Gemengd Nieuws.
Uit de Pers.
Erna von Harneck.
als het dusver zoo welgevestigde vertrou
wen, dat zoo onverhoeds krukken ging,
op wat wijs dan ook grif en gaaf kon her
steld worden.
De „T ij d" schrijft in een artikel over
Absenteïsme o.a.
Uit den aard van het absenteïsme volgt
vanzelf, dat de hoeveelheid wetgevende
arbeid, welke door een vergadering kan
verricht worden, geenszins een onbeperk
te is, en dat met de bepaalde mate van
arbeidskracht van zoodanige vergadering
rekening moet worden gehouden.
Van dj/: standpunt maar van dit
standpunt alleen kunnen wij b.v. het
votum van 8 Juni jl. tot verschuiving van
de openbare behandeling der Militiewet
verklaarbaar en (hoezeer die verschuiving
zelf ons leed doet) verdedigbaar achten.
De werkkracht der Kamer scheen zoo
goed als uitgeput. Werd het wetsontwerp
ook al in behandeling genomen, men zou
hoogstwaarschijnlijk of halverwege in den
arbeid zijn blijven steken, of door over
haasting en gebrekkige wijze van behan
deling slecht werk hebben geleverd.
Aan de regeering de plicht te overwe
gen, in hoeverre een noodwet in den staat
van militaire weerloosheid, waarin wij
ons bevinden, thans noodzakelijk is ge
worden
Vertroebeling.
De „Nederlander" schreef onder
dit opschrift:
Ten opzichte van het Tarief ziet men
zonderlinge dingen geschieden.
Ofschoon de vraag: vrijhandel of pro
tectie? volstrekt geen vraag is, waarop po
litieke schakeering van rechts of 1 i n ks
een beslissend antwoord geeft, ofschoon
men aan de rechterzijde zoowel vrijhan
delaars, als aan de linkerzijde protectio-
nisten vindt, wordt het toch van liberale
zijde aldus voorgesteld, of de verhooging
van het Tarief een politieke zaak was, al
leen van rechts gewild. En men spant er
de zoogenaamd algemeene vereenigingen
van winkeliers voor om den wind te bla
zen in deze politieke zeilen.
In Amsterdam en in Den Haag kwam
een beslist tegenstander van de Tariefs
herziening aan het woord, in Rotterdam
liet men een voorstand en een tegen
stander spreken, maar de laatste had een
motie tegen de wet reeds kant en klaar
bij zich, en werd hem gelegenheid gege
ven deze aan de vergadering voor te leg
gen. Alsof na één spreekbeurt een verga
dering bevoegd is om over een zoo veel
omvattend ontwerp als de Tariefsherzie
ning te oordeelen!
In Weesp treedt de „liberale vereeni-
ging" als gangmaker tegen 't Tariefont-
werp op en zij verspreidt, ter aankondi
ging eener vergadering, waarin de libe
rale propagandist De Jong optreedt, een
biljet, waarin o.a. het volgende fraais te
lezen valt
„Zwaar drukt de hand der tegenwoor
dige 'Regeering op het Nederlandsche
Volk, op de „kleine luyden" vooral.
De belastingschroef wordt pijnlijk aan
gezet, op on-christelijke manier.
De pijp tabak, de sigaar, moogt ge
straks duurder betalen. En wordt de ta-
riefwet, die volk s-v ij a n d e 1 ij k e wet
aangenomen, enz.
Het is waarlijk alsof men reeds in Juni
1913 is. Zulke pamfletten voorspellen
reeds wat ons dan te wachten staat.
Intusschen wordt de zaak waar het om
gaat door zulk politiek gedoe niet wei
nig vertroebeld. Late de Kamer er zich
niet door van de wijs brengen!
De vraagpunten der Ziektewet,
De (oud-lib.) „Nieuwe Courant"
hoopt, dat de Kamer de drie vraagpunten,
betreffende de Ziektewet met neen mo
ge beantwoorden.
Indien zij zich aan moties of resoluties
waagt een hachelijk ondernemen
om kort geformuleerd den minister ken
baar te maken wat zij in plaats van het
door hem aangebodene zou wenschen,
moge het dan toch in elk geval geschie
den in zoodanigen vorm, dat haar ontken
nend antwoord daardoor niet in het minst
worde veronduidelijkt of verzwakt.
Want wat een dialecticus uit een paar
eenvoudige formules weet te halen, dat
bewijst de ministerieele Nota over de
vraagpunten, die de Kamer stelde.
Het zal dus verreweg verkieslijk |ijn,
niets anders dan Neen te zeggen. De mi
nister weet dan ineens, dat hij een paar
ondeugdelijke, hoewel dierbare theorieën
van sociale wetgeving kortweg heeft los
te laten. Dan kan men in zijn departe
ment op andere grondslagen waarnaar
men waarlijk niet heeft te gissen of te
zoeken, naar eigen, niet-Duitsch model
een nieuw plan optrekken.
Nu lijkt het wel alsof men vandaar de
Kamer toeroept: zoo onze ontwerpen u
niet aanstaan, kom zelf maar eens voor
den dag. Dan is de critiek van onzeln
kant aan 't woord.
Of de Kamer daar in zal loopen, staat
nog te bezien.
Provinciale Staten van Zuid-Holland.
De eerste vergadering der Prov. Staten
van Zuid-Holland wodrt geopend op Dins
dag 4 Juli a.s., des voormiddags te 11
ure.
Oed. Staten hebben aan de Prov. Sta
ten overgelegd de rekening der Prov.
fondsen dienst 1909; voorgesteld wordt,
deze rekening vast te stellen in ontvangst
ter somma van f2.580.744.60y2) en mits
dien met een voordeelig saldo van
f 135.474,501/2f
Voorts is ingediend de ontwerp-begroo-
ting der provinciale inkomsten en uitgaven
dienst 1912. Volgens deze ontwerp-be-
grooting wordt gevorderd de heffing van
14 opcenten op de hoofdsom der grond
belasting en van 1 1 opcenten op die der
personeele belasting dienst 1912. De pro
vinciale inkomsten zijn geraamd op
f3.515.754.68 en de uitgaven op gelijk
bedrag.
Verder bieden Ged. Staten aan Prov.
Staten aan een afdruk van het verslag
over 1910 omtrent de werken, waarvan de
uitvoering of het toezicht is opgedragen
aan den hoofdingenieur van den provin
cialen waterstaat. Daaruit blijkt, dat de
hoofdingenieur het raadzaam ac'ht, in 1913
te beginnen met het aanbrengen van eene
meer deugdelijke boordverdediging langs
het jaagpad aan den Rijn van Leiden
tot aan de grens met de provincie Utrecht
Betrefefnde de werken tot omleg
ging van het R ij n-S chiekanaal bui
ten Leiden, wordt medegedeeld, dat thans
avle benoodigde gronden zonder gerech
telijke onteigening in der minne zijn ge
kregen. Het eerste bestek, omvattende
den bouw van een nieuwe brug ter plaat-
re van de Lammebrug en den aanleg van
750 M. kanaal onder de gemeente Zoeter-
woude, wordt in de maand Juni aanbe
steed. In den loop vari dit jaar zal voorts
ook de bovenbouw van de nieuwe Lam
mebrug aanbesteed kunnen worden, als
mede het maken van eenige dienstwonin
gen voor het brugpersoneel.
De voltooiing van de verlegde spoor-
wegbaan met de nieuwe spoorwegbrug
over de tweede coupure der Gouwe
is in den zomer van het jaar 1911 te
verwachten.
Toen in het najaar van 1910 het pacht-
contract voor het overzetten over den
Rijn te Gouwesluis eindigde, bleek
er bij den veerman, die dit veer reeds twin
tig jaren bedient en die overigens be
reid was deze bediening op de bestaande
voorwaarden voort te zetten, bezwaar te
bestaan tegen het overzetten van perso
nen gedurende den nacht tegen gelijk ta
rief als des daags. Dit geeft Ged. Staten
aanleiding om een nachttarief voor te stel
len voor de veergelden langs den Rijn,
aan de Gouwesluis en aan den Hofweg.
Verder wordt voorgesteld, Gedeputeer
de Staten te machtigen, ten behoeve van
voorbereidende maatregelen ter voorzie
ning in de behoefte aan drinkwater
geldelijken steun uit de provinciale kas
te verleenen tot de helft van de door het
rijk toe te kennen bedragen en onder de
zelfde voorwaarden als het rijk aan zijn
steun verbinden zal.
Ged. Staten stellen voor, gelijk reeds
kortelings door ons is gemeld, afwijzend
te beschikken op het verzoek van het be
stuur van de afdeeling Leiden en
Omstreken der Hollandsche Maatschappij
van Landbouw, dat de provincie voor
een bedrag van f1500 zal deelnemen in
het waarborgfonds voor de in de maand
September vanwege die afdeeling te Lei
den te houden groote landbouwtentoon
stelling. Blijkens het adres was men voor
nemens geweest, op de Leidsche ten
toonstelling den te Gouda ten aanzien;
van den zuivel met steun van rijk en pro
vincie begonnen arbeid voort te zetten;
en aan te vullen. Nu echter de zuivelaf-
deeling vervalt, meenen Oed. Staten dat
er geen reden is, een subsidie voor deze
tentoonstelling te verleenen.
Voorts wordt een provinciale subsidies
voorgesteld voor de vereeniging tot be
vordering van de opleiding tot instru
mentmaker te L e i d e n van f 900.
Sedert lang is in overweging de vraag,
hoe de gemeente B o s k o o p, het centrum
van de Boskoopsche cultuur, welke zich'
een plaats op de wereldmarkt heeft ver
overd, aan het spoorwegverkeer
aan te sluiten waren.
Ook naar het oordeel der regeering is
met het oog op het vervoer der iBos-
koopsche producten naar de voornaam
ste plaatsen in ons land en naar het bui
tenland, exploitatie van een lijn Gouda-
Boskoop-Alfen door de Maatschappij tot
Staatsspoorwegen het meest gewenscht,
Met deze Maatschappij werden daarom
ook na het tot stand komen der overeen
komst met de Holl. Electr. Spoorweg
maatschappij door de regeering de on
derhandelingen voortgezet. Het resultaat
dezer onderhandelingen is een voorstel
der regeering, dat Ged. Staten zeer aan
nemelijk voorkomt.
De minister van waterstaat is nl. bereid
te bevorderen, dat de aanleg van de lijn
op kosten van den staat wordt onderno
men, mits de streek, dat is de provinciej
en verdere belanghebbenden een rente
loos voorschot te verzekeren tot een geza
menlijk bedrag van f800.000.
Ged. Staten geven aan de Staten in
overweging, hen te machtigen, den mi
nister mede te deelen, dat de provincie
bereid is voor den aanleg van een lijn
Gouda-Boskoop-Alfen, aan te leggen door
den Staat en te exploiteeren door de Maat
schappij tot Exploitatie van Staatsspoor
wegen, aan den Staat een renteloos voor
schot te verleenen van f500.000, mits de
verdere belanghebbenden als renteloos
voorschot of in een anderen vorm als door
de regeering aannemelijk mocht worden
geacht, voor den aanleg tezamen f300.000
bijdragen.
Eindelijk is ingediend een ontwerp-be-
sluit tot wijziging van het bijzonder regle
ment voor den polder Oudendijk (gem.
Wo u br ugge.
Ongelukken. Woensdagmiddag
is te Fijnaart een jonge dame, die per
fiets een toertje maakte, even buiten
deze gemeente door een tot nu toe on
bekend gebleven persoon aangerand, van
haar portemonnaie beroofgd en met fiets
en al in een sloot geworpen.
Donderdagnamiddag is te Ouden
bosch de 17-jarige schippersknecht van
het schip Cornelia, uit Bruinisse, die
het schip van ibuiten reinigde, in de ha
ven gevallen en verdronken. Zijn lijk is
eenige oogenblikken daarna opgehaalde
Donderdagnacht is in het Boter-
diep bij de stoomcartonfabriek Ceres'
te Ulrum verdronken de oud W.-L mi
litair S.
Woensdag is levenloos in de Din-
k'el gevonden B. O, landbouwer teWeer-
selo, daar aan het grasmaaien. Hij is om'
zijn dorst te lesschen met een kopje
naar de Dinkel gegaan, is vermoedel ijk!
uitgegleden en zoo te water geraakt.'
Eergistermiddag is te Finsterwoldc
de vrouw van den veldarbeider H. in
eene s'o )t onder een neervallende wagen
vracht gebonden roggestroo geraakt. De
vrouw is levenloos uit het water opge
haald.
Men meldt uit Almelo:
Terwijl gisterenmorgen de vrachtrijder.
het Schalverdi passeerde, klommen eeni
ge kinderen in den onder den wagen be
vindenden bak. Een der kinderen, W. P.,
geraakte hierdoor onder den wagen en
kreeg een der wielen over het hoofd en
borst, waardoor de dood onmiddellijk!
intrad.
Derde Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 17 )uni.
Een lied per week.
1 No. 34 uit „De L e e u w e r k".
Groot-Nederland.
f JVoorden van Muziek van
SVillem Oyssels. Emiel Hullebroeck.
IJ
KZaar onze taal als vrije tol'fcy
Uit vrije zielen vaart,
jPaar leeft, daar streeft éénzelfde volk,
In éénen band geschaard.
Pe grenzen over wijd en zijd,
De gansche wereld rond,
JVereenigt ons ten rechten strijd,
Het Nederlandsch Verbond,
[Vereenigt ons ten rechten strijd.
Het [Nederlandsch Verbond
2
JVaar >t lot ons leven heeft gevesf,
Trouw gloeit der liefde vlam,
Jn Noord en Zuid, in Oost en West,
Voor onzen eigen stam.
Niet langer laten wij, verdeeld,
Ons boren in den grond
Wij winnen eigen woord en beeld.
Door 't Nederlandsch Verbond,
Wij winnen eigen woord en beeld,
Door 't Nederlandsch Verbond!
3
[Een volk dat zooveel helden schiep.
Geeft nog van grootheid blijk1,
pat eeuw'ge Kunst in 't leven riep;
Is nog aan daden rijk.
peen macht vernielt het stamgevoel.
Dat door ons harte zont,
Zoolang wij opgaan in het doel,
Van 't Nederlandsch Verbond 1
Zoolang wij opgaan in het doel,
Van 't Nederlandsch Verbond!
4
Geen noodIn onze zeilen blaast
Er thans een goede wind,
Waardoor in 't volk'renkoor welhaast
Ons volk zijn rang hervindt.
Hoog ons gemoedDe toekom'st voert,
Ons dra teil zegestond.
.Sterk zij de bond die ons omsnoert,
Van 't Nederlandsch Verbond!
Sterk zij de bond die ons omsnoert;
Van 't Nederlandsch Verbond!
Het uitstel der Militiewet
Dr. W. H. Nolens noemt in de „NI e u -
,\ve iVenlosche Courant" het Ka-
merbesluit, om de Militiewet niet meer in
behandeling te nemen, een verstandig be
sluit.
Wel niemand zal ontkennen meent
dr. Nolens dat de behandeling der Mi
litiewet in de maand Juli met het oog op
het gewicht der zaak en de omvangrijk
heid der stukken te spoedig zou zijn ge-
- weest, en zeker in een voor de Kamer on-
gewonen tijd zou vallen.
Het e'en en ander is voor die behande
ling schadelijk.
Men kan echter over die bezwaren heen
stappen, indien daartegenover staat de
zekerheid of althans de weerschijnl/ijk-
heid dat de wet op den gewenschten da
tum In het Staatsblad zóu komen te staan
Die waarschijnlijkheid bestond niet
Integendeel.,
Veeleer was het waarschijnlijk, dat de
iKamer ïn de behandeling zou blijven ste-
'ken.
Want de ervaring leert dat ook van een
;college als de Kamer niet te veel verlangd
mag worden.
Alle omstandigheden in aanmerking
inemende moest men wel tot het besluit
komen, dat, wil men geen onbekwamen,
maar bekwamen spoed behandelen, de
ppenbare behandeling tot het volgende
zittingjaar moest worden uitgesteld.
Maar dan bestaat er ook geen enkele
reden meer om die behandeling zoo spoe-
FEUILLETON.
Naar het Duitsch.
45)
U zult heden een der elegantste
dames zijn, voegde de majoor erbij. Deze
samenstelling is nieuw.
Zeker, papa, zeer schoon, begon
lErna", en ik dank u voor uwe opmerk
zaamheid....
Maar het toilet bevalt je toch niet...
jJiVildei gij mij dat te verstaan geven, on-
fderbrak hij haar vertoornd, een stoel
nabij de tafel schuivend.
Neen, ik! vind het schoon, zeer
schoon, alleen maar
Bitte, laat je door niets terughouden
mij je meening te zeggen. Anders aarzel je
toch niet, mij 'teen of ander te verklaren.
Dus: alleen maar?
Erna had, terwijl zij haar toilet vol-
ieindde, het besluit genomen, haar vader
te vragen, haar geen kostbare zaken meer
Te schenken. Hoe moest het toch al gaan
imet dit lange oponthoud in het hotel,
*teene diner na 't andere en voortdurend
rijtuigen?, yriendelijk had zij 'them willen
dig mogelijk, stel begin October, te doen
plaats hebben.
Slechts voor hen die niet op de hoogte
zijn van alle omstandigheden kan het be
sluit der Kamer den schijn hebben van
gebrek aan medewerking harerzijds aan
afdoening der zaken.
Niet het gevoel, maar het verstand moet
in deze dingen beslissen.
Voor een geregelde behandeling en een
in alle opzichten te rechtvaardigen tot
standkoming der Militiewet kan het be
sluit der Kamer m.i. niet anders dan be
vorderlijk zijn.
De „S t a n d a a r d", die nogmaals over
het uitstelvotum van de Kamer schrijft,
acht Ide vrees van sommigen, dat het ge
beurde een scheur in de coalitie zal trek
ken, overdreven
Maar stoch zou het onvoorzichtig zijn,
te ontkennen, dat er een steentje los is
geraakt. Aanvankelijk zwegen we over dit
punt, om eerst te zien hoe de Roomsch-
Katholieke pers zich zou uitlaten. Nu
bleek dat deze, evenals wij, de zaak ern
stig opvatte, en ten deele zelfs den moed
had, otn niet onvoorwaardelijk de hou
ding van de Roomsch-Katholieke Kamer
club goéd te keuren, zij er ook onzerzijds
een kort woord over gezegd.
Tusschen bondgenooten moet overleg
bestaan.
Nu is de ^R.-K. Kamerclub, naar men
thans met zekerheid weet, eerst den eigen
morgen bijeengekomen, en heeft vlak vóór
de Kamerzitting begon, haar besluit ge
nomen. Dit gebeurde, zonder dat er met
de antirevolutionaire club ook maar écn
woord over gewisseld was. En zelfs toen
de Kamer begon, en de Roomsch-Katho
lieke club op het punt stond haar voorstel
te doen, is van dat voornemen aan de An
tirevolutionaire club met geen woord ken
nis gegeven. Er heeft dus noch overleg
vooraf, noch zelfs mededeeling daarna
plaats gehad. Men is geheel zijn eigen weg
gegaan en heeft zonder ons en geheel
buiten ons om gehandeld, en dat niet
tegenstaande men zeer wel vermoeden
kon, dat het voorstel dat men ging indie
nen, ons zeer leed zou zijn.
Het blad meent, dat er voor de R. K.
Kamerclub in het minst niet periculum
in mora bestond om het voorstel te doen,
nu de voorzitter slechts zijn voorne -
men te kennen had gegeven een voorstel
te zullen doen, zoodra het Eindverslag er
was.
Voor dè Kath. Kamerclub was de tijd
om te spreken, nog niet gekomen. Dat ze
nu sprak, was geheel voorbarig. Ze sprak
vóór haar tijd.
Was er nu geen periculum in mora, en
ware het zelfs en règle geweest, dat de
beslissing over de Militiewet niet voor 20
Juni viel, dan treedt uiteraard het zich ont
houden van alle overleg in nog raadsel
achtiger licht.
Meri staat in de Kamer altoos met de
oppositie vlak voor zich, en in casu wist
de R. K. Kamerclub vooruit, dat de oppo
sitie haar gretig steunen zou, om haar
beide bondgenooten schaakmat te zetten.
Hieraan is in zulk 'n geval niet te ontko
men, maar juist dit leent dan aan zulk een
houding altoos een nog minder aange
naam karakter. Het was een gelijk geval
ajs met de subsidie voor de leeszalen.
Niet natuurlijk, alsof dit door de Club zoo
bedoeld was, maar men wist toch vooruit,
dat het hierop zou uitloopen.
Wat de houding tegenover de regee
ring betreft, zij het oordeel aan de regee
ring overgelaten. Daar mengen we ons
niet in. We bespreken de zaak uitslui
tend uit het oogpunt van de Coalitie. Iets
wat niet kan uitblijven, daar we vlak
voor de gemeenteraadsverkiezingen staan.
Nu zijn er zoo enkele dingen, die elke
Coalitie, elk bondgenootschap, als onmis
baar onderstelt, en oncfer deze dingen nu
behoort in de eerste plaats, dat men, waar
het kan en het#gewicht der zaak het me
debrengt, overleg pleegt.
In zake dit overleg nu hebben we ons
dusver over de Roomsch-Katholieke Ka
merclub allerminst te beklagen gehad. In
tegendeel, ze was hierin steeds loyaal toe
schietelijk. Juist daarom echter heeft het
geen nu geschied is, de onzen in breeden
kring pijnlijk aangedaan. Reden waar
om het ons gewenscht zou voorkomen,
vragen, maar nu zij tegenover hem stond,
vond zij niet de geschikte woorden.
Zoo zeide zij eindelijk slechts
Aan mijn dankbaarheid verandert
dat natuurlijk niets, maar ik had liet kleed
niet noodig en... ik ben geschrokken
van zijn kostbaarheid.
Ongeduldig wierp baron 'Harneck eeni
ge geopende brieven, die hij medege
bracht had, naast zijn bord en begon te
ontbijten. Geen woord werd gewisseld.
Erna merkte op, dat haar vaders snor,
door de zenuwachtige bewegingen van
zijn mondhoeken, trilde.
Van tijd tot tijd wierp de vrijheer booze
blikken op de medegebrachte brieven.
Verdrietig greep hij den bovenste, toen
hij het geledigde kopje van zich schoof.
Twee, drie papieren gleden eruit op den
grond. Erna bukte en legde ze weder
op tafel, het een, dat verkreukeld |Was,
onwillekeurig gladstrijkend.
Geef den brief dadelijk hier! riep de
vader. Ik houd niet van dat spionneeren.
Met een trotsche beweging volgde zij
zijn bevel op en trad weder naar Jiet
venster. Achter haar hoorde zij van tijd
tot tijd een onverstaanbaar woord mom
pelen de papieren ruischten onheilspel
lend in de handen van den toornigen
vader.
Erna was gaarne in ,de eenzaamheid
van haar kamer gevlucht; zij moest nu
steeds de tranen weerhouden, die zich
doortocht wilden banen, ^tWas haar zoo
droef te moede. Het verlangen, datgene
te ontvluchten wat haar drukte, kon zij
nauwelijks meer meester worden.
Daar werd buiten het heldere geluid
van bellen hoorbaar. Ayt een sierlijke
boog gleed de slede rechts den (hoek
om e stond eenige oogenblikken later
voor het hotel.
Zoodra de roodbepluimde koppen der
paarden zichtbaar werden, verliet Erna
haar plaatsde kamenier kwam toeschie
ten met bontmantel en pelsmuts. Met een
kort afscheidswoord wilde zij de kamer
verlaten, toen de stem haars vaders haar
deed stilstaan.
Zoudt ge je niet van te voren over
tuigen, wie in de slede zit? Misschie|n
wacht je anders beneden een staatsgreep.
Erna haalde de schouders op. Daarna
boog zij groetend met het hoofd en ver
trok.
Zij vindt het waarachtig niet eens
noodig bromde de vader, 't Wordt tijd,
dat ik de waarschuwing van Orben be
tracht.
Met half booze, half verlegen uitdruk
king op het gelaat ontving Neinstetten
freule van Harneck in de vestibule.
^aqroni zijt gij afgestegen?, vroeg
zij gelaten. Bitte, neem de teugels weer
in handen. Papa's bediende verstaat voor
treffelijk de kunst, de'dekvacht te spreiden.
Daarna trad zij naar buiten en wisselde
vriendelijke groeten met mevrouw von
Eichstett. Vlug werden de jolaids geschikt
en het groote berenvel met zilveren klauw
ingehaakt. Een korte aansporing van
Neinstetten en de paarden ijlden met hun
lichten last heen.
De heldere, zuivere klank der zilveren
klokjes, die den met een hoogen veder
bos bekroonden riem sierden, die over
den ruggegraat der paarden liep, mengde
zich met. het snuiven der rossen, die in
hun tooi overmoedig het hoofd ophieven.
Groote witte dekken fladderden als zeilen
langs de zijden der dieren. Inderdaad, op
het gespan van Neinstetten viel niets aan
te merken.
De bezitter keek norsch voor zich uit.
Wat had hij er nu aan, zoo dicht bij Erna
te zijn? Geen enkel woord kon bij fceggan
zonder dat mevrouw Eichstett het hoor
de. En hij had nog wel bij deze gelegen
heid aan zijn wachten en verlangen een
einde willen maken. Weerspannig schud
den de paarden den kop, als Neinstetten's
hand telkens weder aan de teugels trok
en rukte.
Buiten de stad was de plaats van (sa
menkomst. Langzamerhand kwamen ide
sleden daar aan, gevuld met menschen,
wien op dezen helderen winterdag levens-
lust en vreugde uit de oogen straalde. (Met
de regimentsmuziek voorop en een fantas
tisch met dennentakken en roode drape
rieën versierde wagen, zette de stoet zich
in beweging. Eerst kwamen eenige groo-
tere sleden met de oudere dames, daarna
de kleine, ieder met een of twee jongere,
alle door de heeren zelf bestuurd.
Het was betooverend schoon buiten.
Op breede, gladde baan ging het vooruit
In den aanvang leidde het land slechts
vlak langs den weg uit, met hier en daar
een achter boomen verscholen woning of
pachthoeve, daarna rees de weg een wei
nig, boschpartijen verschenen hier en daar
en eindelijk ging de bocht door het woud
De rit scheen Erna schooner dan een
sprookje. Fonkelend en glinsterend ston
den daar de boomen in hun witten
sneeuwtooi; de ijsnaalden der dennen en
beuken schitterden in de zonnestralen als
brillanten. Dik en zacht dekte het sneeuw
tapijt den bodem, het oog door zijn hel
der wit verblindend. Gedempt en ondui
delijk bereikten eenige tonen der muziek
haar oor. Erna moest zich geweld aan
doen om niet in droomerij te verzinken*
(Wjordt vervolgd.)