Uit de Pers.
Gemengd Nieuws.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 7 Oct. no. 608.
Een lied per week.
No. 9 uit „D e Leeuwer k"*
Een liedje van de zee.
Muziek van
Adr. Valerius.
L j ga~: met ons meê over zee?
Houdt het roer recht!
Frisch blaast de wind hier langs de reê
'Blijft ge thuis in 't nest met de rest.
"Houdt het roer recht!
Ons lijkt de zee het allerbest!
Wie wat worden wil, wel, die zit niet
stil,
Neen, liij trek-ke 't zeegat uit,
Hem wacht rijke buit.
2.
Bij de hand, bij de hand voor het land!
Houd het roer recht!
Zoo klinkt het luid van allen kant.
Voor u uit het oog en omhoog,
Houd het roer recht!
Dat u geen storm verrassen moog!
Atet het oog in 4 en voor niemand
veil,
Stuurt de zeeman t zwemmend paard
Voor geen hel vervaard.
3.
Een hoezee, een hoezee voor de zee!
Houd het roer recht!
Jongens van Holland, roept het mee!
Hier is 't veld, is het veid voorden held
Houd het roer recht!
Hier toont de man wat hij geldt.
Onder 't zeemansbuis, daar is moed
nog thuis,
I11 zijn vuist ligt heel zijn lot,-
Hij vreest niets dan üod.
De Middenstands-enquête.
De (oud-lib.) ieuwe Courant"
schreef:
In het bericht van de „li. K. Midden
stander" omtrent den a:> :id van d.e mid-
denstands-enqu. com,ai >ie, dat wij
gisteren overnam ca, werd vermeld, dat
de commissie binnen ü.ie jaar met haar
werkzaamheden gereed zou zijn cn dat
haar deswege iof tocicwa 1. Wij teeken
den daarbij aan, dat indien derhalve het
werk der Commissie voor den Midden
stand in 1914 zou zijn vo.tooid, wij
tien jaar niet bepaal 1 een korten tijd
konden achten voc: vervulling van
de werkzaamheden e r Staatscommis
sie die in 1904 doo> r. Kuyper be
noemd werd.
Men maakt er ons h;m van twee zij
den opmerkzaam op, dal de uitdrukking
„binnen drie jaar' b -a -r anders moet
worden verstaan da •••ededen. Deze uit
drukking sloeg op de werkzaamheden
van de enquête-c issie voor den
middenstand, die in 1903 op advies van
de Staatscommissie voor den midden
stand werd ingesteld, onder voorzitter
schap van Dr. Bos. Naar wij vernemen
zal het rapport dier enquête-commissie
reeds in i912 verschonen en zal dus
de*c commissie haar rangrijken arbeid
„binnen drie jaar (d. w. z. van 1909
1912) hebben voltooid.
Op de resultaten van die enquête zul
len dan de concius: gebaseerd wor
den van de „Staal ie voor den
handeldrijvcnden en strieelen mid
denstand'', onder voor: i rschap van den
heer R. P. J. Tutein icnius, in 1904
benoemd om „de vraag fe overwegen
of het op den weg ligt der Regceringi
maatregelen te ne 11 be ang van
den handeldrijven Lm lustri celen
middenstand en, bij i 1 Lgende beant
woording van deze waag, voorstellen
daartoe strekkende te doen." Indien het
enquête-rapport in 1912 verschijnt, zal
tot het opmaken van die conclusies nog
FEUILLETON.
Ay ix?N r
aar het F
8).
Daar hij niemand rof, om zijne
komst te melden, Leo po. ld zich
naar het salon, waar de N k der piano
de aanwezigheid _:da!cna ver
ried. Zij zong,,ter\vq: i. e f bege
leidde cene lieflij! n jic van Schu
bert. Adagdalena -onder dat zij
liet zich bewust w.o, 1 erkelijk ta
len!, een zuivere en .ende stem.
It ir eenige toeh. gewoonlijk
eer Koechler, s deze zeide:
„\X ut is dat mooi, speel het
{nog eens", dan ha. lof bekomen
ÜYClke zij verlangd.
Op een ander oogenbük zou Davimart
een liefhebber van net verruk
king dat boeiend g ren aange
hoord, maar toen 'ts aan
ide ontsteltenis en nart, die hij
kwam brengen, in kalme ver
trek en zijn hart was pijnlijk door
getroffen. Hij t. de g opende
'deur het salon binnen en liet zien neer
wei eenige tijd vëre.Nchi worden en zoo
zullen het dan tenslotte wel niet veel
minder dan tien jaren zijn, welke over het
onderzoek der door de Regeering van
1904 gestelde vraag zullen zijn heen
gegaan.
Onze opmerking blijft dus gehand
haafd, al treft zij niet de enquête-com
missie, die inderdaad het zeer omvang
rijke werk hetwelk haar werd opge
dragen, indien zij in 1912 rapport uit
brengt, met zeer bek - amen spoed zal
hebben verricht.
De (A. R.) „Rotterdaminer" acht
deze redeneering zeer onbillijk em zegt
het volgende:
Aten in,oet hier toch de feiten beschou
wen in hun onderling verband.
I11 1904 toen de Staatscommissie be
noemd werd, wist nog bijna niemand iets
van het middenstand^vraagstuk af. Zoo
wel de regeering als de particulieren wa
ren eerst van uit België wakker gewor
den en door het Amsterdamsche Con
gres werd algemeene belangstelling ge
wekt.
Toen rees de vraag: wat moei de
Middenstand zeif doen, en wat kan en
moet de Regeering u mi. Om daarover
licht te krijgen werd toen een Staats
commissie benoemd.
Maar dit was heel iets anders dan een
gewone Staatscommissie, die in den re
gel voor een beperkte taak uit een klein
aantal deskundigen wordt saamgesteld.
Het was een Commissie van over de
20 personen uit allerlei kring afkomstig.
Mannen van studie en politici, mannen
van klein en grootbedrijf, van handel en
industrie. En die moesten oordeeien over
den toestand van heei den Middenstand.
Al spoedig kwam men tot de conclusie
dat er deels een Enquête noodig was
naar den algcheelen toestand van den
Middenstand, deels meende men zeif al
vast allerlei te kunnen doen. De Enquête
vereischte uitvoerige voorbereiding, een
arbeid, die niet vlug opschoot, omdat met
een groote commissie niet vlug kan ge
werkt worden. Daarnaast werd gearbeid
aan verschillende Rapporten, waarvan in
druk verschenen het Rapport over het
Vakonderwijs, over de vertegenwoordi
ging van den Middenstand, over Winkel-*
sluiting en over Contante betaling. Aan
de Regeering werden verschillende ad
viezen verstrekt op haar verzoek.
Met al dezen arbeid is een vijftal ja
ren omgegaan. Een negental leden der
Staatscommissie werd toen vereenigd tot
een Enquêtecommissie met dr. Bos als
voorzitter. Zij werkt nu een paar jaar
op zeer vruchtbare wijze.
Legt men dus niet den onbillijken maat
staf aan van de vergelijking met kleine
Staatscommissie's, maar beoordeelt men
de feiten in onderling verband, dan moge
men nu van achteraf, nu wij zooveel wij
zer zijn geworden, zeggen: dit of dat had
wel zoo gekund, reden voor allerlei
smalende opmerkingen is er allerminst.
Worden straks de rapporten publiek,
dan zal men zien dat, vergeleken met
het buitenland hier de zaken uitnemend
zijn geloopen.
93—7
De „N ieuweCöuran t" schrijft on
der dit opschrift:
,;A4ogelijk dienen de woorden, die de
beide sociaal-democratische Kamerleden,
de heeren Schaper en Duys, op een mee
ting in den Haag hebben gesproken,
slechts in meeting-taalkundige beteekenis
te worden gelezen.
„Een woord van den heer Schaper zal
echter ook in die opvatting onvergefelijk
blijven. Hij heeft er zijn voldoening over
Uitgesproken, dat de heer Lobman door
eenige sociaal-democratische vlegels Don
derdagavond bij het uitgaan der Kamer
op het Binnenhof werd beschimpt en
achtervolgd. Weliswaar heeft hij daar
aan toegevoegd, dat hij zulke argumenten
„voor het vervolg niet aanbeveelt," maar
dit is naast de door hein aan den 6 ge
legde vvaardcering van het gebeurde een
redewending a la Marcus Antohius."
En de „N. Ct." besluit:
„Zulke bedekte aansporingen tot straat
kabaai zijn gevaarlijk en ergerlijk. Temeer
vallen op een stoel, zonder den moed
te hebben zijn aanwezigheid te melden.
Magdalena had wel bemerkt, dat zi;
niet meer alleen was, maar overtuigd
dat niemand anders dan haar voogd, hra
toehoorder zijn kon, voltooide zij het
gezang, toen draaide zij haar krukje half
om en riep vroolijk uit:
„Wel, zegt ge me niet, nog eens te
beginnen
Toen herkende zij Leopold, stond ver
ward op en zeide
Mijnheer Davimart.
Pardon, mejuffrouw, hernanV de
jeugdige advocaat, dat ik u onver
wachts kom storen, maar daar ik alle
deuren open vond
Onze oude Jeanneton doet altijd
zoo, antwoordde het meisje vroolijk, zij
is zeker weer uitgegaan, zonder mij te
waarschuwen. Ik zal mijnheer Koechler
van uwe komst verwittigen, want ik denk
stellig, dat hij bij het lezen der courant
ingeslapen is.
O neen, waarschuw hem nog niet,
mejuffrouw, eerst wenschte ik met u
■te spreken".
Magdalena keek' hem geheel verrast
aan.
Ik' weet dat zulk! een verzoek u
vreemd moet toeschijnenmaar als gij
eens wist...
[Mijnheer JDaviinart, hernam het
wanneer zij komen van hcNen'de Kamer
lid dat zich niet ontzien heeft in de Ka
mervergadering zelve met net werpen van
stoelen en inktkokers te dreigen (het staat
in de „Handelingen") en scheldwoorden
te gebruiken, die toonden dat zijn liefde
voor het proletariaat zich ook tot diens
uiterlijke vormen uitstrekt. Gaat men op
die wijze voort, dan zullen de sociaal-de
mocraten het uitsluitend aan zich zeiven
te wijten hebben, indien zij bij de hervat
ting der werkzaamheden de groepeering
der partijen;, in de Kamer tijdelijk gewij
zigd zullen vinden vanlinks tegen rechts
in: 93 tegen 7."
C o 11 go i o Ten. Vrijdag den 20n
October a.s. heeft de Trekking plaats
der Belgische Congoloten, waarin 600
prijzen, waaronder 1 Hoofdprijs ten be
drage van Ers. 100.000 worden uitge
loot. Deze Premie-Obligatiën trekken 6
maal 's jaars, waarbij zeer hooge prijzen
uitgeloot worden, terwijl er indirect een
rente van 5 pCt. aan verbonden is.
Nadere omschrijving vindt men in de
in dit nummer voorkomende adverten
tie der Hollandsche Credietbank.
O n g e 1 u k k en. Gistermorgen is op
de spoorlijn bij de halte Asselt (blij
Apeldoorn) het lijk gevonden van den
spoorwegarbeider Kamphuis, vermoede
lijk overreden door den trein, die eer
gisteravond 7.30 uit Amersfoort vertrok
ken is. De verongelukte laat 'n vrouw
en twee kinderen achter.
Brand. Door onbekende oorzaak
is gisternacht het woonhuis met stalling
aan de Krikkengang te Stad Almelo,
eigendom en bewoond door Wed. C. v.
d. Eist, door brand vernield. Ook de in
boedel ging verloren. Een koe werd ge
red. Verzekering dekt de schade.
Van de muizen plaag verlost.
Men schrijft uit Werkendam aan het
„Hsg."
De hooge vloed van gepasseerden Za
terdag, die hier in den Biesbosch zoo
veel schade heeft aangericht, heeft toch
ook nog wat. goeds bewerkt, want hij
heeft ons verlost van de ellendige mui
zenplaag, die voor vele landbouwers 'n
ware bezoeking is geweest.
Den ganschen zomer door is er strijd
geweest tegen die kleine veelvraatjes»
Alles is geprobeerd om ze uit te roeien,
maar niets mocht baten.
Met duizendtallen zijn ze gevangen,
door het boren van diepe grondgaten
een ouderwetsch, maar onder gewone
omstandigheden dikwerf afdoend mid
del of vergiftigd, door het uitstrooien
van zoogenaamde muizentarwe, doch be
gunstigd door warmte en droogte, was
de vermenigvuldiging dier kleine kwel
geesten zoo sterk, dat de opruiming van
eenige duizenden geen merkbare verbe
tering bracht en hun werk van verwoes
ting geregeld bleef doorgaan.
Nu echter zal het wel gedaan zijn. De
hooge vloed heeft ze opgeruimd. Moge
het zijn voor langen tijd, want het zijn
dure kostgangers.
Meerdere slachtoffers van
den storm. Het ruwe weder van Za
terdag heeft aan vele zwaluwen het le
ven gekost. Van koude verkleumd en
door honger afgemat, zaten ze met troep
jes op vensterbanken, ijzerdraden, enz.
saamgehurkt en waren zoo machteloos
zelfs, dat men ze met de hand kon van
gen. Zondagmorgen vond men o.a. bij
het huis Aardt, eenige honderden van
die nuttige vogeltjes van ellende om
gekomen, op den grond liggen.
Heldinnen. Terwijl de vrouw
van den heer D. te Bellingwolde in
het achterhuis hirer woning werk ver
richtte, kwam plotseling een dier haar
voorbijsnellen, door de openstaande ach
terdeur naar de voorkamer. Verschrikt
riep ze aan hare werkvrouw: „Trientje,
kom 's hier. Daar vliegt waarachtig '11
bunzei of zoo wat in onze kamer"— 'k
Bin d'r nog haillemaol vcralteraird van".
En Trientje kwam, en wilde de kamer
in, om te zien naar 't vreemde dier.
„Nait zoo" aldus de vrouw ajigstig
meisje op verwarden toon, komt gij mij
een ongeluk melden? Gij spreekt zoo
opgewonden, uw stem beeft.
Leopold boog het hoofd.
Is wellicht mijnheer Aymar ziek?
Sinds een maand komt hij niet meer hier.
Een beweging van Leopold scheen te
zeggen: „Ware het maar zoo".
Dood.... stamelde Magdalena zacht.
Ik geioof mejuffrouw, dat ik min
der zou lijden, indien dit het geval was.
Helaas, ik durf niët te vervolgen, en
toch kunt gij niet uit u zeiven vermoe
den, welke verschrikkelijke tijding.'...
Mijn God, spreek toch, wat is het,
zei Magdalena, trillend. Gij doet mij
ontstellen.
Het plotseling verschijnen van Mr.
Koechler, belette Leopold te antwoor
den en doo rzijn blik maande hij Mag
dalena tot voorzichtigheid aan.
Ah, gij hier, Davimart, zeide Mr.
Koechler, den jonkman den hand reikend,
terwijl zijn gelaat een zekere teleurstel
ling verried. Omdat ik hier een andere
stem hoorde dan die van mijne pleeg
dochter, meende ik dat mijnheer Aymar
ons wel met een bezoek) had willen ver
eeren, ik zie, dat ik mij vergist heb. Ge
wichtige redenen nemen zeker geheel'
zijn tijd in beslag en voor ons heeft hij
geen dag zelfs over. Gelukkig, dat Mag
dalena en ik geen behoefte aan het ge-
„bic li est i i- ige en ik de. koien-
schuppemen kan 't nooit waiten".
E11 nauw hoorbaar slopen beide vrou
wen gewapend naar de Jc'amer, loerden
naar alle kanten nog eens en inog
eens .totdat.„kiek, onder 't kam
net, Trientje, mien God vvat Is 't?"
Trientje kreeg weer wat moed, stap
te op 't kabinet af, de tang gereed,
sloeg maar 't dier had z'n laatsten
adem reeds uitgeblazen. Ze trok hem
met de tang naar zich toe en zag dat
't een beste haas was, welgewogen 7
pond zwaar. Een jager had hem aan
geschoten en blind van angst was het
dier de woning binnengestoven.
Verduisterd. Gisternacht werd in
de Passage te Rotterdam gevonden een
25-jarige kantoorbediende K., uit Am-
schoten in den schouder. Hij werd naar
schoten in den schouder. Hij werd nar
het ziekenhuis gebracht, waar zijn toe
stand niet gevaarlijk bleek. Hij is dan
ook heden naar Amsterdam getranspor
teerd, terwijl bleek dat hij f 25 ten na-
deele van zijn patroon aldaar verduis
terd had.
Treurig. Te Bakkeveen heeft de
21-jarige W. Duursma een ongeval ge
had met een geladen geweer. Hij kreeg
het schot in het lichham en overleed kort
daarna.
Getrouwe plichtsbetrachting.
In den vreeselijken stormnacht van Za
terdag op Zondag 11. zijn twee ambte
naren en een concierge van het Radio
telegraafstation in de Westduinen onder
Schevcningen met levensgevaar de smalle
Zeesluis gepasseerd om te trachten een
verzoek om assistentie van sleepbooten,
door een Duitsch schip op de Schelde ge
daan, elders per telefoon te doen verder
seinen, daar de telegraaf- en telefoon
lijnen van dat station verbroken waren.
Door dit kloeke optreden is het bericht
dan ook zonder noemenswaardige ver
traging te zijner bestemming gekomen.
Lafhartig. Te Opeinde (Fr.) heeft
iemand twee jongelingen vitriool in het
het gelaat geworpen. Beiden zullen vrij
zekc-r het gebruik van hunne oogen moe
ten missen. Zij zijn naar Leeuwarden
vervoerd, om zich onder geneeskimdige
behandeling te stellen. De dader W. v.
d. N. is geverbaliseerd. Hij zegt uit nood
weer gehandeld te hebben.
Oplichting. Een agent van po
litie te Arnhem, zag een 16-jarigen jon
gen, uit wiens borstzak een revolver stak
Hij nam den jongen mede naar het po
litiebureau, teneinde hem nader daar
over te hooren. Bij fouilleering ter plaat
se, kwamen alsnu eenige bankbiljetten
van f 10 voor den dag, hetgeen de po
litie vreemd voorkwam. De jongeling
werd nu aan een scherp verhoor onder
worpen en bekende ten slotte Woens
dagmorgen met een aangeteekende brief
te Amsterdam naar het postkantoor te
zijn gezonden,, had hij dezen openge
broken en het daarin aanwezig zijnde be
drag, n.l. 5 bankbiljetten van f 10 er uit
genomen. Vervolgens was hij naar Arn
hem gereisd. De revolver behoorde o.a.
tot die voorwerpen welke hij van een
gedeelte van het geld gekocht had. Hij
ging gistermorgen op transport naar
Amsterdam. De firma J. J. W., aan de
Leliegracht, waar de jongen in dienst
was, lijdt de schade.
Voor pleizier uit. Ze kwa
men per fiets van Amsterdam en had
tien de omstreken van Haarlem voor
pleizierritje gekozen, zekere W. en De
V. 't Zijn alle twee amateurs racers, en
berijden natuurlijk een „race-kar". Ze
hadden een dag verlof van de fabriek
en dachten dezen zoo aangenaam door
te brengen. Doch het noodlot beschikte
er anders over.
Te Overveen toerende, werden ze op
gemerkt door een politieagent, die hun
verzocht mee te gaan naar het Raadhuis.
De jongens, niet wetende wat boven
hun hoofd hing, maakten hiertegen eenig
bezwaar, daar ze zich geen kwaad be
wust waren, doch moesten er zich in
schikken en gingen mee. Op het Raad
huis aangekomen werd de reden hun
ner minder aangename aanhouding mee
gedeeld.
zeischap van een derde hebben. Is het
niet zoo, kleine?
De grijsaard zei dit alles te goeder
trouw en hij was overtuigd, dat zijn
pleegkind zich ook altijd op haar gemak
moest gevoelen, daar ook hij zich niet
verveelde.
„Welk nieuws brengt gij uit de woe
lige stad mede? vervolgde hij; wat mij
betreft, ik voel mij gelukkig buiten te
wonen
Leopold gaf een nietsbeteekenend ant
woord.
Gisteren was er bal in het gou
vernementsgebouw, zoudt gij er Magda
lena niet een en ander over kunnen me-
dedeelen? Op haar leeftijd stelt men
belang in zulk soort zaken, die mij ech
ter volkomen koud laten.
Was Aymar er ook? vervolgde
mijnheer Koechler op een toon, die voor
onverschillig moest doorgaan
Het hart van Leopold klopte hevig
toen hij antwoordde:
Ja, mijnheer, hij was er.
Het is een losbol, die alle moge
lijke genoegens najaagt, hernam de
grijsaard, hij meent, dat daarin zijn le
vensdoel bestaat.
Magdalena's blik kruiste dien van Da
vimart en beider oogen drukten even
grooten angst uit.
Paar gij op het bal tegenwoordig
'tKwaai uit, dat hun signalement pre
cies klopte met dat van een paar uit Alk
maar voortvluchtige inbrekers.
De politie te Amsterdam kreeg bericht
om te onderzoeken, of de door hen op
gegeven adressen juist waren en stelde!
de ouders met het een en ander in ken
nis. Dezen trokken gisterochtend naar
hier, om de politie van haar dwaling te
overtuigen, doch toen ze hier aankwa
men, waren de jongelui, na den nacht op
het Raadhuis te hebben doorgebracht,
onder geleide naar Allernaar vervoerd, out!
te worden geconfronteerd, waar waar
schijnlijk de dwaling wel aan 't licht
zal zijn gekomen. (O. H. Ct.)
De dood van een olifant. In
den dierentuin is Frankfort is deze week
vergiftigd de olifant „Dick", wiens leef
tijd op 90 jaar werd geschat en die sinds
19 jaren in het circus Charles bij dres-
suurnummers werd gebruikt.
De arme dikhuid leed sinds eenige
jaren aan een voetgezvvel, dat zoo pijn
lijk was, dat men ten slotte wel moest
overgaan tot het afmaken van het dier.
„Dick" werd *s morgens om half vijf
door verscheidene oppassers van den
Mainzer straatweg, waar het circus staat,
naar den dierentuin gebracht. Hier werd
bij het dikhuiden-gebouw het doodvonnis
voltrokken. Men gaf den ouden olifant
eerst 32 gram morphine, teneinde hem te
bedwelmen. Deze dosis, die voldoende is
om ongeveer 70 menschen te dooden,
oefende op het kolossale dier bijna in 't
geheel geen invloed uit. Een poging met
cognac mislukte eveneens.
Daarop kreeg „Dick" een inspuiting
van 20 gram cyaankali daarmee zou
men 1200 menschen van het leven kunnen
beroovenen na lang wachten nog
eens een oplossing van 5 gram scopo-
lamin, een buitengewoon zwaar vergif,
dat indertijd ook bij een neushoorn werd
gebruikt.
Dit bracht het machtige dier eindelijk
ten val, en doodde het na ongeveer vijf
minuten
De gevreesde woede-aanval, die men
had willen voorkomen of verminderen,
door eerst een bedwelmend middel toe
te dienen, deed zich in de laatste mi
nuten voor. Het dier trok als razend
aan de zware kabeltouwen, waarmee hij
was vastgebonden, trompetterde en sloeg
heftig met den slurf om zich heen.
Het cadaver zal voor een museum ge
prepareerd worden.
Een nieuw verkeersmiddel.
In Londen is sinds eenige dagen een
nieuw verkeersmiddel in werking tus-
schen het Earl's Court-station en het
nabijgelegen station van de District and
Piccadilly Railway. Het is een soort be-
wend trottoirzonder eind, dat zich ech
ter niet enkel in voorvvaartsche richting
beweegt, maar dat tevens een verplaat
sing in verticalen mogelijk maakt. Het
trottoir-zonder-eind vervormt zich daar
bij, hetzij tot hellend vlak met kleine
stijging, hetzij tot een trap. Door het
overstappen op een ander trottoir-zondcr-
eind wordt men dan gevoerd naar het
station waar we wezen moeten. De
nieuwe inrichting dient ter vervanging
van een liftenstelsel en schijnt veel vlug
ger, practischer en voor het publiek aan
genamer te werken dan een gewone lift.
De bewegende trottoirtrap-zonder-einct
kan per uur 10.800 personen van het
eene station naar het andere voeren. De
trottoirstrook wordt aan beide zijden
begrensd door leuningen, die mee be
wegen. De trottoirband legt 30 M. per
minuut af. Men gaat er eenvoudig op
staan en wordt staande meegevoerd naar
de plaats van bestemming.
Lief neefje. De jeugdige J.,
te Haarlem, was door zijn oom R. op
gevoed. Hij kostte oom heel wat ge.d
en vooral in den laatsten tijd had R. heel
wat te betalen. Daar hem dit begon te
vervelen, weigerde hij kort en goed om
deze betaling te doen. En nu plaatste hij
in een plaatselijk blad een advertentie,
waarin werd medegedeeld, dat oom z^n
schoorstecnvegerij ophief. R. heeft een
klacht ingediend bij de politie.
waart, vervolgde M. Koechler, kunt gij
mij misschien een verklaring geven van
een raadselachtig iets, dat ik zoo juist
in de krant gelezen heb.
Daarna de krant nemend, die hij bij
het binnentreden op tafel had gelegd,
reikte mijnheer Koechler het blad over
aan Magdalena en wees haar een a.ti-
kel aan.
Lees ons dat eens voor, Magdale
na, zei hij, het wordt avond en uw jonge
oogen moeten aanvullen wat aan de mij
ne ontbreekt.
Magdalena gehoorzaamde cn las eerst
werktuiglijk het volgende:
„De talrijke genoodigden, die giste
ren deelnamen aan het luisterrijke feest
door den prefect gegeven, zijn zeer ge
troffen door eene onverwachte gebeurte
nis, even betreurenswaardig als onvoor
zien, en waarover wij niet kunnen uil wei
den daar hoogst gewichtige redenen ons
zulks verbieden. Wij zullen dus eenvou
dig melden, dat er een inhechtenisne
ming heeft plaats gehadde schuldi
ge behoort tot een voorname familie
van Straatsburg, terwijl hij een der enr-
ste plaatsen innam in de deftigste fa
miliekringen ook kan men zich moeilijk
een den!, vormen...."
(Wordt veivolgd.)