Uoor onze Jongens en meisjes.
176
Een merKwaardlge plotse
linge genezing te Courdes.
ELISABETH MARTIN,
het Rotterdamsche meisje, dat
bij de jongste nationale Bede
vaart naar Lourdes op den laat-
sten dag van haar verblijf al
daar zoo plotseling van hare zeer
ernstige ziekte werd genezen.
De dagbladen hebben reeds
uitvoerig vermeld, hoe de 32-ja-
rige Betsy Martin, uit Rotter
dam, op den laatsten dag van
het verblijf der Nederlandsche
Bedevaart te Lourdes, plotseling
van haar ernstig ziekbed op
stond en door de geneesheeren
althans voorloopig als genezen
werd verklaard.
Wij Nederlanders, laten bij
dergelijke feiten eerst het ver
stand. en dan het gevoel wer
ken. En zoo werd er niet dade-
delijk „mirakel" geroepen, al
voelden en voelen allen, dat hier
een hoogere hand heeft ingegre
pen
De wetenschap, ook de Kath.
doctoren, behoudt zich nog een
eindbeslissing voorde beter
schap, zoo plotseling ingetreden,
moet duurzaam zich toonen en
volledig ook in onderdeelen, die
men nu nog niet kan nasporen.
Maar dankbaar is zeker heel Ne
derland voor de groote gunst,
door Maria's voorspraak aan ons
vaderland gegeven door deze tref
fende gebeurtenis, die een les is
en een groote vreugde tevens!
EEN ONDEUGENDE FOTO
de veldwachter, die den aviateur Wijnmalen heeft aangehouden, om
dat hij zijn boete van honderd gulden niet voldaan heeft. De man
der wet verkneukelde zich blijkbaar er over dat hij den aviateur
„gesnapt" heeft!
Onze dienstboden. (Mijnheer komt even in de keuken om zijne
handen te wasschen).
De k e u k e n p r i n s.e.s„Mijnheer, ik heb er niets op tegen, dat
ge in de keuken komt, maar dan verzoek ik u behoorlijk te kloppen.
Hier is 't mijn departement."
Beste vriendjes en vriendinnetjes.
Ik ontving nog een verhaaltje van een onzer
raadselvriendinetjes, hetwelk ik hier laat
volgen
HET OOG VAN DEN MEESTER.
Jan Jochems zou een eigen zaak beginnen,
zijn vader had hem het geld voorgeschoten en
de ouders van zijn vrouw hadden hen beiden
met goeden raad „bijgestaan". Grootmoeder
vooral liet het aan waarschuwingen niet ont
breken: „Je moet weten, dat man en vrouw,
de een in zijn zaak en de andere in haar huis
houden, niets aan knechts en meiden moeten
overlaten, maar verplicht zijn van den mor
gen tot den avond overal bij te zijn, alles zelf
moeten besturen, anders kunnen zij nooit in
de wereld vooruit komen, gedachtig aan het
spreekwoord„Het oog van den meester
maakt het paard vet!"
Grootmoeder hield er van om hare raadge
vingen met voorbeelden toe te lichten en zoo
vertelde zij ook nu de geschiedenis van den vos.
„Op zekeren laten winteravond was een vos
in de schuur bij de schapen geslopen. Deze
waarschuwden hem, dat hij wel eens gevaar kon
loopen door den boer gesnapt en doodgesla
gen te worden. Reintje hield zich van den dom
me, deed alsof hij de waarschuwing ter harte
nam en trachtte intusschen te weten te komen,
waar zich de eendenkooi bevond, om zich daar
eens lekker te goed te doen. „Och kom," zeide
hij, „zoo-'n vaart zal het niet loopen; als jullie
mij niet verraden, heb ik niets te vreezen.
Maar 't zou misschien niet onvoorzichtig zijn.
naar de eendenkooi te verhuizen, waar moet
ik die echter zoeken?" ,,0, dat is gemakke
lijk genoeg," zeiden de schapen, „in de loods
hiernaast zijn de kippen, ganzen en eenden bij
een. En daar zult ge u beter kunnen verber
gen dan hier," meenden de onnoozele schapen.
„Wel bedankt voor de aanwijzing," zei slim
me Reintje, „en wel te rusten!" Hij sloop
weg en trachtte de deur van de loods binnen
te gaan. Maar deze was gesloten. „O, dat is
niets," dacht Reintje, „ik zal wel ergens een
gaatje vinden." Ongelukkig voor hem, was
net de baas, door zijn hond vergezeld, het erf
opgekomen, om de stallen en schuren nog eens
te inspecteeren, alvorens zich ter ruste te bege
ven. „Woef, wöef," klonk het eensklaps in de
nachtelijke stilte en voordat Reintje gelegen
heid had het hazenpad te kiezen, had de hond
1 V,"
korrel graan vermenigvuldigt een een slag*
deelt.
2. Een schimmel.
3. Wi 1 helmin a
4
7
4
24
15
3
13
5
10
17
21
20
11
18
12
1
23
22
19
9
14
8
6
16
2
75 75 75 75
5. Koetsier.
0. Populier.
NIEUWE OPGAVEN.
1. Wat is het begin der aarde geweest?
2. Wie kan dit oplossen?
voor zijn onvoorzichtige gulzigheid gestraft.
Toen de schapen den volgenden morgen de
knechts aan elkander hoorden vertellen, dat d*
vos door den boer en zijn hond gedood was,
zeiden zij tot elkander: „Dat was wel te ver
wachten; onze baas gunt zich geen rust, alvo
rens zich te hebben overtuigd, dat er geen on
raad te vreezen is." „Dus, kinderen," eindigde
grootmoeder, „wilt gij in huis en zaak met
a oordeel arbeiden, dan moet ge alles zelf be
sturen en hoegenaamd niets aan meiden en
knechts overlaten."
(Ingezonden door Anna Janssen, IJweg
H a arlemmermeer
ARMOE ZOEKT LIST.
Het is van algemeene bekendheid, dat de
Fransche kunstschilde Meissonnier gewoon
lijk zeer slecht bij kas was in de eerste jaren
van zijn kunstenaarsloopbaan. Eens was hij
eenter zo platzak, dat hij geen stuiver rijk.
was om vernis te kunnen koopen en crediet
wilde niemand hem geven. De schilderij, voor
de tentoonsteling bestemd, was klaar op het
vernissen na. Toen verzon hij de volgende
list: Hij nam een groote wijnflesch en stuurde
daarmee zijn jongen naar den drogist. Toen
de flesch gevuld was en de drogist bemerkte,
dat de jongen geen geld bij zich had, liet hij er
de vernis weer uitloopen en gaf de leege flesch
terug, zeggende: „Aan jouw mijnheer geef ik
geen crediet meer". De list was gelukt, want
er was vernis genoeg aan den binnenwand der
flesch blijven hangen om de schilderij te vol
tooien. En juist met deze schilderij vestigde
hij voorgoed zijn kunstenaarsroem.
(Ingezonden door denzelfden.)
LET OP.
Bij dit nummer, jongelui, begint een onder
linge wedstrijd, ditmaal niet in het oplossen,
maar nu eens in het inzenden van raadsels. Ge
durende de geheele maand Juni mag ieder van
ouze kleine lezers of lezeresjes raadsels inzen
den voor de raadselrubriek van het Zondags
blad. Degene, die de meeste en hij. die de mooi
ste raadsels inzendt, krijgen een mooien prijs.
Welke die prijzen zijn, zal nog nader worden
bekend gemaakt. Allerlei soort van raadsels
worden toegelaten, maar zij moeten nieuw zijn
en geschikt. Verhaaltjes mogen ook worden In dfe yÜ{ hok^es moeten de namen van
ingezonden, maar die tellen niet mee. Naar ge- vijf steden, ieder van zes letters, worden inge-
lang de opgaven binnenkomen, worden ze
(21) goed G. W. ten
3. Welk woord van drie lettergrepen kunt
ge maken van: tante nul i?
4. Ik ben een dorp in Gelderland; laat uit
mijn naam een letter weg, dan behoor ik tot de
grooten dezer aarde.
(Deze beide ingezonden door Th. Duiven
voorde, Noordwijkerhout.)
echter alleen de mooiste in het Zondags
blad geplaatst met den naam en leeftijd van den
inzender. Bij de opgaven moeten ook de oplos
singen zijn ingesloten.
Hier volsren de oplossingen der vorige week:
vuld; en wel van:
een stad in Noorwegen,
een stad in Noord-Duitschland,
een stad aan den Rijn,
een stad in Spanje,
een stad in Noörd-Amerika.
/-ITTTTD