Uit Stad en Omgeving.
deeten niet door de militieraden, maar
door Ged. Staten ,die in de maand» Mei
uitspraak doen omtrent die aanvragen.
De heeren Thomson, Verheij en A4ar-
chatrt hebben verscheidene amendemen
ten ingediend, o.a. om geen afzonderlijke
militaire werkers in te stellen om het
vigeerend systeem van vergoedingen te
behouden en dus geen uitbreiding te ver-
leenen aan de vrijstelling wegens kost
winnerschap om het geneeskundig on
derzoek uit te breiden om het gebruik
der zeemilitie te beperkenom, als de
mil. werkers in de wet worden opge
nomen, hun diensttijd te beperken tot
8i/2 maand, om den eersten oefentijd
voor de bereden korpsen terug te' bren
gen van 2 jaar tot IS maanden, enz.
Ten aanzien van de herhalingsoefe
ningen wordt voorgesteldvoor de on
bereden korpsen drie herhalingsoefe
ningen in het geheel voor ten hoogste 4
weken en voor de pantserfortartillerie!
en de bereden korpsen echter twee in
het geheel, voor ten hoogste 3 weken.
Het Groene Kruis.
Den 27sten dezer zal te Rotterdam' de
15e algemeene vergadering plaats vin
den van de Zuid-Holl. Vereeniging Het
Groene Kruis. Het voornaamste punt
van de agenda betreft het vraagstuk der
zuigelingenbescherming en kraamvrou
wenverzorging te plattelande van Zuid-
Holland. De commissie, belast met het
in studie nemen van dit vraagstuk, heeft
twee voorstellen ingediend, aldus lui
dende
A. De algemeene vergadering besluite
tot het doen geven van cursussen in
kraamvrouwen- en zuigelingenverzorging.
B. De algemeene vergadering besluite
tot het instellen van een onderzoek' naar
de oorzaken van de zuigelingensterfte
van een deel der provincie Zuid-Holland.
De Liberale Unie en de Militiewet.
't Is merkwaardig, hoe de Kamerover
zichtschrijvers van de groote liberale bla
den „N. Rott. CL", „Hbld." en „N.
Crt." de beschouwingen der militaire
specialiteiten van de Liberale Unie in de
tTweede Kamer bestrijden.
Zoo zegt b.v. de bekende hoefijzercor
respondent van het „Hbld." waarlijk
toch geen clericaal het volgende:
„V i er sprekers van de Liberale
.Unie. Gisteren de heer Verhey, heden
de heeren Eiand, Roodhuyzen en Thom
son. Het is wel wat veel vannu laat
ons dan maar zeggenhet goede. Mis
schien moet de verklaring van deze
breedsprakigheid gezocht worden in de
zware verantwoordelijkheid welke deze
grootste groep ter linkerzijde voeit, nu
zij zich geplaatst vindt tusschen haar
politieke, anti-militaire neigingen, en
haar plicht om mede te werken tot ver
betering van den ontredderden toestand
van onze defensie. Een toestand die,
voor zoover hij is veroorzaakt door an-
ti-inilitairistisch drijven, voor een niet ge
ringe mate ter mede-verantwoording van
de Unie komt. Zoowel haar Kamerleden
als haar Ministers zijn het juist ge
weest die ontijdige concessies aan liet
anti-militairisme hebben ge'daan en daar
door in belangrijke mate hebben mede
gewerkt tot het ontstaan van den „Staat
van verwording", waarin ons leger vol
gens den Raad van Defensie verkeert,
een toestand waarop vervolgens door 'n
rechtsch Minister op inblazing van een
rechts Kamerlid de kroon is gezet.
Een van de Unie sprekers, dien wij
het liefst hooren, is ook heden weder
een van de bondigsten geweest. Toch
was er juist voor den heer Eland een
bijzondere reden om niet zóó buitenge
woon lakoniek te wezen.
ImmeTS, op 25 Maart van dit jaar
schreef genoemde oud-Minister als slot
som van eenige artikelen over de Mi
litie wets wijziging, in „Het Vaderland":
Al heb ik niet bij elk onderdeel
goed- of afkeuring uitgesproken, zoo
zal men toch bij de lezing wel de ge
volgtrekking hebben gemaakt, d a t 't
thans aangebodene in mijn
oog niet mag worden afge
wezen. Mijn grootste bezwaar daar
tegen ligt in het blijvend gedeelte en
ik hoop nog dat de Regeering het on-
noodige daarvan zal inzien. Maar
zelfs al werd ik daarin teleur-
gestelddan zou ik in een en dat
hetgcede nogdeoverhand be
houdt en het ontwerp aanne
ming verdient
Doch hoe werden wij verrast door de
korte rede van den afgevaardigde van
Arnhem.
Schr. resumeert dan de rede van den
heer Eland, die ten slotte verklaarde zijn
stem voor te behouden en vervolgt:
Wij kunnen niet aannemen dat alleen
de wijziging in de verhouding der ploe
gen- zulk een grooten ommekeer in de
denkbeelden van den heer Eland heeft
gebracht.
En wij mogen niet aannemen dat, na
de clubvergadering (der Lib. Unie) van
gisteren, de politiek dezen ommekeer ver
oorzaakt heeft.
Maar het ware dan toch wel noodig
geweest, dunkt ons, dat deze verrassen
de zwenking een weinig ware verklaard.
Ze werd hef echter met geen woord.
LEIDEN, 20 October.
St. Augustinus.
De laatstgehouden vergadering van de
R. K. Studentenvereeniging werd door
den praeseSi den heer van der Eerden,
mei den Chiisie",ijken groet geopend.
Daarna releveerde de praeses de voor
naamste gebeurtenissen van het vooraf
gaand jaar en wenschte hij, dat de ver
eeniging onder het nieuwe bestuur in
welvaren mocht toenemen, waarna de
installatie plaats had. Na een dankwoord
van den nieuwen voorzitter, den heer
ISpoorenberg, en eenige waardeerende
woorden van Prof. Groenen begon de
ZeerEerw. Pater H. Linnebank O.s.C.r.
zijn lezing: „Hebben wij Ncderlandsche
dichters noodig?"
In 't algemeen beantwoordde spr. deze
vraag volmondig met: ja. Want wat is
dichter zijn anders, dan een ziel be
zitten, wijdopen voor de schoonheid, zoo
dat daar een voortdurend binnenstroo
men is van leven en natuur, het leven
opgenomen in het leven. Er móet een
innig bewegen zijn tusschen de wereldi
van het „ik" en de wereld daarbuiten,
eeii gedurig deinen van eb en vloed,
de voorafbeelding van het eeuwige geiij,
de eeuwige wisselwerking tusschen God
en de ziel hiernamaals. Alles in ons H."
Geloof roept, eischt om dichters, wat
spr. neg nader toelichtte.
Maar neemt men het woorddichter
in meer feitelijke beteekenis, dan was
het heusch zoo erg niet, als we geen
dichters hadden, al kwam er ook per
jaar niet eens meer één bundeltje verzen
van een Roomschen dichter uit.
Als de ziele luistert, dan zingt zij reeds
onze dagen mooi en onze harten blij.
En steeds blijven daar voor ons die twee
kathedralen onzer letterkunde, de Vondel-
Si Bavo en de Gezelle-.Si. Jan. Neen,
de bloei van den boekhandel is niet het
zelfde, als de bloei der poëzie. Poëzie
is er bij ons, als het orgel ruis-cht van
de Gloria's en de kerkmuren ruiken van
den wierook, en als de biechtstoelen
gonzen als een bijenkorf en er een gaan
en komen is bij de communiebanken.
De liturgie geeft ons de zuiverste lyriek,
Vondel's treurspel de diepste dramatiek.
Immer nieuwe impressies verweid: in
ons Guido Gezelle, of hij spelend door
de natuur gaai of ons tot liet hoogste
opvoert. Hij zelf heeft zoo juist den in
druk zijner poëzie weergegeven in het
lied van den Beltrom, samenspraak van
den Engel der vreugde en de bedroefde
ziel. Gezelle is die Engel en wij worden
door zijn lied ontvonkt tot meerdere eer
en dank aan God.
Spr. is het met Kloos en de moder
nen eens, dat er geen ware kunst is
zonder individualiteit. Maai de lantaarn
der oorspronkelijkheid moet niet alleen
lichten in de letterkunde, maar ook in de
maatschappij zij er gezond individuals'
me: ieder moet meer zichzelf worden,
dat is het voetstuk, waarop volgens spr.
alles moet rusten.
Tw ee stroomingen van den nieuweren
tijd, aldus spr., de liturgische eii de ge-
meenschapsstrooming vinden haar oor
sprong in dat meerdere individualisme.
Bestaat er geen wisselwerking tusschen
verdieping van Katholiek leven en de
beoefening der liturgie? En dat onze
Roomsche poëzie meer en meer litur
gisch wordt, kon de Eerw. spr. wel'
niet beter bewijzen, dan door eenige ver
ven van Felix Rutten en Kapelaan Smul
ders te zeggen, waarbij zoovele als Ed.
Brom., Eeckels, Cesar Gezelle, e.a. te
voegen zijn.
De gemeenschapsstrooming uit zich
vooral in een onophoudelijk streven naar
democratie, ook in den poëzie. Wij kun
nen geen vrede hebben met socialisten
liederen, als van Adema van Scbeltema,
ja zelfs het Lied van den Arbeid van René
de Clercq is ons te wild. Dat al loopt
uit op verbreking van ideaal en staat
ons, cultuurmenscjien, even tegen als een
roeden optocht. Wij willen niet enkel
het rood, maar ook het groen van de
hoop en het blauw van den hemel. Eeni
ge verzen, meer in overeenstemming met
ons ideaa), werden door de» Eerw. spre
ker op voortreffelijke wijze gezegd, als
daar zijn vanR. de Clercq, Dr. Sicking,
Pastoor Coppens, D,r. Schaepman.
Wij hebben geen gebrek aan Katholie
ke poëzie, zoo besluit spr. Late» we
dankbaar zijn, en genieten en doen ge
nieten van alle Roomsche schoonheid,
die openstaat voor ieder, die pogen beeft
om te zien.
De heer Spoorenberg bedankt den
Eerw. spr. voor zijn enthousiaste rede,
en alhoewel hij denkt, dat er geen Idich-
ters door gevormd zullen worden, zoo
is hij reeds ruimschoots tevreden, als
Pater Linnebank aan ons van -zijn idea
lisme heeft medegedeeld.
Hierna werd overgegaan tot het huis
houdelijk deel der vergadering.
Voor het examen vrije en ordeoefe
ningen gymnastiek is te Zwolle'geslaagd
de heer P. J. du Croix, alhier.
Bij Kon. besluit is aan dr. JA.
Korteweg, hoogleeraar in de heelkunde
aan de Rijksuniversiteit alhier, op het
daartoe door hem gedaan verzoek, een
eervol ontslag verleend uit zijn betrek
king van lid van het hoofdcomité! van ide
Vereeniging „Het Nederlandsche Roo-
de Kruis", en zulks onder dankbetuiging
voor de door hem in die betrekking be
wezen diensten.
KATWIJK AAN ZEE. Eenige partij
en kwamen hier in afslag. De volgende
prijzen werden besteedvolle pekelha
ring f 12.80 13/20 13.40 13.60
14.15; ijle pekelharing f 10.70 10.95
11.10 11.25; maatjes f 11.70; steur-
haring f 10.20 10.70 11.25 12.95
13.15; makreel f7.75 8.50 9.50
aües .per kantje,
LEI MUI DEN. De nfdeeliug Leimui-
den e.a. van de Zuidholiandsche Vereeni
ging „Het Groene Kruis" houdt een Al
gemeene Vergadering op Woensdag 25
October a.s., des avonds te zeven uren,
ten huize van J. Sneeboer.
Behalve de gewone jaarltjksche versla
gen komen als onderwerpen ter behan-
ling op de agenda voor: Vaststelling
begrooting 1912 en verkiezing van een
Afgevaardigde ter Provinciale vergade
ring.
De lotelingcn der lichting 1912
en zij van de lichting 1911, die ïiog niet
zijn ingedeeld, die in aanmerking wen-
schen te komen voor inlijving bij de zee
militie, kunnen zich daartoe aanmelden
ter Gemeente-Secretarie vóór 1 Nov. a.s.
NIEUWVEEN. De jaarlijksche bees
tenmarkt zal alhier plaats hebben op Dins
dag 7 November e.k.
Het onderzoek van de verlofgangers
van de Landweer in deze gemeente zal
hier plaats hebben in het onthouderslo
kaal, op Woensdag 8 November a.s., nam.
121/2 uur.
•NOORDWIJK. Met ingang van 17 Oc
tober 1911, hebben in verband met den
géwijzigden loop der trammen de bus
lichtingen aan hei postkantoor alhier cn
het bijkantoor te Noordwijk aan Zee als
volgt plaats: te Noordwijk vin. 5.20,9.35
en nam. 2.20', 7.10; te Noordwijk aan
Zee v.m. 4.50, 9.05, en n.m. 1.55, 7.;
des Zondags te Noordwijk om 6.33, te
Noordwijk aan Zee 5.50.
NOORDWIJKERHOUT. Onder direc
tie van de heeren A. de Mooij Jr. en H.
Bader en ten overstaan van notaris G.
ten Bruggencate, had gisteren alhier een
droge bloembollenveiling plaats. Er was
veel handel en de volgende prijzen wer
den bestged: D. T. Murillo f19 tot f20,
E. T. La Reine f 4, E. T. Sciarlet Due f30,
D. T. La candeur f7 tot fS, E. T. Qeie
Prins f8, E. T. Jacoba van Beieren f6 a
7, E. T. Grand due f 19, E. T. Vermilion
brillant f45 tot f48, E. T. von Beethoven
f5, D. T. Salvator Rose f50, E. N. Or-
natus f 5. alles per H.L., Paron Jules Chal-
lot f21 de 5 Liter.
RIJNSBURG. Op den weg naar Kat
wijk kwam gisteren een paard der cava
lerie, geleid door een militair per fiets
in botsing met de electrische tram. Het
paard bezeerde zich aan de pooten en de
lantaarn der tram werd vernield, 't Liep
verder zonder ongelukken a-f.
ZOETERWOUDE. Het bestuur van
den Room- of Meerburgerpolder zal
schouw drijven over de wateringen, tocht-
of trekslooteu en duikers in dien polder
op Donderdag 2 Nov. a.s.
GEWESTELIJK GEMENGD.
[Een paard als arrestant.
Dit gebeurde te Warmond gisteren,
toen een paard dat onbeheerd op den
weg liep bij de politie werd gebracht.
Daar er aldaar geen Gemeentelijk Schut-
hok bestaat, was goede raad duur en
werd het ondergebracht in het arrestan
tenlokaal, waar het dier zich niet tegen
verzette. Later meldde de eigenaar zich
aan en liaaide het terug.
Brand.
Te Waddings v een is afgebrand
de woning met w erkplaats van den riet
dekker Plomp. Ook de inboedel ging
verloren. De oorzaak is vermoedelijk het
omvallen van een petroleumlamp.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
(Zitting van 19 October. Vervolg.)
■Na de pauze stelde de Voorzitter
voor om Dinsdag een avondvergadering
te houden, indien morgen de algemeene
beraadslagingen niet afloop en.
De-heer Ter Laan (S.D.) achtte
zulks zeer bezwaarlijk o.a. omdat er
geen sprake is dat liet wetsontwerp in
de tegenwoordige zittingsperiode ge
reed komt.
De Voorzitter merkt op, dat men
nog veertien dagen voor de Militiewet
heeft. Vrij blijven aJtijd nog de Vrij
dagavond en de Zateradg.
De heer Noleps (R. K.) kan niet
ontkennen dat 't aldus voor sommige le
den wat drukker wordt maar heeft toch
geen bezwaar tegen een avondvergade
ring. En spr. komt op tegen de eigenaar
dige manier van den heer Ter Laan de
Kamer als een bewaarschool te behande
len, door te eischen dat de rechterzijde
komen zal. Ook spr. zou wenschen, dat
alle leden zich bewust waren van hun
plicht hier te zijn, maar hij komt er te
gen op, dat er voortdurend op gelet
wordt. Dat 't in de pers gebeurt, soit,
maar niet in de Kamer.
De lieer Ter Laan (S.-D.J repliceert
en zegt tot den heer Nolens dat men ook
niet gedrild wil worden door de Re
geering.
De heer R o o dh u tj z e i*. (U.L. )heeft
-er bezwaar tegen dat men steeds meer
beslag legt op de ochtenden en avonden
van de Kamerleden.
Het voorstel komt hierna in stem
ming, en wordt met 51 tegen 14 stem
men aangenomen.
De beraadslaging over de M j I i t i e-
wet werd daarop voortgezet.
De Minister van Oorlog, de
heer Colijn, begon met de beantwoor
ding der negen vragen, welke in het
voorloopig verslag gesteld, volgens den
voorzitter der Commissie van Rappor
teurs niet of niet volledig beantwoord
waren.
De Minister verklaarde, dat de Regee
ring bereid is de samenstelling ter hand
te nemen voor een wetsontwerp tot in
voering eener .weerbelasting, die deel
zal uitmaken van de algemeene Staatsin
komsten. Aan den heer Thomson ant
woordde de Minister, dat uit het rapport
omtrent het Zwitsersche leger blijkt
dat de verplegingsdienst bij dit leger
uitmuntend is, ten aanzien der opleiding
en oefening en organisatie. De hulde
aan het Ministerie van Oorlog gebracht
voor de indiening van dit Ontwerp-Mili-
ticwet bracht de Minister over op den
oud-minister Sabron, samensteller van
het ontwerp en oud-minister Cool, die
het verder opbouwde. Meteen uitvoerig
beroep op de geschiedenis sedert 1S61
betrekkelijk de Militiewetgeving, be
toogde de Minister dat uit alle ontwer
pen de bedoeling duidelijk sprak om te
komen tot een groote legersterkte. In
het wetsontwerp Eland van 1901 zat
het element reeds van de militaire wer
kers en van het tweeplocgenstelsel. Na
gaande welke ervaringen met de Militie
wet 1901 zijn opgedaan, betoogde de
Minister dat van den beginne af klachten
zijn gerezen over het instituut vier maun
ders. De resultaten van het voorberei
dend onderwijs mislukten vooral hier
door dat men aan Oorlog opdroeg wat
onder Binnen!. Zaken had moeten res
sorteeren.
Nagaande welke de ervaringen ge
weest zijn met de militiewet-1901, be
toogde de Minister dat er van den begin
ne af aan klachten geweest zijn over de
viermaanders. De resultaten van het
voorbereidend onderricht waren onvol
doende. Men had de leiding van het V.
M. O. Men had de.leiding aan het depar
tement van Binnenl. Zaken moeten .ge
ven. Dat men dit niet gedaan heeft, is
als de kiem der mislukking van het voor
bereidend onderwijs te beschouwen.
De nadeelen van het tweeploegen-stel-
sel zijn geweest, dat de oefeningen in
grootere verbanden daardoor onvoldoen
de zijn gebleven. Maar de minister acht
onjuist de stelling dat het tweeploegen
stelsel de oorzaak is geworden van de
ontwrichting van ons leger. Wel is het
resultaat van al het zoeken en toesten
der laatste jaren geweest, dat de toe
stand van ons hoofdwapen, de infanterie,
inderdaad is achteruitgegaan. Maar de
minister spreekt als zijn innige overtui
ging uit dat er voor ontmoediging in het
oordeel over de infanterie geen aanlei
ding bestaat, eep overtuiging waarin de
minister is versterkt door eigen waar
neming tijdens de jongste groote ma
noeuvres, die hoofdzakelijk zijn gehou
den om de marschvaardigheid van de
troepen te onderzoeken.
De minister zette daarna uiteen dat
hij zijn ambt aanvaard heeft met de be
doeling, wat de militiewet betreft, een
herziening tot stand te brengen geba
seerd op de bestaande wetgeving. Voor
een generale herziening acht de minister
op het oogenblik de tijd nog niet .geko
men.
Bij de uitvoerige verdediging van het
standpunt dat de minister bij het ont
werpen dezer niilitiewet-wijziging heeft
in.genomen, zette de -minister uiteen dat
het advies van den raad van defensie op
menig punt gevolgd is, maar dat de mi
nister dat advies niet gevolgd heeft op
het punt van een oefeningstijd van 1-2
maanden, welke spr. noch in het landsbe
lang noch in het belang van het leger
achtte, want die maatregel zou zoodani-
ge onrust in het land hebben verwekt, dat
het leger vraagstuk geruimen tijd door
de politiek zou zijn vertroebeld gewor
den.
De viermaanders moeten vervallen p.a.
omdat het voorbereidend militair onder
wijs vervalt. Buitendien trokken de vier
maanders a) het intellect tot zich, ten
nadeele van de kadervorming, van welke
zoodoende niets terechtkwam. Hij kwam
er met klem tegeu op dat de proefnemin
gen met de viermaanders en het voor
bereidende militaire onderricht geen eer
lijke proefnemingen waren geweest.
Spr. ontkende dat de inrichting van een
volksleger op dit oogenblik een te ver
wezenlijken ideaal is. Het zou nog jaren
en jaren duren, alvorens de toestanden:
hier te lande zich zoozeer als in 'Zwitser
land zouden eigenen om ook' hier den
weg van het volksleger op te gaan.
Wat betreft de motie-Thomson betref
fende het afhankelijk maken *van contin-
gentsverhooging van verkorten oefe-
ningstijd, verklaarde de Minister, dat, in
dien het de bedoeling der motie is om
óf het blijvend gedeelte af te «chaffen,
of verkorting van den oefen ingstijd te
verkrijgen, of beide en daarvan afhan
kelijk te maken de verhooging van het
contingent, deze motie voor hem
volkomen onaannemelijk is.
De Minister besprak vervojgens het
instituut der militaire werkers, dat even
min nieuw is als het tw'eeploegensteisel,
maar bij geen der leden verdediging
heeft gevonden. Wat de vraag betreft, of
deze militaire werkers noodig zijn om
de proef te nemen of voldoende ge
oefendheid in 81/2 'maand te verkrijgen is,
daaromtrent kon de -Minister op dit
oogenblik nog geen positief oordcel vel
len. Als er een equivalent voor deze
categorie te vinden is, zal het tien 'Minis
ter aangenaam zijn dit in den loop dezer
debatten te ervaren. Maar zonder equi
valent kan spr. de werkers niet uitscha
kelen.
Behoud van het blijvend gedeelte ver
dedigde spr. uit mobilisatie-oogpunt.
Naast de vrijstellingen had spr. gaar
ne de vergoedingen aan kostwinners be
houden, maar i.nancieei is cr een grens
aan alles.
Uit vergelijkende cijfers nvet andere
landen concludeerde de Minister, dat ons
land niet zoo duur uit is met zijn leger-
kosten en met de kosten, welke uit het
ontwerp zullen voortvloeien.
De Minister zal werkzaam blijven otn
in den geest van het leger verbetering
aan te brengen. De geest lijdt op dit
oogenblik o.a. door den grooten afstand
tusschen het officierenkorps en de min
deren.
Samenwerking in de Kamer 0111 dit
ontwerp tot stand te brengen, zoekt de
Minister met ieder, die op eerlijke w ij
ze wil medewerken, ook met dei sociaal
democraten, maar niet als dezen zeg
gen: geen man, geen cent en geen spij
ker voor defensie-uitgaven.
De Minister van Binnenland-
sche Zaken, de heer Heemskerk,
verdedigde het regeeringsbeleid op de
fensiegebied en den oud-minister Sabron
tegen de door den heer Marchant uitge
brachte beschuldiging van onoprechtheid
en onwaarheid.
Verder verdedigde spr. het public-eercn
van het advies van den Raad van De
fensie als een .maatregel om geen ver
keerde gedachten te wekken omtrent den
aard van de critiek van dien Raad.
Het verwijt, dat de Regeering zich
niet krachtig verzet had tegen het uitstel
van behandeling der Militiewet, wees de
Minister terug naar de liberate leden, die
vóór dat voorstel gestemd hadden niette
genstaande zij vroeger, toen de regee
ring cie kustverdediging op den voor
grond wilde brengen, geroepen hadden;
dat de reorganisatie der levende weer
middelen den voorrang moest hebben bo
ven die der doode weermiddelen (de
kustverdediging).
Ten slotte bestreed de Minister de
uiting van den heer Ter Laan, dat het
leger een klasseieger zou zijn, bestemd
om tegen het proletariaat op te treden,
In zulk een gedachtengang km de Mi
nister zich eenvoudig niet verplaatsen»!
Spr. verzekerde zijnerzijds, dat de regee
ring bereid is ,een weerbelasting ter
hand te nemen.
Zitting van Vrijdag 20 October.
Het algemeen debat over de Militie
wet wordt voortgezet.
De heer Troelstra -(S.D.) tegen
over de Minister van Oorlog en Binnen-
landsche Zaken en den heer Lohnuui,
het standpunt der sociaal-democratie te
genover het defensievraagstuk verdedi
gende, betoogde, dat de woorden geen
man, geen cent en geen spijker betrek
king hebben op de verdediging van de
onafhankelijkheid van ons land .maar o,p
de wijze waarop het militarisme in Ne
derland wordt opgevat door dc Regee
ring der burgerlijke partijen.
Uitvoerig zet hij uiteen, dat de soc.-
democratie een einde wil -maken aan oor
logsgeweld en aan den toestand van:
gewapenden vrede. Wel aanvaarden zij
het volksleger, als overgang naar den
wereldvrede. Maar overigens, spr. her
haalt, geen man en geen cent voor hef
militarisme, zoolang geen verbeteringen
op sociaal gebied zijn tot stand geko
men. De groote mogendheden hebben 'n
gansch andere taak dan de kleine, die al
voldoende doen voor hun defensiemaat
regelen als zij daarmede hun onafhan
kelijkheid en hun onzijdigheid kuiineri
bewaren. Nederland zal niet licht een
aanvalsoorlog beginnen, althans niet in'
Europa, wel daarbuiten, tegen zwakkere
volken.
Waartoe ons leger eigenlijk gebezigd
wordt hebben we gezien in 1903 en laat
stelijk op de Merwede,. toen er gescho
ten is en bloed gevloeid heeft. En in Am
sterdam hebben we dat gezien, bij hef
schietincident op den Zeedijk.
Ten slotte hield spr. een jjlejduofk
voor versterking van het proletariaat,
dat een zegenrijken strijd voert tegen
den oorlog.
Hierop vingen de replieken aan.
De heer Verhey (U.L.) kwam er o.a.
tegen op dat de minister de goede trouw,
van hem en overige liberale unieleden
in twijfel trok.
De heer Roodhuyzen (U. L.)
handhaafde zijn meening, dat de regee
ring zich bij het uitstel-voorstel van den
heer Nolens om politieke overwegingen
heeft neergelegd.
Ten slotte begreep spr. niet, dat er
thans iets tegen zou zijn om een geheele
ingrijpende herziening van de Militiewet
ter hand te nemen. Er dreigt opstand
noch oorlogsgevaar. Spr. blijft zich zijn
stem voorbehouden.
(De. Zitting duurt voort.)
Gemeentezaken.
De Gemeentebegrooting.
Verschenen is het algemeen verslag
van het verhandelde in de secties van
den gemeenteraad bij het onderzoek van
de ontwerpbegrooting, dienstjaar 1912
met de memorie van Antwoord van 84
en W.
De vergadering der le sectie -werd
bijgewoond door de heeren J. A. Hamel',
wethouder-voorzitter. Aug1. L. Reime-
ringer, Financiën. K. Sijtsma. Dr. H. J.
Zwiers. Mr. P. E. Briët. en Mr. J. E',
Heefgs, rapporteur.
die der 2de Sectie door (te lteeren:
J. A. Bots, Wethouder-Voorzitter, J. P.
Vergouwen, Financiën. A. Mulder, Fa
bricage. C. J. van Tol. Mr. A. J. 'Fokker.-
Mr. J. H. Carpentier Alting. P. Hoa-
genboom en J. Botennans, Rapporteur.