BUITENLAND. „Leidsche Beelden". Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 15 April. De Week. De oproerige gewelddadigheden der laatste dagen in het Fransche wijndis trict zijn voor de meeste menschen op het onverwachts gekomen, 't Meest wel dunkt ons voor de regeering die daar door niet intijds haar maatregelen kon nemen om de beweging voor goed den kop in te drukken. Hoe toch had men kunnen denken, dat een actie voor ver legging der champagnegrenzen, die, be gonnen met een vroolijke bombarie van vlaggenoptochten en met muziek, meer op een operette-oproer geleek, zou uitloopen op gewelddadigheden, waar bij gewonden zouden vallen en voor mil- lioenen schade aangebracht worden. 't Was begonnen met de koddige ma nifestatie der mannen van het district Aube die wenschten voortaan ook cham pagne te mogen maken. Wij, nuchtere Hollanders, die ons niet erom bekommeren of onze Edammer kaas werkelijk uit de omstreken van Edam komt, kunnen natuurlijk niet be grijpen, hoe men zoo'n drukte maakt over het feit, dat niet alle champagne uit Champagne komt. Bij ons weten is er ook nog nooit oorlog gevoerd over Leid sche kaas die in Friesland gemaakt zou worden of echte Schiedammer die elders, zeg in Leiden, zou gestookt worden. Hoe het ook zij, j.L Zondag trokken duizenden wijnbouwers uit alle hoeken en gaten van Aube op naar de hoofd stad Troyes, waar de grootsche mani festatie zou plaats hebben. Uit de arron dissementen Bar-sur-Aube en Bar-sur- Seine waren ze reeds Zaterdagochtend vertrokken om als een leger, ze noem den zich „bataillons de ter", te voet hun 55 kilometers af te leggen. Muziek voor op, zoo trokken ze met vliegende vaan dels, waarop hun eischen gedrukt, en netjes had het organisatie-comité er voor gezorgd, datze onderweg goed gevoed en geherbergd konden worden. En toen ze aldus hun eischen. openlijk dik onder streept hadden, trokken zij 's avonds in extra-treinen na'ar hunne haardsteden te rug, het aan de regeering voorloopig overlatende op de beste manier door het moeilijke geval heen te schipperen, de Aubers hun zin te geven en de Marners die het champagnemonopolie hebben, te vriend te houden. Intusschen trachtte de regeering zich aldus uit de moeilijkheden te redden, door het voorstel, dat voortaan cham pagne zouden mogen voortbrengen alle streken die tot de vroegere provincie Champagne behoorden, mits men be hoorlijk op alle flesschen de plaats van herkomst vermeldde. Natuurlijk- was dit noch naar den zin des eenen, noch van den ander. De Mar ners waren ontstemd over het geheel dat hun monopolie bedreigde, de Au bers vreesden dat de „Champagne de l'.Aubre" toch voor minderwaardig zou w orden aangezien. Dus trachtte men weer een middenweg te vinden door den Raad van State op te dragen de begrenzing der verschillende wijnstreken nogmaals te herzien en na te gaan of de Aube in het champagnegebied zou kunnen opge nomen worden. Volgens den heer Mo- nis was dit lichaam bij uitstek bevoegd om een uitspraak in deze te doen. Maar hiervoor was de Senaat niet te vinden. De Raad van State is een lichaam, dat slechts adviezen geeft die de regeering al dan niet kan opvolgen en met uw ver schuilen achter den Raad van State komt gij zoo maar niet van ons af, zeiden de Senatoren. Toen draaide Z.Exc. weer wat om, en was van hetzelfde gevoelen als de Senaat. Enfin, aan tegenstrijdigheden VIL Bodekarretjes. Bodekarretjes Alle dagen, Woens- en Zaterdags 't veelvukligst in getal, staan ze, deelte- lijk dooreen, in wegscholing onder don kere bladerlooving van den breeë „kas tanje" aan de Vischmarkt, andere berijen de drukke Hoogstraat; in 'n ritsing van donkere kappen met 'n enkele reklame en yerflooze plankenbordje met naam en nummerlosjes aaueengeschaard tegen over trotsche winkelhuizen-rij, waar heel den dag 'tdruk verkeer langs schunnert weer 'n deel op d'aloude Hooglandschë kerkgracht, of aan 't „soephuis", of in Beschuitsteeg..in geduldige afwachting en gedurige stilzwijgende uitnoodiging tot „goederenbelasting". En heel den drukken morgen komen menschen. Loopknechts en dienstmeisjes met doozen en pakken moeders met „de wasch" voor „d'r zoon buiten" of „pakkies voor 'n nichchie".en last op last wordt gestapeld op 't bodekarretje. IHeele bestellingen van manufacturen- magazijnen of ijzerhandelaren, van boter en kaasboeren, van vele Leidsche firma's, vinden er een gereedelijk plaatsje. Tot tegen „vertrek" de bode z'n „spaji- neijv."-nadert, nadat ie z'n boodschappen jn stad heeft afgedaan en 'n „keggie en wisselingen heeft het den premier in deze kwestie niet ontbreken. Hoewel hij zelf eens als voorzitter van den Con- seit géneral van Oironde zich tegen de opheffing der grenzen uitsprak en toen zelfs met minachting sprak over een be slissing van den Raad van State, zeide hij nu geen boe of ba toen in den Se naat kortweg werd voorgesteld de gren zen op te heffen, welik voorstel met groo- te meerderheid werd aangenomen. Toen echter had hij op alles voorbe reid moeten zijn. Het was nu te verwach ten dat de Marners zich maar niet zoo voetstoots hun monopolie weer lieten af troggelen. Door zijn slapheid en halfheid zijn iedereen het naar den zin willen maken, heeft het land in erger gisting ge bracht, dan hij met flink aanpakken had kunnen doen. En nu hij eindelijk zag dat de boel, ondanks zijn schipperen, misliep, had hij moeten zorgen dat het niet tot uitbarstingen had kunnen komen als waarvan nu het departement Marne het tooneel is geweest. Wanneer hij met een kracht als Briand bij de spoorweg stakingen was opgetreden, zou niet de reusachtige schade aangericht zijn, waar van een geheel district zich wellicht in geen jaren zal kunnen herstellen. En zelfs zonder het zenden van troe pen had dit kunnen gebeuren door het in uitzicht stellen van toezicht op en daardoor verhindering van knoeierijen. Want, zooals een oude, bezadigde wijn boer aan een correspondent van de „Ma- tin" zeide, de actie is meer gericht te gen de knoeierijen in het eigen district dan tegen de vakgenooten in Aube. On der knoeiers hebben wij hier te ver staan niet fabrikanten van kunstmatigen wijn, maar van dezulke die champagne fabriceeren van uit andere streken inge voerde wijnen. Wordt, zoo redeneeren zij, de champagnegrens nog verruimd, dan wordt de mogelijkheid voor dergelijke knoeierijen nog grooter. En waar de boe ren door jarenlange mislukking van den oogst getroffen worden, is het hun na tuurlijk een doorn in het oog dat van andere wijnen dan de hunne champagne gemaakt wordt en deze goedkoop ge leverd wordt, terwijl zij van hun geringe oogst geen geld kunnen maken. Waren zij tegen dergelijk bedrog gewaarborgd, de zaken zouden hoogstwaarschijnlijk zulk een ernstigen keer niet genomen hebben. Nu het eindelijk te Iaat is, zijn er troe pen gezonden, die wellicht een heele toer zullen hebben om de rust te herstellen, goed te maken met harde sabelslagen wat een onmachtige regeering met haar wei felingen heeft bedorven. Want haar onmacht oin het bewind te voeren, is hierdoor weer eens glansrijk bewezen, jammer alleen dat die zeker heid zooo duur gekocht is moeten wor den. V. Weekpraatje. De ledige plaats in ons provinciebe stuur is wederom ingenomen. Een emi nent man is de opvolger geworden van den uitstekenden, door allen betreurden Mr. Patijn. Niemand zal wel op deze woorden eenige aanmerking hebben,want dat baron Sweerts de Landas Wyborgh werkelijk een eminente persoonlijkheid is, heeft hjj bewezen gedurende zijn bestuur te 's-Oravenhage. Met krachtige hand heeft hij daar als burgemeester de zaken geleid, en hoezeer zijn bestuur op prijs werd gesteld, bleek toen hij eenigen tijd terug voor een herbenoeming niet in aan merking wenschte te komen. Algemeen werd toen er op aangedrongen, dat hij den burgemeesterszetel zou blijven in nemen. En baron Sweerts is gebleven, doch slechts korten tijd heeft 's-Graven- hage er pleizier van gehad, want een hooger ambt gaat hij thans vervullen, de belangen van geheel Zuid-Holland zijn thans aan zijn handen toevertrouwd. Voor eenigen tijd nog werd hem de taak opgedragen Zuid-Holland in de Eerste Kamer te vertegenwoordigen. Door .hel aannemen van zijn benoeming met koffie" in z'n bestelhuis heeft ver orberd. 't Hitje wordt voorgespannen, goederen ingeschikt, en langzaam ratelt 't zwaar beladen karretje weg, naar buiten, naar de plaats van bestemming. Zóó is 't in 't algemeen „Zwaar Ijeladen", schrijven we Maaris er ook niet dikwijls „óver- lading" Helaas... 'tspijt ons te moeten con- stateeren, dat er óók bode's zijn, bij wie de zuinigheid ook wel eens de wijsheid bedriegt. Gevallen, waar de bode door overlading van z'n karretje, zichzelf schade berokkent, getuige dik wijls vermelde gevallen van asbreking enz. Gevallen ook, die te veroordeelen zijn uit een oogpunt van dierenbescherming. Waar 't bodepaardje of hitje de na- deelen van verregaande onnadenkendheid ondervindt. Men oordeele zelf. 'k Stond te kijken naar zoo'n spannetje. Hoog, tot boven de kap, stond 't kar retje volgeladen, 'n paar zware vaten nog voorop. Alles was in ordeToen werd het paard gehaald... Het paard? Achter '11 ruw jochie, helper van den bode, sleept zich een uitgemergelde t magere dierenschiin voort ingevallen lijf met holle dijen en uitstekende juk beenderen en ribben, wat verwilderde haren sluikelings hangend over den tani- geii nek, vooi uit,stekende kop uiet de tot Commissaris der provincie, moet hij echter dezen eerepost prijsgeven, en zoo als ons blad meldde, zijn de Pro- vinicale Staten reeds in buitengewone ver gadering bijeengeroepen ten einde in de ontstane vacature te voorzien. Over de beginselen van baron Sweerts is veel gebabbeld en getwist. Zeker is, dat hij van Christelijke beginselen is. dit zij genoeg voor de lezers die hiervan on kundig waren, en ik zal er niet verder over gaan babbelen. Deze week tyeeft overigens een tamelijk rustig verloop gehad. De Commissaris van de provincie Noord-Holland heeft ook aan de algemeene rust meegedaan, hij was immers ongesteld. Voor velen was dit aanleiding 0111 te meenen, dat hij spoedig dit ambt zou nederleggen. Alleen in Amsterdam heeft het een beetje gewoeld, vooral op die vergade ring van de Sociaal-Democraten, waar Troelstra en Wijnkoop elkander zoo duchtig in het haar vlogen, tenminste in figuurlijken zin, want zoo bont hebben ze 'tniet gemaakt, dat ze handgemeen zijn geworden. Alleen de noodige scheldwoor den (en wel zulke die een fatsoenlijk mensch nooit op zijn lippen heeft) wer den elkaar naar 't hoofd geslingerd. Troelstra zag zeker in, dat hij zich daar minder netjes had aangesteld, want spoedig daarna schreef hij een stukje in het „Volk" om zich wat schoon te wasschen. Of 't koning Troelstra gelukt is, ik weet £iet niet; dat weet ik wel, dat zijn onderdanen veel van hem slikken., als hij 'tzegt dan is het waar, daarom zal het hier OQk wel zoo geweest zijn, en Troelstra is nog steeds de onschend bare en ongeschonden koning. Van het debat zelf zal ik ook maar zwijgen, het bestaat toch slechts in het bestoken van elkanders principen. En zich zelf tegenèpreken, is aan de orde van den dag, zoodat ook in 't algemeen er op den duur geen touw aan vast te knoopen is. Dit over Sociaal-Democraten, doch ook over Liberalen is nog wel iets te zeggen, hoe n.l. onze Leidsche professor Van der Vlugt het oordeel over de vrijzinnigheid heeft geveld. Volgens hem verlangt nie mand meer naar de vroegere vrijzinnig heid terug. Dit heeft hij te Delft in een speech gezegd. Bedoelt hij, daarmede dat oude li beralisme, dat zoo lang oppermachtig ons land geregeerd heeft? Fuit Ilium et ingens gloria Teucrorum. Ja, 't i's uit met het liberalisme, 't is ten ondergang gedoemd, gelijk de oude stad der Tro janen. Wellicht dat zij zelf hun onder gang verhaasten door zich te versterken in een verbinding met de socialisten, even als de oude Troiers zich meenden krach tig te maken door het binnenhalen van het houten paard. STAN. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Vogel wet. Een wetsontwerp is ingediend, hou dende bepalingen tot bescherming van in het wild levende vogels. Volgens de memorie van toelichting blijkt de wet van 1880 onvoldoende in het beschermen van vogels, van vele zij^ den werd daarom op verbetering aan gedrongen. De grieven zijn in hoofdzaak drieërlei le. is het principieel onjuist gebleken, een onderscheiding te maken tusschen nuttige en schadelijke of liever niet-nut- tige vogels. De erkenning van het feit, dat alle vogels voordeel aanbrengen en dat de schade, door hen veroorzaakt, afhankelijk is van plaats en tijd, moet leiden tot de gevolgtrekking, dat de wet hare bescherming moet verkenen aan alle in het wild levende vogels, met open stelling van de mogelijkheid om, waar en wanneer schade voorkomt, deze te keeren. Op dezen grondslag is dan ook het onderhavige wetsontwerp opgetrok ken Alle .in het wild levende vogels, voorzoover althans in Europa inheemsch, deelen met hunne eieren en nesten in loomig goeiege oogen, om 't minder voelen der teugelrukking. Het paard.... Met 'n ruwen, pijnlijken teugelruk wordt 't beest naar- achter, tusschen de wagen boom en geduwd dat 't verwil derd ontwaakt uit z'n droomstemming, 'n nadenken aan z'n goeie uurtje. De boomen van den wagen worden met 'n paar wilde rukken langs z'n zijde gespannen, de riemen aangetrokken, en alles is tot vertrek gereed. De bode in specteert z'n „vrachie", klimt tusschen de goederen op de overvolle kar, waar ook z'n knechtje een plaats vindt 't vroeg-afgeleefde paardje hangt koortsig droomerig in 'tgareel... dan 'n wilden ruk aan den teugel... die 'tdier pijnlijk door de kapotte mondhoeken schrijnt, dat 'twild den kop opheft... en met een pijnlijke drukking van 't magere paarden lijf tegen den leeren borstriem zet zich 't karretje in beweging Denken we even aan 'tpaardenlijden, als dit spannetje tegen 'n hoogte, zooals b.v. door Koren brugsteeg naar Bree- straat, of tegen de „Korenbeurs" óp moet. De kwelling bij zóó'n behandeling, die op de urenlange buitenwegen, dik wijls haast onbegaanbaar, nog verergerd. Mogen déze bode's door een weinig méér nadenken, wat reëeler hunne trouwe helpers behandelen... Gelukkig, dat het gros in deze méér besef heeft... wat henzelf ten goede komt. En ook het bode-wezen in zijn geheel,., de door de wet verleende bescherming. Behoudens andere uitzonderingen, wor den door het publiek gezag vergunningen om vogels te dooden met vuurwapenen en zoo noodig hunne nesten te ver storen, verleend telkens als en waar vo gels schade toebrengen of overlast ver oorzaken. 2e. De bestaande wet is niet gemakke lijk uitvoerbaar. Uit gebrek aan feitelijke kennis en uit vrees, cene vergissing te begaan, wordt onder het bestaande stelsel van vele overtredingen geen proces-ver- baal opgemaakt. Deze toestand veran dert geheel, indien het onderhavige wets ontwerp tot wet wordt verheven. 3e. De bestaande wet staat in den weg aan toetreding van ons land tot de in 1902 te Parijs gesloten „Convention pour la protection des oiseaux utiles a l'agri- culture". De tegen die toetreding aange voerde argumenten acht de Minister van Landbouw niet voldoende krachtig om het niet toetreden van Nederland te recht vaardigen. Op dezen dubbelen grondslag: alge meene vogelbescherming en toetreding van Nederland tot de conventie van Parijs is het onderhavige wetsvoorstel opge bouwd. Bij de toelichting der artikelen wordt o.a. medegedeeld, dat het rapen, vervoe ren en verhandelen van kievitseieren uit de Jachtwet is gelicht en geregeld in het onderhavige ontwerp. De eindtermijn voor het rapen van kievitseieren is ver vroegd tot 16 April. Door dit rapen toe te staan tot 1 Mei gaat het eerste broed sel dezer vogels verloren en vermindert deze voor den land- en tuinbouw zoo bij uitstek nuttige vogelsoort in sommige streken op onrustbarende wijze. Boven dien is het wenschelijk, den raaptijd van kievitseieren te beperken, daar het maaien en hooien vervroegd zijn en als gevolg daarvan de jonge kieviten, afkomstig uit een later broedsel, zich niet meer in het lange gras kunnen verbergen tegen hunne natuurlijke vijanden. Het rapen van meeuweneieren wordt gebonden aan een bepaalden tijd (10 Mei tot 15 Juni) en aan een door het publiek gezag afgegeven vergunning. Het houden van bepaalde soorten van vogels in de kooi moet naar het stellig oordeel van den Minister geoorloofd blij ven. In vele gezinnen, ook van de arm- sten, maakt de aanwezigheid van een merel of een sijsje de woning vroolijker. Het houden van vogels in de kooi is een der primitieve vormen, waarin de liefde voor de vogels zich openbaart. Deze liefde nu moet in het belang van den landbouw worden aangekweekt. De vergunningen tot het dooden van vogels en tot het verstoren hunner nesten indien deze schade toebrengen of over last veroorzaken, worden verleend door den burgemeester; die tot het vangen, vervoeren en verhandelen van kooivogels door den Commissaris der JConingin. Door een algemeénen maatregel van bestuur zal het vangen en dooden van vogels in massa en het dooden door gemeengevaarlijke stoffen worden tegen gegaan. Het ligt in 's Ministers bedoeling, zoo spoedig mogelijk een wetsontwerp tot bescherming van andere voor den land bouw nuttige diersoorten te doen samen stellen, waardoor de wet van 1880 in haar geheel zal komen te vervallen. De ganzen worden als wild beschouwd en voorgesteld, deze in art. 17 der Jacht wet op te nemen. Als bijlagen zijn aan de memorie van toelichting toegevoegd: le. eene verhan deling van prof. dr. J. Ritzema Bos om trent „de beteekenis van de vogels voor onze cultures, en de noodzakelijkheid van eene wet, die de in 'twild levende vogel soorten beschermt"; 2e. de Fransche tekst met vertaling daarvan van de con ventie van Parijs; 3e. een overzicht van de in het buitenland geldende wettelijke voorschriften tot bescherming van in het wild levende vogels. Wijziging Merken wet. Art. 14 der Octrooiwet 1910 bepaalt, Zal onze moderne tijd, met zijn snellere en betere vervoermiddelen, ten slotte niet dit van ouds bestaande bode-wezen over bodig maken? Alles wijst erop van niet. Dit aloude communicatiemiddel tus schen stad en omtrek schijnt door alle tijden te blijven gehandhaafd. Reeds in de oudste Leidsche alma nakken vinden we, naast trekschuiten en beurtschepen, een bode- en bestellerslijst vermeld. Hunne standplaatsen waren v;.n overheidswege aangewezen, en meerdere plaatselijke wetten hielden met het bode wezen rekening, als: vaste plaatsen en dagen van in- en aflading, en het verbod van niet rijden met „vrachf-karren op de kleine steenen. Ook waren er toen de bepalingen tegen „overladen van wa gens, waardoor niet alleen ongelukken veroorzaakt, maar ook de straten geruï neerd werden". De prijzen van het vrachtgoed zijn in tusschen wel degelijk aan de rijzing en daling van de „markt des tijds" onder hevig geweest. Voor ,,vijf", „tien" of „vijftien" cents is bij onze hedendaagsche vrachtrijders al veel uit te richten. Van vroeger vinden we intusschen prij zen van f 1.50 en f2. Voor vervoer tus schen Leiden en Scheveningen vinden we o.a. f2 vermeld, waar dan onder begre pen waren de onkosten van tollen, over varen, ponthek, poortgeld enz alle maal jdiiigcu waar pnze tegenwoordige dat de ingevolge de wet ju te stellen octrooiraad deel uitmaakt van het Bureau voor den industrieelen eigendom, terwijl eenige andere artikelen dier wet be paalde werkzaamheden aan dit bureau Dit verband tusschen den octrooiraad en genoemd bureau maakt het noodzake lijk, enkele bepalingen der Merkenwef; waarbij het Bureau voor den industrieelen eigendom werd in het leven geroepen, te wijzigen en de uitvoering van beide wetten in een hand te leggen. Hiertoe strekt een bij de Tweede Ka mer ingediend wetsontwerp tot wijziging van de Merkenwet Onteigening te 's Gravenhage. Ingediend is een wetsontwerp tot ont eigening, in de gemeente 's-Gravenhage, van perceelen voor den aanleg van een haven "aan de noordoostzijde van den Trekvliet, ten behoeve van met licht ont vlambare stoffen geladen vaartuigen, en van aangrenzende terreinen voor den op slag dier stoffen, met daarbij behoorende inrichtingen, wegen en werken, alsmede voor den aanleg van toegangswegen naar de gasfabriek aan genoemd vaarwater. Land- en Tuinbouw. Coöperatie bij den verkoop van vee, In Oostenrijk-Hongarije en voorname lijk in Galicië, maakt de coöperatieve verkoop van rundvee goede vorderingen. Een groote landbouwvereeniging, „de K. K. Landbouwvereeniging van Krakau", heeft daarbij de leiding. De „Oesterr. landw. Genossenschaftpresse" schrijft hierover Voor 2 of 3 jaren werd, op initiatief van de Landbouwvereeniging van Kra kau, een aanvang gemaakt met de op richting van de noodige gebouwen voor den coöperatieven verkoop van rundvee,. Een onmiddellijk gevolg er van was, dat de veehouders hoogere prijzen vaan hun vee wisten te behalen. Nog eene andere Galicische landbouwvereeniging houdt zich bezig met de oprichting van coöpe ratieve instellingen voor den verkoop van vee. Het doel is, de groote steden, in het bijzonder Weenen, direct van slacht vee te voorzien. Verschillende landbouwvcreenigingen houden cursussen, waarbij aan de land bouwers het doel, de inrichting en wer king der genoemde instelling wordt uit eengezet Ook in Bohein-en maakt deze beweging vorderingen. Te Mahrisch-Ostrau is eene vereeniging opgericht voor den coöpera tieven verkoop van levend en van geslacht vee. Zooals onze lezers weten, is de hier besproken wijze van verkoop bij onze Oostelijke buren reeds geruimen tijd gevolgd. De laatste drop is de boterknop. Het was zoo verrukkelijk aardig. Men molk een keer de koeien niet heefemaal uit bepaalde hoeveelheid der inclk en vetgehalte, liet daarna namelken en be paalde van 'tnamelksel hoeveelheid en vetgehalte en de gelegenheid voor een fraai rekensommetje was geboren. Dat laatste inelksel bevatte 'tmeeste vet; in boter omgezet gaf dat vet een waarde van zooveel gulden en zooveel cents vermenigvuldig dat bedrag met 600, als zijnde 't aantal melktijden per jaar, en de som, die ge nu krijgt wijst aan, hoe veel voordeel ge van goed uitmelken van uw vee per jaar hebt. We meenen ons zoowaar een geval te herinneren, waar bij 'ter heel veel op leek, dat de boer zijn pacht zou kunnen betalen alleen van de opbrengst van dat laatste inelksel. En dat vernomen hebbende, knikten we me kaar gelukkig toe en zeiden, dat onze vaderen het toch maar goed geweten hebbende laatste drop is de boterknop. Nu zijn er menschen, die nooit de zon in 't water kunnen zien schijn .n, en niets gelooven, voor ze 'tzelf hebben waarge nomen. Zoo iemand is de heer Oskar Orcnstein. Hij vertrouwde de vermenig vuldiging niet al te best en ging liever aan 't optellen. Koeien - liet hij beurte lings door goede of slechte melkers mel- bode's, dank zij den vooruitgang, niet meer mee te maken hebben. Zoo zien we thans, ook in onze stad, ondanks de veranderde tijden, het bode wezen nog in vollen bloei. Het bodekarretje, ondanks vele snellere vervoermiddelen, nog onmisbaar en in eere En vele bestellersdiensten zijn er hier nog, die jaren en jaren hèr gaan, waar van we in Leiden's oudheid reeds ver melding vinden, die onder éénen naam van geslacht op geslacht zijn overgegaan. Die, door de tijden heen, hun bode- bestaan óp hielden. En over 't algemeen hebben de bode's zich een goeden naam verworven fn stad en .in omtrek. Zij zijn de overbrengers van, behalve hun gewone vrachtgoed, tal rijke boodschapjes en vertrouwelijkhe- dens, waarvoor zij als port dan 't goede vertrouwen van velen hebben. Vertrouwen, dat ze naar waarde schat ten, en dat hen mee doet leven in dc belangen hunner zoo talrijke clientele. Wenschen we onze bode's succes ver der in hunne zaken. Beschouwen wc de bodekarretjes als een nuttig en noodig communicatie-middel, als een, ook in on zen tijd, nog onmisbare vervoerschake! tusschen onze stad en zijne zoo talrijke dorpen-omgeving. Als een onmisbaar iets vooral tusschen de plaatsen, waar, be halve het bodekarretje, geen enkel mid del van verkeer nog bestaat. En die zijn er óók nog.... KEFS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1911 | | pagina 9