Aymar.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Donderdag 2 Nov. no. 629.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
De Milltiewet. Vrijstelling van geeste
lijkenen kostwinners. - Anti-clericaal-gedoe
Vrijdagmiddag van de vorige week
Jieeft Duys de discussies ingeluid over
lart. 21 met een aanval op de vrijstelling
van geestelijken van den militairen
Idienst. Dinsdagmiddag en avond heeft
Ide Kamer over niets anders gepraat dan
over deze vrijstelling en die van kostwin
ners en eerst moest de dag van gisteren
aanbreken alvorens eene beslissing viel.
[Met het resultaat?
Och, er is een oud drieregelig rijmpje,
dat zoo uitstekend van toepassing is op
al die breed-uitgesponnen discussies":
Ze dronken een glas,
En lieten de zaak, zooals die was.
Het anti-clericalisme zit echter bij de
socialisten en bij 'n deel der vrijzinnigen
zoozeer ingeroest, dat zij elke gelegen
heid aangrijpen om aan hun anti-gods
dienstige gevoelens uiting te geven.
Alleen van dat standpunt kan de op
positie van de socialisten en een deel
der vrijzinnigen verklaard worden. Met
de vrijstelling der geestelijken was de
IRegeering gebleven in de lijn van het
compromis van 1898, waarbij ongeveer
hetzelfde werd bepaald. Dat voorstel
werd in 1898 verdedigd door kopstuk
ken van de liberale partijen als Goeman
Borgesius, van Gilse en Veegens, omdat
men rekening wilde houden met de ge
gronde gemoedsbezwaren, niet van en
kele personen, maar van een groot ge
deelte van het Nederlandsche volk van
'de Katholieken.
Voor die gemoedsbezwaren hebben de
socialisten geen ooren en ofschoon zij
.wilden beweren dat hun amendementen
op zuiver zakelijke gronden berusten, de
rede van den heer Duys met haar tal
rijke hatelijkheden tegen en schimpscheu-
{ten op den godsdienst en wat daarmede
verband houdt bewees het tegendeel. De
5taat, betoogde Duys, is souverein, ook
over de Kerk, m. a. w. de Kerk moet zich
onderwerpen aan dq wetten van den
Staat. Deze meening is in lijnrechten
striid met onze opvatting, doch past ge
heel in het kader van de socalistische en
liberale begrippen.
Met groote meerderheid heeft de Ka
mer echter het amendement der socialis
ten om de vrijstelling voor de geestelij
ken te schrappen, servvorpen. De 14 voor
stemmers waren de oud-liberaal van Fo-
reesr, vijf Unieliberalen Smeenge, Lief-
tiuck, Roessingh, Jannink en de Jongh,
de vrijzinnig-democraat Smidt en de ze
ven socialisten. Al deze heeren bene
vens de vrijzinnig democraat Vorsterman
van Oyen stemden ook voor een amen
dement om de theologanten (degenen
die voor geestelijken studeeren) tot den
militairen dienst te verplichten.
Na een warmen strijd heeft de Minister
eveneens de vrijstelling van kostwinners
in de wet gekregen. Zijn krachtigst argu
ment daarbij was de groote kosten voor
het stelsel vergoeding dat thans wordt
gevolgd. Drie a vier ton zijn met deze re-
geiing gemoeid, welk geld de Minister uit
spaart als hij de kostwinners van den mi
litairen dienst geheel vrijstelt. Bovendien
is deze vrijstelling zeer in het belang der
betrokkenen.
Stel b.v. een weduwe wordt met haar
gezin onderhouden door haar zoon, die
voor haar een zaak drijft, dan zal deze
jonge man nu van den dienst kunnen
ontheven worden, hetgeen méér in Jiet
belang van het gezin is als de vergoeding!
van f 1 per dag. Tegen cfe vrijstelling
van kostwinners verklaarden zich 20 le
den w.o. van de Katholieken de heeren
Arts, Fruytier, Beckers, de Ram en Jans
sen, alsmede de heer Van Idsinga (C.
jH.) De socialisten stemden bij art. 33
vóór de vrijstelling omdat zij op art. 33
een amendement hadden ingediend, waar
van de uitwerking ongeveer dezelfde zou
FEUILLETON.
Naar het Fransch.
29>
Zuchtend en minder voldaan gestemd
verliet hij het huis van zijn vriend en
ging doelloos in de straten ronddwalen;
.want behalve de afwezigheid van Leo
pold, kwam nog; een ander en heviger
verdiet den armen Aymar kwellen.
Terwijl hij zoo zonder doel voortwan-
delde, ontmoette hij verscheidene zijner
kennissen, maar minder edelmoedig dan
mijnheer Westner, groetten sommigen
hem niet terug; anderen deden alsof ze
hem niet zagen en haastten zich 't hoofd
af te wenden. Slechis twee of drie waag
den het hun hoed af te nemen. Dit wa
ren voor den jongeling als even zooveel
bloedige steken, die, allen op hetzelfde
unt neerkomend, ten laatste een pijn-
jke wonde veroorzaakten, maar door
ide herinnering aan het onderhoud met
mijnheer Westner wist hij dezen keer hoe
'die wonde te' heelen.
Toen Aymar bij zijn vroegere kost-
«rrptiw. aankwam, liep zij ijlings weg om
zijn als van het verworpen amendement
op art 21. Dat dit socialistisch amende
ment geen kans van slagen had, zal ieder
wel direct inzien. De heer Duymar van
Twist was evenmin gelukkig met 'n an
der amendement om slechts dan vrijstel
ling wegens kostwinnerschap te yerlee-
nen, als voldoende geldelijke middelen
zouden blijven ontbreken bij toekenning
eener geldelijke vergoeding van 50
cents per dag.
Meer succes had de Commissie van
Rapporteurs met haar amendement 'om
de „Indische jongens", waarover bij een
vorig artikel ook al gesproken was, van
den dienst vrij te stellen. De Minsiter
stelde er zich maar slapjes tegen te 'weer
en met 46 tegen 37 st. besloot de Kamer
degenen, die gevestigd zijn of zich gaan
vestigen in de koloniën, van den dienst
te ontheffen.
Een werkelijke verlichting was ten slot
te de aanneming van een voorstel-Eland,
luidende: wegens broederdienst wordt
:van elk aantal broeders de helft, of is
hun aantal oneven, de grootere helft,
vrijgesteld. In het gespatieerde ligt de be-
teekenis van dit amendement. Tot dus
verre werd slechts de kleinere helft
vrijgesteld en 's Ministers voorstel strekte
tot bestendiging van deze methode. Maar
dr. Nolens brak een lans voor het amen
dement-Eland; de Minister keek wel zui
nig en was bevreesd niet aan zijn contin
gent te komen, maar de Kamer dacht er
anders over en keurde de wijziging goed.
Met dit al zal er van de loting practiscli
niet veel meer overblijven. De voor den
dienst beschikbaren zullen op een kleine
uitzondering na, wel allen worden inge
lijfd.
Wat de lezers nog meer willen weten
van het verhandelde in de laatste twee
dagen, kunnen zij in ons verslag vinden.
R. K. Drankbestrijding in het Bisdom
Haarlem.
Maandag is te Rotterdam de 7e alge-
meene vergadering gehouden van den
Diocesan en Bond van R. K. Dranilcbe-
strijdersvereenigingen in het bisdom
Haarlem. 'Na een welkomstwoord van
den Voorzitter der Rotterdamsche afdee-
ling, den heer H. Stulemeijer, opende de
voorzitter van den Bond, de heer H. J.
van Dam de vergadering .inet gebed.
Aan het door den secretaris, den heer
G. P. Bon te 's-Gravenhage, uitgebracht
jaarverslag is het volgende ontleend:
Het aantal der aangesloten kruisver-
bonden is tot 45 gestegen, een winst van
7. Het aantal leden bedraagt 2713, het
vorig jaar 2166, zoodat een toeneming
van 547 leden valt te coristateeren. In
plaats vau den heer Amrnerdorffer, die
niet ineer in aanmerking wenschte te ko
men, werd door Z. D. H. den Bisschop
als vertegenwoordiger van de Haarlem-
sche drankbestrijdersvereenigingen in het
hoofdbestuur van Sobriëtas aangewezen
(ir. H. L. F Ruding. te Loosduinen.
Uit de rekening en verantwoording
van den penningmeester, den heer J. G.
Pot,harst te Gouda, bleek, dat de balans
in ontvangst en uitgaaf sluit met eert
batig saldo van f390.01.
Vervolgens werd door den heer G.
Bulten te Zilk, namens de commissie tot
bestrijding van het alcoholisme in en
door de school, verslag uitgebracht over
de werkzaamheden van het afgeloopen
jaar. Voornamelijk heeft de commissie
een onderzoek ingesteld naar de vraag,
in welke verhouding de R. K. Onderwij
zers en Onderwijzeressen tot de R. K.
Drankbestrijding staan. Het resultaat
daarvan was, dat het vermoeden der com
missie, dat de toestand niet rooskleu
rig was, werd bevestigden dat bleek,
dat het met de drankbestrijding onder
de R. K. onderwijzers niet schitterend is
gesteld. Voorts geeft het verslag verschil
lende cijfers omtrent aan R. K. onderwij
zers gezonden circulaires en brochures
op liet gebied der Drankbestrijding, aan
R. K. bijzondere en openbare scholen en
patronaten gezonden wandteksten, enz.
De rekening en verantwoording dezer
commissie sluit met een batig saldo van
f 30.64.
Een voorstel van het bestuur tot het
haar zoon te roepen.
Komt u hier weer wonen, mijnheer?
vroeg zij daarna gehaast.
Nog niet, maar dat kan toch wel
spoedig gebeuren, indien gij ten minste
gereed zijt mij te ontvangen.
O, mijnheer, wij zouden er zoo ge
lukkig door zijn, mijn kind en ik.
Welnu, blijf zoo goedgezind tegen
over mij, mejuffrouw Arnold, wellicht
kom ik over een dag of twee terug.
Zou dat mogelijk zijn? Uw kamer
tje is heelémaal gereed, ik kon niet be
sluiten het te verhuren, ik had een voor
gevoel dat u terug zoudt komen. Sedert u
bij ons is komen wonen, schijnt het on
geluk opgehouden te hebben mij te ach
tervolgen.
Des te beter, hernam Aymar niet
een treurigen glimlach, des te beter, in
dien ik het geluk, dat ik zelf niet genieten
mag, aan anderen bezorg.
Mijnheer Koechler, zeide toen de
jonge Arnold, volmaak ons geluk door
heden met ons aan onze tafel aan te
zitten en ons avondmaal te deelen.
Aymar herinnerde zich, sedert den mor
gen niets meer genuttigd te hebben, en,
zwichtend zoowel voor de eischen van
zijn maag als voor de vrees deze brave
lieden te bedroeven, stemde hij er in
toe ,a,a.ii hun sober .maal (deej te nemen.
toestaan van een subsidie groot f2|5
aan voornoemde commissie, werd met
algemeene stemmen aangenomen.
Als bestuursleden werden herkozen
de heeren J. G. Potharst en G. P. Bon ien
in de vacature G. Goossens werd geko
zen de lieer Th. Josso te Amsterdam.
Met enkele kleine wijzigingen werden
de voorstellen van het bestuur tot reor
ganisatie der gewestelijke propaganda-
comrnissies aangenomen. Voor elk der
drie propagandacommissies werd f 25 be
schikbaar gesteld.
Onder de overige behandelde voor
stellen werd nog aangenomen het voor-
stel-Ouderkerk a. d. Amstel, om bij de
aangesloten vereenigingen er op aan te
dringen, dat zij zich tot de Gemeentebe
sturen wenden ten einde sluiting van
café's op lotingsdagen te verkrijgen.
Eveneens werd aangenomen een voor
stel, dat de Bond, een actie in het leven
zou roepen tegen die inrichtingen van
vermaak en cafe's weike door hun schrik
barend overdreven prijs voor alcoholvrije
dranken blijkbaar moedwillig het drank
gebruik in de hand werken en het daar
aan verbonden misbruik.
iNa ainanüeiing van de agenda hield de
Zcereerw. pater ir. liüepnonsus O. ff.
min. Cap. te Helmond eeu inleiding over
„Froetvoikssteunniugen."
De twee voornaamste oorzaken van het
drankmisbruik noemde spr. de a.gemeene
bereikbaarheid der alcoholische dranken
en den invloed van het drankkapitaal.
Productie en verkoop van den alcohol
zijn reeds lang in handen van het groot-
kapitaa.. De invloed van dai kapitaal is,
dat in de tallooze drankgeiegenlieden de
vermakelijkheden elkander in eindelooze
reeks opvoigen, om het alcoholgebruik te
doen vermeerderen.
Om deze oorzaken te bestrijden moet
men doorgaan met de propaganda, moet
men de menschen blijven wijzen op den
verderflijken invloed van den alcohol, en.
in ;den geest van „local opiioa" werkzaam
zijn, d. w. z. de plaatselijke keuze omtrent
het bestaan der drankhuizen.
Daartoe is noodig de hulp van de re
geering, de wet. Een gewenscht middel
om de wet bij de actie tegen het alcoho
lisme te betrekken, noemde spr. het stel
sel der local option. Er wordt reeds in de
ze richting gewerkt door de z.g. proef-
volksstemmingen, waarbij aan het voile de
gelegenheid wordt gegeven zich over de
ze kwestie uit te spreken. Daarbij kunnen
zoowel mannen als vrouwen boven de
21 jaar hun ineening uiten. Men houdt
deze stemmingen om de wet van local
option voor te bereiden. Een wet zal
immers des te beter werking uitoefenen,
naarmate het volk daarmede beter op de
hoogte is.
Op het oogenblik zijn reeds een tiental
proefstemmingen gehoudeudaarbij
sprak de groote meerderheid zich uit voor
algeheele opheffing der drankgelegenhe
den.
Spr. concludeerde hieruit, dat er onder
het volk reeds een neiging tot local» op
tion bestaat.
Spr. weerlegde de bewering dat door
locale option het aantal clandestiene gele
genheden zou toenemen. Het verbodstel
sel werkt integendeel goed, mits het land
of de plaats er rijp voor is. Bovendien
gaat er van het clandestiene verkoopen
niet die verleiding uit, als er van den
pub!ieken verkoop uitgaat.
Spr. drong er op aan, dat men door de
bovengenoemde proefstemmingen het
volk rijp make voor local option, en gaf
een overzicht van de manier, waarop deze
proefstemmingen moeten wórden geor
ganiseerd.
Sprekers inleiding vond luide instem
ming.
Op de gebruikelijke wijze werd daarna
de vergadering door den voorzitter geslo
ten.
Ontgroenings-schandalen.
In de „Nederlander" lezen wij:
„Toen het vorig jaar eene beweging
tegen het hedendaagsche groenloopen
ontstond, werd van de zijde van studen
ten en hoogleeraren voortdurend be
weerd, dat het niet zoo erg was. De
vuilheden waarop gewezen werd, da
Het was reeds nacht geworden toen
Aymar zich op weg begaf om naar het
huis Kruff terug te keeren, en om daar
te komen moest hij de stad in hare ge-
heele lengte doorloopen. Terwijl hij zijn
stap verhaastte, bemerkte hij in het
Oosten, dat wil zeggen in de richting
welke hij volgde, een helschijnenden licht
gloed, die verried, dat er brand wezen
moest. De straten, welke hij eerst door
loopen had, waren verlaten, maar naar
mate hij voortliep ontmoette hij groepen
van menschen. sommigen druk en opge
wonden, anderen onrustig, maar allen
haastig voorloopend om naar de plaats
des onheils te snellen. Daar het licht
zich steeds meer verspreidde en zich
over een steeds grooter gedeelte van
den hemel uitstrekte, zag men, dat de
brand in hevigheid toenam. Aymar wilde
inlichtingen gaan vragen, toen hij iemand
hoorde zeggen
O, het zal wel onmogelijk zijn iets
te redden; die vetachtige stoffen geven
het vuur meer dan overvloedig voedsel;
een' der hoofdniagazijnen is reeds ver
woest.
Aymar gevoelde zich door een hevige
onrust aangegrepen.
Bij wien is die brand toch uitge
broken? vroeg hij.
£jj iemand die al heel .weinig be
teerden volgens hen, uit vroegeren tijd.
Vooral Leiden had zich in de laatste jaren
gebeterd. En het groenloopen was in hun
oog nog steeds zulk een heerlijk opvoe
dingsmid/del
Weer is de groentijd afgeloopen. De
aankomende studenten zijn weer „opge
voed", en de rectoren van het corpS
hebben treffende toespraken gehouden
totcde jeugd, die zich aan „het corps"
hadden toevertrouwd".
Tegenover de „schoone woorden" van
den praeses van het Leidsche corps bij
de plechtige inauguratie plaatst het blad
de werkelijkheid:
„Ook thans weer, gelijk ons van ver
schillende zijden is medegedeeld, bestond
die opvoeding veelal in het avond aan
avond uiten en aanhooren van vuile praat
jes en dubbelzinnigheid; in het inwijden
van de groenen In allerlei voor hen nieu
we denkbeelden, opdat zij toch maar ge
heel los zouden worden van alle „voor-
oordeelen" meegebracht uit het gezin."
Waarin dat losmaken van alle „voor
oord eel-en" bestaat,daarvoor haalt
het blad aan wat de rector van het Wa-
geningsche Studentenkorps zeide, wiens
woorden als volgt worden geresumeerd:
„Plotseling den jeugdigen aankome-
ling te doen zien, dat de „oud-studen
ten", waartegen velen neg opzien, het
aandurven met alles te breken, wat
tot dusver door den groen als heilig,
als vaststaand, als eerbiedwaardig was
beschouwd; geen gezag, vrijheid in alles,
los van eiken band, dien men zich zeiven
niet vrijwillig aanlegt.
Dat is de heerlijke studentenvrijheid."
Hoe wordt die nu in toepassing ge
bracht? vraagt het blad.
„Ziehier wat ons ter oore kwam:
Op den zoogenaamden „receptie
avond" te Leiden, in Zomerzorg, hebben
enkele oudere studenten, waaronder van
het 6e en 7e jaar, door de groenen een
gecostumeerde optocht doen houden, die
een parodie moest voorstellen op de dit
jaar gehouden Utrechtsche maskerade.
De groenen werden toegetakeld en ge
grimeerd in de zonderlingste en onzede-
lijkste kleeding; zij, verscheidene hunner
althans schijnen niet geweten te hebben
wat zij moesten voorstellen en wij zullen
ons ook onthouden om daarvan ook maar
bedektelijk eenig denkbeeld te geven. De
smerigste gesprekken werden gehouden,
de vuilste liedjes gezongen, en aan de
heeren geïiiYiteerden niet aan de groe
nen waren tekstboekjes uitgedeeld,
ter vefklareng van wat vertoond werd,
tekstboelcejs zoo schunnig, dat men zijn
uiterste best gedaan heelt om alle exem
plaren te vernietigen of weg te moffelen.
Bij die vertooning was geïnviteerd het
Collegium, dat n.b. toezicht moet hou
den op de wijze waarop het groenloopen
wordt toegepast"; ook de bestuursleden
van verschillende corporatie-vereenigin-
nigingen waren uitgenoodigd.
Men heeft hier dus niet te doen met
een dronkemanspartij, maar met eene ge
heel voorbereide liederlijke vertooning,
geleid door eenige studenten, wier na
men wij, zoolang men ons niet tot open
baarmaking dwingt, om hun familienaam
te sparen, verzwijgen; niet door pas aan
gekomen studenten, maar door studenten
die reeds lang aan de universiteit hadden
gestudeerd. En die vertooningen moes
ten door de groenen, die daartoe verplicht
waren, worden uitgevoerd. Enkelen wer
den vrijgesteld!
Het is waar, dat op verzoek van eenige
leden der Christ Studenten Vereeniging,
den 19den October een corpsvergadering
is gehouden, waarin verontwaardiging
over het gebeurde is uitgesproken, en dat
enkele leden die de vergadering hadden
bijgewoond, openlijk hun leedwezen heb
ben uitgesproken, dat zij den moed had
den gemist heen te gaan. Maar door
geen motie van wantrouwen is het Col
legium dat de schandelijke vertooning
zonder protest heeft bijgewoond, tot af
treding gedwongen."
De „Ned." besluit:
„Wij matigen ons het recht aan, hin
deren aan hun ouders te ontrukken, wan
neer deze hen niet behoorlijk opvoeden.
Wij maken wetten, krachtens welke elke
aanranding der openbare onzedelijkheid
streng wordt gestraft, en o p e n b a a r is
dan elke handeling, die door een ander
langstelling en medelijden kan opwek
ken; bij Kruff, den kaarsenfabrikant
kent gij hem?
Ik ben kantoorbediende bij hem
en woon daar, vervolgde Aymar opge
wonden.
Dan beklaag ik u, mijnheer, want
niettegenstaande oogenblikkelijke hulp
zal het vuur ongetwijfeld alles verslinden.
Aymar had nauwelijks het einde van
deze voorspelling aangehoord; hij was
haastig weggeloopen om zich zeiven te
overtuigen of de zaken zich in zulk een
wanhopigen toestand bevonden, als njen
hem gezegd had.
Arme drommel, riep de andere hem
nog achterna, gij komt vast te laat Had
ik geweten, dat gij er belang in stelt,
ik zou u stellig dit ongeluk met meer
omzichtigheid hebben meegedeeld.
XIII.
DE BRAND.
Hoe meer Aymar de plaats des onheils
naderde, des te moeilijker werd het hem
vooruit te komen, want de menschen-
massa groeide hoe langer hoe meer aan.
De nieuwsgierigheid, meer dan de be
geerte van dienst te zijn, had deze me
nigte bijeengebracht, die de pogingen jder
tegen zijn wil wordt bijgewoond of waai>
genomen.
Gaat het dan aan, aan onze openbare
universiteiten te jonge en te onervaren,
menschen, door de ouderen meegeslaapt;
of overbluft, geheel onbeschermd te la
ten, waar deze zich bevinden in onze
openbare Universiteiten? Moeten in
naam der vrijheid onze nationale instel*
lingen beheerscht worden door personen,
die wij in het gewone leven den rug zou
den toekeeren?
Het is ongetwijfeld moeilijk hier het
juiste middel van redres aan te wijzen*
Toch meen en wij, dat de wet aan den
Academisclren Senaat meer de verplich
ting moest opleggen om te onderzoeken
en door verwijdering, te straffen*
Het moet niet meer 'n v r a a g s tu k zjjn,
of in zaken als deze de Academische Se
naat krachtig mag het behoort vast
te staan dat hij krachtig moet optreden..
Niet als zedemeester, maar als bescher
mer van hen, die aan onze Universiteiten;
wenschen te studeeren. En daarbij be
hoort niemand te worden ontzien.
Zoolang dit niet geschiedt, blijven wij
de ouders, die zulke „opvoeding" veraf
schuwen, toeroepen: doet wat gij kunt
om uwe zonen te onttrekken aan corpsen,
die eischen dat zij zich onderwerpen aan
den wil van den eersten den besten vle
gel, die den naam draagt van student'4
Ook de „N. Ct." heeft inlichtingen over
het voorgevallene Ingewonnen die over
eenstemmen met het bovenstaande.
Inderdaad is op de zgn. „Collegiums
receptie" van Maandag 9 October in Zo
merzorg welke jaarlijks met een door
een commissie van studenten voorbereide
opvoering van een groenen-theater wordt
gevierd een zeer gemeene en platte
voorstelling gegeven, bestaande in een
parodie op de Utrechtsche maskerade van
het vorige jaar. Eerst den dag voor de
voorstelling had de commissie het tekst
boekje ter inzage gegeven aan het Col
legium, dat wel door den inhoud er van
ontsteld is, maar den moed of het beleid
heeft gemist de voorstelling te verbieden
of de receptie af te stellen.
Als genoodigden hebben de studenten-
besturen der faculteiten en van corpsver-
eènigingen de voorstelling bijgewoond en
algemeen was reeds daar de verbazing
over haar aard en het feit dat zoo ietsi
werd toegelaten een verbazing, die tot
verontwaardiging steeg, toen men den
volgenden dag de zaak kalmer overwoog
en onderling besprak.
Onze berichtgever zegt dat het Colle
gium en ook de besturen weliswaar blaam
treft, (het eerste omdat het de voorstel
ling heeft toegelaten, de tweede omdat zij
haar zijn blijven bijwonen) maar dat een
ieder eigenlijk dupe is geworden van de
schending van vertrouwen door vijf corps
leden (de groenentheatercommissie).
Van de corpsvergadering, die ter zake
van het voorgevallene is bijeengeroepen
en op 19 October werd gehouden, is ons
niets anders bekend dan dat het Colle
gium daar erkend moet hebben met het
laten doorgaan van de voorstelling moet
hebben gefaald; dat de vergadering af
keuring over het gebeurde heeft uitgespro
ken, maar na de verantwoording door het
Collegium het niet noodig achtte dit te
doen in zoodanigen vorm, dat het Colle
gium daardoor tot aftreden zou worden
genoopt. .Welke blaam of straf de leden
der groenentheater-commissie heeft ge
troffen, is ons niet bekend.
Wij hopen, vervolgt de „N. Ct.", dat
het Collegium van het L. S. C. in de pu
blicatie van de „Ned." aanleiding zal vin
den om nader mede te deelen welken af
loop de zaak in de bedoelde corpsverga
dering heeft gehad. Wij achten het voor
gevallene zeer betreurenswaardig; nog
niet eens zoozeer om het ergerlijke ge
drag van de vijf studenten die smerige
vertooningen door de groenen hebben
laten opvoeren als wel wegens het gemis
van flinkheid en beleid dat door het Col
legium werd aan den dag gelegd.
Geloofsverdediging.-
In een bijeenkomst van afgevaardigden
van den Bond „Leo X!1I" en de Apolo
getische Vereeniging „Petrus Canisius"
is besloten om ter bereiking van hét door
beide vereenigingen nagestreefd doel, het
tegenspreken van aan godsdienst en zede-
blusschers en brandweermannen slechts
bemoeilijkten. Om door deze dichte drom
men heen te kunnen, moest de jeugdige
Koechler al zijne kracht inspannen, ea
somtijds verleende men hem slechts door
gang als hij verzekerde een der inwo
ners van het brandende huis te zijn.
De verwoestingen, door den brand aan
gericht, waren reeds zeer ernstig; het
gedeelte der gebouwen, waarin zich de
kleine kamer van Aymar bevond, was
nog slechts een hoop puin; aan dien
kant was de brand het eerst uitgebroken.
Hij had dus alles verloren wat hij bezat,
en indien men zijn toestand bedenkt, zal
men begrijpen, hoe wreed hem dat ver
lies vallen moest.
In zijn schrikwekkenden omvang had
het gevaarlijke element reeds een groot
magazijn bereikt, dat aan het kantoor
grensde. Aymar vroeg zich af, of men
er aan gedacht zou hebben de boeken
te redden, die kostbare waarborgen van
de eerlijkheid van den koopman.
Zoo dra deze twijfel bij hem opkwam,
besloot hij zelve hem op te lossen en het
kantoor binnen te dringen.
Er was geen oogenblik te verliezen»
want onder den invloed eener gloeiende
hitte begonnen de vensterruiten reeds te
springen,.
(Wordt .vervolgd^.