Uit de Pers. Erna von Harneck. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 7 Juni. De Gemeenteraadsverkiezingen. Het (A.-R.) „Nieuwsblad voor Leiden" schrijft o. a. in een artikel over dit onderwerp: De rechterzijde zal eens flink te strij den hebbenmaar alle winst zou weinig beteekenis hebben, indien het slechts ging om de macht Het gaat om Leiden's be langen. En dan komen de anti-revolutio- inairen met eenige wenschen, wier ver vulling Leiden tot zegen zijn zal. Nog nooit heeft de anti-revolutionaire partij te Leiden een gemeente-program ontworpen, en dit gebrek is vooral merk baar bij de algemeene raadsverkiezingen. [Toch zijn er wenschen, die, al zijn zij nooit in den vorm van een program ge goten, ongetwijfeld als wenschen van onze partij .mogen worden genoemd. in de eerste plaats wering van het pu bliek terrein, alles wat de Zondagsheili ging belemmert, en bevordering van de Zondagsrust. Aandringen op nauwlettend toezicht op den aard van opvoeringen in schouw burgen en instellingen van vermaak. Geen subsidie uit de gemeentekas voor publieke vermakelijkheden, die geen alge meen nationaal karakter dragen. Vooral bij deze verkiezingen moet nauwlettend worden toegezien, dat geen voorstanders van schouwburgsubsidie ge kozen worden. Maar bij deze verkiezing moet een hoofdpunt zijn het onderwijs. Reeds door velen, ook van vrijzinnige zijde, is op bezuiniging aangedrongen. De scholenbouw is te duur. Herhaaldelijk is de wensch geuit, dat voorzoover de wet het toelaat, de kos tende prijs van het onderwijs per leer ling als schoolgeld worde in rekening gebracht aan hen, die niet als on- of minvermogend geheel of gedeeltelijk van betaling moeten worden vrijgesteld. Dat laat bij ons veel te wenschen over. Dan de gemeente-belastingen en de uitgaven u-o o r publieke we rke n. Het is noodzakelijk, dat een splitsing kome tusschen inkomsten uit ambt en beroep en die uit vermogen. Meerdere aftrek voor kinderen is even eens gewenscht. Ook de uitgaven voor publieke werken moeten naar veler oordeel worden be perkt. Er heerscht een zekere ontstem ming in Leiden over het te hoog op voeren. Beide onderwerpen, de schoolkwestie en het laatst genoemde, zullen in dit blad later uitvoeriger worden behandeld. Wij zouden onze wenschen met vele kunnen vermeerderen. Wij wenschen tegenstanders vanschool- voeding, schoolbaden, schoolkleeding. Wij wenschen voorstanders van volks- baden en zweminrichtingen en van maat regelen die leiden tot betere verzorging van arme zieken in ziekenhuizen of in hun woning. Het is ons doel niet, om thans een gemeente-program te ontwerpen; wij wijzen slechts op eenige zaken voor onze gemeente van het hoogste belang, waar mee bij deze verkiezingen rekening moet gehouden worden. Wij moeten weten, wat wij aan een candidaat hebben. Ook de tegenpartij moet dit weten. De kiezers moeten niet in den blinde tasten bij het uitbrengen van hun stem. Vooral in een stad als Leiden, waar zoo scherp gecritiseerd wordt, gaat het niet langer, om in goed vertrouwen iemand te steunen, omdat hij wel een braaf en fatsoenlijk man is. Wij moeten mannen hebben, die weten wat zij willen, en die hun wil duidelijk uiten. Dan is een verkiezing geanimeerd. Dan gaat de sufheid eruit Dan keert het enthousiasme weer terug. Dan weet men, voor wien en voor wat men moeite doet FEUILLETON. Naar het Duitsch. 38) De hoofden der beide dames wend den zich vlug om; daarna keken zij el kaar vol. verstandhouding aan. Geef acht, zeide barones Berger tot haar zuster. De eigenlijke held is afge treden. De heer von Neinstetten heeft een gevaarlijke mededinger bekomen. Nu wendde'Eichsteht vergenoegd den langen, witblonden snorrebaard om dvri vinger draaiend, zich tot freule v. Har neck, en fluisterde: Een'fameuze inval, nietwaar? Ik heb mij erbarmt over den armen kerel, die natuurlijk van heimwee verging. Erna gevoelde hoe diep zij bloosde. In Steinfels' gezicht verried niets, of ook hij de woorden gehoord had. Kalm voerde hij een onderhoud met de beide hupsche 'jonge vrouwen, die hem met voorko mendheid tegemoet traden. Doch slechts weinige woorden konden gewisseld wor den, wijl de muziek spoedig den eersten wals inzette, en d" dansers van alle zij den kwamen opdagen. Dan komt er opgewekt publiek leven. Dat is noodig in Leiden, hard noodig ook. De Landbouw in de knel. In een eerste artikel over dit onder werp schrijd de (A. R.) „Rotter dammer": De afkeer onzer vrijhandelaren tegen beschermende rechten bereikt zijn hoogte punt wanneer het oog op den landbouw wordt geslagen. Al mocht gij er in slagen zoo luidt het betoog met uw be schermend tarief eenige bate aan som mige takken van industrie te brengen, dan staat daar enorme schade voor den land bouw tegenover en wijl nu die landbouw voor de welvaart van ons land over- heerschende beteekenis bezit, is op dien grond reeds protectie veroordeeld. Met zóó groote kracht werd deze meening verdedigd, dat zij' ook op meerdere schrandere plattelandici indruk maakte. In onderscheidene agrarische kringen is verzet tegen protectie het beginsel van alle economische wijsheid. Het komt ons voor, dat ten aanzien van dit punt velerlei misverstand heerscht en dies scheen het ons geraden aan de positie van den landbouw tegenover de tariefs wijziging aandacht te schenken. Het blad meent de onrust bij som migen onzer boerenbevolking te verkla ren door den gang van zaken in Düitsch- land, waar door het hoog beschermend tarief tal van industrieën kunstmatig ont wikkeld zijn en de hooge loon en de boerenarbeiders verleidde hun woonstêe te verlaten om zich in de industrieele bedrijven een bestaan te veroveren. Zóó nijpend gebrek aan arbeidskrachten is in het leven geroepen, dat millioenen zijn verloren gegaan doordien de veldvruchten niet op tijd konden worden binnenge haald. Welnu, een dergelijke toekomst staat Nederland ook te wachten. De kunstmatig beschermde industrie met haar onnatuurlijk hooge loonen zal de arbeiders aan het boerenbedrijf onttrek ken. Het toch reeds schaars bevolkte platteland zal geheel worden ontbloot en de landbouw zal met een tekort aan arbeidskrachten hebben te worstelen, dat een succesvol „boeren" onmogelijk maakt De heer De Boer, het oud-Kamerlid voor Zaandam, heeft in zijne bekende rede voering, voor de Liberale Unie in het najaar van 1906 gehouden, dit gevaar voor den landbouw in levendige kleuren geschetst. Ware de profetie juist, dan zou pro tectie alle waardeering goeddeels ver beuren. Echter bestaat velerlei reden om aan haar betrouwbaarheid te twijfelen. Dat inderdaad de Duitsche landbouw met gebrek aan arbeiders jaren lang heeft te worstelen gehad, kan niet worden geloo chend. Echter is het verkeerd om dit euvel als een noodzakelijk gevolg van het beschermend tarief voor te stellen. Hoe voorzichtig men met dergelijke conclusies moet wezen blijkt reeds uit de enkele verwijzing naar Engeland, in dit lanil van den vrijhandel, waar geen enkel be schermend recht aan den landbouw on natuurlijke concurrentie aandoet, is de klacht over gebrek aan landarbeiders niet minder sterk dan in Duitschland. In de literatuur bestaat vrijwel eenstemmig heid, dat in het protectionistische Duitsch land èn in het vrijhandelslieve Engeland gelijke omstandigheid dit proces in het leven heeft geroepen. De te sterke ge bondenheid van den grondeigen om moet als de hoofdreden worden aangemerkt. Door de regeling van het erfrecht, door allerhande fideïcommissen, bepalingen die de vervreemding van den bodem beletten, is eene zoo sterke opeenhooping van den bodem in weinige handen ontstaan, dat voor geheele klassen der bevolking elke mogelijkheid om grond te erlangen was buitengesloten. Dat drukte de landarbei ders; een eigen stukje grond verkrijgen was schier onmogelijk, een hoogere sport van de maatschappelijke ladder bereiken, lag niet binnen hun bereik. Vandaar die uittocht naar het vrije stadsleven, het zich begeven in het industrieel bedrijf. Van daar ook dat in den vreemde de wetgever zich ernstig heeft bemoeid om door een reeks van wettelijke maatregelen meer soepele verdeeling van den grond tot Bij den ingang der zaal tegen een pi laar leunend volgde Hans Otto's blik als geboeid Erna's gestalte, die nu hier dan daar te vooschijn trad. Hij zag dat zij het hoofd een weinig afwendde van haar dan ser, baron von Neinstetten, en om haar mond had zich de afwijzende trek ge vormd, die hij op ditoogenblik met vreug de begroette. Hij was het toch reeds lang met zich zeiven eens, dat hij freule von Harneck beminde en wel met dat diepe, sterke gevoel, hetwelk het gansche leven vervult Dat het een hoogen prijs was, waarnaar hij de hand uitstrekte, dat was het niet, wat hem nadenkend maakte, terwijl zijn oogen Erna volgden. Verre van alle zeifonderschatting ga. zijn groote liefde hem tegelijk een gevoel van kracht en vastberadenheid. Iets anders drukte hem. Onverschillig was hij het jonge meisje niet, zoo zeide hij bij zich zelf. Zij- was te oprecht om hem daarover in twijfel te la ten. Onverklaarbaar was hem slechts, waarom zij den laatsten tijd naast een hem gelukkig makende natuurlijke ver trouwelijkheid en wonderbare órughou- houdendheid, een zekere vreemde ruste loosheid toonde, die geen gril was en hem daarom verontrustte. Voor de kan ten en hoeken van haar karakter vreesde hij niet; welk een diep gevoel zich daar onder verborg, was hein reeds lang be stand te brengen en ookden inin ier bedeelden toegang tot den grond te geven. Het goede resultaat is daarvan reeds eenigermate zichtbaar en inderdaad is men er in geslaagd om door Ideze maatregelen in meer dan één streek den arbeider vaster aan den bodem te binden. Welnu, bij ons is een dergelijke staat van zaken, als we uiteenzetten, niet aan wezig. Van zoo starre, stroeve opeenhoo ping van den bodem is geen sprake. En voor zoover nog door beletselen de na tuurlijke Ontwikkeling van het kleingrond- bezit wordt tegengehouden, maakt de wetgever zich reeds op om eiken hinder paal te verwijderen. Ook kan niet worden ontkend, dat ten onzent van een absoluut gebrek aan ar beiders als een algemeen voorkomend euvel niet mag worden gewaagd. Bovendien mag niet worden vergeten, dat het toenemend gebruik van machines in het landbouwbedrijf de vraag naar boerenarbeiders vermindert en in de toe komst in dit opzicht nog verminderen zal. Van beteekenis is evenzeer de overweging dat bij onzen bevolkingsaanwas, bij den landbouw ingeval van goede ontwikkeling de grens der bcnoodigde arbeidskrachten spoedig is bereikt. Voeg daaraan eindelijk nog toe dat bij de komende tariefsherziening niemand onzer er aan denkt om een bescherming naar Duitsch model door te voeren, waar door ten onzent kunstmatig allerhande industrieën worden geschapen, maar slechts een matige bescherming, waar door met name bestaande bedrijven tot krachtiger ontwikkeling kunnen komen. Wie dan dit alles overweegt, zal ge voelen hoe inderdaad te zwart gekleurd is de sombere profetie van de zwermen arbeiders, die van den lande naar de stad trekken. Echter is hiermee het voorzichtige soliede boerenhart nog niet gerustgesteld. Stel dat inderdaad geen schrikbarend tekort aan arbeidskrachten te duchten is, dan dreigt toch ander gevaar. Onze land bouw voert uit, voert sterk naar den vreemde uit. Voor honderdduizenden gul dens landbouwproducten worden ieder jaar naar het buitenland gezonden. En wat zal er nu gebeuren als wij den in voer van artikelen uit den vreemde gaan belemmeren? Zal het buitenland ten aan zien van de landbouwproducten geen ver geldingsmaatregelen nemen? Zoo raakt de landbouw in de knel! Zoo zijn de arme boeren weer het kind van de rekening. Ï3e Limburgsche Katholiekendag. Tweede Pinksterdag is te Sittard de 13e Limburgsche Katholiekendag gehou den. Na een H. Mis, opgedragen door den pastoor-deken van Sittard, J. S. La- noy, werden eif verschillende samen komsten gehouden. De Limburgsche R. K. Volksbond had tot inleider Wassink, de R. K. Onderwijzersbond de heer Th. Alsil, de Landbouwbond de heer J. J. W. Winterman, zuivel-consulent van N. Brabant, de Hanze besloot tot opheffing van de bestaande Limburgsche Hanze en ewrd onmiddellijk overgegaan tot op richting van een Bond van R. K. Mid- denstandsvereenigingen. Het spoor- en tramwegpersoneel had tot inleider de heer H. E. A. Donné, de R. K. Patroonsbond de heer Baeten, de R. K. Mijnwerkers- vereeniging de heer Jac. P. van Term, eD post- en telegraafbeambten de heer L. Schreurs, Jong Limburg de fr. Ger- manus Vrijmoed O. F. M., het Lim- burgsch Kruisverbond de heer O. Haff- mans, de Limburgsche Mariabond prof. A. v. d. Venne. Op de algemeene vergadering was feestredenaar de heer Karei Beyaert uit Brugge, die in een gloedvolle peroratie allen aanspoorde zich katholiek in het openbare leven te toonen en besloot zijn redevoering met een schoone verheerlij king van het H. Sacrament des Altaars. Mgr. Drehmanns sprak tenn slotte de vergadering toe, eerstens de wakkere Sittardenaren, dan den feestredeneaar, die gebeiaard heeft de eeuwige waarhe den, ep ze voor onze geestdrift hoogcr kend en in dit opzicht zag hij met ver trouwen de toekomst tegemoet. Maar wat kon er achter haar stemmingen schuilen? Zoodra de dans geëindigd was, zocht Steinfels den ouden Harneck op. Er tee- kende zich wel eenige verbazing af op diens trekken, toen hij den jongen man voor zich zag, maar toch kon deze zich over de ontvangst niet beklagen. ,Hij werd aan graaf Orben voorgesteld, had gelegenheid om freule Lili te begroeten en Herman de hand te drukken. Toen hij zich eenige oogenblikken later met me vrouw von Eichsteht voor de quadrille opstelde waren Herman en Lili het te genover staande paar. Wat Lili Orben haar cavalier lachend zeide, terwijl zij naar Erna Harneck keek, die aan het andere einde der zaal naast een officier van haar broeders regimennt stond, kon Hans Otto niet verstaan. Het moest intusschen op hem zelf betrekking hebben, want een sombere blik uit luite nant Harneck's oogen trof hem. Sinds vader en zuster in Münberg wa ren, had de freule natuurlijk Herman Har- neok minder vaak gezien. Dit was zeer in strijd met haar verlangen, en eigenzin nig gaf zij hiervan Erna de schuld. Daar om verschafte het haar zekere vreugde, deze nu en dan een part te spelen. Lili verstond voortreffelijk de kunst, onder het masker van vriendschap en belangstel- heeft doen oplaaien, vervolgens 'n woord over Mr. Regout, Minister van Justitie. Deze heeft getoond de kath. beginse len in 7s lands vergaderzaal niet onder tafel te verbergen, maar kloekmoedig heeft hij de kath. beginselen verdedigd en daarvoor eerbied van voor- en tegen stander afgedwongen. Mgr. bracht in dankbare woorden vooral den minister Regout hulde voor de totstandkoming der wet tegen de openbare zedeloosheid. Aan hem onze hulde en dankbetuiging hier voor. Als al onze Limburgsche mannen zoo denken en handelen als minister Regout een voorbeeld gaf, dan kon ons vaderland „ruhig" zijn. Dan zullen we vormen een falanx voor God cn vaderland, voor Kerk en maatschappij. Mgr. gaf ten slotte de vergadering zijn bisschoppelijken zegen. Hieremde was de vergadering gesloten. Eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen. (Bij kon. besluit is bepaald, dat het eereteeken voor belangrijke krijgsverrich tingen wordt toegekend aan allen, die hebben deelgenomen aan de krijgsver richtingen I. op Bali van en met 14 September tot en met 27 October 1906 en van en met 27 April tot en met 2 Mei 1908; op .Timor van en met 30 Augustus 1905 tot en met 1 Maart 1908; op Soemba van en met 10 Maart 1906 tot en met 15 Dec. 1909; op Soembawa van en met 17 Febr. tot en met 14 April 1909, en op Fiores van en met 1 Maart 1908 tot en met 1 October 1909; II. in het gouvernement Atjeh en on- derhoorigheden gedurende het tijdvak 1 Januari 1906 tot ultimo December 1910. De ter zake uit te reiken gespen zullen de opschriften dragen „Kleine Soenda-eilanden 19051909", voor zooveel betreft de sub I e|n „Atjeh 1906—1910", voor wat aangaat de sub II bedoelde krijgsverrichtingen. STATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER. Merken van kaas. In, haar antwoord op het afdeelim^s- verslag over het wetsgn,twerp tot vast stelling eener bepaling betreffende het merken, van kaas, geeft de Regeerimg le kenjien, dat de bedoeling alleen is, voor hen, die zulks wenschen, onder bepaal de voorwaarden de gelegenheid te bie den,, door het aanbrengen van een offi cieel vastgesteld merk de echtheid van, hun, product te waarborgen. Een krachtens de voorgestelde wet aangebracht RJJksmerJc is alleen te be-, schouwen, als een bewijs, dat de bereider van de daarmede gemerkte kaas zich heeft verbonden tot de naleving der door de Regeering gegeven voorschriften en verder daarmede vrijwillig door hem aan vaarde controle t£ onderwerpen. De Minister van Landbouw meent, dat er door het aanbrengen van een Rijlk's- merk op de kaas geen ernstige moeielijk1- heden voor den handel zullen rijzen, aangezien niet eerder tot de uitgifte van merken zal worden overgegaan, dan wan neer het vaststaat, dat deze geheel aan de billijke eischen0 door den handel ge steld of door de ervaring aangegeven), voldoen. Bij invoering van Rijkskaasmerken zal daaraan, op ruime en oordeelkiunidig-e wijze in het buitenland publiciteit wor den gegeven. Land- en Tuinbouw. In „Buiten" van deze week schrijft G. de Graaf over de bestrijding van runderiiorzels. Dr. Oudemans gaf de volgende verkla ring: „De larven, welke zich op ruuder- huid uit de daarop gelegde eieren ont. wikkelen, veroorzaken kriebeling, wor den door de dieren opgelikt en komen in hun slokdarm terecht. Vervolgens doorboren zij den slokdarm, kruipen tus schen de wervelbogen door in het rug- gemergkaiiaal en verhuizen verder door ling kleine boosheden te zeggen, waar voor niemand zoo ontvankelijk was als Herman Harneck. Zijn spijt was dan de gerechte straf daarvoor, dat hij zich nog altijd niet van den leiband van zijn zuster wist te bevrijden. Eindelijk Steinfels had het een eeuw toegeschenen kwam de dans, die hij zich bij freule Erna verzekerd had. Toen hij haar naderde, trad Erich Neinstetten tegelijkertijd op de gezochte toe. —Onze wals, freule Erna, zeide hij met een nijdigen blik op Hans Otto. Ik geloof, dat gij u vergist, mijnheer von Neinstetten. De freule beloofde mij dezen dans, merkte Steinfels hoffelijk op. Ik dwaal niet, baron, antwoordde Neinstetten kortaf. Freule Erna gaf mij den dans. Ik sta op mijn recht. Dat zou zeer natuurlijk zijn, als gij in uw recht waart. Hierover verschillen i, echter van rneening. De freule zal dus te beslissen hebben. Steinfels sprak met groote kalm e. Daarna wendde hij zich tot het jonge meisje, terwijl Erich rood.van toorn,zri- de: Nu, Erna, spreek dan. Zeg den heer von Steinfels, dat hij een onrechtmatige aanspraak doet gelden. Freule von Harneck zag den toornigen man uit de hoogte aan, vóór ,zij ant woordde: het weefsel naar de huid, waar zij d,e< bekende gezwellen veroorzaken." Deze lezing blijkt thans de meest cor recte, we hebben haar te danken aan tië onderzoekingen van Cooper Curtice, een' Amerikaansch geleerde, en dezer dagen' werd zij door Bouvier in de Fransche Akademie van Wetenschappen nader be vestigd en toegelicht. Vooral vlak boven de hoeven der ruri- deren legt de horzel haar eierende larven hechten zich evenals die der paar- denhorzels, binnen het weefsel met be hulp van naar achteren .gerichte haak jes aan de ringen en eenmaal aan de huid gekomen maken zij van binnen uit een opening in de opperhuid, welke daardoor in ontsteking geraken kan. Deze nie'uwste biologische gegevens' omtrent de runderhorzels volgende, is de oplossing der horzelbestrijding terugge bracht tot de vraag: Hoe houden we horzels uit de buurt der pooten van! het vee? In Engeland zoekt men naar resultaat met verschillende vloeistoffen, welke on aangenaam zouden zijn voor liet insect, het rund of voor beide. Picrinezuur schijnt de horzels op een afstand te houden en er zullen thans proeven ge nomen worden met indompeling der pooten van het vee in .een dat zuur be vattende "vloeistof. Sport. Vliegen. Zondagavond brak boven Soesterberg een onweer los, terwijl de tweedekker van Wijnmalen nog voor de loods aldaar stond. De monteur wilde de zwe'efvogel naar binnen brengen, doch had de on voorzichtigheid er in tejjaan zitten en te trachten al rijdende de loods biinlneli te komen,. Flet vliegtuig begon zich e:en wei nig opwaarts te bewegen en werd door een hevigen rukwind omgeslagende monteur kwam met hevigen schrik vrijt doch Wijnmal en's beroemd vliegtuig, waarmede hij den, tocht ParijsBrussel deed, was vernietigd, alle'en den' motor was onbeschadigd. Wielrennen. Op de Scheven.ingsche wielerbaan won' de Hollander Van Nek op schitterende wijze de revan.chematch tegen den Ame rikaan Horan. Ulysses won, wederom een nummer ii,I. de wedstrijd met tanderngangmakingi tusschen amateurs (in drie ritten. Gemeentezaken. De electrische tram. Binnenkort zal de paardentiamdienst in onze gemeente door een electrischeu tramdienst worden vervangen en daar door eene wijziging noodiy worden van de verordening op de straatpolitic. Deze wijzigingen ontworpen door de Commissie voor de Strafverordeningen, zijn bij den Raad ingediend. In de eerste plaats is daarbij elke bestaande bepaling, die gehandhaafd behoort te worden, met de nieuwe toestanden iu harmonie ge bracht, terwijl bovendien de opneming van eenige nieuwe bepalingen, n lodzake- lijkin verband met de grootere of bijzon dere gevaren, die voor de algemeene vei ligheid uit electrisch tramverkeer voort komen. In de eerste plaats zijn eenige arti kelen uit de concessie opgenomen, op welker overtreding straf is gesteld. Hier onder behooren; art. 94, dat den wagen bestuurders verbiedt met grootere snel heid te rijden dan 300 Meter per minuut, onverminderd hunne verplichting om hij het omgaan van hoeken, het naderen van wegkruisiiigen en overal, waar de drukte van het verkeer zulks noodig maakt, de snelheid van hun wagen zoodanig te be perken, als de veiligheid vordertart. 96, dat verbiedt meer dan één bijwagen te gebruiken of den bijwagen te doen duwen en art. 97, dat den wagenbestuurders verplicht de motorwagens niet te ver laten, zoolang er nog eenige mogelijkheid bestaat, dat de wagens door het publiek in beweging worden gebracht. In de tweede plaats zijn eenige nieuwe bepalingen opgenomen, die de openbare veiligheid in het bijzonder tegen de ge- Had ik u dezen wals beloofd, mijn heer von Neinstetten? Is liet u voldoen de, wanneer ik er u opmerkzaam op maak dat uw herinnering zich bedriegt? Zoo niet, dan staat mijn balboekje ter inzage. Dan hebt gij u vergist, Erna. Ik geef mijn aanspraak niet op, zeide Erich nog toorniger. Dc heer von Steinfels zal inzien dat hij terug heeft te gaan, waar wij te genover elkander staan. Volstrekt niet! antwoordde Hans Otto kort. Freule von Harneck heeft in mijn voordcel beslist en daarbij blijft het Ik denk er niet aan terug te trekken Mag ik u verzoeken, freule? Een booze blik van Neinstetten volgde het zich verwijderende paar. De zelfbe- hecrsching van den ander veroorzaakte hem een gevoel, alsof hij een slag in het aangezicht ontvangen had. Het denkbeeld, dat baron Steinfels hem bij freule von Harneck in den weg kon treden werd duidelijker. Hoe haatte hij dien indringer. Terwijl Erich Neinstetten zich niet moeite uiterlijk zocht te bedwingen, had den zoowel Steinfels als Erna het voor val reeds vergeten. Voor de eerste maaf den arm om freule von Harnecks veer krachtige gestalte leggend, maakte Hani Otto slechts met haar een ronde door de lange zaal. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 5