Aymar.
Uitslag der Herstemming voor 2 leden van den Gemeenteraad op Vrijdag 20 October.
Uit de Pers.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 21 Oct. no. 620.
Een lied per week.
No.26 uit „De Leeuwerk"!
De kleinste.
Mfioorden van Muziek van
ij. P. Heije. Jos. Beltjens.
fin 't groene dal, in 't stille dal,
•Waar kleine bloempjes bloeien,
Paar ruischt een blanke waterval.
'En druppels spatten overal,
pm ieder bloempje te besproeien.
Ook 't kleinste.
Pm ieder bloempje te besproeien,
Ooit 't kleinste!
!En tk>ven op der heuv'len spits,
Waar forsche boom en groeien,
paar zweept de stormvlaag fel en bits,
Daar treft de rosse bliksemflits,
|Ei? splijt, bij 't daav'rend onweerloeien,
Den grootste,
(En splijt, bij 't daav'rend onweerloeien,
Den grootste.
pmhoog, omlaag, op berg en dal,
Ben 'k in de hand des Heeren
tToch kies ik, als ik kiezen zal,
Mijn stille plek* mijn waterval,
(Toch blijf ik steeds naar mijn begeeren,
De kleinste,
iToch blijf ik steeds naar mijn begeeren,
De kleinste!
Uit de Hoofdstad.
IV.
I Daar wordt in Amsterdam1 in dei laat-
iste weken veel en druk geprotesteerd.
jNu echter niet door anarchisten, die in
ide stakingsdagen vooral protest aantee-
kenden tegen het optreden van politie
en militairen en toch zoo onschuldig
iyvaren. Zij, die het gezag liefst met voe
ten treden, zij, die de vurigste bestrij
ders zijn van den Godsdienst, zij ont
kenden immers halsstarrig hun aange
wreven terrorisme, zij zouden niet ge-
Maagd hebben werkwillige arbeiders te
imolesteeren, hen werd immers tergend
Onrecht aangedaan
Ook niet door socialisten, die im
mers protesteerden tegen den smaad
der rechterzijde, omdat deze, volgens de
roode heeren, de minderheid onderdruk
te. Zij, die in woord en geschrift de
grootste grofheden plegen, leugenachti
ge berichten met graagte opnemen, eer
en goeden naam van andersdenkendert
bezoedelen en het zelfs goedkeuren, dat
een bejaard en geëerd „Staatsman, als
Jhr. de Savornin Lolunan (al is men het
niet hem altijd niet eens) zich niet vrije-
ilijlc op den publieken weg kon bewe
gen, zouden zij ook geen protest mogen
aanteekenen
Thans echter wordi in de hoofdstad
geprotesteerd door eerzame burgers, die
op de eerste plaats winkeliers zijn, die
zich Tieel weinig bekommerden om dd
groote zaken, die op het Binnen- of Prin
senhof behandeld werden, maar nu door
de verordening op de winkelsluiting wak
ker geschud zijn en reeds dreigend hun
stembiljet'in de hoogte houden. Verga
deringen zijn aan de orde van den dag
van klein-winkeliers, waarop vooral de
socialisten menigen harden noot moeten
kraken, ofschoon niet vergeten mag wor-
'den, dat ook mannen van rechts vóór de
sluiting hebben gestemd. En wat kon look
anders verwacht worden van een ver
ordening, die toch zeker wel in de neu
trale zóne mag ingelijfd worden
Als goedgezind burger deed de klein-
fwinkelier altijd zijn plicht, hield ^idh
aan de rijks- en gemeentewetten, betaal
de na de eerste waarschuwing
igetrouw zijn belasting en.... had nooit
iïets op zijn kerfstok, van wege de po
litie. Integendeel, hij presenteerde ^ma-
heertje" menigmaal een sigaar, bood Ide-
zen op koude winterdagen een kop war
me koffie, ja wel eens (o, gruwel) „Oen
FEUILLETON.
'Naar het Fransch.
20)
Kon ik er u toe bewegen, hernam
het meisje verlegen.
Wel zeker, dat zou wat moois We
zen, mompelde Jeanneton tusschen de
tanden, maar toch hard genoeg, om ver
staan te worden.
Ik zweer, vervolgde Aymar, met
vuur, dat ik dit huis niet zal 'binnengaan,
..dan op uitnoodiging van mijn vader, daar
kan hij verzekert van zijn en gij ook,
(Magdalena.
O, als het slechts van mij had
gehangen, zijne gevoelens te verzachten...
[Maar waarom toch zijt gij in een stad
('blijven wonen, die zulke pijnlijke her
inneringen voor u heeft. Waarom hier
Bblijven wonen, tegen den wil van uwen
Vader en terwijl gij zoovele redenen hadt
ffc>m u te verwijderen
f Dat anderen zich verwonderen of
[jftiijn gedrag laken, begrijp ik; maar mij
Ijiuiikt, dat gij ten minste de oorzaak ra
„b randeW ijnt j e" aan, wat wel niet
mocht, maar och, je superieuren behoe
ven alles niet te weten!
Ofschoon de winkeliers zeker niet re-
volutionnair zijn aangelegd zijn er nu
toch, die zich willens en wetens laten
bekeuren en met den strafrechter kennis
gemaakt hebben, omdat zij na het vast
gestelde sluitingsuur verkoopen.
En zou het vonnis ten nadeele van den
winkelier zijn, dan zullen (ook in de
hoogste instantie) de opgerichte buurt
verenigingen, tot spijt natuurlijk der
winkelbedienden, blijven werken voor in
trekking of verzachting van de verorde
ning.
iWe leven in een duren tijd, ook en
vooral in de hoofdstad, wie zal het ont
kennen? Als gevolg van den woning
nood profiteeren de huiseigenaren niet
alleen van het verhoogen der huurprij
zen, maar velen weigeren nog 'bovendien
hunne woningen aan hen, die met veel
kinderen gezegend zijn. Aldus snijdt liet
mes aan twee kantenmeer huur en min
der onderhoudskosten, en „moord en
brand" wordt er geschreeuwd, wanneer
eenige hunner „krotten" onbewoonbaar
verklaard worden.
De nasleep van den buitengewoon dro
gen zomer is, naar algemeen oordeel, de
duurte der levensmiddelen. Er zijn er,
die zeggen: niets van aan, de oogst is
niet mislukt, de aardappelen hebben
hun wasdom wel bereikt, de groenten
ontbreken niet, de vruchten aan de hoo
rnen zijn niet verdroogd, maar de schuld
van alles is.... het kapitalisme. Ik
waag mij niet op het glibberig pad der
economie, om hier als scheidsredhter op
te treden.
Dat verschillende categorieën gemeen
te-werklieden en ambtenaren om loons-
verhooging of tijdelijke toeslag op het
loon verzoeken is begrijpelijk en ik hoop,
dat hun pogingen met succès bekroond
worden.
Het zijn dure tijden, ook voor hen, die
niet uit de gemeente-ruif kunnen trek
ken, en toch ook moeten leven. En nog
staan we voor het begin van den "winter.
Desniettegenstaande moeten de
schouwburgen en vooral de variété's
iederen avond goed bezocht zijn. Nu be
doel ik daarmede niet, dat het grootste
contingent der bezoekers door bovenge
noemde volksklassen geleverd wordt,
integendeelDe gelegenheid maakt ech
ter den dief en ontegenzeggelijk is het
waar, dat velen uit de lagere standen
meer uitgaan, dan hun beurs het toelaat.
Als het niet zoo afgezaagd was, zou
ik zeggen, dat bioscoop-thea
ters als paddestoelen uit den
grond r ij z e n en die tijd zal niet ver
af zijn, dat in iedere wijk een bioscoop
gevestigd is. Dezer dagen vernam ik o.a.,
dat er op het oogenblik ten stadhuize
nog 15, zegge vijftien, aanvragen in be
handeling zijn, betreffende het bouweh,
verbouwen of inrichten van perceele'n als
bioscoop-theaters. En wanneer wij dan
hooren, dat zelfs in liberale kringen met
afkeuring over Tiet vertoonen van som
mige films wordt gesproken, wanneer
wij op aanplakbiljetten lezen, dat kin
deren beneden 16 jaar niet worden toe
gelaten (des te meer kindexen van 16
jaar en 'daarboven komen er dan), dan
behoeven wij ons zeker over deze aan
vragen niet te verblijden en vertrouwen
wij dat de Katholieke Amsterdammer in
deze dure tijden zijn lieve geld beter be
steedt, dan voor het bezoeken van der
gelijke théaters.
A. S.
District I (vac. G. Wildeboer). District III (vac. C. Meuleman).
Gekozen: H. W. Fischer (Lib.).
1.
III.
IV.
VI.
VII.
IX.
Raadhuis.
Havers tr.
De Bur;.
Totaal.
v. d.Werfstr.
Groeuestee;.
Medusastr.
Tofaat
Aantal kiezers
660
674
635
1969
Aantal Kiezers
750
330
646
1726
Uitgebrachte stemmen
468
472
469
1409
Uitgebr. stemmen
572
228
436
1236
Van onwaarde
5
3
8
16
Van onwaarde
9
3
3
15
Geldige stemmen
463
469
461
1393
Geldige stemmen
563
225
433
1221
Hiervan verkregen:
Hiervan verkregen
J. G. VAN ES (a. r.)
195
217
227
639
A. H.J. ENGELS (r.-k.)
-273
95
219
587
H. W. FISCHER (l.)
268
252
234
754
G. M. KRUIMEL (l.)
290
130
214
634
Gekozen: G. M. Kruimel (Lib.).
De oogen uitsteken.
In het „Huisgezin" lezen wij:
Het is op het oogenblik vanwege de
duurte een bange tijd, die dezen winter
nog banger dreigt te worden.
Men overweegt hoe .in den nood ie'
voorzien, zonder de belangen van ande
ren, die het óók1 niet breed hebben, te
schaden.
In het algemeen kan men zeggen dat
van de honderd menschen negentig zich
minder of meer zullen moeten bekrim
pen.
den zoudt.
Er ontstond eene korte stilte, waarin
Magdalena naar het scheen, de waarheid
gistte, want zij zeide treurig:
Helaas, arme Aymar, wat beklaag
ik u, die hoop kan nooit verwezenlijkt
worden.
En indien er in mijn binnenste een
stem was, die mij zonder ophouden her-
haaide „Moed, ik zal je ondersteunen,
ik, die beloofd heb, dat de berouwheb
bende zondaar mij nooit tevergeefs aan
roept zoudt gij mij dan nog laken
Magdalena was zeer bewogen.
Als God u steunt, houdt ik alles
voor mogelijk, hernam zij; Zijne macht
evenaart Zijne goedheid.
Wilt gij die voor mij afsmeeken,
Magdalena, uwe gebeden moeten dien
weg ten hemel vinden.
Mejuffrouw, de huisdeur wordt ge
opend, wellicht komt mijnheer Koechler
u te gemoet, zooals hjj zoo dikwijls (doet,
riep J-eanneton.
Deze boodschap, waar of verzonnen,
deed de beide jongelieden beven, daar
zij evenzeer de tegenwoordigheid ducht
ten van den strengen grijsaard. Aymar
verwijderde zich zionder zelfs eenmaal
het hoofd om te wenden, terwijl Magda
lena bij zich zelve zeide: „V£at heeft Ihiet
ongeluk hein veranderd.":
Wie tien gulden heeft uit te geven jen
nu voor wat anders tien gulden kost
twaalf heeft te betalen, komt twee gul
den te kort.
Terwijl voor de meeste menschen, ze
ker in den arbeidersstand maar ooki
daarbuiten, de toestand zorgelijk is, or
ganiseert het „Volk", dat zelf zicft een
arbeiders orgaan noemt, 'n reis naar
Berlijn.
Er zijn zeven dagen mee gemoeid en
het program is aanlokkelijk. Voor 75
gulden is men de man.
Dat er onder de Sociaal-Democrati
sche Arbeiderspartij 54 menschen zijn
het maximum aantal deelnemers dat het
„Volk" kan gebruiken die dat bedrag
kunnen missen, weten we heel goed.
Maar we vinden het rechtaf stuitend,
dat het „Volk" in deze dagen, nu zooveel
gezinnen in zorg zitten, nu toch ook on
der haar geestverwanten een groot aan
tal niet weten hoe het (hoofd boven water
te houden, pleizierreisjes organiseert en
brutaal in haar kolommen etaleert.
Moet dit de arme drommels, voor wie
een toelage van 75 gulden alle zorg
voor den winter zou wegnemen, niet de
oogen uitsteken?
We kunnen ons voorstellen, dat meer
dan één sociaal-democraat de vuisten
balt als hij het reisprogram met al zijn
genoegens en ontspanningen' leest.
De opzet van het „Volk" is tergend en
getuigt van weinig smaak, gevoel en
hart.
Als wij dit constateeren zijn we er ze
ker van, een hoop sociaal-democraten
op onze hand te hebben.
Vertraging.
De „Standaard" zegt, dat het ver
zet van social-democralische zijde tegen
het houden van een avondvergadering
toont in wat hachlijke positie we allengs
geraken, nu er ook ditmaal een groep
van Links was, die met hen meestemde.
Op zich zelf deert zulk verzet niet. In
een half uur was het ondervangen. Het
voorstel van den Voorzitter verkreeg een
groote meerderheid, en de Avondverga
dering gaat door. Maar het bedenke
lijke dat in dit incident school, ligt hier
in, dat nu blijkt hoe men liefst toch de
Militiewet in November niet Iaat af-
loopen, en er op bedacht is, dit tegen
te houden. Reeds bij het yoorstel van
den heer Schaper om de Bakkerswet te
laten voorgaan, zag men zich een aantal
Liberalen bij hem voegen.
Het is het Anti-jnilitairisme dat meer
dan één Liberaal in Tiet bloed zit, en
hem telkens verrast.
Van Rechts mag men daarom wel zeer
op zijn hoede zijn. In de eerste „plaats
om te zorgen dat men opkomt. Anders
loopt men telkens gevaar, dat de ver
gadering wegens onvoltalligheid zal
moeten afbreken, doordien men opzette
lijk met dit doel stemming vraagt. In de
tweede plaats zal het zaak zijn, zoo
weinig mogelijk te spreken, om geen
nieuw debat uit te lokken. Geheel zwij
gen gaat natuurlijk niet. Maar men zij op
zijn woorden spaarzaam. In de derde
plaats late men de beantwoording van
de oppositie liefst zooveel het kan aan
de regeering over. En in de vierde plaats
vermeerdere men niet zelf het aanta'l
amendementen. Elk amendement kost
aan de Kamer allicht een uur. Van so
IX.
BEWOLKTE DAGEN.
In een aangenamer gemoedsstemming
dan toen Aymar de stad verlaten had,
kwam hij er weer in terug. Het had (hem
goed gedaan, de stem eener vriendin te
hooren. Magdalena verachtte hem niet,
haar vergiffenis had Jjij verworven, en
dit was hem eene troostrijke gedachte.
Zoodra hij was teruggekeerd, haastte
hij zich naar zijn leerling, want hij
vreesde te laat te zijn. De kleine jongen
scheen verrast, toen hij hem bemerkte.
Hebt gij dan mijn brief niet ont
vangen? vroeg hij.
Neen.
Ik had u geschreven, niet te ko
men, omdat ik ziek was.
Maar die ziekte schijnt mij niet
ernstig genoeg toe, om u te beletten les
te nemen, hernam de onderwijzer
lachende
Zeker, ik maak het ook h.eel goed,
maar mijne moeder heeft mij dit zoo ge
dicteerd.
O, zei Aymar, 41e reeds ongerust
en opgewonden werd.
Ja, zij moest uit en daar zij dus niet
bij de les tegenwoordig kon zijn, zoo-
als zij sinds eenigen tijd gewoon is, gaf
zij er. de vopitou: êéWU dat ik geen les
ciaal-democratische zijde zijn er nu al
21 ingediend, die op twee heele dagen
beslag kunnen leggen.
Het is wel hard, aldaar door een klei
ne fractie geringeloord te worden, maar
het parlementaire leven heeft het eigen
aardige, zulke onwelkome verschijnse
len met zich te brengen. En vooral onze
Tweede Kamer is berekend op leden die
tucht over zich zeiven oefenen en daarom
op het punt van tucht over wie verkeerd
wil, uiterst zwak.
Samenwerking der linkerzijde.
De „Nieuwe Rotterdamsche
Courant", wiens artikel over het voor-
stel-Troelstra wij reeds vermeldden,
vindt daarin aanleiding tot het schrijven
van eenige artikelen ten betooge van de
mogelijkheid van samenwerking der drie
vrijzinnige groepen bij de stembus in
1913 ter verkrijging van een algeheele
grondwetsherziening.
Het blad treedt op 't oogenblik niet
in détails over de punten, welke zulk
eene hervorming zou kunnen omvatten.
Slechts een onderdeel beschouwt het iets
nader, nl. de positie van de Eerste Kamer.
Want wie is op 't oogenblik nog met de
organisatie en de werking van de Eerste
Kamer tevreden?
Het blad zet dan uiteen hoe het zich
de Eerste Kamer denkt:
In algemeene bewoordingen gezegd,
behoort de Eerste Kamer te zijn het
lichaam, waar partijhartstochten en volks-
meeningen van den dag geen toegang
kunnen verkrijgen, opdat zij haar taak
als instituut van revisie ten aanzien van
de wetgeving overeenkomstig 's lands
belang zal behartigen. Om dit karakter
door de Kamer te doen behouden, is
eisch, dat hare positie zal worden ver
sterkt Hare positie „niet als tegenwicht"
tegen een zich naar nieuwere begrippen
hervormende wetgeving, maar hare onaf
hankelijke positie ten opzichte van het
partijgareel, waarin de volkskamer dik
wijls te zeer loopt. Het is de onvergeef
lijke fout van de ontbinding van 1904
geweest, dat dit karakter van onafhan
kelijkheid ook van een tijdelijke regee
ring aan de Kamer met ruwe hand is
ontnomen, om haar onder directen partij
invloed te brengen. Het recht van ont
binding van de Eerste Kamer is een on
ding, dat, tenzij dan voor zeer enkele
met name in de Grondwet te noemen
gevallen wier bespreking thans buiten
ons bestek ligt behoort te worden ge
schrapt. Als instituut van revisie heeft de
Kamer een schoone roeping.
Wat noodig is, komt hierop neer, dat
de Eerste Kamer zoo los mogelijk zal
komen te staan van het in de Tweede
Kamer geldende partijverband. Het weer
zinwekkende, waarop ons de Tweede Ka
mer meermalen onthaalt, dat de stem
juist vierkant andersom is van hetgeen
inen na de uitgesproken rede zoude ver
wachten, een verschijnsel, dat, wanneer
men niet oppast, ook in de Eerste Kamer
langzaam aan burgerrecht zal gaan ver
krijgen, moet althans hier tot de onmo
gelijkheden behooren. Haar zelfstandig
heid naar alle zijden te verhoogen, dat is,
dunkt ons, de ware versterking, die de
Eerste Kamer behoeft.
Hef algemeen kiesrecht besprekend,
wijst de „N. Rott. Crt." er nog eens op,
dat Uivoering van A. S. geen groote
of grootsche verbetering, maar wel een
nemen zou. Dat alles zou niet gebeurd
zijn, indien zij laatst geen bezoek had
gehad van eene oude praatzieke vriendin.
Zoo moogt gij niet spreken, over
eene vriendin van mevrouw uw moeder,
onderbrak Aymar op eenigSzins stren
gen toon.
Welnu, zij heeft u niet ontzien, en
nu neemt gij nog hare verdediging op u.
Aymar voelde het bloed, naar de wan
gen stijgen.
Overigens, mijne moeder heeft mij
gezegd, dat ik u toch dit geld ter hand
moest stellen, indien u mijn brief te laat
ontvangen had.
Dank u, hernam de jongeling le
vendig, ik neem slechts loon aan voor
de lessen, die ik werkelijk geef.
Ik werk liever met u, dan alleen,
en nu u toch hier zijt...
Neen, ik mag dat niet doen en gij
zoudt uwe moeder ongehoorzaam zijn.
En die oude klapster, die beweerde
dat gij uw vader tot wanhoop had ge
bracht door «w slecht gedrag, die loog
toch zeker?
Neen, mijn kind, zij had gelijk, ik
heb het hart van mijh vader zeer be
droefd en groote misslagen bedreven
moogt ëll de buitensporigheden vermij
den,, die mij ten gronde hebben gebracht
en noojt bekend rallen jnet de ^yreedd
billijke en dus wenschelijke, een liberale!
hervorming is.
Het blad opent echter een nieuw ge
zichtspuntvoor een saam werking der vrij-
zinnigen en komt tot een verdediging
van evenredige vertegenwoordiging, een
nieuw punt, waarin de vrijzinnige groe
pen kunnen samenwerken.
Dat evenredige vertegenwoordiging op
zichzelve eene begeerlijke verbetering zal
zijn, behoeven wij thans niet te betoo-
gen. Maar er zullen ook indirecte voor
deden aan verbonden zijn, die niet buiten
rekening mogen worden gelaten. Even
redige vertegenwoordiging zal de onna
tuurlijke stembus-coalities van politiek
heterogene elementen tot een eind bren
gen en daarmede tevens de verplichtin
gen doen ophouden, die uit een geza-
menlijken stembusstrijd ook na de over
winning voortspruiten, en onze politiek
deerlijk vertroebelen. Van een ministerie,
dat staat tegenover eene Kamer, waar
van de partijgroepen niet langer hun
steunpunt hebben in een verkiezingsac-
coord van „Helpt gij mij hier, dan help ik
u daar," inaar in hunne beginselen teti
aanzien van de vraagstukken van practi-
sche politiek die blij evenredige ver
tegenwoordiging onvermijdelijk naar vo
ren moeten worden gebracht; hoe zal
b.v. anders een kiezer moeten weten of hij
christelijk-historisch of anti-revolutionair
of hij vrijzinnig-democratisch dan wel
Unie-liberaal stemmen moet? van een
ministerie, dat tegenover zulk eene Ka
mer staat, zal men mogen eischen en
men zal dat zonder eenigen twijfel ook
doen dat het in de Kamer eene meer
derheid heeft, met haar homogeen
ten opzichte van het practische
r eg ee rings program. De vrijheid,
welke de voor den stembussirijd gecoali-
seerde partijen thans missen, om de re-
geeringsvcorstellen aan hun beginselen en
daaraan uitsluitend te toetsen, is dan her-
Inhoud van Tijdschriften.
De Lelie.
De Lelie van deze maand stelt haar
vorige zuster in den schaduw. Er is een
schoone vooruitgang te bespeuren die
moed geeft. Het opent al met een mooie
fantasie van Henny de Kok. „St. Francis-
cus en zijne Jonkvrouw". Voorts brengt
G. W. Elberts een zijner bekende Engel-
sche vertalingen over Eenige wenken be
treffende ornament en kleur. Alb. Steen-
hof-Smulders vervolgt haar studie over
Madame, terwijl het slot er is van O. L
V. wil het. Laat men nu niet weer vervolg
nummers plaatsen, die in twee jaargangen
loopen. Aan een praatje over Iersche kant
met uitgewerkt voorbeeld en het mode
praatje kunnen de dames hun hart opha
len. 2 zoetvloeiende gedichten van Joz.
de Voght verhoogen de waarde van dit
nummer. Vooral „Pastorale" als bijvoeg
sel door Firmin Swinnen getoonzet los in-
liggend.
Het geheel ziet er meer verzorgd uit
dan de eerste aflevering.
Van Onzen Tijd.
Het nummer van deze week begint met
drie mooie Brabantsche vertellingen van
Marie Gijsen. Rirth Klop Jr. bespreekt
den Vlaamschen toondichter Lodewijk
Mortelmans. Maria Viola teekeningen van
Fautin Latour. Een interessant artikel is
pijnen der boete.
Daarna verwijderde hij zich haastig,
zonder den jongen den tijd te geven nog
één woord te zeggen.
Aymar wilde eerst schrijven, aan de
moeder van zijn leerling, een anderen!
onderwijzer te zoeken, dat was de
raad, dien gekwetste hoojgmoed hem in
gaf, maar hij luisterde beter naar dien,
welken cle voorzichtigheid aanwees.
Had hij niet, vooral in den eersten tijd
beleedigingen van allerlei soort te vreef-
zen Was hij alvorens het treurige be
wijs zijner eigene zwakheid te leveren,
toegevender geweest voor anderen, dan
dezen nu voor hem waren.
Daar de opbrengst zijner lessen be
stemd was, om zijne schuldeiscliers te
voldoen, had hij niet het redil er afstand
van te doen, alleen, omdat hij het wildev
neen, hij .moest zich opnieuw wapenen
met moed en onderwerping.
Toen hij zich den volgendon dag we
der bij de moeder van zijn leerling be
vond, bewees de verlegenheid der vrouw!
dat de kleine jongen alles had overge
bracht, wat er tusschen hen beiden was
voorgevallen. Ten einde de uitwerking!
van het gebeurde te verminderen, ver
wijderde de moeder zich meermalen ga-
durende de twee lesuren.
(Wordt .vervolgd)*