Uit de Pers. Gemengd Nieuws. Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 7 Oct. no. 608. Een lied per week. No. 9 uit „D e Leeuwer k"* Een liedje van de zee. Muziek van Adr. Valerius. L j ga~: met ons meê over zee? Houdt het roer recht! Frisch blaast de wind hier langs de reê 'Blijft ge thuis in 't nest met de rest. "Houdt het roer recht! Ons lijkt de zee het allerbest! Wie wat worden wil, wel, die zit niet stil, Neen, liij trek-ke 't zeegat uit, Hem wacht rijke buit. 2. Bij de hand, bij de hand voor het land! Houd het roer recht! Zoo klinkt het luid van allen kant. Voor u uit het oog en omhoog, Houd het roer recht! Dat u geen storm verrassen moog! Atet het oog in 4 en voor niemand veil, Stuurt de zeeman t zwemmend paard Voor geen hel vervaard. 3. Een hoezee, een hoezee voor de zee! Houd het roer recht! Jongens van Holland, roept het mee! Hier is 't veld, is het veid voorden held Houd het roer recht! Hier toont de man wat hij geldt. Onder 't zeemansbuis, daar is moed nog thuis, I11 zijn vuist ligt heel zijn lot,- Hij vreest niets dan üod. De Middenstands-enquête. De (oud-lib.) ieuwe Courant" schreef: In het bericht van de „li. K. Midden stander" omtrent den a:> :id van d.e mid- denstands-enqu. com,ai >ie, dat wij gisteren overnam ca, werd vermeld, dat de commissie binnen ü.ie jaar met haar werkzaamheden gereed zou zijn cn dat haar deswege iof tocicwa 1. Wij teeken den daarbij aan, dat indien derhalve het werk der Commissie voor den Midden stand in 1914 zou zijn vo.tooid, wij tien jaar niet bepaal 1 een korten tijd konden achten voc: vervulling van de werkzaamheden e r Staatscommis sie die in 1904 doo> r. Kuyper be noemd werd. Men maakt er ons h;m van twee zij den opmerkzaam op, dal de uitdrukking „binnen drie jaar' b -a -r anders moet worden verstaan da •••ededen. Deze uit drukking sloeg op de werkzaamheden van de enquête-c issie voor den middenstand, die in 1903 op advies van de Staatscommissie voor den midden stand werd ingesteld, onder voorzitter schap van Dr. Bos. Naar wij vernemen zal het rapport dier enquête-commissie reeds in i912 verschonen en zal dus de*c commissie haar rangrijken arbeid „binnen drie jaar (d. w. z. van 1909 1912) hebben voltooid. Op de resultaten van die enquête zul len dan de concius: gebaseerd wor den van de „Staal ie voor den handeldrijvcnden en strieelen mid denstand'', onder voor: i rschap van den heer R. P. J. Tutein icnius, in 1904 benoemd om „de vraag fe overwegen of het op den weg ligt der Regceringi maatregelen te ne 11 be ang van den handeldrijven Lm lustri celen middenstand en, bij i 1 Lgende beant woording van deze waag, voorstellen daartoe strekkende te doen." Indien het enquête-rapport in 1912 verschijnt, zal tot het opmaken van die conclusies nog FEUILLETON. Ay ix?N r aar het F 8). Daar hij niemand rof, om zijne komst te melden, Leo po. ld zich naar het salon, waar de N k der piano de aanwezigheid _:da!cna ver ried. Zij zong,,ter\vq: i. e f bege leidde cene lieflij! n jic van Schu bert. Adagdalena -onder dat zij liet zich bewust w.o, 1 erkelijk ta len!, een zuivere en .ende stem. It ir eenige toeh. gewoonlijk eer Koechler, s deze zeide: „\X ut is dat mooi, speel het {nog eens", dan ha. lof bekomen ÜYClke zij verlangd. Op een ander oogenbük zou Davimart een liefhebber van net verruk king dat boeiend g ren aange hoord, maar toen 'ts aan ide ontsteltenis en nart, die hij kwam brengen, in kalme ver trek en zijn hart was pijnlijk door getroffen. Hij t. de g opende 'deur het salon binnen en liet zien neer wei eenige tijd vëre.Nchi worden en zoo zullen het dan tenslotte wel niet veel minder dan tien jaren zijn, welke over het onderzoek der door de Regeering van 1904 gestelde vraag zullen zijn heen gegaan. Onze opmerking blijft dus gehand haafd, al treft zij niet de enquête-com missie, die inderdaad het zeer omvang rijke werk hetwelk haar werd opge dragen, indien zij in 1912 rapport uit brengt, met zeer bek - amen spoed zal hebben verricht. De (A. R.) „Rotterdaminer" acht deze redeneering zeer onbillijk em zegt het volgende: Aten in,oet hier toch de feiten beschou wen in hun onderling verband. I11 1904 toen de Staatscommissie be noemd werd, wist nog bijna niemand iets van het middenstand^vraagstuk af. Zoo wel de regeering als de particulieren wa ren eerst van uit België wakker gewor den en door het Amsterdamsche Con gres werd algemeene belangstelling ge wekt. Toen rees de vraag: wat moei de Middenstand zeif doen, en wat kan en moet de Regeering u mi. Om daarover licht te krijgen werd toen een Staats commissie benoemd. Maar dit was heel iets anders dan een gewone Staatscommissie, die in den re gel voor een beperkte taak uit een klein aantal deskundigen wordt saamgesteld. Het was een Commissie van over de 20 personen uit allerlei kring afkomstig. Mannen van studie en politici, mannen van klein en grootbedrijf, van handel en industrie. En die moesten oordeeien over den toestand van heei den Middenstand. Al spoedig kwam men tot de conclusie dat er deels een Enquête noodig was naar den algcheelen toestand van den Middenstand, deels meende men zeif al vast allerlei te kunnen doen. De Enquête vereischte uitvoerige voorbereiding, een arbeid, die niet vlug opschoot, omdat met een groote commissie niet vlug kan ge werkt worden. Daarnaast werd gearbeid aan verschillende Rapporten, waarvan in druk verschenen het Rapport over het Vakonderwijs, over de vertegenwoordi ging van den Middenstand, over Winkel-* sluiting en over Contante betaling. Aan de Regeering werden verschillende ad viezen verstrekt op haar verzoek. Met al dezen arbeid is een vijftal ja ren omgegaan. Een negental leden der Staatscommissie werd toen vereenigd tot een Enquêtecommissie met dr. Bos als voorzitter. Zij werkt nu een paar jaar op zeer vruchtbare wijze. Legt men dus niet den onbillijken maat staf aan van de vergelijking met kleine Staatscommissie's, maar beoordeelt men de feiten in onderling verband, dan moge men nu van achteraf, nu wij zooveel wij zer zijn geworden, zeggen: dit of dat had wel zoo gekund, reden voor allerlei smalende opmerkingen is er allerminst. Worden straks de rapporten publiek, dan zal men zien dat, vergeleken met het buitenland hier de zaken uitnemend zijn geloopen. 93—7 De „N ieuweCöuran t" schrijft on der dit opschrift: ,;A4ogelijk dienen de woorden, die de beide sociaal-democratische Kamerleden, de heeren Schaper en Duys, op een mee ting in den Haag hebben gesproken, slechts in meeting-taalkundige beteekenis te worden gelezen. „Een woord van den heer Schaper zal echter ook in die opvatting onvergefelijk blijven. Hij heeft er zijn voldoening over Uitgesproken, dat de heer Lobman door eenige sociaal-democratische vlegels Don derdagavond bij het uitgaan der Kamer op het Binnenhof werd beschimpt en achtervolgd. Weliswaar heeft hij daar aan toegevoegd, dat hij zulke argumenten „voor het vervolg niet aanbeveelt," maar dit is naast de door hein aan den 6 ge legde vvaardcering van het gebeurde een redewending a la Marcus Antohius." En de „N. Ct." besluit: „Zulke bedekte aansporingen tot straat kabaai zijn gevaarlijk en ergerlijk. Temeer vallen op een stoel, zonder den moed te hebben zijn aanwezigheid te melden. Magdalena had wel bemerkt, dat zi; niet meer alleen was, maar overtuigd dat niemand anders dan haar voogd, hra toehoorder zijn kon, voltooide zij het gezang, toen draaide zij haar krukje half om en riep vroolijk uit: „Wel, zegt ge me niet, nog eens te beginnen Toen herkende zij Leopold, stond ver ward op en zeide Mijnheer Davimart. Pardon, mejuffrouw, hernanV de jeugdige advocaat, dat ik u onver wachts kom storen, maar daar ik alle deuren open vond Onze oude Jeanneton doet altijd zoo, antwoordde het meisje vroolijk, zij is zeker weer uitgegaan, zonder mij te waarschuwen. Ik zal mijnheer Koechler van uwe komst verwittigen, want ik denk stellig, dat hij bij het lezen der courant ingeslapen is. O neen, waarschuw hem nog niet, mejuffrouw, eerst wenschte ik met u ■te spreken". Magdalena keek' hem geheel verrast aan. Ik' weet dat zulk! een verzoek u vreemd moet toeschijnenmaar als gij eens wist... [Mijnheer JDaviinart, hernam het wanneer zij komen van hcNen'de Kamer lid dat zich niet ontzien heeft in de Ka mervergadering zelve met net werpen van stoelen en inktkokers te dreigen (het staat in de „Handelingen") en scheldwoorden te gebruiken, die toonden dat zijn liefde voor het proletariaat zich ook tot diens uiterlijke vormen uitstrekt. Gaat men op die wijze voort, dan zullen de sociaal-de mocraten het uitsluitend aan zich zeiven te wijten hebben, indien zij bij de hervat ting der werkzaamheden de groepeering der partijen;, in de Kamer tijdelijk gewij zigd zullen vinden vanlinks tegen rechts in: 93 tegen 7." C o 11 go i o Ten. Vrijdag den 20n October a.s. heeft de Trekking plaats der Belgische Congoloten, waarin 600 prijzen, waaronder 1 Hoofdprijs ten be drage van Ers. 100.000 worden uitge loot. Deze Premie-Obligatiën trekken 6 maal 's jaars, waarbij zeer hooge prijzen uitgeloot worden, terwijl er indirect een rente van 5 pCt. aan verbonden is. Nadere omschrijving vindt men in de in dit nummer voorkomende adverten tie der Hollandsche Credietbank. O n g e 1 u k k en. Gistermorgen is op de spoorlijn bij de halte Asselt (blij Apeldoorn) het lijk gevonden van den spoorwegarbeider Kamphuis, vermoede lijk overreden door den trein, die eer gisteravond 7.30 uit Amersfoort vertrok ken is. De verongelukte laat 'n vrouw en twee kinderen achter. Brand. Door onbekende oorzaak is gisternacht het woonhuis met stalling aan de Krikkengang te Stad Almelo, eigendom en bewoond door Wed. C. v. d. Eist, door brand vernield. Ook de in boedel ging verloren. Een koe werd ge red. Verzekering dekt de schade. Van de muizen plaag verlost. Men schrijft uit Werkendam aan het „Hsg." De hooge vloed van gepasseerden Za terdag, die hier in den Biesbosch zoo veel schade heeft aangericht, heeft toch ook nog wat. goeds bewerkt, want hij heeft ons verlost van de ellendige mui zenplaag, die voor vele landbouwers 'n ware bezoeking is geweest. Den ganschen zomer door is er strijd geweest tegen die kleine veelvraatjes» Alles is geprobeerd om ze uit te roeien, maar niets mocht baten. Met duizendtallen zijn ze gevangen, door het boren van diepe grondgaten een ouderwetsch, maar onder gewone omstandigheden dikwerf afdoend mid del of vergiftigd, door het uitstrooien van zoogenaamde muizentarwe, doch be gunstigd door warmte en droogte, was de vermenigvuldiging dier kleine kwel geesten zoo sterk, dat de opruiming van eenige duizenden geen merkbare verbe tering bracht en hun werk van verwoes ting geregeld bleef doorgaan. Nu echter zal het wel gedaan zijn. De hooge vloed heeft ze opgeruimd. Moge het zijn voor langen tijd, want het zijn dure kostgangers. Meerdere slachtoffers van den storm. Het ruwe weder van Za terdag heeft aan vele zwaluwen het le ven gekost. Van koude verkleumd en door honger afgemat, zaten ze met troep jes op vensterbanken, ijzerdraden, enz. saamgehurkt en waren zoo machteloos zelfs, dat men ze met de hand kon van gen. Zondagmorgen vond men o.a. bij het huis Aardt, eenige honderden van die nuttige vogeltjes van ellende om gekomen, op den grond liggen. Heldinnen. Terwijl de vrouw van den heer D. te Bellingwolde in het achterhuis hirer woning werk ver richtte, kwam plotseling een dier haar voorbijsnellen, door de openstaande ach terdeur naar de voorkamer. Verschrikt riep ze aan hare werkvrouw: „Trientje, kom 's hier. Daar vliegt waarachtig '11 bunzei of zoo wat in onze kamer"— 'k Bin d'r nog haillemaol vcralteraird van". En Trientje kwam, en wilde de kamer in, om te zien naar 't vreemde dier. „Nait zoo" aldus de vrouw ajigstig meisje op verwarden toon, komt gij mij een ongeluk melden? Gij spreekt zoo opgewonden, uw stem beeft. Leopold boog het hoofd. Is wellicht mijnheer Aymar ziek? Sinds een maand komt hij niet meer hier. Een beweging van Leopold scheen te zeggen: „Ware het maar zoo". Dood.... stamelde Magdalena zacht. Ik geioof mejuffrouw, dat ik min der zou lijden, indien dit het geval was. Helaas, ik durf niët te vervolgen, en toch kunt gij niet uit u zeiven vermoe den, welke verschrikkelijke tijding.'... Mijn God, spreek toch, wat is het, zei Magdalena, trillend. Gij doet mij ontstellen. Het plotseling verschijnen van Mr. Koechler, belette Leopold te antwoor den en doo rzijn blik maande hij Mag dalena tot voorzichtigheid aan. Ah, gij hier, Davimart, zeide Mr. Koechler, den jonkman den hand reikend, terwijl zijn gelaat een zekere teleurstel ling verried. Omdat ik hier een andere stem hoorde dan die van mijne pleeg dochter, meende ik dat mijnheer Aymar ons wel met een bezoek) had willen ver eeren, ik zie, dat ik mij vergist heb. Ge wichtige redenen nemen zeker geheel' zijn tijd in beslag en voor ons heeft hij geen dag zelfs over. Gelukkig, dat Mag dalena en ik geen behoefte aan het ge- „bic li est i i- ige en ik de. koien- schuppemen kan 't nooit waiten". E11 nauw hoorbaar slopen beide vrou wen gewapend naar de Jc'amer, loerden naar alle kanten nog eens en inog eens .totdat.„kiek, onder 't kam net, Trientje, mien God vvat Is 't?" Trientje kreeg weer wat moed, stap te op 't kabinet af, de tang gereed, sloeg maar 't dier had z'n laatsten adem reeds uitgeblazen. Ze trok hem met de tang naar zich toe en zag dat 't een beste haas was, welgewogen 7 pond zwaar. Een jager had hem aan geschoten en blind van angst was het dier de woning binnengestoven. Verduisterd. Gisternacht werd in de Passage te Rotterdam gevonden een 25-jarige kantoorbediende K., uit Am- schoten in den schouder. Hij werd naar schoten in den schouder. Hij werd nar het ziekenhuis gebracht, waar zijn toe stand niet gevaarlijk bleek. Hij is dan ook heden naar Amsterdam getranspor teerd, terwijl bleek dat hij f 25 ten na- deele van zijn patroon aldaar verduis terd had. Treurig. Te Bakkeveen heeft de 21-jarige W. Duursma een ongeval ge had met een geladen geweer. Hij kreeg het schot in het lichham en overleed kort daarna. Getrouwe plichtsbetrachting. In den vreeselijken stormnacht van Za terdag op Zondag 11. zijn twee ambte naren en een concierge van het Radio telegraafstation in de Westduinen onder Schevcningen met levensgevaar de smalle Zeesluis gepasseerd om te trachten een verzoek om assistentie van sleepbooten, door een Duitsch schip op de Schelde ge daan, elders per telefoon te doen verder seinen, daar de telegraaf- en telefoon lijnen van dat station verbroken waren. Door dit kloeke optreden is het bericht dan ook zonder noemenswaardige ver traging te zijner bestemming gekomen. Lafhartig. Te Opeinde (Fr.) heeft iemand twee jongelingen vitriool in het het gelaat geworpen. Beiden zullen vrij zekc-r het gebruik van hunne oogen moe ten missen. Zij zijn naar Leeuwarden vervoerd, om zich onder geneeskimdige behandeling te stellen. De dader W. v. d. N. is geverbaliseerd. Hij zegt uit nood weer gehandeld te hebben. Oplichting. Een agent van po litie te Arnhem, zag een 16-jarigen jon gen, uit wiens borstzak een revolver stak Hij nam den jongen mede naar het po litiebureau, teneinde hem nader daar over te hooren. Bij fouilleering ter plaat se, kwamen alsnu eenige bankbiljetten van f 10 voor den dag, hetgeen de po litie vreemd voorkwam. De jongeling werd nu aan een scherp verhoor onder worpen en bekende ten slotte Woens dagmorgen met een aangeteekende brief te Amsterdam naar het postkantoor te zijn gezonden,, had hij dezen openge broken en het daarin aanwezig zijnde be drag, n.l. 5 bankbiljetten van f 10 er uit genomen. Vervolgens was hij naar Arn hem gereisd. De revolver behoorde o.a. tot die voorwerpen welke hij van een gedeelte van het geld gekocht had. Hij ging gistermorgen op transport naar Amsterdam. De firma J. J. W., aan de Leliegracht, waar de jongen in dienst was, lijdt de schade. Voor pleizier uit. Ze kwa men per fiets van Amsterdam en had tien de omstreken van Haarlem voor pleizierritje gekozen, zekere W. en De V. 't Zijn alle twee amateurs racers, en berijden natuurlijk een „race-kar". Ze hadden een dag verlof van de fabriek en dachten dezen zoo aangenaam door te brengen. Doch het noodlot beschikte er anders over. Te Overveen toerende, werden ze op gemerkt door een politieagent, die hun verzocht mee te gaan naar het Raadhuis. De jongens, niet wetende wat boven hun hoofd hing, maakten hiertegen eenig bezwaar, daar ze zich geen kwaad be wust waren, doch moesten er zich in schikken en gingen mee. Op het Raad huis aangekomen werd de reden hun ner minder aangename aanhouding mee gedeeld. zeischap van een derde hebben. Is het niet zoo, kleine? De grijsaard zei dit alles te goeder trouw en hij was overtuigd, dat zijn pleegkind zich ook altijd op haar gemak moest gevoelen, daar ook hij zich niet verveelde. „Welk nieuws brengt gij uit de woe lige stad mede? vervolgde hij; wat mij betreft, ik voel mij gelukkig buiten te wonen Leopold gaf een nietsbeteekenend ant woord. Gisteren was er bal in het gou vernementsgebouw, zoudt gij er Magda lena niet een en ander over kunnen me- dedeelen? Op haar leeftijd stelt men belang in zulk soort zaken, die mij ech ter volkomen koud laten. Was Aymar er ook? vervolgde mijnheer Koechler op een toon, die voor onverschillig moest doorgaan Het hart van Leopold klopte hevig toen hij antwoordde: Ja, mijnheer, hij was er. Het is een losbol, die alle moge lijke genoegens najaagt, hernam de grijsaard, hij meent, dat daarin zijn le vensdoel bestaat. Magdalena's blik kruiste dien van Da vimart en beider oogen drukten even grooten angst uit. Paar gij op het bal tegenwoordig 'tKwaai uit, dat hun signalement pre cies klopte met dat van een paar uit Alk maar voortvluchtige inbrekers. De politie te Amsterdam kreeg bericht om te onderzoeken, of de door hen op gegeven adressen juist waren en stelde! de ouders met het een en ander in ken nis. Dezen trokken gisterochtend naar hier, om de politie van haar dwaling te overtuigen, doch toen ze hier aankwa men, waren de jongelui, na den nacht op het Raadhuis te hebben doorgebracht, onder geleide naar Allernaar vervoerd, out! te worden geconfronteerd, waar waar schijnlijk de dwaling wel aan 't licht zal zijn gekomen. (O. H. Ct.) De dood van een olifant. In den dierentuin is Frankfort is deze week vergiftigd de olifant „Dick", wiens leef tijd op 90 jaar werd geschat en die sinds 19 jaren in het circus Charles bij dres- suurnummers werd gebruikt. De arme dikhuid leed sinds eenige jaren aan een voetgezvvel, dat zoo pijn lijk was, dat men ten slotte wel moest overgaan tot het afmaken van het dier. „Dick" werd *s morgens om half vijf door verscheidene oppassers van den Mainzer straatweg, waar het circus staat, naar den dierentuin gebracht. Hier werd bij het dikhuiden-gebouw het doodvonnis voltrokken. Men gaf den ouden olifant eerst 32 gram morphine, teneinde hem te bedwelmen. Deze dosis, die voldoende is om ongeveer 70 menschen te dooden, oefende op het kolossale dier bijna in 't geheel geen invloed uit. Een poging met cognac mislukte eveneens. Daarop kreeg „Dick" een inspuiting van 20 gram cyaankali daarmee zou men 1200 menschen van het leven kunnen beroovenen na lang wachten nog eens een oplossing van 5 gram scopo- lamin, een buitengewoon zwaar vergif, dat indertijd ook bij een neushoorn werd gebruikt. Dit bracht het machtige dier eindelijk ten val, en doodde het na ongeveer vijf minuten De gevreesde woede-aanval, die men had willen voorkomen of verminderen, door eerst een bedwelmend middel toe te dienen, deed zich in de laatste mi nuten voor. Het dier trok als razend aan de zware kabeltouwen, waarmee hij was vastgebonden, trompetterde en sloeg heftig met den slurf om zich heen. Het cadaver zal voor een museum ge prepareerd worden. Een nieuw verkeersmiddel. In Londen is sinds eenige dagen een nieuw verkeersmiddel in werking tus- schen het Earl's Court-station en het nabijgelegen station van de District and Piccadilly Railway. Het is een soort be- wend trottoirzonder eind, dat zich ech ter niet enkel in voorvvaartsche richting beweegt, maar dat tevens een verplaat sing in verticalen mogelijk maakt. Het trottoir-zonder-eind vervormt zich daar bij, hetzij tot hellend vlak met kleine stijging, hetzij tot een trap. Door het overstappen op een ander trottoir-zondcr- eind wordt men dan gevoerd naar het station waar we wezen moeten. De nieuwe inrichting dient ter vervanging van een liftenstelsel en schijnt veel vlug ger, practischer en voor het publiek aan genamer te werken dan een gewone lift. De bewegende trottoirtrap-zonder-einct kan per uur 10.800 personen van het eene station naar het andere voeren. De trottoirstrook wordt aan beide zijden begrensd door leuningen, die mee be wegen. De trottoirband legt 30 M. per minuut af. Men gaat er eenvoudig op staan en wordt staande meegevoerd naar de plaats van bestemming. Lief neefje. De jeugdige J., te Haarlem, was door zijn oom R. op gevoed. Hij kostte oom heel wat ge.d en vooral in den laatsten tijd had R. heel wat te betalen. Daar hem dit begon te vervelen, weigerde hij kort en goed om deze betaling te doen. En nu plaatste hij in een plaatselijk blad een advertentie, waarin werd medegedeeld, dat oom z^n schoorstecnvegerij ophief. R. heeft een klacht ingediend bij de politie. waart, vervolgde M. Koechler, kunt gij mij misschien een verklaring geven van een raadselachtig iets, dat ik zoo juist in de krant gelezen heb. Daarna de krant nemend, die hij bij het binnentreden op tafel had gelegd, reikte mijnheer Koechler het blad over aan Magdalena en wees haar een a.ti- kel aan. Lees ons dat eens voor, Magdale na, zei hij, het wordt avond en uw jonge oogen moeten aanvullen wat aan de mij ne ontbreekt. Magdalena gehoorzaamde cn las eerst werktuiglijk het volgende: „De talrijke genoodigden, die giste ren deelnamen aan het luisterrijke feest door den prefect gegeven, zijn zeer ge troffen door eene onverwachte gebeurte nis, even betreurenswaardig als onvoor zien, en waarover wij niet kunnen uil wei den daar hoogst gewichtige redenen ons zulks verbieden. Wij zullen dus eenvou dig melden, dat er een inhechtenisne ming heeft plaats gehadde schuldi ge behoort tot een voorname familie van Straatsburg, terwijl hij een der enr- ste plaatsen innam in de deftigste fa miliekringen ook kan men zich moeilijk een den!, vormen...." (Wordt veivolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 9