Erna von Harneck. BUITENLAND. 2e Jaargang, No. 507, Bureau OlIDE SINGEL 54, LEIDEN. latere. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAQ, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, 1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 11.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2'/j cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Donderdag 8 Juni 1911. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 15 regels 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geenhandels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangebode betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. V Een stille vriend. Ter jaarvergadering der „Mij. tot |Nut van, 't Algemeen" werd meegedeeld dat dr. C. C. J. Teerling 24 Jan. te Velp Overleden,, de Maatschappij benoemde tot erfgename voor de helft van zijn' ge heel e nalatenschap, na uitkeering van 'een.ige legaten en onder den last van -•enkele kleinere jaargelden. Blijkens- het testament, was het doel yan, den overledene met deze beschikking opvoeding en. onderwijs te bevorderen, onafhankelijk van kerkelijke dogmata, in tegenstelling van dat van de bijzondere school met clericale richting". Het bedrag van, het legaat is f85.000 groot. De voorzitter gaf uiting aan een1 gevoel van, dankbaarheid jegens dezen stillen, Nutsvriend en hij verzekerde^ dat het Nut niet deze nalatenschap volkomen zal handelen overeenkomstig de bedoe lingen van den erflater. Nu, we kun.nen ons begrijpen, dat de vergadering dankbaar applaudiseerde, en het „Nut" kan, moeilijk anders doen gesteld het wilde anders, wat echter geenszins het geval is dan' handelen in dr. Teerlink's geest. Voor ons heeft het legaat intusschen deze goede zijde, dat het klinkend aan toont, hoe fel de tegenstand jegens de bijzondere school nog is. Reden te meer alzoo voor ons om voor deze school te blijven pal staan en.... zoo mogelijk wat van, die stille, doch stevige vrienden er voor aan, te werven. Intusschen, ook wie geen geld heeft te geven, kan zich jegens de bijzondere school verdienstelijk maken en wel door haar moreel te steunen, wat geschieden Ikan, door haar tegen aanvallen te verde- .Öedigen,- Materiaal ten. deze vonden we aange dragen in... het H b 1 d. door zekeren heer H. Gouwen,tak, die erover klaagde dat zoovele „niet- volledig bevoegde" leeraren, bij middelbaar en gymnasiaal .onderwijs werkzaam zijn. Hij schrijft o.m. „En het zijn geen kleine gemeenten die aldus hun, middelbaar en gymfiïa- siaal onderwijs verzorgd zien. Inlte- gen.deel, het verschijnsel wordt hoe langer hoe meer algemeen (dezer da gen, werd zelfs beweerd dat er 36 gevallen, bij het openbaar M. O. wa ren r en zijn er nog niet meer?) hoe langer hoe meer bestendigt men.der gelijke toestanden Een moest de eerste zijn, die aan dc Nemesis werd overgeleverd dat die toevallig een, leeraar aan eeji secte- school moest zijn doet niets ter zake". Om dit laatste zinnetje wezen we op het artikel van, den heer Gouw-en-tak. Wie tegen de „secte-school" een wapen zou Willen, smeden uit het geval met dezön leeraar, weet nu, dat dit geval er een is uit de velenook bij 't openbaar onder Wijs. FEUILLETON. Naar het Duitsch. Dicht bij -zich zag hij nu dat welig blonde haar, het breede blanke voorhoofd, dat zich boven de neergeslagen oogen welfde. Hoe zou het zijn, als zij die oogen van liefde stralend tot hem ophief. Het kostte hem een zelfoverwinning, niet door woord of blik te verraden, wat zijn ziel vervulde toen hij haar losliet en naar een der roode divans aan de zijde der zaal voerde. Vertrouwelijk, als zaten zij in tante Glockners woonkamer, keuvelden beiden hier met elkander. Het waren slechts alledaagsche dingen, waarover zij spra ken, en Hans Otto kon zich later slechts onduidelijk de bijzonderheden herinner u. Maar een onbeduidend woord, een vluch tig gemaakte bemerking bewees hem, dat zij in gedachten met hem voortgeleefd had. Beiden ontwaakten als uit een droom toen de muziek weder inzette. Steinfels voerde zijn danseres naar haar h. i r bij wien zich eenigc oogcubiikkeii later KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER Het Eedsvraagstuk. Hoe het amende ment Troelstra in behandeling kwam. De pest op Java. De Kamer heeft bijn,a den geheülert dag n,oodig gehad om over art. 1 van het Eedswetje en, het daarop door Mr. Troelstra ingediend ameidement te dis cussieeren,, ofschoon slechts bij toeval dit amen,dement in beraadslaging kwam. Immers al aanstonds bij de opening der vergadering opperde Minister Regout grondwettelijke bezwaren, die door den voorzitter werden, gedeeld. En toch liet de goedhartige graaf van, Bylandt het amendement maar bespreken, omdat hij bij een, stemming voor een onvoltallige Kamer vreesde en dan moest de zitting worden opgeheven, 't Zou anders een heel debat tusschen die grondwet-kampi oenen hlebben kunnen geven. Zullen wij nu veel van de beraadsla gingen zeggen De interessante bc'too- gen, of het amendement buiten het ka der van de aanhangige noodwet valt of het in strijd is met de grondwet, of het technisch juist is, of de redactie van de artikelen wel tot in de puntjes ver zorgd is, enz., zijn niet iii staat geweest de belangstelling der Kamerleden in liooge mate te trekken. De juristen mo gen misschien in gloed geraken over deze netelige quaesties, ze worden het toch n,iet eens en voor de le eken zijn deze pun.ten van weinig beteekenis. Het amendement Troelstra jiad ten doel de getuigen in straf- en civiele za ken, die verklaart gemoedsbezwaren te gen eedsaflegging te hebben, toe te la ten tot het afleggen der belofte of ver klaring. De Minister bestreed het krach tig. Hij wil in de toekomst wel mede werken, om hen, die gemoedsbezwaren tegen, eedsaflegging hebben, daarvan vrij te stellen,, maar de rechter moet de rede lijkheid van die bezwaren beoordeeleuL Dit „toetsingsrecht" van den rechter kan niet gemist worden zonder de eed o_p losse schroeven, te zetten. In de Kamer vond het standpunt van den Minister meerdere verdedigers en ten slotte viel met 4Q Üegen 21 st. het amendement. Tegen, stemden de geheele rechterzijde en de heeren Roodhuijzen (U.L.) van Doorn (U. L.) en de Beaufort (O. L.) tot, zooals het daarna werd aangenomen, stelt het eedsformulier vast, gelijk dit reeds vroeger door ons medegedeeld. De interpellatie over de pest op Java, welke werd ingeleid door den lieer Rood huijzen (U. L.), had ontegenzeggelijk'n politiek tintje. Het feit, dat in het „Va derland", waarvan het Kamerlid de Mees ter (U. L.) politiek hoofdredacteur is, de Regeering van Ned.-Indië aan scher pe critiek blootstond, deed vermoeden, dat 't wellicht in de Kamer warm kon toegaan,, 't Is evenwel met een „sisser" afgeloopen,. Minister de Waal Malefijt kon afdoend antwoord geven op de vra gen van den interpellani en met vreugde mocht hij constateeren, dat door de Re- geeringsmaatregelen onder Gods zegen, ook Erich Neinstetten en Lili Orben voegden. Deze scheen flink aan 't opstoken te zijn geweest, want Neinstetten vroeg ter stond aan Erna: Wat voor bloemen hebt gij daar vastgestoken, Erna? Camelia's zijn het in ieder geval niet. Terstond was Erna slagvaardig. Op achteloozen toon antwoordde zij, voor zichtig een omgeslagen varenblaadje op richtend Camelia's, baron? Men moet zeer kortzichtig zijn, om deze lieve bloempjes met de trotsche, koude camelia's te ver warren. Verder kwam zij niet. Neinstetten on derbrak haar op moeilijk bedwongen toon Maak mij niet razend met je koud lachje. Het is werkelijk ergerlijk, zooals gij mij in den laatsten tijd behandelt Wat let u, mij te mijden? ant woordde Erna, zoo mogelijk nog meer teruggetrokken. Ik weet, wat u het recht geeft te verwachten, dat ik verplicht ben, een paar bloemen, die gij voor mij bij een tuinman bestelt, als iets kostbaars te beschouwen. Met een fiere houding deed zij eenige schreden e ruts en legde den ruiker van Neinstetten, die zij tot dusverre het kwaad tot een, klein gedeelte Java is beperkt. Feiten,, die op uitsleepen der ziekte wijzen,, kwamen dan ook l^ijna niet voor, en, wat nog belangrijker isde Regee ring is er in geslaagd om zoodanig!? maatregelen, te nemen, dat de meest mo- ijlke medewerking vaii de inlandsche bevolking werd verkregen. Dit is niet te gering te schatten, wan|neer micni den,kt aan het verzet tegen de njaaitre- gelen, tegen de cholera. Ook uit cijfers blijkt, dat de maatre gelen, doel treffen. Sinds 20 Mei zijn in, Soerabaja, sinds 22 Mei in Madioen, sin.ds 5 Mei toen één geval voorkwam in Sitobondo geen gevallen meer voorge komen. In Kediri heeft men alle hoop, dat de ziekte geheel geweken, \s1 en in pa lang worden .iederen dag de gevallen min,der. De ^Minister geloofde dan ool<, dat men op de Indische autoriteiten geen en kele blaam kan, leggen dat men integen deel lof heeft te brengen aan dc* Jndi- sche Regeering en den geneeskund-gie'n dienst. Sin.ds de ziekte uitbrak, is er dag en n,acht gewerkt. Het eenige, wat mis schien, te weinig gedaan is, dat is het maken, van rapporten. Maar daarvoor heeft de geneeskundige te veel te doen'. Later zal er echter ongetwijfeld een uit voerig rapport komen,. In afwachting daarvan, zal de Minister de Kamer ge heel volledig op de hoogte houden,. De heer Roodhuijzen, die t?ij zijn re pliek volhield, dat de regeering te laat begon te handelen, meende toch dat men nu op den goeden weg is. Meer waarde dan, aan de goedkoope critiek van den liberalen afgevaardigde hechten wij on- dertusschen, aan hetgeen de heer Bo- gaardt (R.K.) mededeelde, die In.dië ja ren, lang uit eigen aanschouwing kent. Men, waande dat op Java nooit de pest zou voorkomen^ terwijl het fatalisme der In.dische bevolking het constateeren van pestgevallen belemmert. De heer de Meester, die aan.vankelijk de interpella tie aan.vroeg, doch ze wegens ziekte «aiei kon, houden, is volgens den heer Bo- gaardt het slachtoffer geworden, van een mystificatie, ontstaan door de sensattio- n.eele berichten uit Indië. Hoogstens kan er sprake zijn, van een epidemietje en in dit verban,d waarschuwde spr. tegen te strenge maatregelen. Uit alles bleek dus, dat de In.dische Regeering op haar post was, en het ge- vaar gelukkig niet al te dreigend is. ALGEMEEN OVERZICHT. Was men, in Mexico vooral ontstemd over het hardhandig optreden van Diaz, de middelen, door de nieuwe dictatuur in Mexico toegepast zijn, al niet minder kras. Redo, een bevelhebber van de vroe gere regeeringstroepen te Culiacon, is op last der nieuwe regeering gefusil leerd. Hij had geweigerd zich over te geven aan de troepen der nieuwe over heid^; maar zijn eigen manschappen wa ren, tegen hem in verzet gekomen en de de handen had gehouden, op een der vergulde penanttafeltjes. Kom, Lili, zeide zij daarna opge wekt, ik gevoel mij van een last bevrijd. En daar komen met lange gezichten onze vaders aan; laten wij hen ontwijken. Ik wil heden slechts opgewekte menschen zien. Freule Lili gichelde achter haar waaier, terwijl zij zich met Erna verwijderde. Her man volgde schouderophalend. Het verbeterde waarlijk Neinstettens humeur niet, toen eenige van de heeren die van verre de zaak hadden gadege slagen, naderbij traden en hem door aller lei spottende bemerkingen vertoornden. Een kleine liefdestwist, baron? heette het. Hare Hoogheid von Harneck kan zeer ongenadig wezen, niet waar? Famoses Madchen Erich hoorde het gelaten aan. Maar toen ritmeester Eichsteht, zijn magere ge stalte uitrekkend, daaraan toevoegde: Hebben de heeren al kennis ge maakt'met baron von Steinfels, een oude bekende van mij en van de schoone Har neck? toen werd Erich bleek van woede. Onbarmhartig ging de lange ritmeester voort: Ik zeg je, wie op haar gespitst heeft, kan wel terugtrekken. Geen kans, heeren4I1 Ash> Pardon, NeinstettSfiJ stad gaf zich over. Redo kreeg den, ko- In, Tucson (Arizona) werd bericht ontvangen uit het district Altar, dat daar 28 aanhangers van Magon, z.g. liberalen n,a summier geding zijn neergeschoten1. In. Mexico (stad) kwam het dezer da gen, naar aanleiding van de kwestie der deelneming van vrouwen aan de verkie zingen tot onlusten, waarbij de gendar mes van hun vuurwapens gebruik maak ten,. Er vielen 9 dood en. Intusschen is Madero na een reis, die veel van een triomftocht had Mexico (stad) binnengetrokken. Ook daar was de bevolking opgewonden van geest drift. Een slecht voorteeken echter was dat terzelfder tijd een, Jievige aardschok de stad teisterde. Verschillende gebou wen, waaronder de artilleriekazerne, zijn ingestort. Zeventig artilleristen werden on.der de puinhoopen bedolven. Ook de gevangenis ligt gedeeltelijk in puin. Men vreest dat er 50 a 60 dooden, en gewon den, zijn. De paniek Jiad groote afme tingen aangenomen, maar de bevolking werd kalmer op den duur. Een groote menigte was aan het statiom om Madero te begroeten ,die naar het Nationale Pa leis reed en van daar naar het huis van zijn vader. Hij werd gevolgd door een grooten, stoet muziekkorpsen. Het bericht van, den nieuwen opstand der Mirditen wordt door de Turksche regeering of ficieel tegengesproken. Des niettemin houdt de „Times"-correspon,dent zijne bewering vol. In Montenegro, zoo meldt hij verder, wordt de opstand der Mirditen en de proclamatie van de Albaneesche onaf hankelijkheid vooralsnog met kalmte ver nomen. Doch men verwacht, dat de nieuwe gebeurtenissen den moed der.an dere oproerige stammen, zullen doen her leven, en dat de pacificatie der oproe rige streken daardoor zal worden ver traagd. De onduldbare toestand, waariin Montenegro verkeert, zal dan nog wor den verlengd. En die toestand wordt steeds ernstiger door de toeneming van het aan.tal Turksche troepen aan de grenzen van Montenegro. De Mirditen, zoo meldt de Times-cor- de Montenegrin en den oorlogszuchtigen geest toenemen, die reeds zeer krachtig was na alle wreedheden door de Turk sche troepen onder de oogen der gerns- bewon.ers begaan. De Mirditen, zoo meldt de Timescor- respon,dent, zijn opgerukt naar San Gio vanni de Medua, om de Turksche verbin dingen over zee te belemmeren. Dadelijk heeft de regeering te Cet- tin.je generaal Martinöwitsj naar Anti- vari gezonden, om de noodige maatrege len te nemen voor het bewaren der neu traliteit van Montenegro in de zeedis tricten. De te Cettinje verblijf houdende cor respondent van de Bulgaarsche „Naro- den, Glas" seint: Kon.ing Nioolaas, die mij gisteren in gehoor ontving, zeide dat de oorlog tus schen Montenegro en Turkije onvermij delijk wordt, bij de steeds moeilijker worden.de omstandigheden. De Monte- herkende je niet. 't Spijt mij, dat ik mij zoo onvoorzichtig heb uitgedrukt. Nu, men kan nooit „hei" roepen voor men over de brug is en kan niet met zeker heid zeggen, wie in deze „steeple chase" overwinnaar blijft. Het glinsterde ondeugend in Eichstehts lustige oogen toen hij de laatste woorden met voortreffelijk gehuicheld medelijden uitsprak. Neinstetten verwijderde zich zwijgend, maar het kookte in hem van woede. Zorgeloos ging de ritmeester tot zijn naast hem staanden broeder, baron Ber ger voort: Een voortreffelijke „Witz" van mij, niet waar? Kom, wij zullen het eens aan onze vrouwen gaan vertellen. Wel licht ontloop ik dan het mij dreigend bedsermoen. Mijn wederhelft wist niet, dat ik Steinfels hierheen genoodigd had. Het scheen dezen avond Erna Harneck of het parket nog nooit zoo glad voor den dans, de muziek zoo verlokkend, haar hart zoo licht geweest was. Stralend glansden haar oogen, lustig gleed haar voet in den dansrythmus langs den glad den bodem en helder als klinkend kristal klonk haar licht lachen. Wars van iederen dwang gevoelde zij, dat zij jong was en hetzelfde recht had als anderen om vrpolijk en gelukkig te zjju. Als een n,egrijnsche ministers zijn van dezelfde meening. De bevolking is tot de tanden, gewapend en in hooge mate opgewon den. Naar men verklaart, zal, zoo de co lonnes van Torgut Schefket en Dscha-> fer-pasja zich vereenigen en de Albanöe-i zen, dus genoodzaakt worden naar Mon tenegro te vluchten, de oorlog van zel{ uitbreken. I Dat is weer heel wat anders dan eani vredelievende reis van kojning Nikita naar Konstantinopel. 1 Ook in Marokko kan het heel wel Inlog erger hommeles worden en wel tusschen Spanje en Frankrijk Naar uit Parijs wordt gemeld, heeft de Fransche regeering aan de Spaansche doen, weten, dat de bezetting van Te rtian en Larasj, welke geenszins door de omstandigheden gewettigd zou zijn verwikkelingen ten gevolge zal hebbOnJ. Ook de Engelsche regeering beert te Madrid nadrukkelijk op voorzichtigheid aangedrongen eji zich bij het optreden der Fransche regeering aangesloten. Het schijnt dat de Franschen daar het monopolie der krijgsverrichtingen willen houden. Ze doen dan ook kranig hun best en hebben het dikwijls zwaar te verantwoorden. Naar den 2den dezer uit Fes werd gemeld, heeft de troepenmacht van gene raal Moinier blootgestaan aan een hard- nekkigen aanval van Beni M'tirs. Moi- nier's troepen waren op weg naar Ras el Ma. Tot 2an de brug over de Wed Mekkes was alles goed gegaan, maar nauwelijks was de achterhoede de brug overgetrokken, of bereden vijanden, die, volgens de gewoonte der Marokkaansche strijders, nog een man achter zich op het paard hadden, vielen Moinier's leger macht in de flanken aan. Van alle zijden zag men vijanden uit het gebergte af dalen; zij bestonden uit Beni M'tirs, ver sterkt door afvallige Zarana's. De aanval moet buitengewoon hevig en hardnekkig geweest zijn en de Marokkanen gaven, niettegenstaande de salvo's der infantene- troepen, het vuur van de mitrailleuses en het geschut der artillerie van de drie ko- lonnes, blijk van buitengewone stoutmoe digheid. Op sommige oogenblikken na derden zij tot op minder dan honderd meter van het laatste gedeelte van de achterhoede der Fransche troepenhun verliezen moeten dan ook aanzienlijk zijn. Om zeven uur in den ochtend begonnen duurde het gevecht tot over half drie in den namiddag. Aan Fransche zijde zijn drie man gedood, van wie een de ofti- cier van gezondheid Anvert is, die sneu velde terwijl hij bezig was een gewonde te verbinden. L>e troepen van generaal Moinier kwamen tegen half zes in het kamp van Ras el Ma aan. Den 3en juni hebben zij in twee afdeelingen het kamp verlaten. De eene afdeeling, onder ko lonel Brulard, ter geleide van een konvooi kameelen, vervolgt zijn weg langs den linkeroever van de Tac; de andere ko- lonnes zijn naar den rechteroever gegaan om de vlakte van Sais te verkennen. Vooralsnog schijnt echter niet veel hoop op spoedige pacificatie der oproer- streek te bestaan. stroom brak dit gevoel zich baan bij haar en dreigde mede te sleepen, wat zich nog vaak verzette. Ritmeester Eichsteht zorgde ervoor, dat bij het souper zijn vriend Steinfels met freule Harneck, zijn vrouw en hij zelf aan hetzelfde tafeltje bijeenzaten. Ik herken je schier niet, freule, zoo schertste hij jegens Erna. Tot dusverre hadden wij vaak zoo'n gevoel, alsof gij op onze vermaken eigenlijk een beetje uit de hoogte nederzaagt, heden echter... Nu, Steinfels, gij komt toch weder hier heen, als gij uw slot bezichtigd hebt Wij rekenen er gezamenlijk op, niet waar dames? Mevrouw von Eichstett knikte ijverig. Erna keek beschroomd naar haar bord. Hans Otto antwoordde spoedig, aan verdere antwoorden den pas afsnijdend —Een slot kan men Falkenhaus nu toch niet noemen. De streek daar is tame lijk zonder bekoorlijkheid. Ook zijn er weinig buren, en kan ik mij wel be grijpen, dat het leven er eenzaam js. Ziet gij niet op tegen het groot verschil met uw vroeger leven? vroeg de jonge vrouw medelijdend. Waart gij gaarne soldaat? Ja? O, dan is het u niet licht gevallen uw ontslag te nemen, (V£ordt vervolgd.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 1