Uit de Pers. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 22 juli. Een lied per week. No. 10 uit „De Leeuwerk". De Zilvervloot. iWoor'den van Muziek van j. P. Heije. J- J. Viotta. 1 Heb je van de Zilveren Vloot wel ge hoord, De Zilveren Vloot van Spanje? Die had er veel Spaansche raatten aan boord en appeltjes van Oranje! Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein, zijn naam is klein. Zijn daden bennen groot, Zijn daden bennen groot: Die heeft gewonnen de Zilveren Vloot Die heeft gewonnen, gewonnen de Zil vervloot. 2 Zei toen niet Piet Hein, met een aalwac- rig woord „Wel, jongetjes van Oranje, Kom kiira 'reis aan dit en dat Spaan sche boord, En rol me die raatten van Spanje I" Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein, zijn naam is klein, Zijn daden bennen groot, Zijn daden bennen groot: Die heeft gewonnen de Zilveren Vloot, Die heeft gewonnen, gewonnen de Zil vervloot. 3 Klommen niet de jongens als katten in 't want, En vochten ze niet als leeuwen, Ze sloegen de Spanjèrs duchtig te schand, Tot in Spanje klonk hun schreeuwen, Piel Hein, Piet Hein, Piet Hein, zijn naam is klein, Zijn daden bennen groot, Zijn daden hennen groot Die beeft gewonnen de Zilveren Vloot Die heeft gewonnen, gewonnen de Zil- vervloot. 4 Kwam er nu nog eenmaal zoo'n Zilveren Vloot, Zeg, zou jelui nóg zoo kloppen? Of zoudt ge u veilig en wel buiten schoot, Waar stil in je hangmat stoppen? Wel Neêrlands bloed, dat bloed heeft nog wel moed Al bennen we niet groot, Al bennen we niet groot, iWe zouên winnen een Zilveren Vloot, We zouên winnen, nóg winnen een Zil vervloot. Misdadige woeling. De „Neder lander" schrijft een ar tikel over de gebeurtenissen in de hoofd stad. waar een geest van verzet en wan orde, van revolutie en anarchie zich open baart, die wel geschikt is om ons met zorg te vervullen. Men weet liet: zegt het blad de staking der zeelieden was oorzaak en aanleiding. Of die staking gerechtvaardigd wab al dan niet, of de eischen billijk wa ren en alle ordelijke en onregelmatige middelen, om ze vervuld te krijgen, waren beproefd of niet beproefd, liet doet voor hel oogenblik weinig ter zake. Wel is het opmerkelijk, dat, naar van verschillende zijden gemeld is, de loonen, te Rotterdam betaald, veel lager waren dan de Amsterdamsche, en dat de Rotter- damsche staking is beëindigd op voor waarde, dat de reeders cenc verhoogmg van loonen zouden overwegen, welke, toe gestaan, toch die loonen nog zouden doen blijven beneden het gemiddelde Amster damsche loon van nu. Te Rotterdam gingen de zeelieden we- F EU I LLETON. hrna von Harneck. Naar het Duitsch. 72) Mama was om mijn vuile laarzen boo Ik kon ze niet van te voren afve gen, want er lag nog geen mat op Hen gang. Maar Laura heeft gelogen. "1 ante hield het hoofdje van den knaap vast tegen zich aangedrukt. Op haar voor hoofd lag een sombere schaduw, haar ©ogen zagen treurig. Mama dacht er niet aan, zcide zij zacht, dat alles nog niet op zijn plaats ligt. Ja, tante, maar Laura heeft gelogen, hield de knaap vol. Heeft zij dan onwaarheid gezegd? vroeg Erna. en zoo hoorde zij het gansche Voorval. Liegen is zeer leelijk, lieveling, fk hoop, dal gij het nooit zult doen. Zie daar komt dc goede Kathrine met de soep Pedank haar kind. Kathrine heeft alles laten staan om voor je te zorgen. 't Is wat moois, knorde de oude, Wen knaap het blonde haar van het voor hoofd strijkend. Ze hadden wel wat beter arofM liem mogen zorgen. Kathrine. een erfstuk van het hujs Qr- 1 der aan den arbeid. Te Rotterdam werd van ordeverstoring weinig of niets ver nomen, en dat werkwilligen werden mis handeld, kwam slechts sporadisch voor. Zie daarentegen Amsterdam. Niet al leen worden werkwilligen uitgescholden, maar men belet hun naar hun werk te gaan, men mishandelt ze, men trekt ze de kleeren van het lijf, een razenden bende van mannen en vrouwen valt een tramwa gen aan, waarin een „baas" gezeten is, ze werpen zich op de rails voor den tram wagen en noodzaken aldus den wagen voerder te stoppenzij mishandelen niet alleen den werkwillige, maar ook zijn huisgenooten, zij belemmeren hun vrij heid van beweging en dwingen aldus tot het neerleggen van den arbeid, omdat er levensgevaar ontstaat. Zij zeggen in manifesten openlijk, dat zij, nu en laterK de werkwilligen als onderkruipers zullen beschouwen en wat dit bcteckent, weten de betrokkenen maar al te goedlater zal hier of daar, waar zij werken, onge lukkigerwijze een touw losraken, of een plank uitschieten, of een schakel bre ken De politie-agenten zijn niet veilig, als zij hun ambtelijken plicht vervullen. Stee- nen en dakpannen worden hun in de sta kersbuurten naar het hoofd geworpen; militairen, wielrijders en anderen-, opge roepen tot het verleenen van de bescher ming, die de Overheid aan iederen bur ger te verleenen heeft, worden gemoles teerd, hun rijwielen worden stuk ge trapt. En als dan eindelijk, misschien door een verkeerd begrepen bevel, misschien door een te haastige uitvoering van voor uitersten nood bestemde orders, de sol daten schieten en er bloed vloeit, dan roept heel de stakerswereld schande over Overhcids-terrorisme en militaire wille keur Ongetwijfeld terrorisme! Maar aan welke zijde? En met welk recht beklagen zich daarover de sociaal democraten, beklaagt zich „Het Volk", dat, mét de leiders der beweging, verant woordelijk is ook voor de misdadige woe lingen, die op dit oogenblik in Amster dam zorg en onrust baren? Hoort rnr. Troelstra, den man, die zoo gaarne hartstochten opzweept, tot hij komt te staan voor het: „Wat nu?" van 1903, wederom verklaren in openbare vergadering voor de stakers: „Dc zeeliedenstaking heeft mijn war me sympathie. Al is de taktiek der Arn- sterdamsche strijders anders dan die van spr., wat ons verdeelt valt weg bij het bewustzijn, dat wij ons solidair hebben te toonen, tegen het optreden der kapi talistische autoriteiten." (Het Volk, 12 Juli jl.) „De verbittering onder de arbeiders is v ol kom en gerechtvaardigd Aldus de leider der parlementaire so cialisten in ons land, die maar al te ge makkelijk vergeet, hoe hij ook in 1903 broederschap dronk met IVomela Nieu- wenhuis en zijn mannen, een broeder schap, die kort daarop in dc bitterste verbittering is verkeerd. Nii heeten de argauistische organisa ties, die onder leiding van het Arbeids secretariaat staan, en deswege dagelijks in „Het Volk" werden uitgescholden, door Oudegeest en consorten, de leiders van het sociaal-democratisch Vakver bond, nü heeten ze te leiden: „een or delijke, stevige vakvereeniging." O, bijzonder ordelijk! De heer H. Polak, voorzitter van den Amstei damschenDiamantbewcrkersbond lid van het Partijbestuur der S. D. A. P., teekent als volgt den aard der aanvoer ders van de anarchistische staking te Amsterdam „Als wij ze willen toespreken, dan ver schijnen zc op onze vergaderingen hun anarchistische leiders met een aantal hun ner vcrwoedste volgelingen en schoppen de bijeenkomst door geschreeuw en ge tier in de war, of nog erger: gaan over tot handtastelijkheden jegens onze man nen, die onze beginselen trachten te be pleiten." Nietwaar, dat is toch wel een zeer or delijke groep van staking-leiders, die hun kameraden te lijf gaan, als deze hen tot ben, bekommerde zich om niemand, als zij een knorrige, mistroostige bui had. Zij verschoonde noch haar meesteres, noch ontzag in het minst dc overige be dienden. In den beginne kon zij 't ook niet vinden met de freule, die een zoo trotsche, kalme houding kon aannemen, als Kathrine ecu mopperigen dag had. I>e liefde tot den kleine bracht „de draak", zooals Herman von Harneck de keukenmeid noemde, en freule von Har neck bijeen. I>c soep was gegeten, het avondge bed verricht. De oogen van den knaap sloten zich zoodra hij met het hoofd op het kussen lag. Geruischloos ging Erna, hier en daar rangschikkend, in de ka mer heen en weer en keerde daarna naar het bedje terug. In gedachten verzonken, de gevouwen handen slap neerhangend stond zij daar en beschouwde het lieflijka beeld van den slapendcn knaap. Diepe rustige ademhaling deed zijn borst op en neer gaan, de mond lachte, <^cn der kleine handjes had zich onder het hoofd geschoven, waar het onder een overvloed van goudblond haar verdween. Hoe minde zij dat ccnige kind haars broeders en hoe verkeerde zij er tegelij- lijkertijd om in vrees. Zij moest toch da gelijks om zijnentwille gevaarlijke en ver borgen klippen ontzeilen ten opzichte van de beide menschep, wjen dat onschatbare hel parlementaire socialisme willen bekee- ren. Bijzonder ordelijk hebben dezelfde elementen volgens de eigen verkla ring van Oudegecst te Rotterdam wel tiemnalen gepoogd hem naar het leven te staan, hem hij zegt het zelf te vie- rendeelen. De heer Oudegeest laat zich dan ook door inr. Troelstra's sympathie niet op sleeptouw neigen, en de heer Polak even min. „Het is alleen te doen," zegt de heer Polak „om ons te beduvelen, om ons de centen uit Slen zak i: kloppen, die zij zelf „uit beginsel", niet bijeenbrengen. Liet niet steeds een deel van ons zich beet nemen, in een weck viel de hccle anarchie in elkaar." De lieden, die zich aldus laten beet nemen, dat is de minderheid in liet Par tijbestuur, dat zijn de heeren (Wibaut en De Miranda, dat is de poscercndc leider der parlementaire sociaal-democraten, dat is „Het Volk", dat de daden der terro risten verdedigd. Maar wie ten slotte zijn de beet- genomenen? Dat zijn de arbeiders, die zich door deze, onderling oneenige, el kaar verbijtende, elkaar vierendeelcnde demagogen, laten vervoeren tot daden van geweld, die in ieder land, en onder eiken regeeringsVorui, zelfs de socialisti sche, niet anders dan met kracht zouden moeten en zouden kunnen worden ge keerd. Wij geven toch geen geld voor de anarchistische beweging, zoo zeggen de vaklciders. Maar ook de „N. R. Ct." wees er al op van veel meer invloed en betce- kenis dan wat guldens, is de zedelijke steun, die de sociaal-deinocratcn aan deze beweging verleenen. Van harte hopen wij, dat alsnog de gezond verstand moge zegevieren. Dat wederzijds tegemoetkoming worde be toond, ofschoon dit, waar zoo duidelijk bleek, dat de strijd voor de zooveelste inaal loopt om de macht in het bedrijf, hoogst bezw nrlijk is gemaakt. Maar indien het niet zoo mocht zijn, indien de opzweepingsartikeleii van „Het Volk", en de neiging van mr. Troelstra om de geestelijke leider te zijn van op roerige anarchisten, liet volk al meer op zwccpcn tot daden van geweld, dan zul len de gevolgen komen voor rekening van hen, die deze nieuwe misdadige woelin gen hebben uitgelokt. Op inr. Troelstra en de zijnen! Ook een „dictatuur". Het entrain" driestart Het terrorisme, waaraan thans vele arbeid, rs in de hoofdstad blootstaan en waartegen de sterke arm der overheid hen nauwelijks kan beschermen, wijst er weer eens op, wat er van een maat schappelijk leven zou terechtkomen, wanneer het bcheerscht werd door anarchisten en socialisten. Het doel heiligt bij de revolu tionaire partijen de middelen, en geen dreigement is hun te grof, geen daad te tyranniek, wanneer zij daardoor hun haan kunnen doen koning kraaien. De arbeidende bevolking der hoofd stad zucht thans voor een deel onder het schrikbewind van lieden, die straks wellicht onmachtig zullen blijken de geesten te bezweren, welke zij hebben opgeroepen. Er is niets wat meer verwilderend werkt en de samenleving ernstiger be dreigt dan zulk een toestand van anarchie Voor de werk li eden-zei ven, in wier naam en belang dc agitatoren zeggen te handelen, is, gelijk de geschiedenis al tijd leerde, de ellende het grootst. Wie zal zeggen welk een ontbering tengevolge van deze crisis wordt ge leden en hoe knellend straks de naweeën zullen zijn? f Maar het drukkendst van alles is zeker wel de anarchistische dictatuur, welke men den arbeiders tracht op te leggen, cn waardoor niet slechts de persoon lijke vrijheid, maar ook de persoonlijke veiligheid voor niets wordt geteld. Erbarmelijk tegenover dezen wantoe stand in de hoofdstad js de houding der sociaal-democraten. kleinood geschonken was. Hij wordt uitstekend verpleegd, mijn zoete jongen, hij heeft een beste ver zorgster, had de jonge moeder in den beginne gezegd, terwijl zij zorgeloos haar genoegens najoeg. En toch had Erna nauwelijks haar broe ders huis betreden, toen zij bemerkte, dat die geprezen verpleegster de kleine uren lang alleen liet liggen om ook harerzijds buitenshuis verstrooiing te zoeken. Het meisje werd toen terstond den dienst op gezegd, maar aan bittere verwijten je gens Erna voor haar ongevraagde inmen ging had het ook niet ontbroken. Lili meende, dat het ook eigenlijk de taak van haar schoonzuster was, voor de kinderka mer te zorgen. Erna's hart gevoelde zich tot den kleine aangetrokken en zoo zag Lili verder ongevraagd haar verlangen in gewilligd. Als de kleine haar tegenlachte en zijn armpjes naar haar uitstrekte, kon Erna dikwijls weenend bij zijn bedje knielen. I>ie tranen werden bevruchtende dauw voor des meisjes hart. Het kind werd haar meer en meer ten zegen. De zonneschijn uit zijn oogen be straalde haar. Dankbaar voor dat onver hoopte geluk, deed zij vaak een deemoe- dig gebed tot Ood. Met het grooter worden van den knaap vermeerderden ook de zorgen voor hem. Z.ijn moeder bekommerde ath niet om Ztj boselfen M.jkbaar zeer goed, dat het spaak loopt en dat de belangen der arbeid .rs door de ergerlijke buitenspo righeden van het anarchistisch geweld ernstig worden geschaad. Maar zij missen den moed dit ook duidelijk uit te spreken. Wel geven zij voortdurend af op de handhavers der openbare orde, aldus den oproerige» geest moedwillig aanblazend. Oaat ten slotte de propaganda niet boven alles? Uit vnn Alphens'a Kamerleven. De (A. R.) „Z e c u w" meldt het vol gende voorval uit het Kamerleven van het dezer dagen ontslapen oud-Kamerlid, den lieer van Alphen. Wij herinneren ons zijn in de bres springen in de Kamerzitting van 12 SepL 1889 bij de behandeling van het wets ontwerp tot wijziging der wet op het Lager Onderwijs. In behandeling kwam art. 50 het be kende schoolgeldartikel, waarbij een bil lijk schoolgeld" werd voorgeschreven. Over dit artikel ontstond een wanne discussie, fel was de tegenstand zoowel van liberalen als van radicalen. Dat „bil lijk" schoolgeld kon wel eens onbillijk zijn en de openbare school leegpompen. Dat artikel liep wel in de Tweede Kamer waar rechts meerderheid was, geen ge vaar, doch stellig zou de aanneming ervan tot verwerping van het gchecle ontwerp iu de Eerste Kamer leiden. Ooede raad was duur. Immers dc heer Lohmau, anders altijd trouw op zijn post, was dien dag afwezig wegens het huwe lijk van zijn zoon W. H., den tegenwoor dige» raadsheer in den Hoogeu Raad der Nederlanden. Minister Mackay's roode baardelooze gezicht getuigde van inspannend nadenken, uit het blccke, zwartgebaarde gelaat van den voorzit ter Beelaerts sprak vriendschappelijke belangstelling. Dr. Schaepman met dc rechterhand in den broekzak de rechtcr- slip zijner lange gekleede jas wegschui vend, liep met lange passen door de zaal, nu eens den vurige» van der Loeff, den ijveraar met zijn strcng-rctht rlijkcn blik, aanklampend, dan weer naast den drif tige» Kerdijk, pleiter met zijn overweldi gend Joodsch vuur, zich neerzettendnu eens belangstellend den minister wat toe fluisterend, dan weer schokschouderend zijn vrienden ter rechterzijde geruststel lend. Reeds bijna den gcheclen morgen had het verzet van Links geduurd. Daar was een verdacht gemompel cn zoowel de be houdende v. d. Loeff als de vooruitstre vende Borgesius, beiden eenstemmig als tolken van het verzet, verwierven alge- inecnc instemming. Inmiddels is aan den heer Lohman te Amsterdam ten huize van den heer Hovy vader van de bruid zijns zoons, om advies getelegrafeerd. Zijn telegrafisch ant woord scheen aan de ministcrstnfcl ver ademing te brengen. Maar de minister schijnt den modus vivendi nog te moeten formuleeren. Zijne Excellentie wenkt Schaepman cn zegt hem iets, deze wandelt naar van Alphen en noodigt hem uit een speech te houden, onderwijl een nieuw artikel zou worden geredigeerd. De lieer van Alplien had een geschreven redevoering i» den zak, zeker klaar gemaakt om bij een noodzakelijk- I heid als deze voor te dragenen daar klinkt het uit 's voorzitters mond: liet woord is aan den heer van Alphcn. Blijkbaar had de heer Lohman, dien men ook zelfs aan het trouwfestijn niet met rust kon laten geadviseerd het „bil lijk" in art. 50 alinea 1 te veranderen in minimum twintig cent." Schaepman zette zich naast Mackay, Seret plaatste zich voor de ministerstafel. Van Alphen stak zijn redevoering op dc hem eigen lakonieke, aan het droge grenzende manier af; tot eindelijk Mackay Seret een wenk geeft en deze aan Van Alphen een briefje in de hand stopt, waarop blijkbaar stond: In orde. Want de goede Van Alphen staakte zijn rede, die eerst nog door een paar libe rale sprekers kort werd beantwoord cn „het woord is aan den heer Minister van Binncnlandschc Zaken" ,klonk liet zijn opvoeding, 't Heette nu vaak „Mijn schoonzuster is zoo gek op Bertie, dat ik overbodig ben." Kwam de moeder menigmaal een ganschen dag niet in de kinderkamer, de volgende maal over stelpte zij den kleine inct teederhede». Nooit was Bertie cr zeker van, hoe zijn kinderlijk gepraat door zijn moeder zou worden ontvangen. Hij werd geprezen en gelaakt zonder reden. Was de moeder opgewekt, dan liet zij kleine ondeugend heden ongestraft, was zij in een booztj bui, wat dikwijls genoeg het geval was, dan moest de knaap daarvoor boeten. Vaii vaders wege werd de knaap nauw keuriger en meer gestadig gadegeslagen, maar zijn voornaamste streven was daar op gericht, den kleine koen en onbe vreesd te maken. Hadden zijn wenschcn zich daartoe bepaald, Erna zou ze niet wederstreefd hebben. Maar het bleef cr helaas niet bij; het heette: „Hij moet nu en dan leeren, dat hij een Harneck is." En dan werd over 'i, door zulke leerin gen opgewekte trotsche, gebiedende op treden van den knaap tegenover kinderen van minderen stand gelachen. Albert was nog te jong, om de draag wijdte der spottende aanmerkingen des vaders te vatten, als deze van „vrouwen- gezeur" sprak, zoo vaak tante de heftige uitvallen van het kind bt list en ki iilig tegc. iging. Bertie droeg haar ecu zoo uit s heeren Beelaerts van Blokland! mond. De Minister droeg zijn wijziging voof> de strakke gelaatstrekken van Van del Loeff, Qleichman, Mees en andere libe rale kopstukken ontspanden zich, doch de Kappeynianen onder hen, de inan< nen van de „absolute kosteloosheid'' Van Houten, Kerdijk, Borgesius, D* Beaufort, en anderen staken de hoofden bijeen. Inmiddels trad de pauze in dd wijziging werd gedrukt; cn 't gevolg was, dat bij monde van Roëll, de paci- ficatiegroep zich gewonnen gaf; de lieer Schaepman moest hierop nog in enkele eloquente algemeenheden de straks ge' noemde heftig opponeerende Kappeynia nen te woord staan; doch het einde was: aanneming van het schoolgeld- artikel met 72 tegen 21 stemmen. Land- en Tuinbouw. Hoe verkrijgt men mooie Rozen Bij deze vraag is zoowel gedacht aail de bloemen als aan de struiken. Do roos, de koningin der bloemen, dient in eiken hof te prijken, cn een rijk bloeiend rozenbed is een sieraad van den tuin. Hoe kan men nu mooie, krach tige struiken met vele rozen krijgen Dit wenschte de Rijkstuinbouwlecraar te Aalsmeer te onderzoeken. Hij gaf op een proefveld (veengrond) nevens koe mest verschillende kunstmeststoffen dfl 5 even grootc bedden werden elk met 5 regels van 50 stuks polyantha rood W. C. Cutbusli beplant. Van deze roos werden geen afgesneden takken ver kocht, hier werden dus alleen bij het rooien van ieder veldje het aantal lc kwaliteit struiken genoteerd. Koemest alleen gaf 150 zoodanige struiken plus kalk 447, iets minder dus; plus H/e K.O. superphosphaat 459plus 1 K.G. pa tentkali 489; plus U/s K.G. Chilisalpe- ter 491. Chilisalpeter en patentkali gaven op! dit veld dus de beste uitkomsten. Niet anders was liet op het 2e proef veld bij denzelfden proefnemer. Hier werden de bloeiende rozentakken wel verkocht en genoteerd't waren 9 bed den, elk van 5 regels met 50 stuks rozen winterveredelingen van Kaiserin Augus ta Victoria. Op dit veld waren ook mest stoffen gecombineerd, 't Is niet noodig den totalen uitslag te vermelden het belangrijkste volgt hier: Enkel koemest gaf 271 hl. takken cn 217 str. Ie kw., met kalk 265 bl. cn 215 sir. Ie kw., met I' super 290 bl. t. cn 221 str. Ie kw. met I patent kali 322 bl. l. en 230 str. Ie kw., met li/g .Chili ui t. en 235 str. Ikwi De volgoido was hier dezelfde als op 't le veld, de Chili leverde de meeste bloeiende lakken en Ie kwaliteit strui ken, daarna de patent-kali. Kalk vermin dert ook hier ccnigszins de opbrengst. Echter niet in vcreeniging met de an dere meststoffen. Waar aan den kunstmest Chili, super en kali werden toegevoegd, in de boven vermelde hoeveelheden, stegen de oogst- cijfei8 tot 192 bl en 546 kw sir. Gaf men bovendien nog l K.G. kalk, dan vermeerderde de oogst nog tot: 425 bl. takken; het aantal struiken bleef gelijk. Op beide veldjes gaf derhalve dc Chili- salpctCr het mooiste resultaat; alleen, deze meststof, nevens den stalmest aan gewend, vermeerderde de opbrengst reeds in hooge mate. Wie dus niet al de genoemde meststoffen wil gebruiken kan ook op eenvoudige wijze, dooi 't gebruik van een enkele meststof, iju rozenstruiken tot krachtiger groei en rijker opbrengst aanzetten. C. B. Gemeenteraad van Lisse. Voorzitter de lieer v. Parijs, wethou der, wegens ongesteldheid van den bur gemeester. Aanwezig 10 leden. Afwezig dc heer Graaf van Lijnden van Saiidenburg. De Voorzitter opent dc vergade ring, de notulen der vier vorige verga deringen worden gelezen. Op een aanmer king van den heer P ij n a c k c r worden groote liefde toe, dat een woord van haaf meestal voldoende was om den knaap rouwmoedig tot haar te doen komen, cn van den anderen kant was het den ouders hoogst aangenaam, den knaap onder haar altijd werkzame hoede te weten. Later echter moest dc ki. gen- spraak tusschen de inzichten zij. Iers en de grondbeginselen zijner laiii- wel opmerken. „Tot wien zal hij overhellen?" vroeg Erna zich vaak angstig af. Van het antwoord op die vraag zou het afhangen* of dc zaden, door haar in zijn h u uit gestrooid, en door haar met zachti ;i mil verzorgd, tot wasdom zouden komen cn zij het nog langer zijn zou, aan wie de opvoeding van den knaap toevertrouwd zou blijven. Wat was zij veranderd, die Er -cn zij indertijd na haar verblijf in oerg tot het gewone leven op Harten$tei:i terugkeerde, kou 't haar niet ontgaan, dat met haar vader een grootc verandering plaats greep. In de plaats van zijn prikkel baarheid trad een beangstigende onver schilligheid, die wel zijn verpleging lichter, maakte, maar niets goeds voorspelde. Da verloving van Herman met Lili Orben was eigenlijk het laatste geweest, wat hein voor korten tijd opmonterde. iWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5