BUITENLAND.
„Leidsche Beelden".
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant
van Zaterdag 15 April.
De Week.
De oproerige gewelddadigheden der
laatste dagen in het Fransche wijndis
trict zijn voor de meeste menschen op
het onverwachts gekomen, 't Meest wel
dunkt ons voor de regeering die daar
door niet intijds haar maatregelen kon
nemen om de beweging voor goed den
kop in te drukken. Hoe toch had men
kunnen denken, dat een actie voor ver
legging der champagnegrenzen, die, be
gonnen met een vroolijke bombarie
van vlaggenoptochten en met muziek,
meer op een operette-oproer geleek, zou
uitloopen op gewelddadigheden, waar
bij gewonden zouden vallen en voor mil-
lioenen schade aangebracht worden.
't Was begonnen met de koddige ma
nifestatie der mannen van het district
Aube die wenschten voortaan ook cham
pagne te mogen maken.
Wij, nuchtere Hollanders, die ons niet
erom bekommeren of onze Edammer
kaas werkelijk uit de omstreken van
Edam komt, kunnen natuurlijk niet be
grijpen, hoe men zoo'n drukte maakt
over het feit, dat niet alle champagne uit
Champagne komt. Bij ons weten is er
ook nog nooit oorlog gevoerd over Leid
sche kaas die in Friesland gemaakt zou
worden of echte Schiedammer die elders,
zeg in Leiden, zou gestookt worden.
Hoe het ook zij, j.L Zondag trokken
duizenden wijnbouwers uit alle hoeken
en gaten van Aube op naar de hoofd
stad Troyes, waar de grootsche mani
festatie zou plaats hebben. Uit de arron
dissementen Bar-sur-Aube en Bar-sur-
Seine waren ze reeds Zaterdagochtend
vertrokken om als een leger, ze noem
den zich „bataillons de ter", te voet hun
55 kilometers af te leggen. Muziek voor
op, zoo trokken ze met vliegende vaan
dels, waarop hun eischen gedrukt, en
netjes had het organisatie-comité er voor
gezorgd, datze onderweg goed gevoed
en geherbergd konden worden. En toen
ze aldus hun eischen. openlijk dik onder
streept hadden, trokken zij 's avonds in
extra-treinen na'ar hunne haardsteden te
rug, het aan de regeering voorloopig
overlatende op de beste manier door het
moeilijke geval heen te schipperen, de
Aubers hun zin te geven en de Marners
die het champagnemonopolie hebben, te
vriend te houden.
Intusschen trachtte de regeering zich
aldus uit de moeilijkheden te redden,
door het voorstel, dat voortaan cham
pagne zouden mogen voortbrengen alle
streken die tot de vroegere provincie
Champagne behoorden, mits men be
hoorlijk op alle flesschen de plaats van
herkomst vermeldde.
Natuurlijk- was dit noch naar den zin
des eenen, noch van den ander. De Mar
ners waren ontstemd over het geheel
dat hun monopolie bedreigde, de Au
bers vreesden dat de „Champagne de
l'.Aubre" toch voor minderwaardig zou
w orden aangezien. Dus trachtte men weer
een middenweg te vinden door den Raad
van State op te dragen de begrenzing der
verschillende wijnstreken nogmaals te
herzien en na te gaan of de Aube in
het champagnegebied zou kunnen opge
nomen worden. Volgens den heer Mo-
nis was dit lichaam bij uitstek bevoegd
om een uitspraak in deze te doen. Maar
hiervoor was de Senaat niet te vinden.
De Raad van State is een lichaam, dat
slechts adviezen geeft die de regeering al
dan niet kan opvolgen en met uw ver
schuilen achter den Raad van State komt
gij zoo maar niet van ons af, zeiden de
Senatoren. Toen draaide Z.Exc. weer wat
om, en was van hetzelfde gevoelen als
de Senaat. Enfin, aan tegenstrijdigheden
VIL
Bodekarretjes.
Bodekarretjes
Alle dagen, Woens- en Zaterdags 't
veelvukligst in getal, staan ze, deelte-
lijk dooreen, in wegscholing onder don
kere bladerlooving van den breeë „kas
tanje" aan de Vischmarkt, andere berijen
de drukke Hoogstraat; in 'n ritsing van
donkere kappen met 'n enkele reklame
en yerflooze plankenbordje met naam en
nummerlosjes aaueengeschaard tegen
over trotsche winkelhuizen-rij, waar heel
den dag 'tdruk verkeer langs schunnert
weer 'n deel op d'aloude Hooglandschë
kerkgracht, of aan 't „soephuis", of in
Beschuitsteeg..in geduldige afwachting
en gedurige stilzwijgende uitnoodiging
tot „goederenbelasting".
En heel den drukken morgen komen
menschen. Loopknechts en dienstmeisjes
met doozen en pakken moeders met
„de wasch" voor „d'r zoon buiten" of
„pakkies voor 'n nichchie".en last op
last wordt gestapeld op 't bodekarretje.
IHeele bestellingen van manufacturen-
magazijnen of ijzerhandelaren, van boter
en kaasboeren, van vele Leidsche firma's,
vinden er een gereedelijk plaatsje.
Tot tegen „vertrek" de bode z'n „spaji-
neijv."-nadert, nadat ie z'n boodschappen
jn stad heeft afgedaan en 'n „keggie
en wisselingen heeft het den premier
in deze kwestie niet ontbreken. Hoewel
hij zelf eens als voorzitter van den Con-
seit géneral van Oironde zich tegen de
opheffing der grenzen uitsprak en toen
zelfs met minachting sprak over een be
slissing van den Raad van State, zeide
hij nu geen boe of ba toen in den Se
naat kortweg werd voorgesteld de gren
zen op te heffen, welik voorstel met groo-
te meerderheid werd aangenomen.
Toen echter had hij op alles voorbe
reid moeten zijn. Het was nu te verwach
ten dat de Marners zich maar niet zoo
voetstoots hun monopolie weer lieten af
troggelen. Door zijn slapheid en halfheid
zijn iedereen het naar den zin willen
maken, heeft het land in erger gisting ge
bracht, dan hij met flink aanpakken had
kunnen doen. En nu hij eindelijk zag
dat de boel, ondanks zijn schipperen,
misliep, had hij moeten zorgen dat het
niet tot uitbarstingen had kunnen komen
als waarvan nu het departement Marne
het tooneel is geweest. Wanneer hij met
een kracht als Briand bij de spoorweg
stakingen was opgetreden, zou niet de
reusachtige schade aangericht zijn, waar
van een geheel district zich wellicht in
geen jaren zal kunnen herstellen.
En zelfs zonder het zenden van troe
pen had dit kunnen gebeuren door het
in uitzicht stellen van toezicht op en
daardoor verhindering van knoeierijen.
Want, zooals een oude, bezadigde wijn
boer aan een correspondent van de „Ma-
tin" zeide, de actie is meer gericht te
gen de knoeierijen in het eigen district
dan tegen de vakgenooten in Aube. On
der knoeiers hebben wij hier te ver
staan niet fabrikanten van kunstmatigen
wijn, maar van dezulke die champagne
fabriceeren van uit andere streken inge
voerde wijnen. Wordt, zoo redeneeren zij,
de champagnegrens nog verruimd, dan
wordt de mogelijkheid voor dergelijke
knoeierijen nog grooter. En waar de boe
ren door jarenlange mislukking van den
oogst getroffen worden, is het hun na
tuurlijk een doorn in het oog dat van
andere wijnen dan de hunne champagne
gemaakt wordt en deze goedkoop ge
leverd wordt, terwijl zij van hun geringe
oogst geen geld kunnen maken. Waren zij
tegen dergelijk bedrog gewaarborgd, de
zaken zouden hoogstwaarschijnlijk zulk
een ernstigen keer niet genomen hebben.
Nu het eindelijk te Iaat is, zijn er troe
pen gezonden, die wellicht een heele toer
zullen hebben om de rust te herstellen,
goed te maken met harde sabelslagen wat
een onmachtige regeering met haar wei
felingen heeft bedorven.
Want haar onmacht oin het bewind te
voeren, is hierdoor weer eens glansrijk
bewezen, jammer alleen dat die zeker
heid zooo duur gekocht is moeten wor
den.
V.
Weekpraatje.
De ledige plaats in ons provinciebe
stuur is wederom ingenomen. Een emi
nent man is de opvolger geworden van
den uitstekenden, door allen betreurden
Mr. Patijn. Niemand zal wel op deze
woorden eenige aanmerking hebben,want
dat baron Sweerts de Landas Wyborgh
werkelijk een eminente persoonlijkheid is,
heeft hjj bewezen gedurende zijn bestuur
te 's-Oravenhage. Met krachtige hand
heeft hij daar als burgemeester de zaken
geleid, en hoezeer zijn bestuur op prijs
werd gesteld, bleek toen hij eenigen tijd
terug voor een herbenoeming niet in aan
merking wenschte te komen. Algemeen
werd toen er op aangedrongen, dat hij
den burgemeesterszetel zou blijven in
nemen. En baron Sweerts is gebleven,
doch slechts korten tijd heeft 's-Graven-
hage er pleizier van gehad, want een
hooger ambt gaat hij thans vervullen,
de belangen van geheel Zuid-Holland zijn
thans aan zijn handen toevertrouwd.
Voor eenigen tijd nog werd hem de
taak opgedragen Zuid-Holland in de
Eerste Kamer te vertegenwoordigen.
Door .hel aannemen van zijn benoeming
met koffie" in z'n bestelhuis heeft ver
orberd.
't Hitje wordt voorgespannen, goederen
ingeschikt, en langzaam ratelt 't zwaar
beladen karretje weg, naar buiten, naar
de plaats van bestemming.
Zóó is 't in 't algemeen
„Zwaar Ijeladen", schrijven we
Maaris er ook niet dikwijls „óver-
lading"
Helaas... 'tspijt ons te moeten con-
stateeren, dat er óók bode's zijn, bij
wie de zuinigheid ook wel eens de
wijsheid bedriegt. Gevallen, waar de
bode door overlading van z'n karretje,
zichzelf schade berokkent, getuige dik
wijls vermelde gevallen van asbreking enz.
Gevallen ook, die te veroordeelen zijn
uit een oogpunt van dierenbescherming.
Waar 't bodepaardje of hitje de na-
deelen van verregaande onnadenkendheid
ondervindt.
Men oordeele zelf.
'k Stond te kijken naar zoo'n
spannetje.
Hoog, tot boven de kap, stond 't kar
retje volgeladen, 'n paar zware vaten nog
voorop. Alles was in ordeToen werd
het paard gehaald... Het paard?
Achter '11 ruw jochie, helper van den
bode, sleept zich een uitgemergelde t
magere dierenschiin voort ingevallen
lijf met holle dijen en uitstekende juk
beenderen en ribben, wat verwilderde
haren sluikelings hangend over den tani-
geii nek, vooi uit,stekende kop uiet de
tot Commissaris der provincie, moet hij
echter dezen eerepost prijsgeven, en zoo
als ons blad meldde, zijn de Pro-
vinicale Staten reeds in buitengewone ver
gadering bijeengeroepen ten einde in de
ontstane vacature te voorzien.
Over de beginselen van baron Sweerts
is veel gebabbeld en getwist. Zeker is,
dat hij van Christelijke beginselen is. dit
zij genoeg voor de lezers die hiervan on
kundig waren, en ik zal er niet verder
over gaan babbelen.
Deze week tyeeft overigens een tamelijk
rustig verloop gehad. De Commissaris
van de provincie Noord-Holland heeft ook
aan de algemeene rust meegedaan, hij
was immers ongesteld. Voor velen was
dit aanleiding 0111 te meenen, dat hij
spoedig dit ambt zou nederleggen.
Alleen in Amsterdam heeft het een
beetje gewoeld, vooral op die vergade
ring van de Sociaal-Democraten, waar
Troelstra en Wijnkoop elkander zoo
duchtig in het haar vlogen, tenminste in
figuurlijken zin, want zoo bont hebben ze
'tniet gemaakt, dat ze handgemeen zijn
geworden. Alleen de noodige scheldwoor
den (en wel zulke die een fatsoenlijk
mensch nooit op zijn lippen heeft) wer
den elkaar naar 't hoofd geslingerd.
Troelstra zag zeker in, dat hij zich
daar minder netjes had aangesteld, want
spoedig daarna schreef hij een stukje
in het „Volk" om zich wat schoon te
wasschen. Of 't koning Troelstra gelukt
is, ik weet £iet niet; dat weet ik wel,
dat zijn onderdanen veel van hem slikken.,
als hij 'tzegt dan is het waar, daarom
zal het hier OQk wel zoo geweest zijn,
en Troelstra is nog steeds de onschend
bare en ongeschonden koning.
Van het debat zelf zal ik ook maar
zwijgen, het bestaat toch slechts in het
bestoken van elkanders principen. En
zich zelf tegenèpreken, is aan de orde
van den dag, zoodat ook in 't algemeen
er op den duur geen touw aan vast
te knoopen is.
Dit over Sociaal-Democraten, doch ook
over Liberalen is nog wel iets te zeggen,
hoe n.l. onze Leidsche professor Van der
Vlugt het oordeel over de vrijzinnigheid
heeft geveld. Volgens hem verlangt nie
mand meer naar de vroegere vrijzinnig
heid terug. Dit heeft hij te Delft in een
speech gezegd.
Bedoelt hij, daarmede dat oude li
beralisme, dat zoo lang oppermachtig
ons land geregeerd heeft? Fuit Ilium et
ingens gloria Teucrorum. Ja, 't i's uit
met het liberalisme, 't is ten ondergang
gedoemd, gelijk de oude stad der Tro
janen. Wellicht dat zij zelf hun onder
gang verhaasten door zich te versterken
in een verbinding met de socialisten, even
als de oude Troiers zich meenden krach
tig te maken door het binnenhalen van
het houten paard. STAN.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Vogel wet.
Een wetsontwerp is ingediend, hou
dende bepalingen tot bescherming van in
het wild levende vogels.
Volgens de memorie van toelichting
blijkt de wet van 1880 onvoldoende in
het beschermen van vogels, van vele zij^
den werd daarom op verbetering aan
gedrongen.
De grieven zijn in hoofdzaak drieërlei
le. is het principieel onjuist gebleken,
een onderscheiding te maken tusschen
nuttige en schadelijke of liever niet-nut-
tige vogels. De erkenning van het feit,
dat alle vogels voordeel aanbrengen en
dat de schade, door hen veroorzaakt,
afhankelijk is van plaats en tijd, moet
leiden tot de gevolgtrekking, dat de wet
hare bescherming moet verkenen aan alle
in het wild levende vogels, met open
stelling van de mogelijkheid om, waar
en wanneer schade voorkomt, deze te
keeren. Op dezen grondslag is dan ook
het onderhavige wetsontwerp opgetrok
ken Alle .in het wild levende vogels,
voorzoover althans in Europa inheemsch,
deelen met hunne eieren en nesten in
loomig goeiege oogen, om 't minder
voelen der teugelrukking. Het paard....
Met 'n ruwen, pijnlijken teugelruk
wordt 't beest naar- achter, tusschen de
wagen boom en geduwd dat 't verwil
derd ontwaakt uit z'n droomstemming,
'n nadenken aan z'n goeie uurtje.
De boomen van den wagen worden
met 'n paar wilde rukken langs z'n zijde
gespannen, de riemen aangetrokken, en
alles is tot vertrek gereed. De bode in
specteert z'n „vrachie", klimt tusschen
de goederen op de overvolle kar, waar
ook z'n knechtje een plaats vindt 't
vroeg-afgeleefde paardje hangt koortsig
droomerig in 'tgareel... dan 'n wilden
ruk aan den teugel... die 'tdier pijnlijk
door de kapotte mondhoeken schrijnt,
dat 'twild den kop opheft... en met een
pijnlijke drukking van 't magere paarden
lijf tegen den leeren borstriem zet zich
't karretje in beweging
Denken we even aan 'tpaardenlijden,
als dit spannetje tegen 'n hoogte, zooals
b.v. door Koren brugsteeg naar Bree-
straat, of tegen de „Korenbeurs" óp
moet. De kwelling bij zóó'n behandeling,
die op de urenlange buitenwegen, dik
wijls haast onbegaanbaar, nog verergerd.
Mogen déze bode's door een weinig
méér nadenken, wat reëeler hunne trouwe
helpers behandelen...
Gelukkig, dat het gros in deze méér
besef heeft... wat henzelf ten goede
komt. En ook het bode-wezen in zijn
geheel,.,
de door de wet verleende bescherming.
Behoudens andere uitzonderingen, wor
den door het publiek gezag vergunningen
om vogels te dooden met vuurwapenen
en zoo noodig hunne nesten te ver
storen, verleend telkens als en waar vo
gels schade toebrengen of overlast ver
oorzaken.
2e. De bestaande wet is niet gemakke
lijk uitvoerbaar. Uit gebrek aan feitelijke
kennis en uit vrees, cene vergissing te
begaan, wordt onder het bestaande stelsel
van vele overtredingen geen proces-ver-
baal opgemaakt. Deze toestand veran
dert geheel, indien het onderhavige wets
ontwerp tot wet wordt verheven.
3e. De bestaande wet staat in den weg
aan toetreding van ons land tot de in
1902 te Parijs gesloten „Convention pour
la protection des oiseaux utiles a l'agri-
culture". De tegen die toetreding aange
voerde argumenten acht de Minister van
Landbouw niet voldoende krachtig om
het niet toetreden van Nederland te recht
vaardigen.
Op dezen dubbelen grondslag: alge
meene vogelbescherming en toetreding
van Nederland tot de conventie van Parijs
is het onderhavige wetsvoorstel opge
bouwd.
Bij de toelichting der artikelen wordt
o.a. medegedeeld, dat het rapen, vervoe
ren en verhandelen van kievitseieren uit
de Jachtwet is gelicht en geregeld in
het onderhavige ontwerp. De eindtermijn
voor het rapen van kievitseieren is ver
vroegd tot 16 April. Door dit rapen toe
te staan tot 1 Mei gaat het eerste broed
sel dezer vogels verloren en vermindert
deze voor den land- en tuinbouw zoo
bij uitstek nuttige vogelsoort in sommige
streken op onrustbarende wijze. Boven
dien is het wenschelijk, den raaptijd van
kievitseieren te beperken, daar het maaien
en hooien vervroegd zijn en als gevolg
daarvan de jonge kieviten, afkomstig uit
een later broedsel, zich niet meer in het
lange gras kunnen verbergen tegen hunne
natuurlijke vijanden.
Het rapen van meeuweneieren wordt
gebonden aan een bepaalden tijd (10 Mei
tot 15 Juni) en aan een door het publiek
gezag afgegeven vergunning.
Het houden van bepaalde soorten van
vogels in de kooi moet naar het stellig
oordeel van den Minister geoorloofd blij
ven. In vele gezinnen, ook van de arm-
sten, maakt de aanwezigheid van een
merel of een sijsje de woning vroolijker.
Het houden van vogels in de kooi is
een der primitieve vormen, waarin de
liefde voor de vogels zich openbaart.
Deze liefde nu moet in het belang van
den landbouw worden aangekweekt.
De vergunningen tot het dooden van
vogels en tot het verstoren hunner nesten
indien deze schade toebrengen of over
last veroorzaken, worden verleend door
den burgemeester; die tot het vangen,
vervoeren en verhandelen van kooivogels
door den Commissaris der JConingin.
Door een algemeénen maatregel van
bestuur zal het vangen en dooden van
vogels in massa en het dooden door
gemeengevaarlijke stoffen worden tegen
gegaan.
Het ligt in 's Ministers bedoeling, zoo
spoedig mogelijk een wetsontwerp tot
bescherming van andere voor den land
bouw nuttige diersoorten te doen samen
stellen, waardoor de wet van 1880 in
haar geheel zal komen te vervallen.
De ganzen worden als wild beschouwd
en voorgesteld, deze in art. 17 der Jacht
wet op te nemen.
Als bijlagen zijn aan de memorie van
toelichting toegevoegd: le. eene verhan
deling van prof. dr. J. Ritzema Bos om
trent „de beteekenis van de vogels voor
onze cultures, en de noodzakelijkheid van
eene wet, die de in 'twild levende vogel
soorten beschermt"; 2e. de Fransche tekst
met vertaling daarvan van de con
ventie van Parijs; 3e. een overzicht van
de in het buitenland geldende wettelijke
voorschriften tot bescherming van in het
wild levende vogels.
Wijziging Merken wet.
Art. 14 der Octrooiwet 1910 bepaalt,
Zal onze moderne tijd, met zijn snellere
en betere vervoermiddelen, ten slotte niet
dit van ouds bestaande bode-wezen over
bodig maken?
Alles wijst erop van niet.
Dit aloude communicatiemiddel tus
schen stad en omtrek schijnt door alle
tijden te blijven gehandhaafd.
Reeds in de oudste Leidsche alma
nakken vinden we, naast trekschuiten en
beurtschepen, een bode- en bestellerslijst
vermeld. Hunne standplaatsen waren v;.n
overheidswege aangewezen, en meerdere
plaatselijke wetten hielden met het bode
wezen rekening, als: vaste plaatsen en
dagen van in- en aflading, en het verbod
van niet rijden met „vrachf-karren op
de kleine steenen. Ook waren er toen
de bepalingen tegen „overladen van wa
gens, waardoor niet alleen ongelukken
veroorzaakt, maar ook de straten geruï
neerd werden".
De prijzen van het vrachtgoed zijn in
tusschen wel degelijk aan de rijzing en
daling van de „markt des tijds" onder
hevig geweest.
Voor ,,vijf", „tien" of „vijftien" cents
is bij onze hedendaagsche vrachtrijders
al veel uit te richten.
Van vroeger vinden we intusschen prij
zen van f 1.50 en f2. Voor vervoer tus
schen Leiden en Scheveningen vinden we
o.a. f2 vermeld, waar dan onder begre
pen waren de onkosten van tollen, over
varen, ponthek, poortgeld enz alle
maal jdiiigcu waar pnze tegenwoordige
dat de ingevolge de wet ju te stellen
octrooiraad deel uitmaakt van het Bureau
voor den industrieelen eigendom, terwijl
eenige andere artikelen dier wet be
paalde werkzaamheden aan dit bureau
Dit verband tusschen den octrooiraad
en genoemd bureau maakt het noodzake
lijk, enkele bepalingen der Merkenwef;
waarbij het Bureau voor den industrieelen
eigendom werd in het leven geroepen,
te wijzigen en de uitvoering van beide
wetten in een hand te leggen.
Hiertoe strekt een bij de Tweede Ka
mer ingediend wetsontwerp tot wijziging
van de Merkenwet
Onteigening te 's Gravenhage.
Ingediend is een wetsontwerp tot ont
eigening, in de gemeente 's-Gravenhage,
van perceelen voor den aanleg van een
haven "aan de noordoostzijde van den
Trekvliet, ten behoeve van met licht ont
vlambare stoffen geladen vaartuigen, en
van aangrenzende terreinen voor den op
slag dier stoffen, met daarbij behoorende
inrichtingen, wegen en werken, alsmede
voor den aanleg van toegangswegen naar
de gasfabriek aan genoemd vaarwater.
Land- en Tuinbouw.
Coöperatie bij den verkoop van vee,
In Oostenrijk-Hongarije en voorname
lijk in Galicië, maakt de coöperatieve
verkoop van rundvee goede vorderingen.
Een groote landbouwvereeniging, „de
K. K. Landbouwvereeniging van Krakau",
heeft daarbij de leiding. De „Oesterr.
landw. Genossenschaftpresse" schrijft
hierover
Voor 2 of 3 jaren werd, op initiatief
van de Landbouwvereeniging van Kra
kau, een aanvang gemaakt met de op
richting van de noodige gebouwen voor
den coöperatieven verkoop van rundvee,.
Een onmiddellijk gevolg er van was, dat
de veehouders hoogere prijzen vaan hun
vee wisten te behalen. Nog eene andere
Galicische landbouwvereeniging houdt
zich bezig met de oprichting van coöpe
ratieve instellingen voor den verkoop van
vee. Het doel is, de groote steden, in
het bijzonder Weenen, direct van slacht
vee te voorzien.
Verschillende landbouwvcreenigingen
houden cursussen, waarbij aan de land
bouwers het doel, de inrichting en wer
king der genoemde instelling wordt uit
eengezet
Ook in Bohein-en maakt deze beweging
vorderingen. Te Mahrisch-Ostrau is eene
vereeniging opgericht voor den coöpera
tieven verkoop van levend en van geslacht
vee. Zooals onze lezers weten, is de
hier besproken wijze van verkoop bij
onze Oostelijke buren reeds geruimen
tijd gevolgd.
De laatste drop is de boterknop.
Het was zoo verrukkelijk aardig. Men
molk een keer de koeien niet heefemaal
uit bepaalde hoeveelheid der inclk en
vetgehalte, liet daarna namelken en be
paalde van 'tnamelksel hoeveelheid en
vetgehalte en de gelegenheid voor een
fraai rekensommetje was geboren. Dat
laatste inelksel bevatte 'tmeeste vet; in
boter omgezet gaf dat vet een waarde
van zooveel gulden en zooveel cents
vermenigvuldig dat bedrag met 600, als
zijnde 't aantal melktijden per jaar, en
de som, die ge nu krijgt wijst aan, hoe
veel voordeel ge van goed uitmelken van
uw vee per jaar hebt. We meenen ons
zoowaar een geval te herinneren, waar
bij 'ter heel veel op leek, dat de boer
zijn pacht zou kunnen betalen alleen van
de opbrengst van dat laatste inelksel. En
dat vernomen hebbende, knikten we me
kaar gelukkig toe en zeiden, dat onze
vaderen het toch maar goed geweten
hebbende laatste drop is de boterknop.
Nu zijn er menschen, die nooit de zon
in 't water kunnen zien schijn .n, en niets
gelooven, voor ze 'tzelf hebben waarge
nomen. Zoo iemand is de heer Oskar
Orcnstein. Hij vertrouwde de vermenig
vuldiging niet al te best en ging liever
aan 't optellen. Koeien - liet hij beurte
lings door goede of slechte melkers mel-
bode's, dank zij den vooruitgang, niet
meer mee te maken hebben.
Zoo zien we thans, ook in onze stad,
ondanks de veranderde tijden, het bode
wezen nog in vollen bloei.
Het bodekarretje, ondanks vele snellere
vervoermiddelen, nog onmisbaar en in
eere
En vele bestellersdiensten zijn er hier
nog, die jaren en jaren hèr gaan, waar
van we in Leiden's oudheid reeds ver
melding vinden, die onder éénen naam
van geslacht op geslacht zijn overgegaan.
Die, door de tijden heen, hun bode-
bestaan óp hielden.
En over 't algemeen hebben de bode's
zich een goeden naam verworven fn stad
en .in omtrek. Zij zijn de overbrengers
van, behalve hun gewone vrachtgoed, tal
rijke boodschapjes en vertrouwelijkhe-
dens, waarvoor zij als port dan 't goede
vertrouwen van velen hebben.
Vertrouwen, dat ze naar waarde schat
ten, en dat hen mee doet leven in dc
belangen hunner zoo talrijke clientele.
Wenschen we onze bode's succes ver
der in hunne zaken. Beschouwen wc de
bodekarretjes als een nuttig en noodig
communicatie-middel, als een, ook in on
zen tijd, nog onmisbare vervoerschake!
tusschen onze stad en zijne zoo talrijke
dorpen-omgeving. Als een onmisbaar iets
vooral tusschen de plaatsen, waar, be
halve het bodekarretje, geen enkel mid
del van verkeer nog bestaat.
En die zijn er óók nog.... KEFS.