Uit de Pers. Aymar. Gemengd Nieuws. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 18 Oct. no. 617. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. De Militiewet. Opschieten. Een taaie zitting. Opschieten. In dit teeken staat de behandeling van de Militiewet. Werd dezen zomer de behandeling! der wet uit gesteld met medewerking van de be langrijkste groep der Rechterzijde, thans toont diezelfde fractie, dat haar ernstig streven is om een spoedige afhandeling te bevorderen. Men besloot reeds (op twee uitzonderingen na rechts tegen links) Woensdagavond te vergaderen iets buitengewoons in dezen tijd en zal om half elf beginnen. Wat 't laatste aan gaat, hopen wij dat de Kamerleden zich 's morgens niet al te zeer zullen verlaten *4 is wel meer gebeurd, dat besloten was vroeg te beginnen, maar dat de hee- ren door hun te laat komen, dit besluit verijdelden. Bovendien zal men ook later dan ge bruikelijk eindigen en niet reeds om 4 uur, maar tot 5 uur blijven doorvergade ren, tenzij er avondzitting is. Aten wil dus g^ng in het werk krijgen. ;t Is anders wel noodig, vooral wanneer er redevoeringen gehouden worden van zoo'n bedenke!ijken omvang als die vai den heer Ter Laan. Zjjn dreunend mono toon geluid werd meer dan 4 uur in de Kamerruimte gehoord, af en toe slechts afgewisseld door een interruptie. In die lange rede zat niets opbouwends; niets dan neerhalende critielcniets dan' afkeu ren van hetgeen de1 Minister voorstelde. vWat willen de socialisten, wier leger- „specialiteit" de voormalige Sappe- meersche onderwijzer is In zijn rede is er niets van gebleken. Het leger af schaffen wenscht ook de lieer ter Laan niet, indien wij hem althans goed begre pen. Maar hoe hij zich de organisatie denkt, hebben wij niet vernomen1. 'tOaat gemakkelijker andermans werk af te bre ken, dan zelf een stelsel op te bouwen, en de deugdelijkheid ervan aan te too- neu. Behoeft het te- verwonderen, dat de Kamerleden wegloopen, als zoo'n voor niets dienstige rede wordt afgestoken De heer ter Laan sprak uitsluitend voor de tribune; hij beseft zelf dat zijn fractie met haar standpunt ten opzichte van onze defensie, tamelijk geisoleerd slaat en dat voor verwezenlijking van \vat hij wil de Kamer niet te vinden is. Moet bij. ..ooals hij in zijn rede deed, 'het zijn medeleden dan kwalijk nemen als zij hem in den steek laf en, indien hij over hun hoofden heen het woord tot de tribune richt Dc heer Ter Laan keurde die militie wet dus heelemaal af de heer Verheij, ecu der militaire specialiteiten van de liberale Unie, was er minder slecht over te spreken. Wel had hij op vele punten bezwaar en wenschte dat de Minister een anderen kant zou uitgaan, maar toch erkende hij, dat het ontwerp een goed ontwerp is, dat zich gunstig van andere onderscheidt en waarvoor de Minister een woord van lof toekomt. Wij gelooven dat nog niet hetoogen- blik is gekomen om de reeds besproken details nader onder de oogen te zien. Er zal in de komende dagen genoeg over geredekaveld worden. Ër zijn reeds 26 amendementen ingediend, waarvan 21 door de socialisten. Onder de laatste zijn de meeste bestemd om de kiezers zand in de oogen te strooien. Toch moeten ook dc roode „parade"-amendementen worden besproken en zal er dus tijd aan vermorst moeten worden. Het besluit om op te schieten was dus niet overbo dig. De Militiewet. De „Tijd" bespreekt het ontwerp-Mi- litiewet, dat gisteren door de Kamer in behandeling is genomen. Meer speciaal worden door het blad op den voorgrond FEUILLETON. Vaar liet F ranse It. 17/ Maar mijnheer Koechlcr beoordeelde hem naar het verleden, terwijl Aymar, om vergiffenis te verwerven, zijn hoop stelde op de toekomst. Toen zijne gezondheid volkomen terug gekeerd was, moest Aymar zich onder werpen aan de wet vaii den arbeid, aan alle gevangenen opgelegd. De directeur der gevangenis vreesde er voor, Aymar aan dat voorschrift te herinneren en was dan ook zeer verwonderd, toen de jonge ling hem, verbleekend, doch met kahnte antwoordde, dat hij niet aan handen arbeid gewoon was, maar bereid het werk te probeeren. In mijn administratieve bezigheden, hernam de directeur, werd ik tot nu toe geholpen door een gevangene, wiens tijd verstreken is; indien gij hen* soms wilt jjver vangen Ik doe dit voorzeker liever dan de gebracht de contingents-verhooging en de eerste oefeningstijd. Hoewel niet blind voor de voordeelen ervan, kan het blad, alles in aanmerking genomen, de contingentsverhooging maar slapjes toejuichen en vestigt het de aan dacht op het denkbeeld door Oeneraal Kraijenhof van de Leur in zijn reeds aan gehaalde brochure ontwikkeld: „Met lich tingen van 20.000 man, een 6-jarigen „actieven en 5 jaren landweerplicht met „een 12 maandschen len diensttijd voor „de infanterie en het niet verkorten van „den len oeefntijd der voorgeocfenden, „kon men een goed geoefend voldoend „sterk leger verkrijgen van 100.000 man „voor slechts f86.000 meer." Alleen zou het dan in bedenking wil len geven den actieven dienst op 7 jaren te brengen, wijl een totale sterkte van 100.000 man wellicht te weinig moet wor den geacht. Wat de eerste oefening aangaat, meent de „Tijd" dat een termijn van 81/2 maand te kort is en dat ook de militaire werkers wel groote maar geen afdoende verbe teringen zullen aanbrengen. Afdoende verbetering, vervolgt het blad, is alleen mogelijk door den eersten oefentijd ie stellen op minstens 10 maan den. Wij zouden zelfs een stap verder willen gaan om tegemoet te komen aan de vele bezwaren, aan het oproepen voor herhalingsoefeningen verbonden, door de tweede herhalingsoefening te doen ver vallen, doch deze aan te sluiten aan den eersten oefeningstijd, waardoor deze, zoo als ook de Raad van Defensie in zijn advies aangeeft, zou kunnen gebracht worden op KP/a maand en waarbij van zelf ook het blijvend gedeelte zou ver vallen. Onder militair opzicht is bij ons volk niets zoozeer verafschuwt en gehaat (waarlijk 't is geen te sterk woordals de tweede en derde herhalingsoefening, 't Kan op stuk van zaken den mannen weinig schelen om eenige weken langer voor eerste oefening onder de wapenen te blijven, maar later, als ze getrouwd zijn en hun zaken of betrekking hebben, nóg eens cn nóg eens op te komen.... dat vinden ze iets verschrikkelijks, 't Is ook wel eenigszins begrijpelijk!.... Wel nu, dat men dan volsta met één herhalings oefening van vier weken en de tweede herhalingsoefening verbinde met den eer sten oefentijd. Een weldaad zou hij be wijzen aan het geheele volk in het alge meen en aan de militairen in het bijzon der, die van Minister en volksvertegen woordiging zou gedaan weten te krijgen een eersten o elf ent ij d van 10 Va maand metéén herhalingsoefe- n i n g van 4 weken, zonder eenige verkorting wegens vooroefening. Aan den vooravond der openbare be handeling van het ontwerp-Militiewe# schreef de (oud-lib.) „Nieuwe Cou rant" een artikel onder het teekenend opschrift „Maakt het kort!" Daarin werd gewezen, ofschoon het ontwerp in de pers en bij de natie over het geheel genomen zich in een vrij (goe de ontvangst mocht verheugen, de kans van een snelle beslissing niet groot is. Zoo zal het „militair beleid" van het Kabinet aanleiding kunnen geven tot langdurige bespreking en daarbij een kostelijke gelegenheid verschaffen om, over het hoofd van Colijn heen, de Re geering nog eens de ,les te lezen over wat Sabron deed om Staal' en Van Rap- pard ongedaan te maken, welke les in al haar nutteloosheid en overbodigheid, daarom nog geenszins een verdediging van Staal of Van Rappard zal'beteekenen. Dezelfde mond, die der Regeering opgetreden ter oplossing van het mili taire vraagstuk het verbijt doet, dat zij drie jaren liet verloopen, zal haar ook nu, met veel omhaal van woorden, even als in het V.V. kunnen beschuldigen van een „overhaaste indiening" van het wets ontwerp, „zonder haar tijd af te wach ten". Een prachtig Leitmotiv zal gevon den kunnen worden in de „mislukking van het tweeploegenstelsel", het eer lijk bedoelde palliatief, waarop, in broe derlijke eensgezindheid, militaristen en anti-dito, staande- en volks-legertnan- nen zich zullen kunnen werpen. Zondert men het nieuwe jnstituut der andere werkzaamheden, antwoordde de gevangene, cn ik zal beginnen wanneer u wilt. Deze arbeid, hoe eentonig ook, ver kortte Aymar de uren van zijn gevan genschap, en de directeur trachtte zoo veel in zijn vermogen was de straf van den jongeling te verzachten. Maar een groot verdriet trof hem wel dra door het vertrek van zijn voor- naarnsten trooster, den waardigen aal moezenier van de gevangenis, die geroe pen werd om elders zijne heilige bedie ningen te gaan uitoefenen. Aymar ge voelde hoezeer hij nog de raadgevingen en den steun behoefde van een gelei der, even verstandig als liefderijk, cn schrikte terug voor de geestelijke ver latenheid, waarin hij nu ging vervallen. De waardige priester trok partij van deze droefheid, oin zijn beschermeling er toe te brenegn vooral zijn troost te zoeken in de trouwe vervulling zijner godsdienstplichten. De menschen, zeide hij hem, kunnen ons ontbreken op het uur, dat wij hunne hulp het meest behoeven, maar God ont breekt nooit aan hen, die hunne toevlucht tot Hem nemen! Door den invloed der woorden van den dienaar des üeeren werd bet be- militaire werkers uit, dan is er in ge heel het wetsontwerp wellicht geen en kel punt, waarover nog nieuwe gezichts punten kunnen worden geopend. Ons dunkt, besluit de „N.Crt." dat dc tijd voor beschouwingen thans voorbij is, dat men ten spoedigste tot stemmen zal kunnen overgaan. Want het ontwerp is een compromis en behoort ook als zoodanig te worden opgevat. Niemand zal daarin zijn idea len verwezenlijkt vinden dit kan ook niet, daartoe loopen de meeningen in el ke fractie, i"n elke partij, gecoaliseerd of in de oppositie, ie zeer uiteen. Niet één stelsel van legervorming, door wien ook uitgedacht, hoe „af" ook, zou op dit oogenblik kans van slagen hebben, in dien daaraan het karakter van een com promis ontbrak. Maar het leger mag niet langer de speelbal blijven tusschen de politieke partijen. Het moet weten waaraan het zich te houden heeft. De t;jd van proef nemingen, van telkens afwisselende in zichten, van opbouwen en weer afbreken moet plaats maken voor een tijd van in- wendigen arbeid, van zich aanpassen aan de nieuweren beginselen, die wel dege lijk in het wetsontwerp zijn gezaaid pti waarvan de verdere ontwikkeling voor een volgend tijdperk kan bewaard blijven. Het voorstel Troelstra in gewijzigden vorm. Napleiten is meestal vruchteloos, schrijft dr. Nolens iu de „N i e u w e V e n 1 o - sche ,C o u r a n t". En wanneer ge - stoorde vrede hersteld is dikwijls ge vaarlijk. Het geval, dat verleden Woensdag in de Kamer zijn oplossing kreeg, dient ech ter tot de juiste proportiën te worden teruggebracht. Het was te voorzien dat van overwin ning, nederlaag, bukken enz., zou wor den gesproken. Ik zal hier nu niet onderzoeken aan welke zijde indien er al van behalen cener overwinning sprake kan zijn die overwinning behaald is. Men kan bewerende rechterzijde over won bij het eerste voorstel, en bij het tweede gaf ze niets anders toe dan waar toe ze zich van den aanvang af bereid had verklaard. Maar laten we die overwinningsbe schouwingen maar houden voor wat ze zijn: onschuldig vermaak en praatjes voor de vaak. Ik wil slechts wijzen op het verschil tusschen de beide voorstellenhet oor spronkelijke en het gewijzigde. Het eerste luidde: „De ondergeteeken- den hebben de eer, krachtens art. 96 van het Reglement van Orde voor te stellen de Openingsrede inet een adres van Ant woord tc beantwoorden." Het tweede, in gewijzigde» vorm, luidt thans: „De ondergeteekenden hebben de eer, ingevolge art. 96 van het Reglement van Orde voor te stellen, een adres te ontwerpen aan de Koningin, waarin wordt aangedrongen op voorstellen tot grond wetsherziening door de regeering in den loop dezer legislatieve periode, wegens de urgentie van het kiesrechtvraagstuk." Het eerste voorstel was voor hen die een adres van antwoord op eene openings rede eene onmogelijkheid achten, voor behandeling niet vatbaar. Evenmin als b.v. een voorstel om een adres Ie'sturen tot invoering van iets wat reeds ingevoerd is. Tegen behandeling van het tweede kon geen bezwaar bestaan. Dat dit voor sommigen, ook die er over schrijven, nog niet duidelijk is, en het verschil door hen als een kleinigheid als iets formeels, beschouwd wordt, geeft geen hoogen dunk van hun staatsrech telijke kennis. De rechterziide had dus ook kunnen vorderen van de voorstellers: dient uw voorstel in gewijzigden vorm nl. tot het zenden of ontwerpen van een gewoon adres, eerst in, en wacht dan af hoe het ontvangen wordt; eerst dan misschien hebt ge recht van klagen. Maar de voorstellers hadden zich reeds aan de obstructie vastgeklampt en zou den een geregelden gang van zaken al thans voor eenigen tijd onmogelijk ge maakt hebben. Tot op zekere hoogte heeft men ook te keeringswerk voltrokkenen Aymar Koechler, na zich in den rechterstoel van boetvaardigheid van zijne zonden gezui verd te hebben, ontviqg het verhevenste Sacrament, waardoor God zich vereenigt mei zijn nietswaardig schepsel. Nu kan ik gerust vertrekken, zeide hem de aalmoezenier; ik laat u achter sterk gewapend tegen de bekoringen en wederwaardigheden des levens. Door af stand gescheiden, kunnen wij ons des niettemin vereenigen door onze gebeden. Voor Aymar, ontroerd en dankbaar tevens, was het eene pijnlijke scheiding. Het scheen hem, dat hij bijna allen moed verloor. Maar deze indruk verdween on gemerkt en hield hem staande en vast besloten tegenover de hinderpalen der toekomst. VIII. DE EERSTE STRijD. Meer dan een jaar was reeds verloo pen de tijd, dat de gevangenis van Aymar duren zou, liep ten einde en Leopold ver wonderde zich over bet stilzwijgen, dat hij bewaarde met het oog op zijne plannen voor de toekomst Qe gedachte kwam .echter bij }xm op, rekenen met bedreigingen al zijn deze nog zoo ongeoorloofd en ongepast. Vooral wanneer het 's lands belang geldt. Daarom verhinderde niets aan de rech terzijde om nog eens hare meening uit te spreken dat een gewijzigd voorstel nl. een gewoon adres in behandeling zou genomen worden en er bij te voe gen dat ze geen overwegend bezwaar had tegen een afzonderlijke behandeling ook voor de Indische begrooting. Wie den indruk mocht gekregen heb ben dat er 'toch iets toegegeven werd, moet dankbaar zijn dat de rechterzijde zich door het gevaar van dezen Jndruk niet heeft laten weerhouden om, voor zoover van haar afhing, den geregelden loop van zaken te herstellen. Wilt ge het in beeld maar dan moe ten mijne collega's van "de Kamer zich niet ergeren, bedenkende dat ik me zelf ook in het beeld voorstel: Wanneer twee koppige laat ik maar zeggen wezens, elkaar den weg ver sperren, zult ge allicht dengeen voor het verstandigst houden, die uitwijkt, vooral als met het volhouden der koppige po sitie het belang van het land gemoeid is. Indien er toch van overwinning moet gesproken worden, zal er wel geen twij fel over kunnen bestaan aan welke zijde de overwinning behoort, waarvan het ge zegde gewaagt: „la modération est une seconde victoire" matiging is een twee de overwinning. Resten de beleedigingen, die waarlijk alle perken te buiten zijn gegaan. Het intrekken van deze moet een vrijj' daad zijn. Maar het wil er bij mij nog niet in, dat deze nu reeds beantwoord zouden moe ten worden met een„n'insulte pas qui veut." STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAIMER. Zitting van Dinsdag 17 October. (Verv.) Na de peuze stelt de Voorzitter voor om voortaan de zittingen om half elf te beginnen en om Woensdagavond te vergaderen. De heer Tr 0 el s t r a (S. D.) wil zich niet verzetten tegen het eerste deel van het voorstel. Doch wel is hij tegen avondvergaderingen. De leden hebben de avonden noodig voor de voorbereiding voor de Staatsbegrooting. De Voorzitter handhaaft zijn voor stel. Hij wil behandeling van de Militie wet in Januari en Februari voorkomen. Avondvergaderingen zijn noodig juist om de leden vóór de Staatsbegrooting nog eenige vacantie te geven. De lieer Troelstra (S. D.) meent dat door deze toelichting het voorstel nog minder sympathiek wordt. De Ka mer wordt nu gedwongen deze wet bin nen een bepaalden tijd aftedoe.n. Het voorstel van den voorzitter wordt aangenomen met 37 tegen 18 stem men. De heer Te r Laan, (S. D.) vervolgt daarna uitvoerig zijn critiek op het mili taire beleid zoowel van rechts als van links. Uit alles blijkt dat men aan beide zijden de socia'e hervormingen wil ach terstellen bij het militairisine, en dit, niettegenstaande ons leger, blijkens ver schillende uitlatingen van mannen van gezag, waardeloos is en zelfs de raad van defensie oordeelt dat er eigenlijk niets goeds aan ons leger is. Komende tot het eigenlijke plan van minister Colijn, zette spr. breedvoerig uiteen dat de regeling, die nu voorge steld wordt, het zuivere type te aanschou wen geeft van een klasseleger, waarbij de minstgegoeden, de militaire werkers, onder aan de lijst staan. De geheele rege ling draagt verder het kenmerk van een schijn van verbetering, hetgeen spr. met tal van voorbeelden uiteenzetin schijn vermindering maar in werkeljikheid ver zwaring' v^n druk. Dit noemt spr. bedrog. Nadrukkelijk kwam spr. in zijn icrder be toog op tegen de afwijzing door den mi nister van de verkorting van den eersten oefentijd. Spr. bepleitte kostelooze opleiding van Staatswege, te!r verkrijging van het diplo ma, recht gevende op verkorten dienst tijd, omdat anders alleen de meergegoe- dat zijn vriend zijn verlangen, het vader land te verlaten, had moeten opgeven door de geldverlegenheid, waarin hij zich bevond. Hij sprak over dit pijnlijke onder werp slechts zeer ongaarne met Aymar; op zekeren dag echter besloot hij, er hem over aan te spreken. Ik heb wat geld opgespaard, Aymar, zeide hij, en indien gij plan hebt naar den vreemde te vertrekken en u op den handel toe te leggen, zoudt gij mij pleizier doen, dit van mij in leen aan te nemen. Dank u, hernam Aymar bewogen, want hij begreep, dat hij niet langer de voor hem zoo pijnlijke verklaring mocht verborgen houden; mijn voornemen is, Straatsburg niet te verlaten. De jeugdige advocaat keek plotseling verbaasd op. Gij spreekt toch niet in ernst? zeide hij. In allen ernst zelfs; het is mijn onherroepelijk besluit; gij zult mij be droeven door mij tot andere gedachten te willen brengen, maar mij niet van voornemen kunnen doen veranderen. Aymar, waar denkt gij over? Is het van uwen kant eene onvoorzichtige stoutmoedigheid, gij zult er zelf het voor naamste slachtoffer van wezen. üet is geeii stoutmoedigheid; oor den dat voorrecht kunnen verwerven. Nog betoogde spr., dat de legerorgani- satie, welke Minister Colijn zich denkt, zal leiden tot vermeerdering van het aan tal officieren. En zij is 700 ingericht, idait zij den Minister gelegenheid zal geven zijn positieverbetering der officieren er door te krijgen. Ten slotte bestreed spr. nog uitvoerig het behoud van het blijvend gedeelte. Noch voor mobilisatiedoeleinden, noch voor kadervorming is het noodig. De Regeering gebruikt het alleen voor her stel van orde bij opstootjes. Ten slotte trad spr. in breedvoerige beschouwingen over de groote kosten, welke de onderhavige militiewet-wijzi- ging na zich zal sleepen. Binnen 10 jaar zullen de legerkosten, alleen tengevolge van deze wet, stijgen tot 35 millioen. Zonder weerbelasting moet dit ontwerp voor velen onaannemelijk zijn. Met een slotwoord, waarin hij her haalde, dat de sociaal-democraten vèr van deze regeling afstaan, omdat deze niets doet voor de noodige hervormingen, maar. wel voor het militairisme, eindigde spK zijn rede en stelde een motie voor, waarin, overwegende dat de kosten der militiewet zeer hoog zullen ?ijn en dat zij voornamelijk zullen drukken op den arbeidenden en den middenstand, de wenschelijkheid wordt uitgesproken tot het instellen van een speciale belasting, te heffen van hen, die minstens f 3000 of meer verdienen. Deze motie zal worden gedrukt en rondgedeeld en komt tegelijk met het militie-ontwerp in behandeling. De vergadering werd verdaagd tot Woensdag IOV2 uur. Ongelukken. De 76-jarige C. G. v. d. K., die Maandagavond te Rotter dam door een autovrachtwagen werd overreden^ is in het ziekenhuis aan de gevolgen overleden. De 10-jarige K. v. O. te Monniken dam, die Zaterdag in een emmer kokend water viel en daardoor hevige brandwon den kreeg, is gister in het O. L. Vr. gast huis te Amsterdam, waar hij was opgeno men, overleden. Zaterdag kreeg de werkman W. V. op de Kon. cacaofabriek te Helmond, een hoeveelheid slagwater over zijn voe ten, welke ernstig verbrand werden. Door eenzelfde ongelukkig toteval kreeg de werkman H. v. W. op dezelfde fabriek een uitslaande vlam in het gelaat, zoodat men voor zijn gezichtsvermogen vreest Eenige jongelieden, leerlingen der Rijksnormaalschool te Rheiien, vermaak ten zich op Heimerstein, het landgoed van jhr. ,Schimmelpennincq, met het verza melen van kastanjes, toen een hunner een zoon van den heer H., uit een boom viel en bewusteloos werd opgenomen. Onmiddellijk ging de heer Sch. per auto mobiel naar de stad om de hulp van dr. W. in te roepen, die zware inwendige kneuzingen constateerde. De jongen is daarop per auto huiswaarts gebracht. Tot heden is hij nog niet tot bewustzijn ge komen. In de buurt van Halle bij Leipzig, had Zondag een zeer ernstig jachiongeluk plaats. De 18-jarige zoon van zekeren S. uit Brehna, reed met zijn vader in een der jachtwagentjes naar Halle. Plotseling klonk een schot. Het geweer van zijn va der, die achter hem zat, was eensklaps door een schok van den wagen afgegaan en de lading hagel had den jongeman in den rug getroffen. Dc dood trad onmid dellijk in. Te Laagkeppel (Geld.) is Zondag avond de sluiswachter Monster te water geraakt en verdronken. Zijn lijk is gis termorgen opgehaald. Van den storm. Gistermiddag is onder Muiderberg aangespoeld het lijk den schipper Romke Wolda van Rotter dam, die met den laatsten storm met zijn geheele gezin verdronken is. Tot op he den zijn nu aangespoeld de [ijken van den schipper, diens vrc^nv en "2 kinderen, zoodat nu nog 2 kinderen vermist wor den. Brandstichting. Zondag avond omstreeks negen uur, namen de bovenbe woners van den bakker A. H. aan de Oudestraat te Kampen brandlucht waar. deel mij nu nog niet, bid ik u. Slechts dit voornemen heeft mij van den dood of van krankzinnigheid kunnen vrijwa ren; beproef niet, door mij mijn moed te ontnemen, de uitvoering ervan te beletten. Maar wat zijt gij voornemens te doen? Te werken, want dat is een der eerste vereischten van mijn toestand. Maar overal zult gij werk kunnen vinden en zelfs gemakkelijker dan hier. En toch zal ik hier blijven. Leopold wist niet wat te denken. Na eene korte stilte hernam hij: Er moet onder al uwe gezegden een geheim verborgen zijn, dat ik niet kan begrijpen, maar, wat ik u bidden mag, denk nog eens goed na, want ik voorzie voor u eene onuii; a..c - n van verdriet, indien gij volhardt in uw' onverstandig voornemen. Aymar bleef zwijgen. Nog één woord, vervolgde zijn vriend, wordt gij wellicht gedreven door eene onredelijke behoefte naar wraak? Ik alleen was schuldig, ik heb mij dus te wreken over niemand. Ondervraag, mij nu niet meer, want op geen enkele uwer vragen zal ik nog antwoorden. {N^ordt vervolgd}.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5