20
Aymar.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
3e Jaargang.
No. 619.
3)e Seicbche Souro/nt
Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus <S.
DIT BLAD VERSCHIINT ELKEN DAQ, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 11.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2l/i cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Vrijdag
October
1911.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geenhandels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
De Militiewet. Ministeriëele rede
voeringen. De kansen.
Ofschoon de clou van de zéér lange
vergadering van gisteren de redevoerin
gen van de ministers Colijn en .Heems
kerk \va9, beginnen wij ons overzicht
met de bespreking van een der meest
zakelijke speechen, die bij de algemeene
beschouwingen zijn gehouden. Wij be
doelen het kalme, nuchtere woord van
den voorzitter der Kath. Kamerclub, dr.
Nolens. Hij trad niet op met de pretentie
van militaire specialiteit; hij maakte en
kele opmerkingen als eenvoudig „bur
german." Maar deze opmerkingen wa
ren pakkend juist en sloegen in.
Terecht toch kon dr. Nolens speciali
teiten tegenover specialiteiten, deskundi
gen tegenover deskundigen stellen. Wat
de een met nadruk verdedigt, breekt de
ander fel af. Wie kan daar nu een touw
aan vast maken? Bovendien maken hoofd
officieren n a hun pensioneering zich bij
zonder druk over legerm is standen en
komen velen hunner in brochures en tijd
schrift-artikelen andere stelsels aanbeve
len. Maar deden deze menschen niet veel
verstandiger tijdens hun actieven dienst
Paar verbeteringen te streven in plaats
van hun „ouden dag" door hun geschrijf
te bederven? Dr. Nolens was het eens
met den heer Duymaer van Twist, dat
'een deel der verkeerde toestanden aan de
jegerautoriteiten zelf te wijten is. Zij moe
ten de miliciens weten te doen gehoor
zamen, niet omdat zij hun superieuren
zijn, die naar willekeur eischen kunnen
stellen en bevelen uitdeelen, maar omdat
zij zijn bekleed met gezag, dat van een
hoogere dan een aardsche macht komt.
Aan dat hoogere gezag zijn de autori
teiten verantwoording voor hun houding
jegens de minderen schuldig. Als die
Overtuiging bij 'allen doordrong, zou dit
beter werken dan alle lapmiddelen.
Dr .Nolens geloofde niet dat ons volk
zoo anti-militair is als wel wordt voorge
geven ^althans in het Zuiden is dit niet
hei geval. Als bewijs hiervoor haalde hij
"de Zouaven aan, Honderden Nederlan
ders hebben in de zestiger en zeventiger
jaren Vrijwillig dienst genomen in de re-
gim genten van den Paus om te strijden
voor een zaak die hun lief was, en hen
begeesterde.
Nadat dr. Nolens nogmaals zijn be
kend uitstel-voorstel had verdedigd en de
verdachtmaking van de „N. Crt." dat de
;de Katholieken Minister Colijn wilden
laten vallen, had gedisqualificeerd als een
uitvinding van journalisten die zoo slim
zijn „dat zij de wormen onder den grond
hooien hoesten", gaf hij als zijn meening
te kennen, dat het behoudens enkele ver
anderingen, plicht is het wetsontwerp
aan te nemen, en schaarde hij zich aan
de zijde der regeering. Een land al
dus dr .Nolens dat er niet voor over
heeft wat noodig is zijn onafhankelijk
heid te verdedigen, is die onafhankelijk
heid niet waard.
'n Even sympathiek woord heeft ook
FEUILLETON.
Waar het Fransch.
19)
Het is mijn onveranderlijke over
tuiging, mijnheer, dat slechts een per
soon zonder vlek en van volkomen trouw
en eerlijkheid de jeugd mag onderwijzen,
gij zult er nooit in slagen mijn meening
hieromtrent te veranderen, daarom acht
ik het ook overbodig ons onderhoud nog
langer te doen duren.
Aymar boog en vertrok onmiddellijk.
.Welk een storm woedde er in zijn
hart, en wat een moeite kostte het hem,
ide uitbarsting ervan te beletten. Deze
jnan die voor hem noch een woord van
aanmoediging, noch een woord van me
delijden had over gehad, was hij niet
.een lid der maatschappij, tegen welke hij
een zoo zwaren strijd ondernam? Maar
hoeveel soortgelijke beproevingen zouden
hein dan nog niet te wachten staan!
Wij moeten echter zeggen, dat dit
gogen blik van twijfel, van zedelijke o,nt-
de heer de Savornin Lohman gesproken.
Hij heeft de felle en onverstandige bestrij
ding afgekeurd, die een zich noemend
legerspecialiteit, de heer Thomson, zich
veroorloofde. De welsprekende redevoe
ringen van den heer Thomson, merkte de
heer Lohman zeer juist op, animeeren
het volk niet voor een volksleger maar
brengen het er slechts toe met het leger
dat door Kamerleden belachelijk is ge
maakt, te spótten. Tucht is noodig, maar
wil men dit den menschen leeren, dan
spreekt men al aanstonds van „gezags-
fanatisme". Een ziekelijk pacifisme keurt
spr. af. Hij is ook pacifist, maar wil geen
vrede zonder rechtswaarborgen.
Na de pauze kwam, zooals gezegd, de
Minister aan het woord en hield de eer
ste groote redevoering tijdens zijn mi
nisterschap. 't Was een gelukkig debuut.
Beter spreker dan zijn voorgangers, uit
stekend verstaanbaar en zijn stof volko
men meester, slaagde de heer' Colijn er
in drie uur de volle aandacht van de Ka
mer in beslag te nemen. Hij sprak kalm
zonder enthousiastische wendingen in
zijn woorden, om daardoor te meer na
druk te vestigen op de grondige argumen
ten, waarmede hij zijn tegenstanders
weerlegde of op de gronden, waarop zijn
ontwerp steunt. Speciaal in zijne bestrij
ding van den heer Thomson en diens
volksleger was de Minister zeer géluk
kig. Wij verwijzen voor een overzicht van
de rede naar ons uitvoerig Kamerverslag
waarin men kan zien dat de Minister
punt voor punt op de gemaakte opmer
kingen inging. Het instituut der militaire
werkers, dat zooveel bestrijding vond,
heeft de Minister in zijn stelsel noodig.
Hij is echter voor overleg te vinden, als
men een betere regeling weet. Onaan-
neemlijk verklaarde de Minister de mo
tie Thomson tot verkorting van den eer
sten oefentijd, d. w. z., dat de Minister
en met hem het geheele kabinet, wiens
militair beleid Minister Heemskerk ver
dedigde, heengaat als de Kamer die mo
tie aanneemt. Met genoegen vernamen
wij uit den mond van den heer Colijn,
dat de geoefendheid onzer miliciens niet
van dien aard is, dat zij ontmoedigend
behoeft te.stemmen, en dat de Minister
er ernstig naar zal streven verbetering te
brengen tusschen de samenwerking van
officieren en minderen.
De kansen voor het ontwerp staan
goed, ai verklaart de Regeering het mee-
rendeel der amendementen onaanneme
lijk. De Kamer zal o.i. verstandig doen
ze te verwerpen. Het kleinzielig gepeu
ter aan wetsontwerpen verbeteren de
wetten niet en vooral een militair ont
werp moet een niet-deskundige Kamer
niet trachten te „verbeteren."
Verrassingen blijven echter niet bui
tengesloten. Onder de Katholieken bv.
openbaren zich drie stroomingen: lo.zij
wien de minister niet ver genoeg gaat (van
Vlijmen en de Stuers), 2o. zij, die met den
Minister meegaan (Nolens en het over-
groote deel der kath. club) en 3o. zij,
wien de Minister te ver gaat (Arts c.s.)
Laatstgenoemde voerde ook het woord
en stelde daarbij zijn stem afhankelijk
van het inwilligen van sommige weri-
schen. Elke verzwaring van het wets ont
moediging en zwakte slechts van korten
duur was en weldra was Aymar weer be
zield met denzelfden moed, hetzelfde ver
trouwen van voorheen.
De vrouw, waarbij Aymar een kamer
had gehuurd, was een arme weduwe,
die een zoon had van 16 jaar, haar eeni-
ge liefde. Het kind was zeer ontwikkeld
en reeds vrij vei- gevorderd in zijn stu
diën, toen de dood van zijn vader hem
genoodzaakt had, de studie vaarwel te
zeggen, en eene betrekking te zoeken.
Aymar nam zich voor, hem, als de
werkzaamheden van den dag' waren af-
geloopen, kosteloos te onderwijzen, en
moeder en zoon namen dit voorstel met
vreugde aan. Hij had dus een leerling!
Alzoo gaf hij, die eertijds uitblonk in
de schitterendste gezelschappen, des
avonds lessen aan een armen werkman
in een kleine lage, slecht verlichte ka
mer bij een walmende lamp. Zijn leer
ling hoorde hem met angstvallige op
lettendheid aan, zich verwonderend over
de duidelijke verklaringen en uitleggin
gen, die hem alles zoo gemakkelijk te
te begrijpen gaven.
Dit goede werk scheen vruchten te
dragen. De weduwe sprak over dezen
zoo geleerden en innemend-en onderwij
zer met een dame die toen juist aan haar
zoon herhalingslessen wilde doen geven.
werp zou het voor den heer Arts en de
zijnen onaannemelijk maken. Voor het
laatste behoeft de heer Arts, gezien de
stemming der Kamer, met erg bezorgd te
zijn.
Bij eene regeling van werkzaamheden
waren het alweer de socialisten, geëscor
teerd door de Unie-liberalen, die zich
tegen een avondvergadering verzetten. De
heer Ter Laan bleek bevreesd, dat het
voorstel-Troelstra, dat een volle week
tijd zal eischen, in de knel komt. Voor
die onnutte kletspartij zou dus de behan
deling der Militiewet moeten zwichten,
als de rood en hun zin kregen. Laten de
socialisten beginnen beknopt te zijn in
hun redevoeringen, dan kan voor hun
kiesrechtdiscussies nog wel tijd overblij
ven. De heer Ter Laan werd voorts door
den'heer Nolens op de vingers getikt, dat
de Kamer niet is een bewaarschool, waar
allen met hun armen over elkander op
de banken moeten zitten. Dr. Nolens
keurde het absenteïsme niet goed, maar
duldde evenmin het voortdurend gecon-
troleer van aan- en afwezige leden.
Vandaag beginnen de replieken.
ALGEMEEN OVERZICHT.
V redesgeruchten
De Romeinsche correspondent van de
„Temps" verneemt uit gezaghebbende
kringen, dat Italië in ruil voor de inlij
ving van Tripolis het volgende aan Tur
kije aanbiedt: lo. betaling van een geld
som bij wijze van onteigening van het
kroondomein, het kalifaatdomein en de
artistieke en archeologische eigendom
men 2o. een verklaring, overeenkom
stig aan die van Oostenrijk-Hongarije,
dat Italië afziet van de capitulaties, als
de andere mogendheden dit óók doen
3o. tóestemming van Italië in een ver
hooging van de Turksche douanerechten
met 4 procent en jn een belasting op
vreemdelingen, als de andere mogendhe
den hier ook in toestemmen 4o. de ver
gunning aan de bevolking van Tripolis
en Barléa om den Sultan als geestelijk
hoofd te blijven erkennen en de ver
gunning van vestiging van een godsdien
stig plaatsvervanger van den Sultan op
denzelfden voet als een katholiek bis
schop, opperrabbijn en Senoessisch hoo-
gepriester. Verder zou Italië bereid zijn
in het vervolg een loyale hulp aan Tur
kije te verleenen bij de verdediging van
de onschendbaarheid van zijn grondge
bied. Indien Turkije niet bereid zou zijn
spoedig tot den vrede te besluiten, zou
Italië genoodzaakt zijn ,zijn vloot in de
Aegeische Zee te zenden.
[We zullen afwachten of dit gerucht
wordt bevestigd.
Turksche Kamer.
In de Turksche Kamer verklaarde Saï'd
pasja bij de voorlezing van het regee-
rings-program nogmaals dat de regee
ring haar arbeid beginnen zou met jx>-
gingen te doen om de Tripolitaansche
quaestie op te lossen opi de wijze, die)
het meest overeenkomstig de belangen is
van het land. £en merkbare zwenking
Zij wenschte met Aymar kennis te maken
en daar zij niet in Straatsburg woonde in
den tijd toen den naam van Koechler
eene zoo treurige vermaardheid had, on
derhandelde zij onmiddellijk met (den jeug
digen onderwijzer en wel onder voor hem
gunstige voorwaarden. Deze tweede leer
ling was minder schrander, minder leer
zaam dan de zoon der arme weduwe, zijn
nieuwe onderwijzer echter wist het kind
voor zich te winnen, zoodat het met den
vereischten ijver zijne studiën maakte.
Den eersten keer, dat Aymar zijne ver
diende penningen nakeek, deed het hem
onzeglijk veel genoegen de geheele som
te kunnen zenden aan een zijner vroe
gere schuld eis chers van wien hij wist,
dat hij het geld behoefde. Hij getroostte
zich zelf zooveel ontberingen, dat de
kleine som, in de gevangenis verdiend,
nog niet was verteerd.
Zijn eenige ontspanning bestond in
eene eenzame wandeling, in het open
veld, dat toen met de rijkste zomer-
pra'cht getooid was.
Familiezaken hadden Leopold Davi-
mart genoodzaakt Straatsburg te verla
ten op een anderen tijd zou Aymar deze
afwezigheid diep betreurd hebben, nu
echter bestond er tusschen hem en zijn
vriend een verwijdering veroorzaakt door
het stilzwijgen van Aymar omtrent zijn
dus in de richting der politiek! van jMah-
moed Sjefket Pasja, die vap d© onbe
suisde plannen der Salonika-mannen
niets wil weten. De minister van Oor
log moet vooral in de .geheime fitting,
die op de openbare volgde, zeer harde en
beleedigende woorden te hooren hebben
gekregen. Makmoed Sjefket wilde .ant
woorden, aoch ue grootvizier, blijkbaar
voorziende, dat dit antwoord niet malsch
zou zijn en de discussie nog scherper en
bitterder maken zou, nam de verdediging
op zich van alle leden van het vorige
kabinet, die deel uitmaken van het tegen
woordige ministerie. Heden wordt de
kibbelpartij vooftgezet.
Waar zal deze „rumor in casa" op uit-
loopen Op den val van het kabinet-
Saïd en de instelling eener mlilitairel
dictatuur
Volgens een bericht uit Salonika aan
de „Frankf. Zeitung" maakt de Turk
sche militaire partij toebereidselen om
zich van het Comité voor Eenheid pn
Vooruitgang af te scheiden. Zij moet nl.
plan hebben om, zoodra zij het.gunstige
oogenblik gekomen acht, de regeering
omver te werpen, na ontbinding van de
Kamer een pronunciamento uit te vaar
digen en een militaire dictatuur in te
voeren ,die de teugels van het bewind zoo
lang in handen zal houden, tot andere
personen, die volkomen het vertrouwen
des lands waardig zijn en in staat om
de belangen van het Ottomaansche rijk
werkelijk te behartigen, de re'geering
van haar kunnen overnemen.
Er worden op het oogenblik in de ver
schillende provincies voorbereidende
maatregelen getroffen ter uitvoering van
dit plan, zoo mogelijk reeds binnen acht
dagen. Wij zouden het ministerie wel
eens willen zien dat tot de „werkelijke
behartiging der belangen van het Otto
maansche rijk" (zooals de heethoofden
onder de Turken die „in casu" opvat
ten) in staat is
GEMENGD.
Het is thans zoo goed als zeker,
dat de Duitsche Keizer een officieel be
zoek aan Zwitserland zal brengen het
bezoek zal vermoedelijk plaats vinden
bij de herfstmanoeuvres van het volgend
jaar, daar Keizer Wilhelm zeer veel be
lang stelt in de inrichting van het Zwit-
sersche leger.
De gouverneur van Saloniki maakt
bekend, dat de Orieksche metropoliet van
Grevena aoor roovers gevangen is ge
nomen.
Er zijn twee bans van gendarmen op
geroepen.
De melkprijs te Parijs is weer ge
stegen en wel tot 35 centimes per liter.
In de rijkere wijken wordt echter tot
45 en zelfs tot 60 centimes betaald.
Op 't Rakoczyplein te Boedapest is
'n steiger van een huis in aanbouw van
4 verdiepingen ingestort. De onder den
steiger aanwezige arbeiders zijn onder
de puinhoopen bedolven. De steiger was
overbelast met 45 centenaren bouwmate
riaal, kalk en zand. Van de 41 arbeiders
werden enkele levend te voorschijn ge
haald, 2 zijn gestikt, 6 zijn levensgevaar
lijk en 7 ernstig en 5 licht gewond. 16
toekomstplannen.
Op zekeren dag, zonder het zelf te
willen en zonder een te voren gemaakt
plan, wandelde Aymar in de rich
ting va/i het hgis, waarin mijnheer
Koechler woondedaarna gevoelde hij
plotseling in zich het verlangen .ont
waken, tot op zekeren afstand de be
vallige woning te beschouwen.
Weldra echter had (hij berouw over
zijne onvoorzichtigheid, want achter zich
hoorde hij het geluid van twee vrouwen
stemmen, die hij gemakkelijk kon her
kennen: die van Magdalena en van de
oude Jeanneton.
Terwijl Aymar aarzelde waren Mag
dalena en de oude dienstmaagd naderbij
gekomen, en duidelijk onderscheidde hij
deze woorden, die Jeanneton sprak:
„Ik weet zeker ,dat hij het is, ik her
kende hem onmiddellijk, toen hij het
hoofd omwendde.
Neen, antwoordde het meisje ge
haast, gij zult u vergist hebben, dat is
onmogelijk.
Mijn hemel, wat zal er nu gebeu
ren, riep Jeanneton.
En Magdalena hernam:
Maar zwijg zwijg toch.
Hoezeer Aymar ontstelde bij het hoo
ren dezer samenspraak, laat zich niet
beschrijven, .Was ten niinste Magdal.er
arbeiders liggen nog onder de puinhoo-
pen.
De provincie Catalonië (Spanje) hl
door 'n vreeselijken storm geteisterd. Del
hagel en storm hebben ontzettende scha-
de aangericht en vele slachtofefrs geëischt
Een gedeelte van de-spoorwegen is weg*
geslagen. De rivieren bedregen de brug-
gen en sleuren alles mee, wat op huff
weg ligt. De sinaasappelboomgaardeni
in het geheele geteisterde gebied zijn'
volkomen vernield. In Castellon staan d$
straten onder water. Op bevel van de
politie en van de brandweer moesten!
heele straten en wegen door de bevol-
king ontruimd worden. Tot nog toe zijn
twee lijken geborgen. Ettelijke personen
worden nog vermist. j
Ook in de Midi (Frankrijk) is het
de laatste dagen boos weer geweest:
onweer met stortregens, die wolkbreuken
geleken. Vooral Perpignan is geteisterd.
Rivieren zijn buiten haar oevers getreden
en hebben het land overstroomd. Te St
Jean Pla-de-Cors is een vrouw door den
stroom meegesleurd en verdronken. Ook!
uit Carcassonne, Montpellier, Cette, Cer-
bère komen berichten van hevige onwe-
ders met slagregens, die groote schade
aangericht hebben .Er zijn ook menschen-
levens te betreuren.
Terwijl werklieden bezig waren
een brand, die eergisteren ontstaan was,-
in te dammen, heeft eergisterenavond
om 5 uur in de mijn Bordot te St. Etien-
ne een mijngasontploffing plaats gehad.
Een instorting deed zich voor. Men
spreekt van een twintigtal slachtoffers.
Twee gewonden zijn te voorschijn ge
haald.
Koninklijke besluiten.
Bij kon. besluit is benoemd tot nota
ris te Schijndel, jhr. J. L. E. M. van
Sasse van Ysselt, candidaat-notaris te
Boxmeer;
is voor het tijdvak van 1 November
1911 tot en met 31 Augustus 1912 be
noemd tot leeraar aan de R. H. B. S>
te Coevorden, J. Cransberg, aldaar;
is benoemd tot leeraar aan de Rijks-
rietvlechtschool te Noordwolde, P. A.
Hendriks, te Amsterdam;
is J. P. Cau, aide-essaieur van den waar
borg en de belasting der gouden en zil
veren werken te 's Gravenhage benoemd
tot commies bij dat dienstvak te 's Her
togenbosch
is de Oost-Indische ambtenaar met ver
lof, W. de Zwaan, laatstelijk adjunct-che{
der 4de afdeeling bij de exploitatie van
Staatsspoorwegen op Java eervol ontslag
verleend.
Minister Kolkman.
De Minister van Financiën, mr. Kolk
man, is van zijn verblijf in 't buitenland
teruggekeerd, en heeft zijn ambtsbezig
heden hervat.
De Militiewet.
Door den heer van Sasse van IJsselt
is o.a. een amendement voorgesteld ora,
te bepalen de aanvragen om vrijstelling
wegens kostwinnerschap te doen beoor-
na alleen geweest, dan zou hij op hare
bescheidenheid hebben kunnen rekenen
terwijl er nu de oude Jeanneton bij was
wier praatzucht Aymar was bekend.
Nog stond hij daar besluiteloos, toen
Magdalena hem voorbij ging. Aymar
boog diep, maar zonder een woord te
zeggen. Het meisje scheen een oogenblik!
te aarzelen, daarna plotseling stilstaand
zeide zij;
Mijnheer Aymar, heb ik verdiend
dat gij mij aldus als vreemdelinge be
handelt?
Ik wachtte slechts op de houding,
die u te mijnen opzichte zoudt aannemen,
om daarnaar mijn gedrag te regelen me
juffrouw.
Welnu, mijn verlangen is, dat gl)
mij nog steeds als eene vriendin
beschouwt.
De toon, waarop deze woorden waren
uitgesproken, bewoog zoozeer den ar
men banneling dat hij tranen in zijne
oogen voelde opwellen.
Goede Magdalena, zeide hij.
Na een korte stilte vervolgde Aymari
Geloof niet en doe vooral mijn va«
der niet gelooven, dat ik, door zoo dicht
dit huis te naderen, de meening heb ge
had, er den drempel van te overschrijden*
{Wordt yervolgd),