a
3e Jaargang,
No. 607,
9e ftzidóohe ©ou^omt
Bureau OUDE SINGEL, 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIINT ELKEN DAQ, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
I 1.10 per kwartaal; bi] onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post ƒ1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2*/t cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Vrijdag
October
1911.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
Laconiek?
't Is verbluffend, zoo laconiek de Euro-
peesche mogendheden den oorlog om
J"ripolis opvatten.
juist terwijl ze net deden, of de vrede
om Marokko hun ailen nauw aan 't harte
lag, kwam Italië kalmpjes mededeelen,
dat 't ook was gaan vechten om een
«tukje Afrikaansch kustland.
En zonder dat ook maar één mogend
heid zich er tegen verzette, begon Italië
al niet de vijandelijkheden ook.
Sterker nog: Turksche verzoeken om
bemiddeling werden zelfs afgewezen.
2tWas daar nu te laat voor. Alsof het
voor vredelievende beslechting van een
geschil ooit te laat kon wezen.
Werkelijk, zulk een onverschillige hou
ding en dat nog wel tijdens den
„edelen wedstrijd der volkeren" om het
yredespaleis zoo fraai mogelijk uit te
idosschen zulk een laconisme zou ver
bijsterend wezen, als 'tniet zoo treurig
.was.
l reurig, want het is slechts schijnbare
onverschilligheid. Metterdaad zijn aller
oogen begeerig" op Afrika's kusten en
binnenland gevestigd.
Sla de kaart van het zgn. „zwarte
.werelddeel" maar eens gade. Ze vertoont
tegenwoordig alle kleuren van den regen
boog. En iedere kleur spreekt van Euro-
peeschen beschavingsinvloed. En de mo
gendheden zijn er o zoo gauw bij om
haar kleuren nog wat verder uit te
breiden. Zo vliegen er elkaar zelfs om
in 'tliaar.
Zouden ze nu aan Italië mogen ver
bieden, wat ze zelf met zooveel succes
in practijk brengen? En zou Rusland, dat
voorloopig genoeg met zichzelf te doen
heeft, wel bereid zijn om Turkije te
steunen* welks kusten het Czarenland zoo
gaarne de zijne zou noemen?
Zoo beschouwd is het geen laconieke
houding, -welke de mogendheden inne
men, maar getuigt haar berusting van
eigenbaat.
V De duurte en schaarschte.
Te Rotterdam, dat op sociaal gebied
lang een achterlijke stad was, werd nu
dc rechische meerderheid is van die
achterlijkheid natuurlijk wars een offi-
tieeie commissie ingesteld, welke het col
lege van B. en W. zal hebben in te lich
ten omtrent deze vragen
Vooreerst of er inderdaad tengevolge
der droogte een ernstige toestand ten
aanzien der eerste levensbehoeften te
.wachten isteil tweede of in dat geval de
gemeente maatregelen zou kunnen nemen
en zoo ja, welke.
De instelling van deze commissie is van
groot belang voor een aanzienlijk deel der
burgerij. Terecht toch wees de burge
meester erop in zijn installatie-rede, dat
„indien inderdaad" spr. bleek min of
meer optimistisch „een noodtoestand
mocht ontstaan uithoofde van schaarschte
van de meest noodige voedingsmiddelen,
dan zal die toestand gevoeld worden,
misschien zelfs niet in de eerste plaats
of het meest door de armsten, omdat het
niet zeker is, dat de schaarschte juist zal
betreffen die voedingsmiddelen en benoo-
digdheden, welke het meest door de arm
sten gevraagd worden. Neen, onder dien
toestand zullen lijden schier allen, die
van een vast inkomen te leven hebben en
vermits nu de overheid ook in deze heeft
op te treden."
Zoo is het. De „economisch zwakke
ren" wordeii volstrekt niet uitsluitend
gevonden onder de arbeiders in den eigen
lijken zin van dit woord, maar ook en
wellicht zelfs in nog sterker mate on
der degenen, die eenige of meerdere trap
pen hooger staan op den maatschappelij-
ken ladder.
De Rotterdamsche commissie zal dan
ook nuttig werk kunnen verrichten voor
breede lagen der bevolking.
Mocht zij tot maatregelen adviseeren,
dan zal natuurlijk het gemeentebestuur
niet in gebreke blijven, zich naar dit ad
vies te gedragen.
Jntusschen bleek de burgemeester van
mecning, dat beter dan de gemeente de
landsregeering in deze zou Kunnen op
treden. En in dit verband sprak de Rot
terdamsche burgervader volgende merk
waardige woorden:
„Een groot gedeelte van Europa is
in den afgeloopen zomer geweest een
dorre woestijn. Daarop heeft een uit
zondering gemaakt dat gedeelte van
ons land, dat gelegen is onder den wa
terspiegel, onder het buitenwater en
waar dus zonder moeite water kon
worden ingelaten. Dat gedeelte van ons
land is naast die woestijn geweest een
kleine oase. Maar ik vrees, dat die
oase te klein is om ook de bevolking
van de geheeie woestijn te voeden en
de vraag zou, wanneer de toestand ern
stig werd, kunnen rijzen of het goed is,
dat tenslotte de voortbrengselen van
den vaderlandschen bodem niet meer
beschikbaar zijn voor de landskinderen
en of die voortbrertgselen maar vrijelijk
worden* weggekocht en uitgevoerd.
Zooals ik intusschen reeds zeide, dat
is een vraag, die niet zal zijn te beant
woorden door het gemeentebestuur.
Maar indien inderdaad een ernstige
toestand mocht voorhanden zijn, beant
woord zal moeten worden door de re
geering van het Rijk."
Alzoo: in de stad, waar men pal heet
te staan voor den vrijen handel, komt
haar hoogste magistraat betoogen, dat
het mogelijk wel eens nuttig zou kunnen
zijn, den uitvoerhandel een beetje aan
banden te leggen.
Inderdaad: merkwaardige woorden,
welke aantoonen, hoe ingewikkeld het
«economisch leven der maatschappij is.
Bij de komende tariefsherziening mag
zulks inzonderheid door de tegenstanders
wel in 't oog worden gehouden.
lit de Leidsche Yroedschap.
De uren, die de gemeenteraad gisteren
aan de discussies heeft besteed, zijn geen
verloren tijd geweest. Er is over be
langrijke zaken geredeneerd en dito be
slissingen zijn gevallen.
*De Qnderwijzer Martin kwam 't eerst,
op de proppen, omdat de Raad de vori
ge maal.... een flater heeft geslagen.
Zooals men weet, werden B. en W,
uitgenoodigd den heer Martin tot 1 Oc
tober 1912 verlof toe te kennen. Maar
het Dagelijksch bestuur had bezwaar aan
dit verzoek te voldoen, omdat de heer
Martin, (die eigenlijk den gemeente
dienst verlaat) het verschil in jaarwedde
tusschen hem en zijn plaatsvervanger zou
moeten ontvangen.
Dat zou nu toch al te gele geweest
zijnIemand gaat, om promotie te ma
ken, elders in betrekking. Hij ontdekt
echter dat door een leemte in de wet zijn
pensioensaanspraken op lossen grond
slag worden gesteld. En nu zou de Leid
sche Raad den man niet alleen zijn
zijn persioen-aanspraken moeten waar
borgen, maar tevens nog een fooitje van
eenige honderden guldens geven.
De oplossing lag nogal voor de hand.
De Raad had zijn goed hart getoond en
in zijn goedheid een flater begaan wel
nu, de fout kon ongedaan worden ge
maakt door het raadsbesluit in te trek
ken.
Maar schuld bekennen is altijd een
onaangename zaak. De Raad had tegen
het praeadvies van B. en W. in een be
slissing genomen en daarom toonde hij
aanvankelijk weinig lust thans terug te
krabbelen. Toch was de schuld van deze
impasse niet allereerst bij den Raad,
doch bij B. en W. te zoeken, omdat zij
pas in tweede instantie een belang
rijk argument in debat brachten, dat
men de vorige keer miste. De gronden,
waarop B. en W. aanvankelijk het ver
zoek van den heer Martin bestreden, wa
ren allerminst steekhoudend.
De denkbeelden, gisteren in den Raad
geopperd, getuigden echter meer van
overmaat van goedheid dan van een juist
inzicht. Een lid opperde het denkbeeld
een „contractje" met den heer Martin
aan te gaan om van het hem! toekomend
overschot-salaris afstand te doen. Terecht
vond de Voorzitter dit beneden de waar
digheid van den Raad. Een ander ver
trouwde wel, dat de heer Martin geen
aanspraak erop zou maken; een derde
legde de verordening anders uit dan
B. en W, enz. Met dat al schoot de tijd
aardig op en de leden waaronder de
juridische en professorale grootheden op
de eerste plaats gaven geen kamp.
Als de heeren dan persé den heer Martin
verlof willen verleenen, zei ten jaatste
de Voorzitter, rest niets anders als wijzi
ging der verordening. Hij las toen de
wijziging voor, die noodig zou zijn. Daar
ben ik sterk tegen, riep. aanstonds wet
houder van der Lipwaar moet het
heen als wij voor particuliere belangen
eene verordening gaan wijzigen? En ik
ben er sterk voor, zei wethouder van
Hamel, want 't zou nu o zoo jammer
zijn als meneer Martin geen verlof kon
krijgen! We stonden verbaasd, toen we
dit hoorden. De wethouder van onder
wijs, die voor het eerste praeadvies
stemde, die medewerkte aan het tweede,
draaide als een blad van een boom om.
De wethouder, van wie we allereerst een
vast beleid verwachten, liet zich om
't zacht te zeggen door zijn gevoelig
hart overmannen.
Gelukkig kwam er na al de chaos van
opinies een voorstel 't eenig goede
in deze quaestie om het besluit in
te trekken. Scheen de Raad eerst niet
geneigd hiertoe te willen overgaan, de
verwarde discussies hadden de noodza
kelijkheid ervan overtuigend aangetonod.
Met 15 tegen 8 st. werd de motie v. d.
Eist aangenomen, waardoor wethou
der van Hamel met zijn waggelende
ondlcrwijs-politiek yyederom „lauweren"
oogstte.
De tweede zaak, waarover een scherp
woord viel, werd ingeleid door mr. Aal-
berse. Curatoren hebben voor de benoe
ming van een 1 eeraar van 't gymnasium
aanbevolen twee sollicitanten. De $én,
dr. P. J. Enk, wordt hemelhoog om zijn
bekwaamheden geprezenvan den an
der, dr. J. C. P. Smits, wordt te verstaan
gegeven dat hij feitelijk niet veel meer is
dan een prul. 't Staat natuurlijk zóó niet
in de stukken, maar de lezer haalt het
er direct uit. Curatoren hadden dit „min
derwaardig" mensch hij is toevallig
Roomsch niet op de aanbeveling ge
plaatst, als de wet hen er toe niet ver
plichtte.
Wij, en velen met ons, hebben zich ge-
ergerd aan zoo'n aanbeveling en 't deed
ons daarom genoegen dat mr. Aalberse
curatoren onder klaarblijkelijke instem
ming van den geheelen raad alleen
wethouder v. d. Lip verdedigde ambts
halve het college tegen zulke metho
de van aanbeveling protesteerde. Zijn
de overige sollicitanten niet^ geschikt,
welnu men biede slechts een voordracht
met één naam aan, aldus mr. Aalberse,
wiens hoofdgrief hierop neerkwam, dat
de naam van dr. Smits door het slijk
werd gehaald. Zoo'n aanbeveling bena
deelt ons - gymnasium, want bekwame
lieden zullen zich weerhouden te solli-
citeeren als zij weten aan welke handel
wijze zij van den kant van curatoren
bloot staan. Bovendien zijn de mededee
lingen onjuist, want dr. Smits is een we
tenschappelijk zéér hoogstaand
man. Mr. Aalberse documenteerde die
bewering door een beroep op dr. Vale-
ton, die het proefschrift, waarop dr.
Smits cum 1 a u d e promoveerde, van
ongemeene belangrijkheid vond. Er sprak
een rijpheid van oordeel uit, dat bij den
eersteling zeldzaam is. Deze recensie ver
scheen niet in een onbekend blaadje,
maar in het „Museum", maandblad onder
redactie van prof. Blok, dr. Salverda de
Grave en anderen.
Wat wethouder van der Lip ter ver
dediging in 't midden bracht, was niet
veel zaaksEen aanbeveling kan wer
kelijk wel eerlijk en openhartig zijn,
zonder een der betrokkenen in 't open
baar zóó te kwetsen. Mr. v. cl Lip be
riep zich op den inspecteur der gymna
sia, wiens oordeel overeen stemt met
dat van curatoren. Evenals dat advies
niet openbaar werd gemaakt, konden cu
ratoren hun minder welwillende oordeel
vellingen op andere wijze aan den Raad
kenbaar maken. De opmerking, dat het
een aanbeveling voor dr. Smits is de eer
ste te zijn van de 6 overige sollicitan
ten, is meer hatelijk dan juist terwijl de
gemeenplaatseen wetenschappelijk man
is nog geen goed docent, in casu niet
opgaat Immers de Inlichtingen van mr.
Aalberse vestigden bij hem de overtui
ging dat dr. Smits ook een bekwaam
leeraar is.
Welke waarde is dus aan aanbeve
lingen van curatoren te hechten? Mr.
Aalberse herinnerde hoe bij de benoe
ming van een rector als opvolger van dr.
Punt een curator in den Raad ten hef
tigste bestreed wat zijn mede-curatoren
wenschten.
In geheime zitting, werd geroepen.
Ja, antwoordde mr. Aalberse, maar dat
mag ik er toch wel van zeggen.
Bij stemming werd dr. Enk met 13 st.
gekozen; dr. Smits, die 11 st. kreeg,
zaj hierifl een rqhatóütetie sen va# den
smaad, dien curatoren hem geheel onge
motiveerd aandeden.
Ondertusschen zal dit het practisdh
resultaat van mr. Aalberse's flink optre
den zijn, dat „wan-aanbetelingen" als
deze wel niet meer den Raad zullen be
reiken.
't Was na al deze debatten half drie
geworden, toen de agenda in behande
ling kwam. Twee belangrijke belasting
voorstellen stonden daarop: de herzie
ning onzer plaatselijke belasting en de
publieke vermakelijkheden. Beiden zijn
afgedaan over 't eerste zou zelfs geen
debat van beteekenis zijn gevoerd ware
de heeren vrijzinnig-democraten niet op
den vooravond met een motie aangeko
men om behalve degressie ook pro
gressie in de heffing op te nemen.
De heer Sijtsma had deze motie niet al
leen op 't laatste oogenblik ingediend,
maar ze bovendien gepubliceerd nog
vóór ze ten Raadhuize was ontvangen.
Zoowel over 't een als over 't ander
gaf de burgemeester zijn misnoegen te
kennen. Drie maanden lang hebben de
raadsleden de verordening kunnen bestu-
deeren reeds in de nieuwjaarsrede werd
het stelsel aangekondigd en daar komt
op 't allerlaatste moment een ingrijpende
motie, waarvan B. en W. niet aan
stonds de gevolgen kunnen overzien.
Zou de veronderstelling te gewaagd
zijn, dat de vrijzinnig-democraten de mo
tie slechts hebben ingediend om te „ge
tuigen"? Zoo ja, dan hebben ze hun doel
bereikt, maar over het resultaat zullen ze
niet tevreden zijn geweest! Want duide
lijk is gebleken, dat de weg, dien de vrij
zinnig-democraten op willen gaan, zeer
nadeelig voor de gemeente zou z"jn.
Er is een theorie en er is een praktijk,
zei de heer Vergouwen. De theorie van
progressieve belastingheffing is heel
mooi. Iemand met f40.000 inkomen kan
evenredig meer belasting betalen dan
iemand die van f4000 moet rondkomen.
Als men echter de belasting zoo hoog
opvoert, dat de man met de f 40.000 in
komen de stad wordt uitgejaagd, wordt
de man met de f 4000 inkomen er de
dupe van.
Er moet een grens zijn, betoogde de
Voorzitter; en men kan die niet zonder
schade voor de gemeente overschrijden.
Het is een belang voor Leiden groote
inkomens te behouden. Zij besteedden
hier voor een deel hun geld, waarvan
de middenstand profiteerthun stand
legt hun verplichtingen op als het con-
tribueeren van verschillende vereenigin-
gen, het steunen van liefdadige instellin
gen. Voert men de belasting te hoog op
ze is hier toch al zoo hoog dan
ontvlucht men de stad of trekt men zich
terug uit verschillende zaken. Spr. stipte
nog aan, dat de meer bemiddelden vaak
voor groote zorgen zitten en dat hun
inkomen soms juist voldoende is om hun
stand te voeren.
De heeren Pera, Vergouwen en Bosch
waren om soortgelijke redenen huive
rig om voor de motie te stemmen. Het
voorstel van B. en W. komt op een be
langrijke wijze de lagere inkomens tege
moet zonder de hoogere al te zee. te be-
bezwaren. De heer Bosch stelde boven
dien in 't licht, Tiiat kapitaalvernietiging
den arbeider méér schad° kan berokke
nen dan het betalen van eene geringe
belasting.
Onder al deze bezwaren werd de mo-
tie-Sijtsma doodgedrukt en het voorstel
van B. en W. aangenomen. Een belang
rijke verbetering is de instelling van
eene Commissie van reclame.
De heer Roem, die de stukken al heefl
slecht gelezen had, vroeg of het inkom
stenboekje nog zou verschijnen. De Voor
zitter zeide dat B. en W. reeds in het
praeadvies hun voornemen hadden ken
baar gemaakt om dit boekje niet meer
te doen drukken.
Minder gelukkig ging het met het
tweede belasting-voorstel, waarvan de
heer Sijtsma „de intellectueele vader"
was. Maar hij was een ontaarde vader
hij heeft zijn eigen telg helpen vermoor
den. Was hij misschien overtuigd, dat
het een wangedrocht was Zelfs dan
is hij wreed en hard geweest, omdat
een goed vader altijd van zijn kinderen
houdt; 't meeste nog van pngelukkige
schepseltjes.
Wij moeten ons in verkiezingsdagen
over niets verbazen, heeft de heer Sijts
ma gezegd. Met een klein variant wil
len wij dit gezegde overnemen. Wij moe
ten ons van den heer Sijtsma over niets
Verbazen, Hij is de man geweest, die
met de grootste warmte en overtuiging!
de belasting verdedigde en de tegenstan
ders heel handig weerlegde. Bestond er
nu voor hem aanleiding, na de aanneming
van het amendement-Aalberse, tegen te
stemmen? Geenszins, want de ratio van
dit amendement is een billijke. Wij laten
in 't midden of de caféhouders voor da
muziek kunnen betalen of nietwij ge-
looven zelfs van ja, omdat zij door de
muziek kunnen betalen of niet, want wij
vinden het ongeoorloofd opdit oogen
blik nieuwe lasten op hen te leggen,
nu zij van 't jaar voor 't eerst de schade
van de afschaffing der kermis in hun be
drijf ondervonden. De heer Sijtsma, die
zelf de afschaffing der kermis verdedig
de, had zijn vollen steun moeten verleenen
om nu niet opnieuw dezelfde groep van
personen te treffen. Hij had even te vo
ren nog betoogd, dat belasting gehaald
moest worden waar zij te halen was.
Welnu, ditmaal konden de kasteleins
niet het kind van de rekening worden.
Nu deze belasting wederom verwor
pen is, zal wel geen nieuwe poging meer
gewaagd worden om ze in te voeren.
Tweemaal reeds is ze in beginsel
aanvaard, doch in toepassing onaan-
neemlijk geacht, .'t Gewone verschil tus
schen theorie en- practijk.
Wij hebben hiermede het voornaamste
van de agenda gereleveerd. Den gehee
len middag was mr. Fokker afwezig ge
weest, zoodat het ons speet zijn stem
geluid te moeten missen. Om 4 uur kwam
hij opzetten om de laatste 15 minuten
van de zitting nog present te zijn. Na
tuurlijk kon hij zelfs geen kwartier zijn
mond houden en moest bij de rondvraag
nog even laten hooren dat hij er was.
Enfin, hij is een trouwer bezoeker van
den Raad dan zijn nieuwbakken collega
Korff, die de installatie-zitting bijwoonde
maar sindsdien geen vergadering meer
bezocht. Deze heer was aanbevolen, wijl
hij zoo veel vrijen tijd had om het raads-
tidniaatschap waar te nemen
Misschien is er wel de vrije tijd, maar
van de belangstelling is nog niet veel
gebleken.
BUITENLAND.
ALGEMEEN OVERZICHT.
De berichten uit Tripolis, hoewel veel
al schromelijk overdreven schijnen toch
werkelijk waarheid bevat te hebben. Ten
minste een ambtelijk telegram bevestigt
het gisteren reeds medegedeelde over den
aanval op Tripolis.
Wat echter een landing van troepen
ter bezetting van de stad betreft, deze
moet niet hebben piaats gehad. Men
wacht hiermede tot het expeditiekorps is
aangekomen. Wel zijn eenige detache
menten matrozen aan wal gegaan om er
het consulaat en de katholieke kerk te be
schermen en het fort te bezetten.
Toen de kruiser Garibaldi in de voor
haven was aangekomen werd de Hami-
diet-batterij onderzocht door 2 officieren
die de batterij verlaten vonden. Men heett
de sluitstukken van de kanonnen afgeno
men. Bij de batterij werden drie lijken
gevonden. Tot op het oogenblik meldt de
Agence Stefani, heelt nog geen enkel aan
bod van overgave plaats gehad.
Het laatste ambtelijke bericht, dd. 5
Oct. over de krijgsverrichtingen voor Tri
polis luidt als volgt: Heden om 12 uur is
de Italiaansche vlag op het fort Sultania
geiles chen.
Het eskader heeft de vlag met de voor
geschreven salvo's begroet.
Het fort is bezet door de landingstroe
pen, die onder de afdoende bescherming
blijven van de oorlogsschepen, die voor
een gedeelte in de haven geankerd liggen,
voor het overige gedeelte zich op korten
afstand van de ontmantelde versterkingen
bevinden.
De troepen, ongeveer 4000 man, die
Tripolis verdedigden, zijn zooals reeds ge-
meid verder teruggetrokken en schijnen
versterking van inlanders af te wachten.
Van dezen is nog niets officieels verno
men ondanks het volgende bericht uit«
Konstantinopel, in het „Berl. Tageblatt":
Hier verblijf houdende personen uit
Tripolis ontvingen het bericht, dat ver
schillende stammen uit het binnenland
hun kameelruiters naar Tripolis hebben
gezonden, waar zij waarschijnlijk thans
reeds zijn aangekomen. In de stad Tripo
lis bewaart de burgemeester Hassam pas
ja, die ook in het binnenland grooten