Gemengd Nieuws. Uit de Pers. Erna von Harneck. als het dusver zoo welgevestigde vertrou wen, dat zoo onverhoeds krukken ging, op wat wijs dan ook grif en gaaf kon her steld worden. De „T ij d" schrijft in een artikel over Absenteïsme o.a. Uit den aard van het absenteïsme volgt vanzelf, dat de hoeveelheid wetgevende arbeid, welke door een vergadering kan verricht worden, geenszins een onbeperk te is, en dat met de bepaalde mate van arbeidskracht van zoodanige vergadering rekening moet worden gehouden. Van dj/: standpunt maar van dit standpunt alleen kunnen wij b.v. het votum van 8 Juni jl. tot verschuiving van de openbare behandeling der Militiewet verklaarbaar en (hoezeer die verschuiving zelf ons leed doet) verdedigbaar achten. De werkkracht der Kamer scheen zoo goed als uitgeput. Werd het wetsontwerp ook al in behandeling genomen, men zou hoogstwaarschijnlijk of halverwege in den arbeid zijn blijven steken, of door over haasting en gebrekkige wijze van behan deling slecht werk hebben geleverd. Aan de regeering de plicht te overwe gen, in hoeverre een noodwet in den staat van militaire weerloosheid, waarin wij ons bevinden, thans noodzakelijk is ge worden Vertroebeling. De „Nederlander" schreef onder dit opschrift: Ten opzichte van het Tarief ziet men zonderlinge dingen geschieden. Ofschoon de vraag: vrijhandel of pro tectie? volstrekt geen vraag is, waarop po litieke schakeering van rechts of 1 i n ks een beslissend antwoord geeft, ofschoon men aan de rechterzijde zoowel vrijhan delaars, als aan de linkerzijde protectio- nisten vindt, wordt het toch van liberale zijde aldus voorgesteld, of de verhooging van het Tarief een politieke zaak was, al leen van rechts gewild. En men spant er de zoogenaamd algemeene vereenigingen van winkeliers voor om den wind te bla zen in deze politieke zeilen. In Amsterdam en in Den Haag kwam een beslist tegenstander van de Tariefs herziening aan het woord, in Rotterdam liet men een voorstand en een tegen stander spreken, maar de laatste had een motie tegen de wet reeds kant en klaar bij zich, en werd hem gelegenheid gege ven deze aan de vergadering voor te leg gen. Alsof na één spreekbeurt een verga dering bevoegd is om over een zoo veel omvattend ontwerp als de Tariefsherzie ning te oordeelen! In Weesp treedt de „liberale vereeni- ging" als gangmaker tegen 't Tariefont- werp op en zij verspreidt, ter aankondi ging eener vergadering, waarin de libe rale propagandist De Jong optreedt, een biljet, waarin o.a. het volgende fraais te lezen valt „Zwaar drukt de hand der tegenwoor dige 'Regeering op het Nederlandsche Volk, op de „kleine luyden" vooral. De belastingschroef wordt pijnlijk aan gezet, op on-christelijke manier. De pijp tabak, de sigaar, moogt ge straks duurder betalen. En wordt de ta- riefwet, die volk s-v ij a n d e 1 ij k e wet aangenomen, enz. Het is waarlijk alsof men reeds in Juni 1913 is. Zulke pamfletten voorspellen reeds wat ons dan te wachten staat. Intusschen wordt de zaak waar het om gaat door zulk politiek gedoe niet wei nig vertroebeld. Late de Kamer er zich niet door van de wijs brengen! De vraagpunten der Ziektewet, De (oud-lib.) „Nieuwe Courant" hoopt, dat de Kamer de drie vraagpunten, betreffende de Ziektewet met neen mo ge beantwoorden. Indien zij zich aan moties of resoluties waagt een hachelijk ondernemen om kort geformuleerd den minister ken baar te maken wat zij in plaats van het door hem aangebodene zou wenschen, moge het dan toch in elk geval geschie den in zoodanigen vorm, dat haar ontken nend antwoord daardoor niet in het minst worde veronduidelijkt of verzwakt. Want wat een dialecticus uit een paar eenvoudige formules weet te halen, dat bewijst de ministerieele Nota over de vraagpunten, die de Kamer stelde. Het zal dus verreweg verkieslijk |ijn, niets anders dan Neen te zeggen. De mi nister weet dan ineens, dat hij een paar ondeugdelijke, hoewel dierbare theorieën van sociale wetgeving kortweg heeft los te laten. Dan kan men in zijn departe ment op andere grondslagen waarnaar men waarlijk niet heeft te gissen of te zoeken, naar eigen, niet-Duitsch model een nieuw plan optrekken. Nu lijkt het wel alsof men vandaar de Kamer toeroept: zoo onze ontwerpen u niet aanstaan, kom zelf maar eens voor den dag. Dan is de critiek van onzeln kant aan 't woord. Of de Kamer daar in zal loopen, staat nog te bezien. Provinciale Staten van Zuid-Holland. De eerste vergadering der Prov. Staten van Zuid-Holland wodrt geopend op Dins dag 4 Juli a.s., des voormiddags te 11 ure. Oed. Staten hebben aan de Prov. Sta ten overgelegd de rekening der Prov. fondsen dienst 1909; voorgesteld wordt, deze rekening vast te stellen in ontvangst ter somma van f2.580.744.60y2) en mits dien met een voordeelig saldo van f 135.474,501/2f Voorts is ingediend de ontwerp-begroo- ting der provinciale inkomsten en uitgaven dienst 1912. Volgens deze ontwerp-be- grooting wordt gevorderd de heffing van 14 opcenten op de hoofdsom der grond belasting en van 1 1 opcenten op die der personeele belasting dienst 1912. De pro vinciale inkomsten zijn geraamd op f3.515.754.68 en de uitgaven op gelijk bedrag. Verder bieden Ged. Staten aan Prov. Staten aan een afdruk van het verslag over 1910 omtrent de werken, waarvan de uitvoering of het toezicht is opgedragen aan den hoofdingenieur van den provin cialen waterstaat. Daaruit blijkt, dat de hoofdingenieur het raadzaam ac'ht, in 1913 te beginnen met het aanbrengen van eene meer deugdelijke boordverdediging langs het jaagpad aan den Rijn van Leiden tot aan de grens met de provincie Utrecht Betrefefnde de werken tot omleg ging van het R ij n-S chiekanaal bui ten Leiden, wordt medegedeeld, dat thans avle benoodigde gronden zonder gerech telijke onteigening in der minne zijn ge kregen. Het eerste bestek, omvattende den bouw van een nieuwe brug ter plaat- re van de Lammebrug en den aanleg van 750 M. kanaal onder de gemeente Zoeter- woude, wordt in de maand Juni aanbe steed. In den loop vari dit jaar zal voorts ook de bovenbouw van de nieuwe Lam mebrug aanbesteed kunnen worden, als mede het maken van eenige dienstwonin gen voor het brugpersoneel. De voltooiing van de verlegde spoor- wegbaan met de nieuwe spoorwegbrug over de tweede coupure der Gouwe is in den zomer van het jaar 1911 te verwachten. Toen in het najaar van 1910 het pacht- contract voor het overzetten over den Rijn te Gouwesluis eindigde, bleek er bij den veerman, die dit veer reeds twin tig jaren bedient en die overigens be reid was deze bediening op de bestaande voorwaarden voort te zetten, bezwaar te bestaan tegen het overzetten van perso nen gedurende den nacht tegen gelijk ta rief als des daags. Dit geeft Ged. Staten aanleiding om een nachttarief voor te stel len voor de veergelden langs den Rijn, aan de Gouwesluis en aan den Hofweg. Verder wordt voorgesteld, Gedeputeer de Staten te machtigen, ten behoeve van voorbereidende maatregelen ter voorzie ning in de behoefte aan drinkwater geldelijken steun uit de provinciale kas te verleenen tot de helft van de door het rijk toe te kennen bedragen en onder de zelfde voorwaarden als het rijk aan zijn steun verbinden zal. Ged. Staten stellen voor, gelijk reeds kortelings door ons is gemeld, afwijzend te beschikken op het verzoek van het be stuur van de afdeeling Leiden en Omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, dat de provincie voor een bedrag van f1500 zal deelnemen in het waarborgfonds voor de in de maand September vanwege die afdeeling te Lei den te houden groote landbouwtentoon stelling. Blijkens het adres was men voor nemens geweest, op de Leidsche ten toonstelling den te Gouda ten aanzien; van den zuivel met steun van rijk en pro vincie begonnen arbeid voort te zetten; en aan te vullen. Nu echter de zuivelaf- deeling vervalt, meenen Oed. Staten dat er geen reden is, een subsidie voor deze tentoonstelling te verleenen. Voorts wordt een provinciale subsidies voorgesteld voor de vereeniging tot be vordering van de opleiding tot instru mentmaker te L e i d e n van f 900. Sedert lang is in overweging de vraag, hoe de gemeente B o s k o o p, het centrum van de Boskoopsche cultuur, welke zich' een plaats op de wereldmarkt heeft ver overd, aan het spoorwegverkeer aan te sluiten waren. Ook naar het oordeel der regeering is met het oog op het vervoer der iBos- koopsche producten naar de voornaam ste plaatsen in ons land en naar het bui tenland, exploitatie van een lijn Gouda- Boskoop-Alfen door de Maatschappij tot Staatsspoorwegen het meest gewenscht, Met deze Maatschappij werden daarom ook na het tot stand komen der overeen komst met de Holl. Electr. Spoorweg maatschappij door de regeering de on derhandelingen voortgezet. Het resultaat dezer onderhandelingen is een voorstel der regeering, dat Ged. Staten zeer aan nemelijk voorkomt. De minister van waterstaat is nl. bereid te bevorderen, dat de aanleg van de lijn op kosten van den staat wordt onderno men, mits de streek, dat is de provinciej en verdere belanghebbenden een rente loos voorschot te verzekeren tot een geza menlijk bedrag van f800.000. Ged. Staten geven aan de Staten in overweging, hen te machtigen, den mi nister mede te deelen, dat de provincie bereid is voor den aanleg van een lijn Gouda-Boskoop-Alfen, aan te leggen door den Staat en te exploiteeren door de Maat schappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen, aan den Staat een renteloos voor schot te verleenen van f500.000, mits de verdere belanghebbenden als renteloos voorschot of in een anderen vorm als door de regeering aannemelijk mocht worden geacht, voor den aanleg tezamen f300.000 bijdragen. Eindelijk is ingediend een ontwerp-be- sluit tot wijziging van het bijzonder regle ment voor den polder Oudendijk (gem. Wo u br ugge. Ongelukken. Woensdagmiddag is te Fijnaart een jonge dame, die per fiets een toertje maakte, even buiten deze gemeente door een tot nu toe on bekend gebleven persoon aangerand, van haar portemonnaie beroofgd en met fiets en al in een sloot geworpen. Donderdagnamiddag is te Ouden bosch de 17-jarige schippersknecht van het schip Cornelia, uit Bruinisse, die het schip van ibuiten reinigde, in de ha ven gevallen en verdronken. Zijn lijk is eenige oogenblikken daarna opgehaalde Donderdagnacht is in het Boter- diep bij de stoomcartonfabriek Ceres' te Ulrum verdronken de oud W.-L mi litair S. Woensdag is levenloos in de Din- k'el gevonden B. O, landbouwer teWeer- selo, daar aan het grasmaaien. Hij is om' zijn dorst te lesschen met een kopje naar de Dinkel gegaan, is vermoedel ijk! uitgegleden en zoo te water geraakt.' Eergistermiddag is te Finsterwoldc de vrouw van den veldarbeider H. in eene s'o )t onder een neervallende wagen vracht gebonden roggestroo geraakt. De vrouw is levenloos uit het water opge haald. Men meldt uit Almelo: Terwijl gisterenmorgen de vrachtrijder. het Schalverdi passeerde, klommen eeni ge kinderen in den onder den wagen be vindenden bak. Een der kinderen, W. P., geraakte hierdoor onder den wagen en kreeg een der wielen over het hoofd en borst, waardoor de dood onmiddellijk! intrad. Derde Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 17 )uni. Een lied per week. 1 No. 34 uit „De L e e u w e r k". Groot-Nederland. f JVoorden van Muziek van SVillem Oyssels. Emiel Hullebroeck. IJ KZaar onze taal als vrije tol'fcy Uit vrije zielen vaart, jPaar leeft, daar streeft éénzelfde volk, In éénen band geschaard. Pe grenzen over wijd en zijd, De gansche wereld rond, JVereenigt ons ten rechten strijd, Het Nederlandsch Verbond, [Vereenigt ons ten rechten strijd. Het [Nederlandsch Verbond 2 JVaar >t lot ons leven heeft gevesf, Trouw gloeit der liefde vlam, Jn Noord en Zuid, in Oost en West, Voor onzen eigen stam. Niet langer laten wij, verdeeld, Ons boren in den grond Wij winnen eigen woord en beeld. Door 't Nederlandsch Verbond, Wij winnen eigen woord en beeld, Door 't Nederlandsch Verbond! 3 [Een volk dat zooveel helden schiep. Geeft nog van grootheid blijk1, pat eeuw'ge Kunst in 't leven riep; Is nog aan daden rijk. peen macht vernielt het stamgevoel. Dat door ons harte zont, Zoolang wij opgaan in het doel, Van 't Nederlandsch Verbond 1 Zoolang wij opgaan in het doel, Van 't Nederlandsch Verbond! 4 Geen noodIn onze zeilen blaast Er thans een goede wind, Waardoor in 't volk'renkoor welhaast Ons volk zijn rang hervindt. Hoog ons gemoedDe toekom'st voert, Ons dra teil zegestond. .Sterk zij de bond die ons omsnoert, Van 't Nederlandsch Verbond! Sterk zij de bond die ons omsnoert; Van 't Nederlandsch Verbond! Het uitstel der Militiewet Dr. W. H. Nolens noemt in de „NI e u - ,\ve iVenlosche Courant" het Ka- merbesluit, om de Militiewet niet meer in behandeling te nemen, een verstandig be sluit. Wel niemand zal ontkennen meent dr. Nolens dat de behandeling der Mi litiewet in de maand Juli met het oog op het gewicht der zaak en de omvangrijk heid der stukken te spoedig zou zijn ge- - weest, en zeker in een voor de Kamer on- gewonen tijd zou vallen. Het e'en en ander is voor die behande ling schadelijk. Men kan echter over die bezwaren heen stappen, indien daartegenover staat de zekerheid of althans de weerschijnl/ijk- heid dat de wet op den gewenschten da tum In het Staatsblad zóu komen te staan Die waarschijnlijkheid bestond niet Integendeel., Veeleer was het waarschijnlijk, dat de iKamer ïn de behandeling zou blijven ste- 'ken. Want de ervaring leert dat ook van een ;college als de Kamer niet te veel verlangd mag worden. Alle omstandigheden in aanmerking inemende moest men wel tot het besluit komen, dat, wil men geen onbekwamen, maar bekwamen spoed behandelen, de ppenbare behandeling tot het volgende zittingjaar moest worden uitgesteld. Maar dan bestaat er ook geen enkele reden meer om die behandeling zoo spoe- FEUILLETON. Naar het Duitsch. 45) U zult heden een der elegantste dames zijn, voegde de majoor erbij. Deze samenstelling is nieuw. Zeker, papa, zeer schoon, begon lErna", en ik dank u voor uwe opmerk zaamheid.... Maar het toilet bevalt je toch niet... jJiVildei gij mij dat te verstaan geven, on- fderbrak hij haar vertoornd, een stoel nabij de tafel schuivend. Neen, ik! vind het schoon, zeer schoon, alleen maar Bitte, laat je door niets terughouden mij je meening te zeggen. Anders aarzel je toch niet, mij 'teen of ander te verklaren. Dus: alleen maar? Erna had, terwijl zij haar toilet vol- ieindde, het besluit genomen, haar vader te vragen, haar geen kostbare zaken meer Te schenken. Hoe moest het toch al gaan imet dit lange oponthoud in het hotel, *teene diner na 't andere en voortdurend rijtuigen?, yriendelijk had zij 'them willen dig mogelijk, stel begin October, te doen plaats hebben. Slechts voor hen die niet op de hoogte zijn van alle omstandigheden kan het be sluit der Kamer den schijn hebben van gebrek aan medewerking harerzijds aan afdoening der zaken. Niet het gevoel, maar het verstand moet in deze dingen beslissen. Voor een geregelde behandeling en een in alle opzichten te rechtvaardigen tot standkoming der Militiewet kan het be sluit der Kamer m.i. niet anders dan be vorderlijk zijn. De „S t a n d a a r d", die nogmaals over het uitstelvotum van de Kamer schrijft, acht Ide vrees van sommigen, dat het ge beurde een scheur in de coalitie zal trek ken, overdreven Maar stoch zou het onvoorzichtig zijn, te ontkennen, dat er een steentje los is geraakt. Aanvankelijk zwegen we over dit punt, om eerst te zien hoe de Roomsch- Katholieke pers zich zou uitlaten. Nu bleek dat deze, evenals wij, de zaak ern stig opvatte, en ten deele zelfs den moed had, otn niet onvoorwaardelijk de hou ding van de Roomsch-Katholieke Kamer club goéd te keuren, zij er ook onzerzijds een kort woord over gezegd. Tusschen bondgenooten moet overleg bestaan. Nu is de ^R.-K. Kamerclub, naar men thans met zekerheid weet, eerst den eigen morgen bijeengekomen, en heeft vlak vóór de Kamerzitting begon, haar besluit ge nomen. Dit gebeurde, zonder dat er met de antirevolutionaire club ook maar écn woord over gewisseld was. En zelfs toen de Kamer begon, en de Roomsch-Katho lieke club op het punt stond haar voorstel te doen, is van dat voornemen aan de An tirevolutionaire club met geen woord ken nis gegeven. Er heeft dus noch overleg vooraf, noch zelfs mededeeling daarna plaats gehad. Men is geheel zijn eigen weg gegaan en heeft zonder ons en geheel buiten ons om gehandeld, en dat niet tegenstaande men zeer wel vermoeden kon, dat het voorstel dat men ging indie nen, ons zeer leed zou zijn. Het blad meent, dat er voor de R. K. Kamerclub in het minst niet periculum in mora bestond om het voorstel te doen, nu de voorzitter slechts zijn voorne - men te kennen had gegeven een voorstel te zullen doen, zoodra het Eindverslag er was. Voor dè Kath. Kamerclub was de tijd om te spreken, nog niet gekomen. Dat ze nu sprak, was geheel voorbarig. Ze sprak vóór haar tijd. Was er nu geen periculum in mora, en ware het zelfs en règle geweest, dat de beslissing over de Militiewet niet voor 20 Juni viel, dan treedt uiteraard het zich ont houden van alle overleg in nog raadsel achtiger licht. Meri staat in de Kamer altoos met de oppositie vlak voor zich, en in casu wist de R. K. Kamerclub vooruit, dat de oppo sitie haar gretig steunen zou, om haar beide bondgenooten schaakmat te zetten. Hieraan is in zulk 'n geval niet te ontko men, maar juist dit leent dan aan zulk een houding altoos een nog minder aange naam karakter. Het was een gelijk geval ajs met de subsidie voor de leeszalen. Niet natuurlijk, alsof dit door de Club zoo bedoeld was, maar men wist toch vooruit, dat het hierop zou uitloopen. Wat de houding tegenover de regee ring betreft, zij het oordeel aan de regee ring overgelaten. Daar mengen we ons niet in. We bespreken de zaak uitslui tend uit het oogpunt van de Coalitie. Iets wat niet kan uitblijven, daar we vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen staan. Nu zijn er zoo enkele dingen, die elke Coalitie, elk bondgenootschap, als onmis baar onderstelt, en oncfer deze dingen nu behoort in de eerste plaats, dat men, waar het kan en het#gewicht der zaak het me debrengt, overleg pleegt. In zake dit overleg nu hebben we ons dusver over de Roomsch-Katholieke Ka merclub allerminst te beklagen gehad. In tegendeel, ze was hierin steeds loyaal toe schietelijk. Juist daarom echter heeft het geen nu geschied is, de onzen in breeden kring pijnlijk aangedaan. Reden waar om het ons gewenscht zou voorkomen, vragen, maar nu zij tegenover hem stond, vond zij niet de geschikte woorden. Zoo zeide zij eindelijk slechts Aan mijn dankbaarheid verandert dat natuurlijk niets, maar ik had liet kleed niet noodig en... ik ben geschrokken van zijn kostbaarheid. Ongeduldig wierp baron 'Harneck eeni ge geopende brieven, die hij medege bracht had, naast zijn bord en begon te ontbijten. Geen woord werd gewisseld. Erna merkte op, dat haar vaders snor, door de zenuwachtige bewegingen van zijn mondhoeken, trilde. Van tijd tot tijd wierp de vrijheer booze blikken op de medegebrachte brieven. Verdrietig greep hij den bovenste, toen hij het geledigde kopje van zich schoof. Twee, drie papieren gleden eruit op den grond. Erna bukte en legde ze weder op tafel, het een, dat verkreukeld |Was, onwillekeurig gladstrijkend. Geef den brief dadelijk hier! riep de vader. Ik houd niet van dat spionneeren. Met een trotsche beweging volgde zij zijn bevel op en trad weder naar Jiet venster. Achter haar hoorde zij van tijd tot tijd een onverstaanbaar woord mom pelen de papieren ruischten onheilspel lend in de handen van den toornigen vader. Erna was gaarne in ,de eenzaamheid van haar kamer gevlucht; zij moest nu steeds de tranen weerhouden, die zich doortocht wilden banen, ^tWas haar zoo droef te moede. Het verlangen, datgene te ontvluchten wat haar drukte, kon zij nauwelijks meer meester worden. Daar werd buiten het heldere geluid van bellen hoorbaar. Ayt een sierlijke boog gleed de slede rechts den (hoek om e stond eenige oogenblikken later voor het hotel. Zoodra de roodbepluimde koppen der paarden zichtbaar werden, verliet Erna haar plaatsde kamenier kwam toeschie ten met bontmantel en pelsmuts. Met een kort afscheidswoord wilde zij de kamer verlaten, toen de stem haars vaders haar deed stilstaan. Zoudt ge je niet van te voren over tuigen, wie in de slede zit? Misschie|n wacht je anders beneden een staatsgreep. Erna haalde de schouders op. Daarna boog zij groetend met het hoofd en ver trok. Zij vindt het waarachtig niet eens noodig bromde de vader, 't Wordt tijd, dat ik de waarschuwing van Orben be tracht. Met half booze, half verlegen uitdruk king op het gelaat ontving Neinstetten freule van Harneck in de vestibule. ^aqroni zijt gij afgestegen?, vroeg zij gelaten. Bitte, neem de teugels weer in handen. Papa's bediende verstaat voor treffelijk de kunst, de'dekvacht te spreiden. Daarna trad zij naar buiten en wisselde vriendelijke groeten met mevrouw von Eichstett. Vlug werden de jolaids geschikt en het groote berenvel met zilveren klauw ingehaakt. Een korte aansporing van Neinstetten en de paarden ijlden met hun lichten last heen. De heldere, zuivere klank der zilveren klokjes, die den met een hoogen veder bos bekroonden riem sierden, die over den ruggegraat der paarden liep, mengde zich met. het snuiven der rossen, die in hun tooi overmoedig het hoofd ophieven. Groote witte dekken fladderden als zeilen langs de zijden der dieren. Inderdaad, op het gespan van Neinstetten viel niets aan te merken. De bezitter keek norsch voor zich uit. Wat had hij er nu aan, zoo dicht bij Erna te zijn? Geen enkel woord kon bij fceggan zonder dat mevrouw Eichstett het hoor de. En hij had nog wel bij deze gelegen heid aan zijn wachten en verlangen een einde willen maken. Weerspannig schud den de paarden den kop, als Neinstetten's hand telkens weder aan de teugels trok en rukte. Buiten de stad was de plaats van (sa menkomst. Langzamerhand kwamen ide sleden daar aan, gevuld met menschen, wien op dezen helderen winterdag levens- lust en vreugde uit de oogen straalde. (Met de regimentsmuziek voorop en een fantas tisch met dennentakken en roode drape rieën versierde wagen, zette de stoet zich in beweging. Eerst kwamen eenige groo- tere sleden met de oudere dames, daarna de kleine, ieder met een of twee jongere, alle door de heeren zelf bestuurd. Het was betooverend schoon buiten. Op breede, gladde baan ging het vooruit In den aanvang leidde het land slechts vlak langs den weg uit, met hier en daar een achter boomen verscholen woning of pachthoeve, daarna rees de weg een wei nig, boschpartijen verschenen hier en daar en eindelijk ging de bocht door het woud De rit scheen Erna schooner dan een sprookje. Fonkelend en glinsterend ston den daar de boomen in hun witten sneeuwtooi; de ijsnaalden der dennen en beuken schitterden in de zonnestralen als brillanten. Dik en zacht dekte het sneeuw tapijt den bodem, het oog door zijn hel der wit verblindend. Gedempt en ondui delijk bereikten eenige tonen der muziek haar oor. Erna moest zich geweld aan doen om niet in droomerij te verzinken* (Wjordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 9