Uit de Pers.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 22 juli.
Een lied per week.
No. 10 uit „De Leeuwerk".
De Zilvervloot.
iWoor'den van Muziek van
j. P. Heije. J- J. Viotta.
1
Heb je van de Zilveren Vloot wel ge
hoord,
De Zilveren Vloot van Spanje?
Die had er veel Spaansche raatten aan
boord en appeltjes van Oranje!
Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein, zijn
naam is klein.
Zijn daden bennen groot,
Zijn daden bennen groot:
Die heeft gewonnen de Zilveren Vloot
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zil
vervloot.
2
Zei toen niet Piet Hein, met een aalwac-
rig woord
„Wel, jongetjes van Oranje,
Kom kiira 'reis aan dit en dat Spaan
sche boord,
En rol me die raatten van Spanje I"
Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein, zijn
naam is klein,
Zijn daden bennen groot,
Zijn daden bennen groot:
Die heeft gewonnen de Zilveren Vloot,
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zil
vervloot.
3
Klommen niet de jongens als katten in
't want,
En vochten ze niet als leeuwen,
Ze sloegen de Spanjèrs duchtig te
schand,
Tot in Spanje klonk hun schreeuwen,
Piel Hein, Piet Hein, Piet Hein, zijn
naam is klein,
Zijn daden bennen groot,
Zijn daden hennen groot
Die beeft gewonnen de Zilveren Vloot
Die heeft gewonnen, gewonnen de Zil-
vervloot.
4
Kwam er nu nog eenmaal zoo'n Zilveren
Vloot,
Zeg, zou jelui nóg zoo kloppen?
Of zoudt ge u veilig en wel buiten schoot,
Waar stil in je hangmat stoppen?
Wel Neêrlands bloed, dat bloed heeft
nog wel moed
Al bennen we niet groot,
Al bennen we niet groot,
iWe zouên winnen een Zilveren Vloot,
We zouên winnen, nóg winnen een Zil
vervloot.
Misdadige woeling.
De „Neder lander" schrijft een ar
tikel over de gebeurtenissen in de hoofd
stad. waar een geest van verzet en wan
orde, van revolutie en anarchie zich open
baart, die wel geschikt is om ons met
zorg te vervullen.
Men weet liet: zegt het blad de
staking der zeelieden was oorzaak en
aanleiding. Of die staking gerechtvaardigd
wab al dan niet, of de eischen billijk wa
ren en alle ordelijke en onregelmatige
middelen, om ze vervuld te krijgen, waren
beproefd of niet beproefd, liet doet voor
hel oogenblik weinig ter zake.
Wel is het opmerkelijk, dat, naar van
verschillende zijden gemeld is, de loonen,
te Rotterdam betaald, veel lager waren
dan de Amsterdamsche, en dat de Rotter-
damsche staking is beëindigd op voor
waarde, dat de reeders cenc verhoogmg
van loonen zouden overwegen, welke, toe
gestaan, toch die loonen nog zouden doen
blijven beneden het gemiddelde Amster
damsche loon van nu.
Te Rotterdam gingen de zeelieden we-
F EU I LLETON.
hrna von Harneck.
Naar het Duitsch.
72)
Mama was om mijn vuile laarzen
boo Ik kon ze niet van te voren afve
gen, want er lag nog geen mat op Hen
gang. Maar Laura heeft gelogen.
"1 ante hield het hoofdje van den knaap
vast tegen zich aangedrukt. Op haar voor
hoofd lag een sombere schaduw, haar
©ogen zagen treurig.
Mama dacht er niet aan, zcide zij
zacht, dat alles nog niet op zijn plaats
ligt.
Ja, tante, maar Laura heeft gelogen,
hield de knaap vol.
Heeft zij dan onwaarheid gezegd?
vroeg Erna. en zoo hoorde zij het gansche
Voorval.
Liegen is zeer leelijk, lieveling, fk
hoop, dal gij het nooit zult doen. Zie
daar komt dc goede Kathrine met de soep
Pedank haar kind. Kathrine heeft alles
laten staan om voor je te zorgen.
't Is wat moois, knorde de oude,
Wen knaap het blonde haar van het voor
hoofd strijkend. Ze hadden wel wat beter
arofM liem mogen zorgen.
Kathrine. een erfstuk van het hujs Qr- 1
der aan den arbeid. Te Rotterdam werd
van ordeverstoring weinig of niets ver
nomen, en dat werkwilligen werden mis
handeld, kwam slechts sporadisch voor.
Zie daarentegen Amsterdam. Niet al
leen worden werkwilligen uitgescholden,
maar men belet hun naar hun werk te
gaan, men mishandelt ze, men trekt ze de
kleeren van het lijf, een razenden bende
van mannen en vrouwen valt een tramwa
gen aan, waarin een „baas" gezeten is,
ze werpen zich op de rails voor den tram
wagen en noodzaken aldus den wagen
voerder te stoppenzij mishandelen niet
alleen den werkwillige, maar ook zijn
huisgenooten, zij belemmeren hun vrij
heid van beweging en dwingen aldus
tot het neerleggen van den arbeid, omdat
er levensgevaar ontstaat. Zij zeggen in
manifesten openlijk, dat zij, nu en laterK
de werkwilligen als onderkruipers zullen
beschouwen en wat dit bcteckent, weten
de betrokkenen maar al te goedlater
zal hier of daar, waar zij werken, onge
lukkigerwijze een touw losraken, of een
plank uitschieten, of een schakel bre
ken
De politie-agenten zijn niet veilig, als
zij hun ambtelijken plicht vervullen. Stee-
nen en dakpannen worden hun in de sta
kersbuurten naar het hoofd geworpen;
militairen, wielrijders en anderen-, opge
roepen tot het verleenen van de bescher
ming, die de Overheid aan iederen bur
ger te verleenen heeft, worden gemoles
teerd, hun rijwielen worden stuk ge
trapt.
En als dan eindelijk, misschien door
een verkeerd begrepen bevel, misschien
door een te haastige uitvoering van voor
uitersten nood bestemde orders, de sol
daten schieten en er bloed vloeit, dan
roept heel de stakerswereld schande over
Overhcids-terrorisme en militaire wille
keur
Ongetwijfeld terrorisme!
Maar aan welke zijde? En met welk
recht beklagen zich daarover de sociaal
democraten, beklaagt zich „Het Volk",
dat, mét de leiders der beweging, verant
woordelijk is ook voor de misdadige woe
lingen, die op dit oogenblik in Amster
dam zorg en onrust baren?
Hoort rnr. Troelstra, den man, die zoo
gaarne hartstochten opzweept, tot hij
komt te staan voor het: „Wat nu?" van
1903, wederom verklaren in openbare
vergadering voor de stakers:
„Dc zeeliedenstaking heeft mijn war
me sympathie. Al is de taktiek der Arn-
sterdamsche strijders anders dan die van
spr., wat ons verdeelt valt weg bij het
bewustzijn, dat wij ons solidair hebben
te toonen, tegen het optreden der kapi
talistische autoriteiten." (Het Volk, 12
Juli jl.)
„De verbittering onder de arbeiders is
v ol kom en gerechtvaardigd
Aldus de leider der parlementaire so
cialisten in ons land, die maar al te ge
makkelijk vergeet, hoe hij ook in 1903
broederschap dronk met IVomela Nieu-
wenhuis en zijn mannen, een broeder
schap, die kort daarop in dc bitterste
verbittering is verkeerd.
Nii heeten de argauistische organisa
ties, die onder leiding van het Arbeids
secretariaat staan, en deswege dagelijks
in „Het Volk" werden uitgescholden,
door Oudegeest en consorten, de leiders
van het sociaal-democratisch Vakver
bond, nü heeten ze te leiden: „een or
delijke, stevige vakvereeniging."
O, bijzonder ordelijk!
De heer H. Polak, voorzitter van den
Amstei damschenDiamantbewcrkersbond
lid van het Partijbestuur der S. D. A. P.,
teekent als volgt den aard der aanvoer
ders van de anarchistische staking te
Amsterdam
„Als wij ze willen toespreken, dan ver
schijnen zc op onze vergaderingen hun
anarchistische leiders met een aantal hun
ner vcrwoedste volgelingen en schoppen
de bijeenkomst door geschreeuw en ge
tier in de war, of nog erger: gaan over
tot handtastelijkheden jegens onze man
nen, die onze beginselen trachten te be
pleiten."
Nietwaar, dat is toch wel een zeer or
delijke groep van staking-leiders, die hun
kameraden te lijf gaan, als deze hen tot
ben, bekommerde zich om niemand, als
zij een knorrige, mistroostige bui had.
Zij verschoonde noch haar meesteres,
noch ontzag in het minst dc overige be
dienden. In den beginne kon zij 't ook
niet vinden met de freule, die een zoo
trotsche, kalme houding kon aannemen,
als Kathrine ecu mopperigen dag had.
I>e liefde tot den kleine bracht „de
draak", zooals Herman von Harneck de
keukenmeid noemde, en freule von Har
neck bijeen.
I>c soep was gegeten, het avondge
bed verricht. De oogen van den knaap
sloten zich zoodra hij met het hoofd op
het kussen lag. Geruischloos ging Erna,
hier en daar rangschikkend, in de ka
mer heen en weer en keerde daarna naar
het bedje terug. In gedachten verzonken,
de gevouwen handen slap neerhangend
stond zij daar en beschouwde het lieflijka
beeld van den slapendcn knaap. Diepe
rustige ademhaling deed zijn borst op
en neer gaan, de mond lachte, <^cn der
kleine handjes had zich onder het hoofd
geschoven, waar het onder een overvloed
van goudblond haar verdween.
Hoe minde zij dat ccnige kind haars
broeders en hoe verkeerde zij er tegelij-
lijkertijd om in vrees. Zij moest toch da
gelijks om zijnentwille gevaarlijke en ver
borgen klippen ontzeilen ten opzichte van
de beide menschep, wjen dat onschatbare
hel parlementaire socialisme willen bekee-
ren. Bijzonder ordelijk hebben dezelfde
elementen volgens de eigen verkla
ring van Oudegecst te Rotterdam wel
tiemnalen gepoogd hem naar het leven te
staan, hem hij zegt het zelf te vie-
rendeelen.
De heer Oudegeest laat zich dan ook
door inr. Troelstra's sympathie niet op
sleeptouw neigen, en de heer Polak even
min. „Het is alleen te doen," zegt de
heer Polak „om ons te beduvelen, om ons
de centen uit Slen zak i: kloppen, die zij
zelf „uit beginsel", niet bijeenbrengen.
Liet niet steeds een deel van ons zich
beet nemen, in een weck viel de hccle
anarchie in elkaar."
De lieden, die zich aldus laten beet
nemen, dat is de minderheid in liet Par
tijbestuur, dat zijn de heeren (Wibaut en
De Miranda, dat is de poscercndc leider
der parlementaire sociaal-democraten, dat
is „Het Volk", dat de daden der terro
risten verdedigd.
Maar wie ten slotte zijn de beet-
genomenen? Dat zijn de arbeiders, die
zich door deze, onderling oneenige, el
kaar verbijtende, elkaar vierendeelcnde
demagogen, laten vervoeren tot daden
van geweld, die in ieder land, en onder
eiken regeeringsVorui, zelfs de socialisti
sche, niet anders dan met kracht zouden
moeten en zouden kunnen worden ge
keerd.
Wij geven toch geen geld voor de
anarchistische beweging, zoo zeggen de
vaklciders.
Maar ook de „N. R. Ct." wees er
al op van veel meer invloed en betce-
kenis dan wat guldens, is de zedelijke
steun, die de sociaal-deinocratcn aan deze
beweging verleenen.
Van harte hopen wij, dat alsnog de
gezond verstand moge zegevieren. Dat
wederzijds tegemoetkoming worde be
toond, ofschoon dit, waar zoo duidelijk
bleek, dat de strijd voor de zooveelste
inaal loopt om de macht in het bedrijf,
hoogst bezw nrlijk is gemaakt.
Maar indien het niet zoo mocht zijn,
indien de opzweepingsartikeleii van „Het
Volk", en de neiging van mr. Troelstra
om de geestelijke leider te zijn van op
roerige anarchisten, liet volk al meer op
zwccpcn tot daden van geweld, dan zul
len de gevolgen komen voor rekening van
hen, die deze nieuwe misdadige woelin
gen hebben uitgelokt.
Op inr. Troelstra en de zijnen!
Ook een „dictatuur".
Het entrain" driestart
Het terrorisme, waaraan thans vele
arbeid, rs in de hoofdstad blootstaan en
waartegen de sterke arm der overheid
hen nauwelijks kan beschermen, wijst er
weer eens op, wat er van een maat
schappelijk leven zou terechtkomen,
wanneer het bcheerscht werd door
anarchisten en socialisten.
Het doel heiligt bij de revolu
tionaire partijen de middelen, en geen
dreigement is hun te grof, geen daad
te tyranniek, wanneer zij daardoor hun
haan kunnen doen koning kraaien.
De arbeidende bevolking der hoofd
stad zucht thans voor een deel onder
het schrikbewind van lieden, die straks
wellicht onmachtig zullen blijken de
geesten te bezweren, welke zij hebben
opgeroepen.
Er is niets wat meer verwilderend
werkt en de samenleving ernstiger be
dreigt dan zulk een toestand van
anarchie
Voor de werk li eden-zei ven, in wier
naam en belang dc agitatoren zeggen te
handelen, is, gelijk de geschiedenis al
tijd leerde, de ellende het grootst.
Wie zal zeggen welk een ontbering
tengevolge van deze crisis wordt ge
leden en hoe knellend straks de naweeën
zullen zijn? f
Maar het drukkendst van alles is zeker
wel de anarchistische dictatuur, welke
men den arbeiders tracht op te leggen,
cn waardoor niet slechts de persoon
lijke vrijheid, maar ook de persoonlijke
veiligheid voor niets wordt geteld.
Erbarmelijk tegenover dezen wantoe
stand in de hoofdstad js de houding
der sociaal-democraten.
kleinood geschonken was.
Hij wordt uitstekend verpleegd, mijn
zoete jongen, hij heeft een beste ver
zorgster, had de jonge moeder in den
beginne gezegd, terwijl zij zorgeloos haar
genoegens najoeg.
En toch had Erna nauwelijks haar broe
ders huis betreden, toen zij bemerkte, dat
die geprezen verpleegster de kleine uren
lang alleen liet liggen om ook harerzijds
buitenshuis verstrooiing te zoeken. Het
meisje werd toen terstond den dienst op
gezegd, maar aan bittere verwijten je
gens Erna voor haar ongevraagde inmen
ging had het ook niet ontbroken. Lili
meende, dat het ook eigenlijk de taak van
haar schoonzuster was, voor de kinderka
mer te zorgen. Erna's hart gevoelde zich
tot den kleine aangetrokken en zoo zag
Lili verder ongevraagd haar verlangen in
gewilligd. Als de kleine haar tegenlachte
en zijn armpjes naar haar uitstrekte, kon
Erna dikwijls weenend bij zijn bedje
knielen. I>ie tranen werden bevruchtende
dauw voor des meisjes hart.
Het kind werd haar meer en meer ten
zegen. De zonneschijn uit zijn oogen be
straalde haar. Dankbaar voor dat onver
hoopte geluk, deed zij vaak een deemoe-
dig gebed tot Ood.
Met het grooter worden van den knaap
vermeerderden ook de zorgen voor hem.
Z.ijn moeder bekommerde ath niet om
Ztj boselfen M.jkbaar zeer goed, dat
het spaak loopt en dat de belangen der
arbeid .rs door de ergerlijke buitenspo
righeden van het anarchistisch geweld
ernstig worden geschaad.
Maar zij missen den moed dit ook
duidelijk uit te spreken.
Wel geven zij voortdurend af op de
handhavers der openbare orde, aldus den
oproerige» geest moedwillig aanblazend.
Oaat ten slotte de propaganda niet
boven alles?
Uit vnn Alphens'a Kamerleven.
De (A. R.) „Z e c u w" meldt het vol
gende voorval uit het Kamerleven van het
dezer dagen ontslapen oud-Kamerlid, den
lieer van Alphen.
Wij herinneren ons zijn in de bres
springen in de Kamerzitting van 12 SepL
1889 bij de behandeling van het wets
ontwerp tot wijziging der wet op het
Lager Onderwijs.
In behandeling kwam art. 50 het be
kende schoolgeldartikel, waarbij een bil
lijk schoolgeld" werd voorgeschreven.
Over dit artikel ontstond een wanne
discussie, fel was de tegenstand zoowel
van liberalen als van radicalen. Dat „bil
lijk" schoolgeld kon wel eens onbillijk
zijn en de openbare school leegpompen.
Dat artikel liep wel in de Tweede Kamer
waar rechts meerderheid was, geen ge
vaar, doch stellig zou de aanneming ervan
tot verwerping van het gchecle ontwerp
iu de Eerste Kamer leiden.
Ooede raad was duur. Immers dc heer
Lohmau, anders altijd trouw op zijn post,
was dien dag afwezig wegens het huwe
lijk van zijn zoon W. H., den tegenwoor
dige» raadsheer in den Hoogeu Raad
der Nederlanden. Minister Mackay's
roode baardelooze gezicht getuigde van
inspannend nadenken, uit het blccke,
zwartgebaarde gelaat van den voorzit
ter Beelaerts sprak vriendschappelijke
belangstelling. Dr. Schaepman met dc
rechterhand in den broekzak de rechtcr-
slip zijner lange gekleede jas wegschui
vend, liep met lange passen door de zaal,
nu eens den vurige» van der Loeff, den
ijveraar met zijn strcng-rctht rlijkcn blik,
aanklampend, dan weer naast den drif
tige» Kerdijk, pleiter met zijn overweldi
gend Joodsch vuur, zich neerzettendnu
eens belangstellend den minister wat toe
fluisterend, dan weer schokschouderend
zijn vrienden ter rechterzijde geruststel
lend.
Reeds bijna den gcheclen morgen had
het verzet van Links geduurd. Daar was
een verdacht gemompel cn zoowel de be
houdende v. d. Loeff als de vooruitstre
vende Borgesius, beiden eenstemmig als
tolken van het verzet, verwierven alge-
inecnc instemming.
Inmiddels is aan den heer Lohman te
Amsterdam ten huize van den heer Hovy
vader van de bruid zijns zoons, om advies
getelegrafeerd. Zijn telegrafisch ant
woord scheen aan de ministcrstnfcl ver
ademing te brengen.
Maar de minister schijnt den modus
vivendi nog te moeten formuleeren. Zijne
Excellentie wenkt Schaepman cn zegt hem
iets, deze wandelt naar van Alphen en
noodigt hem uit een speech te houden,
onderwijl een nieuw artikel zou worden
geredigeerd. De lieer van Alplien had een
geschreven redevoering i» den zak, zeker
klaar gemaakt om bij een noodzakelijk-
I heid als deze voor te dragenen
daar klinkt het uit 's voorzitters mond:
liet woord is aan den heer van Alphcn.
Blijkbaar had de heer Lohman, dien
men ook zelfs aan het trouwfestijn niet
met rust kon laten geadviseerd het „bil
lijk" in art. 50 alinea 1 te veranderen in
minimum twintig cent."
Schaepman zette zich naast Mackay,
Seret plaatste zich voor de ministerstafel.
Van Alphen stak zijn redevoering op
dc hem eigen lakonieke, aan het droge
grenzende manier af; tot eindelijk
Mackay Seret een wenk geeft en deze
aan Van Alphen een briefje in de hand
stopt, waarop blijkbaar stond: In orde.
Want de goede Van Alphen staakte zijn
rede, die eerst nog door een paar libe
rale sprekers kort werd beantwoord cn
„het woord is aan den heer Minister
van Binncnlandschc Zaken" ,klonk liet
zijn opvoeding, 't Heette nu vaak „Mijn
schoonzuster is zoo gek op Bertie, dat
ik overbodig ben." Kwam de moeder
menigmaal een ganschen dag niet in de
kinderkamer, de volgende maal over
stelpte zij den kleine inct teederhede».
Nooit was Bertie cr zeker van, hoe zijn
kinderlijk gepraat door zijn moeder zou
worden ontvangen. Hij werd geprezen
en gelaakt zonder reden. Was de moeder
opgewekt, dan liet zij kleine ondeugend
heden ongestraft, was zij in een booztj
bui, wat dikwijls genoeg het geval was,
dan moest de knaap daarvoor boeten.
Vaii vaders wege werd de knaap nauw
keuriger en meer gestadig gadegeslagen,
maar zijn voornaamste streven was daar
op gericht, den kleine koen en onbe
vreesd te maken. Hadden zijn wenschcn
zich daartoe bepaald, Erna zou ze niet
wederstreefd hebben. Maar het bleef cr
helaas niet bij; het heette: „Hij moet nu
en dan leeren, dat hij een Harneck is."
En dan werd over 'i, door zulke leerin
gen opgewekte trotsche, gebiedende op
treden van den knaap tegenover kinderen
van minderen stand gelachen.
Albert was nog te jong, om de draag
wijdte der spottende aanmerkingen des
vaders te vatten, als deze van „vrouwen-
gezeur" sprak, zoo vaak tante de heftige
uitvallen van het kind bt list en ki iilig
tegc. iging. Bertie droeg haar ecu zoo
uit s heeren Beelaerts van Blokland!
mond.
De Minister droeg zijn wijziging voof>
de strakke gelaatstrekken van Van del
Loeff, Qleichman, Mees en andere libe
rale kopstukken ontspanden zich, doch
de Kappeynianen onder hen, de inan<
nen van de „absolute kosteloosheid''
Van Houten, Kerdijk, Borgesius, D*
Beaufort, en anderen staken de hoofden
bijeen. Inmiddels trad de pauze in dd
wijziging werd gedrukt; cn 't gevolg
was, dat bij monde van Roëll, de paci-
ficatiegroep zich gewonnen gaf; de lieer
Schaepman moest hierop nog in enkele
eloquente algemeenheden de straks ge'
noemde heftig opponeerende Kappeynia
nen te woord staan; doch het einde
was: aanneming van het schoolgeld-
artikel met 72 tegen 21 stemmen.
Land- en Tuinbouw.
Hoe verkrijgt men mooie Rozen
Bij deze vraag is zoowel gedacht aail
de bloemen als aan de struiken. Do
roos, de koningin der bloemen, dient
in eiken hof te prijken, cn een rijk
bloeiend rozenbed is een sieraad van
den tuin. Hoe kan men nu mooie, krach
tige struiken met vele rozen krijgen Dit
wenschte de Rijkstuinbouwlecraar te
Aalsmeer te onderzoeken. Hij gaf op
een proefveld (veengrond) nevens koe
mest verschillende kunstmeststoffen dfl
5 even grootc bedden werden elk met
5 regels van 50 stuks polyantha rood
W. C. Cutbusli beplant. Van deze roos
werden geen afgesneden takken ver
kocht, hier werden dus alleen bij het
rooien van ieder veldje het aantal lc
kwaliteit struiken genoteerd. Koemest
alleen gaf 150 zoodanige struiken plus
kalk 447, iets minder dus; plus H/e K.O.
superphosphaat 459plus 1 K.G. pa
tentkali 489; plus U/s K.G. Chilisalpe-
ter 491.
Chilisalpeter en patentkali gaven op!
dit veld dus de beste uitkomsten.
Niet anders was liet op het 2e proef
veld bij denzelfden proefnemer. Hier
werden de bloeiende rozentakken wel
verkocht en genoteerd't waren 9 bed
den, elk van 5 regels met 50 stuks rozen
winterveredelingen van Kaiserin Augus
ta Victoria. Op dit veld waren ook mest
stoffen gecombineerd, 't Is niet noodig
den totalen uitslag te vermelden het
belangrijkste volgt hier:
Enkel koemest gaf 271 hl. takken cn
217 str. Ie kw., met kalk 265 bl.
cn 215 sir. Ie kw., met I' super 290
bl. t. cn 221 str. Ie kw. met I patent
kali 322 bl. l. en 230 str. Ie kw., met
li/g .Chili ui t. en 235 str. Ikwi
De volgoido was hier dezelfde als
op 't le veld, de Chili leverde de meeste
bloeiende lakken en Ie kwaliteit strui
ken, daarna de patent-kali. Kalk vermin
dert ook hier ccnigszins de opbrengst.
Echter niet in vcreeniging met de an
dere meststoffen.
Waar aan den kunstmest Chili, super
en kali werden toegevoegd, in de boven
vermelde hoeveelheden, stegen de oogst-
cijfei8 tot 192 bl en 546 kw sir.
Gaf men bovendien nog l K.G. kalk,
dan vermeerderde de oogst nog tot: 425
bl. takken; het aantal struiken bleef
gelijk.
Op beide veldjes gaf derhalve dc Chili-
salpctCr het mooiste resultaat; alleen,
deze meststof, nevens den stalmest aan
gewend, vermeerderde de opbrengst
reeds in hooge mate. Wie dus niet al de
genoemde meststoffen wil gebruiken
kan ook op eenvoudige wijze, dooi 't
gebruik van een enkele meststof, iju
rozenstruiken tot krachtiger groei en
rijker opbrengst aanzetten. C. B.
Gemeenteraad van Lisse.
Voorzitter de lieer v. Parijs, wethou
der, wegens ongesteldheid van den bur
gemeester.
Aanwezig 10 leden. Afwezig dc heer
Graaf van Lijnden van Saiidenburg.
De Voorzitter opent dc vergade
ring, de notulen der vier vorige verga
deringen worden gelezen. Op een aanmer
king van den heer P ij n a c k c r worden
groote liefde toe, dat een woord van haaf
meestal voldoende was om den knaap
rouwmoedig tot haar te doen komen,
cn van den anderen kant was het den
ouders hoogst aangenaam, den knaap
onder haar altijd werkzame hoede te
weten.
Later echter moest dc ki. gen-
spraak tusschen de inzichten zij. Iers
en de grondbeginselen zijner laiii- wel
opmerken. „Tot wien zal hij overhellen?"
vroeg Erna zich vaak angstig af. Van het
antwoord op die vraag zou het afhangen*
of dc zaden, door haar in zijn h u uit
gestrooid, en door haar met zachti ;i mil
verzorgd, tot wasdom zouden komen cn
zij het nog langer zijn zou, aan wie de
opvoeding van den knaap toevertrouwd
zou blijven.
Wat was zij veranderd, die Er -cn
zij indertijd na haar verblijf in oerg
tot het gewone leven op Harten$tei:i
terugkeerde, kou 't haar niet ontgaan, dat
met haar vader een grootc verandering
plaats greep. In de plaats van zijn prikkel
baarheid trad een beangstigende onver
schilligheid, die wel zijn verpleging lichter,
maakte, maar niets goeds voorspelde. Da
verloving van Herman met Lili Orben was
eigenlijk het laatste geweest, wat hein
voor korten tijd opmonterde.
iWordt vervolgd).