Uit Stad en Omgeving. deeten niet door de militieraden, maar door Ged. Staten ,die in de maand» Mei uitspraak doen omtrent die aanvragen. De heeren Thomson, Verheij en A4ar- chatrt hebben verscheidene amendemen ten ingediend, o.a. om geen afzonderlijke militaire werkers in te stellen om het vigeerend systeem van vergoedingen te behouden en dus geen uitbreiding te ver- leenen aan de vrijstelling wegens kost winnerschap om het geneeskundig on derzoek uit te breiden om het gebruik der zeemilitie te beperkenom, als de mil. werkers in de wet worden opge nomen, hun diensttijd te beperken tot 8i/2 maand, om den eersten oefentijd voor de bereden korpsen terug te' bren gen van 2 jaar tot IS maanden, enz. Ten aanzien van de herhalingsoefe ningen wordt voorgesteldvoor de on bereden korpsen drie herhalingsoefe ningen in het geheel voor ten hoogste 4 weken en voor de pantserfortartillerie! en de bereden korpsen echter twee in het geheel, voor ten hoogste 3 weken. Het Groene Kruis. Den 27sten dezer zal te Rotterdam' de 15e algemeene vergadering plaats vin den van de Zuid-Holl. Vereeniging Het Groene Kruis. Het voornaamste punt van de agenda betreft het vraagstuk der zuigelingenbescherming en kraamvrou wenverzorging te plattelande van Zuid- Holland. De commissie, belast met het in studie nemen van dit vraagstuk, heeft twee voorstellen ingediend, aldus lui dende A. De algemeene vergadering besluite tot het doen geven van cursussen in kraamvrouwen- en zuigelingenverzorging. B. De algemeene vergadering besluite tot het instellen van een onderzoek' naar de oorzaken van de zuigelingensterfte van een deel der provincie Zuid-Holland. De Liberale Unie en de Militiewet. 't Is merkwaardig, hoe de Kamerover zichtschrijvers van de groote liberale bla den „N. Rott. CL", „Hbld." en „N. Crt." de beschouwingen der militaire specialiteiten van de Liberale Unie in de tTweede Kamer bestrijden. Zoo zegt b.v. de bekende hoefijzercor respondent van het „Hbld." waarlijk toch geen clericaal het volgende: „V i er sprekers van de Liberale .Unie. Gisteren de heer Verhey, heden de heeren Eiand, Roodhuyzen en Thom son. Het is wel wat veel vannu laat ons dan maar zeggenhet goede. Mis schien moet de verklaring van deze breedsprakigheid gezocht worden in de zware verantwoordelijkheid welke deze grootste groep ter linkerzijde voeit, nu zij zich geplaatst vindt tusschen haar politieke, anti-militaire neigingen, en haar plicht om mede te werken tot ver betering van den ontredderden toestand van onze defensie. Een toestand die, voor zoover hij is veroorzaakt door an- ti-inilitairistisch drijven, voor een niet ge ringe mate ter mede-verantwoording van de Unie komt. Zoowel haar Kamerleden als haar Ministers zijn het juist ge weest die ontijdige concessies aan liet anti-militairisme hebben ge'daan en daar door in belangrijke mate hebben mede gewerkt tot het ontstaan van den „Staat van verwording", waarin ons leger vol gens den Raad van Defensie verkeert, een toestand waarop vervolgens door 'n rechtsch Minister op inblazing van een rechts Kamerlid de kroon is gezet. Een van de Unie sprekers, dien wij het liefst hooren, is ook heden weder een van de bondigsten geweest. Toch was er juist voor den heer Eland een bijzondere reden om niet zóó buitenge woon lakoniek te wezen. ImmeTS, op 25 Maart van dit jaar schreef genoemde oud-Minister als slot som van eenige artikelen over de Mi litie wets wijziging, in „Het Vaderland": Al heb ik niet bij elk onderdeel goed- of afkeuring uitgesproken, zoo zal men toch bij de lezing wel de ge volgtrekking hebben gemaakt, d a t 't thans aangebodene in mijn oog niet mag worden afge wezen. Mijn grootste bezwaar daar tegen ligt in het blijvend gedeelte en ik hoop nog dat de Regeering het on- noodige daarvan zal inzien. Maar zelfs al werd ik daarin teleur- gestelddan zou ik in een en dat hetgcede nogdeoverhand be houdt en het ontwerp aanne ming verdient Doch hoe werden wij verrast door de korte rede van den afgevaardigde van Arnhem. Schr. resumeert dan de rede van den heer Eland, die ten slotte verklaarde zijn stem voor te behouden en vervolgt: Wij kunnen niet aannemen dat alleen de wijziging in de verhouding der ploe gen- zulk een grooten ommekeer in de denkbeelden van den heer Eland heeft gebracht. En wij mogen niet aannemen dat, na de clubvergadering (der Lib. Unie) van gisteren, de politiek dezen ommekeer ver oorzaakt heeft. Maar het ware dan toch wel noodig geweest, dunkt ons, dat deze verrassen de zwenking een weinig ware verklaard. Ze werd hef echter met geen woord. LEIDEN, 20 October. St. Augustinus. De laatstgehouden vergadering van de R. K. Studentenvereeniging werd door den praeseSi den heer van der Eerden, mei den Chiisie",ijken groet geopend. Daarna releveerde de praeses de voor naamste gebeurtenissen van het vooraf gaand jaar en wenschte hij, dat de ver eeniging onder het nieuwe bestuur in welvaren mocht toenemen, waarna de installatie plaats had. Na een dankwoord van den nieuwen voorzitter, den heer ISpoorenberg, en eenige waardeerende woorden van Prof. Groenen begon de ZeerEerw. Pater H. Linnebank O.s.C.r. zijn lezing: „Hebben wij Ncderlandsche dichters noodig?" In 't algemeen beantwoordde spr. deze vraag volmondig met: ja. Want wat is dichter zijn anders, dan een ziel be zitten, wijdopen voor de schoonheid, zoo dat daar een voortdurend binnenstroo men is van leven en natuur, het leven opgenomen in het leven. Er móet een innig bewegen zijn tusschen de wereldi van het „ik" en de wereld daarbuiten, eeii gedurig deinen van eb en vloed, de voorafbeelding van het eeuwige geiij, de eeuwige wisselwerking tusschen God en de ziel hiernamaals. Alles in ons H." Geloof roept, eischt om dichters, wat spr. neg nader toelichtte. Maar neemt men het woorddichter in meer feitelijke beteekenis, dan was het heusch zoo erg niet, als we geen dichters hadden, al kwam er ook per jaar niet eens meer één bundeltje verzen van een Roomschen dichter uit. Als de ziele luistert, dan zingt zij reeds onze dagen mooi en onze harten blij. En steeds blijven daar voor ons die twee kathedralen onzer letterkunde, de Vondel- Si Bavo en de Gezelle-.Si. Jan. Neen, de bloei van den boekhandel is niet het zelfde, als de bloei der poëzie. Poëzie is er bij ons, als het orgel ruis-cht van de Gloria's en de kerkmuren ruiken van den wierook, en als de biechtstoelen gonzen als een bijenkorf en er een gaan en komen is bij de communiebanken. De liturgie geeft ons de zuiverste lyriek, Vondel's treurspel de diepste dramatiek. Immer nieuwe impressies verweid: in ons Guido Gezelle, of hij spelend door de natuur gaai of ons tot liet hoogste opvoert. Hij zelf heeft zoo juist den in druk zijner poëzie weergegeven in het lied van den Beltrom, samenspraak van den Engel der vreugde en de bedroefde ziel. Gezelle is die Engel en wij worden door zijn lied ontvonkt tot meerdere eer en dank aan God. Spr. is het met Kloos en de moder nen eens, dat er geen ware kunst is zonder individualiteit. Maai de lantaarn der oorspronkelijkheid moet niet alleen lichten in de letterkunde, maar ook in de maatschappij zij er gezond individuals' me: ieder moet meer zichzelf worden, dat is het voetstuk, waarop volgens spr. alles moet rusten. Tw ee stroomingen van den nieuweren tijd, aldus spr., de liturgische eii de ge- meenschapsstrooming vinden haar oor sprong in dat meerdere individualisme. Bestaat er geen wisselwerking tusschen verdieping van Katholiek leven en de beoefening der liturgie? En dat onze Roomsche poëzie meer en meer litur gisch wordt, kon de Eerw. spr. wel' niet beter bewijzen, dan door eenige ver ven van Felix Rutten en Kapelaan Smul ders te zeggen, waarbij zoovele als Ed. Brom., Eeckels, Cesar Gezelle, e.a. te voegen zijn. De gemeenschapsstrooming uit zich vooral in een onophoudelijk streven naar democratie, ook in den poëzie. Wij kun nen geen vrede hebben met socialisten liederen, als van Adema van Scbeltema, ja zelfs het Lied van den Arbeid van René de Clercq is ons te wild. Dat al loopt uit op verbreking van ideaal en staat ons, cultuurmenscjien, even tegen als een roeden optocht. Wij willen niet enkel het rood, maar ook het groen van de hoop en het blauw van den hemel. Eeni ge verzen, meer in overeenstemming met ons ideaa), werden door de» Eerw. spre ker op voortreffelijke wijze gezegd, als daar zijn vanR. de Clercq, Dr. Sicking, Pastoor Coppens, D,r. Schaepman. Wij hebben geen gebrek aan Katholie ke poëzie, zoo besluit spr. Late» we dankbaar zijn, en genieten en doen ge nieten van alle Roomsche schoonheid, die openstaat voor ieder, die pogen beeft om te zien. De heer Spoorenberg bedankt den Eerw. spr. voor zijn enthousiaste rede, en alhoewel hij denkt, dat er geen Idich- ters door gevormd zullen worden, zoo is hij reeds ruimschoots tevreden, als Pater Linnebank aan ons van -zijn idea lisme heeft medegedeeld. Hierna werd overgegaan tot het huis houdelijk deel der vergadering. Voor het examen vrije en ordeoefe ningen gymnastiek is te Zwolle'geslaagd de heer P. J. du Croix, alhier. Bij Kon. besluit is aan dr. JA. Korteweg, hoogleeraar in de heelkunde aan de Rijksuniversiteit alhier, op het daartoe door hem gedaan verzoek, een eervol ontslag verleend uit zijn betrek king van lid van het hoofdcomité! van ide Vereeniging „Het Nederlandsche Roo- de Kruis", en zulks onder dankbetuiging voor de door hem in die betrekking be wezen diensten. KATWIJK AAN ZEE. Eenige partij en kwamen hier in afslag. De volgende prijzen werden besteedvolle pekelha ring f 12.80 13/20 13.40 13.60 14.15; ijle pekelharing f 10.70 10.95 11.10 11.25; maatjes f 11.70; steur- haring f 10.20 10.70 11.25 12.95 13.15; makreel f7.75 8.50 9.50 aües .per kantje, LEI MUI DEN. De nfdeeliug Leimui- den e.a. van de Zuidholiandsche Vereeni ging „Het Groene Kruis" houdt een Al gemeene Vergadering op Woensdag 25 October a.s., des avonds te zeven uren, ten huize van J. Sneeboer. Behalve de gewone jaarltjksche versla gen komen als onderwerpen ter behan- ling op de agenda voor: Vaststelling begrooting 1912 en verkiezing van een Afgevaardigde ter Provinciale vergade ring. De lotelingcn der lichting 1912 en zij van de lichting 1911, die ïiog niet zijn ingedeeld, die in aanmerking wen- schen te komen voor inlijving bij de zee militie, kunnen zich daartoe aanmelden ter Gemeente-Secretarie vóór 1 Nov. a.s. NIEUWVEEN. De jaarlijksche bees tenmarkt zal alhier plaats hebben op Dins dag 7 November e.k. Het onderzoek van de verlofgangers van de Landweer in deze gemeente zal hier plaats hebben in het onthouderslo kaal, op Woensdag 8 November a.s., nam. 121/2 uur. •NOORDWIJK. Met ingang van 17 Oc tober 1911, hebben in verband met den géwijzigden loop der trammen de bus lichtingen aan hei postkantoor alhier cn het bijkantoor te Noordwijk aan Zee als volgt plaats: te Noordwijk vin. 5.20,9.35 en nam. 2.20', 7.10; te Noordwijk aan Zee v.m. 4.50, 9.05, en n.m. 1.55, 7.; des Zondags te Noordwijk om 6.33, te Noordwijk aan Zee 5.50. NOORDWIJKERHOUT. Onder direc tie van de heeren A. de Mooij Jr. en H. Bader en ten overstaan van notaris G. ten Bruggencate, had gisteren alhier een droge bloembollenveiling plaats. Er was veel handel en de volgende prijzen wer den bestged: D. T. Murillo f19 tot f20, E. T. La Reine f 4, E. T. Sciarlet Due f30, D. T. La candeur f7 tot fS, E. T. Qeie Prins f8, E. T. Jacoba van Beieren f6 a 7, E. T. Grand due f 19, E. T. Vermilion brillant f45 tot f48, E. T. von Beethoven f5, D. T. Salvator Rose f50, E. N. Or- natus f 5. alles per H.L., Paron Jules Chal- lot f21 de 5 Liter. RIJNSBURG. Op den weg naar Kat wijk kwam gisteren een paard der cava lerie, geleid door een militair per fiets in botsing met de electrische tram. Het paard bezeerde zich aan de pooten en de lantaarn der tram werd vernield, 't Liep verder zonder ongelukken a-f. ZOETERWOUDE. Het bestuur van den Room- of Meerburgerpolder zal schouw drijven over de wateringen, tocht- of trekslooteu en duikers in dien polder op Donderdag 2 Nov. a.s. GEWESTELIJK GEMENGD. [Een paard als arrestant. Dit gebeurde te Warmond gisteren, toen een paard dat onbeheerd op den weg liep bij de politie werd gebracht. Daar er aldaar geen Gemeentelijk Schut- hok bestaat, was goede raad duur en werd het ondergebracht in het arrestan tenlokaal, waar het dier zich niet tegen verzette. Later meldde de eigenaar zich aan en liaaide het terug. Brand. Te Waddings v een is afgebrand de woning met w erkplaats van den riet dekker Plomp. Ook de inboedel ging verloren. De oorzaak is vermoedelijk het omvallen van een petroleumlamp. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. (Zitting van 19 October. Vervolg.) ■Na de pauze stelde de Voorzitter voor om Dinsdag een avondvergadering te houden, indien morgen de algemeene beraadslagingen niet afloop en. De-heer Ter Laan (S.D.) achtte zulks zeer bezwaarlijk o.a. omdat er geen sprake is dat liet wetsontwerp in de tegenwoordige zittingsperiode ge reed komt. De Voorzitter merkt op, dat men nog veertien dagen voor de Militiewet heeft. Vrij blijven aJtijd nog de Vrij dagavond en de Zateradg. De heer Noleps (R. K.) kan niet ontkennen dat 't aldus voor sommige le den wat drukker wordt maar heeft toch geen bezwaar tegen een avondvergade ring. En spr. komt op tegen de eigenaar dige manier van den heer Ter Laan de Kamer als een bewaarschool te behande len, door te eischen dat de rechterzijde komen zal. Ook spr. zou wenschen, dat alle leden zich bewust waren van hun plicht hier te zijn, maar hij komt er te gen op, dat er voortdurend op gelet wordt. Dat 't in de pers gebeurt, soit, maar niet in de Kamer. De lieer Ter Laan (S.-D.J repliceert en zegt tot den heer Nolens dat men ook niet gedrild wil worden door de Re geering. De heer R o o dh u tj z e i*. (U.L. )heeft -er bezwaar tegen dat men steeds meer beslag legt op de ochtenden en avonden van de Kamerleden. Het voorstel komt hierna in stem ming, en wordt met 51 tegen 14 stem men aangenomen. De beraadslaging over de M j I i t i e- wet werd daarop voortgezet. De Minister van Oorlog, de heer Colijn, begon met de beantwoor ding der negen vragen, welke in het voorloopig verslag gesteld, volgens den voorzitter der Commissie van Rappor teurs niet of niet volledig beantwoord waren. De Minister verklaarde, dat de Regee ring bereid is de samenstelling ter hand te nemen voor een wetsontwerp tot in voering eener .weerbelasting, die deel zal uitmaken van de algemeene Staatsin komsten. Aan den heer Thomson ant woordde de Minister, dat uit het rapport omtrent het Zwitsersche leger blijkt dat de verplegingsdienst bij dit leger uitmuntend is, ten aanzien der opleiding en oefening en organisatie. De hulde aan het Ministerie van Oorlog gebracht voor de indiening van dit Ontwerp-Mili- ticwet bracht de Minister over op den oud-minister Sabron, samensteller van het ontwerp en oud-minister Cool, die het verder opbouwde. Meteen uitvoerig beroep op de geschiedenis sedert 1S61 betrekkelijk de Militiewetgeving, be toogde de Minister dat uit alle ontwer pen de bedoeling duidelijk sprak om te komen tot een groote legersterkte. In het wetsontwerp Eland van 1901 zat het element reeds van de militaire wer kers en van het tweeplocgenstelsel. Na gaande welke ervaringen met de Militie wet 1901 zijn opgedaan, betoogde de Minister dat van den beginne af klachten zijn gerezen over het instituut vier maun ders. De resultaten van het voorberei dend onderwijs mislukten vooral hier door dat men aan Oorlog opdroeg wat onder Binnen!. Zaken had moeten res sorteeren. Nagaande welke de ervaringen ge weest zijn met de militiewet-1901, be toogde de Minister dat er van den begin ne af aan klachten geweest zijn over de viermaanders. De resultaten van het voorbereidend onderricht waren onvol doende. Men had de leiding van het V. M. O. Men had de.leiding aan het depar tement van Binnenl. Zaken moeten .ge ven. Dat men dit niet gedaan heeft, is als de kiem der mislukking van het voor bereidend onderwijs te beschouwen. De nadeelen van het tweeploegen-stel- sel zijn geweest, dat de oefeningen in grootere verbanden daardoor onvoldoen de zijn gebleven. Maar de minister acht onjuist de stelling dat het tweeploegen stelsel de oorzaak is geworden van de ontwrichting van ons leger. Wel is het resultaat van al het zoeken en toesten der laatste jaren geweest, dat de toe stand van ons hoofdwapen, de infanterie, inderdaad is achteruitgegaan. Maar de minister spreekt als zijn innige overtui ging uit dat er voor ontmoediging in het oordeel over de infanterie geen aanlei ding bestaat, eep overtuiging waarin de minister is versterkt door eigen waar neming tijdens de jongste groote ma noeuvres, die hoofdzakelijk zijn gehou den om de marschvaardigheid van de troepen te onderzoeken. De minister zette daarna uiteen dat hij zijn ambt aanvaard heeft met de be doeling, wat de militiewet betreft, een herziening tot stand te brengen geba seerd op de bestaande wetgeving. Voor een generale herziening acht de minister op het oogenblik de tijd nog niet .geko men. Bij de uitvoerige verdediging van het standpunt dat de minister bij het ont werpen dezer niilitiewet-wijziging heeft in.genomen, zette de -minister uiteen dat het advies van den raad van defensie op menig punt gevolgd is, maar dat de mi nister dat advies niet gevolgd heeft op het punt van een oefeningstijd van 1-2 maanden, welke spr. noch in het landsbe lang noch in het belang van het leger achtte, want die maatregel zou zoodani- ge onrust in het land hebben verwekt, dat het leger vraagstuk geruimen tijd door de politiek zou zijn vertroebeld gewor den. De viermaanders moeten vervallen p.a. omdat het voorbereidend militair onder wijs vervalt. Buitendien trokken de vier maanders a) het intellect tot zich, ten nadeele van de kadervorming, van welke zoodoende niets terechtkwam. Hij kwam er met klem tegeu op dat de proefnemin gen met de viermaanders en het voor bereidende militaire onderricht geen eer lijke proefnemingen waren geweest. Spr. ontkende dat de inrichting van een volksleger op dit oogenblik een te ver wezenlijken ideaal is. Het zou nog jaren en jaren duren, alvorens de toestanden: hier te lande zich zoozeer als in 'Zwitser land zouden eigenen om ook' hier den weg van het volksleger op te gaan. Wat betreft de motie-Thomson betref fende het afhankelijk maken *van contin- gentsverhooging van verkorten oefe- ningstijd, verklaarde de Minister, dat, in dien het de bedoeling der motie is om óf het blijvend gedeelte af te «chaffen, of verkorting van den oefen ingstijd te verkrijgen, of beide en daarvan afhan kelijk te maken de verhooging van het contingent, deze motie voor hem volkomen onaannemelijk is. De Minister besprak vervojgens het instituut der militaire werkers, dat even min nieuw is als het tw'eeploegensteisel, maar bij geen der leden verdediging heeft gevonden. Wat de vraag betreft, of deze militaire werkers noodig zijn om de proef te nemen of voldoende ge oefendheid in 81/2 'maand te verkrijgen is, daaromtrent kon de -Minister op dit oogenblik nog geen positief oordcel vel len. Als er een equivalent voor deze categorie te vinden is, zal het tien 'Minis ter aangenaam zijn dit in den loop dezer debatten te ervaren. Maar zonder equi valent kan spr. de werkers niet uitscha kelen. Behoud van het blijvend gedeelte ver dedigde spr. uit mobilisatie-oogpunt. Naast de vrijstellingen had spr. gaar ne de vergoedingen aan kostwinners be houden, maar i.nancieei is cr een grens aan alles. Uit vergelijkende cijfers nvet andere landen concludeerde de Minister, dat ons land niet zoo duur uit is met zijn leger- kosten en met de kosten, welke uit het ontwerp zullen voortvloeien. De Minister zal werkzaam blijven otn in den geest van het leger verbetering aan te brengen. De geest lijdt op dit oogenblik o.a. door den grooten afstand tusschen het officierenkorps en de min deren. Samenwerking in de Kamer 0111 dit ontwerp tot stand te brengen, zoekt de Minister met ieder, die op eerlijke w ij ze wil medewerken, ook met dei sociaal democraten, maar niet als dezen zeg gen: geen man, geen cent en geen spij ker voor defensie-uitgaven. De Minister van Binnenland- sche Zaken, de heer Heemskerk, verdedigde het regeeringsbeleid op de fensiegebied en den oud-minister Sabron tegen de door den heer Marchant uitge brachte beschuldiging van onoprechtheid en onwaarheid. Verder verdedigde spr. het public-eercn van het advies van den Raad van De fensie als een .maatregel om geen ver keerde gedachten te wekken omtrent den aard van de critiek van dien Raad. Het verwijt, dat de Regeering zich niet krachtig verzet had tegen het uitstel van behandeling der Militiewet, wees de Minister terug naar de liberate leden, die vóór dat voorstel gestemd hadden niette genstaande zij vroeger, toen de regee ring cie kustverdediging op den voor grond wilde brengen, geroepen hadden; dat de reorganisatie der levende weer middelen den voorrang moest hebben bo ven die der doode weermiddelen (de kustverdediging). Ten slotte bestreed de Minister de uiting van den heer Ter Laan, dat het leger een klasseieger zou zijn, bestemd om tegen het proletariaat op te treden, In zulk een gedachtengang km de Mi nister zich eenvoudig niet verplaatsen»! Spr. verzekerde zijnerzijds, dat de regee ring bereid is ,een weerbelasting ter hand te nemen. Zitting van Vrijdag 20 October. Het algemeen debat over de Militie wet wordt voortgezet. De heer Troelstra -(S.D.) tegen over de Minister van Oorlog en Binnen- landsche Zaken en den heer Lohnuui, het standpunt der sociaal-democratie te genover het defensievraagstuk verdedi gende, betoogde, dat de woorden geen man, geen cent en geen spijker betrek king hebben op de verdediging van de onafhankelijkheid van ons land .maar o,p de wijze waarop het militarisme in Ne derland wordt opgevat door dc Regee ring der burgerlijke partijen. Uitvoerig zet hij uiteen, dat de soc.- democratie een einde wil -maken aan oor logsgeweld en aan den toestand van: gewapenden vrede. Wel aanvaarden zij het volksleger, als overgang naar den wereldvrede. Maar overigens, spr. her haalt, geen man en geen cent voor hef militarisme, zoolang geen verbeteringen op sociaal gebied zijn tot stand geko men. De groote mogendheden hebben 'n gansch andere taak dan de kleine, die al voldoende doen voor hun defensiemaat regelen als zij daarmede hun onafhan kelijkheid en hun onzijdigheid kuiineri bewaren. Nederland zal niet licht een aanvalsoorlog beginnen, althans niet in' Europa, wel daarbuiten, tegen zwakkere volken. Waartoe ons leger eigenlijk gebezigd wordt hebben we gezien in 1903 en laat stelijk op de Merwede,. toen er gescho ten is en bloed gevloeid heeft. En in Am sterdam hebben we dat gezien, bij hef schietincident op den Zeedijk. Ten slotte hield spr. een jjlejduofk voor versterking van het proletariaat, dat een zegenrijken strijd voert tegen den oorlog. Hierop vingen de replieken aan. De heer Verhey (U.L.) kwam er o.a. tegen op dat de minister de goede trouw, van hem en overige liberale unieleden in twijfel trok. De heer Roodhuyzen (U. L.) handhaafde zijn meening, dat de regee ring zich bij het uitstel-voorstel van den heer Nolens om politieke overwegingen heeft neergelegd. Ten slotte begreep spr. niet, dat er thans iets tegen zou zijn om een geheele ingrijpende herziening van de Militiewet ter hand te nemen. Er dreigt opstand noch oorlogsgevaar. Spr. blijft zich zijn stem voorbehouden. (De. Zitting duurt voort.) Gemeentezaken. De Gemeentebegrooting. Verschenen is het algemeen verslag van het verhandelde in de secties van den gemeenteraad bij het onderzoek van de ontwerpbegrooting, dienstjaar 1912 met de memorie van Antwoord van 84 en W. De vergadering der le sectie -werd bijgewoond door de heeren J. A. Hamel', wethouder-voorzitter. Aug1. L. Reime- ringer, Financiën. K. Sijtsma. Dr. H. J. Zwiers. Mr. P. E. Briët. en Mr. J. E', Heefgs, rapporteur. die der 2de Sectie door (te lteeren: J. A. Bots, Wethouder-Voorzitter, J. P. Vergouwen, Financiën. A. Mulder, Fa bricage. C. J. van Tol. Mr. A. J. 'Fokker.- Mr. J. H. Carpentier Alting. P. Hoa- genboom en J. Botennans, Rapporteur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 2