Zaterdag
BUITENLAND.
BINNENLAND.
2e Jaargang,
No. 52a
9c Ecicbehc Gou/tomt
Bureau OUDE SINGEL, 54, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAO, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
tn het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
34
Juni
1911.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit DRIE
BLADEN en een GEÏLLUS
TREERD ZONDAGSBLAD.
Saihenwerking rechts
LWij achten het een gelukkig verschijn
sel, dat in onze stad de samenwerking
tusschen de drie Christelijke kiesvereni
gingen in hechtheid toeneemt. In de
laatste paar jaar is eene aanmerkelijke
verbetering te constateeren. Wie zich de
toestanden van vroeger herinnert, toen
ter rechterzijde dikwijls onoverkomelijke
bezwaren aan eene gemeenschappelijke
actie in den weg werden gelegd, moet
toejuichen, dat thans bestaan drie goed
georganiseerde lichamen, wier besturen
bezield zijn met een ernstig streven om
ide zoo noodige eendracht onder de Chris
telijke partijen te bevorderen.
Zoo heeft men ook thans een basis
voor sac ~°"mden en is door
aannemi1 -r besturen
in de betrokken kiesvereenigingen aan alle
groepen recht wedervaren. Dat het vol
maakte bereikt js, stellen wij ons niet
voor; er zullen onder de leden der rech
terzijde ongetwijfeld gevonden worden,
die'meenen, flat nog te wenschen over
bleef. Men bedenke evenwel, dat bij een
coalitie altijd water in den wjjn gedaan
moet worden. Dat geldt voor iedere
partij; zou men onverzettelijk op zijn
vermeende rechten blijven staan, dan
.ware nimmer eenig vergelijk mogelijk.
De getroffen regeling voor het ver-
deelen der candidaten is het resultaat
geweest van rijp overleg en schenkt over
het algemeen bevrediging.
Wij juichen toe ,dat deze regeling tot
stand is gekomen, want zouden de drie
Christelijke kiesverenigingen niet
saamwerken, stonden wij aan een groot
gevaar bloot. Het gevaar nl. de meer
derheid in den gemeenteraad te verliezen.
Van deze allergewichtigste zaak moe
ten alle kiezers goed doordrongen zijn.
Immers, niet altijd schijnt het parool der
Katholieke Kiesvereeniging even gemak
kelijk opvolgbaar; er vallen soms dingen
voor, die voor ons onaangenaam zijn eii
hun nawerking niet missen. En dan wordt
leen offer, een zelfoverwinning van ons
gevraagd om toch te doen wat onze
leiders vragen.
Wellicht wordt van enkelen onzer een
offer gevraagd als waarop wij doelen.
Zouden zij hiertoe bereid zijn? Wij twij
felen er geen oogenblik aan. Boven per
soonlijke geraaktheid heeft bij het Katho
lieke kiezerscorps steeds gestaan het be
ginsel en nog nimmer is onze reputatie
van te zijn de best georganiseerde en
gedisciplineerde groep van alle politieke
partijen te schande gemaakt. Zoo zal het
ook in Juli bij de a.s. raadsverkiezingen
gaan. Het gezond verstand onzer kiezers
zal zegevieren en dit gezond verstand zal
zeggen, dat in het welbegrepen be
lang van onze partij, waarmede gepaard
gaan de belangen van onze stad, de can
didaten der Christelijke kiesvereenigingen
zonder uitzondering gestemd
moeten worden.
Nog enkele weken scheiden ons van
den dag der stemming, 't Is kalm en de
politieke hartstochten zijn nog niet ge
prikkeld. Laat men nu eens rustig over
wegen orn welke belangen liet gaat; laat
men bezadigd nadenken wat het resul
taat zal zijn als wij de nederlaag lijden
!en laat men het besluit maken te stemmen
gelijk de Katholieke Kiesvereeniging van
ons erlangt, te stemmen op de C h r i s-
telijke candidaten.
algemeen overzicht.
Het is uitgekomen, zooals we reeds
langen tijd voorspeld hebben, zooals icder-
leen wist dat het loopen moest, gister is het
Ministerie-Monis gevallen
•niet op eenig cardinaal punt, maar als
resultaat van een wraakneming der radi
calen, die gister het voorstel, dat de afge
vaardigden worden gekozen door het
meerderheids-kiesstelsel, zagen verwer
pen. Sedert .Train's monoplan op het veld
van Issy den invloedrijken minister Ber-
iteaux doodde en Monis voor weken in-
valiede maakte, was het ministerie een
wrak. Monis hoopte, dat dit wrak in de
haven van de groote vacantie zou kunnen
[aankomen en wilde niet vrijwillig heen
gaan. Met naar den wind draaien had hij
lenkeje netelige Jklippen weten te omzeilen,
maar het woord „regeeren" kon men op
Monis' pogingen om aan te blijven niet
toepassen en in het parlement heerschte
toenemende ontevredenheid. Toen kwam
de teere Jcwestie van het onvoorzichtig
raak praten van den nieuwen minister van
oorlog, generaal .Goiran, in den Senaat.
Dit verhoogde het misnoegen heden en
daarover werd een interpellate gehouden.
Monis had Goiran eenige half excusee-
rende, half volhoudende verklaringen ge
last, met belofte van hervormingen voor
de toekomst. Dit op order zeggen van
halfslachtige politieke zinnetjes ging den
bespraakten generaal minder goed af. De
Kamer bleef zeer koud. Toen had de oude
vice-premier Perrier bij vergissing een
oogenblik van onvoorzichtige flinkheid en
naar men zegt de instructies van Monis
verkeerd begrepen hebbend, zeide hij, dat
de regeering piet een motie kon aanne
men, waarbij enkel tot de orde van den
dag overgegaan werd, maar een motie
van vertrouwen wilde. Dit veroorzaakte
plotselinge opschudding jn de Kamer. De
vrienden van het ministerie en speciaal de
socialisten zijn ontsteld. De vijanden ste
ken de koppen bijeendaar komt nog bij,
dat een aantal vroegere voorstanders van
het kabinet, maar vijanden van evenredige
vertegenwoordiging, sedert gisteren lauw,
bijna vijandig gestemd zijn ten opzichte
Monis. Gisteren toch keurde de meer
derheid het bestaande kiesstelsel af, en
zij wijten dit aan de slappe regeering.
Een lange, verwarde stemming heeft dus
plaats. Het resultaat: een meederheid van
28 stemmen voor enkel overgaan tot de
orde van den dag. Dit is dus een echec
voor de regeering. Geschreeuw, gebrul,
gehuil, waarin men klanken alsGaat
heen! Ontslag! Ontslag! onderscheidt. De
socialisten beproeven een onmogelijke red
ding door een interpellant over een andere
zaak op de tribune te zenden, maar de
Kamer blijft brullen tegen de ministers,
die maar niet heengaan willen. De waar
nemende Kamerpresident Eti-enne ziet
geen kans stilte te krijgen, zet zijn hoed
op en gaat heen. De Kamer staat juichend
op, dp socialisten schelden, maar de mi
nisters moeten nu ook wel heengaan. De
oude Perrier is opgewonden, gansch van
streek. De ministers, die nog een toe
komst voor zich hebben als Delcassé gaan
kalm, bijna glimlachend heen. In het ge
drang .n de couloirs verneemt men, dat
Monis nog getelefoneerd heeft, dat men
den toestand moest zien te redden, door
te zeggen, dat hij, Monis, de motie van
eenvoudig tot de orde van den dag over
te gaan wel aan had willen nemen. Maar
dit bericht wekt enkel hoonend gelach,
weldra verneemt men, dat het ministerie
ontslag zal nemen.
President Fallières js juist gistermiddag
voor twee dagen naar Rouaan gegaan.
Het ontslag zal officieel ingediend wor
den bij zijn terugkomst
Wie opvolgen moet, is natuurlijk
volstrekt niet met zekerheid te zeggen.
Vier namen 't meest opCaillaux, Clemen
ceau, Delcassé en Poincaré. Caillaux acht
zich ezlf zeker de aangewezen opvolger.
Clemenceau was hoofdbewerker van
"Fallières verkiezing tot President, deze
blijft hem hiervoor dankbaar. Clemenceau
weet dit en sedert hij frisscher dan ooit
uit Zuid-Amërika terugkwam, is hij weer
hard aan het \yerk om zh'n terugkeer aan
het bewind voor te bereiden.
Delcassé zal volgens zijn vrienden niet
willen, wel zou hij gaarne Marine behou
den. Poincaré js een altijd genoemd tegen-
candidaat, die zich echter gewoonlijk te
rug-trekt. Tegen middernacht is geen en
kele zekere aanduiding te geven.
Men denkt niet dat Cruppi zijn porte
feuille behouden zal.
Een even groote herrie is het geweest
bij de opening van de
Bulgaarsche Sobranje
waar de koning even hartelijk ontvangen
werd als het Belgische koningspaar bij
de opening van hun parlement. Zoodra hij
gezeten was, vroeg de oppositie: „Wat
moet de jconing hier doen? Zijn plaats is
buitenWij zitten hier om over den ko
ning te rechten!"
Dadelijk daarop stond de geheele lin
kerzijde op en riep: „Weg met den kq-
ning!" waarop de rechterzijde antwoord
de met „Leve de koning!" Een woester
schouwspel, dat deze Kamerzitting bood,
laat zich bijna niet denken. Vierhonderd
personen schreeuwden jn de betrekkelijk
kleine zaal tegelijk uit alle macht; het
eene gedeelte gilde protesten uit, het
andere brulde hoera's. De koningin, prins
Kyrill en de diplomaten rezen ver schrikt
van hun zetels op. Koning Ferdinand ech
ter bewaarde zijn zelfbeheersching. On
danks het tumult, las de koning de troon
rede voor. Toen verliet hij onder voort
durend gejoel de vergadering. Toen hii
den grootsten schreeuwer, den boeren
leider Stambolinsky, voorbij kwam, keek
hij hem scherp aan door zijn lorgnet en
toen hij Jaier afscheid nam van minister
president Gesjof, zeide hij: „Jammer, dat
ik den man niet kende, ik zou hem gaarne
de hand hebben gedrukt, omdat hij mij
van de drukkende last van de plechtig
heid had willen bevrijden."
Wel leuk, als je het zoo kalm kunt op
vatten. Een heel andere ovatie js gister
weer het Engelsche paar te beurt geval
len, toen zij hun grooten ommetocht door
de stad maakten. Deze
groote optocht
die een veel langeren weg aflegde, miste
de buitenlandsche personen, maar was
veel uitgebreider en in sommige opzichten
schilderachtiger. Want afdeelingen van de
verschillende legerafdeelingen en korpsen
uit het heele rijk namen er aan deel. Zoo
lang de stoet in de City was, reden leden
van stadsraad en bestuur mee. Verder de
koloniale ministers en gouverneurs. In
het eerste rijtuig van deze groep zaten
Laurier, eerste minister van Canada,
Fisher, die van het Australische Gemeene-
best, en mevr. Fisher; in het tweedeWard,
die van Nieuw-Zeeland, mevr. Ward, ge
neraal Botha en mevr. Botha. Achter dit
laatste rijtuig ging een afdeeling Zuid-
Af rikaansche troepen. Jn een volgend rij
tuig zaten de sultan van Perak, de radja
van Chulan en de radja van Harun, met
den Britschen resident van Perak.
Dan volgde de Indische groep. Na een
afdeeling troepen, jn het eerste rijtuig
de maharadja .Gaekwar van Baroda. Hij
is 'een te machtig vorst om nog een ander
vorst naast zich te hebben. Hij heeft alleen
tewe leden van zijn gevolg bij zich in het
rijtuig. In het volgende rijtuig de maha
radja Holkar van Indore en de Agha chan,
met twee Jeden van het gevolg. En zoo
nog een aantal rijtuigen met Indische
grooten, de schittering van wier kleurige
gewaden en edelgesteenten men zich lich
telijk kan voorstellen.
Nu volgde de eigenlijke koninklijke
stoet, een lange reeks afdeelingen troe
pen, ook van de vloot, met kanonnen
dan een menigte Indische en Engelsche
adjudanten van den koning, opperofficie-
ren, militaire attachés aan de gezantschap
pen, officieren van Oostenrijksche, Duit-
sche en Spaansche regimenten, waarvan
de koning eere-kolonel is, dan koetsen
met hovelingen, een stoet stalmeesters te
paard, een groep aanzienlijke Indiërs te
paard, troepen, dan eindelijk de koets van
koning en koningin, door acht paarden
getrokken. Achter de koets de standaard;
daarbij reed Lord Kitchener; dan volgden
prins Louis van Battenberg, de hertog
van Teek, prins Christiaan van Sleeswijk-
Holstein; de graaf-maarschalk (de hertog
van Norfolk), tal van andere hooge hove
lingen, nog meer officieren, en aan het
eind garde te paard.
Ontzaglijk was de geestdrift der me
nigte, vooral toen het Koninklijk paar aan
het Buckingham paleis aankwam, werd
het door de dicht opeengepakte menigte
luidruchtig begroet.
Terwijl het koninklijk rijtuig over de
Mali reed, werd het bij het monument
van koningin Victoria een schitterende
ovatie gebracht. Alle aanwezige orkesten
speelden het volkslied, dat werd mee
gezongen door honderden weeskinderen
en schoolkinderen, die met vlaggetjes en
zakdoeken wuifden. Talrijke pleegzusters,
veteranen, waaronder soldaten uit dén
Kximoorlog, stonden om het gedenkteeken
geschaard. De kinderen en zelfs de politie
juichten den Koning en de Koningin
geestdriftigtoe.
De Koning en de Koningin zijn nog op
het balkon van het paleis verschenen en
werden door tienduizenden belangstellen
den ongemeen geestdriftig toegejuicht.
GEMENGD.
De correspondent van het „Berliner
Tageblatt" seint aan zijn blad: Naar het
heet heeft .Torgoet pasja bevel gekregen
ingeval van een aanval van Malissoren
op Turksche troepen, zoo krachtig moge
lijk tegenover de Malissoren op te treden
en hen te vervolgen, zelfs als de Turksche
troepen de jMontenegrijnsche grenzen zou
den moeten .overschrijden. Torgoet pasja
seinde heden, dat de opstandelingen nu
eindelijk wegens de amnestie, zoowel uit
Let ïurkscLe als .uit h§t M,o n ten eg rijns ch e
gebied, bij troepen naar hun dorpen be
ginnen terug te keeren en hun onderwer
ping aanbieden.
De vertegenwoordigers der groote
mogendheden hebben er bij koning Ni-
kolaas op aangedrongen, de Albaneesche
opstandelingen aan .te sporen, de amnes
tie der Turksche regeering aan te nemen.
De koning .weigerde echter tenzij een
of meer mogendheden voor naleving van
de voorwaarden der amnestie van Turk
sche zijde instonden. Allereerst moet de
termijn van tien dagen, voor de amnestie
gesteld, verlengd worden en moeten de
Turken afzien van de voorwaarde, dat zij
bloedige wraak nemen, als de amnestie
wordt verworpen.
In de Fransche Kamer verklaarde de
onderstaatssecretaris v5n ]Buitenlandsche
Zaken, naar .aanleiding van hem gedane
vragen, dat onmiddellijk nadat de verkla
ring vjjn de Portugeesche constituante
was medegedeeld, er een gedachtenwis-
seling tusschen Itali en de groote mogend
heden plaats gehad heeft over een even-
tueele erkenning van het nieuwe regime.
Er was alle aanleiding om t* gelooven,
dat een beslissing niet verre meer was.
In de Spaansche Kamer las minister
Canalejas een decreet voor, waarbij de zit
tingen van het parlement voor onbepaal-
den tijd worden verdaagd.
Ongunstig nieuws komt weer uit het
opstandgebied in Jemen. Een sterke macht
opstandelingen heeft de voorhoede van 't
leger van Mohamed Ali pasja overvallen.
Die voorhoede bestond uit vier bataljons
met vier kanonnen en was gelegerd op 5
K.M. buiten Geezan. De opstandelingen
doodden duizend soldaten en verwondden
duizend soldaten en verwondden er vijf
honderd, meest met dolken. De troepen
vluchtten in wanorde naar Geezan, door
de opstandelingen vervolgd.
In de verwarring wierp een Turksche
kanonneerboot granaten in Geezan, waar
mede zij honderden soldaten doodde.
De Arabieren trokken eindelijk terug
met als buit vier kanonnen, twee maxims,
tweeduizend geweren en een massa mu
nitie en levensmiddelen.
De bevelhebber van de troepen wordt
vermist.
Koninklijke besluiten.
Bij kon. besluit is benoemd tot ridder
in de orde van den Nederlanjdschen
Leeuw de heer dr. .C Hoitsema, munt
meester bij 's Rijks Munt te Utrecht en
mr. J. A. de Bas, griffier der arr.-recht-
bank te Amsterdam
is de le-luit. B. C. P. van Veen, van het
korps pantserfortartillerie, ter zake van
tijdelijke ongesteldheid op non-activiteit
gesteld
is aan den reserve-officier van gezond
heid 2e lel. A. van Seventer, een eervol
ontslag verleend uit zijd gemelde be
trekking tot de landmacht
is aan den reserve-officier van ge
zondheid 2e kl. F. H. M. Raymakers,
een eervol ontslag verleend uit zijn ge
melde betrekking tot de landmacht
is benoemd tot directeur van het te-
telegraafkantoor te Maastricht J. P.
Schoonhoven, thans hoofdcommies der
telegrafie
is benoemd tot directeur van het post
kantoor te Aardenburg ,P. L. Ie Roy,
thans klerk der posterijen le kl.
is aan den inspecteur van den genees
kundigen dienst der zeemacht dr. C. J. 1de
Bruyn Kops wegens langdurigen dienst
eervol ontslag uit den zeedienst ver
leend
bij de zeemacht bevorderd:
tot inspecteur van den geneeskundigen
dienst (met den rand van schout-bij-
nacht) de dirigeerende officier van ge
zondheid le klasse dr. C. T. Humme
tot dirigeerend officier van gezondheid
le kl. de dirigeerende officier van ge
zondheid 2e kl. O. Engelken.
tot dirigeerend officier van gezondheid
2e kl. de officieren van gezondheid le
kl. dr. I. G. ten Noever de Brauw en J.
Vorstman
tot officier van gezondheid le kl. de
officier van gezondheid 2e kl. F. H. ter
Poorten.
Bezoek H. M. de Koningin
aan 's Rijks Munt.
Gistermiddag kwart voor drie bracht
H. M. de Koningin haar aangekondigd
bezoek aan 's Rijks Munt te Utrecht.
Zij was. vergezeld door eenige leden der
hofhouding.
H. M. werd ontvangen in de fraai inet
groen en bloemen versierde vestibule
van de Munt. Ter ontvangst waren aan
wezig de volgende autoriteitende mi
nister van Financiën, Kolkman, de rijks-
muntmeester Dr. Hoitsema, mr. v. Gijn,
thesaurier-generaal bij het departement
van Financiën, prof. mr. Quack, directeur
en mr. Moens, secretaris van de NederL
Bank, de leden van de muntcommissie,
de hoogleeraren van Rómburgh en Co-
hen, burgerlijke en militaire autoriteiten
enz. Bij het binnentreden van het ge
bouw bood een dochter van den munt
meester H. M. een ruiker aan.
Nadat H. M. had plaats genomen op
den voor H. M. gereedstaanden zetel
hield minister Kolkman een korte toe
spraak. Spr. stelde in het licht, dat het
bezoek van H. M. op dezen dag bijzon
der werd gewaardeerd, omdat nu ni«^
alleen het nieuwe tehuis geheel en voot
goed in gebruik werd genoemn, maar
tevens na lange jaren aan 's Rijks Munt
wederom geslagen zullen worden de
standpenningen, die den hoeksteen van
ons muntstelsel vormen. Spr. bracht in
herinnering, het bezoek door H. M. de
Koningin-Moeder, de oude Munt ge -
bracht, wel' e in ee/i toestand van verval
verkeerde. Het oude gebouw is 200 ja
ren in gebruik geweest.
In verband hiermede herdacht spr. wij
len den muntmeester Van de Wall Bake,
wiens ideaal een nieuw gebouw was ge
weest. Het nieuwe gebouw is ontwor
pen naar zijne gedachten.
Spr. eindigde met den wensch uit te
spreken, dat 's Rijks Munt nog vele ma
len gouden standaard-munten zal hebben
te slaan en dat het nimmer aan overvloe-
digen arbeid zal mogen ontbreken.
Met dezen wensch heette minister
Kolkman H. M. welkom in 's Rijks munt
en noodigde Haar uit tot een .rondgang
door het nieuwe gebouw.
Allereerst begaf men zich naar de ex
positiezaal en van daar naar het smelt
huis, waar H. M. een fraai plaque in
goud, zilver en brons, voorstellende aan
de eene zijde het oude smelthuis en aan
de andere zijde de opdracht: „H. M. de
Koningin bezocht 's Rijks Muint 1911".
werd aangeboden.
In het smelthuis lagen twee partijen
baar goud, een partij zuiver fijn en een
partij z.g. tientjesgoud, onderscheiden
lijk ter waarde van f 1.800.000 en van
f 392.000.
Vervolgens begaf JH- M. zich naar de
pletterijs het blanchiment en van daar
naar de weegzaal en de muntzaal.
In de muntzaal verleende H. M. Hare
medewerking voor het slaan van het eer
ste gouden tientje.
In de bibliotheekzaal werden ten slotte
ververschingen rondgediend en onder
hield H. M. zich met eenige autoriteiten.
Te 10 minuten voor 4 verliet H. M. het
gebouw weder en vertrok Zij onder ge
juich van het publiek per auto naar het
station.
Socialistische Manieren.
Over het ook door ons gewraakte op
treden van het socialistische Kamerlid
Duys, in de Kamerzitting van gisteren,
zegt de overzichtschrijver van het (lib.)
„Vad."
Een dag van replieken. Eerst twee
uur lang de heer Duys, die zoo heftig
van leer trok, dat om de vijf minuten de
voorzitter tusschen beide moest komen.
De speech had waarlijk achterwege kun
nen blijven, ze was militant, scherp, bru
taal, vroolijk soms, maar zulke redevoe
ringen overtuigen niet, ze amuseeren
nauwelijks.
De overzichtschrijver in de (oud-lib.)
„Nieuwe Crt." meent.
De gevatheid van dezen sociaal-demo-
cratischen meeting-held is werkelijk ver
bluffend. Maar de toon en de keuze van
uitdrukking en debatteer-materiaal gaat
zoo alle perken van behoorlijkheid te
buiten, dat men het slechts betreuren kan
een groot deel der Kamer door haar
aandacht en gelach aan dit onhebbelijk
en onwaardig geschetter aanmoediging te
zien geven.
Het is ongeloofelifk om welke platte
grollen en grove „moppen" die aan een
koffiehuistafel nauwelijks zouden wor
den aangehoord, de Kamer in een luid-
druchtig gelach uitbarst. Men gevoelt
waarlijk deernis met den president, tot
wiens taak het behoort de Kamer-debat
ten althans op eenigszins redelijk peil
te handhaven en die urenlang aan deze
Jan-Rapperijen een gespannen aandacht