fweede Blad, behoorende
Dij DeLeidsche Courant van
Zaterdag 7 Oct. no. 608.
De Week
in het Buitenland.
De afgeloopen week heeft ons, bij alle
narigheid, nog het gelukkig einde van
teen paar hangende kwesties gebracht,
feinde! Ofschoon het woord er zoo
boudweg neergeschreven is, is het even-
[wel in beide kwesties nog maar zeer
Ibetrekkelijk, en slechts door de hoop in
)de pen gegeven.
We bedoelen de oplossing der kwestie
jtusschen Duitschland en Frankrijk, en
het arbeidsgeschil op de Iersche spoor
wegen. Wat het laatste betreft, hebben
jwe nog alle reden om bezorgd te zijn.
Q/ooreerst omdat het reeds de tweede
maal is, dat deze kwestie heet opgelost
!te zijn. Vervolgens omdat deze (staking
Ihet gevolg eener andere, de Engelsche,
was, en weer behecrscht werd door de
hooggeroemde solidariteit. Immers dit
laatste kan Engeland nog leelijke parten
Bpclen, want nauwelijks is het eene ge
schil daar opgelost, of een ander staat
'jer weer voor de deur, die aanstonds weer
fde groote solidariteitsarmen wijd uitstrekt
lom onheil op onheil te stapelen. iWe
wezen er al meer op: het schijnt, dat
!de arbeiders in Engeland, die zoo goed
als overal bijna altijd aan het laatste
eind trekekn bij een arbeidsconflict, nim
mer verder kijken dan hun neus lang is,
,en er maar op los staken. Nu weer dreigt
teen stalciug in het steenkolengebied, die
vooral door de stijging der prijzen, welke
toch reeds door groote vraag omhoog
gaan, te betreuren zou zijn.
De tweede heuglijke kwestie, die deze
weck ons bracht, is de, zij het dan par
tieels, beslechting van het Marokko-
gesehil. Maar laat ons hierbij vooral geen
heiroepen voor we over de brug zijn.
Duitschland, dat bij de eerste onderhan
delingen al zoo veel gechicaneerd heeft,
zal niet nalaten ook hierbij zooveel moge
lijk te eischen en de zaak zoo lang mo
gelijk te rekken. Je kunt ook nooit weten
welke verwikkelingen in de politiek zich
in dien tusschentijd nog kunnen voor
doen. Immers niets is wonderbaarlijker
dan de gang der wereldpolitiek.
We zagen het nog pas met Tripolis.
Geheel zonder reden, we wezen er reeds
vorige week op, zond Italië een ultima
tum naar Turkije, zoggenaamd om de
noodige waarborgen op tc eischen, in
derdaad echter om Tripolis in te palmen.
Dac liet alleen daarom te doen was, bleek
wel hieruit, dat iedere bemiddeling afge
slagen werd voordripolis was ingepalmd.
Nu werden door Italië wel de noodige
grieven tegen Turkije te berde gebracht,
maar de eigenlijke reden had Italië reeds
10 jaar geleden aan zijn tegenstander
kenbaar gemaakt. Als Frankrijk zich nes,-
telt in Marokko, neem ik Tripolis.
Dit nu is te begrijpen voor wie even
een blik 'slaat op de kaari van het Mid-
deliandsche Zee-gebied, lialië wordt er
largzamerhand ingesloten do:>r de andere
mogendheden, en wanneer het nog een
paar jaar gewacht had, was Tripoiis wel
door een ander ingepikt en zou het
heelemaal in de verdrukking zi/n ge
komen. In zooverre volgde het dus slechts
de roofpoiiiiek der andere Europeesche
grootmogendheden, doch het ware al
licht flinker geweest, als het ronduit, zoo
als in den beginne, voor ^jn steelzucht
.was uitgekomen, dan dat het nu achter
af poogt zijn optreden tegenover Turkije
door een opeenstapeling van grieven te
vergoelijken. Hoe het echter zij, de laat
ste berichten melden, dat de eerste stap
voor de bezetting van Tripolis gezet is.
De- stad is gebombardeerd, de landings
troepen zijn onderweg en als alles nu
een beetje spoedig in zijn werk gaat,
zoodat den Turk niet te lang gelegen
heid wordt gelaten om zich tot een of
fensief optreden voor te bereiden, dan
hebben we kans, dat zonder ai te veel
ongelukken aan deze onverkwikkelijke
zaak een einde komt Immers Tripolis
zou de basis voor onderhandelingen
vormen.
't Is dan ook hoog noodig, want de
handel begint al den terugslag van den
oorlog te voelen, niet alleen voor de
oorlogvoerende partijen, maar ook voor
'de andere landen, die zich dan ook al
genoodzaakt hebben gezien een protest
iu te dienen tegen het uitdooven der
kustlichten door den Turk en het verbod
van kolenleverantie anders dan aan den
j&taat. En komt daarbij nog boycot, dan....
'Maar laten we de zaken niet vooruit-
lóopen. Wie weet hoe spoedig het zich
nog schikt. Laat het ons tenminste hopen.
V.
Weekpraatje.
Zoo we ooit van stormachtige tijden
esproken hebben, en zoo we ons ooit
ez:g hieiden met stormen op politiek,
sociaal of ander terrein, ,dan verdient
zeker de week, die nu achter ons ligt
tien naam van stormweek, en mogen we
over zulk een gebeurtenis op Zaterdag
avond nog wel eens praten. Men heeft
er wel reeds een week lang over ge-
sproken, maar over zulke feiten komt
men zooals men zegt niet uitge-
5raat (vooral niet op een vrijen Zater-
agavond) Ik sprak d n een storm
week. Menigeen zaï den hemel dan
ken dat het geen storm w e ek is geweest
en dat het gelukkig in een nachtje af
geloopen was, want waar had het
anders heen gemoeten; misschien zou
er geen huis intact, geen boom staande
gebleven zijn. Er zullen er toch wel ceni
ge angstigen geweest zijn, die dachten
dat de wereld verging, nu die angst was
wel wat groot, ze dachten misschien dat
een of andere windstoot de aardbol naar
de maan zou blazen. 'Nu laten we geiust
zijn, zoover is het gelukkig niet geko
men. Doch het is ook niet noodig er gek
heid mee te maken, want de zaak is ern
stig en treurig genoeg.
Vooreerst denken we aan de men-
schenlevens, die dit noodweer gekost
heeft en dan maakt Leiden bij de andere
plaatsen van ons land een treurige uit
zondering, want afgezien natuurlijk van
de slachtoffers, welke de zee heeft ge-
eischt, is Leiden de .eenige plaats waar
bij dezen storm menschenlevens te be
treuren zijn.
De zee echter heeft op vreeselijke wij
ze haar woede aan den mensch gekoeld,
tal van families heeft zij in rouw ge
dompeld. In welkle booten men zich ook
op zee bevond, groote of kleine, sterke
of zwakke, veilig was men nergens, zoo
het schip er zelf nog behouden afkwam
menig opvarende werd door de hooge
zeeën van het desk geslagen en vond
zijn graf in de golven. Met weemoed
denken wij aan zoo menige zeeheld, die
steeds de woeste golven trotseerend nu
eindelijk zijn moed met den dood heeft
moeten bekoopen. Vooraan in de lijst
van deze helden staan de namen van
J. Berkhout en J. de Geur, de eerste
kapitein op de loodsboot Hellevoet-
sluis, de tweede loodsleerling. In 1907
waren zij de mannen, die midden in
de woedende zeeën tot dicht bij de ge
strande Berlin, zich waagden onder dp
oogen van den Prins. Zij verrichten toen
heldenstukken, waarover een ieder zich
verbaasde. En de zee, die toen hare woe
de niet op die helden kon koelen, heeft
nu wraak genomen op hen die haar toen
zoovele slachtoffers ontrukt heeft. Zij
liegen op den zeebodem, nog gelooid
met de teekenen hun voor hun moedig
gedrag eigenhandig door den Prins ge
schonken.
Op gevaar af dat ik beschuldigd zal
worden van den hak op den tak te sprin
gen (waarvan ik echter het verkeerde
nog niet zoo terstond kan inzien) wil
ik hier met een enkel woord spreken
over de populariteit van onze Koningin.
Indertijd (bij den ramp van de Berlin)
toonde Prins Hendrik hoe warm zijn
hart klopte voor het Nederiandsche volk
vooral als dit in nood verkeerde, ook
nu toonde de Koningin hoe zij meeleeft
met haar volk. Des te eigenaardiger is
dit, nu er in den laatsten tijd zooveel
geschetterd werd over de tanende po
pulariteit van de Koningin. Zij leefde
niet meer mee met haar volk, men zag
haar nooit, zij was slechts bereikbaar
voor haar hofhouding, maar voor Haar
onderdanen... o neen, voor hen voelde
zij niets, zoo werd gezegd. Doch nu, bij
de rampen der afgeloopen week heeft
zij bewezen met daden, wat er van dit
alles waar was. Terstond nadat zij van
de droevige gebeurtenissen had kennis
gekregen, gin£ zij naar de meest ge
teisterde plaats, naar hen, die door den
storm van hun broodwinning beroofd
waren, om de ongelukkigen door hare
tegenwoordigheid van haar belangstel-
lino- en deelneming in hun lot te doen blij
ken. En het volk zag haar met voldoe
ning komen.
'Neen hoor, de Koningin leeft nog mee
met haar volk, en het volk bemint zijn
vorstin.
„Men ziet Hare Majesteit* zegt het
Huisgezin, „graag bij manoeuvres, bij
tentoonstellingein en feestelijkheden,
maar het liefst ziet men haar toch wel
doende omgaande te midden van haar
door het lijden getroffen volk".
Wat deze laatste ramp betreft, t is te
wenschen dat de visschers aldaar door
de toevloeiende bijdragen uit heel Ne
derland dit cnliei! spoedig te boven ko
men, van bijdragen immers zullen zij
het moeten hebben, daar zij niet in staat
zijn zich er zelf wederom bovenop te
werken.STAN.
Brieven uit de Veen.
IV.
De wondervolle zomer, die met zijne
glorievolle zon zooveel ten goede voor
onze buurt heeft uitgewerkt is ten einde,
zijne laatste krachten gebruikende om
onze bonte pronkers en heerlijke erwten-
boonen te doen rijpen en dorren aan
den stok.
Voor verandering krijgen wij-nu bui
op bui met wind en storm, storm vooral,
die ook hier hare titanische kracht heeft
doen gevoelen, boomen heeft ontworteld,
talrijke dakpannen als eendekkers door
de lucht deden snorren, in een der groot
ste pakhuizen van gegolfd ijzer een gat
sloeg. Boreas heeft zijn werk gedaan,
maar ook de regen heeft ons niet ver
geten. Waren dezen zomer kooplieden
en tuinders in hun nopjes, nu zijn het de
huismoeders, want regentonnen en regen
putten zijn boordevol en ze wasschen dat
het schuim er torenhoog opstaat, want
regenwater, idat is je water voorde wasch,
geeft zuinig zeepverbruik, en daar willen
ze van weten.
Nog twee feiten moeten aan de ver
getelheid worden ontrukt, het eene, dat
reeds in September bij een landbouwer
het vee gcsi'ald .werd, en het tweede, dat
in de maand Ociober bij eenige inzouiers
augurken werden ingekuipt.
Het jaar 1911 zal den naam van Roelof-
arendsveen nu wel door geheel Europa
bekend gemaakt hebben, in tegenstelling
met dertig jaren terug. Het gebeurde
toch, dat iemand naar de Veen moest,
maar wie men ook daar ter plaatse vroeg,
geen sterveling kon antwoord geven op
de vraag: Waar ligt Roelofarcndsveen?
En 'twarei$ niet de eersten de besten
die men vrèeg, 't waren allen menschen,
die op aardrijkskundig gebied en het
liggen van plaatsen mee konden pralen.
Eindelijk werd er toch een gevonden die
zoowat uitkomst wist te geven, die als
zijn gevoelen gaf, dat het plaatsje in de
nabijheid van het Brasem erin eer lag en
dat er veel aan boomkweekerij! werd ge
daan. Verdere inlichtingen bracht den
reiziger naar Leiden en met de Carsjens-
boot naar Oudewetering, welke buurt
door hem voor de Veen werd aangezien,
doch hij moest nog een half uur kuieren
om er te komen.
Het was een reis, naar Brussel en nog
verder gaat het sneller.
De reiziger was dus aangekomen en
zou zijn tenten daar opslaan. Hij zou
echter nog vreemder gaan kijken, want
op het gebied van levensbehoeften was
het al even voorhistorisch. Gemalen koffie
kon men niet krijgen, maar voor 5 cent
extra betaling was men wel genegen een
pond boonep door den molen te draaien.
Van een groentenkoopman geen sprake.
Een- of tweemaal kwain doove Flip van
Alfcn met een schuitje groenten de buurt
langs. Geen stoel of stoof was e r te
koop, geen lepel, mes of vork. Geen
vleeschhouwer. Dat alles moest uit Lei
den komen. Vleesch beirok men gedeelte
lijk van Oudewetering. Geen post- of
hulppostkantoor, geen telegraaf. Een
zaam en verlaten lag de Veen daar. Een
maal daags brieven en een enkele locale
krant, eenmaai brieven ontvangen vanuit
de Oudewetering.
We war n mi. stens luO jaar achter.
iV.aar kom nu eens, ga maar mede,
treedt dezen winkel binnen. Heb je En
gelsche of Hollandsche pickels noodig
voor je middagmaal, ze staan gereed. Wilt
ge bij uw visch een glaasje Muscaat
schenken, een woord en het staat op jc ta
fel. Geen enkele der talrijke nieuwe con
serven of anderszins ontbreekt. Bekijk
eens deze galanteriewinkel waar uw oog
door duizenden voorwerpen wordt aan
getrokken, zoo gek kan men niets denken
of het is er te kust en te keur, 't mo
derne hulpmiddel voor de kapsels der
Eva's kinderen, men kan ze krijgen. Een
moderne dameshoed of een taiior made
costuine, geen bezwaar, van de bovenste
plank. De meubeivvinkel is er, het geheele
huishouden wordt in een ommezien bij je
thuis gebracht tot stijlmeubclen incluis.
De vleeschhouwer staat gereed je op je
wenken te bedienen, liefst wat veel en de
inrichting eerste klas. Ijskast, worstrna-
chines, alles naar den eisch. Kijk ginds
eens in dien manufactuurwinkel met groo
te spiegelruiten. Voor de dames 0111 tc
watertanden, en niet alleen lapjes hoor,
vraag maar eens naar een moderne naai
machine, in een oogwenk staan er 5 of 6
merken ter bezichtiging. Bedden, tapij
ten, complete meubileering. Wat was dat
vroeger een gezeur met den juisten tijd.
Afgedaan. De goud- en zilversmid is er.
Horloge, klok of ketting, welk weelde
voorwerp ook, is te koop, tot zelfs de
nieuwste Engeische regulateurs, die elk
kwartier aangeeft met spel. Wat een ver
schil met 30 jaren terug Van de Batavier
stoombooten naar Louden bestaat een
reclameplaat, waarop de ontwikkeling van
de stoomvaartlijn in twee beelden is voor
gesteld. 't Eene beeld is een stoomschip
waar „Voorheen" bij staat. Het is een
klein raderstoomschip, dat met behulp
van zeilen vooruitkomt. Het tweede beeld
heeft tot motto „Thans" en geeft een mo
dern stoomschip te zien, dat zichtbaar de
zilte baren doorklieft, 't Is een fraai schip
met het meest moderne „de radio" of wel
telegrafie zonder draad, voorzien. Ik denk
telkens aan deze plaat, als ik de Veen
beschouw nu en 30 jaar terug. Maar ik
had het bij mijn begin over het einde der
zomer.
Wij gaan onze winterkwartieren be
trekken.
Reeds heeft de tuinbouwcursus hare
lokalen geopend om met 8 leerlingen van
het vorig jaar, het tweede leerjaar te be
ginnen. Wenschen wij de beide leeraren
Zwartele en Spaargaren geluk met hunne
pogingen en aan de leerlingen een ijverig
streven zich tlheoretisch te bekwamen.
Dat zij het nut mogen inzien hoe een we
tenschappelijk tevens practisch tuinder'n
voorsprong heeft bij hen die wetenschap
uit den booze achten. Jammer dat niet
meer jongelui aan deze bronnen komen
putten, waar behande.d wordt bemesting,
aardsoorten, chemische werking enz.
Het boek der toekomst ligt open, men
bladere er ijverig en voortdurend in.
Van boeken gesproken, er ligt mij nog
iets in de gedachte op het gebied van boe
ken. Geen leesboeken voor pret of tijd
verdrijf, neen, ik bedoel Tiandelsboeken,
de boekhouding, de kennis derhalve om
de uitkomst van een bedrijf onder cijfers
te brengen en in de boeken vast te leg
gen, daarmede een overzicht te krijgen
van jaar tot jaar hoe het er mee staat.
Oaat men vooruit, gaat men achteruit,
een behoorlijke boekhouding leert dat in
een ommezien en wat is er broodnoodi-
ger dan goed boekhouden?
Hoe staat het daarmede in onze handel
drijvende buurt?
AU mea <U de Machten leest in „De R.
K. Mlüueiiaiuiidkr'' over gebrek aan be
hoorlijke opleiding, vrees ik dat er ook in
ons dorp op dat gebied een tekort bestaat
ep dat is jammer. Als men slechts bij be
nadering den gang van zaken kent, oorza
ken van teruggang niet kan opsporen,
eventueele vooruitgang nog; grooter
maakt, ais het ware leven uit, de korf
zonder zorg, dan is er een te kort.
Maakt men jaarlijks een inventaris met
balans, winst en verliesrekening? Nie
mand gelieve hier iets anders in te zien
dan een welgemeende aansporing een
nauwkeurig beeld van zijn bedrijf te krij
gen.
Hoe daarin verbetering te brengen?
Het antwoord kan kort zijn.
Overal in den lande bestaan of worden
opgericht cursussen voor handelsboek-
liouden, handelsrekenen, leergangen voor
vreemde talen.
Laat ons ook zoo'n cursus oprichten.
Laat bevoegde mannen komen om ons
onderricht te geven.
De winter slaat voor de deur. Lange
avonden, die uitnoodigen iets ter hand
te nemen. Laten wij onzen geest werk
verschaffen.
Is men te oud van jaren, noodzaakt
uwe zonen er heen te gaan. Dat zullen
toch uwe opvolgers zijn, doch sterker en
beter gewapend voor den strijd.
Zijn uw oogen niet opengegaan dezen
zomer, met het talrijke vreemdelingen-
bezoek? Heeft het nu niets ontsluierd
voor de toekomst? Menige verzuchting
werd er opgevangenkon ik maar En-
gelsch of Üuitsch. Als wij goed beslagen
zijn, zou het dan zooveel moeite kosten
alles in onze eigen handen te houden?
Zal dat alles echter vrucht dragen, dan
eerst de cursus,
cursus.
Komaan, veilingbesturen, kooplieden,
winkeliers, sla de handen ineen. Meer
wetenschap zal u geven meer zelfvertrou
wen, meer kracht.
Komaan, de hand aan de ploeg.
Aan de voormannen in deze bij voor
baat Heil.
Overweeg dat de bovengenoemde kun
digheden meer waarde bezitten dan b.v.
onafgebroken tooneelstukjes te leeren en
voorstellingen te geven.
Avanti.
Groet en zegen. FLORES.
"HIATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Stuwadoorswet.
Bij liet afdeelingsonderzoek van het
wetsontwerp, houdende bepalingen in 't
belang van de personen, werkzaam bij
het laden en lossen van zeeschepen, ver-
Klaarden verscheidene leden niet inge
nomenheid te hebben gezien, dat de Mi
nister de regeling van den bootwerkers-
arbeid ter hand heeft genomen. Zij meen
den dat uit de ervaring, opgedaan door
de havencontroleurs en de havencommis-
sién wel is gebleken, dat dwingend in
grijpen door de overheid hier noodig is.
De ijver en de voortvarendheid, door
den Minister ook hier weder betoond,
door het ongetwijfeld zeer moeilijke on
derwerp aan te vatten, vonden algemee-
ne waardeering.
Iniusschen herhaalden sommige leden
hunne reeds meermalen verkondigde op
vatting, dat liet aanbeveling verdient eerst
bij een algemeene wet voorschriften te
treffen omtrent een normalen arbeidsdag
in alle bedrijven.
Verscheidene leden meenden, dat, mo
ge ingrijpen der overheid al noodig zijn,
dit wetsontwerp veel te ver gaat.
Men behoorde om tot verbetering te ge
raken een grooter terrein over te laten
aan het particulier initiatief. Dat liet par
ticulier initiatief in staat is, bevredgende
toestanden in het leven te roepen, wordt
bewezen door het voorbeeld van sommi
ge havens o.a. te Zaandam. Beter wa
re het geweest, zich te beperken tot wet
telijke regeling en uitbreiding van de be
voegdheid der havencontroleurs en ha
vencommissies.
Hiertegenover verklaarden verscheide
ne leden zich met de strekking en de uit
werking van het wetsontwerp zeer goed
te kunnen vereenigen. De bedenkingen
die het van de zijde der werkgevers uit
gelokt heeft, kwamen hun overdreven
voor. De strekking van het voorstel is
een einde te maken aan onduldbare mis
standen op het gebied van bootwerkers-
arbeid, misstanden, die aan de zedelijke
verheffing van een groote categorie van
arbeiders haast onoverkomelijke hinder
palen in den weg leggen.
Sommigen dezer leden hadden intus-
schen bedenking tegen de voorgestelde
bepaling betreffende een verhoogd loon
voor arbeiders op Zondag.
Enkele leden betreurden het, dat de
eigenlijke misbruiken, die den Minister
tot zijn wetsvoorstel hadden geleid, niet
uitvoeriger in de Memorie van Toelich
ting ter sprake zijn gebracht. Deze le
den brachten in herinnering, dat uit het
verslag van de Directie van den Arbeid,
loopende tot 1 Jan. 110, blijkt dat zoo
wel te Rotterdam als te Amsterdam een
arbeidsduur van meer dan 24 uren ach
tereen geregeld voorkomt, dat een ar
beidsduur van 35 uren niet tot de uitzon
deringen behoort, ja zelfs in 1007 te Rot
terdam een arbeidstijd van 50 uren is ge
constateerd. Wel is waar pleegt gedu
rende zulk een langen arbeidsduur niet
onafgebroken te worden gearbeid, maar
het behoeft wel geen betoog, dat ook al
wordt een deel van dien tijd, wachtende
op aan te nemen goederen, do r, rarhf
hjj toch alle redelijke perken te uuiten
gaai. Wai betreft de misbruiken, welke
on het punt van loonbetaling plaats heb
ben, wees men er op, dat er zelfs stuwa
doors zijn, die als het ware kunstmatig
de werkzaamheden in die mate in elkaar
laten loopen, dat het zonder uitvoerige
specificatie, die zij niet verstrekken, voor
de bootwerkers niet mogelijk is zich er
rekenschap van te geven, of zij werkelijk
het hun bekomende ontvangen hebben,
en dat er bij enkele een streven bestaat,
om door het aannemen van ongeschoolde
krachten de controle van de zijde der
werkliedente bemoeilijken. Nog werd ge
wezen op het groot aantal ongevallen
bij het havenbedrijf.
Sommige leden oordeelden dat het
wetsontwerp niet ver genoeg gaat. In
de eerste plaats meenden zij, dat de tien-
urige arbeidsdag bij de wet voor het ha
venbedrijf moest worden ingevoerd.
Voorts achtten verschillende leden wat
het ontwerp inhoudt tot het tegengaan
van arbeid op Zondag onvoldoende.
Ook pleitten meerdere leden voor maat-
regelen, gericht tegen de verregaande wil
lekeur, waarmede werkgevers soms kor
tingen toepassen op het loon der arbei
ders.
Bij de bespreking van den algemeenen
indruk, dien het wetsontwerp heeft ge
maakt, werd voorts van verschillende zij
den de opmerking gemaakt, dat het al te
zeer het kenmerk draagt van te zijn ont-
worpen met het oog op de toestanden
die speciaal te Rotterdam bestaan.
In Amsterdam is de toestand in veel
opzichten wat arbeidstijden en ongevallen
betreft, veel gunstiger dan te Rotterdam.
Voor de kleinere havens, als Harlingen,
Vlissingen enz. is het verschil met Rot
terdam nog veel aanzienlijker.
Door verscheidene leden werd in het
bijzonder de vrees uitgesproken dat de
voorgestelde regeling het concurrentie
vermogen onzer havens tegenover de na
bijgelegen buitenlandsche, met name
Hamburg en Antwerpen, zal schaden.
Van andere zijde werd hiertegen o.
a. opgemerkt, dat gelijksoortige beden-
kingen, van werkgeverszijde tegen an.
dere sociale maatregelen aangevoerd, la
ter bleken zeer overdreven te zijn ge-
weest.
Verscheidene leden oordeelden, uai
eenige bepalingen in dit wetsontwerp ge
lijk bepalingen in andere door dezen Mi-
nistcr reeds ingediende wetsontwerpen,
o-etuigen, dat deze bewindsman opvattin
gen heelt, welke in hel staats-socialistisch
systee-n thuis behooren.
Andere leden oordeelden, dat met bc-
trekking tot de bedoelde voor-tellen van
den Minister, ten onrechte van staatsso
cialisme wordt gesproken. Ten behoeve
hier,an werd in uitvoerige beschouwin-
gen getreden.
Sommige leden, oordeelende, dat deze
wet haar reden van beslaan vindt in het
ontbreken van een voldoende patroons-
en arbeidersorganisatie in het havenbe
drijf, meenden, dat haar dringend Karak
ter zich niet verder moest uitstrekken dan
tot aanvulling van de leemten, door dat
gebrek aan organisatie gelaten en wensch
te, dat, waar collective contracten tot
stand komen, de bepalingen der wel voor
die van dat contract zullen wijken. In-
tusschen werd dit standpunt van andere
zijde ten hrs hligste bestreden.
4 r b e i d van vrouwen en kin
deren. Het vaststellen van den leertijd,
beneden welken geen stuwado, r rb-id
mag worden verricht, op 18 jaar en de
nits1 eiling van vrouwen voor stuwadoors-
arb id vonden algeineenc instemming.
Arbeids- en rusttijden. Ernsug
bezwaar werd gemaakt tegen de delega
tie van bevoegdheid betreffende dit on
derwerp, waardoor de gewichtigste be
langen van het bedrijf ter beslissing wor
den overgelaten aan den Minister, d. 1.
practisch aan het hoofd der arbeidsin
spectie.
Arbeidsboekjes. Ook tegen dit
novum werden ernstige bezwaren in het
midden gebracht. Verscheidene vragen
werden dienaangaande gesteld.
Ook met betrekking tot den Zon-
dagsarbcid werden verschillende op
merkingen gemaakt. In het bijzonder
werd het va:i belang geoordeeld, dat wan
neer des Zaterdags blijkt, dat het laden
of lossen van een kind nog eenigen tijd
na middernacht zal vorderen, voor dien
Zondagsartveid gemakkelijk en tijdig ver
gunning kan worden verkregen, benige
leden wenschten voor een deel van den
Zondag een absoluut verbod van arbeid
te zien vastgesteld.
Tegen de bepaling in het wetsontwerp
dat bij a'.g. maatregel van bestuur een
verhoogd loon zal worden vastgesteld
voor stuwadoorsarbeid op Zondag ver
richt, bestond bij verscheidene leden
groot bezwaar. Men kenschetste deze be-
paiinir ais staatssocialistisch, logisch voe
rende tot het stelsel van den staat alge
meen bedrijfsvoerder.
Van andere zijde werd instemming met
de bepaling beiuigd. Men zag daarin een
doeltreffend middel om tot beperking van
Zondagsarbeid te komen.
1 cgen de strafbaarstelling van den ar
beider wegens het werken zonder arbeids
boekje en overtreding der b palingen van
liet K. B. betreffende de arbeids- en rust
tijden, verzetten zich verscheidene leden.
Andere leden verdedigden deze strafbaar
stelling.
Verschilelnde leden wilden voor de toe
passing dezer wet onder Zondag ver
staan den tijd van Zondagochtend 6 uur
(het wetsontwerp zegt van des Zater
dags middernacht) tot Maandagochtend
6 u:.r, ver-el and.re leden wil
den deu Zondag op nog zes uur Janget