Uit de Pers. Erna von Harneck. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 29 Juli. Een lied per week. No. 24 uit „D c Leeuw er k". Het Lied. ^oorden van Muziek van A. cLe la Montagne. Jan Blockx. 1 Jn reinen eenvoud klinkt Het uit aller hart en mond In alle talen zingt Het de gansche wereld rond, De gansche wereld rond. ;t Galmt van den bergentoppen In groene dalen voort, Alom waar harten kloppen, Het frissche volkenwcford. Alom waar harten kloppen, Het frissche volkenwoord. 2 't Vindt kinderlijke klanken Voor heiige moedertrouw; ;t Vindt woorden als gezangen Voor de aangebeden vrouw, Voor de aangebeden vrouw. Het brengt waar tranen vloeien, En in den zonn'gen woon, >Vaar liefde en vreugde bloeien. Den eenen rechten toon JiVaar liefde en vreugde bloeien, Den eenen rechten toon. 3 't Strooit op de levenspaden, Een groen bekranste fee, De milde, blijde zaden Van hooger rust en vree, Van hooger rust en vree. Het brengt met licht en klaarheid Het lijdend hart zijn groet; Eenvoudig als de waarheid, Rein als het volksgemoed; Eenvoudig als de waarheid, Rein als het volksgemoed. Partij-vorming. De „Standaar d" heeft twee artike len geschreven over dit onderwerp, waar in h et blad cene beschouwing geeft over partijvorming in het algemeen en over idie der anti-revolutionairen in hare ver- fiouding tot de Christelijk Historische partij in het bijzonder. Toen in Maart 1908 het tegenwoordig Kabinet optrad, wist ieder dat Minister Tul.ixu voor verplichte verzekering was, 'en dat-alzoo het Kabinet, door hem de portefeuille van Landbouw, Handel en jNijvei'heid toe te vertrouwen, met hem voor dit beginsel gekozen had. Wie het daarmee nu niet eens was, zóó oneens, dat hij 't zijn plicht adhtte zich' hierte gen te moeten verzetten, had bij de stem bus van 1Q09 moeten spreken. Innerlijke contradictie daarentegen schuilt er in, om, gelijk nu geschied is, bij de stean- bus zulk een Kabinet te steunen, en dan jtoch, als het aan de sociale wetten toe komt, te zeggen ik stem tegen. Dat kan en mag op een ondergeschikt punt, maar het kan niet en het mag niet op Wat 'hoofdpunt van het optreden van liet Ka binet was, en als zijn to be or not: to be door vriend'en vijand wordt ge- 'eerbiedigd. Er is geen quaestie van of een ieder voelt: Verwierp de Kamer liet beginsel vaii verplichte verzekering, dan zou de Minister, die dat beginsel voorstond niet kunnen aanblijven. Ja, zoozeer zou door zulk een votum van de Kamer geheel de politieke positie op losse schoevcn wor den gezet, dat heel het Kabinet zijn ambtgenoot in het heengaan had te be geleiden. Er is in de politiek allerlei waarover men verschillen kan, maar hier over niet. En daarom houden we vol, dat waar het vraagstukken van actueele politiek betreft, elke partij vooraf be hoort te weten, of ze de voorgestelde op lossing -steunt of tegenstaat. Vol, dat zoo de partij zegt: „We steunen het FEUILLETON. Naar het Duitsch. 78) Harneck had de woorden „Erna's vrien den" op honenden toon uitgesproken en zond zijn zuster nog een somberen blik toe, voor hij met zijn vrouw de kanier verliet. Met een wolk op 't voorhoofd opende Erna de deur van Bertie's kamer. De kleine zat onthutst aan zijn speeltafel. Oogenblikkclijk was de gespannen toe stand, die haar naar werk deed verlangen, verdwenen. Zij streek het kind over het blonde haar en zeide goedig: Wilt gij een beetje met mij gaan wandelen, lieveling? Kom, neem jas en muts, dan zullen w ij eens gaan zien hoe groot Nesthausen is. Door het venster van haar kamer zag mevrouw von Harneck haar schoonzuster met het knaapje van de wandeling terug denkbeeld", ze dan niet als candidaat mag nemen iemand die er tegen staat. En vol evenzoo, dat het opgetreden Kabinet het onbetwistbaar recht heeft om van de partijen, wier steun tot optre den bewoog, het zenden naar de Kamer van zulke mannen te vragen, die op zulke hoofdpunten van Staatsbeleid met de Re geering meegaan. In geen ander land zou er ook maar de minste noodzaak bestaan om deze waar heid nogmaals aan te dringen. Er is geen land ter wereld, en er is geen partij, waar ook, die er anders over denkt. Men moge qr niet steeds in slagen, oin zoo goed aaneengesloten op te treden, en vandaar kan het voorkomten en komt liet voor, dat zich moeilijkheden voor doen. Maar in beginsel aarzelt geen en kele pafrtij, in welk land ook, toe te stem men, dat zoo en niet anders de politieke, regel is, dien uien heeft te volgen. In ons land daarentegen is liet opkomen voor dezen regel noodzakelijk, en zal dit nood zakelijk blijven, zoolang de Gliristclijk- Historische partij niet alleen feitelijk te gen dezen regel zondigt, maar zelfs prin cipieel een standpunt poogt te verdedigen, die haar tot verwerping van dezen regel recht zou geven. Vergaderen op Zondag. Met instemming lezen wij in de „V o 1 k s b a n i e r" onder bovenstaand opschrift „Zoo Janus! hoe maak je liet? Zei ik het niet, vrouw, vanmorgen: „Het kan best gebeuren, dat neef Janus vandaag komt. Telken jarc koin je Zondag na Pinksteren eens in de stad kijken." „Ik maak het best en jullie ook? Kom aan! hoe beter, hoe liever. Ja, neef! je weet Zondag na Pinksteren is 't bij ons kermis. Zoo heet liet tenminsteeen paar koekenkramen en een poffertjeskraam, ziedaar al. Een draaimolen komt de laat ste jaren niet eens meer. De meeste dor pelingen gaan die dagen uit en ik ouder gewoonte naar m'n neef toe." itstekend! Je weet het, Janus: al- tiiu welkom!" „Behalve as je twee, drie vergaderin gen hebt." „Daar behoef je geen vrees meer voor te hebben, dat is uitGeen enkele verga dering wordt hier meer gehouden op Zondag, tenzij bij hooge, zeer hooge uit zondering. Zelfs de Encycliek meeting heeft niet op Zondag plaats gehad." „En verleden jaar, toen ik bij je was, had je geloof ik dien dag vergadering van den Volksbond, het Kruisvcrhond en de Kiesverecniging. Is 't niet „Daar hel) je gelijk in, maar nu ver gaderen alle Katholieke vereenigingen in de week." „Wat een ommekeer? Hoe komt dat zoo?" „De H.H. Geestelijken en tal van Ka tholieke mannen hebben de handen ineen geslagen, om dat euvel te verhelpen. Het liep de spuigaten uit." „Nou, ik vind liet ook beter, dat op een werkdag vergaderd wordt, 't Is al lemaal maar gewoonte, dat vergaderen op Zondag, 't Is net zoo als je dat in stelt." „Juist gezegd, Janus! In den beginne ging het vergaderen in de week niet best, maar we hebben volgehouden en nu wor den de vergaderingen beter bezocht dan vroeger ooit op Zondag. En 't wordt nog steeds beter." „Ik neem liet gaarne aan." „Ik heb hier .toch een tijd gekjend, dat eiken Zondag na den Hoogmis er ver gadering was, dan van den Volksbond, dan van het Kruisvcrbond. dan van de Ka-Es-Aa enz. Van gezellig koffiedrin ken met vrouw en kinderen geen sprake. Kwam je van de vergadering, dan was Ifcct eten, soms na de Vespers weer ver gaderen en 't is gebeurd na het Lof an dermaal Is me dat een Zondag?" ,,'t Lijkt naar niets neef!" „De besturen hielden geen voeling met elkaar en zoodoende had je wel eens een Zondag vrij, maar dan kwam er weer één tegen met twee, drie vergaderingen. En dan zat je of in de kerk of jn 't vereenigingsgebounv. De vrouwen begon nen dan en terecht te pruttelen: „de ge- heele week hen je op je werk en die cene dag in de week dat je dan nog vrij komen. Met zeldzame uitdrukking knikte zij in gedachten met liet hoofd en trad terug, opdat liet zoekend oog van Albert haar niet ontdekken zou. Na liet voorgevallene aan de boodschap naar Eichstett tc herinneren, scheen het Erna niet raadzaam, maar zij was beslo ten in het gegeven geval ook zonder die boodschap, te gaan. Zij was slechts be zorgd, hoe zij liet zou inrichten, dat de knaap zich niet beangstigen zou. Aarzelend trad zij de keuken in en vond tot haar verrassing de oude in goede luim. Wel zeker wil ik voor den jongen zorgen, sprak zij, toen Erna haar had gezegd, waar liet om te doen was. Ga maar gerust, freule. U heeft mij van morgen geholpen, nu is 't mijn beurt. Kathrine zal je een heerlijk soepje koken, lammetje; zij zal je naar bed brengen en komt met haar breiwerk bij je zitten. - Eerst moet gc met mij bidden, merk te Bertie op, zich vergenoegd jn den blinkenden koperen ketel spiegelend. Dat doet tante altijd. Dan zal Kathrine het ook doen, luidde het antwoord na kortstondig stil zwijgen. De oude liet, toen freule von Harneck vertrokken was, eenige minuten de vlij tige handen in den schoot rusten cn staar de in den rooden gloed. bent, ben je nog niet thuis. De kinderen zien d'r vader tegenwoordig hcelcinaal niet meer. Zondag en in de week pre cies eender: ze zien hem even om tc eten en danweg is hij weer." „Heeleinaal ongelijk hadden ze niet?" „Waarachtig niet, Janus? Groot gelijk zelfs. Wat denk je dat er toen gebeurde?" „God mag 't weten?" „Verscheidene mannen gingen een an der leven leiden. Ze waren 's Zondags ineer tluiis". „O, zoo". „Ja. Maar tcif koste van de kerk. Ze gingen geregeld als er vergadering was naar de vroegmis, kwamen in geen Hoog- dienst, geen Lof meer. Onder kerktijd liepen ze te wandelen, of waren in den huïsclijken kring. Opvallend was liet, hoe weinig mannen meer dan eenmaal Zondags naar den tempel gingen". „Dus ze gingen meer naar de verga dering dan naar Gods Huis?" „Zoo liep het, Janus, en toen was 't uit. De vrouwen in der schik, dat kan je begrijpen. Ze zien de mannen liever driemaal ui de week des avonds naar de vergadering gaan dan driemaal op één Zondag. I )at begrijp je toch wel „Ik begrijp het zeer goed. Wat ze hier doen kan overal geschieden. I n ik heb het niet ver mis, vermeen ik, als ik zeg, dat liet in het belang van Kerk, Maatschappij en Huisgezin en niet in 't minst van de vcreeniging zelf is, als er zoo min mogelijk op Zondag vergaderd wordt. „Volkomen met je eens, Janus!" Weekpraatje. De voornaamste gebeurtenissen in de week zijn steeds nogal gemakkelijk te achterhalen. Als men tenminste vrienden of kennissen ontmoet dan behooren meestal eenige ontboezemingen over een of ander belangrijk feit tot liet begin noji liet gesprek. En zoo was deze w eek liet woord wait op ieders lippen lag: „Och wat is het w arm". Nu wil ik gaarne toegeven dat liet erg warm w as, en ook dat deze warmte een gewichtig evene ment is geweest in deze w eek, jnaar de ze warmte lijkt me toch geen geschikte stof toe om er op Zaterdagavond met mijn lezers wat over tc keuvelen, 't Zou zelfs zeer verkeerd van mij zijn, want misschien zouden ze nog warmer wor den van al dat gebabbel na een drukken werkdag. Misschien zou de een of ander willen dat ik met mijn causerie wachtte tot Zondagmiddag na den maaltijd ('t is wellicht dan nog warmer), dan loo- pen zij kans om op een gemakkei ijken stoel onder liet praten over de warmte in een rustig dutje te vallen. Doch uit dit alles blijkt mij overdui delijk dat de warmte geen geschikte stof is ter behandeling, ten eerste je «naakt de «neiischcn er nog warmer van, vervol gens, je hoort overal hetzelfde. Ik zou natuurlijk wel wat kunnen varieeren en b.v. spreken over liet groot aantal per sonen, dat verkwikking zoekend in liet zilte nat, liet leven verliest, of over de droogte van den grond waarover onder de landbouwers nogal geklaagd wordt. Nog zou ons gesprek kunnen loopen over zoo menige vergadering, die als een doodgeboren kindje kort na dc ope ning (al weer door de warmte) moest gesloten worden, omdat de aanwezigen liet anders zouden afleggen, of van an dere die niet eens geopend konden wor den, omdat de leden liet beter geacht hadden thuis of in liet bad tc blijven (inplaats van tc worden genoodzaakt in debat te treden). Zelfs bij heeren die voor dc gemeentebelangen moeten zorgen, schijnen die belangen te ver smelten, als liet er tenminste op aan komt, ter wille van stad of dorp in het zweet des aauschijns tc vergaderen. Doch genoeg, ik wil er niet van spre ken, en liet zou ine waarlijk nog ge beuren, dat wc er een boompje over gin gen opzetten. Neen toch niet over een enkele epi sode uit de u r 'tegesehiedenis moet ik het nog even hebben. Ik bedoel de ge meenteraadsverkiezingen in den lande. De heeren in sommige steniburcaux wa1- rcn-misschien hij het opnemen der stcm- Bidden. Onze barones heeft stellig niet iederen avond gebeden. Dc bonne kan niet spoedig genoeg het beduimelde boek uit de leesbibliotheek weer opne men. Hm. De menschen zeggen wel, dat de freule hoogmoedig is, maar eigenlijk is dat toch maar schijn. Zij staat op haar stuk en daar heeft z.ij gelijk in. Lieve hemel, de baron blijkt menigmaal den dui vel in 't lijf te hebben. En mijn barones dat gaat je niet aan, oude. Doe wat je moet doen en spreek niet over je meer dere. Kathrine werkte met verdubbelden ijver onverstaanbare woorden mompelend. Intussehen lag mevrouw von Harneck in haar kamer op een rustbed. Na een poosje van rust hief zij liet hoofd op, dat zij met een uitdrukking van ergernis in het kussen gedrukt had en vroeg: Hoe vindt ge dat van mevrouw Eich stett, Herman, om alleen je zuster tc noo- digen Eerlijk gesproken verbaast het mij niet. Gij stond vroeger slechts in een ver wijderde betrekking tot dc Eichstett's, terw ijl Erna zeer met hen bevriend was en nog is. Waarom heeft men ons verplicht naar dit nest, waar de menschen een nieuw aangekomene niet eens met open armen ontvangen, .was Lilt's verdrietig men ook een weinig door de warmte bevangen. Ik heb hier niemand in het bijzonder op het oog, en bedoel even zeer ile offic I Mi.üurs als het publiek dat ook „turfde." Op sommige plaatsen klopten de re keningen van die twee niet, 't gevolg er van wab natuurlijk ruzie, ruzie op fat soenlijke manier, men werd niet hand gemeen, daar was 't te warm voor. Het eerste geval deed zich voor hier in onze onmiddclijkc omgeving, nl. in Katwijk, doch de commissie die dc ge loofsbrieven heeft onderzocht, kwam na rijp overleg tot de conclusie dat de heeren konden worden toegelaten. Dus het protest van eenige kiezers werd voor kennisgeving aangenomen. In Amsterdam en 's OraVenliage is ook niet alles in volmaakte orde afge- loopcn, want er werd en wordt druk geprotesteerd. Van die protesten zul - ïen bevoegde autoriteiten natuurlijk goede nota nemen. En bij het on derzoek der geloofsbrieven zal wel blij ken dat liet protest op niets neerkwam. De steniburcaux immers zijn zich van hun taak en verantwoordelijkheid wel bewust cn niet spoedig is er een ver gissing op hun rekening te boeken. Als slot wil ik mijn lezers nog even bezig houden met middelen tegen de warmte. Men zal zeggen, dat weten wc, eet of drink iets verfrisschcnds. Maar dan wil ik iets verfrisscheiul opnoemen. Lek kere komkommers. Die kan men over al krijgen, zelfs aan redacticbureaux. Het Handelsblad b.v. trachtte dezer da gen een „mooie lange" aan den man te brengen. Volgens dat blad zou de minister van koloniën, de lieer De Waal Malefijt aftreden (misschien ook al van warmte, als je den gchoclen dag over Indië bezig bent, dan moet je het wel warm krijgen.) Zijn opvolger zou wor den dc lieer Colijn, de minister van oorlog, terwijl jlir. G. Alting van Qcu- sau, (Katli.) minister van oorlog zou worden. De Handelsbladredactie houdt zeker veel van biljarten, om zoo met een stoot je de heele boel door elkaar tc gooien cn desnoods alles in de zakken te doen verdwijnen. „Mooie komkommers". Och wat is het warm. STAN. Brieven uit de Veen. ii. Ainicc. Wij Veenders, we mogen dan geboren zijn bij de geur van peulen cn augurken en dus als waschechtc Veenders te boek staan, of wd van elders zijn ingevoerd, en dus als geïmporteerd (enkele Veen- dei s zouden zeggen ingepórtcerd) goed zijn aan te merken, wij allen zijn liet op de meest gezellige wijze over vele zaken oneens, doch op één punt heerscht er cene gelukkige eensgezindheid en dat is als er sprake is van het inwendig fraaie onzer parochiekerk. Een ieder herinnert zich zonder leed of smart, het torenspitsje van hout, zoo'n leuk ding, dat men onwillekeurig moet lachen. Wat maakte dat dompertje van hout toch een vreemden indruk, onwille keurig dacht men aan een stuk speelgoed uit een Neurcnbergcr speelgoeddoos, en 't ding keek nog bovendien zoo parmantig uit zijn groene galmbordeii, alsof liet zeg gen wouvindt je me niet mooi, lië, een echt Zondagskind, vindt ge niet? Stel u daarbij nog voor dat 't spitsje op 'n <*lcr- bouw stond van forschc afmetingen, hoog hecht en sterk, dan zal men zich 'n good beeld van het geheel kunnen maken. Was liet te verwonderen, dat prof. All), Thij- men indertijd het Brasemcr meer pas- scerende onze kerk hij een omgekeerde laars vergeleek? Van dat beeld (de laars bedoel ik) was pastoor v. d. Sloot, g., niet gedicud, die het voor zijn kerk op nam, maar het vermoedelijk tegen dezen asceet niet heeft kunnen houden. Het zag er dan een dertigtal jaren ake- lig genoeg uit, want behalve het houten stompje op den toren, prijkte onze paro chiekerk ook met een dak van pannen, gaf liet inwendige te zien doorwaterde muren, waarop alle kleuren van den re- antwoord. Mevrouw von Lichstctt had ons beiden ook kunnen verzoeken. Gij vergeet uw migraine, troostte Herman. Het zou toch vergeefs zijn ge weest, als de commandantsche ons wer kelijk de eer had aangedaan. Ach, dat zou nog wel gegaan heb ben. O, zoo, lachtte hij. Nu veroorloof mij, lieve vrouw, dat ik op mijn schrijfka mer ook op een oor ga liggen. Erna had inmiddels alles voor Bertie in gereedheid gebracht en verkleedde zich nu. Zij verheugde zich iu liet vooruitzicht van den ongestoorde» avond bij liet echt paar Eichstett. Een lied neuriënd stond zij voor den spiegel om haar blonde haar tc ordenen. Daar trad Laura binnen en zeide op snibbigen toon, dat de gn.idigc Frau zoo juist voor dc freule het bezoek had laten afzeggen, zij had hevige hoofdjiijn en zou nu misschien hare hulp noodig hebben. Erna keek het meisje eenige oogen- blikkcn sprakeloos aan, daarop antwoord de zij, zich tot kalmte dwingend: Verlangt mijn schoonzuster, dat ik terstond tot haar kom? Laura bemerkte met leedvermaak Er na's teleurstelling. Onverschillig ant woordde /ij, dat haar daarvan niets was gezegd, cn spottend voegde zij er aan genboog prijkten, uitslag au salpeter enz. Kortom, liet was mistroostig, om aan tc zien. Ook ontbrak een goed orgel. Het zou echter anders worden. Het kleed van verlatenheid hetwelk onze kerk te aan schouwen gaf, zou zij afleggen om zich statiglijk aan tc leggen een diadeem van heerlijkheid. Na liet overlijden van de pastoors van Rijn cn Schliitcr i.g., zond ons Mgr. pas toor van Rijn. De herder die nog voort leeft in de harten van velen. Op pastoor van Rijn kunnen worden toegepast deze woordni uit de H. Mis: Heer ik bemin den luister van Uw Huis en de woon plaats Uwer Heerlijkheid." Dat was geen ijdelc klank. Pastoor van Rijn toog aan het werk. Allereerst moest het pedante houten spitsje het ontgelden. (Goddank), het verdween, en maakte plaats voor een torenspits, een juweel, waardig het groote stcenen onderstuk tc sieren. Slank en sierlijk verhief zij zich iit de ruimte, nu een genot om omhoog te zien, hoe ze daar haar lied zingt: Mijn spits wijst naar den Hooge, naar den Eeuwigen Schepper heen. Zingc /ij dat lied nog lange jaren. Na de spits liet dak van pannen. Een keurige dakbeklecdiug van leien kwam in de plaats cn kwam liet inwendige der kerk verhoogen, zoodat zij nu uitwendig in een passend gewaad stak. Ik sprak zoocvcu over het gemis van een goed orgel. Ook dat werd anders. Een dier vrome Christenzielen, waarvan de annalen der vorige roomsche eeuwen zoo dikwerf koud geven, door het stich ten van kloosters, kerken, ziekenhuizen enz., en daardoor getuigenis afleggend van hunne liefde voor het goede room- sehc geloof, zou getuigenis afleggen dat ook in onze eeuw die liefde voortleefde; en kwam de kerk door haar vrome room sche geest ui het bezit van een uitstekend orgel. Hit was treffend, toen voor het eerst de ruischcndc accoorden de tcnipd- ruimte vulden en ons dankbaar een stille groet cn gebed aan hare nagedachtenis deed brengen. Nauw keurige onderzoekingen wa u in middels verricht teneinde /wakke punten, die vocht door lieten op tc sporen cn ver beteringen aan te brengen om cene her haling te voorkomen. Hiermede was veel tijd gemoeid, doch Ook hieraan kwam een einde, en werden dc muren geacht dc weelde te kunnen dragen met een kruis weg te worden versierd. locn kwam „Jan Dunselman", dc kuil- kunstenaar van het penseel. Een geeste lijke afstammeling van de beroemde voor gangers op het gebied der kerksehildering Aan hem weril de ervaardigiiig opge dragen van de Via Dolorosa, die thans ons kerkgebouw versierd cn een bc/icli- tiging overwaard maakt, 't Kostte veel tijd, maar die bleek wel besteed, ih men deze cyclus van tafcreelcn van 's Hgeren lijden beschouwd, of onze poëet iu schil deren geslaagd is. Beschouw bv. de elfde statie cn zie de twee Raadshecren waar van een met opgeheven vinger. Is het niet of hij woorden spreekt van huichel achtigheid en staat hem dc veinzerij niet op het gezicht te lezen, en doet de ge- hccle houding geen afkeer cn verachting voor hem opvatten liet inwendig aanzien was met de Kruisweg aanzienlijk verbeterd, maar dc kroon op het werk, dc gchcele beschilde ring der kerk, moest nog tot stand ko men. Ook hiervoor werd het penseel van onzen Jan Dunselman ter hulp geroepen. Goud, veel goud, harmonisch met andere tinten aangebracht, was het devies waar op werd voortgewerkt, en dc liefde en geestdrift van pastoor van Rijn bleef on verzwakt, offers brengene, wanneer zulks noodig bleek. Het geheel werd dan ook indrukwekkend en grootsch. Het kunstwerk kwam voor een groot gedeelte tot stand. I)e afwerking mocht Pastoor van Rijn niet beleven. Wegens wankele gezondheid was Z.Ecrw. ver plicht emeritaat aan te vragen en verliet hij kort daarop zijne parochie om zich te Delft tc vestigen, en ua ccnigcu tijd za lig ontsliep. Nu... ik voel een /achten druk op iinjiie schouder cn blik iu liet vermanende oog van onzen redacteur, waarin liet onge schreven verzoek stond te lezen, het ros» toe Als de gnadigc fr.iulciii echter be veelt Dankc, het is goed zoo, klonk het haar koel tegemoet. Het duurde eenigen tijd voor Erna van de verrassing over dit ingrijpen in haar vrijheid bekomen was. Met heftige bewe gingen wierp zij pelsmuts en handschoe nen weder in de lade. Bertie's vraag, waarom zij hein nu toch hielp, bcant - woordde zij ontwijkend, daar Kathrine juist onder onverstaanbaar ontevreden ge mompel het avondeten van het joiigskc binnenbracht. Mistroostig zat zij hij het bed van den knaap, toen deze reeds lang sliep. Niemand riep haar, niemand had haar hulp noodig. Dat had zij vooruit in gezien. Toen het tegen acht uur liep, stond zij op en ging naar de huiskamer. I-ili's plaats was ledig en Herman zat bij de tafel, waar de kamenier bezig wis de vers billende benoodigdheden voor het theedrinken en het avondmaal tc rang schikken. Louise vertrok en zoo bleven broeder cn zuster alleen. Stilzwijgend za ten zij tegenover elkander. Hoe vast Erna ook besloten was, op tc komen tegen het eigenmachtig optreden van haar schoon- zust- r, aarzelde zij toch den kamp u» te vangen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5