevraagd.
Jiistitie-begrooting.
Het volgende wordt aan het Voorloo-
pig Verslag ontleend:
Verscheidene leden waren ingenomen
met het beleid dat de Minister tot dus
verre aan den dag heeft gelegd.
De verwachting werd uitgesproken,
dat de uitvoering der wet tot bestrijding
der zedeloosheid den stempel zal dragen
van 's Ministers warme belangstelling
voor de publieke moraliteit
Andere leden waren van oordeel, dat
de houding door den Minister ten aan
zien van de eedskwestie aangenomen,
hem allerminst aanspraak geeft op hulde.
Overigens konden deze leden zich ook
niet vereenigen met verschillende onder
deden van 's Ministers beleid, gelegen
buiten het terrein der wetgeving.
Door verscheidene leden werd er op
gewezen, dat de afdoening van meer dan
één wetsontwerp o.a. dat betreffende
de administratieve rechtspraak verhin
derd wordt, doordat het antwoord van
den Minister op de voorloopige versla
gen of andere van de Kamer uitgegane
stukken op zich laat wachten.
Anderzijds wordt opgemerkt, dat waar
de Kamer steeds met werkzaamheden is
overladen, het weinig doelmatig schijnt
op nog grooteren toevoer aan te dringen.
Men vroeg, in welk stadium verkeert
het reeds sedert eenige jaren in bewer
king zijnde wetsontwerp tot wijziging
van het Eerste Boek van het Wetboek
van Strafrecht
Ook werd gevraagd naar de in uitzicht
gestelde algeheele herziening van het
Wetboek van Strafvordering. De aan
dacht werd hierbij gevestigd op de groote
behoefte aan een meer doelmatige berech
ting van overtredingen betreffende de
openbare orde op de straat.
Met verlangen verklaarden eenige le
den uit te zien naar de herziening van het
strafrechtelijk deei der kinderwetten.
Gevraagd werd of de Minister den tijd
niet gekomen acht een overzicht te doen
samenstellen van de werking der Kinder
wetten, bepaaldelijk van den invloed der
maatregelen van tucht en opvoeding op
degenen, op wie ze worden toegepast
en op de algemeene criminaliteit
Men klaagde er over, dat een wetsont
werp ter bestrijding der woonwagenplaag
nog steeds op».zich laat wachten.
Aangedrongen werd op enkele wijzi
gingen in de wet op het Arbeidscontract.
Nogmaals werd aangedrongen op par-
tiëele wijzigingen in ons Burgerlijk Wet
boek van betrekkelijk eenvounigen aard.
Indien de Minister van oordeel is, dat
gedragingen als van den ontslagen beamb
te der Haagsche Tramweg-Mij., di-e lan
gen tijd straffeloos een openbare straat
gebruikte als terrein voor een zeer hin
derlijk optreden tegen de directie dier
Maatschappij, niet vallen binnen het be
reik van den strafrechter, dan wenschte
men een aanvulling van het strafwetboek.
Ook werd strafbaarstelling gevraagd,
als deze niet mocht bestaan, van den
zwendel in verband met afkeuring van lo-
telingen.
Met leedwezen constateerde inen, dat
het aangekondigde wetsontwerp tot her
ziening van het auteursrecht nóg niet is
ingediend.
Eenig- leden meenden dat voor liet
besluit tot uitzetting van Richard Bolton
aangelegenheden naar Straatsburg ge
gaan was, het verhaal van den brand in
de fabriek van Kruif gehoord, en tevens
van de gevaren, waaraan Aymar zich had
blootgesteld. Maar voor dit boosaardig
schepsel, dat alles ten kwade opnam en
uitlegde, was de toewijdende zelfopoffe
ring van den zoon van haar meester,
slechts eene nieuwe dwaasheid, gevoegd
bij zijne voorgaande.
Het verlangen, Magdalena met het
door haar vernomen nieuws in kennis te
stellen, deed haar haar terugkeer zoo snel
mogelijk verhaasten.
Het meisje was bezig haar pleegvader
voor te lezen, toen Jeanneton de kleine
salon binnentrad en haar door gebaren
te kennen gaf, dat zij haar even zou vol
gen in de keuken. Met spijt ziende, dal
Magdalena haar niet begrepen had, zeide
zij eindelijk:
Wil mejuffrouw even mijne uitgaven
komen narakenen?
Kunt gij niet tot vanavond daarmede
wachten? vroeg mijnheer Koechler slecht
gehumeurd.
Dan zal ik alles weer vergeten zijn.
Mijnheer moet weten dat op den ouden
dag het geheugen ons dikwijls parten
speelt. Maar als mejuffrouw absoluut niet
koniep wil, zal ik we) moeten wachten.
Tinsley geen goede gronden aanwezig
waren, en men klaagde over de wille
keur waarmede in het zuiden des lands
in het mijndistrict, voortdurend perso
nen over de grens worden gezet
Gevraagd werd of reeds iets kan wor
den medegedeeld aangaande de werking
der wet tot bestrijding der zedeloosheid.
Voortsof er geen reden is om Killin-
gëf, door het gerechtshof in Suriname
ter dood veroordeeld, welke straf is ver
anderd in gevangenisstraf van vijf jaar,
algeheele kwijtschelding van straf te ver
leen en.
Naar aanleiding van de verschijning
van een door den heer Batelt, eervol
ontslagen hoofd der recherche te Am-
sterdam, geschreven werk, waarin deze
schrijver aangaande crimineele zaken,
waarmede hij in zijn ambtelijke loopbaan
bemoeienis had, vertelt, niet in het be
lang der recherche, maar om naar zijn
oordeel aangename lectuur aan het pu
bliek te verschaffen, werd gevraagd, in
hoeverre een ontslagen ambtenaar de be
voegdheid heeft uit zijn ambtelijke erva
ring mededeelingen te doen.
Nogmaals werd er op gewezen dat her
haaldelijk de dagbladen berichten bevat
ten over strafzaken in onderzoek en over
andere justitie e.e aangelegenheden waar
van het wellicht beter ware dat zij ach
terwege bleven.
Gevraagd werd, of naar aanleiding van
de onregelmatigheden, die onlangs te 's
Gravenhage bij de verkiezing van een lid
voor den gemeenteraad plaats vonden,
een justitieel onderzoek naar de schuld
der leden van het stembureau heeft plaats
gehad, welke stappen door de justitie ge
daan zijn van beweerde administratieve
malversatiën in de gemeente Doornspijk.
Gewezen werd nog op vermeende ver
keerde rechtspraak met betrekking tot
de leerplichtwet en op steeds ineer voor-
komeude verstoring der oide ter terecht
zitting van rechts colleges.
Betreffende benoeming van rechterlij
ke ambtenaren, werd nog verwondering
uitgesproken, ten aanzien van een paar
bepaalde gevallen en verklaard dat de be
noeming van mr. van Rhede van der
Kloot tot rechter in den Haag veront
waardiging had opgewekt en in den lan
de het aanzien van en het vertrouwen
in de rechterlijke macht stellig heeft ge
schaad; terwijl t.a. van de oenoemmg
van mr. van Dam tot kantonrechter te
Amsterdam herinnerd werd dat de naam
van dezen is verbonden aan het bekende
voor eenige jaren te Amsterdam voorge
komen geval van niet vervolging van een
rijwie'dief.
Betreffende het optreden der po.it e tij
dens de staking te Amsterdam, wordt
medegedeeld dat eenige leden den in
druk hadden gekregen, dat de bescher
ming van werkwilligen geheel onvoldoen
de is geweest.
Wederom werd de bewaking van het
gebouw der Tweede Kamer tijdens de
vergaderingen ter sprake gebracht. Waar
bleek, dat de leden bij het verlaten van
het gebouw niet onder' alle omstandig
heden gevrijwaard zijn tegen demonstra
ties van het publiek ter zake van het
door hen in de vergadering gesprokene,
rijst de vraag of de politiemacht niet ster
ker behoorde te zijn dan thans. Het denk
beeld werd geopperd de militaire macht
te herstellen.
Aangedrongen werd op meer Zondags
rust voor de rijksveldwachters.
Bestrijding van het mond- en
klauwzeer.
De minister van landbouw deelt in zijn
antwoord betreffende het wetsontwerp lot
verhooging van de bcgrooting van zijn
departement in zake maatregelen tot be
strijding van het mond- en klauwzeer
mede, dat een verslag over het mond
en klauwzeer bij de directie van den
landbouw in bewerking is, waarin uit
voerig het verloop van de ziekte en de
ervaringen, met betrekking tot hare be
strijding in dit jaar opgedaan, zullen wor
den medegedeeld.
Het is niet wel mogelijk, nu reeds een
afdoend, oordeel over de resultaten te
vellen en aan te geven, welk richtsnoer
op grond daarvan in de toekomst moet
v/orden gevolgd. Dat intusschen de toe
gepaste maatregelen geen ander resuliaat
zouden gehad hebben dan het wekken
Magdalena stond haastig op, ten einde
tusschen haar voogd en de driftige Jean
neton den twist te vermijden, dien zij
voorzag.
Begrijpt gij dan mijne tcekens niet?
zeide de oude dienstbode tot Magdalena,
toen zij zich in de keuken bevonden,
waarvan zij echter de deur ten halve had
open gelaten. Ik heb u wat moois te ver
tellen', alweer van Aymar.
Groote God! Wat heeft hij gedaan?
vroeg het meisje bevend.
Wat hij gedaan heeft, vervolgde
Jeanneton, die luid genoeg sprak, opdat
mijnheer Koechler haar verstaan zou, al
leen daarvan wordt gesproken in de stad,
iedereen is er vol van; het schijnt dat hij
het hoofd, de voeten, de handen gebrand
of verbrijzeld heeft; ik weet het niet heel
juist, maar misschien beide wel.
Hoewel Magdalena reeds van ouds
wist, hoe goed de oude dienstbode de
kunst van overdrijven verstond, begreep
zij evenwel, dat Aymar iets verschrikke
lijks moest zijn overkomen zijn, en zij
ontstelde zoo hevig, dat zij geen verdere
vragen durfde stellen, terwijl hare blikken
die op Jeanneton gevestigd bleven, eea
levendige belangstelling uitdrukten.
(Wordt ye.rv.olgd),