23
BUITENLAND.
Erna von Harneck.
BINNENLAND.
2e Jaargang-.
No. 569.
S)e Cetcbokc QowtcmJc
Bureau OUDE SINGEL 34» LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
i>IT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
In het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
>er post 11 .50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Qeïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
Woensdag
Augustus
1911.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Ofschoon het, zooals men gisteren on
der Telegrammen kon lezen nog niet
Overal koek en ei is, mag men toch ver-
Wachten, dat de
staking in Engeland
yoorgoed geëindigd is. De eenige moei
lijkheid, die thans nog bestaat is wel de
kwestie der indienstneming der stakers.
Verschillende maatschappijen hebben het
personeel dat niet aan de staking mede-
jdeed in rang verhoogd; de plaatsen der
jstakers zijn nu voor een groot gedeelte
bezet en moeten zij zich met een minde
ren tevreden stellen. Waar echter in de
lovereepkomst bepaald is, dat niemand
leenige straf zou krijgen om de staking,
lis het begrijpelijk dat de stakers slechts
j»n hun vroegeren rang willen terug ko-
tmen. jWat de directies zullen doen met
1de in rang verhoogden is moeilijk te zeg-
jgen. Het meest voor de hand liggende zal
iwel zijn dat de in dienst gebleven arbei-
jders daarvoor een gratificatie krijgen en
verder alles blijft zooals het was.
Zooals te begrijpen ontbreekt het der
iregeering niet aan critiek op haar daden
'van de laatste dagen.
Bij de opening van de zitting van het
Lagerhuis hebben leden van de arbei
derspartij en radicalen minister Churchill
'tal van vragen gesteld betreffende het
zenden van troepen naar zekere punten
zonder dat de burgerlijke overheid het
had verzocht.
In den loop van zijn antwoorden zei
Churchill, dat onder de gegeven omstan
digheden de militaire autoriteiten belast
waren met in het algemeen de eigen
dommen der spoorwegmaatschappijen te
beschermen, rust en orde te bewaren en
het verkeer te handhaven. Ter vervul
ling van dien plicht waren er talrijke
troepen gebruikt. Ik ben blij te kunnen
zeggen, voegde de minister er aan toe,
dat ze meestal niet noodig zijn geweest.
De troepen hebben onder het bevel ge
staan van verschillende generaals, die
voor zekere streken verantwoordelijk wa
ren. Die officieren hadden volmacht, naar
bevind van zaken te handelen en zullen
die volmacht houden.
De minister zei verder, dat de commis
sie, die de werking van de in 1907 in
gestelde verzoeningsraden moet onder
zoeken en beoordeelen of er wijzigingen
iki gewenscht zijn, en zoo ja, welke, ten
einde snel tot een bevredigende oplos
sing te komen, zal staan onder het voor
zitterschap wan Sir David Harrell, vroe
ger ondersecretaris van Ierland.
De minister zou het verkeerd vinden,
als het Huis op het oogenblik in be
schouwing trad over wat geschied is. Hij
vertrouwde, dat het Huis en het land de
commissie alle heil bij haar werk zal toe-
iwenschen.
Ramsay Macdonald (voorzitter van de
arbeiderspartij), zei, dat beide partijen
FEUILLETON.
Naar het Duitsch.
97)
In naam des konings.... Het signa
lement komt uit... Hoe noemt gij u op
oogenblikMijne heeren, wij hebben
hier met zekeren Hochstapler te doen,
die, al naar omstandigheden, allerlei bij
namen aanneemt. Tot dusver kon hij ons
nog steeds ontsnappen. Een goede vangst.
Met voldoening glimlachend gaf hij
den aangehoudene, die geen tegenstand
bood, aan zijn onderhoorigen over.
Daarna nam hij zijn portefeuille en zei-
de, zich tot de andere heeren wendendj
die alles behalve op hun gemak waren:
Ik moet uwe namen verzoeken,
daar ik mijn oversten behoorlijk te melden
heb, wien ik dezen avond bij dit verbo
den spel aantrof. Bitte, mijne heeren.
Een der aanwezigen was intusschen,
den vilten hoed diep in de oogen gedrukt
de deur. genaderd. Als hij gedacht had,
zich onherkend in veiligheid te stellen
vergiste hij zichde uitgang was bewaakt.
Pp hem toetredend kon de wachtmeester
de schikking konden aannemen als een
waarborg voor den vrede. Hij gewaagde
van den geest van billijkheid en de wel
gezindheid, die Zaterdag bij de onderhan
delingen |de houding van de vertegen
woordigers van directies en personeel
had gekenmerkt. Daarom was men be
trekkelijk licht tot een vergelijk geko
men. Indien deze geest voortaan de be
trekkingen tusschen patroons en perso
neel onderscheidt zei Macdonald
dan zullen wij bij het leven van het te
genwoordige geslacht van geen spoor
wegstaking meer hooren.
Macdonald gispte daarna scherp de
houding van minister Churchill bij de sta
king. Hij protesteerde tegen het aanwen
den van een talrijke troepenmacht. De
georganiseerde arbeiders zullen niet dul
den, dat de gewone burgerlijke daden
van stakers belemmerd worden door een
noodelooze ontplooiing van geweld.
Churchill gaf een krachtig antwoord op
de kritiek van Macdonald en verdedig
de de houding van de regeering met
warmte. De omstandigheden hebben haar
ten volle recht gedaan, zeide hij Hij zette
uiteen, welke verderfelijke gevolgen een
aanhoudenden stilstand in het spoorweg
verkeer zou hebben. Ik weet van geen
voorbeeld, zeide hij, dat zoo'n ramp een
groot land bedreigde, zonder dat er maat
regelen tegen werden genomen. Ik erken
dat nergens het spoorwegpersoneel deel
heeft genomen aan de schande, die som
mige lieden aankleeft die voor de op
roerige en wanordelijke tooneelen aan
sprakelijk zijn. Maar men kan niet bewe
ren, dat de staking zonder geweldple
ging is gebleven. De regeering heeft geen
partij gekozen, noch voor het kapitaal,
noch voor de arbeiders, maar wei voor
het volk. Wij zijn dan ook blijmoedig en
met vertrouwen 'bereid het hoofd te bie
den aan alle verwijten of aanvallen, om
dat wij, die te waken hebben voor het
welzijn en de veiligheid van het volk,
en alleen bekommerd om het volk en zijn
levensbehoeften, alleen onzen plicht heb
ben trachten te doen.
Nauwelijks is er een eenigszins goede
oplossing gevonden voor de jongste sta
king of weer elders in Engeland wordt
weer met een
mijnwerkersstaking
gedreigd.
De mijnwerkers van het Rhonddadal
hebb'en op een gisteren te Porth gehou
den groote vergadering een besluit ge
nomen, waarbij ze het bestuur van den
mijnwerkersbond van Zuid-Wales uit-
noodigen om de commissie van de mijn
werkersbond van Oroot-Brittan je te vra
gen, stappen te doen om' te komen tot de
instelling van een minimum loon voor
alle mijnwerkers. Het bestuur, dat te
Cardiff zitting hield, werd meegedeeld,;
dat de vergadering een algemeene sta
king wilde in alle mijnen van Groot-
Brittanie, of, als dat niet kon, in alle
mijnen van Zuid-Wales. In antwoord
hierop verklaarde het bestuur, dat het
voor het oogenblik onmogelijk was om
een algemeene staking in Zuid-Wales af
te kondigen, maar dat de mijnwerkers-
bond,van Groot-Brittan je op de verga-
een kreet van verrassing niet onderdruk
ken. Hij herkende, wie daar voor hem
stond. Den oudgediende was het ter
stond duidelijk, in welken gevaarlijken
toestand dezen heer zich bevond. Kortaf
zeide hij
Laat passeeren, mannen. Ik ken
dien heer.
In plaats van zich rustig te verwijderen
wendde zich ritmeester von Harneck
hij was het in groote opgewondenheid
tot den beambte.
—Wat of wie geeft je toch eigenlijk
het recht hier binnen te dringen? Of ge
je te recht of ten onrechte aan dien heer
vergrijpt Harneck wees op den arres
tant, die er bleek en schuldbewust uit
zag £aa* ons niet aan. Hij moet zich
zelf maar verdedigen. Maar ik vraag,
waartoe dat optreden alsof mijn vrienden
en ik ons aan een groote misdaad hadden
schuldig gemaakt. Wij kunnen den tijd
verdrijven, zooals wij willen. Ik zal mij
over je beklagen.
Dat staat u vrij, ritmeester, sprak
Wuchtig kalm. Het overige' komt wel
terecht.
Verwenschimgen en bedreigingen mom
pelend, stormde Herman Harneck naar
buiten, terwijl zijn lotgenooten het voor
geraden hielden, zich in aar in het OAver-
nnjdelijke tQ schikken,
dering in October zou verzocht worden
een algemeene staking af te kondigen
over de geheele invloedsfeer van den
bond, met het doel om voor alle mijnwer
kers een definitief gewaarborgd loon te
verzekeren.
De Marokkokwestie
waarin inen nu een oogenblik pauze
dacht te zijn gekomen blijft de hoofden
warm houden zoo zelfs dat gister ver
schillende beurzen (Amsterdam, Londen,
Berlijn), de drukking ernstig voelden
van het gerucht dat de Marokkozaak in
een bijzonder slecht stadium was geko
men en een oorlog dreigde.
Gezien de gemoedstoestand der Fran-
schen in de laatste dagen hoeft jmen
zich over deze geruchten niet te verwon
deren evenmin als men zich erover be
zorgd behoeft te maken, 't Gerucht zal
wel een gerucht blijven.
Toch is er de laatste dagen heldhaftig
gesproken. Nu weer door de „Matin"
als volgt:
Frankrijk fs in gunstige positiehet
leger was nooit in beter staatde ma
rine is, dank zij het bewonderenswaar
dig streven van Delcassé, ontzaglijk
vooruitgegaan de stemming van het
volk is uitstekend. Frankrijk wil een eer
volle en redelijke overeenkomst met
breeden blik het punt der concessies aan
'Duitschland onder de oogen te zien, maar
daarvoor is noodig, dat in die overeen
komst, in termen, die geen onzekerheid
of twijfel meer toelaten, vastgesteld
wordt, dat Frankrijk de handen vrij heeft
in Marokko. Aan het slot van het artikel
werkt de „Matin", wiens officieuse be
trekkingen men kent, dit begrip van de
handen vrij hebben uit, op een wijze, die
zeker zeer de aandacht zal trekken en
scherpe uitlatingen van de Duitsche en
de Spaansche pers zal uitlokken. De
„Matin" zegt namelijk woordelijk:
Duitschland moet ditmaal zonder omwe
gen, zonder restricties verklaren, dat
Frankrijk Marokko zal kunnen bezetten,
er zijn protectoraat vestigen, indien het
dat wil, zonder dat Duitschland voortaan
ook maar een schaduw van een protest
zal kunnen opwerpen. Zonder deze voor
waarde zal noch de Fransche, noch de
Europeesche openbare meening begrij
pen waarom Frankrijk concessies aan
Duitschland doen zou.
Doch niet alleen in de pers hoort men
het wapengekletter.
Volgens verschillende bladen heeft de
chef van den marinestaf te Cherbourg op
bevel van den minister den arbeiders van
de werven medegedeeld, dat met den
grootsten spoed moet worden voortge-
werkt aan de op stapel staande onderzee-
en torpedobooten, waarbij voor overwerk
niet mag worden teruggedeinsd. Vier on
derzee-booten, die in de haven van Cher,
bourg oefeningen hielden, hebben order
gekregen onmiddellijk naar "hun stand
plaats Calais terug te keeren.
Deze maatregelen worden in verband
met de politieke spanning, levendig be
sproken.
Toch blijft men in politieke kringen
van meening dat de hernieuwde onder-
Den volgenden morgen dacht de of
ficier er niet ineer aan zich te gaan be
klagen. Hij liet zich melden en bracht
den dag in een toestand van groote op
gewondenheid door. Alle vragen van Lili
wat toch geschied was, liet hij onbeant
woord. Albert moest voor zijn vaders
ontstemming boeten. Voor een klein ver
grijp kreeg hij een hardhandige tuch
tiging.
Spoedig kwam het bericht, dat de com
mandant den ritmeester verlangde te
spreken.
Hoewel Herman Harneck terstond had
ingezien, dat de onaangenaamste gevol
gen uit zijn aanraking met de politie kon
den voortkomen, maakte hij zich diets,
dat, macht een vermaning of een bestraf
fing al onvermijdelijk zijn, de heer von
Eichstett toch wel op de een of andere
wijze voor hem in de bres zou springen.
Maar toen Harneck tegenover den
commandant stond, en diens ernstig ge
zicht zag, verdween zijn optimisme.
Koel zeide de heer von Eichstett:
Gij zult u wd herinneren, ritmees
ter, dat ik u verscheidene malen voor
het spelen waarschuwde. Van hetgeen
«istc.ravami in (Is lMtenitrasse ^chicil-
handeling (Conton keert tegen het end
dezer maand naar Berlijn terug) tot een
bevredigend einde zullen leiden, ofschoon
blijkt dat Frankrijk zich in Marokko wil
handhaven.
Eergisteren zijn uit Parijs 250 genie
soldaten naar Marokko vertrokken, om
daar in de omstreken van Fez met den
aanleg van een spoorweg een begin te
maken. Deze dient om het vervoer van
proviand te vergemakkelijken en de vei
ligheid voor de halteplaatsen te ver-
hoogen. Het ziet er dus nog niet bijzon
der naar uit, dat de Franschen vooreerst
Fez willen verlaten.
GEMENGD.
Uit een door de „Morning Post"
ontvangen telegram uit Tandzjer blijkt,
dat de toestand in Taroedant veel ern
stiger is dan men oorspronkelijk ge
meend heeft. Vele honderden Haoera's
hebb'en met behulp van de inwoners der
stad na een feilen strijd verscheiden be
langrijke punten in de stad bezet. Bij
den eersten aanval Helen 46 dooden. De
gouverneur heeft de Europeanen verzocht
hun toevlucht in de vesting te nemen.
Uit Athene wordt aan de „Frank
furter Zeitung" geseind, dat op raad van
den voorzitter van de Engelsche marine-
commissie de Grieksche minister van
marine besloten heeft, de pantserschepen
Hydra, Spetsai, en Pfara geheel te ver
bouwen en ze vooral van een sterke ar
tillerie te voorzien. De kosten zullen
7 8 millioen drachmen bedragen.
In Zweden is de uitsluiting in het
bouwvak nagenoeg teneinde. Bijna alle
werklieden zijn weer in dienst genomen.
Te Kopenhagen is de staking aan een
paar tramlijnen geëindigd, doordat nieuw
personeel in dienst is genomen.
In Noorwegen zijn, naar aan de
„Lokal-Anzeiger" uit Kristiania wordt
geseind, de groote manoeuvres afgelast
uit vrees voor epidemieën en waterge
brek, tengevolge van de aanhoudende
droogte.
Aan het „Berliner Tageblatt" wordt
uit Graz geseindIn het marktvlek [NJas-
sensuss in de Beneden-Krain heeft een
geweldige brand gewoed. 43 woonhuizen
en 110 stallen en schuren zijn verbrand.
De schade wordt op 2,000,000 kronen
geschat. De brandweeren, die uit de na
bijgelegen plaatsen te hulp zijn gesneld,
staan machteloos tegenover het vuur,
daar er groot gebrek aan water heerscht.
In de Maltby-mijn bij Rotherham
heeft gisteren een ontploffing plaats,
gehad. Tal van mijnwerkers zijn in de
mijn bedraven. Het reddingswerk is met
kracht aangevat, maar tot dusverre zijn
nog slechts drie lijken boven gebracht.
Uit Saloniki komt bericht, dat eer
gisteren op het spoorwegtraject Uskub
Zibetsje bij het station Adfjarbar een
bomimenaanslag gepleegd is, waardoor
de rails vernield zijn en dientengevolge
een goederentrein ontspoorde. Een ar
beider werd gedood en vier gewond.
De aanslag wordt aan Bulgaarsche ben
den toegeschreven, die in grooten getale
overal opduiken.
In Noord-Dakota heeft te Grand
Yorks Zondag een wervelstorm gewoed,
de, is mij melding gemaakt. Ik ben niet
in de gelegenheid iets voor u te doen.
Had een jonge, onervaren officier zich
lichtzinnig tot deelneming aan 't spel
laten verleiden, dan zou reeds voor de
zen de omstandigheid, zich bij een der
gelijk gezelschap aangesloten te hebben
de druk nog zeer verzwaren. Zou in een
dergelijk geval nog de hoop overblijven
dat de onbezonnen man de straf tot lee
ring zou trekken, en hem tegen houden
op den weg des verderfs door te gaan,
zou ik, vooral als ik vertrouwen in zijn
karakter kon stellen, het mijne doen om
de gevolgen van zijn daad te verlichten.
In uw geval echter doet zich dit alles
niet voor, ritmeester. Ik ben stellig niet
de eerste uwer oversten, die u waar
schuwt. De hartstocht voor het spel,
die gij voortdurend bot viert, is niet
zonder invloed op uw gansche loopbaan
gebleven. Men heeft u vaak verplaatst.
Doch vergeefs. Hoe weinig reden tot te
vredenheid ik heb, daarover zult gij wel
niet in twijfel staan. De jongste gebeur
tenissen dwingen mij tot een beslissing.
Daar gij klaarblijkelijk van meening zijt,
te kunnen doen en laten wat ge wilt,
is het tijd, dat gij uw ontslag neemt.
Een man als u is voor het mij door Zijne
Majesteit toevertrouwde officierskorps
geen eer. Ik ben voor den naam van mijn
waardoor acht menschen zijn omgekomen
en veertig wonden opliepen.
Te Saarbrücken heeft het perso
neel van de trams in een eergisteren geh
houden vergadering besloten den vol
genden dag tot staking over te gaan.
Gisteren stond dan ook het geheele tram1-
verkeer daar stil.
In een ijzergieterij in Sormövoi
(Rusland) is bij het gieten van een groot
stalen anker de vorm gesprongen, waar
door duizend kilogram vloeibaar metaal
over een tiental arbeiders uitstortte, di«
allen omkwamen.
Koninklijke besluiten.
Bij kon. besl. is aan W. A. Visser,
eervol ontslag verleend als notaris te
Blericki
is aan M. T. Marringa eervol ontslag
verleend als burgemeester van Stedum
is benoemd tot leeraar aan de H. B.
S. te Groningen W. Emm ens, thans lee
raar te Amersfoorti
is eervol ontslag verleend aan Joh.
Krap, als lid van het bestuur van het
fonds Weldadig en Zorgvuldig, en zijn
benoemd tot leden van het bestuur van
genoemd jhr. mr. dr. A. H. van Karne-
beek, burgemeester van 's-Gravenhage,,
en mr. H. A. van de Velde, lid van GecL
Staten van Zuid-Holland
is aan den ingenieur van den Rijkswa
terstaat 2e kl. J. W. Birnie voor den tijd
van een jaar verlof verleend met stilstand
van jaarwedde, teneinde zich naar het
buitenland te begeven;
is aan Ph. J. Ketner, redacteur met
den rang van hoofdcommies bij het depar
tement van Landbouw, Nijverheid en
Handel, eervol ontslag als zoodanig ver
leend, met ingang van 15 Augustus 1911,
waarop hij door den gouverneur-generaa'
van Ned.-Indië zal benoemd worden tot
referendaris bij het departement van
Landbouw te Buitenzorg.
Eerste-Kamer-verkiezing.
Bij kon. besluit is machtiging verleend
aan den Commissaris der Koningin in
de provincie Zuid-Holland tot het bijeen
roepen van de Staten dier provincie in
buitengewone zitting op Dinsdag 29 Au
gustus 1911, teneinde alsdan aan de orde
te stellen de verkiezing van een lid van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal, ter
voorziening in de vacature, ontstaan door
het overlijden van mr. J. C. de Marez
Oyens, in leven lid dier Kamer.
Reorganisatie Bestuurswezen in Indië.
Naar men verneemt zou voor het ambt
van Regeeringscommissaris ter voorbe
reiding van en tot het geven van leiding
bij de geleidelijke invoering van de reor
ganisatie van het bestuurswezen van Ne-
derlandsch Indië, waarvoor in het dezer
dagèn ingediend Wetsontwerp tot ver
hooging der Indische begrooting voor
1911 gelden zijn uitgetrokken, het mees;
in aanmerking komen de heer Simon d«
Graaff, laatstelijk directeur van het de
partement van binnenlandsch bestuur in
Ned. Indië, thans te 's Gravenhage ver
toevende.
corps verantwoordelijk.
Von Eichstett had zijn koele terughou
dendheid niet vermogen te bewaren; Het
bliksemde in zijn heldere oogensnij
dend, met verachtelijken toon klonken
zijn woorden den ander in het oor.
Met moeite bewaarde deze de voor
geschreven houding. Hij was als verplet
Er uit moest hij dus. Zijn ontslag ne
men En wat dan Hij moest beproeven
den dreigenden slag af te wenden.
Herr Oberstlieutenant, vergun mij
eenige woorden, stamelde hij. Wij ver
moedden niet, dat wij met een bedrieger
te doen hadden. Het is mij waarachtig
al fataal genoeg met zulk een schurk
verkeerd te hebben. Men moet toch niet
bedrogenen en bedriegers over eenzelf
den kam scheren.
Het voorval in de Hollenstrassc is
slechts een schakel in den keten, dien gij
u zeiven om den hals hebt gehangen,
mijnheer von Harneck. Hoe gij het met
uw eer als officier vereenigbaar houdt
in zulk een inrichting met zulk een bij-
eengescharreld gezelschap te verkeeren,-
is mij onbegrijpelijk: een koopman die
bankroet ging, eenige mannen van twij
felachtige reputatie
De heer von Eichstett haalde verach
telijk de schouders op.
(Wordt vervolgd.}