Uit de Pers. Aymar. Gemengd Nieuws. Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 4 Nov. no. 631. Een lied per week. No. 28 uit „De Leeuwerk". Hemelhuis. Scoorden van Muziek van jRené de Clerq. Emiel Hullebroeck. Door mjjn woning* speelt een zonnig lidit *kVoel me een kleinen koning, jn mijn grooten plicht: ftfrouw en kind te schragen op mijn sterke jeugd; Dn ze hoog te dragen in mijn vreugd! (bis) Daar op 't schouwke prijkt mijn eenig kruis fiJCees mijn engel, vrouwke, wees mijn hemel, huis. fi^ees mijn stoutste roemen, wees mijn zoetste troost, Drissche levensbloemen, krachtig kroost (bis.) mijn kind'ren! Oraag gebroken brood !Zou 'tgeluk verminderen waar de last vergroot? {Zou men armoe lijden om een mondje meer! Dch, waar menschen strijden, helpt de Heer! (bis.) De redevoering van Mr. P. J. M. Aalberse. In de tweede sectie van dea THaar- Jemschen Katholiekendag heeft mr. P. j. 1M- Aalberse eene redevoering gehouden ©ver Godsdienstzin in het openbare leven /die tot breedvoerige polemieken in Ka- itholieke bladen aanleiding heeft gegeven. De quintessens van de rede hebben wij indertijd in ons verslag medegedeeld. Met grenzenlooze verbazing verklaart jde „Tijd" van deze redevoering kennis ie hebben genomen en, vervolgt het blad. tien keeren hebben wij ons afgevraagd hoe 't christelijk of mogelijk is, dat 'n man als mr. Aalberse, wiens verdien sten wij vvèl weten te waardeeren, zich aan zulke* uitlatingen kan bezondigen. Zeer treffend onderscheidde mr. Aal- berse's redevoering zich door iets, dat haar sterk doet contrasteeren met de andere redevoeringen, welke in Ne derland en op Katholiekendagen zijn afgestoken. Het kenmerkende is hier ■de bitter polemische toon, de geweldi ge overdrijving, het persoonlijk ele ment, waardoor het geheele betoog wordt ontsierd. Mr. Aalberse doorleeft in den laat- stcn tijd moeilijke dagen en uren en dit schijnt opwindend en prikkelend op zijn gestel en zijn humeur te werken. Dat is ons nog de beste verklaring van het feit, dat hij op een Katholiekendag kan spreken, gelijk hij heeft gesproken. Het is een axioma, dat op Katholie kendagen alles zorgvuldig vermeden wordt, wat tweedracht en afgekeerd- heid kan stichten tusschcn de Katho lieken .onderling. Tegen dien gewichtigen grondregel nu heeft mr. Aalberse gezondigd en zwaar gezondigd. Het blad maakt dan eenige kantteeke- Hingen bij enkele van de meest markante passages uit mr. Aalberse's' rede en het iaarzelt niet naar aanleiding daarvan te verklaren, dat mr. Aalberse met verschrikkelijke vooroordeelen, phantasieën, wij hopen niet met dwangvoorstellingen behept is en clat hij, onder den invloed van zijn persoonlijk humeur en verbittering, al lerlei spoken en monsters ziet, waar wij veelal trouwe,, achtbare zonen der kerk, ijverige dienaren der katholieke zaak zien staan, van wie menigeen in geen enkel opzicht bij hem behoeft ach tergesteld te worden. Verderop in hetzelfde artikel wordt o. m. nog hetvolgennde gezegd: Wij vergeven mr. Aalberse gaarne FEUILLETON. Naar het Fransch. 3D Hij' gaat in een naastbijzijnd vertrek, jdat naar den trap geleidt len meCnt een gwak gekreun te hooren. - Willem, antwoord mij, roept hij luid, ik kom je halen." Ditmaal hoort hij een klank, die de laatste lettergreep van zijn naam schijnt Ite zijn daarna bemerkt hij het kind dat toen vruchtelooze poging doet, om zich op te richten. Aymar neemt het in zijne armen en Jóopt even haastig als hem zijne wanke lende krachten het veroorloven naar het raam, waar de ladder geplaatst is. Maar idit raam staat ook reeds in brand en de ladder zelf heeft reeds vlam gevat. Zielen zoovele edelmoedige pogingen dan vruchteloos zijn? Zal God niet ter jhulp komen het arme onschuldige kind ton den redder, die zich zeiven zoo moe dig heeft opgeofferd? Eensklaps herinnert Aymar zich, dat hij vanuit ,een aangrenzend vertrekje met een zijn zwakheid en onvolkomenheid, maar wat wij hem als publicist en ver dediger van de katholieke zaak en de katholieke mannen niet vergeven, zoo lang hij niet geretracteerd heeft, is, dat h ij dergelijke insinuaties durft lancee- renin deze omstandigheden, nu ieder een, die weet, wat op dit oogenblik gist en broedt in de geesten, deze niet an ders kan toepassen dan op De „Maasbode" oordeelt heel an ders. Zij trekt geducht tegen de vTijd" van leer en meent dat het blad in ver keerde dichting gaat De „Msb." ziet in mr. Aalberse haar bondgenoot, die om zijn rede hooge lof verdient. Van de rede zelve zegt het Rotterdamsche blad: Naar wij allerwege vernemen, heeft zijn rede op den Katholiekendag een uitstekenden indruk gemaakt, en wij hopen nu maar dat zijn woord onder ons effect zal hebben, want Katholie kendagen, waar alleen platonische lief desverklaringen voor het Roomsche be ginsel worden afgelegd, brengen ons niet verder. Dezulken si tijven ons volk in zijn placiede rust en maken den indrukwek- kenden heerschouw der Katholieken tot een uitgaansdag. En daarom, al zou van dien dag al leen maar dit effect blijken, dat bijv. allen, die haar rondom hun doorluchti- gen en geëerbiedigden Bisschop tegen woordig waren, de slechte bladen van 81 o n d e af aan uit hun huizen weer den, ge zoudf eens zien, hoe de „gods dienstzin", ter welker opleving men daar bijeenkwam, in onze Katholieke huisgezinnen zou toenemen. Worde dit ook door het woord van den redenaar bereikt, dan zij hem daar voor hulde gebracht. In het heden verschenen nummer van het „Katholiek Sociaal Week blad" worden eenige van de meest aan gevallen passages van mr. Aalberse's re de afgedrukt. Ter inleiding wordt het volgende gezegd Door eenigen, die niet op den Ka tholiekendag aanwezig waren, is, af gaande alleen op het verslag in de bla den, dat,hoe uitstekend ook bewerkt, natuurlijk nimmer eene redevoering juist kan weergeven, een zeer scherpe kritiek uitgeoefend. Den redenaar werd de grove, en onbewijsbare, beschuldi ging naar het hoofd geworpen, dat hij, hoewel geheel in 't algemeen spre'ken- de, bij liet hekelen van misstanden en fouten bedoelde eenige, zeer enke le, hoogstaande Katholieken met den vinger aan te wijzen. Ware dit inderdaad de bedoeling ge weest, dan zou dergelijk bedrijf niet zwaar genoeg te gispen zijn geweest, evenals men niet ernstig genoeg kan afkeuren, dat iemand een boetpredica- tio hooreude, openlijk zeggen zoude: dat was klaarblijkelijk bedoeld op A. of B. Immers wordt daardoor veelmeer die aangewezene dan de sjireker gro velijk beleedigd. Aan het slot van het zeer uitvoerig schematisch overzicht lezen wij: Zij (de redevoering) bevat niet an ders dan zeer alge in eene waar heden, in eenigszins levendigen vorm voorgedragen, terwijl zelfs de s c h ij n alsof naar bepaalde, niet aanwezige ja zelfs in een ander Bisdom wonende personen opzettelijk gewezen werd, er niet te vinden is. Wie voor zich bij enkele dier waar heden terstond aan bepaalde personen denkt, en die gedachte onmiddellijk aan het papier toevertrouwt, en door den druk vermenigvuldigt, heeft daar om nog niet het recht, een gelijke ge dachte bij den redenaar te vooronder stellen, en dit te minder waar blijkens de bijgevoegde kantteekeningen, die redenaar ook in vroegere jaren meer malen volkomen dezelfde gedachten èn mondeling èn schriftelijk uitsprak, zon der dat er toen ook maar iemand was, die meende dat hij daarmede enkele bepaalde personen wilde treffen. De vraag mag daarom gestelcl wor den, of de buitengewoon grove en be- leedigende kritiek, welke op deze rede- flinken sprong op het platdak komen kan, dat, door een steenen hek omgeven, toegang verschafte uit een ommuurde plaats van een naburig huis. Op dat platdak aangekomen, kon de jongeling ruimer ademen, terwijl Wil helm het hoofd oplichtte, dat eerst als onmachtig op den schouder van zijn be schermer rustte. Deze zet hem zachtjes op den grond, daarna neemt hij de deken, waarin hij zich gewikkeld had, scheurt die in stukken, die hij zoo stevig mogelijk aan elkaar verbindt. De afstand, die afge legd moest worden, was twintig voet en de onderneming bood zooveel te meer moeilijkheden aan, daar hij niet op de geringste medehulp behoefde te rekenen van het kind, dat wederom van alle be weging en gevoel scheen beroofd te zijn. Aymar's eerste werk was, het kind op zijn rug vast te binden door middel van zijn zakdoek en zijn das; daarna maakte hij aan het steenen hek met een stevigen knoop het soort touw vast, dat hij zich gemaakt had, en zich, evenals zijn kost baren last aan God bevelend, klom hij eerst op een pilaar van het hek en liet zich vervolgens zakken. ,Toen hij op de helft van de hoogte gekomen was, voelde hij, dat zijn touw brak; aanstonds klemt hij zich met eene hand vast aan een ijzeren haak, die zich jn zijn bereik be voering werd uitgeoefend, getuigt van onbevangenheid en christelijken zin, en of hij, die haar publiceerde, niet in ge weten verplicht is, haar wederom open lijk terug te nemen. Alweer het denkend deel der natie. De (A. R.) „Rotterdammer" drie start Met een niets ontziend fanatisme! wordt thans door Neêrland's vrijhande laren voor clen vrijhandel gestreden. Men raakt niet uitgezongen van {len lof der protectinistische zotheid. Hoogstaaqde mannen gaan voor in laatdunkende minachting voor al wat naar protectie zweemt. Sterk is wat dezer dagen werd afgeL speeld in Leidschen universitairen kring. Voor de Leidsdhe studentenvereeniging voor Sociale Lezingen trad op Mr. von Fisenne, uit den Haag, een van die be krompen voorstanders van beschermen de rechten. In debat kwam Prof. Meijers, hooglee raar aan de Leidsche universiteit, die naar het verslag in de „Nieuwe Cou ranti" meldt, onder „langdurig en har telijk applaus" der vergadering opmerk te dat hij het met den inleider eens was dat de vraagvrijhandel of protectie geen politeilce kwestie was „want elk re- delijk oordeelend Nederlan der, rechts of links, moet vóór den vrijen handel zij n." "Daarmee is dan het vonnis geveld: wie verstand heeft moet voor vrijhandel zijn. De heele breede groep van voorstan ders van beschermende rechten wordt alzoo als niet-redelijk oordeelende Ne derlanders gebrandmerkt. Het is weer die oude hooghartige geest, welke tegenstanders buiten „het denkend deel der natie" sluit. Wanneer zal die oude fanatieke libera listische Adam dood zijn? STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 3 Nov. (Vervolg. Aan de orde is de M i 1 i t i e w e t en wel artikel 67, regelende de gelegenheid tot het verkrijgen door de lotelinge'n van een bewijs van voorgeoefendheid, waardoor zij twee maanden minder oefentijd zullen krijgen in dienst. De heer Tydeman (O. L.) bestrijdt het voorgeoefend'heidstelsel, dat niet in deze wet thuis behoort, haar niet ver betert, tweeslachtigheid jn het ontwerp brengt en eert hinderpaal is voor krach- tigen opbouw van ons leger. Om begrips verwarring te voorkomen, moet men op dit oogenblik niet te veel de lichamelijke opvoeding vastkoppelen aan de jnilitie. De militie-premie, die men thans wil ge ven, wraakt spr. ten zeerste. De heer V er lie ij (U. L.) juichte het regeeringsartikel toe, alieen reeds om dat daaruit blijkt dat de regeering zich de volksontwikkeling aantrektmaar te ontkennen valt niet dat door het stel sel der regeering de eenheid van oefe ning verbroken wordt. Hij ontkent echter dat het programma der eischen een acro baten-program is. Het zal het doelweer baar maken van ons leger en het lichaam bestand maken tegen de vermoeienissen van den dienst, doen bereiken. Ook spr. wil het program echter niet in de wet opnemen. De heer Van Veen (C. H.) betoogt tegenover de bedoeling van het amende- ment-Thomson, dat er geen reden is< voor schadevergoeding aan hen, die bij het examen een ongeluk krijgen, zijnde deelneming aan dat examen een geheel vrijwillige daad van den loteling en uit sluitend in diens eigen belang. DeMinistervanOorlog, de heer Co lijn, het z.i. even hard aangevallen als veelzijdig geprezen regeeringssteisei verdedigende, zette het s.tandpunt uit een, dat bij de regeering bij 'het ontwer pen van dit artikel vooral nl. verbetering van de lichamelijke volksontwikkeling als grondslag voor een betere vorming van ons leger voor den geest stoind* Hierin ligt voldoende opgesloten en dit in pertinent antwoord aan den heer vindt, terwijl hij met de andere slechts een flarde van de deken vasthoudt. In dezen hachelijken toestand roept de jon geling uit alle kracht om hulp; helaas, zijne stem wordt niet gehoord en verliest zich te midden van het rumoer van dui zenden andere stemmen. Aymar begrijpt nu, dat hij alleen op zich zeiven bouwen moet en dat hij door wilskracht moet aanvullen, wat hem aan vreemde hulp. ontbreekt Het felle licht, door den brand veroorzaakt, vervangt bijna het daglicht; hij zoekt en kijkt, of er zich in den muur niet een steen bevindt, die een uitsteek sel vormt, om zijn voet op te plaatsen. Het is hem «.onmogelijk langen tijd in hangenden toestand te blijven; eene on uitsprekelijke vermoeidheid zal hem wel dra noodzaken den haak los te laten, dien hij nog steeds omklemd houdt. Op twee meter afstand bevindt zich een klein voor uitstekend dak; hij laat er zich oo glij den en kan nu weer ruimer ademen. ,Nu bemerkt Aymar, dat men op die plaats koopwaren had opgehoopt, die men zeker op deze manier wilde vrij waren, door den alles verwoestenden geesel vernield te worden. Op eenigen afstand bevonden zich ver scheidene op elkaar gestapelde kisten, in dien het nem maar gelukte met een sprong loven pp. die» stapel te komen, Thomson dat de regeering de 6V« maanders wil. De groote beteekCnis van de lichame lijke geoefendheid van het volk is de betere voorbereiding van het volk voor de militaire geoefendheid. Zes en een halve maand oefening met voorgeoefend heid van den loteling blijft de voor keur verdienen boven 81/2 maand zon der die vooroefening. Verkorting van den oefentijd eerst aan het einde van dien oefentijd, gelijk de heer van Vlijmen wil de, acht de Minister van militair stand punt onuitvoerbaar. Wat het program betreft zette de Mi nister uiteen, dat het slechts een ver betering is van het bestaande eischen- program voor de viermaanders. Overi gens is liet program niet te zwaan Het is al eens beproefd bij oefeningen van het regiment grenadiers en jagers met goede resultaten. Intusschen zal de Minister een kleine wijziging brengen in den eisch van het z.g. steenstooten en wil dit terug brengen van 12 tot 10 Kg. zwaarte van', den steen. De reden, waarom de Minister dit pro gramma in de wet wil opnemen, is om het te vrijwaren tegen de aanvechtingen der Kamer om er jaarlijksche wijzigingen in ts brengen. En om die reden ham'd- haaft spr. die opneming dan ook. De Minister van Binnenland- sche Zaken, de heer Heemskerk, bestrijdt het amendement Ter Laan om overal cursussen op te richten en wel om dat er geen voldoende leerkrachten te vinden zuilen zijn. Ten aanzien der ver goedingen voor ongelukken bij het exa men, sloot de Minister zich aan bij het standpunt van den heer van Veen, Dit systeem van vergoedingen zou zijn een •ongewenschte uitbreiding van het be- girp pensioenen. Een vrij scherpe gedachten wisseling ontstond tusschen den Voorzitter en den heer March ant (V. D.) die zich nadat de Voorzitter op kortheid had aan gedrongen en medegedeeid had dat ver schillende heeren van repliek hadden af gezien, het recht voorbehield om te re- pliceeren en nog amendementen in te 'dienen op de pxameneischen. Als de Voorzitter wil haasten, spr. is voor ern stige behandeling. De Voorzitter meent dat de heer Marchant hard tegenover hem is. Na eenige ophelderingen wederzijds werd dit incident gesloten en ging de heer Marchant over tot het houden zijner repliek, waarbij hij scherp criti- seerde, dat Minister Colijn, door iets in de wet op te nemen om het aan de con trole van de Kamer te ontttrekken, een verkeerde wijze van wetgeving volgt De Voorzitter wil het- artikel nog hedenmiddag afhandelen, waartegen ver schillende leden protesteeren. Het artikel zal toch niet afgehandeld kunnen worden, want zoo kondigt de heer Thomson (U. L.) o.a. aan er komen ,nog wel acht amendementen op de programma-eischen. Op een gegeven oogenblik voegt de Voorzitter den heer Ter Laan toe: gaat u 'dan op mijn plaats zitten. De voor zitter blijft aandringen op afhandeling he den van het artikel. De stemming over het artikel en dus over het programma zal eerst later plaats hebben. Men blijft echter protesteeren en de heer Marchant (V. D.) doet nu het formeele voorstel om de beraadslaging te schorsen tot Dinsdag as.. Na nog eenig verder eenigszins ver ward debat verdaagt de Voorzitter de vergadering tot a.s. Dinsdag 11 uur. Waterstaatsbegrooting. Bij het afdeelingsonderzoek van de Waterstaatsbegrooting werden een groot aantal vragen gesteld omtrent in uitvoe rig of voorbereiding zijnde werken. Geklaagd werd over het gebruik, dat de gemeentebesturen maken van hun recht tot vermindering van de snelheid der automobielen. Men vroeg om groo- tere macht aan Ged. Staten, tegen de willekeur in deze op te treden. Men vroeg inlichtingen omtrent de oorzaak van een aanrijding, in de Copernicusstraat te 's- Qravenhage, welke den dood van een dienstmeisje ten gevolge had. Eveneens was de rest gemakkelijk. Na een korte aarzeling neemt hij een schielijken sprong en het gelukt hem den afstand over te springen, die hem van de kisten scheidt; hij valt op zijn knieën en wondt zich vrij ernstig. Hij had zijn leven gewaagd. Drie minuten later bereikte hij den grond. Mijnheer Kruff was een der laatsten, dien men van den brand en van het onheil, dat zijn huis trof, verwittigd had. Weinig tijds nadat Aymar zich gewijd had aan de redding van den Jcleinen Will, was hij aangekomenmaar men wanhoopte er reeds aan, den johgen, met zijn beschermer weer te zien. De tijdelijke schade betreurde de fa brikant niet het meest, wijl zijn huis en zijne koopwaren waren verzekerdmaar het verlies van zijn kind bracht hem tot wanhoop. Mevrouw Kruff, die men vergeefs gepoogd had van de plaats van de ramp weg te voeren, ging voort met roepen op eene bijna onverstaanbare wij ze, want hare stem kon geen klank meer voortbrengen Red mijn kind. Red hem. Toen zij haar man bemerkte, scheCn een ander gevoel dan dat der smart hare opwinding te verhoogen en gaf haar te vens nieuwe kracht. Ö'j. g'J zou.dt uw. leven niet ge werd een opgaaf gevraagd van automoe biel-ongelukken in 1910 en wilde meri vervanging van keiwegen door macadam^ wegen. Ten opzichte van het rapport van dei Staatscommissie voor het spoorwegbei-; leid miste men een bepaalde conclusie ten aanzien van de vraag, op welke wijzej de exploitatie van de spoorwegen dient te geschieden. Tegen de nieuwe reglementen tot vast stelling van de dienstvoorwaarden vatf het personeel werd aangevoerd, dat zij voor te langen termijn 5 jaren —i, gelden, terwijl zij geen voldoende loons verbetering of positieverbetering bren gen. Men vroeg om een opgaaf van de 'trei nen, die op Zondag ni£j en van d|e wel ke alleen op Zondag rjjden en afschaf fing van het bezorgen van postpakket ten op Zondag. Gewenscht werd een nachttrein van! Den Haag en Amsterdam jiaar Gronin'-: gen en een morgen sneltrein' van het Zuiden naar de hoofdsteden des lands. Sommige leden meenden dat verbe tering van de positie van het hoogere: personeel der posterijen en telegrafie noodig is. Ten aanzien van de directeu ren werd op verhooging van salaris aart- gedrongen, en ten aanzien van de com miezen op sneller verhooging. Met in stemming hadden verscheidene leden' kennis genomen van 's ministers voor nemen tot verbetering van de tractemen- ten van het lagere personeel. Opnieuw werd aangedrongen op eert verbod tot het aannemen van fooien. Ver zocht werd aan de bestellers en postbo den vrij schoeisel te verstrekken. Eenige verlangden vermeerdering van de gele genheid om des Zondags te telegrafeere» en te telefoneeren. Het had enkele lederf onaangenaam getroffen, dat bij de zeel- liedenstaking te Amsterdam postkanen geëscorteerd werden door militairen. Een schip in brand? Door da gistermorgen binnengekomen mailboot „Prinses Juliana" is gerapporteerd, dat bij de Wandelaar ten Noordoosten oj> verren afstand een groot vuur is waarge nomen, waarschijnlijk van een brandend schip. Ongeluk. Donderdagavond is bij het rangeeren van spoorwagens op het terrein van de suikerfabriek te Breda die voerman Martens uit Princenhage onder een der wagens geraakt, waardoor hern een arm en een been werden verbrijzeld. Nadat een hulpverband was gelegd, is hi) onmiddellijk naar het ziekenhuis te Breda overgebracht, waar hij gistermor gen is overleden. Een aanslag. Toen Donderdag avond een zekeren R. te Rotterdam zijne woning wilde binnengaan, schoot zijn zoon met een revolver op hem, waardoor hij in zijn hals getroffen werd. De getroffene werd in een apotheek verbonden, terwijl de dader voorloopig naar een politiepost werd overgebracht Verdronken. Hef vierjarig zoon tje van den heer C. ,T. te Oudcarspel is gisteren te water geraakt en verdronken. Ontsporing. Donderdag avond ontspoorde op het rangeerterrein te Zut- phen een goederentrein, bestaande uit 23 wagens, komende van Winterswijk, op dezelfde plek waar verleden jaar ook een trein ontspoorde. De locomotief liep rechts uit het spoor en viel op haar lin kerkant in het zand. De tender viel ook om. De bagagewagen sloeg op het lin- kerspoor die op en over elkaar botsten, en voor een groot deel vernield werden, slechts een was een weinig beschadigd. Machinist, stoker, remmer en hoofdcon ducteur kwamen er als door een wonder goed af. De materieele schade is aanzien lijk. Het verkeer was bijna niet gestremd. Den heelen nacht is aan de opruiming gewerkt, maar het zal nog wel een jfaar dagen duren voor alles vrij is. De tender stond gisterochtend gedeukt op de rails. De bagagewagen werd ver sjouwd. waagd hebben voor dezen armen klei ne, neen, een vreemdeling moest dat doen een man, dien gij onwaardig be handeld, beschuldigd en vernederd hebt terwijl toch uw neef alleen schuldig was. Komaan vrouw, zwijg, antwoordde Kruff, zijn wij niet reeds ongelukkig ge noeg? Ware ik vroeger gekomen, dan zou niet mijnheer Koechler zijn leven: gewaagd hebben voor onzen kleinen Will maar ik zelf zou het gedaan hebben. Welnu, wie weerhoudt u? vervolg de de jonge vrouw. Helaas, het is te Iaat. Waarvoor het aantal slachtoffers nog vermeerde- ren Mijnheer Koeclhler neen, die heeft dat niet gezegd, maar hij heeft zich moe dig blootgesteld. Ja, maar hij is niet terug gekomen. Mijnheer Kruff trachtte nu zijn vrouw te overreden, deze plaats van verwoes ting te verlaten en met haar vader mee te gaan, die haar reeds had willen mee nemen. Zij weigerde hardne'k'king en na dat haar "man," niet geduldig van natuur, en nog meer verbitterd door zijn ver driet, gepoogd had haar te diwingien, verzette zij zich nog met eene wanho pige .weigering. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 9