BARON SWEFRTS DE LANDAS WYBORGH:
de nieuwe Commissaris der Koningin in Zuid-Holland,als opvol
ger van wijlen den heer Patijn. In baron Sweerts,die eenige jaren
burgemeester der Hofstad was, heeft de regeering zeker den
besten titularis gevonden voor dezen hoogen post, die kon
worden gevonden.
vaders mij deerde, veeleer was ik verheugd van het
lastige toezicht ontslagen te zijn en vrijer mijn weg te
kunnen gaan. Wel moest ik vaak genoeg bij hem komen
om verwijten te hooren en wantrouwen te ondervinden,
maar ik maakte mij steeds zoo spoedig mogelijk weer
uit de voeten. Mijn moeder ging het niet beter, ofschoon
aIj uit natuurlijk medelijden en ontwakend plichtsgevoel
den zieke trouw verpleegde.
Tusschen vader en moeder kwam langs dezen weg
langzamerhand een betere verhouding, waarin ik echter
volstrekt niet deelde. Van jongs af aan werken gewoon
was het mijn trots het werk alleen te doen en de baas
te zijn. Wat bekommerde ik mij om hetgeen in huis
gebeurde
Als ik van mijn vader verlost werd kon ik immers leven
zooals ik wilde. Verwonder u niet te zeer, mijnheer de
rechter, over zulke gedachten van een vijftienjarigen
knaap. Ik was aan geen liefde gewoon en wist die ook
niet te bewijzen. Ik was mij zelfs niet bewust, dat ik een
deelnemend hart bezat.
Op zekeren avond viel het mij toch op, dat mijn moeder
aan het bed mijns vaders luidop bad. Dat verraste mij
WIELRENNENTHUIS
prijswinners op den „Home traine" het apparaat dat door middel van wrijvende
rollen en kamraderen de snelheid van een fiets aangeeft terwijl de fiets niet van
zijn plaats komt. Te Leimuiden werd onlangs zulk een wedstrijd gehouden, waar-
van onze foto een aardig kiekje geeft. Ook de vervaardigers van het toestel ziin
op onze foto te vinden.
Foto van Immerseel.
DE KROONPRINS VAN DUITSCHLAND OP BEZOEK BIJ KONING VICTOR
VAN ITALIË
wij gelooven niet dat er betere karakteristiek gegeven kan worden van de jammer
lijke mislukking der zoo hooggeroemde Italiaansche «Jubileumfeesten", dan de
foto die wij hierover reproduceeren Het Koninkrijk Italië viert zijn vijftig
jarig «jubileum», in alle verlatenheid: z'n gasten zijn koniDg Peter van Servië,
de prins van het rouletteland Monaco en misschien nog zulk een vorst En
de bondgenooten-zelf, de Keizer van Oostenrijk en Duitschland vertoonen zich
niet te Rome: alleen de jonge Duitsche kroonprins moet den bondgenoot van
Berlijn vertegenwoordigen en van dat bezoek, dat eigenlijk een groot liasco
voor «het eène Italië" was, is dan ook heel weinig drukte gemaakt
de pastoor. Dat daar een geheim achter stak, had ik wel
begrepen, maar alle pogingen om er achter te komen,
waren vruchteloos. Alle luisteren aan deur of wand hielp
niets.
Eens hoorde ik moeder zeggen, dat het toch beter
was alles van zijn geweten te schudden en liever alles
te ondergaan, dan in zulk een kwelling voort te leven of
zelfs daarmede de eeuwigheid in te gaan.
Wat de pastoor zeide, verstond ik niet, maar eindelijk
hoorde ik vader roepen: „Nu, als het zijn moet, laat dan
het gerecht komen. Met mij kunnen ze toch niets m.er
beginnen." Het gerecht? Wat had het gerecht aan het
sterfbed mijns vaders te maken? Dit wilde ik weten, doch
mijn vragen aan den pastoor of aan mijn moeder bracht
mij niet verder. Toen zocht ik een gelegenheid om te
zien en te hooren wat er voorviel, en ik had spoedig een
toegespijkerd venstertje gevonden waar ik kon luisteren
en zien. Daarna ging ik schijnbaar onverschillig mijns
weegs, maar bleef nabij het huis om het juiste oogenblik
niet te verzuimen. Toen ik in den namiddag den rechter
met twee mannen zag aankomen, sloop ik van de tuin-
zijde naar het huis, klom door een venster in miin kamer
en hield mij doodstil. Niemand vermoedde mijn aanwe
zigheid en dus kon ik ongehinderd alles hooren. En toen
vernam ik, wat ik u heb medegedeeld van den moord,
van de onschuldig gestraften en dat vader door een be
kentenis zooveel mogelijk moest trachten te herstellen
wat deze in zijn plaats ondergaan hadden, wilde hij van
den pastoor de absolutie verkrijgen. Doodelijk verschrikt,
door schaamte en woede verplet, begreep ik onmiddellijk
dat dit mij meer zou'treffen dan mijn vader. Mijn hoofd
zoo, dat ik luisterend voor de deur bleef staan
en niet den moed had binnen te treden. Ik on
dervond in ons huis een vreemde gewaarwor
ding als uit een andere wereld en die mij in
de ziel aangreep. En toen moeder met tranen
in de oogen de kamer uitkwam, voelde ik mij
als het ware het hart openrukken, om daariD
zachtere gevoelens te doen binnentreden- Ook
mijn vader was vriendelijker jegens mij en ver
maande mij nu en dan herbergen en slechte
kameraden te mijden, wat ik vrij koel aanhoorde.
Van dien tijd af bekroop hem een voortdurende
angst en onrust die hem in den slaap niet ver
liet en deed droomen van moord en doodslag, van
gevecht en beul, van hel en duivel. Ik begreep
daarvan niets en verstond niet, hóe de eeuwige
gerechtigheid in zijne ziel het oordeel begon te
voltrekken. Moeder had den pastoor verzocht te
komen. Die was gekomen, maar onverrichterzake
weer heengegaanhij was teruggekomen, had
zich urenlang met vader opgesloten, maar hem
niet zooals gebruik was de H. Sacramenten der
stervenden gebracht.
Daarover werd onder de dorpelingen van alles gemompeld.
Het liep met vader op een eind. De dokter had reeds lang verklaard,
dat hij geen drie dagen meer leven zou en toch leefde hij nog steeds, alsof
hij n.et sterven kon Nu werd er niemand meer bij hem toegelaten, behalve
Mr. L. C. DRIEBEEK,
een van de meest-bekende ka
tholieken van Rotterdam, die
zich op het gebied van het Bij
zonder Onderwijs, van armenzorg
en de weldadigheid vooral groote
verdiensten heeft verzameld,
dezer dagen aldaar overleden