Uit de Pers.
Aymar.
Gemengd Nieuws.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 4 Nov. no. 631.
Een lied per week.
No. 28 uit „De Leeuwerk".
Hemelhuis.
Scoorden van Muziek van
jRené de Clerq. Emiel Hullebroeck.
Door mjjn woning* speelt een zonnig lidit
*kVoel me een kleinen koning, jn mijn
grooten plicht:
ftfrouw en kind te schragen op mijn
sterke jeugd;
Dn ze hoog te dragen in mijn vreugd! (bis)
Daar op 't schouwke prijkt mijn eenig kruis
fiJCees mijn engel, vrouwke, wees mijn
hemel, huis.
fi^ees mijn stoutste roemen, wees mijn
zoetste troost,
Drissche levensbloemen, krachtig kroost
(bis.)
mijn kind'ren! Oraag gebroken brood
!Zou 'tgeluk verminderen waar de last
vergroot?
{Zou men armoe lijden om een mondje
meer!
Dch, waar menschen strijden, helpt
de Heer! (bis.)
De redevoering van Mr. P. J. M.
Aalberse.
In de tweede sectie van dea THaar-
Jemschen Katholiekendag heeft mr. P. j.
1M- Aalberse eene redevoering gehouden
©ver Godsdienstzin in het openbare leven
/die tot breedvoerige polemieken in Ka-
itholieke bladen aanleiding heeft gegeven.
De quintessens van de rede hebben wij
indertijd in ons verslag medegedeeld.
Met grenzenlooze verbazing verklaart
jde „Tijd" van deze redevoering kennis
ie hebben genomen en, vervolgt het blad.
tien keeren hebben wij ons afgevraagd
hoe 't christelijk of mogelijk is, dat 'n
man als mr. Aalberse, wiens verdien
sten wij vvèl weten te waardeeren, zich
aan zulke* uitlatingen kan bezondigen.
Zeer treffend onderscheidde mr. Aal-
berse's redevoering zich door iets, dat
haar sterk doet contrasteeren met
de andere redevoeringen, welke in Ne
derland en op Katholiekendagen zijn
afgestoken. Het kenmerkende is hier
■de bitter polemische toon, de geweldi
ge overdrijving, het persoonlijk ele
ment, waardoor het geheele betoog
wordt ontsierd.
Mr. Aalberse doorleeft in den laat-
stcn tijd moeilijke dagen en uren en dit
schijnt opwindend en prikkelend op
zijn gestel en zijn humeur te werken.
Dat is ons nog de beste verklaring van
het feit, dat hij op een Katholiekendag
kan spreken, gelijk hij heeft gesproken.
Het is een axioma, dat op Katholie
kendagen alles zorgvuldig vermeden
wordt, wat tweedracht en afgekeerd-
heid kan stichten tusschcn de Katho
lieken .onderling.
Tegen dien gewichtigen grondregel
nu heeft mr. Aalberse gezondigd en
zwaar gezondigd.
Het blad maakt dan eenige kantteeke-
Hingen bij enkele van de meest markante
passages uit mr. Aalberse's' rede en het
iaarzelt niet naar aanleiding daarvan te
verklaren,
dat mr. Aalberse met verschrikkelijke
vooroordeelen, phantasieën, wij hopen
niet met dwangvoorstellingen behept is
en clat hij, onder den invloed van zijn
persoonlijk humeur en verbittering, al
lerlei spoken en monsters ziet, waar
wij veelal trouwe,, achtbare zonen der
kerk, ijverige dienaren der katholieke
zaak zien staan, van wie menigeen in
geen enkel opzicht bij hem behoeft ach
tergesteld te worden.
Verderop in hetzelfde artikel wordt o.
m. nog hetvolgennde gezegd:
Wij vergeven mr. Aalberse gaarne
FEUILLETON.
Naar het Fransch.
3D
Hij' gaat in een naastbijzijnd vertrek,
jdat naar den trap geleidt len meCnt een
gwak gekreun te hooren.
- Willem, antwoord mij, roept hij
luid, ik kom je halen."
Ditmaal hoort hij een klank, die de
laatste lettergreep van zijn naam schijnt
Ite zijn daarna bemerkt hij het kind dat
toen vruchtelooze poging doet, om zich op
te richten.
Aymar neemt het in zijne armen en
Jóopt even haastig als hem zijne wanke
lende krachten het veroorloven naar het
raam, waar de ladder geplaatst is. Maar
idit raam staat ook reeds in brand en de
ladder zelf heeft reeds vlam gevat.
Zielen zoovele edelmoedige pogingen
dan vruchteloos zijn? Zal God niet ter
jhulp komen het arme onschuldige kind
ton den redder, die zich zeiven zoo moe
dig heeft opgeofferd?
Eensklaps herinnert Aymar zich, dat hij
vanuit ,een aangrenzend vertrekje met een
zijn zwakheid en onvolkomenheid,
maar wat wij hem als publicist en ver
dediger van de katholieke zaak en de
katholieke mannen niet vergeven, zoo
lang hij niet geretracteerd heeft, is, dat
h ij dergelijke insinuaties durft lancee-
renin deze omstandigheden, nu ieder
een, die weet, wat op dit oogenblik gist
en broedt in de geesten, deze niet an
ders kan toepassen dan op
De „Maasbode" oordeelt heel an
ders. Zij trekt geducht tegen de vTijd"
van leer en meent dat het blad in ver
keerde dichting gaat De „Msb." ziet
in mr. Aalberse haar bondgenoot, die om
zijn rede hooge lof verdient. Van de rede
zelve zegt het Rotterdamsche blad:
Naar wij allerwege vernemen, heeft
zijn rede op den Katholiekendag een
uitstekenden indruk gemaakt, en wij
hopen nu maar dat zijn woord onder
ons effect zal hebben, want Katholie
kendagen, waar alleen platonische lief
desverklaringen voor het Roomsche be
ginsel worden afgelegd, brengen ons
niet verder.
Dezulken si tijven ons volk in zijn
placiede rust en maken den indrukwek-
kenden heerschouw der Katholieken
tot een uitgaansdag.
En daarom, al zou van dien dag al
leen maar dit effect blijken, dat bijv.
allen, die haar rondom hun doorluchti-
gen en geëerbiedigden Bisschop tegen
woordig waren, de slechte bladen van
81 o n d e af aan uit hun huizen weer
den, ge zoudf eens zien, hoe de „gods
dienstzin", ter welker opleving men
daar bijeenkwam, in onze Katholieke
huisgezinnen zou toenemen.
Worde dit ook door het woord van
den redenaar bereikt, dan zij hem daar
voor hulde gebracht.
In het heden verschenen nummer van
het „Katholiek Sociaal Week
blad" worden eenige van de meest aan
gevallen passages van mr. Aalberse's re
de afgedrukt. Ter inleiding wordt het
volgende gezegd
Door eenigen, die niet op den Ka
tholiekendag aanwezig waren, is, af
gaande alleen op het verslag in de bla
den, dat,hoe uitstekend ook bewerkt,
natuurlijk nimmer eene redevoering
juist kan weergeven, een zeer scherpe
kritiek uitgeoefend. Den redenaar werd
de grove, en onbewijsbare, beschuldi
ging naar het hoofd geworpen, dat hij,
hoewel geheel in 't algemeen spre'ken-
de, bij liet hekelen van misstanden en
fouten bedoelde eenige, zeer enke
le, hoogstaande Katholieken met den
vinger aan te wijzen.
Ware dit inderdaad de bedoeling ge
weest, dan zou dergelijk bedrijf niet
zwaar genoeg te gispen zijn geweest,
evenals men niet ernstig genoeg kan
afkeuren, dat iemand een boetpredica-
tio hooreude, openlijk zeggen zoude:
dat was klaarblijkelijk bedoeld op A. of
B. Immers wordt daardoor veelmeer
die aangewezene dan de sjireker gro
velijk beleedigd.
Aan het slot van het zeer uitvoerig
schematisch overzicht lezen wij:
Zij (de redevoering) bevat niet an
ders dan zeer alge in eene waar
heden, in eenigszins levendigen vorm
voorgedragen, terwijl zelfs de s c h ij n
alsof naar bepaalde, niet aanwezige
ja zelfs in een ander Bisdom wonende
personen opzettelijk gewezen werd, er
niet te vinden is.
Wie voor zich bij enkele dier waar
heden terstond aan bepaalde personen
denkt, en die gedachte onmiddellijk
aan het papier toevertrouwt, en door
den druk vermenigvuldigt, heeft daar
om nog niet het recht, een gelijke ge
dachte bij den redenaar te vooronder
stellen, en dit te minder waar blijkens
de bijgevoegde kantteekeningen, die
redenaar ook in vroegere jaren meer
malen volkomen dezelfde gedachten èn
mondeling èn schriftelijk uitsprak, zon
der dat er toen ook maar iemand was,
die meende dat hij daarmede enkele
bepaalde personen wilde treffen.
De vraag mag daarom gestelcl wor
den, of de buitengewoon grove en be-
leedigende kritiek, welke op deze rede-
flinken sprong op het platdak komen
kan, dat, door een steenen hek omgeven,
toegang verschafte uit een ommuurde
plaats van een naburig huis.
Op dat platdak aangekomen, kon de
jongeling ruimer ademen, terwijl Wil
helm het hoofd oplichtte, dat eerst als
onmachtig op den schouder van zijn be
schermer rustte. Deze zet hem zachtjes
op den grond, daarna neemt hij de deken,
waarin hij zich gewikkeld had, scheurt
die in stukken, die hij zoo stevig mogelijk
aan elkaar verbindt. De afstand, die afge
legd moest worden, was twintig voet en
de onderneming bood zooveel te meer
moeilijkheden aan, daar hij niet op de
geringste medehulp behoefde te rekenen
van het kind, dat wederom van alle be
weging en gevoel scheen beroofd te zijn.
Aymar's eerste werk was, het kind op
zijn rug vast te binden door middel van
zijn zakdoek en zijn das; daarna maakte
hij aan het steenen hek met een stevigen
knoop het soort touw vast, dat hij zich
gemaakt had, en zich, evenals zijn kost
baren last aan God bevelend, klom hij
eerst op een pilaar van het hek en liet
zich vervolgens zakken. ,Toen hij op de
helft van de hoogte gekomen was, voelde
hij, dat zijn touw brak; aanstonds klemt
hij zich met eene hand vast aan een
ijzeren haak, die zich jn zijn bereik be
voering werd uitgeoefend, getuigt van
onbevangenheid en christelijken zin, en
of hij, die haar publiceerde, niet in ge
weten verplicht is, haar wederom open
lijk terug te nemen.
Alweer het denkend deel der natie.
De (A. R.) „Rotterdammer" drie
start
Met een niets ontziend fanatisme!
wordt thans door Neêrland's vrijhande
laren voor clen vrijhandel gestreden.
Men raakt niet uitgezongen van {len
lof der protectinistische zotheid.
Hoogstaaqde mannen gaan voor in
laatdunkende minachting voor al wat
naar protectie zweemt.
Sterk is wat dezer dagen werd afgeL
speeld in Leidschen universitairen kring.
Voor de Leidsdhe studentenvereeniging
voor Sociale Lezingen trad op Mr. von
Fisenne, uit den Haag, een van die be
krompen voorstanders van beschermen
de rechten.
In debat kwam Prof. Meijers, hooglee
raar aan de Leidsche universiteit, die
naar het verslag in de „Nieuwe Cou
ranti" meldt, onder „langdurig en har
telijk applaus" der vergadering opmerk
te dat hij het met den inleider eens was
dat de vraagvrijhandel of protectie geen
politeilce kwestie was „want elk re-
delijk oordeelend Nederlan
der, rechts of links, moet vóór
den vrijen handel zij n."
"Daarmee is dan het vonnis geveld:
wie verstand heeft moet voor vrijhandel
zijn.
De heele breede groep van voorstan
ders van beschermende rechten wordt
alzoo als niet-redelijk oordeelende Ne
derlanders gebrandmerkt.
Het is weer die oude hooghartige
geest, welke tegenstanders buiten „het
denkend deel der natie" sluit.
Wanneer zal die oude fanatieke libera
listische Adam dood zijn?
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Vrijdag 3 Nov. (Vervolg.
Aan de orde is de M i 1 i t i e w e t en
wel artikel 67, regelende de gelegenheid
tot het verkrijgen door de lotelinge'n
van een bewijs van voorgeoefendheid,
waardoor zij twee maanden minder
oefentijd zullen krijgen in dienst.
De heer Tydeman (O. L.) bestrijdt
het voorgeoefend'heidstelsel, dat niet in
deze wet thuis behoort, haar niet ver
betert, tweeslachtigheid jn het ontwerp
brengt en eert hinderpaal is voor krach-
tigen opbouw van ons leger. Om begrips
verwarring te voorkomen, moet men op
dit oogenblik niet te veel de lichamelijke
opvoeding vastkoppelen aan de jnilitie.
De militie-premie, die men thans wil ge
ven, wraakt spr. ten zeerste.
De heer V er lie ij (U. L.) juichte het
regeeringsartikel toe, alieen reeds om
dat daaruit blijkt dat de regeering zich
de volksontwikkeling aantrektmaar te
ontkennen valt niet dat door het stel
sel der regeering de eenheid van oefe
ning verbroken wordt. Hij ontkent echter
dat het programma der eischen een acro
baten-program is. Het zal het doelweer
baar maken van ons leger en het lichaam
bestand maken tegen de vermoeienissen
van den dienst, doen bereiken. Ook spr.
wil het program echter niet in de wet
opnemen.
De heer Van Veen (C. H.) betoogt
tegenover de bedoeling van het amende-
ment-Thomson, dat er geen reden is<
voor schadevergoeding aan hen, die bij
het examen een ongeluk krijgen, zijnde
deelneming aan dat examen een geheel
vrijwillige daad van den loteling en uit
sluitend in diens eigen belang.
DeMinistervanOorlog, de heer
Co lijn, het z.i. even hard aangevallen
als veelzijdig geprezen regeeringssteisei
verdedigende, zette het s.tandpunt uit
een, dat bij de regeering bij 'het ontwer
pen van dit artikel vooral nl. verbetering
van de lichamelijke volksontwikkeling
als grondslag voor een betere vorming
van ons leger voor den geest stoind*
Hierin ligt voldoende opgesloten en
dit in pertinent antwoord aan den heer
vindt, terwijl hij met de andere slechts
een flarde van de deken vasthoudt. In
dezen hachelijken toestand roept de jon
geling uit alle kracht om hulp; helaas,
zijne stem wordt niet gehoord en verliest
zich te midden van het rumoer van dui
zenden andere stemmen. Aymar begrijpt
nu, dat hij alleen op zich zeiven bouwen
moet en dat hij door wilskracht moet
aanvullen, wat hem aan vreemde hulp.
ontbreekt Het felle licht, door den brand
veroorzaakt, vervangt bijna het daglicht;
hij zoekt en kijkt, of er zich in den muur
niet een steen bevindt, die een uitsteek
sel vormt, om zijn voet op te plaatsen.
Het is hem «.onmogelijk langen tijd in
hangenden toestand te blijven; eene on
uitsprekelijke vermoeidheid zal hem wel
dra noodzaken den haak los te laten, dien
hij nog steeds omklemd houdt. Op twee
meter afstand bevindt zich een klein voor
uitstekend dak; hij laat er zich oo glij
den en kan nu weer ruimer ademen.
,Nu bemerkt Aymar, dat men op die
plaats koopwaren had opgehoopt, die
men zeker op deze manier wilde vrij
waren, door den alles verwoestenden
geesel vernield te worden.
Op eenigen afstand bevonden zich ver
scheidene op elkaar gestapelde kisten, in
dien het nem maar gelukte met een
sprong loven pp. die» stapel te komen,
Thomson dat de regeering de 6V«
maanders wil.
De groote beteekCnis van de lichame
lijke geoefendheid van het volk is de
betere voorbereiding van het volk voor
de militaire geoefendheid. Zes en een
halve maand oefening met voorgeoefend
heid van den loteling blijft de voor
keur verdienen boven 81/2 maand zon
der die vooroefening. Verkorting van den
oefentijd eerst aan het einde van dien
oefentijd, gelijk de heer van Vlijmen wil
de, acht de Minister van militair stand
punt onuitvoerbaar.
Wat het program betreft zette de Mi
nister uiteen, dat het slechts een ver
betering is van het bestaande eischen-
program voor de viermaanders. Overi
gens is liet program niet te zwaan Het is
al eens beproefd bij oefeningen van het
regiment grenadiers en jagers met goede
resultaten. Intusschen zal de Minister
een kleine wijziging brengen in den eisch
van het z.g. steenstooten en wil dit terug
brengen van 12 tot 10 Kg. zwaarte van',
den steen.
De reden, waarom de Minister dit pro
gramma in de wet wil opnemen, is om
het te vrijwaren tegen de aanvechtingen
der Kamer om er jaarlijksche wijzigingen
in ts brengen. En om die reden ham'd-
haaft spr. die opneming dan ook.
De Minister van Binnenland-
sche Zaken, de heer Heemskerk,
bestrijdt het amendement Ter Laan om
overal cursussen op te richten en wel om
dat er geen voldoende leerkrachten te
vinden zuilen zijn. Ten aanzien der ver
goedingen voor ongelukken bij het exa
men, sloot de Minister zich aan bij het
standpunt van den heer van Veen, Dit
systeem van vergoedingen zou zijn een
•ongewenschte uitbreiding van het be-
girp pensioenen.
Een vrij scherpe gedachten wisseling
ontstond tusschen den Voorzitter en
den heer March ant (V. D.) die zich
nadat de Voorzitter op kortheid had aan
gedrongen en medegedeeid had dat ver
schillende heeren van repliek hadden af
gezien, het recht voorbehield om te re-
pliceeren en nog amendementen in te
'dienen op de pxameneischen. Als de
Voorzitter wil haasten, spr. is voor ern
stige behandeling.
De Voorzitter meent dat de heer
Marchant hard tegenover hem is.
Na eenige ophelderingen wederzijds
werd dit incident gesloten en ging de
heer Marchant over tot het houden
zijner repliek, waarbij hij scherp criti-
seerde, dat Minister Colijn, door iets in
de wet op te nemen om het aan de con
trole van de Kamer te ontttrekken, een
verkeerde wijze van wetgeving volgt
De Voorzitter wil het- artikel nog
hedenmiddag afhandelen, waartegen ver
schillende leden protesteeren.
Het artikel zal toch niet afgehandeld
kunnen worden, want zoo kondigt
de heer Thomson (U. L.) o.a. aan
er komen ,nog wel acht amendementen op
de programma-eischen.
Op een gegeven oogenblik voegt de
Voorzitter den heer Ter Laan toe:
gaat u 'dan op mijn plaats zitten. De voor
zitter blijft aandringen op afhandeling he
den van het artikel. De stemming over
het artikel en dus over het programma
zal eerst later plaats hebben.
Men blijft echter protesteeren en de
heer Marchant (V. D.) doet nu het
formeele voorstel om de beraadslaging te
schorsen tot Dinsdag as..
Na nog eenig verder eenigszins ver
ward debat verdaagt de Voorzitter
de vergadering tot a.s. Dinsdag 11 uur.
Waterstaatsbegrooting.
Bij het afdeelingsonderzoek van de
Waterstaatsbegrooting werden een groot
aantal vragen gesteld omtrent in uitvoe
rig of voorbereiding zijnde werken.
Geklaagd werd over het gebruik, dat
de gemeentebesturen maken van hun
recht tot vermindering van de snelheid
der automobielen. Men vroeg om groo-
tere macht aan Ged. Staten, tegen de
willekeur in deze op te treden. Men vroeg
inlichtingen omtrent de oorzaak van een
aanrijding, in de Copernicusstraat te 's-
Qravenhage, welke den dood van een
dienstmeisje ten gevolge had. Eveneens
was de rest gemakkelijk.
Na een korte aarzeling neemt hij een
schielijken sprong en het gelukt hem
den afstand over te springen, die hem
van de kisten scheidt; hij valt op zijn
knieën en wondt zich vrij ernstig. Hij
had zijn leven gewaagd. Drie minuten
later bereikte hij den grond.
Mijnheer Kruff was een der laatsten,
dien men van den brand en van het
onheil, dat zijn huis trof, verwittigd had.
Weinig tijds nadat Aymar zich gewijd
had aan de redding van den Jcleinen
Will, was hij aangekomenmaar men
wanhoopte er reeds aan, den johgen,
met zijn beschermer weer te zien.
De tijdelijke schade betreurde de fa
brikant niet het meest, wijl zijn huis en
zijne koopwaren waren verzekerdmaar
het verlies van zijn kind bracht hem
tot wanhoop. Mevrouw Kruff, die men
vergeefs gepoogd had van de plaats van
de ramp weg te voeren, ging voort met
roepen op eene bijna onverstaanbare wij
ze, want hare stem kon geen klank meer
voortbrengen
Red mijn kind. Red hem.
Toen zij haar man bemerkte, scheCn
een ander gevoel dan dat der smart hare
opwinding te verhoogen en gaf haar te
vens nieuwe kracht.
Ö'j. g'J zou.dt uw. leven niet ge
werd een opgaaf gevraagd van automoe
biel-ongelukken in 1910 en wilde meri
vervanging van keiwegen door macadam^
wegen.
Ten opzichte van het rapport van dei
Staatscommissie voor het spoorwegbei-;
leid miste men een bepaalde conclusie
ten aanzien van de vraag, op welke wijzej
de exploitatie van de spoorwegen dient
te geschieden.
Tegen de nieuwe reglementen tot vast
stelling van de dienstvoorwaarden vatf
het personeel werd aangevoerd, dat zij
voor te langen termijn 5 jaren —i,
gelden, terwijl zij geen voldoende loons
verbetering of positieverbetering bren
gen.
Men vroeg om een opgaaf van de 'trei
nen, die op Zondag ni£j en van d|e wel
ke alleen op Zondag rjjden en afschaf
fing van het bezorgen van postpakket
ten op Zondag.
Gewenscht werd een nachttrein van!
Den Haag en Amsterdam jiaar Gronin'-:
gen en een morgen sneltrein' van het
Zuiden naar de hoofdsteden des lands.
Sommige leden meenden dat verbe
tering van de positie van het hoogere:
personeel der posterijen en telegrafie
noodig is. Ten aanzien van de directeu
ren werd op verhooging van salaris aart-
gedrongen, en ten aanzien van de com
miezen op sneller verhooging. Met in
stemming hadden verscheidene leden'
kennis genomen van 's ministers voor
nemen tot verbetering van de tractemen-
ten van het lagere personeel.
Opnieuw werd aangedrongen op eert
verbod tot het aannemen van fooien. Ver
zocht werd aan de bestellers en postbo
den vrij schoeisel te verstrekken. Eenige
verlangden vermeerdering van de gele
genheid om des Zondags te telegrafeere»
en te telefoneeren. Het had enkele lederf
onaangenaam getroffen, dat bij de zeel-
liedenstaking te Amsterdam postkanen
geëscorteerd werden door militairen.
Een schip in brand? Door da
gistermorgen binnengekomen mailboot
„Prinses Juliana" is gerapporteerd, dat
bij de Wandelaar ten Noordoosten oj>
verren afstand een groot vuur is waarge
nomen, waarschijnlijk van een brandend
schip.
Ongeluk. Donderdagavond is bij
het rangeeren van spoorwagens op het
terrein van de suikerfabriek te Breda die
voerman Martens uit Princenhage onder
een der wagens geraakt, waardoor hern
een arm en een been werden verbrijzeld.
Nadat een hulpverband was gelegd, is
hi) onmiddellijk naar het ziekenhuis te
Breda overgebracht, waar hij gistermor
gen is overleden.
Een aanslag. Toen Donderdag
avond een zekeren R. te Rotterdam zijne
woning wilde binnengaan, schoot zijn
zoon met een revolver op hem, waardoor
hij in zijn hals getroffen werd.
De getroffene werd in een apotheek
verbonden, terwijl de dader voorloopig
naar een politiepost werd overgebracht
Verdronken. Hef vierjarig zoon
tje van den heer C. ,T. te Oudcarspel is
gisteren te water geraakt en verdronken.
Ontsporing. Donderdag avond
ontspoorde op het rangeerterrein te Zut-
phen een goederentrein, bestaande uit
23 wagens, komende van Winterswijk, op
dezelfde plek waar verleden jaar ook een
trein ontspoorde. De locomotief liep
rechts uit het spoor en viel op haar lin
kerkant in het zand. De tender viel ook
om. De bagagewagen sloeg op het lin-
kerspoor die op en over elkaar botsten,
en voor een groot deel vernield werden,
slechts een was een weinig beschadigd.
Machinist, stoker, remmer en hoofdcon
ducteur kwamen er als door een wonder
goed af. De materieele schade is aanzien
lijk. Het verkeer was bijna niet gestremd.
Den heelen nacht is aan de opruiming
gewerkt, maar het zal nog wel een jfaar
dagen duren voor alles vrij is.
De tender stond gisterochtend gedeukt
op de rails. De bagagewagen werd ver
sjouwd.
waagd hebben voor dezen armen klei
ne, neen, een vreemdeling moest dat
doen een man, dien gij onwaardig be
handeld, beschuldigd en vernederd hebt
terwijl toch uw neef alleen schuldig was.
Komaan vrouw, zwijg, antwoordde
Kruff, zijn wij niet reeds ongelukkig ge
noeg? Ware ik vroeger gekomen, dan
zou niet mijnheer Koechler zijn leven:
gewaagd hebben voor onzen kleinen Will
maar ik zelf zou het gedaan hebben.
Welnu, wie weerhoudt u? vervolg
de de jonge vrouw.
Helaas, het is te Iaat. Waarvoor
het aantal slachtoffers nog vermeerde-
ren
Mijnheer Koeclhler neen, die heeft
dat niet gezegd, maar hij heeft zich moe
dig blootgesteld.
Ja, maar hij is niet terug gekomen.
Mijnheer Kruff trachtte nu zijn vrouw
te overreden, deze plaats van verwoes
ting te verlaten en met haar vader mee
te gaan, die haar reeds had willen mee
nemen. Zij weigerde hardne'k'king en na
dat haar "man," niet geduldig van natuur,
en nog meer verbitterd door zijn ver
driet, gepoogd had haar te diwingien,
verzette zij zich nog met eene wanho
pige .weigering.
(Wordt vervolgd).