172 Gaston stond verstomd; zijn verlegenheid evenaarde zijn verrassing. Hij begreep dat hij niet kon zeggen, waarom hij zich niet tot zoo iets kon leenen en weigeren moest hij natuurlijk. Hij verklaarde dan ook aan zijn mededinger, dat hij de man niet was, die zulk een vraag kon stellen. Men zou begrijpen, dat hij in het vertrouwen was genomen, daar men zulk een vraag niet aan louter nieuwsgierigheid kon wijten. In elk geval zou de jonge dame zich beleedigd kunnen achten en dao zou de vraag hem slechts nadeel kunnen brengen. Het gelaat van De Yallongue stond somber. „Dus ge weigert mij dezen dienst," vroeg hij ontstemd. „Tot mijn spijt kan ik u niet van dienst zijn. Ik zou het in mii ge stelde vertrouwen misbruiken." „Zeg liever dat ge niet wilt uit oude rancune, die ge nog tegen mij hebt;" riep .Yallongue met een geheel veranderde stem, waarin de spijt klonk zonder voordeel zijn hartsgeheim te hebben verraden. „Gij laat mii duidelijk bemerken, dat ik ongelijk had mij tot u te wenden. Misschien drijft ge in uw binnenste wel den spot met mij." Gaston bewaarde tegenover deze taal zijn koelbloedigheid en ant woordde „Ge hadt geen ongelijk mij een dienst te vragen, maar ge mist het recht mij te beleedigen nu ik u dien niet kan bewijzen." EEN NIEUWE GROOTE VERBETERING IN HET VER KEERSWEZEN TE ROTTERDAM de demping van Steiger en Groenendaal, wat een nieuwen groo- ten verkeersweg zal geven van het Oosten naar het Westen. Onze foto toont de- drooggelegde Groenendaal, waarin duizenden hei palen den weeken bodem moeten versterken. trouwen en dat harer moeder. Als ge mij waardig acht, haar echtgenoot te worden, wilt ge haar dan vragen of ik mag hopen op haar toestemming. Het is een teedere vraag, dit is zeker, maar uit uw mond zal deze haar niet beleedigen, ingegeven als ze u moet zijn door de broederlijke liefde, die ge voor haar koestert." DE DEMPING VAN STEIGER EN GROENENDAAL: hoe de tot nu toe typisch in het water van -het Steiger staande huizen door beton moeten worden geschoord tijdens de droogleggingswerkzaamheden. EEN DER MOOISTE PUNTEN VAN HET VORSTELIJK 's-GRAVENHAGE de reusachtige kastanjeboom vóór het Koninklijk Paleis aan het Noordeinde, die met zijn verbazende bladerenkroon en vooral in vollen bloei een prachtig gezicht oplevert en bovendien den wandelaar een heerlijk zitje aan biedt met fraai uitzicht op het verblijf onzer geliefde Koningin in de Residentie. (Foto C. J. L. Vermeulen Toussaintkade, L. Poten, Den Haag.) „Zoo dit althans geen berekening van u is, gegrond misschien op eenige bijgedachte, die ik uit respect vooi de dame over wie wij 3praken, niet verder wil doorgronden." Dit was een uitda ging. Gaston nam er geen notitie van en wilde het onderhoud ook niet verder voort zetten. Hij groette koel ;n zich omkeerende, liet hij den ander mid den op de straat staan, waar zij dit gesprek ge voerd hadden, dat zulk een stormachtige wen ding had genomen.1 Ze zouden elkaar in Zwit serland niet terugzien ze waren bestemd el kaar elders te ontmoe- moeten, maar Gaston was er ver vandaan dit te voorzien of daarover nog te denken, toen hij den volgenden morgen met Hervas in de post koets steeg, waarin do gravin en haar dochter reeds hadden plaats ge nomen. Hij zag in deze reis, die hen voor ver scheidene dagen veree- nigde, de voorbode van een andere vurig ver langde reis door het le ven. Men had minstens veertien dagen noodig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 16