Ditkeerinf van f 600.= Onze GRATIS= Ongevallenverzekering. Aymar. Gemeenteraad van Wassenaar Uit de Pers. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 25 Oct. no. 623. FEUILLETON. Naar het Fransch. 23) Zij, die u niet kennen, zullen u voor een onverschilligen echtgenoot aan zien. Zij- mogen mij evengoed voor een zeer vervelenden en lastigen echtgenoot houden.... Uw laatste woord, Mijnheer SKoechler? Ik heb het u reeds gezegd, mijn heer, over acht dagen ben ik tot uw dienst. Welnu ,kom over acht dagen.... en loop naar den drommel. Deze laatste beminnelijke toespraak maakte een einde aan het onderhoud. Aymar zag met leed het verdriet zij ner twee leerlingen, terwijl hij zelf on gaarne afstand deed van een beroep, dat hem ten minste eenige onafhankelijkheid liet. Alvorens te scheiden van zijne ar- jme kostvrouw, die evenals haar zoon {weende, drukte hij hen hartelijk de hand. Wellicht kom ik nog terug, zeide hij hun bewaar mij een plaatsje in uw. hu,is $n vooral ia uwe genegenheid. toebereid, welke te IJinuiden nan den Rijks visch-afslag uit de eerste handi gekocht, gereedgemaakt tegen kostenden prijsverkrijgbaar wordt gesteld Naar mijn bescheiden meening, zou den Rijksregeering en gemeentebesturen door voorlichting fin leiding te geven veel nood kunnen bezweren. STATEN-GENERAAL. x. HET HANDELSHUIS KRUFF. Niet één der onaangenaamheden, die Aymar zicli van zijn nieuwe positie had voorgesteld, bl.eef hem gespaard. Beurte lings had hij te doen met een man. veel- eischend en ruw en met eene vrouw ver toornd en klagend, het treurigste beeld eener ongelukkige echtvereeniging. 'Niet tegenstaande de soms ruwe bejegenin gen, die Aymar van zijn patroon te ver duren had, gevoelde deze laatste, dat zijn bediende zijn meerdere \vas, waar het verstand, ontwikkeling en opvoeding gold. In de eenigszins minachtende koel heid, waarmede de jongeling zijne ruwe gezegden aanhoorde, was iets, dit hem, ondanks zich zelf, eerbied inboezemde. Moeilijker wellicht was het voor Aymar zich te verdedigen tegen de ge meenzaamheid van een jongeling vani achttien jaar, neef van Kruff, even licht zinnig, als hij zelf was ,opi dien leeftijd. Frits bracht zijn tijd door, hetzij met reizen voor de zaak, hetzij met het lezen van slechte boeken. Reeds spoedig had Aymar in dezen ioqgeling een boosaardig karakter ont dekt, wiens behendige huichelarij zijn qom geheet verblindde; ook stelde hij De Minister verklaarde eindelijk, te willen streven naar opkomst van de mili taire werkers in twee ploegen. De Minister van Binnenland- sche Zaken, de heer Heemskerk, stelde als zijn indruk van het debat vast, dat de critici niet hebben getriomfeerd oVer het wetsontwerp en in gebreke zijn gebleven eigen stelsels aan te bieden. Het was den Minister onbegrijpelijk wat de heeren Thomson en Marchant wilden. Hij herinnerde aaii het feit, dat de heer Thomson den heer Schaper, die in dienst ging, hooger stelde dan den heer Lohman, die den dienst afkocht, maar in 1870 stelde de heer Lohman zich voor de grepsverdediging beschikbaar. De heer Lohman werd toen afgewezen om dat hij niet onderlegd was, doch besloot toen zijn zonen persoonlijk te doen dienen. Ten slotte constateerde de Minister dat de heer Troelstra de tegenspraak tus- schen eigen standpunt en dal van Jaurès niet had weggeredeneerd. De algemeene beraadslagingen werden gesloten. De motie-Ter Laan (S. D.) c. s. (weerbelasting voor inkomens van f3000 en hooger) werd verworpen met 70 tegen 5 stemmen. De motie-Thomson (U. L.) c. s. (be korting van kaderverblijf als onmisbare voorwaarde voor contingentsverhooging) met 52 tegen 22 stemmen. Een voorstel-Roodhuyzen (U. L.) oim Woensdag de artikelsgewijze behan deling aan te vangen, werd verworpen met 56 tegen 19 stemmen. Artikel 1 werd aangenomen en na eenig debat met 39 tegen 32 stemmen verworpen een amendement van Üen heer de Beaufort (U. L.) om te be palen, dat niet-Nederlanders tot een an dere nationaliteit behoorende, u:t de mi litie behooren te worden geweerd. Artikelen 2 en 3 werden aangenomen. Bij artikel 4 (grootte van de lichting en verdeeling van de ingelijfden) kwa men, nadat de Voorzitter onder hilariteit heeft medegedeeld, dat de Re geering de woorden „militaire werkers" heeft vervangen door administratie troepen", verschillende amendementen in behandeling. Ie. van de heeren Ter Laan c. s. om de sterkte van het contingent te laten op 17.500 man; 2e. van dezelfden om te voorkomen dat de jaarlijksche lichting toch nog aan zienlijk grooter wordt dan wat in het artikel als het hoogste getal wordt ge noemd; 3e. van dezelfden om de grootte van de lichting te verminderen met het getal der voor studie vrijgestelden 4e. van dezelfden om te bepalen, dat van elke lichting niet 1000, doch slechts 600 man bij de zeemilitie worden ingelijfd 5e. van dezelfden, om de militaire wer kers te laten vervallen en 6e. van de heeren Thomson c. s. een amendement van gelijke strekking. De 'heer Ter Laan lichtte zijn amen dementen nader toe. Hij wees er op dat ook de Raad van Defensie geen contingentsverhooging wenscht, dat deze ook ^teeds door de Katholieken is bestreden en betoogde dat zij noch tegenover den buitenïand- schen, noch tegenover den binneniand- schen vijand noodig is. "De contingents verhooging zal de kosten o.a. voor ka zernebouw zeer doen stijgen, terwijl de militaire gezondheidsdienst, nu reeds, blijkens het geval van der Breggeli, niet voor zijn taak berekend, niet op contin gentsuitbreiding is opgericht. Spr .wijdde daarna nog een enkel woord aan de volgende amendementen. Even 11 uur vroeg de heer Duys (S.D.) de beraadslagingen te schorsen, daar slechts 12 leden der rechterzijde aanwezig zijn. De Voorzitter verdaagde daarop de vergadering, met het oog op het vergevorderd uur, tot Woensdagochtend half 11 Gemeentezaken. Gemeenteraad. Voor den Gemeenteraad van Donder- alle mogelijke middelen in het werk om hem op een eerbiedigen afstand te hou den. Om zich hierover te wreken noemde Frits hem spottende „mijnheer de her tog" of „mijnheer de prins" en behan delde hem in schijn met allen eerbied. Weldra had Aymar de boeken in vol maakte orde gebracht en daardoor de ongelukkige vrouw bevrijd van een last, boven hare krachten en boven haar ver stand. Toen een maand verloopen was, zeide Kruff hem Ik vind, Mijnheer Koechler, dat ik van de vijftig gulden, die ikl u heb' uit te betalen veertig er van aan mijn schoon vader moet ter hand stellen tot del ging uwer schuld. Pardon, mijnheer, hernam Aymar daarmede ben ik het niet eens. De gfin- sche som zal aan mijne schuldeischers vervallen, maar ik sta er op* ze zelf naar goeddunken te verdeden. Maar vader Gonae heeft mij ge zegd Dan zal hl] zich vergist hebben. Overigens gaat het mij ook niet aan, maak zelf uwe zaken met uwe schuldeischers maar in orde, dat moet bij u reeds eene oude gewoonte zijn ge- 1 wprdep. dagmiddag is nog aan de orde gesteld; Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse no. 7. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse no. 8. Het Invalidenhuis. Ingevolge de raadsbesluiten van 5 Nov. 1816 en 3 Jan. 1817 werd het aan de gemeente toebehoorende gebouw, bekend onder den naam van Oude Mannen- en Vrouwenhuis, gelegen op den hoek van den Middelweg en de Koppenhinksteeg, benevens een gedeelte van die steeg ten gebruike afgestaan aan het Fonds tot aanmoediging en ondersteuning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden, om te worden ingericht tot een Invaliden huis, waarin de verminkte verdedigers des vaderlands zouden kunnen worden gehuisvest. Aan dezen afstand werd toen de voor waarde verbonden, dat het gebouw met de daarbij behoorende terreinen weder volledig ter beschikking van de gemeente zou worden gesteld, zoodra het niet meer tot huisvesting van de invaliden zou dienen. Meermalen deed zich in den loop der jaren de behoefte gevoelen aan een ter rein in het centrum, of althans binnen de bebouwde kom der gemeente en meermalen werd de blik dan ook op het Invalidenhuis gevestigd. Onder deze omstandigheden was eene geheel ongezochte gelegenheid, die zich in den aanvang van het jaar 1908 voor deed, om de beschikking over deze ge bouwen en gronden na niet al te langen tijd volledig terug te verkrijgen, B. en W. zeer welkom. De Raad van Administratie van het Invalidenhuis n.l. wendde zich, na voor- afgegane mondelinge onderhandelingen, den 13en Maart 1908 officieel tot B. en W. met een voorstel, teneinde de be schikking te erlangen over een meer aan moderne eischen voldoende nieuw Inva lidenhuis. De slechte toestand, waarin het bijna een eeuw in gebruik zijnde ge bouw blijkens de uitkomsten van een deskundig onderzoek verkeerde, verzette zich tegen het denkbeeld van eene ver bouwing. Zoodoende kwam een voorstel tot ruil van terrein. Behoudens nadere bekrachtiging door het Hoofdbestuur van het Fonds en de algemeene vergadering verklaarde de Raad zich bereid, het nog steeds in eigendom aan de gemeente toe behoorende gebouw en terrein aan den Middelweg en den Ouden Rijn weder ter beschikking van B. en W. te stellen en tevens de daaraan verbonden erven met ge bouw (het voorplein aan den Ouden Rijn, voorzóover dit vroeger geen deel uit maakte van de Koppenhinksteeg, en de woning van den onder-commandant) waarvan het Fonds eigenaar is, vrij en onbezwaard aan de gemeente in eigen dom over te dragen, mits deze van haar kant bereid werd bevonden, in ruil daar voor een terrein, deel uitmakende van het Raamland aan den Hoogen Rijndijk, vrij en onbezwaard aan het Fonds in eigendom af te staan. Dit voorstel is de basis van de verdere onderhandelingen gebleven. In het kort samengevat, zijn de voor- deeleu, voor de gemeente aan den ruil verbonden, de volgende: In de eerste plaats verkrijgt de ge meente weder de beschikking over eenige gebouwen, en speciaal ook over eenige terreinen in het midden der stad, die haar voor velerlei doeleinden van dienst kunnen zijn en haar reeds meermalen groot nut hadden kunnen verschaffen. Bovendien blijft eene inrichting voor Lei den behouden, die tengevolge van de geregelde uitgaven, voor hare huishou ding en haar beheer verelscht, aan de gemeente, met name aan den midden stand, ten goede komt. Eindelijk zal aan een breeden verkeersweg en aan den ingang van een breeden boulevard, die in de toekomst een der belangrijkste verkeerswegen van Leiden belooft te worden, een monumentaal gebouw ver rijzen, dat aan de schoonheid van het oostelijk stadsdeel niet anders dan be vorderlijk kan zijn. B. en W. stellen daarom den Raad voor, op den ruil ïn te gaan. Zij willen tevens het Hoofdbestuur vergunning ge- Omdat ik er prijs opi stel, dat mijn heer Gonae noch u zoudt kunnen twijfe len aan het gebruik, dat ik van dit geld maken zal, zal ik mijne schuldeischers alhier ontbieden. Kruff haalde de schouders op. Dat alles is mij onverschillig, ver volgde hij, betaal of betaal niet, ik be kommer mij heelemaal niet over het geld van mijn schoonvaderhij is zoo flink en krachtig, dat hij gemakkelijk ons allen kan overleven. Op zekeren dag kwam Frits het kan toor binnen met een gezicht, stralend van valsche vreugde. Nu heb ik vandaag wat moois van u gehoord, zeide hij tot Aymar; ik raad u aan, vertrouwelijker om te gaan met een eerlijken jongen, die nog niet met het gerecht (heeft te maken gehad. Vader Gonae heeft mij alles verteld, omdat hij woedend op u is. Aymar had er zich al dikwijls over verwonderd, dat de noodlottige waar heid niet eerder aan dezen slechten jon gen was bekend geworden, tegelijkertijd zich over diens onwetendheid verheu gend hij gevoelde zich dan ook ver- bi eek en onder het gewicht van dezen plotselingen aanval. Mijnheer Frits, zeide hij, ik heb eene zw.ftre misslag begaan, die door ven de antieke betimmering en de schoor steenmantel van de bestuurskamer en de gedenksteenen in het bestaande In-* validenhuis te mogen verwijderen en over te brengen naar het nieuw te stichten gebouw aan den Hoogen Rijndijk. Voor de benoeming van onderwij* zend personeel worden voorgedragen: School 3e klasse no. 7 (Zijlsingel)1. F. A. van Zimmeren, onderwijzer te Di- dam; 2. J. Schroevers, onderwijzer tel Sliedrecht, en 3. J. O. Richardson, onder wijzer te Sliedrecht. School 3e klasse no. 8 (Medusastraat) 1. J. Schroevers, 2. F. A. van Zimmeren, en 3. J. O. Richardson. B. en W. bieden den Raad ter vast stelling aan het forensenkohier der plaat selijke directe belasting met een belast baar inkomen van f 392.789 tegert f 350.677. Voorzitter de Burgemeester. Afwezig de heer Jochems, met ken nisgeving. De voorzitter deelt mede, dat negen monsters volle melk zijn onderzocht en dat het vetgehalte enz. voldoende is. Gelezen wordt een rapport van veld wachter de Jong, inzake den diefstal bij de wed. v. d. Kleij. B. en W. hebben ten gevolge hiervan J. v. d. Hoeven te Voor schoten toegekend een premie van f10. Ingekomen is een rapport van de Ned. Ver. tegen de prostitutie. B. en W. vin den het niet noodig, thans een verorde ning op de prostitutie te maken. Een adres om verbreeding van enkele wegen toe te staan aan de Alg. Ned. Wielrij- dersbond wordt gesteld in handen van B. en W. ter fine van praeadvies. Naar aan leiding van de adressen van Van Wissen en Th. v. d. Zalm om subsidie als be stellers van goederen naar het station Voorschoten, besluit de Raad een tarief vast te stellen, geen subsidie te verlee- nen en naar deze betrekking te laten solliciteeren. De Maatschappij „de Kievit" en vWild- lust" wenscht op Groot-Hazenbroek een aantal wegen te laten aanleggen. De plannen hiervoor zijn aanwezig en na de noodige toelichtingen door den Voorr- zitter hechtte de Raad zijn goedkeu ring aan de plannen. Het stukje grond bij de onderwijzerswoning wordt door de gemeente opnieuw ingehuurd voor 10 jaren. Op eenige reclames van den H. O. wordt afwijzend beschikt. Eenige af- en overschrijvingen worden goedgekeurd D. J. baron van Pallandt, wethouder, ver laat de vergadering. Aan Jac. van der Kleij wordt ontslag verleend als plaatsver vangend keurmeester. In zijn plaats wordt benoemd H. van der Kleij. Tot ambte naar van den Burg. Stand wordt gekozen de heer J. Ruijgrok, die de benoeming aanneemt. Aan de Gezondheidscommis sie wordt op een nader te bepalen dag het gebruik van de groote raadszaal toe gestaan. De inwoners kunnen dan bij de commissie eventueele klachten inbren gen. Aan de orde komt de begrooting voor 1192. Bij de alg. beraadslagingen vraagt niemand het woord. Bij de artikelsgewij ze behandeling merkt de heer Roo ij ak kers op, dat de post „brandstoffen en licht voor het Raadhuis" reeds hoog is en nu alweer wordt verhoogd. De Voorzitter zegt, dat de post verhoogd is, omdat hij druk gebruik hoopt te maken van de Burgemeesters kamer. Er zullen meer wethoudersverga deringen plaats hebben en ook meer raads vergaderingen. De heer v. d. Hulst zegt, dat het de bedoeling niet is, den Burgemeester in de kou te laten zitten, maar 350 gulden per jaar is 7 gulden per week. 's Zomers wordt niet gestookt dus was er 14 gulden per week ver stookt. Ook hij vindt het veel. De Voor zitter merkt op, dat de secretaris vrij vuur en licht heeft en dat dit in dezen post begrepen is. De heer Roo ij akkers vindt, dat 't lokaaltje „Achter de Kerk'* een dure schenking is voor de gemeente. De onderhoudskosten zijn tamelijk hoog. De heer v. d. Hulst wenscht er een woonhuis van te maken, dan trekt de gemeente nog. De heer Mans velt vraagt, waar de vereenigingen dan moe- eene strenge maar rechtvaardige straf gevolgd is. 11c heb in twee jaar tijd meer geleden, dan ik u toewensch in heel uwl leven te lijden en toch ben ik misschien: nog maar aan het begin mijner smarte lijke boete,... Wat heb ik u gedaan, dat gij u aldus in mijn ongeluk schijnt te verheugen De jongeling scheen een oogenblikj verlegen; maar weldra hernam hij: Gij moest ten minste niet ziooï trotsch w.ezen. Zoudt gij miï zoo beoordeelen, in dien gij gezien hadt, hoe hartelijk ik! laatst de hand drukte van een braaf werk manskind, den zoon van mijne vroegere kostvrouw i Waarom zijt gij dan trotsch tegen over mij Gij neemt voor trotschheid de on tevredenheid aan, die uw gedrag mij somtijds inboezemt. Ik heb geen vermaningen van u noodig, ik1 duld ze evenmin als uwe be rispingen en nu nog minder dan ooit Laat dan niets tusschen onze be trekkingen veranderen, daar gij het zelf zoo wilt. (Wordt vervolgd)'^ Heden is door ons aan Mej. de Wed. J. NOORDOVER te Wasse naar, wier echtgenoot het ongeluk had, verleden week Maandag op de landgoederen van H. M. de Konin gin, bij het opruimen van door den storm ontwortelde boomen, door een boom verpletterd te worden, een uitkeering gedaan van Zes Honderd Gulden. De uitkeering van bovenstaand bedrag was gewaarborgd door de Ned. Ongevallen-Verzekering-Maat schappij „FATUM"te 's-Oravenhage. DE DIRECTIE. Leiden, 24 October 1911. Duurte en Zeevisch. In de „N i e u w e Courant" schreef ijhr. J. C. C. den Beer Poortugael een \varm pleidooi om, vooral met het oog op de duurte der levensmiddelen het Ne- derlandsche volk „te leeren visch eten". Hij geeft eenige cijfers ten betooge der goedkoopte van visch in 't alge meen ten opzichte van vleesch eft meent, dat de Rijksregeering moet steunen al les, wat het populairmaken van visch als volksvoedsel kan bevorderen. Jhr. Den Beer Poortugael wil, dat de Regeering gelden verstrekt om te doen onderzoeken de verschillende bereidings wijzen van visch bij de naburige volken. Op de vraag, wie voor dat onderzoek zouden moeten aangewezen, antwoordt hij Hier komen wij, dunkt mij, op het terrein van de vrouw. Er zijn wel koks, maar tegenwoordig dragen die nietlmeer lange messen, maar een soort voorschoot. Op het gebied van kookkunst kunnen wij dus de vrouw in den arm nemen. Zelfs 'kan ik er bijvoegen, dat wij dat op me nig ander gebied wat meer moesten doen. JWcllicht iemand van een kookschool of eenige, een paar naar Duitschland en te gelijk een paar naar Engeland, maar die gaan, moeten practische tnenschen zijn, die goed uit hun oogen kijken en niet tevreden zijn vóór zij de zaak Waar het om te doen is, grondig kennen en zelf weten uit te voeren. Daarbij moet zij of één harer en dat is het tweede punt waar het op aan komt uit de verzamelde en andere gegevens een handig receptenboek sa menstellen, uitsluitend voor vischberei- ding, dat gratis of zeer goedkoop in Iden handel gebracht, door het _gehieele land verspreid dient te worden. Voorts kunnen de kookscholen en de .weeshuizen, voor zoover daar de op leiding tot dienstmeisjes praktisch ge schiedt, dienstbaar zijn om in dit volks belang mede te werken. Op die vvjj'ze kan m.i. gaandeweg de kennis in eni het gebruik van visch bij ons volk wor den aangekweekt Dat alles kan en dient spoedig te ge beuren, want, al is er geen periculum in piora, geen noodtoestand, de toestand zal toch voor een breede schaar onbemid delde ingezetenen des lands dezen win ter zorgelijk worden. Kan men hun dan voor 12 tot 24 cent een kilo gezond, licht verteerbaar dierlijk voedsel met veel eiwitstof bezorgen, dan komt men hen zeer in hun nooddruft tegemoet. Wellicht kunnen gemeentebesturen in zooverre daarin behulpzaam zijn, dat zij lokalen beschikbaar stellen, met ijzeren potten, v. aar in de z.g. braadvisch wordt TWEEDE KAMER Zitting van Dinsdag 24 Oct. (Vervolg.) De heer Tydeman (O.L.) zette in zijn repliek1 nader uiteen, dat hij tegen de viermaanders is, omdat die zaak een voudig een mislukking is geworden. Het equivalent voor militaire werkers door den heer Thomson aangegeven, hfceft waarde, maar het andere equivalent neer gelegd in het amendement-van Vlijmen (IOV2 maand oefening) is even goed. Spr. critiseerde des heeren Thomsons optreden in de Kamer ïn defensiezaken als denigreerend voor de leger-autori- teiten en de legertoestanden. Overigens zette spreker tegenover den heer Thom son uiteen, dat een oefeningstijd van 81/2 maand eerder te kort dan te lang is. Tegenover den heer Troelstra be toogde spr. dat deze de rol der kleine staten onderschatte. Hun rol moet niet zijn machtsontwikkeling, doch wel hand having van hun bestaan en dies van hun onafhankelijkheid en daarvoor moeten zij gewapend zijn. De heer Duymaer v. Twist (A. R.) verweet den critici van het wetsont werp er zelf geen systeem voor in de plaats te kunnen geven. De heer Eland (U.L.) verdedigde o.a. den heer Thomson tegen de aanval len ook van de zijde der regeering op zijn z.g. afbrekende critiek op het leger. De Minister van Oorlog, de heer C o I ij n, repliceerende verdedigde breedvoerig zijn standpunt en achtte het een voordeel van deze* wet dat de kwes tie der volksontwikkeling overgebracht zal worden van Oorlog naar Binnen^ Iandsche Zaken. De Minister achtte een diensttijd van 61/2 maand in het leger, gebaseerd op goede lichamelijke voorge oefendheid beter dan een diensttijd van een paar maanden langer, zonder die geoefendheid. De Minister herhaalde overtuigd te zijn dat de militaire werkers niet de schoonste uitvinding der 20e eeuw zijn, maar het is hem niet gelukt een behoor lijk equivalent te vinden, want hetgeen de heeren van Vlijmen, Thomson en an deren daarvoor in de plaafe willen ge ven, lean de bedoelde werkers niet ver vangen, want juist wat de Minister wil, 'n geregelden leergang, wordt door de aangeprezen equivalenten tegen gehou den, en anderdeels zouden de financieels bezwaren te groot worden door uit breiding van de corveërs. Dit zou vier ton meer eischen. Een positief antwoord of hij bereid is de militaire werkers te laten vervallen, wilde de Minister thans geven als volgt: Met dat instituut van mili taire werkers staat of valt de minister van oorlog, zoo lang geen equivalent gevonden is. Wel wil de Minister toezeggen, dat hij ernstig zal streven om' de bezwaren aan het instituut der militaire werkers ver bonden, zooveel doenlijk weg te nemen met name door terugbrenging van "den oefentijd der werkers tot de' normale oefentijden die pok voor andere cate- goriën geldt. Maar zulks kan niet in de wet worfien vastgelegd, doch moet aan de practijk worden overgelaten. Avondvergadering. 'Militie wet. De algemeene beraadslagingen wer den hedenavond voortgezet. De Minister van Oorlog, zijn rede voortzettend, betoogde dat het blij vend gedeelte noodig tot dekking der mobilisatie- en dat de nummerverwisse ling voor het blijvend gedeelte niet nieuw is, doch bestaat. De voorgestelde eerste oefentijd is voor vermindering niet vatbaar, van kaderplicht kan niet worden afgezien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5