Uit de Pers.
Aymar.
Gemengd Nieuws.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Woensdag 18 Oct. no. 617.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
De Militiewet. Opschieten. Een
taaie zitting.
Opschieten. In dit teeken staat
de behandeling van de Militiewet. Werd
dezen zomer de behandeling! der wet uit
gesteld met medewerking van de be
langrijkste groep der Rechterzijde, thans
toont diezelfde fractie, dat haar ernstig
streven is om een spoedige afhandeling
te bevorderen. Men besloot reeds (op
twee uitzonderingen na rechts tegen links)
Woensdagavond te vergaderen iets
buitengewoons in dezen tijd en zal om
half elf beginnen. Wat 't laatste aan
gaat, hopen wij dat de Kamerleden zich
's morgens niet al te zeer zullen verlaten
*4 is wel meer gebeurd, dat besloten
was vroeg te beginnen, maar dat de hee-
ren door hun te laat komen, dit besluit
verijdelden.
Bovendien zal men ook later dan ge
bruikelijk eindigen en niet reeds om 4
uur, maar tot 5 uur blijven doorvergade
ren, tenzij er avondzitting is.
Aten wil dus g^ng in het werk krijgen.
;t Is anders wel noodig, vooral wanneer
er redevoeringen gehouden worden van
zoo'n bedenke!ijken omvang als die vai
den heer Ter Laan. Zjjn dreunend mono
toon geluid werd meer dan 4 uur in de
Kamerruimte gehoord, af en toe slechts
afgewisseld door een interruptie. In die
lange rede zat niets opbouwends; niets
dan neerhalende critielcniets dan' afkeu
ren van hetgeen de1 Minister voorstelde.
vWat willen de socialisten, wier leger-
„specialiteit" de voormalige Sappe-
meersche onderwijzer is In zijn rede
is er niets van gebleken. Het leger af
schaffen wenscht ook de lieer ter Laan
niet, indien wij hem althans goed begre
pen. Maar hoe hij zich de organisatie
denkt, hebben wij niet vernomen1. 'tOaat
gemakkelijker andermans werk af te bre
ken, dan zelf een stelsel op te bouwen,
en de deugdelijkheid ervan aan te too-
neu.
Behoeft het te- verwonderen, dat de
Kamerleden wegloopen, als zoo'n voor
niets dienstige rede wordt afgestoken
De heer ter Laan sprak uitsluitend voor
de tribune; hij beseft zelf dat zijn
fractie met haar standpunt ten opzichte
van onze defensie, tamelijk geisoleerd
slaat en dat voor verwezenlijking van \vat
hij wil de Kamer niet te vinden is. Moet
bij. ..ooals hij in zijn rede deed, 'het zijn
medeleden dan kwalijk nemen als zij hem
in den steek laf en, indien hij over hun
hoofden heen het woord tot de tribune
richt
Dc heer Ter Laan keurde die militie
wet dus heelemaal af de heer Verheij,
ecu der militaire specialiteiten van de
liberale Unie, was er minder slecht over
te spreken. Wel had hij op vele punten
bezwaar en wenschte dat de Minister
een anderen kant zou uitgaan, maar toch
erkende hij, dat het ontwerp een goed
ontwerp is, dat zich gunstig van andere
onderscheidt en waarvoor de Minister
een woord van lof toekomt.
Wij gelooven dat nog niet hetoogen-
blik is gekomen om de reeds besproken
details nader onder de oogen te zien.
Er zal in de komende dagen genoeg over
geredekaveld worden. Ër zijn reeds 26
amendementen ingediend, waarvan 21
door de socialisten. Onder de laatste zijn
de meeste bestemd om de kiezers zand
in de oogen te strooien. Toch moeten
ook dc roode „parade"-amendementen
worden besproken en zal er dus tijd aan
vermorst moeten worden. Het besluit
om op te schieten was dus niet overbo
dig.
De Militiewet.
De „Tijd" bespreekt het ontwerp-Mi-
litiewet, dat gisteren door de Kamer in
behandeling is genomen. Meer speciaal
worden door het blad op den voorgrond
FEUILLETON.
Vaar liet F ranse It.
17/
Maar mijnheer Koechlcr beoordeelde
hem naar het verleden, terwijl Aymar, om
vergiffenis te verwerven, zijn hoop stelde
op de toekomst.
Toen zijne gezondheid volkomen terug
gekeerd was, moest Aymar zich onder
werpen aan de wet vaii den arbeid, aan
alle gevangenen opgelegd. De directeur
der gevangenis vreesde er voor, Aymar
aan dat voorschrift te herinneren en was
dan ook zeer verwonderd, toen de jonge
ling hem, verbleekend, doch met kahnte
antwoordde, dat hij niet aan handen
arbeid gewoon was, maar bereid het
werk te probeeren.
In mijn administratieve bezigheden,
hernam de directeur, werd ik tot nu toe
geholpen door een gevangene, wiens tijd
verstreken is; indien gij hen* soms wilt
jjver vangen
Ik doe dit voorzeker liever dan de
gebracht de contingents-verhooging en de
eerste oefeningstijd.
Hoewel niet blind voor de voordeelen
ervan, kan het blad, alles in aanmerking
genomen, de contingentsverhooging maar
slapjes toejuichen en vestigt het de aan
dacht op het denkbeeld door Oeneraal
Kraijenhof van de Leur in zijn reeds aan
gehaalde brochure ontwikkeld: „Met lich
tingen van 20.000 man, een 6-jarigen
„actieven en 5 jaren landweerplicht met
„een 12 maandschen len diensttijd voor
„de infanterie en het niet verkorten van
„den len oeefntijd der voorgeocfenden,
„kon men een goed geoefend voldoend
„sterk leger verkrijgen van 100.000 man
„voor slechts f86.000 meer."
Alleen zou het dan in bedenking wil
len geven den actieven dienst op 7 jaren
te brengen, wijl een totale sterkte van
100.000 man wellicht te weinig moet wor
den geacht.
Wat de eerste oefening aangaat, meent
de „Tijd" dat een termijn van 81/2 maand
te kort is en dat ook de militaire werkers
wel groote maar geen afdoende verbe
teringen zullen aanbrengen.
Afdoende verbetering, vervolgt het
blad, is alleen mogelijk door den eersten
oefentijd ie stellen op minstens 10 maan
den. Wij zouden zelfs een stap verder
willen gaan om tegemoet te komen aan
de vele bezwaren, aan het oproepen voor
herhalingsoefeningen verbonden, door de
tweede herhalingsoefening te doen ver
vallen, doch deze aan te sluiten aan den
eersten oefeningstijd, waardoor deze, zoo
als ook de Raad van Defensie in zijn
advies aangeeft, zou kunnen gebracht
worden op KP/a maand en waarbij van
zelf ook het blijvend gedeelte zou ver
vallen.
Onder militair opzicht is bij ons volk
niets zoozeer verafschuwt en gehaat
(waarlijk 't is geen te sterk woordals
de tweede en derde herhalingsoefening,
't Kan op stuk van zaken den mannen
weinig schelen om eenige weken langer
voor eerste oefening onder de wapenen
te blijven, maar later, als ze getrouwd
zijn en hun zaken of betrekking hebben,
nóg eens cn nóg eens op te komen....
dat vinden ze iets verschrikkelijks, 't Is
ook wel eenigszins begrijpelijk!.... Wel
nu, dat men dan volsta met één herhalings
oefening van vier weken en de tweede
herhalingsoefening verbinde met den eer
sten oefentijd. Een weldaad zou hij be
wijzen aan het geheele volk in het alge
meen en aan de militairen in het bijzon
der, die van Minister en volksvertegen
woordiging zou gedaan weten te krijgen
een eersten o elf ent ij d van 10 Va
maand metéén herhalingsoefe-
n i n g van 4 weken, zonder eenige
verkorting wegens vooroefening.
Aan den vooravond der openbare be
handeling van het ontwerp-Militiewe#
schreef de (oud-lib.) „Nieuwe Cou
rant" een artikel onder het teekenend
opschrift „Maakt het kort!"
Daarin werd gewezen, ofschoon het
ontwerp in de pers en bij de natie over
het geheel genomen zich in een vrij (goe
de ontvangst mocht verheugen, de kans
van een snelle beslissing niet groot is.
Zoo zal het „militair beleid" van het
Kabinet aanleiding kunnen geven tot
langdurige bespreking en daarbij een
kostelijke gelegenheid verschaffen om,
over het hoofd van Colijn heen, de Re
geering nog eens de ,les te lezen over
wat Sabron deed om Staal' en Van Rap-
pard ongedaan te maken, welke les in
al haar nutteloosheid en overbodigheid,
daarom nog geenszins een verdediging
van Staal of Van Rappard zal'beteekenen.
Dezelfde mond, die der Regeering
opgetreden ter oplossing van het mili
taire vraagstuk het verbijt doet, dat
zij drie jaren liet verloopen, zal haar ook
nu, met veel omhaal van woorden, even
als in het V.V. kunnen beschuldigen van
een „overhaaste indiening" van het wets
ontwerp, „zonder haar tijd af te wach
ten".
Een prachtig Leitmotiv zal gevon
den kunnen worden in de „mislukking
van het tweeploegenstelsel", het eer
lijk bedoelde palliatief, waarop, in broe
derlijke eensgezindheid, militaristen en
anti-dito, staande- en volks-legertnan-
nen zich zullen kunnen werpen.
Zondert men het nieuwe jnstituut der
andere werkzaamheden, antwoordde de
gevangene, cn ik zal beginnen wanneer
u wilt.
Deze arbeid, hoe eentonig ook, ver
kortte Aymar de uren van zijn gevan
genschap, en de directeur trachtte zoo
veel in zijn vermogen was de straf van
den jongeling te verzachten.
Maar een groot verdriet trof hem wel
dra door het vertrek van zijn voor-
naarnsten trooster, den waardigen aal
moezenier van de gevangenis, die geroe
pen werd om elders zijne heilige bedie
ningen te gaan uitoefenen. Aymar ge
voelde hoezeer hij nog de raadgevingen
en den steun behoefde van een gelei
der, even verstandig als liefderijk, cn
schrikte terug voor de geestelijke ver
latenheid, waarin hij nu ging vervallen.
De waardige priester trok partij van
deze droefheid, oin zijn beschermeling er
toe te brenegn vooral zijn troost te
zoeken in de trouwe vervulling zijner
godsdienstplichten.
De menschen, zeide hij hem, kunnen
ons ontbreken op het uur, dat wij hunne
hulp het meest behoeven, maar God ont
breekt nooit aan hen, die hunne toevlucht
tot Hem nemen!
Door den invloed der woorden van
den dienaar des üeeren werd bet be-
militaire werkers uit, dan is er in ge
heel het wetsontwerp wellicht geen en
kel punt, waarover nog nieuwe gezichts
punten kunnen worden geopend.
Ons dunkt, besluit de „N.Crt." dat dc
tijd voor beschouwingen thans voorbij
is, dat men ten spoedigste tot stemmen
zal kunnen overgaan.
Want het ontwerp is een compromis
en behoort ook als zoodanig te worden
opgevat. Niemand zal daarin zijn idea
len verwezenlijkt vinden dit kan ook
niet, daartoe loopen de meeningen in el
ke fractie, i"n elke partij, gecoaliseerd of
in de oppositie, ie zeer uiteen. Niet één
stelsel van legervorming, door wien ook
uitgedacht, hoe „af" ook, zou op dit
oogenblik kans van slagen hebben, in
dien daaraan het karakter van een com
promis ontbrak.
Maar het leger mag niet langer de
speelbal blijven tusschen de politieke
partijen. Het moet weten waaraan het
zich te houden heeft. De t;jd van proef
nemingen, van telkens afwisselende in
zichten, van opbouwen en weer afbreken
moet plaats maken voor een tijd van in-
wendigen arbeid, van zich aanpassen aan
de nieuweren beginselen, die wel dege
lijk in het wetsontwerp zijn gezaaid pti
waarvan de verdere ontwikkeling voor
een volgend tijdperk kan bewaard blijven.
Het voorstel Troelstra in gewijzigden
vorm.
Napleiten is meestal vruchteloos, schrijft
dr. Nolens iu de „N i e u w e V e n 1 o -
sche ,C o u r a n t". En wanneer ge -
stoorde vrede hersteld is dikwijls ge
vaarlijk.
Het geval, dat verleden Woensdag in
de Kamer zijn oplossing kreeg, dient ech
ter tot de juiste proportiën te worden
teruggebracht.
Het was te voorzien dat van overwin
ning, nederlaag, bukken enz., zou wor
den gesproken.
Ik zal hier nu niet onderzoeken aan
welke zijde indien er al van behalen
cener overwinning sprake kan zijn
die overwinning behaald is.
Men kan bewerende rechterzijde over
won bij het eerste voorstel, en bij het
tweede gaf ze niets anders toe dan waar
toe ze zich van den aanvang af bereid
had verklaard.
Maar laten we die overwinningsbe
schouwingen maar houden voor wat ze
zijn: onschuldig vermaak en praatjes voor
de vaak.
Ik wil slechts wijzen op het verschil
tusschen de beide voorstellenhet oor
spronkelijke en het gewijzigde.
Het eerste luidde: „De ondergeteeken-
den hebben de eer, krachtens art. 96 van
het Reglement van Orde voor te stellen
de Openingsrede inet een adres van Ant
woord tc beantwoorden."
Het tweede, in gewijzigde» vorm, luidt
thans: „De ondergeteekenden hebben de
eer, ingevolge art. 96 van het Reglement
van Orde voor te stellen, een adres te
ontwerpen aan de Koningin, waarin wordt
aangedrongen op voorstellen tot grond
wetsherziening door de regeering in den
loop dezer legislatieve periode, wegens
de urgentie van het kiesrechtvraagstuk."
Het eerste voorstel was voor hen die
een adres van antwoord op eene openings
rede eene onmogelijkheid achten, voor
behandeling niet vatbaar.
Evenmin als b.v. een voorstel om een
adres Ie'sturen tot invoering van iets
wat reeds ingevoerd is.
Tegen behandeling van het tweede kon
geen bezwaar bestaan.
Dat dit voor sommigen, ook die er
over schrijven, nog niet duidelijk is, en
het verschil door hen als een kleinigheid
als iets formeels, beschouwd wordt, geeft
geen hoogen dunk van hun staatsrech
telijke kennis.
De rechterziide had dus ook kunnen
vorderen van de voorstellers: dient uw
voorstel in gewijzigden vorm nl. tot het
zenden of ontwerpen van een gewoon
adres, eerst in, en wacht dan af hoe het
ontvangen wordt; eerst dan misschien
hebt ge recht van klagen.
Maar de voorstellers hadden zich reeds
aan de obstructie vastgeklampt en zou
den een geregelden gang van zaken al
thans voor eenigen tijd onmogelijk ge
maakt hebben.
Tot op zekere hoogte heeft men ook te
keeringswerk voltrokkenen Aymar
Koechler, na zich in den rechterstoel van
boetvaardigheid van zijne zonden gezui
verd te hebben, ontviqg het verhevenste
Sacrament, waardoor God zich vereenigt
mei zijn nietswaardig schepsel.
Nu kan ik gerust vertrekken, zeide
hem de aalmoezenier; ik laat u achter
sterk gewapend tegen de bekoringen en
wederwaardigheden des levens. Door af
stand gescheiden, kunnen wij ons des
niettemin vereenigen door onze gebeden.
Voor Aymar, ontroerd en dankbaar
tevens, was het eene pijnlijke scheiding.
Het scheen hem, dat hij bijna allen moed
verloor. Maar deze indruk verdween on
gemerkt en hield hem staande en vast
besloten tegenover de hinderpalen der
toekomst.
VIII.
DE EERSTE STRijD.
Meer dan een jaar was reeds verloo
pen de tijd, dat de gevangenis van Aymar
duren zou, liep ten einde en Leopold ver
wonderde zich over bet stilzwijgen, dat
hij bewaarde met het oog op zijne plannen
voor de toekomst
Qe gedachte kwam .echter bij }xm op,
rekenen met bedreigingen al zijn deze
nog zoo ongeoorloofd en ongepast.
Vooral wanneer het 's lands belang
geldt.
Daarom verhinderde niets aan de rech
terzijde om nog eens hare meening uit
te spreken dat een gewijzigd voorstel
nl. een gewoon adres in behandeling
zou genomen worden en er bij te voe
gen dat ze geen overwegend bezwaar
had tegen een afzonderlijke behandeling
ook voor de Indische begrooting.
Wie den indruk mocht gekregen heb
ben dat er 'toch iets toegegeven werd,
moet dankbaar zijn dat de rechterzijde
zich door het gevaar van dezen Jndruk
niet heeft laten weerhouden om, voor
zoover van haar afhing, den geregelden
loop van zaken te herstellen.
Wilt ge het in beeld maar dan moe
ten mijne collega's van "de Kamer zich
niet ergeren, bedenkende dat ik me zelf
ook in het beeld voorstel:
Wanneer twee koppige laat ik maar
zeggen wezens, elkaar den weg ver
sperren, zult ge allicht dengeen voor het
verstandigst houden, die uitwijkt, vooral
als met het volhouden der koppige po
sitie het belang van het land gemoeid is.
Indien er toch van overwinning moet
gesproken worden, zal er wel geen twij
fel over kunnen bestaan aan welke zijde
de overwinning behoort, waarvan het ge
zegde gewaagt: „la modération est une
seconde victoire" matiging is een twee
de overwinning.
Resten de beleedigingen, die waarlijk
alle perken te buiten zijn gegaan.
Het intrekken van deze moet een vrijj'
daad zijn.
Maar het wil er bij mij nog niet in, dat
deze nu reeds beantwoord zouden moe
ten worden met een„n'insulte pas qui
veut."
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAIMER.
Zitting van Dinsdag 17 October. (Verv.)
Na de peuze stelt de Voorzitter
voor om voortaan de zittingen om half
elf te beginnen en om Woensdagavond
te vergaderen.
De heer Tr 0 el s t r a (S. D.) wil zich
niet verzetten tegen het eerste deel van
het voorstel. Doch wel is hij tegen
avondvergaderingen. De leden hebben de
avonden noodig voor de voorbereiding
voor de Staatsbegrooting.
De Voorzitter handhaaft zijn voor
stel. Hij wil behandeling van de Militie
wet in Januari en Februari voorkomen.
Avondvergaderingen zijn noodig juist om
de leden vóór de Staatsbegrooting nog
eenige vacantie te geven.
De lieer Troelstra (S. D.) meent
dat door deze toelichting het voorstel
nog minder sympathiek wordt. De Ka
mer wordt nu gedwongen deze wet bin
nen een bepaalden tijd aftedoe.n.
Het voorstel van den voorzitter wordt
aangenomen met 37 tegen 18 stem
men.
De heer Te r Laan, (S. D.) vervolgt
daarna uitvoerig zijn critiek op het mili
taire beleid zoowel van rechts als van
links. Uit alles blijkt dat men aan beide
zijden de socia'e hervormingen wil ach
terstellen bij het militairisine, en dit,
niettegenstaande ons leger, blijkens ver
schillende uitlatingen van mannen van
gezag, waardeloos is en zelfs de raad
van defensie oordeelt dat er eigenlijk
niets goeds aan ons leger is.
Komende tot het eigenlijke plan van
minister Colijn, zette spr. breedvoerig
uiteen dat de regeling, die nu voorge
steld wordt, het zuivere type te aanschou
wen geeft van een klasseleger, waarbij
de minstgegoeden, de militaire werkers,
onder aan de lijst staan. De geheele rege
ling draagt verder het kenmerk van een
schijn van verbetering, hetgeen spr. met
tal van voorbeelden uiteenzetin schijn
vermindering maar in werkeljikheid ver
zwaring' v^n druk. Dit noemt spr. bedrog.
Nadrukkelijk kwam spr. in zijn icrder be
toog op tegen de afwijzing door den mi
nister van de verkorting van den eersten
oefentijd.
Spr. bepleitte kostelooze opleiding van
Staatswege, te!r verkrijging van het diplo
ma, recht gevende op verkorten dienst
tijd, omdat anders alleen de meergegoe-
dat zijn vriend zijn verlangen, het vader
land te verlaten, had moeten opgeven
door de geldverlegenheid, waarin hij zich
bevond. Hij sprak over dit pijnlijke onder
werp slechts zeer ongaarne met Aymar;
op zekeren dag echter besloot hij, er
hem over aan te spreken.
Ik heb wat geld opgespaard, Aymar,
zeide hij, en indien gij plan hebt naar
den vreemde te vertrekken en u op den
handel toe te leggen, zoudt gij mij pleizier
doen, dit van mij in leen aan te nemen.
Dank u, hernam Aymar bewogen,
want hij begreep, dat hij niet langer de
voor hem zoo pijnlijke verklaring mocht
verborgen houden; mijn voornemen is,
Straatsburg niet te verlaten.
De jeugdige advocaat keek plotseling
verbaasd op.
Gij spreekt toch niet in ernst?
zeide hij.
In allen ernst zelfs; het is mijn
onherroepelijk besluit; gij zult mij be
droeven door mij tot andere gedachten
te willen brengen, maar mij niet van
voornemen kunnen doen veranderen.
Aymar, waar denkt gij over? Is
het van uwen kant eene onvoorzichtige
stoutmoedigheid, gij zult er zelf het voor
naamste slachtoffer van wezen.
üet is geeii stoutmoedigheid; oor
den dat voorrecht kunnen verwerven.
Nog betoogde spr., dat de legerorgani-
satie, welke Minister Colijn zich denkt,
zal leiden tot vermeerdering van het aan
tal officieren. En zij is 700 ingericht, idait
zij den Minister gelegenheid zal geven
zijn positieverbetering der officieren er
door te krijgen.
Ten slotte bestreed spr. nog uitvoerig
het behoud van het blijvend gedeelte.
Noch voor mobilisatiedoeleinden, noch
voor kadervorming is het noodig. De
Regeering gebruikt het alleen voor her
stel van orde bij opstootjes.
Ten slotte trad spr. in breedvoerige
beschouwingen over de groote kosten,
welke de onderhavige militiewet-wijzi-
ging na zich zal sleepen. Binnen 10 jaar
zullen de legerkosten, alleen tengevolge
van deze wet, stijgen tot 35 millioen.
Zonder weerbelasting moet dit ontwerp
voor velen onaannemelijk zijn.
Met een slotwoord, waarin hij her
haalde, dat de sociaal-democraten vèr van
deze regeling afstaan, omdat deze niets
doet voor de noodige hervormingen, maar.
wel voor het militairisme, eindigde spK
zijn rede en stelde een motie voor,
waarin, overwegende dat de kosten der
militiewet zeer hoog zullen ?ijn en dat
zij voornamelijk zullen drukken op den
arbeidenden en den middenstand, de
wenschelijkheid wordt uitgesproken tot
het instellen van een speciale belasting,
te heffen van hen, die minstens f 3000
of meer verdienen.
Deze motie zal worden gedrukt en
rondgedeeld en komt tegelijk met het
militie-ontwerp in behandeling.
De vergadering werd verdaagd tot
Woensdag IOV2 uur.
Ongelukken. De 76-jarige C. G.
v. d. K., die Maandagavond te Rotter
dam door een autovrachtwagen werd
overreden^ is in het ziekenhuis aan de
gevolgen overleden.
De 10-jarige K. v. O. te Monniken
dam, die Zaterdag in een emmer kokend
water viel en daardoor hevige brandwon
den kreeg, is gister in het O. L. Vr. gast
huis te Amsterdam, waar hij was opgeno
men, overleden.
Zaterdag kreeg de werkman W. V.
op de Kon. cacaofabriek te Helmond,
een hoeveelheid slagwater over zijn voe
ten, welke ernstig verbrand werden.
Door eenzelfde ongelukkig toteval kreeg
de werkman H. v. W. op dezelfde fabriek
een uitslaande vlam in het gelaat, zoodat
men voor zijn gezichtsvermogen vreest
Eenige jongelieden, leerlingen der
Rijksnormaalschool te Rheiien, vermaak
ten zich op Heimerstein, het landgoed van
jhr. ,Schimmelpennincq, met het verza
melen van kastanjes, toen een hunner
een zoon van den heer H., uit een boom
viel en bewusteloos werd opgenomen.
Onmiddellijk ging de heer Sch. per auto
mobiel naar de stad om de hulp van dr.
W. in te roepen, die zware inwendige
kneuzingen constateerde. De jongen is
daarop per auto huiswaarts gebracht. Tot
heden is hij nog niet tot bewustzijn ge
komen.
In de buurt van Halle bij Leipzig,
had Zondag een zeer ernstig jachiongeluk
plaats. De 18-jarige zoon van zekeren S.
uit Brehna, reed met zijn vader in een
der jachtwagentjes naar Halle. Plotseling
klonk een schot. Het geweer van zijn va
der, die achter hem zat, was eensklaps
door een schok van den wagen afgegaan
en de lading hagel had den jongeman in
den rug getroffen. Dc dood trad onmid
dellijk in.
Te Laagkeppel (Geld.) is Zondag
avond de sluiswachter Monster te water
geraakt en verdronken. Zijn lijk is gis
termorgen opgehaald.
Van den storm. Gistermiddag is
onder Muiderberg aangespoeld het lijk
den schipper Romke Wolda van Rotter
dam, die met den laatsten storm met zijn
geheele gezin verdronken is. Tot op he
den zijn nu aangespoeld de [ijken van den
schipper, diens vrc^nv en "2 kinderen,
zoodat nu nog 2 kinderen vermist wor
den.
Brandstichting. Zondag avond
omstreeks negen uur, namen de bovenbe
woners van den bakker A. H. aan de
Oudestraat te Kampen brandlucht waar.
deel mij nu nog niet, bid ik u. Slechts
dit voornemen heeft mij van den dood
of van krankzinnigheid kunnen vrijwa
ren; beproef niet, door mij mijn moed te
ontnemen, de uitvoering ervan te beletten.
Maar wat zijt gij voornemens te
doen?
Te werken, want dat is een der
eerste vereischten van mijn toestand.
Maar overal zult gij werk kunnen
vinden en zelfs gemakkelijker dan hier.
En toch zal ik hier blijven.
Leopold wist niet wat te denken. Na
eene korte stilte hernam hij:
Er moet onder al uwe gezegden
een geheim verborgen zijn, dat ik niet
kan begrijpen, maar, wat ik u bidden
mag, denk nog eens goed na, want ik
voorzie voor u eene onuii; a..c - n
van verdriet, indien gij volhardt in uw'
onverstandig voornemen.
Aymar bleef zwijgen.
Nog één woord, vervolgde zijn
vriend, wordt gij wellicht gedreven door
eene onredelijke behoefte naar wraak?
Ik alleen was schuldig, ik heb mij
dus te wreken over niemand. Ondervraag,
mij nu niet meer, want op geen enkele
uwer vragen zal ik nog antwoorden.
{N^ordt vervolgd}.